Circulaire nr. AFZ/2004/0313 (AFZ 8/2004) Onderwerp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Circulaire nr. AFZ/2004/0313 (AFZ 8/2004) Onderwerp"

Transcriptie

1 Circulaire nr. AFZ/2004/0313 (AFZ 8/2004) Onderwerp Dubbelbelastingverdrag Nederland. Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsbijdragen en alimentatie-uitkeringen Datum 28 april 2004 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M & D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. M&D Seminars mei 2004 M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN GENT TEL 09/ FAX 09/ info@mdseminars.be

2 Circulaire nr. AFZ/2004/0313 (AFZ 8/2004) dd DUBBELBELASTINGVERDRAG Nederland Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsbijdragen en alimentatieuitkeringen Aan alle ambtenaren van de niveaus 1, B en C van de Administratie van fiscale zaken,van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit (sector directe belastingen) en van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie. INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING 3 II. IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN 3 III. NIET IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN A. Overheidspensioenen 4 B. Bepaalde inkomsten die onder het toepassingsgebied van artikel 15 ressorteren 1. Uitkeringen in het kader van het stelsel van tijdskrediet 5 2. Bepaalde extra-wettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale wetgeving 5 IV. HEFFINGSBEVOEGDHEID MET BETREKKING TOT DE IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN A. Definities 6 B. Verdeling heffingsbevoegdheid 1. Inkomsten eerste en tweede categorie a) Algemeen 6 b) Bijzondere gevallen Vroegtijdige uitbetaling (afkoopwaarden) 8 Bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen 8 2. Inkomsten derde categorie 9 3. Beknopte samenvatting 9 C. Aanvullende verduidelijkingen 9 V. VERMIJDING DUBBELE BELASTING A. In België 11 B. In Nederland 12 VI. STAALKAARTEN A. Algemeen 12 B. Opbouw van de staalkaarten 12 C. Toelichting bij de staalkaart met betrekking tot inkomsten van Belgische oorsprong 1. Aard van het inkomen Inkomstenfiche Fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat Fiscale behandeling bij uitkering in de woonstaat Conclusie met betrekking tot de heffingsbevoegdheid Bedrijfsvoorheffing 17 D. Toelichting bij de staalkaart met betrekking tot inkomsten van Nederlandse oorsprong 1. Aard van het inkomen Loonbelastingkaart Fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat Fiscale behandeling bij uitkering in de woonstaat Conclusie met betrekking tot de heffingsbevoegdheid 19 E. Bijzondere gevallen 1. Opzeggingsvergoeding 21

3 VI I. VI II. 2. Uitkeringen in het kader van "VROM-B" regeling 23 VOORBEELDEN Casus 1 : Belgische groepsverzekering 24 Casus 2 : Nederlandse B-polis 25 AFTREKBAARHEID VAN BIJDRAGEN AAN PENSIOENREGELINGEN 27 I. INLEIDING 1. Met de circulaire AFZ Nr. 5/2003 dd. 14 maart 2003 werd reeds een "eerste commentaar" verstrekt betreffende het nieuwe dubbelbelastingverdrag (1) tussen België en Nederland (hierna het "Verdrag" genoemd). Zoals werd aangekondigd in die circulaire zouden op een later tijdstip aanvullende richtlijnen worden gepubliceerd waarin bepaalde topics uit het Verdrag nader worden toegelicht. [(1) Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belastingen inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en de Protocollen I en II en de wisseling van brieven, gedaan te Luxemburg op 5 juni 2001.] 2. Onderhavige circulaire vormt een eerste aanvulling op de genoemde circulaire van 14 maart 2003 en strekt ertoe meer gedetailleerde richtlijnen uit te vaardigen inzonderheid omtrent de concrete toepassing van artikel 18 (Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsuitkeringen en alimentatieuitkeringen) van het Verdrag. De tekst van laatstgenoemd artikel is aan onderhavige circulaire toegevoegd als bijlage 1. De circulaire vormt een aanvulling bij de bilateraal opgestelde artikelsgewijze toelichting die als bijlage is gevoegd bij de memorie van toelichting betreffende de wet tot goedkeuring van het Verdrag (2) en die ook is toegevoegd bij de circulaire van 14 maart [(2) Wet van 11 december 2002 houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en de Protocollen I en II en de wisseling van brieven, gedan te Luxemburg op 5 juni 2001 (Belgisch Staatsblad, 20 december 2002, V 3098, Bull. 833).] II. IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN 3. Het toepassingsgebied van artikel 18, dat onder het Verdrag dd. 19 oktober 1970 (hierna aangeduid als het "oud Verdrag") (3) beperkt was tot "pensioenen en andere soortgelijke beloningen ter zake van een vroegere dienstbetrekking", is onder het nieuwe Verdrag verruimd tot lijfrenten, uitkeringen uit pensioensparen, pensioenfondsen en groepsverzekeringen, sociale zekerheidsuitkeringen en alimentatieuitkeringen. [(3) Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing, ondertekend op 19 oktober 1970.] 4. De in artikel 18 beoogde inkomsten kunnen worden onderverdeeld in de drie hierna vermelde categorieën. Inkomsten eerste categorie : inkomsten zoals bedoeld in paragraaf 1, subparagraaf a pensioenen (en andere soortgelijke beloningen) ter zake van een vroegere dienstbetrekking (4); lijfrenten; al dan niet periodieke uitkeringen uit pensioenfondsen, groepsverzekeringen en pensioensparen. [(4) Hiermee wordt bedoeld een dienstbetrekking in de particuliere sector.]

4 Inkomsten tweede categorie : inkomsten zoals bedoeld in paragraaf 1, subparagraaf b pensioenen en al dan niet periodieke uitkeringen ter uitvoering van de sociale wetgeving. Inkomsten derde categorie : inkomsten zoals bedoeld in paragraaf 8 alimentatieuitkeringen en andere soortgelijke betalingen. 5. Wat de uitdrukkingen "lijfrenten" en "alimentatieuitkeringen en andere soortgelijke betalingen" betreft, voorziet het Verdrag in een bilateraal opgestelde definitie. Overeenkomstig paragraaf 7 van artikel 18 wordt onder de uitdrukking "lijfrente" verstaan "een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen, hetzij gedurende het leven, hetzij gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen, welke tegenover een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde staat". De uitdrukking "alimentatieuitkeringen en andere soortgelijke betalingen" is in artikel 18, paragraaf 8 gedefinieerd als "periodieke uitkeringen ingevolge een wettelijke verplichting tot onderhoud of ingevolge een schriftelijke overeenkomst tot scheiding, dan wel een afkoopsom in plaats daarvan" en is nog verder omschreven in de voormelde gezamenlijke algemene technische toelichting. 6. Krachtens punt 22 van Protocol I bij het Verdrag dient onder de uitdrukking "sociale wetgeving" een stelsel inzake sociale zekerheid te worden verstaan. De sociale zekerheid omvat in België vanuit materieel oogpunt traditioneel zeven takken : rust- en overlevingspensioenen werkloosheid arbeidsongevallenverzekering beroepsziektenverzekering gezinsbijslag ziekte- en invaliditeitsverzekering jaarlijkse vakantie. Vanuit personeel oogpunt omvat de Belgische sociale zekerheid in principe het stelsel voor werknemers, het stelsel voor zelfstandigen en het stelsel voor ambtenaren. De rust- en overlevingspensioenen van ambtenaren vallen evenwel onder artikel 19, paragraaf 2 (zie hierna punt III). 7. De overige in artikel 18 bedoelde inkomsten die niet in het Verdrag zelf zijn gedefinieerd, hebben de betekenis die daaraan op een bepaald ogenblik wordt toegekend volgens de nationale wetgeving (in de eerste plaats de belastingwetgeving) van de verdragsluitende staten, overeenkomstig paragraaf 2 van artikel 3 van het Verdrag. Zo heeft bijvoorbeeld de uitdrukking "uitkeringen uit pensioensparen" de betekenis zoals is bepaald in artikel 34, paragraaf 1, 3 en paragraaf 2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna afgekort als WIB 92). III. NIET IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN De aandacht wordt erop gevestigd dat onder meer de hierna volgende inkomsten niet ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 18 van het Verdrag. A. Overheidspensioenen. 8. Overheidspensioenen vallen, conform het OESO-Modelverdrag, onder artikel 19, paragraaf 2 van het Verdrag. Het betreft hier onder meer de rust- en overlevingspensioenen betaald door de Belgische Staat aan zijn gewezen ambtenaren en hun rechtverkrijgenden. 9. Hierbij dient te worden opgemerkt dat, wat de Nederlandse overheidspensioenen betreft, enkel het deel betaald door het ABP (Algemeen Bestuurlijk Pensioenfonds) onder de toepassing van artikel 19 valt. De in Nederland aan gewezen overheidspersoneel betaalde AOW-pensioenen (5), daarentegen, vallen onder de toepassing van artikel 18 van het Verdrag. [(5] Wat de AOW-pensioenen betreft, wordt verwezen naar de Staalkaart met betrekking tot inkomsten van Nederlandse oorsprong, meer bepaald de rubriek "Sociale Zekerheid" (cf. bijlage 3).]

