FISCAAL INFORMATIEF. Praktijkgerichte, thematische informatie op fiscaal, vennootschapsrechtelijk, boekhoudrechtelijk en bedrijfseconomisch vlak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FISCAAL INFORMATIEF. Praktijkgerichte, thematische informatie op fiscaal, vennootschapsrechtelijk, boekhoudrechtelijk en bedrijfseconomisch vlak"

Transcriptie

1 FISCAAL INFORMATIEF FISCAAL INFORMATIEF Praktijkgerichte, thematische informatie op fiscaal, vennootschapsrechtelijk, boekhoudrechtelijk en bedrijfseconomisch vlak Jaargang 11 I nr 2 April 2012 Verschijnt tweemaandelijks niet in juli en augustus

2 2 Colofon inhoud Hoofdredacteur Luc Taillieu, docent fiscaal recht, auteur Selectie en wetenschappelijk advies Luc Taillieu, docent fiscaal recht, auteur Koen Mertens, algemeen directeur Coördinatie Martine Taillieu Kernredactie Luc Taillieu, docent fiscaal recht, auteur Vaste medewerkers Marnix Cornette, RFN sarl, specialist verkeer België-Frankrijk Luc Goossens, belastingconsulent Franky Maesen, erkend fiscalist Guy Poppe, advocaat Bart Smets, advocaat p 3 Nieuwigheden op het aangifteformulier personenbelasting aanslagjaar 2012 p 10 De roerende fiscaliteit anno 2012: een historische belastinghervorming? p 20 p 22 Voordeel alle aard bedrijfswagen: nieuwe definitie cataloguswaarde De fiscale aspecten van vooruitbetaalde huur p 27 De fiets en de fiscus anno 2012 Eindredactie Guy Poppe, jurist Redactie Filip Janssens Tel Fax: info@fiscinfo.be Verantwoordelijke uitgever Koen Mertens, Kortrijkstraat 250, 8560 Wevelgem Fiscaal Informatief is een uitgave van Fiscaal Informatief BVBA, Kortrijkstraat 250, 8560 Wevelgem Abonnementen Fiscaal Informatief verschijnt 5 keer per jaar. De abonnementen lopen per kalenderjaar of per academiejaar en worden automatisch verlengd, behoudens opzegging vóór 1 november of 1 juni, naargelang het abonnement. Abonnering Martine Taillieu Tel Fax: info@fiscinfo.be of surf naar De auteurs, de redactie en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrieval systeem en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel van foto-kopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteurs dragen hun intellectuele rechten op de in Fiscaal Informatief gepubliceerde teksten over aan de BVBA Fiscaal Informatief. Bijgevolg is elke reproductie verboden zonder schriftelijke toestemming van de BVBA Fiscaal Informatief. Voor eventuele exploitatie van een licentie kan contact worden opgenomen met de uitgever.

3 3 Nieuwigheden op het aangifteformulier personenbelasting aanslagjaar 2012 Het aangifteformulier personenbelasting voor aanslagjaar 2012 is vorige week in het Staatsblad gepubliceerd (KB van 14 maart 2012, BS 21 maart 2012). Omdat er door de aanslepende regeringsonderhandelingen van afgelopen jaar weinig nieuwe regelgeving was, heeft het nieuwe aangifteformulier geen echte facelift ondergaan ten opzichte van het vorige aanslagjaar. We overlopen hieronder de wijzigingen op het formulier en in de toelichting bij de aangifte. Opvallend is dat de belastingplichtige in de diverse rubrieken van de beroepsinkomsten van buitenlandse oorsprong niet meer al zijn buitenlandse beroepsinkomsten mag herhalen maar alleen nog de beroepsinkomsten van buitenlandse oorsprong mag vermelden die effectief een vrijstelling of een belastingvermindering kunnen genieten. Vak II: Persoonlijke gegevens en gezinslasten Fiscaal co-ouderschap Overeenkomstig artikel 132bis, laatste lid WIB 92 kan er geen fiscaal co-ouderschap worden aangevraagd met betrekking tot een kind waarvoor regelmatige onderhoudsgelden worden afgetrokken. De minister van Financiën heeft verklaard dat de aftrek van onderhoudsgelden en de toepassing van het fiscaal coouderschap in hetzelfde jaar toch combineerbaar zijn, op voorwaarde dat de onderhoudsgelden uitsluitend betrekking hebben op de periode die aan de gelijkmatig verdeelde huisvesting van de kinderen voorafgaat (Vr. nr. 583 Philippe Goffin, 14 oktober 2011, Vr. en Antw. Kamer , afl. 44, 30-31). Die ministeriële zienswijze heeft de administratie mee opgenomen in haar toelichting bij deel 1 van het aangifteformulier (p. 16 en 17). Vak III: Inkomsten van onroerende goederen Vrijgestelde onroerende inkomsten Sinds jaar en dag zijn volgende onroerende inkomsten vrijgesteld van personenbelasting: 1. het kadastraal inkomen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen (gebouwen en gronden) die een belastingplichtige of een bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd (art.12 1 WIB 92): voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening; voor onderwijs; voor het vestigen van hospitalen, rusthuizen, klinieken, dispensaria, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden of andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen. 2. de inkomsten van in België gelegen onroerende goederen die bij loopbaanpacht worden verhuurd. Die vrijstelling geldt ook voor pachtovereenkomsten van gronden die opgesteld zijn bij authentieke akte en die voorzien in een eerste gebruiksperiode van minimaal 18 jaar (art.12 2 WIB 92). Om die twee vrijstellingen te krijgen, moesten de onroerende goederen tot nu toe in België gelegen zijn. Maar de Europese Commissie heeft België op dat punt in gebreke gesteld (ingebrekestelling nr. 2008/4809, 3 november 2009). Om tegemoet te komen aan de kritiek van Europa, kan men de vrijstelling vanaf aanslagjaar 2012 ook krijgen als het onroerend goed gelegen is in een andere lidstaat van de Europese economische Ruimte (art en 2 WIB 92 zoals gewijzigd door wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen, BS 6 mei 2011). Op die aangepaste vrijstellingsregeling wordt gewezen in de toelichting bij deel 1 van het aangifteformulier (p. 27).

4 4 Vak IV: Wedden, lonen en vervangingsinkomsten Installatiepremie toegekend aan huisartsen Om het hoofd te bieden aan het dreigend tekort van huisartsen, had de regering enkele jaren geleden het zogenaamd Impulsfonds voor huisartsengeneeskunde (Impulseo) opgericht (KB van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, BS 28 september 2006). Via dat Fonds kan een erkende huisarts aanspraak maken op de toekenning van een eenmalige premie van als hij zich vestigt in een zone waar er een tekort is aan huisartsen, een zogenaamde prioritaire zone. De gemeenten die in zo n liggen, vindt men terug op de website van het RIZIV ( riziv.be/care/nl/doctors/specific-information/impulseo/impulseo. htm). Tot voor kort werd de eenmalige installatiepremie voor huisartsen gekwalificeerd als een gewoon beroepsinkomen, waardoor de premie onderworpen werd aan de progressieve tarieven van de personenbelasting. Gevolg was dat de premie die van overheidswege werd toegekend, voor een groot deel onmiddellijk werd wegbelast door diezelfde overheid. Daardoor verloor de premie voor een deel haar stimulerend effect. Om dat probleem op te lossen, wordt de eenmalige installatiepremie vanaf aanslagjaar 2012 afzonderlijk belast tegen het gunsttarief van 16,5% (art k WIB 92 zoals ingevoerd door wet van 7 november 2011, BS 16 november 2011). Als een erkend huisarts tewerkgesteld is als werknemer en in de loop van het inkomstenjaar 2011 dergelijke installatiepremie heeft gekregen van het Impulsfonds, moet hij de premie vermelden bij de nieuwe code 1267/2267 op het aangifteformulier (subrubriek A, 15). Werkbonus De hervormingswet van de personenbelasting had vanaf aanslagjaar 2003 een belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens ingevoerd (wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, BS 20 september 2001). Bedoeling van de wetgever was om laag geschoolden of personen met beperkte beroepsinkomsten fiscaal aan te moedigen om vlugger de arbeidsmarkt te betreden of om een zelfstandige zaak op te starten. Oorspronkelijk kwamen alle rijksinwoners die beroepsinkomsten uit arbeid behaalden, in aanmerking voor het belastingkrediet. De aard van het beroepsinkomen speelde geen rol, zodat in principe zowel een loontrekker, een bedrijfsleider, een handelaar of een beoefenaar van een vrij beroep recht had op het belastingkrediet. De programmawet van 27 december 2004 (BS 31 december 2004) heeft echter vanaf aanslagjaar 2005 het belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens geschrapt voor loontrekkers. De reden was dat de wetgever voor werknemers met een laag inkomen het systeem had ingevoerd van de werkbonus. De werkbonus bestaat uit een vermindering van de werknemersbijdragen voor sociale zekerheid, zodat de werknemer een hogere nettomaandwedde overhoudt zonder het brutoloon te verhogen. Om de zogenaamde werkloosheidsval verder tegen te gaan, heeft de wetgever vanaf aanslagjaar 2012 opnieuw het belastingkrediet voor werknemers met lage lonen ingevoerd (art. 289ter 1 1e lid WIB 92 zoals ingevoerd door wet van 19 juni 2011 tot wijziging van het WIB 92 wat de werkbonus en de opzeggingsvergoeding betreft, BS 28 juni 2011). Die tweede soort van belastingkrediet wordt bovenop de sociale werkbonus toegekend. Verschil is wel dat de werkbonus een vermindering van de sociale bijdragen inhoudt terwijl het nieuwe belastingkrediet verrekend zal worden met de verschuldigde personenbelasting. Enkel werknemers die niet in aanmerking komen voor het bestaande belastingkrediet van artikel 289ter van het WIB 92 maar wel recht hebben op de werkbonus, komen in aanmerking voor het nieuwe belastingkrediet. In principe komen alle werknemers en bedrijfsleiders die onderworpen zijn aan het sociaal statuut van werknemers, in aanmerking voor het nieuwe belastingkrediet. Het nieuwe belastingkrediet is gelijk aan 5,7% van de werkbonus die effectief is toegekend op de vanaf 1 januari 2011 betaalde of toegekende bezoldigingen, met een maximum van 85 (nietgeïndexeerd bedrag) per belastbaar tijdperk (art. 289ter1, 2e en 3e lid WIB 92): Het geïndexeerde bedrag voor het aanslagjaar 2012 is 120. Dat maximumbedrag stemt overeen met het maximumbedrag van de werkbonus dat kan worden toegekend ( 2.100). Dat betekent concreet dat het belastingkrediet in principe nooit meer kan bedragen dan 119,70 ( x 5,7%). Aangezien de werkbonus degressief daalt naarmate het loon stijgt, zal het belastingkrediet in diezelfde mate dalen. Het nieuwe belastingkrediet is volledig verrekenbaar met de personenbelasting en bovendien ook nog terugbetaalbaar op voorwaarde dat het bedrag van de teruggave minstens 2,50 bedraagt (wijziging art en art e lid WIB 92).