5 De aandacht wordt verder erop gevestigd dat wanneer de aanspraak op een uit Nederland afkomstig pensioen deels gedurende een particuliere dienstbetrekking en deels gedurende een publiekrechtelijke dienstbetrekking is opgebouwd, het deel dat wordt beheerst door artikel 18, respectievelijk het deel dat wordt beheerst door artikel 19, paragraaf 2, wordt vastgesteld naar evenredigheid van het aantal jaren dat de aanspraak op dat pensioen is opgebouwd gedurende een particuliere, respectievelijk gedurende een publiekrechtelijke dienstbetrekking, ten opzichte van het totale aantal jaren waarover de aanspraak op dat pensioen is opgebouwd (punt 23 van Protocol I bij het Verdrag). 10.Voor wat betreft gemengde loopbanen van overheidspersoneel in contractueel dienstverband in België, dient desgevallend een splitsing te worden gemaakt al naargelang het pensioen is toe te wijzen aan een particuliere respectievelijk publiekrechtelijke dienstbetrekking B. Bepaalde inkomsten die onder het toepassingsgebied van artikel 15 ressorteren. 1. Uitkeringen in het kader van het stelsel van tijdskrediet (6) [(6) Het stelsel van tijdskrediet - dat enkel van toepassing is op werknemers uit de privé-sector - is in werking getreden op 1 januari 2002 en vervangt, voor wat de privé-sector betreft, het stelsel van loopbaanonderbreking.] 11. De uitkeringen in het kader van het stelsel van het tijdskrediet, die door de Belgische Rijksdienst voor arbeidsvoorziening worden uitgekeerd, zijn te situeren binnen de tak van de arbeidswetgeving en ressorteren als dusdanig niet onder de sociale zekerheidswetgeving. Voor de toepassing van het Verdrag betekent zulks dat uitkeringen in het kader van het tijdskrediet niet onder artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf b vallen maar onder artikel 15 van het Verdrag. 2. Bepaalde extra-wettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale wetgeving 12. In tegenstelling tot de extra-wettelijke vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten (7) die onder het toepassingsgebied van artikel 18 ressorteren, is artikel 15 van toepassing op extra-wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen en vergoedingen wegens tijdelijke ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten. [(7) Voor wat betreft de extra-wettelijke vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten, wordt verwezen naar de Staalkaart met betrekking tot inkomsten van Belgische oorsprong, met name rubriek III (cf. bijlage 2).] Hogervermelde inkomsten van Belgische oorsprong die onder artikel 15 van het Verdrag ressorteren, zullen op een later tijdstip afzonderlijk worden behandeld in een aanvullende circulaire die specifiek betrekking heeft op de concrete toepassing van artikel 15 (Nietzelfstandige beroepen) van het Verdrag. IV. HEFFINGSBEVOEGDHEID MET BETREKKING TOT DE IN ARTIKEL 18 BEDOELDE INKOMSTEN A. Definities 13. Voor een goed begrip van het vervolg van onderhavige circulaire, worden hierna eerst een aantal begrippen gedefinieerd. Onder "woonstaatheffing" wordt verstaan belastingheffing in de staat waarvan de genieter van het inkomen inwoner is in de zin van artikel 4 van het Verdrag. De heffingsbevoegdheid van de woonstaat kan exclusief of niet-exclusief zijn. Indien de bevoegdheid niet exclusief is, d.w.z. indien de bronstaat ook heffingsbevoegd is, moet de woonstaat dubbele belasting vermijden overeenkomstig de regels die op dat vlak zijn vastgelegd in artikel 23 van het Verdrag. Met "bronstaatheffing" wordt bedoeld belastingheffing in de bronstaat. Voor de toepassing van artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag, dient - overeenkomstig paragraaf 4 van artikel 18 van het Verdrag - onder "bronstaat" te worden verstaan de verdragsluitende Staat waar de aanspraken op het inkomen of de bijdragen aan dit inkomen in aanmerking zijn gekomen voor fiscale faciliëring (zogenoemde sourcing-rule).

6 Onder "fiscale faciliëring" dient te worden verstaan dat bij de opbouw van het pensioen in de bronstaat fiscale faciliteiten (d.b. fiscale voordelen) zijn toegekend in hoofde van de genieter van de latere uitkeringen (8). [(8) Zie ook B.1.a hierna, met name de eerste voorwaarde voor de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing.] Onder "ingegane uitkeringen" wordt verstaan periodieke of éénmalige uitkeringen die worden uitbetaald op pensioendatum, op het tijdstip waarop het wettelijk verzekerd risico (zoals het overlijden of arbeidsongeschikt worden) zich voordoet of, voor wat lijfrenten betreft, op het eerste van de in paragraaf 7 van artikel 18 bedoelde tijdstippen. B. Verdeling van de heffingsbevoegdheid In afwijking van het oude Verdrag dat voorzag in een exclusieve woonstaatheffing voor pensioenen en andere soortgelijke beloningen terzake van een vroegere dienstbetrekking, wordt in artikel 18 van het nieuwe Verdrag ook aan de bronstaat een heffingsbevoegdheid toegekend onder bepaalde voorwaarden. 1. Inkomsten eerste en tweede categorie a) Algemeen 14. Zoals onder het oude Verdrag geldt als principe dat de woonstaat van de genieter van het inkomen de uitsluitende heffingsbevoegdheid heeft. Het principe van die exclusieve woonstaatheffing is in het nieuwe Verdrag neergelegd in paragraaf 1 van artikel Als uitzondering op die regel is ook de bronstaat heffingsbevoegd overeenkomstig paragraaf 2 van artikel 18 indien de hierna volgende drie voorwaarden cumulatief zijn vervuld, met dien verstande dat de eerste voorwaarde enkel geldt voor de inkomsten eerste categorie. 16. De eerste voorwaarde voor de bronstaatheffing houdt in dat bij de opbouw van het pensioen in de bronstaat "fiscale faciliëring" is toegestaan. Dit betekent dat bij de opbouw van het pensioen in de bronstaat fiscale faciliteiten (d.b. fiscale voordelen) zijn toegekend in hoofde van de genieter van de latere uitkeringen. Concreet betekent dit dat : ofwel de aanspraak op het inkomen in de bronstaat van belasting is vrijgesteld (9); ofwel de bijdragen die zijn betaald aan het pensioenfonds, pensioenspaarfonds of de vennootschap die het inkomen verschuldigd is, in het verleden op het niveau van de genieter van de latere uitkering - in aftrek zijn gebracht bij het bepalen van het in de bronstaat belastbare inkomen; ofwel de bijdragen die zijn betaald aan het pensioenfonds, pensioenspaarfonds of de vennootschap die het inkomen verschuldigd is, in het verleden in de bronstaat in aanmerking zijn gekomen voor de toepassing van een ander fiscaal voordeel (10). [(9) Dit betekent dat de werkgeversbijdragen bij de opbouw van het pensioen niet zijn belast in hoofde van de genieter van de latere uitkering. (10) Overeenkomstig het Belgisch intern recht betreft het hier de toepassing van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen.] Om iedere dubbele belasting uit te sluiten zijn de Belgische en Nederlandse belastingautoriteiten overeengekomen dat het begrip "fiscale faciliëring" in de context van het Verdrag steeds dient te worden beoordeeld vanuit het oogpunt van de werknemer en niet vanuit het oogpunt van de werkgever. 17. De tweede voorwaarde voor de heffingsbevoegdheid van de bronstaat is dat de inkomsten in de woonstaat van de genieter hetzij niet worden belast tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten verkregen uit niet-zelfstandige beroepen (m.a.w. werknemersbezoldigingen), hetzij dat het brutobedrag van de inkomsten voor minder dan 90 procent in de belastingheffing wordt betrokken. Wat het eerste onderdeel van de tweede voorwaarde betreft, wordt opgemerkt dat hieraan is voldaan indien het desbetreffend inkomen, voor wat België betreft, niet wordt belast volgens de belastingtarieven die zijn bepaald in artikel 130 WIB 92 (gewoon stelsel van aanslag) en, voor