5 5 Om het nieuwe belastingkrediet te kunnen berekenen, moet de werkgever de werkbonus vermelden op de loonfiche naast de code 284. In het nieuwe aangifteformulier vermelden de werknemers de werkbonus naast de code 1284/2284 (rubriek K). Inkomsten van buitenlandse oorsprong Vanaf aanslagjaar 2012 mag de belastingplichtige niet langer alle in de rubrieken A tot E vermelde inkomsten van buitenlandse oorsprong (en de desbetreffende kosten) herhalen maar enkel nog die die in de rubrieken O,1 en O,2 worden gevraagd, namelijk: - rubriek O,1: de bezoldigingen en uitkeringen van Franse of Nederlandse oorsprong die in België belastbaar zijn voor zover die beroepsinkomsten in hun land van oorsprong onderworpen zijn geweest aan een sociale wetgeving. Die inkomsten zijn niet onderworpen aan de Belgische bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid; - rubriek O,2: de beroepsinkomsten van buitenlandse oorsprong die in België ofwel zijn vrijgesteld met progressievoorbehoud (art. 155 WIB 92) ofwel een belastingvermindering van 50% kunnen genieten omdat ze zijn verkregen in een land waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft (art. 156 WIB 92). Het komt er dus op neer dat onder rubriek O alleen nog de inkomsten vermeld (herhaald) moeten worden die niet onderworpen zijn aan de volledige Belgische belasting. Tot vorig jaar moesten in deze rubriek alle buitenlandse inkomsten vermeld worden. Het voordeel voor de fiscus van het nieuwe systeem ligt voor de hand. Vermoedelijk gebeurde het in het verleden wel eens dat de taxatieambtenaar een inkomen per vergissing vrijstelde, gewoon omdat het aangegeven was als een buitenlands inkomen. Door vanaf dit jaar alleen nog de inkomsten te laten vermelden die effectief in aanmerking komen voor een (gehele of gedeeltelijke) vrijstelling, verkleint het risico dat een niet-vrijgesteld buitenlands inkomen per vergissing vrijgesteld wordt. Merk op dat onder het oude systeem de fiscus aanraadde om een uitdrukkelijk verzoek om vrijstelling bij de aangifte te voegen, met vermelding van de reden van vrijstelling (circulaire AOIF nr. 21/2006, Ci.R 9.Div./ , 11 mei 2006, randnr. 13 en Fisc. Act. 2010, 31/10). Maar zo n bijlage was strikt genomen niet verplicht, en bijlagen raakten ook meer en meer in onbruik door het elektronisch indienen van de aangifte. Ook aan die evolutie komt de wijziging op de aangifte tegemoet. Logischerwijze is een verzoek om vrijstelling niet meer nodig nu alleen nog vrijgestelde buitenlandse inkomsten speciaal vermeld moeten worden. Navraag leert echter dat de administratie nog altijd aanbeveelt om een bijlage mee te sturen waarin verwezen wordt naar de reden van de vrijstelling (bv. het relevante artikel uit het betrokken dubbelbelastingverdrag). Vak V: Pensioenen Pensioenen van buitenlandse oorsprong Analoog met de bezoldigingen (zie hierboven) mag de belastingplichtige in rubriek C enkel nog maar de pensioenen van buitenlandse oorsprong (en de desbetreffende kosten) vermelden die ofwel vrijgesteld zijn met progressievoorbehoud ofwel een belastingvermindering van 50% genieten. Vak IX: Uitgaven die recht geven op belastingverminderingen Belastingvermindering Winwinlening In het licht van de nasleep van de economische crisis en de daarmee samenhangende verstrakking van het kredietbeleid heeft de Vlaamse regering met ingang van 1 januari 2011 een aantal toepassingsvoorwaarden aangaande de Winwinlening versoepeld (Vlaams decreet van 10 december 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening en van het decreet van 19 december 2003 betreffende het activeren van risicokapitaal in Vlaanderen, BS 23 december 2010). De meest in het oog springende maatregel is ongetwijfeld de verdubbeling van het maximumbedrag van de Winwinlening (hoofdsom) dat een onderneming mag ontlenen. Dat maximumbedrag heeft de Vlaamse decreetgever opgetrokken van naar Per kredietgever is het maximumbedrag wel behouden op Daarnaast zijn de aflossingsregels versoepeld. De Winwinlening heeft de aard van een achtergestelde lening met een vaste looptijd van acht jaar waarbij de hoofdsom tot voor kort in één keer moest worden terugbetaald op de eindvervaldatum. Die voorwaarde heeft men grotendeels behouden met dit verschil dat de kredietnemer vanaf 1 januari 2011 nu ook de mogelijkheid zal krijgen om tussentijdse aflossingen te doen. Een eenmalige vervroegde terugbetaling van het openstaande kapitaal is nu ook mogelijk. Als men opteert voor tussentijdse aflossingen, moet de aflossingstabel ondertekend worden door de kredietnemer en de kredietgever en gevoegd worden bij de akte van de Winwinlening. In de codes 1377/2377 en 1378/2378 van subrubriek E,1 moet de kredietverstrekker dan ook niet meer het totaalbedrag van de uitgeleende of ter beschikking gestelde bedragen per 1 januari en 31 december vermelden maar wel het uitstaande saldo van het leningsbedrag. Het uitstaand saldo is gelijk aan het uitgeleende of ter beschikking gestelde bedrag (maximum ), verminderd met de door de kredietnemer gedane terugbetalingen (toelichting bij deel 1 van het aangifteformulier, p. 86).

6 6 De registratie van een Winwinlening kan voortaan ook van ambtswege worden geschrapt als bij een controle vastgesteld wordt dat de wettelijke bepalingen niet zijn nageleefd. In dat geval zal ook het belastingvoordeel vervallen vanaf het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de ambtshalve schrapping heeft plaatsgevonden (toelichting bij deel 1 van het aangifteformulier, p. 87). Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven Beoordeling vijfjarige periode Als de uitgaven betrekking hebben op één enkele woning, maakt subrubriek G,1,b (zoals vorig aanslagjaar) een onderscheid al naargelang de uitgaven betrekking hebben op een woning die minder dan vijf jaar (subrubriek G,1,b,1 ) of minstens vijf jaar (subrubriek G,1,b,2 ) in gebruik is genomen. Dat onderscheid heeft te maken met het feit dat de meeste energiebesparende investeringen met ingang van 1 januari 2010 nog slechts in aanmerking komen voor de belastingvermindering energiebesparende uitgaven als zij worden uitgevoerd in een bestaande woning. Enkel de plaatsing van zonnecel- en thermische panelen en de plaatsing van alle andere uitrustingen voor geothermische energieopwekking komen nog in aanmerking voor een belastingvermindering wanneer zij worden uitgevoerd in een nieuwbouwwoning (art e lid, c WIB 92). Een bestaande woning wordt door de wetgever gedefinieerd als een woning die op datum van aanvang van de werken minstens vijf jaar eerder in gebruik is genomen (art e lid c WIB 92). Diezelfde definitie wordt door de wetgever ook gebruikt voor de overdracht van het gedeelte van de belastingvermindering dat hoger is dan het wettelijk maximumbedrag naar de drie volgende belastbare tijdperken. Om de mogelijkheid tot overdracht te kunnen genieten, geldt eveneens de voorwaarde dat de woning op datum van aanvang van de werken minstens vijf jaar eerder in gebruik moet zijn genomen (art e lid WIB 92). Die termijn van vijf jaar moet in principe van dag tot dag moet worden berekend (Ci. RH.331/ , AOIF 49/2010, 2 juli 2010 en Ci. RH.331/ , AAFisc 26/2011, 16 mei 2011). Maar bij wijze van administratieve tolerantie aanvaardt de wdministratie dat de voorwaarde betreffende de periode van vijf jaar geacht mag worden te zijn vervuld wanneer de woning voor het eerst in gebruik is genomen in de loop van het vijfde kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvang van de energiebesparende werken (Vr. nr. 421 Veerle Wouters, 16 juni 2011, Vr. en Antw. Kamer , afl. 45, 3). Voor de (betaling voor) installatie van dubbel glas op 1 februari 2011 in een woning die in gebruik genomen is op 15 oktober 2006, krijgt men dus nog de belastingvermindering. Dat nieuwe standpunt van de fiscus verklaart waarom de administratie in subrubriek G,1,b bij de beoordeling van de vijfjarige periode de woorden bij aanvang van de werken vervangen heeft door de woorden op 31 december van het jaar van het jaar van de aanvang van de werken. Schrapping toeslag bij plaatsing van thermische panelen Indien de uitgaven betrekking hebben op de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie of voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie (zonneboiler), werd het basisbedrag tot vorig aanslagjaar verhoogd met een nietgeïndexeerde toeslag van 600 (art e lid WIB 92). Het geïndexeerde bedrag van die specifieke verhoging voor het aanslagjaar 2012 bedraagt 850. Vanaf het aanslagjaar 2012 heeft de wetgever de toeslag met betrekking tot de plaatsing van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie (thermische panelen), definitief geschrapt (art e lid WIB 92 zoals gewijzigd door programmawet van 23 december 2009, BS 30 december 2009). Zodoende geeft enkel de plaatsing van zonnecelpanelen nog maar recht op die toeslag. Dat is ook de reden waarom in het aangifteformulier de uitgaven voor de plaatsing van thermische panelen is samengevoegd met de plaatsing van een andere uitrusting voor geothermische energieopwekking. Beide uitgaven geven immers geen recht op de toeslag van 850 (geïndexeerd bedrag) en komen evenmin in aanmerking voor het terugbetaalbaar belastingkrediet maar komen eventueel wel in aanmerking voor de overdrachtsregeling indien de woning minstens vijf jaar eerder in gebruik is genomen. Merk op dat de afschaffing van de toeslag voor de plaatsing van thermische panelen eveneens geldt voor de uitgaven die in de loop van een vorig belastbaar tijdperk zijn gedaan en waarbij een gedeelte van de belastingvermindering wordt overgedragen naar de aanslagjaren 2012 en volgende (Ci. RH.331/ , AAFisc nr. 26/2011, 16 mei 2011). Voor alle duidelijkheid: de voor een vorig aanslagjaar toegekende toeslag gaat op zich niet verloren, maar de ruimte om het totale bedrag over te dragen naar volgende aanslagjaren wordt wel kleiner. Schrapping belastingvermindering voor isolatie van muren en vloeren De Economische Herstelwet van 27 maart 2009 (BS 7 april 2009) had het toepassingsgebied van de belastingvermindering voor de isolatie van daken uitgebreid met de isolatie van muren en vloeren (art e lid 5 WIB 92). Die uitbreiding was wel een tijdelijke maatregel en gold uitsluitend voor de uitgaven die werkelijk zijn betaald in 2009 en 2010.

7 7 Voor de uitgaven die zijn betaald in 2011, komt die belastingvermindering dan ook niet meer voor in de lijst van de belastingverminderingen van subrubriek G,1,b. Voor de uitgaven die zijn betaald in 2009 en 2010, komt het saldo van de belastingvermindering voor de isolatie van muren en vloeren daarentegen nog wel in aanmerking voor overdracht naar de drie volgende belastbare tijdperken. Overdracht van de belastingverminderingen Aangezien de overdrachtsregeling is ingevoerd met ingang van het aanslagjaar 2010, is het mogelijk dat de belastingplichtige in 2011 nog beschikt over een voorraad belastingverminderingen die betrekking hebben op uitgaven die zijn gedaan in 2009 en In het voordeel van de belastingplichtige zal eerst de oudste en vervolgens de jongste belastingvermindering worden verrekend. Om die verrekening correct te laten verlopen, heeft de administratie twee afzonderlijke subrubrieken gecreëerd voor de in 2010 (subrubriek G,1,c) en de in 2009 (subrubriek G,1,d) betaalde uitgaven. De bedragen van de over te dragen verminderingen vindt de belastingplichtige terug op zijn aanslagbiljet van aanslagjaar Dat een onderscheid gemaakt wordt tussen 2009 en 2010, is niet willekeurig gebeurd maar heeft te maken met de vraag of de overgedragen belastingverminderingen al dan niet recht geven op de toeslag van 850 (geïndexeerd bedrag) en al dan niet in aanmerking komen voor het terugbetaalbaar belastingkrediet. Die regeling is niet dezelfde voor beide jaren. Code aangifte Toeslag? Terugbetaalbaar belastingkrediet? Overdracht uitgaven 2010: 1. andere uitgaven: 1328 neen ja 2. plaatsing zonnecelpanelen: 1330 ja neen 3. plaatsing thermische panelen en andere uitrusting voor geothermische energieopwekking 1331 neen neen Overdracht uitgaven 2009: 1. isolatie van daken, muren en vloeren: 1338 neen ja 2. plaatsing zonnecelpanelen: 1340 ja neen 3. andere uitgaven: 1341 neen neen Belastingvermindering voor de verwerving van aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen Om het ethisch beleggen aan te moedigen, had de wetgever vanaf 4 juli 2008 een nieuwe belastingvermindering ingevoerd voor natuurlijke personen die beleggen in zogenaamde ontwikkelingsfondsen (art WIB 92 zoals ingevoerd door wet van 1 juni 2008, BS 4 juli 2008 en vervangen door wet van 21 december 2009 houdende fiscale en diverse bepalingen, B.S. 31 december 2009). Indien een natuurlijke persoon inschrijft op aandelen op naam die zijn uitgegeven door een erkend ontwikkelingsfonds, krijgt hij een belastingvermindering die gelijk is aan 5% van de betalingen die hij werkelijk heeft gedaan tijdens het belastbare tijdperk, met een maximum van 210 (art e lid WIB 92). ). Het geïndexeerde bedrag voor het aanslagjaar 2012 is 300. Voorwaarde is wel dat de aandelen nog steeds in zijn bezit zijn op 31 december van het betreffende jaar. De belastingvermindering blijft wel slechts behouden op voorwaarde dat de belastingplichtige (op wiens naam de aandelen zijn uitgegeven) de aandelen gedurende ten minste 60 maanden ononderbroken in zijn bezit houdt. Als hij de aandelen van de hand doet in één van de jaren na het jaar van storting, zal dat fiscaal worden bestraft door een gedeelte van de verkregen belastingvermindering terug te nemen voor het jaar waarin de aandelen worden vervreemd. De wijze waarop de aandelen worden vervreemd, speelt daarbij geen rol (verkoop, schenking, afstand van het vruchtgebruik of van de blote eigendom van de aandelen, enz.). Die sanctie geldt overigens niet als de overdracht het gevolg is van het overlijden van de belastingplichtige (art e lid 1 en 2 WIB 92). Het te belasten gedeelte moet dan als volgt worden berekend: verkregen belastingvermindering x 1/60 x aantal volle maanden vanaf de vervreemdingsdatum tot het einde van de verplichte beleggingstermijn (art WIB 92).

8 8 Als de belastingplichtige in 2011 dergelijke aandelen van de hand heeft gedaan waarvoor hij in 2010 een belastingvermindering heeft verkregen, moet hij het te belasten gedeelte van de belastingvermindering zelf uitrekenen en vermelden in de nieuwe subrubriek M,2 (code 1376/2376). Het aantal nog niet verlopen maanden vindt hij terug op het attest dat door het ontwikkelingsfonds aan hem is uitgereikt. Vak XIV: Diverse inkomsten Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan onderzoekers In subrubriek B,3,c mag de belastingplichtige niet langer alle vergoedingen van buitenlandse oorsprong herhalen maar alleen nog maar de inkomsten die vrijgesteld zijn met progressievoorbehoud (zie hoger bij Vak IV). Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen Wanneer een natuurlijke persoon, buiten de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid een meerwaarde realiseert op een in België gelegen gebouwd onroerend goed, dan is die meerwaarde onder bepaalde voorwaarden belastbaar als divers inkomen (art WIB 92). Bij de berekening van die meerwaarde mag o.a. rekening gehouden worden met de kostprijs van de uitgevoerde werken. Tot voor kort was het vereist dat die werken werden uitgevoerd door een geregistreerd aannemer. Voor werken die zijn uitgevoerd vanaf 1 januari 2011, is het niet meer vereist dat de werken nog worden uitgevoerd door een geregistreerd aannemer. Voortaan volstaat het dat de werken aan de belastingplichtige worden verstrekt en gefactureerd (art e lid a WIB 92 zoals gewijzigd door wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen, BS 6 mei 2011). Die wijziging heeft de administratie ook opgenomen in het berekeningsblad dat de belastingplichtige ter beschikking moet houden van de administratie wanneer hij dergelijke meerwaarde realiseert (toelichting bij deel 2 van het aangifteformulier, p. 23 en 24). Vak XV: Bezoldigingen van bedrijfsleiders Installatiepremie toegekend aan huisartsen In de nieuwe code 1428/2428 (rubriek 8) moet de bedrijfsleider van een vennootschap de installatiepremie vermelden die hij in de loop van 2011 als erkend huisarts heeft verkregen van het Impulsfonds. Die installatiepremie is afzonderlijk belastbaar tegen 16,5% (zie hoger: bezoldigingen van werknemers). Werkbonus Bedrijfsleiders die onderworpen zijn aan het sociale statuut van werknemers en die in de loop van 2011 een werkbonus hebben verkregen, moeten dat bedrag vermelden naast de nieuwe code 1419/2419 van rubriek 15. Dat bedrag staat ook vermeld naast de code 419 van hun loonfiche Het vermelden van de werkbonus in de aangifte heeft te maken met de invoering van het nieuwe belastingkrediet voor werknemers en bedrijfsleiders die onderworpen zijn aan het sociale statuut van werknemers met beperkte beroepsinkomsten (zie hoger: bezoldigingen van werknemers). Inkomsten van buitenlandse oorsprong Volledig analoog met de werknemersbezoldigingen (zie hoger) mag de bedrijfsleider in de rubriek van de buitenlandse inkomsten (rubriek 18) nog enkel maar de bezoldigingen van buitenlandse oorsprong vermelden die in België ofwel zijn vrijgesteld met progressievoorbehoud ofwel een belastingvermindering van 50% kunnen genieten. Vak XVI: Winsten Vergoedingen die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 12,5% Omdat de landbouwsector de zwaarste crisis doormaakt sedert decennia, introduceerde de programmawet van 23 december 2009 (BS 30 december 2009) o.a. een gunsttarief van 12,5% voor zoogkoeienpremies en de premies in het kader van de bedrijfstoeslagrechten die zijn ingesteld door de EU als steunmaatregel voor de landbouwsector. Die steunmaatregel had de wetgever wel beperkt in de tijd en gold aanvankelijk enkel voor de inkomstenjaren 2008, 2009 en Onder meer wegens de droogteperiode die ons land heeft geteisterd in de loop van het voorjaar 2011 heeft de wetgever de steunmaatregelen met twee jaar verlengd (Parl. St. Kamer nr. 1561/1, 3). Zodoende blijven de gunstmaatregelen van kracht tot en met het inkomstenjaar Aan de toepassingsregels en -voorwaarden heeft de wetgever niets gewijzigd (wet van 7 november 2011 tot wijziging van de Programmawet van 23 december 2009, wat de steun aan de landbouw betreft, BS 16 november 2011).

9 9 Vak XVII: Baten Installatiepremie toegekend aan huisartsen Is de huisarts gevestigd als zelfstandige, moet hij de eenmalige installatiepremie die hij in de loop van het inkomstenjaar 2011 heeft verkregen van het Impulsfonds, vermelden in de code 1655/2655 van subrubriek 8,a (zie hoger: bezoldigingen van werknemers). In tegenstelling tot de werknemers en de bedrijfsleiders die als erkend huisarts zijn tewerkgesteld, heeft de administratie voor de huisartsen die zich als zelfstandige hebben gevestigd en die dergelijke premie hebben ontvangen, geen afzonderlijke rubriek gemaakt op het aangifteformulier. Zij moeten die premie vermelden in de subrubriek van de andere compensatievergoedingen die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 16,5%. Vak XX: Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid Installatiepremie toegekend aan huisartsen In de subrubriek 3,b van het aangifteformulier (code 1694/2694) moet de belastingplichtige de installatiepremie vermelden die hij in 2011, na de stopzetting van zijn zelfstandige praktijk als huisarts, heeft verkregen van het Impulsfonds (zie hoger: bezoldigingen van werknemers). Luc de Greef KBC Groep docent Fiscaal Informatief, lector KHLeuven UPDATE PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2012 De personenbelasting is de laatste jaren uitgegroeid tot een complexe materie waarbij het een opgave is geworden om jaarlijks een overzicht te behouden van alle wijzigingen. Dit boek biedt U een globaal overzicht van alle wetswijzigingen, circulaires, parlementaire vragen en rulings die van toepassing zijn voor het aanslagjaar 2012 inzake personen - belasting. Alle wijzigingen worden vaksgewijs besproken waardoor het boek een handig instrument is om snel de gezochte nieuwigheden op te zoeken. De auteur heeft getracht om de nieuwigheden in een duidelijke en verstaanbare taal neer te schrijven, waar nodig aangevuld met een aantal cijfervoorbeelden. Het boek is in eerste plaats bedoeld voor de accountants, boekhouders en fiscaal raadgevers en zal door de auteur als leidraad gebruikt worden tijdens de verschillende update seminaries personenbelasting die hij geeft voor diverse beroepsorganisaties in het voorjaar van De auteur. Luc De Greef is werkzaam als adviseur op de dienst Fiscale Zaken bij KBC Global Services en is lector aan de Katholieke Hogeschool Leuven. Daarnaast is hij een gewaardeerd docent bij Fiscaal Informatief en geeft hij diverse seminaries voor verschillende beroepsorganisaties van boekhouders, accountants en belasting consulenten. ISBN: Auteur: Luc De Greef Prijs: 23 euro (excl. btw en incl. verzendkosten)