7 wat Nederland betreft, niet tegen het in artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001 vastgestelde tarief dat geldt voor belastbaar inkomen uit werk en woning en/of tegen het in artikel 20a van de Wet op de loonbelasting 1964 neergelegde tarief. Met betrekking tot het tweede onderdeel van deze voorwaarde wordt opgemerkt dat hieraan is voldaan indien het desbetreffend inkomen geheel of gedeeltelijk objectief is vrijgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving van de verdragsluitende Staat waarvan de genieter inwoner is. Voor de duidelijkheid wordt de aandacht erop gevestigd dat deze voorwaarde niet geacht wordt te zijn vervuld enkel door het feit dat de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten als bedoeld in artikel 147 WIB 92 van toepassing is. 18. De derde voorwaarde houdt in dat het totale brutobedrag van de inkomsten die in de bronstaat belastbaar zouden zijn ingevolge de bepalingen van artikel 18, paragraaf 2 van het Verdrag, in het desbetreffende kalenderjaar meer bedraagt dan EUR. 19. Hierbij wordt opgemerkt dat het in paragraaf 2 gaat om ingegane uitkeringen en afkoopwaarden van ingegane uitkeringen. b) Bijzondere gevallen Vroegtijdige uitbetaling (afkoopwaarden) 20. In paragraaf 3 van artikel 18 is bepaald dat, niettegenstaande de heffingsbevoegdheidsregels voorzien in de paragrafen 1 en 2, de inkomsten eerste en tweede categorie ook in de bronstaat mogen worden belast indien voldaan is aan de twee hierna vermelde voorwaarden : de inkomsten hebben geen periodiek karakter : het betreft m.a.w. een uitkering in de vorm van een kapitaal; de inkomsten worden uitbetaald vóór het tijdstip waarop zij normaal in zouden gaan, met name vóór de pensioendatum, vóór het tijdstip waarop het wettelijk verzekerd risico (zoals het overlijden of arbeidsongeschikt worden) zich voordoet of, voor wat lijfrenten betreft, vóór het eerste van de in paragraaf 7 van artikel 18 bedoelde tijdstippen. 21. De aandacht wordt erop gevestigd dat, in tegenstelling tot paragraaf 2 die betrekking heeft op ingegane uitkeringen en afkoopwaarden van ingegane uitkeringen, de in paragraaf 3 voorziene bronstaatheffing betrekking heeft op afkoopwaarden van nog niet ingegane uitkeringen zonder periodiek karakter. Uitkeringen met een periodiek karakter vallen derhalve steeds onder de toepassing van paragraaf Voor wat betreft de in paragraaf 3 gehanteerde uitdrukking "uitbetaling", zijn de Belgische en Nederlandse belastingautoriteiten het erover eens dat voor wat Nederland betreft deze uitdrukking aldus moet worden uitgelegd dat zij niet alleen de betaling in geld bij afkoop van de aanspraak op de betrokken inkomstenbestanddelen omvat, maar tevens het doen van afstand van een aanspraak op pensioen, de belening, verpanding of andere vorm van zekerheidsstelling van de aanspraak, de overdracht van pensioen- of lijfrentekapitaal, en in meer algemene zin al die handelingen of gebeurtenissen met betrekking tot de onderhavige niet-ingegane inkomstenbestanddelen die ingevolge de nationale wetgeving van de verdragsluitende Staten leiden tot een belastbaar feit. In het geval van België moet de uitdrukking "uitbetaling", zoals de uitdrukking "betaald" in paragraaf 1 van artikel 18 worden verstaan als "betaald of toegekend" zoals inzonderheid is opgenomen in artikel 204, 3, c) KB/WIB 92 (11). De pensioenen, renten of toelagen moeten voor hun geheel worden aangerekend voor het jaar of het gedeelte van het jaar in de loop waarvan zij werden "betaald of toegekend". Opdat er toekenning is, in de fiscale betekenis van het woord, is het noodzakelijk dat de verkrijger werkelijk over de inkomsten kan beschikken; met andere woorden, de inkomsten moeten onmiddellijk kunnen worden geïncasseerd. [(11) Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.] Bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen 23. Paragraaf 6 van artikel 18 voorziet in een andere uitzonderingsregel volgens dewelke bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen verkregen door een werknemer in dienstverband

8 belastbaar zijn in de verdragsstaat waarin de beloningen genoten terzake van de daadwerkelijk vervulde dienstbetrekking mogen worden belast (de werkstaat of vroegere werkstaat ). Het betreft met name uitkeringen die worden betaald ter uitvoering van de sociale wetgeving van een verdragsluitende Staat aan een in die Staat in dienstbetrekking werkzame persoon die inwoner is van de andere verdragsluitende Staat omdat die natuurlijke persoon zijn dienstbetrekking niet of niet volledig kan uitoefenen wegens ziekte, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of overtolligheid (12). [(12) Met het begrip "overtolligheid" wordt bedoeld situaties van tijdelijke werkloosheid. Situaties van vrijwillig ontslag worden hier niet beoofd.] Deze uitzonderingsregel geldt gedurende een periode van maximaal 1 jaar vanaf het ogenblik dat de uitkeringen ingegaan zijn, dan wel indien de desbetreffende natuurlijke persoon zijn dienstbetrekking nog gedeeltelijk blijft vervullen zoveel langer als hij naast de sociale zekerheidsuitkeringen nog beloningen geniet terzake van het daadwerkelijk vervullen van bedoelde dienstbetrekking. Voor de in paragraaf 6 van artikel 18 bedoelde uitkeringen is de heffingsbevoegdheid van de (vroegere) werkstaat niet onderworpen aan bepaalde voorwaarden. 2. Inkomsten derde categorie 24. Het nieuwe Verdrag bevat tenslotte ook een uitdrukkelijke regeling voor "alimentatieuitkeringen en andere soortgelijke betalingen". Krachtens artikel 18, paragraaf 8, zijn dergelijke inkomsten uitsluitend belastbaar in de woonstaat van de genieter van het inkomen. 3. Beknopte samenvatting 25. De verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen woonstaat en bronstaat voor de in artikel 18 bedoelde inkomsten kan als volgt worden samengevat. Inkomsten eerste categorie uitgangspunt : exclusieve woonstaatheffing (paragraaf 1, subparagraaf a) bronstaatheffing onder bepaalde voorwaarden (paragrafen 2 en 3) Inkomsten tweede categorie uitgangspunt : exclusieve woonstaatheffing (paragraaf 1, subparagraaf b) bronstaat- of werkstaatheffing onder bepaalde voorwaarden (paragrafen 2, 3 en 6) Inkomsten derde categorie exclusieve woonstaatheffing (paragraaf 8) C. Aanvullende verduidelijkingen "Voor zover" 26. De woorden "voor zover" als bedoeld in paragraaf 2 van artikel 18 hebben in principe betrekking op de voorwaarde van fiscale faciliëring voor de toepassing van de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing. Met andere woorden, de heffingsbevoegdheid van de bronstaat moet in voorkomend geval pro rata worden ingeperkt indien de betrokken uitkering slechts gedeeltelijk uit fiscaal gefacilieerde premies is opgebouwd of dito aanspraken bestaat. Dit is bijvoorbeeld van belang wat de lijfrentepremies betreft. In Nederland heeft de belastingplichtige, overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001, immers de mogelijkheid om te kiezen voor aftrek van de premie. In de vroegere Wet inkomstenbelasting 1964 bestond deze keuze niet en was de lijfrentepremie steeds, binnen zekere grenzen, aftrekbaar. Aldus kan de belastingplichtige, in het geval van een lijftrentepremie van EUR, ten belope van EUR opteren voor aftrek van de premie en voor het resterend bedrag niet opteren voor aftrek van de premie. In het geval van een gedeeltelijke premie-aftrek dient derhalve een omdeling van de lijfrente te worden gedaan EUR grens 27. Met het oog op de toetsing van de EUR grens als bedoeld in paragraaf 2 van artikel 18, dienen alle inkomsten in aanmerking te worden genomen die in aanmerking komen voor de bronstaatheffing als voorzien in paragraaf 2 van artikel 18 van het Verdrag.