10 10 De roerende fiscaliteit anno 2012: een historische belastinghervorming? 1 1. Inleiding Via de wet houdende diverse bepalingen van de 28 december werd de roerende fiscaliteit verregaand hervormd. Deze hervorming werd door F.VANISTENDAEL in het Algemeen Fiscaal Tijdschrift 3 als historisch betiteld, aan de vooravond van de grootste belastinghervorming van afgelopen 50 jaar, te vergelijken met de hervorming van de inkomstenbelasting door de afschaffing van het cedulaire belastingstelsel in 1962 en de invoering van de btw in Inderdaad, historisch om de volgende redenen: De afschaffing van de bevrijdende roerende voorheffing en de invoering van een algemene aangifteplicht voor roerende inkomsten; De weerslag van de staatshervormingen in de personenbelasting; De invoering van milieucriteria voor bedrijfswagens voor de bepaling van het belastbaar inkomen. In deze tekst zullen wij ons focussen op het eerste luik van de hervorming, met name de hervorming van de belasting op de roerende inkomsten. 2. Bespreking van de krachtlijnen van de hervorming 2.1 Principes De volgende principes liggen aan de grondslag van de hervorming Invoering van de zogenaamde rijkentaks (bijzondere heffing op bepaalde roerende inkomsten) Er wordt in de Memorie van Toelichting bij de wet aangegeven dat beslist werd dat de burgers die over zeer hoge roerende inkomsten beschikken een beetje meer zouden moeten bijdragen aan de lopende begrotingsinspanning. Daarom wordt een bijkomende heffing op bepaalde roerende inkomsten ingevoerd, ten laste van de belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting, die interesten en dividenden ontvangen waarvan het totale nettobedrag hoger is dan EUR (geïndexeerd bedrag EUR ) Verhoging van het tarief van roerende voorheffing voor bepaalde roerende inkomsten Het tarief van de roerende voorheffing van 15% wordt afgeschaft en wordt voor de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf januari 2012 op een nieuw tarief van 21% gebracht. Deze wijziging is niet beperkt tot de personenbelasting. Niet alleen voor interesten doch ook voor (bepaalde) dividenden wordt het tarief nu 21%. Bijvoorbeeld VVPR dividenden inzake aandelen uitgegeven vanaf 1 januari Het tarief van 15% blijft behouden voor roerende inkomsten andere dan dividenden en interesten. Royalty s en auteursrechten, en diverse inkomsten van roerende aard blijven onderworpen aan het oude tarief van 15% Aangifteplicht voor roerende inkomsten De aangifteplicht werd opnieuw ingevoerd voor roerende inkomsten. Dit voor niet alleen voor de dividenden en interesten, maar voor alle roerende inkomsten, ook zij die niet aan de bijkomende heffing onderworpen zijn zoals lijfrenten, diverse inkomsten roerende aard en auteursrechten. Een systeem dat, volgens F. VANISTENDAEL, sinds het aanslagjaar 1985 zeer efficiënt werkte (de bevrijdende roerende voorheffing) wordt nu verlaten. 2.2 Praktische benadering In feite zijn er een aantal vragen die moeten gesteld worden in elk dossier: Wat is tarief van roerende voorheffing? Zijn de inkomsten onderhevig aan de bijkomende bijdrage van 4%? Zal er communicatie zijn door de schuldenaar van de roerende voorheffing aan de fiscus? Welke is de impact van de roerende inkomsten op de berekening van het plafond van EUR ? Belangrijk is ook te noteren dat er inzake de structuur van de vrijstelling van roerende voorheffing er geen belangrijke wijzigingen aangebracht werden. 1. Afgesloten op basis van de wetgeving van kracht per 31 maart Er werd nog geen rekening gehouden met de wijzigingen die zijn aangekondigd in de komende Programmawet. 2. B.S., 30 december 2011, ed F. VANISTENDAEL, De sluipende fiscale hervorming, A.F.T. 2012, p 5 e.v.

11 11 Dit wil zeggen dat volgende inkomsten nog vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting (en van roerende voorheffing): De inkoop- en liquidatieboni van een erkende beleggingsvennootschap met afwijkend belastingregime (behoudens toepassing van het artikel 19bis WIB); De eerste schijf van EUR intresten uit spaardeposito s; (Binnen bepaalde voorwaarden) de dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen; De dividenden en interesten van erkende vennootschappen met sociaal oogmerk; De tak 21 contracten (die belastbaar zijn als interesten tenzij uitbetaling na een duurtijd van meer dan acht jaar of een overlijdensdekking ten bedrage van minstens 130% van de premies). De tak 23 contracten 4 Verder zijn volgende inkomsten nog steeds vrijgesteld van roerende voorheffing: De dividenden van de zogenaamde residentiële vastgoedbevaks; De dividenden van privaks; De inkoopbonus bij verkrijging van eigen aandelen bij inkoop op beurs ( de verkopende aandeelhouder kan niet weten dat de aandelen worden ingekocht door de emitterende vennootschap); De lijfrenten ten laste van rechtspersonen; De inkomsten van bepaalde pensioenspaarrekeningen; Noteren we ten slotte volledigheidshalve dat bij de aanpassingen van het tarief van de personenbelasting er vergeten is vrijstellingen van personenbelasting en aanvullende bijzondere heffing in te voeren voor bovenvermelde vrijgestelde inkomsten 5. Het gevolg is dat deze inkomsten ofwel belast zullen zijn aan 21% of 25% (te verhogen met eventueel 4%) (bij aangifteplicht) of aan 4% (indien de mogelijkheid zou bestaan om de 4% te laten inhouden door de schuldenaar in de roerende voorheffing). Volgens P. SMET kan het niet de bedoeling zijn om deze inkomsten anders te behandelen dan de vrijgestelde roerende inkomsten 6. Het is de bedoeling in de onderstaande tekst de diverse roerende inkomsten te overlopen en een antwoord te geven op de voormelde 4 vragen (tarief, 4%, telling, communicatie) 2.3 Algemene krachtlijnen van de belastinghervorming In het kader van het begrotingsakkoord voor de aanstelling van een nieuwe regering werd de gebruikelijke aanslagvoet van roerende voorheffing, wat interesten betreft, van 15% naar 21% gebracht vanaf 1 januari Wat de dividenden betreft en inkomsten van bepaalde buitenlandse gemeenschappelijke beleggingsfondsen 7 blijft de aanslagvoet op 25%. Voor het geval dat de roerende voorheffing voor dividenden werd verlaagd (VVPR-aandelen, bepaalde BE- VEKS, ) wordt het tarief ook van 15% op 21% gebracht. De aanslagvoet van 15% blijft altijd van toepassing op andere inkomsten van kapitalen en roerende goederen evenals het diverse inkomsten met een roerend karakter. Dezelfde aanslagvoet zal ook van toepassing zijn op de uitgifte van staatsbons uitgegeven door de Belgische Staat en ingeschreven tijdens de periode van 24 november 2011 tot 2 december 2011 ( de zogenaamde Leterme-staatsbon) evenals op de spaardeposito s in de mate dat de inkomsten die zij voortbrengen de eerste belastbare schijf niet overschrijden. Tenslotte blijft de aanslagvoet van 10% van toepassing op de liquidatieboni. 2.4 De eerste pijler, de bijkomende heffing van 4 procent (de zogenaamde rijkentaks ) Principes In het WIB wordt een artikel 174/1 ingevoegd met als benaming Onderafdeling III. Bijkomende heffing op roerende inkomsten Tarief De heffing wordt bepaald op 4% van het deel van de dividenden en interesten die aan het tarief van 21% worden onderworpen en die het totale nettobedrag van EUR overschrijden Niet van toepassing voor vrijgestelde interesten en dividenden Wordt opgemerkt in de Memorie van Toelichting dat door de bewoordingen van artikel 21 WIB (de inkomsten van roerende goederen en kapitalen omvatten niet:...) de in dat artikel vermelde roerende inkomsten in geen geval onder toepassing van artikel 174/1 WIB kunnen vallen noch wat de onderwerping aan de bijkomende heffing op roerende inkomsten betreft, noch voor de beoordeling of het grensbedrag is overschreden, noch inzake de verplichting om de roerende inkomsten mee te delen aan het Centraal Aanspreekpunt. 4. Opgelet voor de nieuwe toepassing van het nieuwe artikel WIB! 5. P. SMET, Aangifteplicht: de vergeten vrijgestelde roerende inkomsten, Fiscoloog 2012, 25 januari 2012, p 1 6. P. SMET, l.c., p Artikel 19ter WIB 8. Zie onder meer, F. DECEUNINCK, Di Rupo en uw aandelen, De Standaard 2012, 14 maart 2012

12 De meeste dividenden en interesten worden meegeteld. De dividenden en interesten die aan 10 of 25% worden belast en de in artikel quinquies WIB bedoelde inkomsten uit spaardeposito s zijn uitgesloten van deze heffing met dien verstande dat, met uitzondering van liquidatieboni en de in artikel 534 WIB bedoelde inkomsten uit staatsbons die niet worden meegerekend ( de zogenaamde Leterme-staatsbon), deze inkomsten eerst in aanmerking worden genomen om te kunnen vaststellen of het totaal nettobedrag van de bedoelde roerende inkomsten de grens van EUR overschrijdt (het zogenaamde principe van telling bij voorrang cfr.) De Memorie van Toelichting geeft aantal voorbeelden die de werking van het systeem duidelijk toelichten (cfr.) Vaststelling van het grensbedrag Onder het nettobedrag van interesten en dividenden wordt verstaan, het geïnde of verkregen bedrag, voor aftrek van de innings- en bewaringskosten en van de andere soortgelijke kosten, en verhoogd met de roerende voorheffing, en in voorkomend geval met de woonstaatheffing en hier bedoelde bijkomende heffing (waarmee allicht bedoeld wordt het geval waarin de bijkomende heffing al in de vorm van roerende voorheffing is gekweten) 10. Voor de vaststelling van het netto grensbedrag worden de volgende inkomsten en opbrengsten niet in aanmerking genomen 11 : Uitkeringen die als dividenden wordt gekwalificeerd ingeval van een gehele of gedeeltelijke verdeling van een binnenlandse of buitenlandse vennootschap, dit zijn de liquidatieboni overeenkomstig artikel 186,187 en 209 WIB; Inkomsten uit staatsbons (Leterme-staatsbon) uitgegeven tijdens de periode van 24 november 2011 tot 2 december 2011 en waarop tijdens diezelfde periode werd ingeschreven; inkomsten die volgens artikel 21 WIB niet aangemerkt kunnen worden als inkomsten van roerende goederen en kapitalen; Er wordt aangenomen dat voor gehuwde of samenwonende belastingplichtigen per echtgenoot of belastingplichtige moet worden nagegaan of het grensbedrag werd overschreden. In navolging van wat nu reeds is bepaald voor de roerende inkomsten die afzonderlijk worden belast, zullen de innings- en bewaringskosten niet aftrekbaar zijn van de inkomsten die aan de bedoelde heffing dienen te worden onderworpen. 9. We hebben de bedragen reeds aangepast aan de grens van EUR 10. X, Jaaroverzicht, Fiscale Koerier 2012, p 2012/ X., l.c., p 2012/ Voorbeeld 1 Een belastingplichtige heeft in 2012 interesten ontvangen die roerende voorheffing ondergaan hebben van 21% en dividenden die een roerende voorheffing hebben ondergaan van 25%. Hij heeft geopteerd voor een inhouding van 21% op de interesten. Bij de vestiging van de aanslag in de personenbelasting zal een heffing van 4% moeten worden geheven op het deel van de roerende inkomsten aan 21% die EUR overschrijden. De volgende gevallen kunnen zich voordoen (er is rekening houden met geïndexeerde bedragen): Totaal à 25pct à 21 pct 4 pct op Voorbeeld 2 Een belastingplichtige heeft in 2012 interesten ontvangen die roerende voorheffing hebben ondergaan van 21% en interesten uit spaardeposito s. Hij heeft geopteerd voor de inhouding van 21% op de interesten. Bij de vestiging van de aanslag in de personenbelasting zal een heffing van 4% moeten worden geheven op het deel van de roerende inkomsten aan 21% die EUR overschrijden Tabel Vrijgesteld à 15% à 21% 4 pct op Bespreking gevolgen In geval 1 is het totaal van roerende inkomsten EUR en dus lager dan EUR Er is dus geen bijkomende heffing van 4%. In geval 2 is het totaal van roerende inkomsten EUR , en dus hoger dan EUR Evenwel moet met de vrijgestelde inkomsten geen rekening worden gehouden om te beoordelen of het grensbedrag is overschreden waardoor het in aanmerking te nemen totaal EUR , dat ook hoger is dan EUR Er is dus een bijkomende heffing van 4% op EUR 980.