9 De EUR grens wordt niet beoordeeld per afzonderlijk inkomen dat in aanmerking komt voor de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing, maar dient te worden beoordeeld voor het totale brutobedrag van de inkomsten die in het desbetreffende kalenderjaar in aanmerking komen voor belastingheffing in de bronstaat. Bij overschrijding van de EUR grens is ten slotte het volledige inkomen belastbaar in de bronstaat in toepassing van de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing en niet enkel het deel van het inkomen boven de EUR. Sourcing-rule 28. In paragraaf 4 van artikel 18 is een regeling opgenomen, de zogenoemde "sourcing-rule" of bronregel, die de omvang van de bronstaatheffing als bedoeld in de paragrafen 2 en 3 nader bepaalt. Op grond van deze "sourcing-rule" wordt een inkomen bedoeld in paragraaf 1, subparagraaf a van artikel 18 geacht afkomstig te zijn uit een verdragsluitende Staat, voorzover de aanspraak op dat inkomen en/of voorzover de betaalde bijdragen in die Staat in aanmerking zijn gekomen voor "fiscale faciliëring". Invloed van de overdracht van lijfrenten of uitkeringen uit pensioensparen, pensioenfondsen en groepsverzekeringen op de "sourcing-rule" 29. Overeenkomstig paragraaf 4 van artikel 18 van het Verdrag wordt de heffingsbevoegdheid van de bronstaat ingevolge artikel 18 van het Verdrag op geen enkele wijze beperkt door de overdracht van de hierboven vermelde uitkeringen van een in een verdragsstaat gevestigd pensioenfonds, pensioenspaarfonds of vennootschap naar een in de andere verdragsstaat gevestigd pensioenfonds, pensioenspaarfonds of vennootschap. In de bilaterale technische toelichting bij het Verdrag wordt de "sourcing-rule" verduidelijkt met het voorbeeld waarin een inwoner van België die in Nederland werkzaam is op een bepaald ogenblik een dienstbetrekking in België aanvaardt. Hij laat zijn tot op dat moment in Nederland "fiscaal gefacilieerd" opgebouwd pensioenkapitaal overdragen van de Nederlandse pensioenverzekeraar naar een Belgische pensioenverzekeraar. Wanneer hij dan bij zijn pensionering pensioenuitkeringen geniet, mag Nederland belasting heffen (mits aan de drie hierboven vermelde voorwaarden van paragraaf 2 is voldaan) over dat gedeelte van de pensioenuitkeringen dat geacht kan worden te zijn gevormd met in Nederland fiscaal gefacilieerd opgebouwd pensioenkapitaal. Wordt het pensioenkapitaal in België vroegtijdig afgekocht, dan mag Nederland (overeenkomstig de in paragraaf 3 bepaalde heffingsbevoegdheidsregels voor afkoopwaarden) belasting heffen over dat gedeelte van de afkoopsom dat geacht kan worden te zijn gevormd met in Nederland fiscaal gefacilieerd opgebouwd pensioenkapitaal. V. VERMIJDING DUBBELE BELASTING De verdragsartikelen die de verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de Verdragstaten regelen en dus onder meer ook artikel 18 van het Verdrag dienen steeds te worden gelezen in samenhang met de bepalingen ter vermijding van dubbele belasting in de woonplaatsstaat, die in casu zijn vastgelegd in artikel 23 van het Verdrag. Indien de heffingsbevoegdheid met betrekking tot een in artikel 18 bedoeld inkomen ingevolge de bepalingen van het Verdrag ook aan de bronstaat is toegewezen, wordt in de woonstaat van de genieter van het inkomen dubbele belasting vermeden volgens de hierna vermelde regels. A. In België 30. Indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt die ingevolge de bepalingen van het Verdrag in Nederland zijn belast, wordt in België dubbele belasting vermeden overeenkomstig artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag - door toepassing van de vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud zoals internrechtelijk bepaald in artikel 155 WIB 92. Dit betekent dat bij de vaststelling van het belastingtarief dat van toepassing is op de andere in België belastbare inkomsten van de belastingplichtige, rekening wordt gehouden met de vrijgestelde inkomsten.

10 31. De woorden "in Nederland zijn belast" als vermeld in artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag moeten vanuit verdragsrechtelijk oogpunt worden uitgelegd in de zin van de interpretatie die terzake is gegeven in de gezamenlijke toelichting bij paragraaf 1 van artikel 21 (waarin eveneens de woorden "zijn belast" zijn gehanteerd) van het Verdrag: "Een inkomstenbestanddeel is belast indien het daadwerkelijk wordt begrepen in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, dit wil zeggen zonder dat daarvoor vervolgens een objectieve vrijstelling wordt verleend. De omstandigheid dat de omvang van het inkomstenbestanddeel op forfaitaire wijze wordt bepaald, is daarbij niet relevant". Hieruit kan worden geconcludeerd dat indien het inkomen in Nederland niet daadwerkelijk is belast, het inkomen in België mag worden belast in toepassing van artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag. 32. Sommige inkomsten zijn in Nederland inderdaad objectief van belasting vrijgesteld. In de context van artikel 18 van het Verdrag wordt gedacht aan artikel 2 van de Nederlandse goedkeuringswet (13) dat onder bepaalde voorwaarden voorziet in een belastingvrijstelling - gedurende de twee kalenderjaren na de inwerkingtreding van het Verdrag - voor bepaalde pensioenen, enz. uit bronnen in Nederland waarvoor de heffingsbevoegdheid is toegewezen aan Nederland als bronstaat krachtens paragraaf 2 van artikel 18 van het Verdrag. De Belgische belastingadministratie is van oordeel dat in dergelijke situaties geen effectieve belastingheffing plaatsvindt in Nederland en dat België derhalve mag belasten overeenkomstig de bepalingen van artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag, uiteraard in zoverre het Belgisch intern recht in een effectieve belasting voorziet. [(13) Wet van 12 december 2002 tot goedkeuring van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II en briefwisseling, gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden De tekst van artikel 2 van de goedkeuringswet is als bijlage 4 gevoegd bij onderhavige circulaire.] B. In Nederland 33. Indien een inwoner van Nederland inkomsten verkrijgt die ingevolge de bepalingen van het Verdrag in België mogen worden belast, wordt ook de vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud toegepast overeenkomstig artikel 23, paragraaf 2, subparagraaf b, van het Verdrag ter vermijding van dubbele belasting in Nederland. VI. STAALKAARTEN A. Algemeen 34. Zoals reeds vermeld in onderdeel V van onderhavige circulaire, voorziet paragraaf 2 van artikel 18 van het Verdrag in de toepassing van een bronstaatheffing voor bepaalde in artikel 18 bedoelde inkomsten. Overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 5 van datzelfde artikel, hebben de bevoegde autoriteiten van België en Nederland voor de concrete toepassing van de bronstaatheffing bilateraal overleg gepleegd. In het kader van dit bilateraal overleg is in het bijzonder nagegaan in welke gevallen de voorwaarden voor toepassing van de in paragraaf 2 van artikel 18 voorziene bronstaatheffing al dan niet zijn vervuld voor de inkomsten die onder het toepassingsgebied van artikel 18 vallen. 35. De resultaten van dit bilateraal overleg zijn verwerkt in 2 staalkaarten die betrekking hebben op inkomsten van Belgische respectievelijk Nederlandse oorsprong. Laatstgenoemde staalkaarten waarover onderlinge overeenstemming is bereikt tussen de Belgische en Nederlandse belastingautoriteiten, zijn als bijlagen 2 en 3 toegevoegd aan onderhavige circulaire. B. Opbouw van de staalkaarten 36. Beide staalkaarten zijn opgebouwd volgens eenzelfde structuur, die hierna wordt toegelicht. De staalkaarten zijn ingedeeld in een aantal rubrieken naargelang de "aard van het inkomen".

11 Aangezien deze staalkaarten bedoeld zijn als leidraad voor de Belgische en Nederlandse belastingambtenaren bij het bepalen van de heffingsbevoegdheid inzake de erin opgenomen inkomsten, wordt in de tweede kolom telkens weergegeven op welke inkomstenfiche en onder welke kenletter, respectievelijk onder welke code van de loonbelastingkaart het inkomen is vermeld. In de kolom "Artikel Verdrag" wordt voor elk specifiek inkomen vermeld welk artikel, in voorkomend geval welke paragraaf en subparagraaf, van het Verdrag van toepassing is. In de kolom "Fiscale faciliëring bij opbouw in bronstaat" wordt per inkomen vermeld of er normaliter al dan niet fiscale faciliteiten zijn toegekend bij de opbouw van het inkomen in de bronstaat. In de kolom "Fiscale behandeling bij uitkering in woonstaat" wordt voor elk inkomen het belastingstelsel vermeld dat op het huidig ogenblik van toepassing is bij uitkering van het inkomen in de woonstaat van de genieter. In de laatste kolom "Conclusie met betrekking tot heffingsbevoegdheid" wordt weergegeven welke Staat, de woonstaat respectievelijk de bronstaat, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag bevoegd is om belasting te heffen over de beoogde inkomsten en welke paragraaf van artikel 18 van toepassing is bij de beoordeling van de heffingsbevoegdheid. C. Toelichting bij de staalkaart met betrekking tot inkomsten van Belgische oorsprong In de staalkaart die als bijlage 2 toegevoegd is aan onderhavige circulaire en die betrekking heeft op grensoverschrijdende situaties waarbij inkomsten van Belgische oorsprong worden toegekend aan inwoners van Nederland, is België "bronstaat" en Nederland "woonstaat ". 1. Aard van het inkomen 37. De inkomsten van Belgische oorsprong zijn, naargelang de aard van het inkomen, in de staalkaart onderverdeeld in de volgende drie rubrieken. I. Aanvullende pensioenen Het betreft pensioenen die naast het wettelijk pensioen worden uitgekeerd en die op vrijwillige basis zijn gevormd met werkgeversbijdragen en/of persoonlijke bijdragen. Terzake gaat het om de volgende aanvullende pensioenen: pensioenfondsen, gratis pensioenen en bedrijfsleidersverzekeringen groepsverzekeringen individuele levensverzekeringen pensioensparen II. Sociale zekerheid Het betreft hier pensioenen en uitkeringen die verplicht zijn gevormd overeenkomstig de wetgeving inzake sociale zekerheid. Terzake gaat het om de volgende wettelijke pensioenen en uitkeringen : rust- en overlevingspensioenen ziekte- en invaliditeitsuitkeringen werkloosheidsuitkeringen brugpensioenen vergoedingen wegens tijdelijke ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten Hierbij wordt opgemerkt dat rust- en overlevingspensioenen toegekend aan gewezen zelfstandigen in het nieuwe Verdrag eveneens onder artikel 18 vallen en niet langer onder het restartikel. Rust- en overlevingspensioenen van de overheidssector vallen daarentegen onder de bepalingen van artikel 19, paragraaf 2 van het Verdrag, met uitzondering van de in paragraaf 3 van dat artikel bedoelde pensioenen betaald ter zake van diensten bewezen in het kader van een op winst gericht overheidsbedrijf. III. Extra-wettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale zekerheid

12 Het betreft hier uitkeringen die op vrijwillige basis door de werkgever worden gevormd naast de wettelijk verplichte sociale zekerheidsuitkeringen. Terzake gaat het in principe uitsluitend om extra-wettelijke vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten. Zoals reeds aangehaald in onderdeel III.B.2 van onderhavige circulaire, vallen bepaalde extrawettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale zekerheid niet onder het toepassingsgebied van artikel 18 maar van artikel 15 van het Verdrag. Het betreft inzonderheid de hierna volgende extra-wettelijke uitkeringen: ziekte- en invaliditeitsuitkeringen werkloosheidsuitkeringen brugpensioenen vergoedingen wegens tijdelijke ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten. 2. Inkomstenfiche 38. De kolom "Inkomstenfiche" vermeldt het nummer van de desbetreffende inkomstenfiche, gevolgd door de kenletter waaronder het betrokken inkomen is vermeld. De inkomstenfiche die wordt gebruikt, is afhankelijk van de aard van het inkomen. Hierna volgt een overzicht van de diverse momenteel van toepassing zijnde inkomstenfiches. fiche bezoldigingen van werknemers fiche pensioenen en ermede gelijkgestelde sommen fiche vervangingsinkomen (ziekte- en invaliditeitsverzekering) fiche werkloosheidsuitkeringen en brugpensioen fiche vervangingsinkomen verzekeringsinstellingen fiche inkomsten uit pensioensparen fiche wettelijke vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid 3. Fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat 39. Met betrekking tot de voorwaarde van fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat, wordt opgemerkt dat deze voorwaarde enkel geldt voor de in artikel 18 bedoelde inkomsten van eerste categorie en niet van toepassing is voor de overige inkomsten, zoals met name de in artikel 18 bedoelde inkomsten tweede categorie evenals de inkomsten die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 15 of 21 van het Verdrag. Dit wordt in de staalkaart aangeduid door middel van de afkorting "n.v.t." (d.w.z. niet van toepassing). 4. Fiscale behandeling bij uitkering in de woonstaat 40. Aan de tweede voorwaarde voor de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing is onder meer voldaan indien de inkomsten van Belgische oorsprong in Nederland niet worden belast tegen het progressief tarief, maar belast worden in box 3. Een inkomen als bedoeld in "box "3" wordt belast tegen een vast tarief van 30 procent. 5. Conclusie met betrekking tot de heffingsbevoegdheid 41. Voor wat betreft aanvullende pensioenen van Belgische oorsprong betaald aan inwoners van Nederland, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen uitkeringen in de vorm van een rente enerzijds en pensioenkapitalen en afkoopwaarden anderzijds. 42. Wat de uitkeringen in de vorm van een rente betreft, is steeds de hoofdregel van toepassing met name belastingheffing in de woonstaat Nederland. Dergelijke uitkeringen komen niet in aanmerking voor een bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18 aangezien renten in de woonstaat Nederland belast worden tegen het progressief tarief. 43. Met betrekking tot pensioenkapitalen en afkoopwaarden van aanvullende pensioenen, geldt als uitgangspunt een woonstaatheffing. Dergelijke inkomsten komen ook in aanmerking voor toepassing van de bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18 indien de inkomsten enerzijds fiscaal gefacilieerd zijn