13 13 In geval 3 is het totaal van de roerende inkomsten EUR , en dus hoger dan EUR Evenwel moet met de vrijgestelde inkomsten van EUR geen rekening worden gehouden om te beoordelen of het grensbedrag is overschreden waardoor het in aanmerking nemen totaal EUR , en dus lager dan EUR Er is geen bijkomende heffing van 4%. In geval 4 is het totaal van de roerende inkomsten EUR , en dus hoger dan EUR Evenwel moet met de vrijgestelde inkomsten geen rekening worden gehouden om te beoordelen of het grensbedrag is overschreden waardoor het in aanmerking te nemen totaal EUR is, dat ook hoger is dan EUR Er is een bijkomende heffing van 4% op EUR Waarom slechts EUR en niet EUR 4.000? Immers, op de belastbare interesten genoten op spaarboekjes is nooit de bijzondere heffing van 4% van toepassing Praktische organisatie van informatieuitwisseling Zoals hiervoor vermeld, wordt een zogenaamd Centraal Aanspreekpunt opgericht waaraan de schuldenaars van de roerende voorheffing gehouden zijn jaarlijks de noodzakelijke gegevens over te maken om de bijzondere heffing te berekenen en te vestigen. Volgens Memorie van Toelichting zou het een dienst betreffen binnen de Nationale Bank van België of een dienst binnen de FOD Financiën. Ondertussen is bekend dat de Nationale Bank van België te kennen heeft gegeven deze taak niet te willen waarnemen waardoor deze opdracht zou moeten waargenomen worden door de FOD Financiën door een dienst die afgescheiden van de fiscale operationele diensten (waarschijnlijk de dienst IT) De taak van het Centraal Aanspreekpunt. Het Centraal Aanspreekpunt zal op verzoek van de operationele fiscale administraties de gegevens mededelen die het heeft ontvangen van de schuldenaars van de roerende voorheffing, met inbegrip van inlichtingen betreffende de dividenden die worden belast aan 10 of 25% en de inkomsten uit spaardeposito s 12. Als de belastingplichtige aan de schuldenaar van de inkomsten evenwel verzoekt een inhouding aan de bron van tarief van 4% toe te passen tezelfdertijd met de roerende voorheffing en dit vanaf de 1e EUR, zal het bedrag van de inkomsten dat werd geïnd, niet worden medegedeeld aan het Centraal Aanspreekpunt. De anonimiteit (of beter gezegd discretie) blijft op deze manier aldus gewaarborgd. Ondertussen zijn er nog steeds geen uitvoeringsbesluiten genomen inzake de praktische modaliteiten voor de communicatie dus de vraag stelt zich hier of het nog mogelijk is het de inhouding aan de bron van tarief van 4% toe te passen vanaf de 1e EUR tegelijkertijd met roerende voorheffing. Via een communicatie heeft de regering meegedeeld dat dit nog mogelijk zou zijn en dat dit met terugwerkende kracht kon gebeuren. Niettemin zal de belastingplichtige steeds de mogelijkheid hebben zijn roerende inkomsten te vermelden in zijn aangifte in de personenbelasting om terugbetaling te bekomen van de teveel aan de bron geheven heffing. Tenslotte bevestigt de Memorie van Toelichting dat de wettelijke bepalingen inzake roerende voorheffing van toepassing zullen zijn op deze bijzondere heffing tenzij er wordt afgeweken. Ook zullen de wettelijke regels inzake vestiging en invordering van de personenbelasting van toepassing zijn op deze bijzondere heffing. 2.5 De tweede pijler: de wijziging van de tarieven roerende voorheffing. We komen bij de tweede grote pijler van de hervorming, de wijzigingen van de tarieven van de roerende voorheffing. Artikel 269 WIB werd gewijzigd. Met name een aanpassing van de tarieven roerende voorheffing. Het tarief van de roerende voorheffing van 15% wordt gewijzigd naar 21% om dit van toepassing te laten zijn op de interesten, behalve voor de spaardeposito s bedoeld in artikel 21 5 WIB waarvoor een aanslagvoet van 15% van toepassing blijft binnen dezelfde modaliteiten en grenzen als voordien 13. Tezelfdertijd wordt de aanslagvoet van 20% bedoeld voor de AFV-aandelen, dat achterhaald is geworden, geschrapt. Het verlaagd tarief van roerende voorheffing voor dividenden, dat voorheen was vastgesteld op 15%, wordt nu vastgelegd op 21%. Het verlaagd tarief van roerende voorheffing voor uitkeringen die worden aangemerkt als dividenden in artikel 186 WIB ingeval van verkrijging van eigen aandelen door een binnenlandse of buitenlandse vennootschap was voordien 10% en wordt nu vastgelegd op 21%. 12. Artikel quinquies WIB 13. Artikel quinquies WIB

14 14 Verder worden artikelen 276 en 286 WIB aangepast om te bepalen dat de inhouding aan de bron van de bijkomende heffing op roerende inkomsten een met de personenbelasting verrekenbare belasting is en om er geen rekening mee te houden bij de berekening van het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting. Tenslotte wordt artikel 284 WIB aangepast en aangevuld in die zin dat bij wie een te hoog bedrag aan bijkomende heffing op roerende inkomsten aan de bron werd ingehouden dit overschot kan verrekend worden met verschuldigde personenbelasting en eventueel terugbetaald. 2.6 De derde pijler: aangifteplicht is de regel! Een belangrijke wijziging werd aangebracht aan het artikel 313 WIB. Waar voorheen het principe was dat de inhouding aan de bron de eindheffing was en dat slechts indien er een onvoldoende belasting aan de bron was ingehouden dit via de aangifte diende te worden geregulariseerd, wordt dit systeem nu drastisch gewijzigd. Vanaf 1 januari 2012 dienen alle inkomsten uit roerende goederen en kapitalen verplicht te worden aangegeven te worden met uitzondering van de inkomsten die zijn onderworpen aan de inhouding aan de bron van de heffing beoogd in artikel 174/1 WIB 92. Op deze wijze zal de bijkomende heffing van 4% worden gevestigd op grond van de aangifte van de belastingplichtige en de inlichtingen die ontvangen werd van het Centraal Aanspreekpunt. De belastingplichtige die inkomsten heeft geïnd die onderworpen waren aan 4% aan de bron zal de mogelijkheid hebben de roerende inkomsten aan te geven om de eventueel teveel geïnde inhouding te recupereren. De belastingplichtige kan niettemin de inkomsten die zijn onderworpen aan de inhouding aan de bron van de heffing van 4% niet aangeven indien hij van mening is geen te hoge heffing te hebben betaald. In dat geval (en alleen in dat geval ) zal de inhouding aan de bron van de heffing een bevrijdend karakter hebben en zal hij de anonimiteit van roerende inkomsten behouden. 2.7 Verdere aandachtspunten Geen aanvullende gemeente- of agglomeratiebelasting! Artikel 465 WIB wordt aangevuld om te verduidelijken dat de gemeenten en agglomeraties geen aanvullende belasting kunnen vestigen op de bijkomende heffing van 4% Een aantal speciale gevallen De Leterme-staatsbon: een buitenbeentje De principes. Voor inkomsten uit staatsbons uitgegeven tijdens de periode van 24 november 2011 tot 2 december 2011 en waarop tijdens diezelfde periode is ingeschreven (de hiervoorvermelde Leterme-staatsbon), wordt artikel 534 WIB toegevoegd. Dit artikel voorziet dat het tarief van roerende voorheffing en personenbelasting 15% bedraagt. Op die inkomsten uit de Leterme-staatsbons wordt evenmin de bijkomende heffing op roerende inkomsten toegepast noch komen ze in aanmerking om te beoordelen of de grens van EUR is overschreden. De Memorie van Toelichting legt uit waarom dit gunstregime noodzakelijk was: De uitzonderlijke maatregel was verantwoord omwille van de zeer uitzonderlijke situatie waarin België zich op het ogenblik bevond. Onder meer omwille van de crisis rond de EUR liep de rente op de Belgische schuld enorm op. De rente op de vijf-jarige OLO, met vervaldag 28 september 2016, bedroeg op 16 november 2011, bij het vastleggen van de coupon van de staatsbon, 4,32%. Bij de start van de inschrijvingsperiode was de rente al opgelopen tot 5,25% om zijn top te bereiken op 5,41%. Op dat ogenblik stonden we op de rand van een vernietigende speculatie tegen de Belgische overheidsschuld. Een sterk toegenomen rente zou ook een budgettaire ontsporing in gang zetten, die, gelet op de al moeilijke economische en budgettaire toestand, ten stelligste moest worden vermeden. Daarbovenop kwam de onzekerheid van het fiscaal regime van de uitgifte aangezien bij de regeringsonderhandeling de plannen voor een tariefverhoging van de roerende voorheffing duidelijk werden. Om die reden was het van uitzonderlijk belang voor het land om de ontsporende situatie een halt toe te roepen, terug vertrouwen te scheppen en financiële stabiliteit te brengen.

15 15 Dit kon door een duidelijke oproep van de toenmalige ontslagnemende eerste minister aan de bevolking om het land te ondersteunen door massaal in te tekenen op de gelanceerde staatsbon en door een duidelijk engagement van de onderhandelende partijen om de uitgiftevoorwaarden inclusief het fiscaal stelsel van de gelanceerde staatsbon te honoreren. Deze uitzonderingsmaatregel heeft zijn doel effectief bereikt. Bij het einde van de inschrijvingsperiode op 2 december 2011 was de rente van de voormelde OLO gezakt tot 4.01% om verder te zakken naar 3.71% op 5 december De Raad van State is niet enthousiast. Het is interessant het advies te lezen uitgebracht door de Raad van State in verband met het afwijkend tarief van roerende voorheffing op de Leterme-staatsbon. Volgens de Raad van State lijkt het afwijkende tarief de belegging in andere overheidseffecten, onder meer overheidseffecten van andere EU of EER lidstaten, te ontmoedigen. In elk geval worden de beleggers verschillend behandeld naargelang zij beleggen in Belgisch of niet Belgisch staatspapier van landen die tot de EU of de EER behoren. Een maatregel waarmee een lidstaat zijn ingezetenen ontmoedigt leningen aan te gaan of te investeren in andere lidstaten, vormt een beperking van het vrije verkeer van kapitaal in de zin van artikel 63, lid één van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Volgens de Raad van State kan er weinig twijfel over bestaan dat een regeling als de voorgestelde, die in een voordeliger fiscale behandeling voorziet van belastingplichtigen naar Belgisch recht die Belgisch overheidspapier aanhouden, en dus belastingplichtigen ontmoedigt om in overheidspapier van andere lidstaten te beleggen, een beperking vormt van het vrije verkeer van kapitaal. Het Hof van Justitie heeft herhaaldelijk geoordeeld dat het vrije verkeer van kapitaal slechts door een nationale regeling kan worden beperkt op voorwaarde dat deze regeling wordt gerechtvaardigd door één van de in artikel 65, lid één VWEU genoemde redenen of door dwingende reden van algemeen belang in zin van de rechtspraak van het Hof van Justitie, waarbij een zuiver economische doelstelling in geen geval een beperking van de door het VWEU gewaarborgde fundamentele vrijheid kan rechtvaardigen en dus ook geen geldige rechtvaardigheidsgrond kan uitmaken om het vrije verkeer van kapitaal te beperken. Bovendien moet de betrokken nationale regeling gerechtvaardigd zijn, geschikt zijn om de verwezenlijking van het gestelde doel te waarborgen en mag ze niet verdergaan dan wat noodzakelijk om dat doel te bereiken, dit teneinde aan het evenredigheidscriterium te voldoen Het spaarboekje: ontsnapt aan de hervorming? Als je van een afstand naar de belastinghervorming kijkt, kan je je toch niet van de indruk ontdoen dat het spaarboekje de dans ontsprongen is. Enerzijds is er geen verhoging van roerende voorheffing (naar 21%) op de interesten die de grens van EUR 1830 per belastingplichtige overschrijden; Aan de andere kant tellen deze interesten wel mee voor de bepaling van de grens van EUR ; Tenslotte is er geen sprake meer (?) van de onderwerping van de interesten vanaf de eerste EUR aan een roerende voorheffing, terwijl een vrijstelling van EUR per belastingplichtige op niveau van de aangifte zou worden verkregen; Ook de voorstellen in de sector om de vrijstelling van EUR per belastingplichtige toe te passen op de diverse spaarprodukten (spaarboekje, zichtrekeningen, termijnrekening, tak 21, ) op geconsolideerde basis in de aangifte werd niet weerhouden. 3. Praktische toepassing bij verschillende beleggingen 3.1 Intresten Interesten op een gereglementeerd spaarboekje dat een bedrag van EUR per belastingplichtige overschrijdt Tarief: 15% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja (gezien afwezigheid om 21% + 4% te laten inhouden)

16 Inkomsten begrepen in de terugkoop van tak 21-contracten (bij inkoop binnen de 8 jaar/zonder overlijdensdekking van meer dan 130% van de premies) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Interesten van zicht- en termijnrekeningen bij een bank Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden/ fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Coupons van staats- of private obligaties, notes, kasbons van andere banken, publieke uitgiftes van leningen (Belgische emittent) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Coupons van staats- of private obligaties, notes, kasbons van andere banken, publieke uitgiftes van leningen (buitenlandse emittent) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Coupons van Leterme-staatsbon, uitgegeven en onderschreven tussen 24 november 2011 en 2 december 2011 Tarief: 15% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja (want nooit mogelijkheid 4% in te houden) / fiscale aangifte door de cliënt: ja (want nooit mogelijkheid 4% in te houden) Het obligatierendement, inbegrepen in de meerwaarden, gerealiseerd bij een terugkoop van delen van obligatie-icb s (Beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen die investeren voor meer dan 40% in kwalificerende schuldvorderingen overeenkomstig de Spaarrichtlijn en met een Europees paspoort) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden

17 Uitkeringen van gemeenschappelijke beleggingsfondsen naar buitenlands recht (zonder uitsplitsing, met inbegrip van trackers/etf s) Tarief: 25% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja (gezien afwezigheid om 21% + 4% te laten inhouden) 3.2 Dividenden Dividenden van Belgische aandelen, voor 1 januari 2012 onderworpen aan 25% roerende voorheffing Tarief: 25% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja (door Belgische emittent) / fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja (door Belgische emittent)/ fiscale aangifte door de cliënt: ja (gezien afwezigheid om 21% + 4% te laten inhouden) Dividenden van Belgische aandelen, voor 1 januari 2012 onderworpen aan 15% roerende voorheffing (dividenden met een VVPR strip) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Dividenden van buitenlandse aandelen, voor 1 januari 2012 onderworpen aan 25% roerende voorheffing Tarief: 25% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja / fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja / fiscale aangifte door de cliënt: ja (gezien afwezigheid om 21% +4% te laten inhouden) Dividenden van Belgische beveks Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Residentiële vastgoedbevaks Tarief: 0% (nog te repareren in wetgeving) Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 4% ingehouden Dividenden van buitenlandse beveks, voor 1 januari 2012 onderworpen aan 25% roerende voorheffing (met inbegrip van trackers/etf s) Tarief: 25% Niet onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja / fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja / fiscale aangifte door de cliënt: ja (gezien afwezigheid om 21% + 4% te laten inhouden)

18 Dividenden van buitenlandse beveks (voor 1 januari 2012 onderworpen aan 15% roerende voorheffing) Tarief: 21% Onderhevig aan de bijkomende 4% Tellen mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja/ fiscale aangifte door de cliënt: ja Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden / fiscale aangifte door de cliënt: ja, behalve indien 21% + 4% ingehouden Dividenden van buitenlandse aandelen verkregen via buitenlandse gemeenschappelijke beleggingsfondsen (met uitsplitsing: bv Carmignac, ) Tarief: Nvt (aangifteplicht cliënt à 25% - bank is geen schuldenaar roerende voorheffing) Niet onderhevig aan de bijkomende 4% (immers, aangifteplicht cliënt) Tellen (bij voorrang!) mee voor de berekening van het plafond van EUR Indien de cliënt kiest voor de optie 21%: melding aan Centraal Aanspreekpunt: Nvt/ fiscale aangifte door de cliënt: ja (ongewijzigd) Indien de cliënt kiest voor de optie %: melding aan Centraal Aanspreekpunt: Nvt / fiscale aangifte door de cliënt: ja (ongewijzigd) 3.3 Toepassing bij onverdeeldheden en burgerlijke maatschappen Hoe één en ander zal toegepast dienen te worden bij onverdeeldheden en de burgerlijke maatschappen is niet duidelijk. Het is bekend dat burgerlijke maatschappen veel gebruikt wordt bij vermogensplanning binnen vermogende families 14. De vraag die zich hier stelt is wie de keuze mag maken (21% of bijkomende inhouding van 4%) namens alle deelgenoten-rekeninghouders van de burgerlijke maatschap. Is dit de zaakvoerder (gebruikelijk één van de ouders) of dienen alle deelgenotenrekeninghouders (ouders en kinderen) deze keuze gezamenlijk te maken? Immers, het is niet duidelijk of het mandaat dat de ouders (als zaakvoerders) hebben gekregen de optie voor 21% of 21%+ 4% ook dekt. 4. Praktische toepassing door de banken 4.1 Automatisch doorgeven van roerende inkomsten of niet? Hoe het een en ander zal georganiseerd worden, is momenteel nog niet duidelijk bij de banken 15. De meeste banken houden de boot af en geven aan te wachten op de publicatie van de uitvoeringsbesluiten alvorens een definitieve werkwijze vastleggen. Er is ook nog geen duidelijkheid tegen wanneer de cliënten hun keuze moeten bekendmaken. Sommige banken hebben gekozen voor het systeem van automatische doorgave van de informatie aan het Centraal Aanspreekpunt, tenzij de cliënt zijn keus voor een bepaalde datum heeft doorgegeven. Andere banken zouden evenwel kunnen kiezen om automatisch de extra heffing van 4% in te houden, behoudens uitdrukkelijk tegenbericht van de cliënt. 4.2 Mag de bank automatisch deze inkomsten doorgeven? Wat betreft de Belgische schuldenaars van roerende voorheffing? Op basis van wat hiervoor besproken is (invoering van een algemene aangifteplicht), lijkt dit logisch. Toch rijst er, volgens B. PHILIPPART DE FOY en A. DAYEZ bezwaar tegen deze werkwijze 16. Ondanks een mededeling in tegengestelde zin van de FOD financiën van 23 december 2011 laat de wettekst de schuldenaars van de roerende voorheffing niet toe de bijkomende heffing in te houden bij de bron, zonder dat de belastingplichtige in kwestie daar uitdrukkelijk voor kiest. Sommige schuldenaars van de roerende voorheffing die hun klanten hebben medegedeeld dat ze de inhouding aan de bron standaard zouden willen uitvoeren zouden hun standpunt misschien moeten herzien. Beide auteurs wijzen er trouwens verder op in welke mate er een serieus probleem is voor de Belgische schuldenaars van roerende inkomsten om de uiteindelijke genieter van de inkomsten te identificeren. 14. Zie onder meer P.LALEMAN, De burgerlijke maatschap uitgeklaard, TEP 2007/3, 267 e.v. 15. X, Uw inkomsten aangeven of 4 % betalen, TA Invest Plus 2012, 9 januari 2012, p B. PHILIPPART DE FOY, A. DAYEZ, Welke informatieverplichtingen gelden er in hoofde van de schuldenaars van de roerende voorheffing?, Fiscalnet 2012