13 opgebouwd in de bronstaat België en anderzijds niet tegen het progressief tarief worden belast in de woonstaat Nederland. Aan beide voorwaarden is in het bijzonder voldaan voor pensioenkapitalen of afkoopwaarden van pensioensparen. Hierbij wordt opgemerkt dat laatstgenoemde inkomsten slechts belastbaar zijn in België als bronstaat op voorwaarde dat de EUR grens wordt overschreden (14). [(14) Cf. derde voorwaarde voor toepassing van de bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18.] Bij niet-overschrijding van laatstgenoemde grens blijft de hoofdregel van toepassing, met name belastingheffing in de woonstaat Nederland. De pensioenkapitalen of afkoopwaarden die in Nederland tegen progressief tarief worden belast, komen bijgevolg niet in aanmerking voor de bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18. Het betreft in het bijzonder pensioenkapitalen van pensioenfondsen, gratis pensioenen en bedrijfsleidersverzekeringen enerzijds en pensioenkapitalen of afkoopwaarden van groepsverzekeringen anderzijds. Indien echter de pensioenkapitalen of afkoopwaarden worden uitbetaald vóór de normale ingangsdatum, met name vóór de datum die in het desbetreffende contract is bepaald, mag België als bronstaat belasting heffen in toepassing van paragraaf 3 van artikel 18. Stel dat een inwoner van Nederland die in België is tewerkgesteld, op 58-jarige leeftijd met brugpensioen gaat. In het kader van zijn tewerkstelling is hij aangesloten bij een door zijn werkgever afgesloten groepsverzekering. In het groepsverzekeringscontract is bepaald dat betrokkene recht heeft op uitkeringen op het ogenblik dat hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Wanneer hij op het ogenblik van zijn brugpensionering op 58-jarige leeftijd opteert voor de uitbetaling van de groepsverzekering in de vorm van een kapitaal, is bijgevolg paragraaf 3 van artikel 18 van toepassing. Voor de toepassing van de in paragraaf 3 voorziene bronstaatheffing is de contractuele datum determinerend en niet de datum van brugpensionering. 44. De aandacht wordt erop gevestigd dat kapitalen of afkoopwaarden van individuele levensverzekeringen niet vallen onder de toepassing van artikel 18 van het Verdrag, maar artikel 21. Overeenkomstig de bepalingen van laatstgenoemd artikel zijn dergelijke inkomsten exclusief belastbaar in de woonstaat Nederland mits de woonstaat ook effectief belasting heft. In geval in Nederland geen effectieve belastingheffing plaatsvindt, kan België als bronstaat belasting heffen. Indien ingevolge het overgangsrecht een gehele of gedeeltelijke vrijstelling geldt in Nederland, kan België bijgevolg belasting heffen. Met "overgangsrecht" wordt bedoeld het in de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 opgenomen recht dat betrekking heeft op de overgang van de Wet inkomstenbelasting 1964 naar de Wet inkomstenbelasting Wat betreft pensioenen en uitkeringen ter uitvoering van een stelsel inzake sociale zekerheid (cf. rubriek II in de staalkaart) geldt als uitgangspunt dat de heffingsbevoegdheid is toegekend aan Nederland als woonstaat overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf b. Dergelijke inkomsten komen niet in aanmerking voor de toepassing van de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing aangezien de inkomsten in de woonstaat Nederland tegen het progressief tarief worden belast. Bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen kunnen echter belastbaar zijn in België in toepassing van de uitzonderingsregel vervat in paragraaf 6 van artikel 18. Het betreft inzonderheid de volgende wettelijke uitkeringen: ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen (met name het deel werkloosheidsuitkering) en vergoedingen wegens gedeeltelijke (tijdelijke of blijvende) ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten. 46. Tenslotte, wat betreft de extra-wettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale zekerheid, met name de vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongevallen of beroepsziekten, dient met het oog op de toekenning van de heffingsbevoegdheid een onderscheid te worden gemaakt naargelang de dienstbetrekking al dan niet is stopgezet.

14 Bij stopzetting van de dienstbetrekking ressorteert laatstgenoemde vergoeding onder de toepassing van artikel 18 van het Verdrag. Aangezien de in paragraaf 2 van artikel 18 voorziene bronstaatheffing niet van toepassing kan zijn vermits de vergoeding in de woonstaat Nederland tegen het progressief tarief wordt belast, is steeds de hoofdregel van toepassing met name belastingheffing in de woonstaat Nederland. Tevens wordt opgemerkt dat de uitzonderingsregel vervat in paragraaf 6 van artikel 18 niet van toepassing is voor extra-wettelijke uitkeringen ter aanvulling van de sociale zekerheid. In geval van niet-stopzetting van de dienstbetrekking, daarentegen, is artikel 15 van het Verdrag van toepassing. Overeenkomstig de bepalingen van laatstgenoemd artikel is België als werkstaat heffingsbevoegd behoudens de in artikel 15 voorziene uitzonderingen, met name de 183- dagenregel en de uitzonderingsregel voor een dienstbetrekking aan boord van een schip, binnenschip of luchtvaartuig. 6. Bedrijfsvoorheffing 47. Wanneer uit de staalkaart blijkt dat België heffingsbevoegd is als bronstaat respectievelijk werkstaat, is de schuldenaar van het inkomen eveneens onderworpen aan de regels die gelden inzake bedrijfsvoorheffing. Terzake gelden de regels die zijn opgenomen in Bijlage III bij het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen D. Toelichting bij de staalkaart met betrekking tot inkomsten van Nederlandse oorsprong In de staalkaart die als bijlage 3 is toegevoegd aan onderhavige circulaire en die betrekking heeft op grensoverschrijdende situaties waarbij inkomsten van Nederlandse oorsprong worden toegekend aan inwoners van België, is Nederland "bronstaat" en België "woonstaat ". 1. Aard van het inkomen 48. De inkomsten van Nederlandse oorsprong zijn, naargelang de aard van het inkomen, in de staalkaart onderverdeeld in de volgende vier rubrieken. I. Pensioenen Terzake gaat het om de volgende pensioenen van Nederlandse oorsprong: collectieve pensioenen bij pensioenfondsen uitkeringen uit B polissen uitkeringen uit C polissen eigen beheer beroepspensioenregeling De uitdrukkingen B- en C polissen stammen uit de Nederlandse Pensioen- en spaarfondsenwet. Artikel 1, vierde lid, onderdeel b biedt een werkgever de mogelijkheid een overeenkomst tot collectieve pensioenvoorzieningen met een gekwalificeerde verzekeraar af te sluiten. Artikel 1, vierde lid, onderdeel c anderdeels, strekt ertoe de mogelijkheid te bieden dat personen verbonden aan een onderneming door hun werkgever geheel of ten dele in staat worden gesteld individueel een overeenkomst ter verzekering van hun pensioen met een verzekeraar af te sluiten. B-polissen zijn derhalve op collectieve basis gevormd en C-polissen op individuele basis. Pensioenen in eigen beheer zijn pensioentoezeggingen vanwege een werkgever (NV of BV) aan personen verbonden aan zijn onderneming die houder zijn van aandelen welke ten minste 10 percent van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Het betreft de in eigen beheer gehouden pensioentoezeggingen die zijn bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel c van de voormelde Pensioen- en spaarfondsenwet (het betreft hoofdzakelijk door directeuren/aandeelhouders bij hun eigen vennootschap gevormde pensioenen). Pensioenen in het kader van een " beroepspensioenregeling" zijn pensioenen betaald in het kader van een verplichte regeling die van toepassing is voor bepaalde vrije beroepen (zoals advocaten, apothekers, artsen, enz ). II. Lijfrenten Volgens de Nederlandse belastingwet is een lijfrente een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij

15 overlijden, welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid kan dienen. Naargelang de soort verzekerde uitkering, worden in de staalkaart volgende lijfrenten onderscheiden : oudedagslijfrente; nabestaandenlijfrente; lijfrente voor invalide kinderen. III. Particuliere verzekeringen Hiermee worden bedoeld particuliere verzekeringen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval. IV. Sociale zekerheid Het betreft pensioenen en uitkeringen die overeenkomstig de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving worden toegekend op grond van de hierna volgende wetten. AAW Anw AOW Wajong WAO WAZ WW ZW Algemene arbeidsongeschiktheidswet Algemene nabestaandenwet Algemene ouderdomswet Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Werkloosheidswet Ziektewet Opmerking In de staalkaart wordt met de term "reguliere termijnen" een periodieke uitkering bedoeld. 2. Loonbelastingkaart 49. Voor elk in de staalkaart opgenomen inkomen wordt gepreciseerd onder welke code het inkomen vermeld is op de loonbelastingkaart (in de staalkaart afgekort als "LBkaart"). 3. Fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat 50. Met betrekking tot de voorwaarde van fiscale faciliëring bij opbouw in de bronstaat, wordt opgemerkt dat deze voorwaarde enkel geldt voor de in artikel 18 bedoelde inkomsten eerste categorie (zie punt II hierboven) en niet van toepassing is voor de overige inkomsten, zoals met name de in artikel 18 bedoelde inkomsten tweede categorie evenals de inkomsten die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 21 van het Verdrag. Dit wordt in de staalkaart aangeduid door middel van de afkorting "n.v.t." (d.w.z. niet van toepassing). 4. Fiscale behandeling bij uitkering in de woonstaat 51. Aan de tweede voorwaarde voor de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing is in het geval van België in principe voldaan indien de inkomsten van Nederlandse oorsprong in België hetzij afzonderlijk belastbaar zijn in toepassing van artikel 171 WIB 92, hetzij niet belastbaar zijn. 52. Wat betreft C polissen die in het individueel voordeel van de werknemers zijn gesloten en die naar Belgische normen worden gelijkgesteld met een individueel levensverzekeringscontract, zijn de uitkeringen hiervan in België niet belastbaar en dit om de hierna vermelde reden. Kapitalen, afkoopwaarden en renten van individuele levensverzekeringscontracten zijn in België slechts belastbaar indien minstens één van de erop betrekking hebbende premies ten name van de verzekerde van het belastbare inkomen in mindering is gebracht of tot een belastingvermindering aanleiding heeft gegeven. Aangezien dit voor de premies die aan een in Nederland gevestigde maatschappij zijn betaald, niet het geval kan zijn (in de huidige stand van de Belgische interne wetgeving dienen de premies daartoe immers aan een in België gevestigde maatschappij te zijn betaald), zijn de uitkeringen niet belastbaar. 53. Pensioenen van collectieve pensioenregelingen (uitkeringen uit B polissen en pensioenfondsen) en van pensioenregelingen in eigen beheer worden geacht in principe pensioenen te zijn die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid, zodat deze overeenkomstig artikel 34, 1, 1 WIB 92 als pensioen belastbaar zijn.

16 54. Voor wat betreft de in de staalkaart vermelde lijfrenten van Nederlandse oorsprong - met name oudedagslijfrenten, nabestaandenlijfrenten en lijfrenten voor invalide kinderen - die gevormd zijn met premies, zijn de uitkeringen in België niet belastbaar en dit om dezelfde reden als hiervoor is aangehaald met betrekking tot de uitkeringen uit C polissen. 55. Wat betreft de in de staalkaart vermelde inkomsten van Nederlandse oorsprong die in België belastbaar zijn tegen het progressief tarief, heeft Nederland geen heffingsbevoegdheid als bronstaat. 5. Conclusie met betrekking tot de heffingsbevoegdheid 56. Met betrekking tot de pensioenen van Nederlandse oorsprong vermeld in rubriek I van de staalkaart, geldt als uitgangspunt een woonstaatheffing d.b. dat België als woonstaat belasting mag heffen onder voorbehoud van de eventuele toepassing van de verdragsbepalingen betreffende de vermijding van dubbele belasting (zie punt V hiervoor). 57. Dergelijke uitkeringen kunnen in aanmerking komen voor de in paragraaf 2 van artikel 18 bedoelde bronstaatheffing indien de pensioenen in de bronstaat Nederland fiscaal gefacilieerd zijn opgebouwd en bij uitkering in de woonstaat België niet tegen het progressief tarief belastbaar zijn. Aan beide voorwaarden is voldaan voor de volgende inkomsten : afkoopwaarden van collectieve pensioenen bij pensioenfondsen en B polissen, van pensioenregelingen in eigen beheer en beroepspensioenregelingen (indien vereffening op bepaalde tijdstippen); uitkeringen uit C polissen (zowel reguliere termijnen als afkoopwaarden). Hierbij wordt opgemerkt dat laatstgenoemde inkomsten slechts belastbaar zijn in de bronstaat Nederland op voorwaarde dat de EUR grens wordt overschreden (15). [(15) Cf. derde voorwaarde voor toepasssing van de bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18.] Bij niet-overschrijding van de EUR grens blijft de hoofdregel van toepassing, met name belastingheffing in de woonstaat België. 58. Indien echter de in rubriek I van de staalkaart vermelde pensioenen van Nederlandse oorsprong worden afgekocht vóór de normale ingangsdatum, met name vóór de datum die in het desbetreffende contract is bepaald, mag Nederland als bronstaat belasting heffen in toepassing van paragraaf 3 van artikel 18. De aandacht wordt erop gevestigd dat sinds 5 februari 1994 in Nederland een afkoopverbod geldt voor collectieve pensioenen bij pensioenfondsen, pensioenen in de vorm van B- en C-polissen en pensioenen in eigen beheer. 59.Voor lijfrenten van Nederlandse oorsprong geldt als uitgangspunt eveneens een woonstaatheffing. Dit betekent dat België als woonstaat belasting mag heffen. Nederlandse lijfrenten komen ook in aanmerking voor de in paragraaf 2 van artikel 18 bedoelde bronstaatheffing aangezien lijfrenten fiscaal gefacilieerd zijn opgebouwd in de bronstaat Nederland (met uitzondering van de niet gefacilieerde lijfrenten zoals vermeld in rubriek II.1.c in de staalkaart) en in de woonstaat België niet belastbaar zijn. Uiteraard dient ook in dit geval aan de EUR grens te zijn voldaan. Indien echter de lijfrenten worden afgekocht vóór het eerste van de in paragraaf 7 van artikel 18 bedoelde tijdstippen, mag Nederland als bronstaat belasting heffen in toepassing van de bepalingen van paragraaf 3 van artikel 18 ongeacht het feit of de voorwaarden voor bronstaatheffing als bedoeld in artikel 18 paragraaf 2 zijn vervuld. 60. Met betrekking tot particuliere verzekeringen van Nederlandse oorsprong, dient met het oog op de belastingheffing een onderscheid te worden gemaakt tussen uitkeringen in de vorm van termijnen enerzijds en kapitaaluitkeringen anderzijds. Voor eerstgenoemde uitkeringen (termijnen) geldt als uitgangspunt een woonstaatheffing.

17 De uitkeringen die in de woonstaat België niet tegen het progressief tarief belastbaar zijn, komen in aanmerking voor de in paragraaf 2 van artikel 18 bedoelde bronstaatheffing op voorwaarde dat de EUR grens wordt overschreden. De kapitaaluitkeringen daarentegen vallen onder de toepassing van artikel 21 van het Verdrag. Op grond van de bepalingen van laatstgenoemd artikel wordt de heffingsbevoegdheid toegekend aan België als woonstaat. 61.Wat betreft pensioenen en uitkeringen ter uitvoering van een stelsel inzake sociale zekerheid (cf. rubriek IV in de staalkaart) geldt als uitgangspunt dat de heffingsbevoegdheid is toegekend aan België als woonstaat overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf b van het Verdrag. Laatstgenoemde pensioenen en uitkeringen komen niet in aanmerking voor de toepassing van de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing aangezien deze inkomsten in de woonstaat België belast worden tegen het progressief tarief. Bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen zijn echter belastbaar in Nederland in toepassing van de uitzonderingsregel vervat in paragraaf 6 van artikel 18. Het betreft in het bijzonder de uitkeringen toegekend in het kader van de WW (Werkloosheidswet), ZW (Ziektewet) en WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). Opmerking 62. Voor wat betreft de inkomsten van Nederlandse oorsprong waarop de in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing van toepassing is en die een periodiek karakter dragen, wordt hierbij opgemerkt dat die inkomsten gedurende de twee kalenderjaren na de inwerkingtreding van het Verdrag in de bronstaat Nederland worden vrijgesteld ingevolge het amendement (16) op de Nederlandse goedkeuringswet (zie "punt V. Vermijding dubbele belasting" hiervoor). [(16) Toegevoegd als bijlage 4 bij onderhavige circulaire.] E. Bijzondere gevallen 1. Opzeggingsvergoeding 63. Inwoners van België die een opzeggingsvergoeding worden toegekend door hun Nederlandse werkgever, kunnen - naast de mogelijkheid om de opzeggingsvergoeding contant te laten uitkeren ervoor opteren om de opzeggingsvergoeding door de werkgever te laten storten bij een verzekeringsinstelling als koopsompremie in het kader van een lijfrenteverzekering. 64. De fiscale consequenties van beide mogelijkheden worden hierna toegelicht. Mogelijkheid 1: Contante uitbetaling van opzeggingsvergoeding 65. Ingeval de opzeggingsvergoeding contant wordt uitgekeerd, is Nederland als werkstaat heffingsbevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van het Verdrag. Overeenkomstig artikel 23, paragraaf 1, a van het Verdrag, is dit inkomen in België vrijgesteld van belasting mits het in Nederland effectief is belast. Volgens diezelfde bepaling mag dit vrijgesteld inkomen in België in aanmerking worden genomen bij het bepalen van het belastingtarief dat van toepassing is op de overige in België belastbare inkomsten (vrijstelling met progressievoorbehoud). Bijgevolg moet dit inkomen in de Belgische aangifte in de personenbelasting worden aangegeven als een in het buitenland behaald inkomen. Indien betrokkene dus opteert voor de contante uitbetaling van de opzeggingsvergoeding is die vergoeding in principe in Nederland belastbaar en mag België dit inkomen enkel in aanmerking nemen voor de toepassing van het bovenvermelde progressievoorbehoud. Mogelijkheid 2 : Opzeggingsvergoeding wordt gestort in kader van lijfrenteverzekering 66. In deze hypothese moet een onderscheid worden gemaakt tussen twee afzonderlijke belastbare feiten. 67. Het eerste belastbaar feit vormt de toekenning van de opzeggingsvergoeding. Zoals hierboven reeds werd vermeld, is Nederland krachtens artikel 15 van het Verdrag als werkstaat heffingsbevoegd en dient België als woonstaat dit inkomen vrij te stellen in toepassing van artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag indien dit inkomen effectief is belast in Nederland.

18 Indien de opzeggingsvergoeding niet contant wordt uitbetaald, maar wordt vervangen door een recht op periodieke uitkeringen (zoals het storten van een opzeggingsvergoeding in het kader van een lijfrenteverzekering, de aankoop van een "stamrecht" (17)) vindt er op het ogenblik van toekenning van het recht (aanspraak) echter geen belastingheffing plaats volgens de interne Nederlandse wetgeving. De belastingheffing met betrekking tot de opzeggingsvergoeding wordt aldus uitgesteld en niet het bedrag van de opzeggingsvergoeding wordt belast, maar de periodieke uitkeringen uit de lijfrenteverzekering. [(17) Een "stamrecht" is een aanspraak op periodieke uitkeringen dat in principe bij een verzekeringsmaatschappij wordt aangekocht.] De opzeggingsvergoeding wordt derhalve niet effectief belast in Nederland en bijgevolg mag België dit inkomen belasten in toepassing van artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag. 68. Het tweede belastbaar feit ontstaat op het ogenblik van de uitkeringen uit de lijfrenteverzekering. 69. Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang de periodieke uitkeringen al dan niet voldoen aan de definitie van lijfrente als bedoeld in paragraaf 7 van artikel 18 van het Verdrag. 1. Eerste hypothese 70. In de veronderstelling dat de periodieke uitkeringen voldoen aan de definitie van lijfrente zoals bepaald in paragraaf 7 van artikel 18, geldt als uitgangspunt dat de periodieke uitkeringen belastbaar zijn in de woonplaatsstaat, in casu België, in toepassing van artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf a. 1.1 Overschrijding EUR grens De periodieke uitkeringen komen ook in aanmerking voor de bronstaatheffing zoals bepaald in paragraaf 2 van artikel 18 op voorwaarde dat de EUR grens wordt overschreden (18). [(18) Cf. derde voorwaarde voor toepassing van de in paragraaf 2 van artikel 18 voorziene bronstaatheffing.] In geval van overschrijding van de EUR grens is Nederland in principe ook heffingsbevoegd. De lijfrente-uitkeringen zijn in dat geval in Nederland belastbaar tegen het progressief tarief (zie ook opmerking sub D.5. hiervoor). 1.2 Niet-overschrijding EUR grens Bij niet-overschrijding van de EUR grens, is België als woonstaat exclusief heffingsbevoegd in toepassing van artikel 18, paragraaf 1, subparagraaf a van het Verdrag. De lijfrente-uitkering is belastbaar als roerend inkomen op grond van de artikelen 17 1, 4 en 20 WIB 92. Laatstgenoemd artikel bepaalt dat het belastbaar bedrag wordt vastgesteld op 3% van het afgestane kapitaal. Dergelijk roerend inkomen wordt belast aan het afzonderlijk tarief van 15 procent, in toepassing van artikel 171, 2 bis (a) WIB 92 (19). [(19) Het tarief van 15 procent is enkel van toepassing op de vanaf 1 maart 1990 gesloten overeenkomsten. De inkomsten uit overeenkomsten gesloten vóór 1 maart 1990 zijn belastbaar tegen het tarief van 25 procent overeenkomstig artikel 519 WIB 92.] In dit geval wordt enkel het deel dat het roerend inkomen vertegenwoordigt, belast. Het deel van de lijfrente dat bestaat uit terugbetaling van het afgestane kapitaal heeft reeds zijn belastingregime ondergaan op de ogenblik van de afstand ervan en wordt bijgevolg niet meer belast op het ogenblik van de periodieke uitkering. 2. Tweede hypothese 71. In de veronderstelling dat de periodieke uitkeringen niet voldoen aan de definitie van lijfrente zoals bepaald in paragraaf 7 van artikel 18 van het Verdrag (bijvoorbeeld indien het geen vaste som betreft), wordt de aandacht erop gevestigd dat de Belgische en Nederlandse belastingautoriteiten hieromtrent momenteel een verschillend standpunt innemen.

19 De Belgische belastingadministratie is van oordeel dat dergelijke uitkeringen ressorteren onder de toepassing van artikel 21 van het Verdrag en dat bijgevolg België als woonstaat