19 19 Vooral de Belgische schuldenaars van roerende inkomsten die inkomsten dienen uit te betalen en roerende voorheffing in te houden, bijvoorbeeld op effecten aan toonder, beschikken niet over deze informatie. Identificatie en de inning van deze inkomsten gebeurt immers niet bij de schuldenaar zelf maar bij de betalende tussenpersoon (doorgaans een financiële instelling). Er is immers geen enkele regel die de betalende tussenpersonen verplicht deze informatie door te geven aan de Belgische schuldenaar van de roerende voorheffing en de inkomsten. Dezelfde opmerking geldt trouwens voor de gedematerialiseerde effecten die op een rekening staan bij een financiële instelling. Zij kent als enige de identiteit van de houders van de effecten die recht geven op de inkomsten maar zijn volgens de auteurs niet gehouden en zelfs niet gemachtigd om de informatie door te geven aan de Belgische schuldenaar van de roerende voorheffing en de inkomsten. 4.3 Hoe dient de bank de buitenlandse inkomsten te kwalificeren? Dezelfde problematiek, doch in een omgekeerde zin, speelt voor vanuit het buitenland toegekende inkomsten. De Belgische betalende tussenpersoon zal bijgevolg nu moeten beoordelen of een uit het buitenland afkomstige betaling een dividend of interest is in de zin van artikel en 2 WIB 17. B. PHILIPPART DE FOY en A. DAYEZ geven het voorbeeld van een uitgekeerde betaling die gekwalificeerd kan worden als een gedeeltelijke liquidatiebonus (niet onderworpen aan de bijkomende heffing) of als een meerwaarde bij inkoop van eigen aandelen (eventueel onderworpen aan de bijkomende heffing). Hoe zit het verder met de hybride financiële instrumenten? 5. Inwerkingtreding van de nieuwe regeling De wijziging van de bijkomende heffing van 4% is van toepassing op inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari De aangifte en betaling van de bijkomende heffing werd echter, om praktische redenen, voorlopig opgeschort. Dit werd door de administratie beslist Besluit 19 De conclusie van B.PHILIPPART DE FOY en A. DAYEZ is dat de nieuwe verplichtingen voor schuldenaars van roerende voorheffing inzake de overdracht van informatie op het eerste zicht onoverkomelijke problemen met zich meebrengen. Dit is voor beide auteurs te wijten aan de povere kwaliteit van de wettelijke bepalingen. Deze zijn immers het resultaat van een typisch Belgisch compromis tussen de voorstanders van de bevrijdende voorheffing en de voorvechters van transparantie. De complexiteit dreigt ook een handicap te worden voor de Belgische banken ten aanzien van de Zwitserse en de Luxemburgse concurrenten, daar zij beroofd werden van hun voornaamste troef, met name het systeem van de bevrijdende voorheffing. Voor beide auteurs ware het veel doeltreffender geweest de principiële inhouding van een bijkomende heffing te voorzien die gekoppeld zou zijn aan de afwezigheid van de verplichting roerende inkomsten aan te geven (behoudens voor in het buitenland ontvangen inkomsten of inkomsten die door consolidatie aan een hogere belastingvoet dienen te worden onderworpen, bijvoorbeeld de gereglementeerde spaarboekjes). Verder dient dan toegelaten worden (een overschot van) de bijkomende heffing te recupereren via de aangifte in de personenbelasting en een controle via het centraal register van bankrekeningen waarin de wet van 14 april 2011 voorziet. Financiële instellingen zullen al deze inkomsten dienen te kwalificeren met de nodige risico s vandien en, daarenboven, het risico dat de ongelijke concurrentie is tussen de meest behoudsgezinde en iets soepeler financiële instellingen. De sector heeft op dit vlak nood aan een level playing field Ook werden een aantal inkomstencategorieën vergeten (we denken aan de dividenden van vastgoedbevaks, privaks, ) waarvoor geen vrijstelling van taxatie in de personenbelasting werd voorzien. De aangifteplicht zal immers leiden tot een taxatie in de personenbelasting want er werd geen equivalent van vrijstelling van roerende voorheffing voorzien in de personenbelasting. Volgens Patrick SMET dient hier een correctie via een aanvullende wet te gebeuren. L. Goossens - Belastingconsulent 17. Algemene definitie van wat belastbare interest en dividenden zijn 18. X., Heffing van 4 % op roerende inkomsten voorlopig niet doorstorten of melden, Fisc. Act. 2012, nr.9, p.11. FOD Financiën, press center, 23 februari Afgesloten per 31/3/2012. De tekst is gebaseeerd op de bronnen uit de voetnoten. Het is mogelijk dat er nog andere bronnen bestaan die tot andere conclusies zouden kunnen leiden. Deze tekst kan niet beschouwd worden als een juridisch of fiscaal advies. Voor een concrete toepassing dient een advocaat, belastingconsulent, bedrijfsrevisor, account of boekhouder-fiscalist te worden geraadpleegd.

20 20 Voordeel alle aard bedrijfswagen: nieuwe definitie cataloguswaarde (art. 143 en 145 PW (I)) Sinds 1 januari 2012 wordt bij de berekening van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een bedrijfswagen, naast de CO 2 -uitstoot per kilometer, ook rekening gehouden met de cataloguswaarde van de wagen. Maar de definitie van cataloguswaarde die de wet van 28 december 2011 invoerde, leidde tot discrimininatie tussen nieuwe wagens en tweedehandswagens. Om die discriminatie weg te werken, vervangt de programmawet (I) van 29 maart 2012 de oude definitie van cataloguswaarde door een nieuwe. Hierin wordt ook voor tweedehandswagens de nieuwwaarde als basis genomen, maar wordt er een forfaitaire vermindering toegestaan op die nieuwwaarde volgens de ouderdom van de wagen. Formule Het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een bedrijfswagen wordt berekend als volgt: cataloguswaarde x 6/7 x CO 2 -percentage ( art. 36, 2, lid 1 WIB 1992). Nieuwe definitie cataloguswaarde Volgens de wet van 28 december 2011 was de cataloguswaarde van een wagen de gefactureerde waarde inclusief opties en werkelijk betaalde btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno. Het voordeel van alle aard bij een nieuw aangekochte wagen moest volgens deze definitie berekend worden op basis van de oorspronkelijke gefactureerde prijs op het moment dat de wagen nieuw werd aangekocht. Bij de aankoop van een tweedehandswagen moest hier dus slechts rekening gehouden worden met de veel lagere tweedehandswaarde op het moment van aankoop van de tweedehandswagen. Om deze discriminatie weg te werken en om misbruiken te voorkomen, vervangt de programmawet (I) van 29 maart 2012 de oude definitie van cataloguswaarde door een nieuwe. Hierin wordt ook voor tweedehandswagens de nieuwwaarde als basis genomen, maar er wordt een forfaitaire vermindering toegestaan op die nieuwwaarde volgens de ouderdom van de wagen. Vanaf het aanslagjaar 2013 (1 januari 2012) wordt onder cataloguswaarde verstaan: de catalogusprijs van de wagen in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno ( nieuw lid 2, 2, art. 36 WIB 1992). Forfaitaire vermindering volgens ouderdom wagen Vanaf het aanslagjaar 2013 daalt de cataloguswaarde van de wagen per 12 maanden, te rekenen vanaf de datum van eerste inschrijving van de wagen, met 6%. Een begonnen maand telt daarbij voor een volledige maand. De vermindering kan maximaal 30% zijn. Dus wanneer de wagen meer dan 60 maanden (= meer dan 5 jaar) oud is, daalt de cataloguswaarde niet meer. In aanmerking te nemen Ouderdom van de wagen percentage van de cataloguswaarde van 0 tot 12 maanden (1ste jaar) 100% van 13 tot 24 maanden (2de jaar) 94% van 25 tot 36 maanden (3de jaar) 88% van 37 tot 48 maanden (4de jaar) 82% van 49 tot 60 maanden (5de jaar) 76% vanaf 61 maanden (+ 5 jaar) 70% Op deze manier zegt de regering rekening te houden moet de objectieve waarde in plaats van met de manipuleerbare gefactureerde waarde van de wagen. Deze ouderdomscorrectie geldt dus zowel voor nieuw aangekochte wagens als voor tweedehandswagens. Programmawet (I) van 29 maart 2012, BS 6 april 2012 (ed. 3), art. 143 en art Zie ook: Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, BS 30 december 2011, ed. 4 art. 39 en art. 52.

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten U ontvangt/ontving in de loop van de maand april/mei van KBC een jaaroverzicht van dividenden en interesten, eventueel samen met de eigenlijke

Nadere informatie

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen Eind 2011 werd het begrotingsakkoord door de regering Di Rupo goedgekeurd. Een aantal van deze maatregelen hebben rechtstreeks

Nadere informatie

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting Voordelen alle aard Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting 1. Kosteloze terbeschikkingstelling woonst KI 745 EUR geïndexeerd KI

Nadere informatie

1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing

1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing 1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing Algemene regel: de interesten toegekend vanaf 1 januari 2012 worden onderworpen aan 21 % (i.p.v. 15 %) roerende voorheffing. Voorbeelden: interesten van

Nadere informatie

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2012 - Inkomsten van het jaar 2011 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2011 - Inkomsten van het jaar 2010 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

PATRIMONIALE ACTUALITEIT

PATRIMONIALE ACTUALITEIT PATRIMONIALE ACTUALITEIT Moet u uw interesten en dividenden aangeven of niet? Enkele tips. Laurence Mertens estate planner Om uw verplichtingen te kennen op het vlak van de aangifte van uw interesten en

Nadere informatie

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking. 1/7 Leidraad voor de terugvordering van de roerende voorheffing op de eerste schijf van 640 EURO aan gewone dividenden uit aandelen of rechten van deelneming De programmawet van 25 december 2017 bevat

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen. VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2015 - Inkomsten van het jaar 2014 DEEL 2 blz. 15 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ)

VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ) VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ) Q1 Wat is een bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q2 Wie is onderhevig aan de bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q3 Hoe wordt de bijkomende heffing op roerende inkomsten

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2011 (aangifte 2012) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar.

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar. SOFISK 2014 Versie 2014.7.6 (10/06/2014) Personenbelasting o Beknopte afdruk: Kinderopvang werd niet afgedrukt. Vennootschapsbelasting o Correctie bij overname gegevens van vorig jaar. Versie 2014.7.5

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening

Energiebesparende uitgaven Groene lening JAAR 2013 (AANSLAGJAAR 2014): a. Belastingvermindering voor uitgaven = overdracht van het vorige jaar: Saldo vorig jaar: 190 Maximumbedrag van de vermindering is niet bereikt: 3 810 Geen saldo meer b.

Nadere informatie

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING Editie 19 september 2013. ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING Inleiding Dividenden worden sinds 01.01.2012 uitgekeerd aan 25% roerende voorheffing. Ook het tarief

Nadere informatie

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Overdracht familiebedrijf

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2017 - Inkomsten van het jaar 2016 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 13 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2014 - Inkomsten van het jaar 2013 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

1 van 5 4-10-2013 11:02 Home > Recente wijzigingen > Circulaire nr. Ci.RH.233/629.295 (AAFisc. 35/2013) dd. 01.10.2013 Algemene administratie van de Fiscaltiteit - Centrale diensten Dienst Personenbelasting

Nadere informatie

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Rubriek fiscaliteit De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Het aangifteformulier heeft een nieuw uitzicht dit jaar. De belastingplichtige die nog gebruikt maakt van het papieren formulier,

Nadere informatie

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2016 - Inkomsten van het jaar 2015 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aan

Nadere informatie

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%. De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%. Vanaf 1 juli 2013 is nu ook de nieuwe wet inzake verhoging van roerende voorheffing op liquidatieboni van toepassing. Concreet

Nadere informatie

Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012

Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012 Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012 Inleiding Op 22 december 2011 werd de wet houdende diverse bepalingen (document kamer nr. 1952/018) aangenomen in de plenaire vergadering van het

Nadere informatie

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN 1) Bedrijfswagens worden strenger aangepakt Vanaf 2012 zullen de belastbare voordelen voor de gratis terbeschikkingstelling van bedrijfsvoertuigen berekend

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd? Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd? Mr. Image Pieterjan not found or type Smeyers unknown Mr. Pieterjan Smeyers Advocaat

Nadere informatie

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2010? Ja Neen

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2010? Ja Neen A A N G I F T E I N D E P E R S O N E N B E L A S T I N G V E R T R O U W E L I J K D O S S I E R I N K O M S T E N J A A R 2 0 1 0 - A A N S L A G J A A R 2 0 1 1 D E Z E V R A G E N T L I J S T I S E

Nadere informatie

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? Op 30 juli 2013 werd de wet houdende diverse bepalingen omtrent de nieuwe fiscale maatregelen in het kader van de begrotingscontrole

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Eigenschappen Titel : FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Trefwoorden : onroerend inkomen Datum van het document : 30/04/2019 Publicatiedatum : 30/04/2019 Datum Fisconet plus : 30/04/2019 Notes Geef

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,

Nadere informatie

Tarieven personenbelasting

Tarieven personenbelasting Tarieven personenbelasting Gezamenlijk belastbaar inkomen INKOMSTENSCHIJF BELASTING OP VORIGE INK13 AJ14 0,00 8 590,00 25 % 8 590,00 12 220,00 30 % 2 147,50 12 220,00 20 370,00 40 % 3 236,50 20 370,00

Nadere informatie

1 van 6. Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening. Aan welke voorwaarden moet de kredietnemer voldoen?

1 van 6. Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening. Aan welke voorwaarden moet de kredietnemer voldoen? Winwinlening Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening Aan welke moet de kredietnemer voldoen? Op de datum waarop hij een Winwinlening sluit, moet de kredietnemer een KMO zijn in Vlaanderen. Een

Nadere informatie

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518 Omschrijving WONINGAFTREK (oud stelsel) Forfaitaire aftrek eigen woning: - verhoging persoon ten laste: - maximumbedrag netto-inkomen woningaftrek: BEROEPSINKOMSTEN Artikel WIB (16 - aj. 2005) 518 Basisbedrag

Nadere informatie

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016 Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen Luc Maes 24/11/2016 1 1. Afbakening van het onderwerp Inkomstenbelastingen bedrijfsleiders van een handelsvennootschap recente rechtspraak:

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER

Nadere informatie

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2018 - Inkomsten van het jaar 2017 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

5.2. Hoe groot is het voordeel?

5.2. Hoe groot is het voordeel? 5.2. Hoe groot is het voordeel? Be ta l i n g e n in 2012 é n ov e r e e n ko m s t a f g e s l ot e n t o t e n m e t 27.11.2011: Pe r c e n tage belastingv e r m i n d e r i n g Ov e r d r a agba a r

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

1. Maatregelen voor een betere inning en strijd tegen de fiscale fraude

1. Maatregelen voor een betere inning en strijd tegen de fiscale fraude 1. Maatregelen voor een betere inning en strijd tegen de fiscale fraude 1.1. Bankgeheim In het kader van de opheffing van het bankgeheim zoals het is ingevoerd door de wet van 14 april 2011 houdende diverse

Nadere informatie

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 Fiscale Wenken nr. 2015/19 Personenbelasting Wenst u meer info over dit onderwerp? Contacteer ons vrijblijvend via contact@vdl.be. Op 10 april 2015 werd het nieuwe formulier

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

De aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaar 2014 inkomsten 2013

De aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaar 2014 inkomsten 2013 Het formulier voor de aangifte in de personenbelasting (PB) voor het aanslagjaar 2014 - inkomsten 2013 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2014. De nieuwe PB-aangifte telt zo n 40 codes minder

Nadere informatie

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012 TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012 Bepaalde maatregelen die reeds waren opgenomen in de nota van Di Rupo I uitgegeven in 2011

Nadere informatie

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen Fairness Tax lijst van nog hangende problemen De problemen die rijzen door de wet van 30 juli 2013 kunnen in 4 categorieën worden gerangschikt: - gewenste bevestigingen - gewenste verduidelijkingen - gewenste

Nadere informatie

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen. Algemene administratie van de FISCALITIT - Centrale diensten Directie I/5A Circulaire nr. Ci.RH.332/604.868 (AOIF Nr. 67/2010) dd 03.11.2010 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend pensioen

Nadere informatie

Nieuwe Vlaamse belastingvermindering vanaf aanslagjaar 2008: regeling in de personenbelasting

Nieuwe Vlaamse belastingvermindering vanaf aanslagjaar 2008: regeling in de personenbelasting Nieuwe Vlaamse af : regeling in de personenbelasting (inkomsten geldt een nieuwe Vlaamse voor al wie beroepsactief is en personenbelasting betaalt in een gemeente van het Vlaams Gewest. Deze stijgt geleidelijk

Nadere informatie

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet! Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet! Vanaf 1 januari 2018 kan elke belastingplichtige een dividenduitkering van 640 vrijstellen van belastingen. Wat zijn de spelregels:

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

De strik van Di Rupo of de strop van Rajoy

De strik van Di Rupo of de strop van Rajoy De strik van Di Rupo of de strop van Rajoy Dany De Decker Francisco Javier Cócera Vlaamse dag 24 november 2012 1 (c) 2012 Baker Tilly Belgium Agenda Inleiding (wat maakt onze situatie zo speciaal?) Waar

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) De aangifte moet,

Nadere informatie

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde. Page 1 of 5 Home > Circulaire AAFisc Nr. 22/2016 (nr. Ci.704.681) dd. 29.06.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire

Nadere informatie

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE R Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) De aangifte moet, behoorlijk ingevuld,

Nadere informatie

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009 CIRCULAIRE AOIF nr. 24/2009 Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie Van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Centrale diensten Directie I/5A Ci.RH.241/598.219 ONDERWERP : Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken VERSIE 20180920-2018 (20/09/2018) WIJZIGINGEN IN DEZE UPDATE Enkele technische wijzigingen werden doorgevoerd aan deze versie. VERSIE 20180723-2018 (23/07/2018) WIJZIGINGEN IN DEZE UPDATE Afdruk aangifteformulier

Nadere informatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 -

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Studentenarbeid Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 - Ik heb gewerkt als student.

Nadere informatie

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing Inhoudstafel Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing 1. Voor wie?... 3 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen........

Nadere informatie

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005)

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005) Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders (inkomsten van het jaar 2005) 1 Personenbelasting In de personenbelasting kan het verrichten van studentenarbeid

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014 I. Titel II van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Coëfficiënt art. 178, 1 en 2, WIB 92: 1,7073) Art. 131, 1 ste lid, 1 Grensbedrag : 15.220 25.990 Belastingvrije som : 4.260 7.270 1 ste lid,

Nadere informatie

Aangifte. Aangifte. Aangifte 2009-04-30. Aangifte Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009

Aangifte. Aangifte. Aangifte 2009-04-30. Aangifte Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009 mogelijkheden tot indiening van de aangifte Evelyn Decruyenaere Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009 Papieren aangifte TOW wijzigingen nieuw aangifteformulier code bestaat nu uit

Nadere informatie

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2013? Ja Neen. Naam van de echtgeno(o)t(e) of van de wettelijk samenwonende 1

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2013? Ja Neen. Naam van de echtgeno(o)t(e) of van de wettelijk samenwonende 1 A A N G I F T E I N D E P E R S O N E N B E L A S T I N G V E R T R O U W E L I J K D O S S I E R I N K O M S T E N J A A R 2 0 1 3 A A N S L A G J A A R 2 0 1 4 N A A M : D E Z E V R A G E N T L I J S

Nadere informatie

o jaaromzet: 7.300.000 excl. btw; o balanstotaal: 3.650.000; o gemiddeld personeelsbestand: 50.

o jaaromzet: 7.300.000 excl. btw; o balanstotaal: 3.650.000; o gemiddeld personeelsbestand: 50. Toch nog dividend uitkeren aan 15 procent? Is dat nog mogelijk? Inhoud De regering wil kapitaalverhogingen bij, en de oprichting van, kmo's aanmoedigen door een verlaagd tarief in de roerende voorheffing

Nadere informatie

Veranderingen sinds Di Rupo I

Veranderingen sinds Di Rupo I Veranderingen sinds Di Rupo I Start van de carrière : pensioenopbouw De bedrijfsleider en zijn vennootschap De ondernemer en zijn kapitaal Successie : begin er op tijd aan!! Start van de carrière re :

Nadere informatie

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331/594.501 (AOIF Nr. 65/2010) dd 25.10.2010 Personenbelasting Berekening van de belasting Belastingvrije

Nadere informatie

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG 49 8600 DIKSMUIDE SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) 24 8600 Diksmuide Aanslagbiljet personenbelasting

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Page 1 of 6 Home > FAQ Deeleconomie Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting FAQ - Deeleconomie ALGEMEEN 1. Wat is deeleconomie? 2.

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise Federale Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: Ontvangkantoor Londerzeel Stationsstraat 90 B 2 1840 Londerzeel Algemene administratie van de FISCALITEIT CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan

Nadere informatie

Human Resources Sixco Policy

Human Resources Sixco Policy 1. Inleiding Wanneer u België verlaat naar aanleiding van een tewerkstelling in het buitenland, is het belangrijk om na te gaan of u na uw vertrek uit België belastbaar blijft in België en of u bij voortduur

Nadere informatie

DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN 2012

DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN 2012 1) Belastbaar voordeel voor bedrijfswagens Vanaf 1 januari 2012 worden de belastbare voordelen voor de gratis terbeschikkingstelling van bedrijfsvoertuigen berekend op

Nadere informatie

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn?

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? Inhoudstafel Voorwoord... 1 Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? 1. Belastingen besparen?.... 5 1.1. Alle kosten van onroerende goederen in principe aftrekbaar... 5 1.1.1.

Nadere informatie

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus. Gepubliceerd op Wikifin (https://www.wikifin.be) Wat is de woonbonus? Wie een hypothecaire lening afsluit om een woning te kopen of bouwen, kan vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen gekoppeld aan

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Samenvatting : Deze circulaire bespreekt de wijzigingen

Nadere informatie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel 1 Wettelijke grondslagen 2 Inhouding door de CDVU 3 Belastbare inkomsten 4 Inkomsten van kinderen

Nadere informatie

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden gen dan 1.990 EUR per jaar (2.080 EUR voor aanslagjaar 2010). Dat jaarbedrag wordt verminderd in verhouding tot de dagen van aansluiting tijdens hetzelfde jaar bij een pensioenstelsel 922. Afdeling 6.

Nadere informatie

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) Identiteit:... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016 Het Belgisch Staatsblad van 21 januari 2015 publiceert de geïndexeerde bedragen die inzake inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 -

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Studentenarbeid Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 - Ik heb gewerkt als student.

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie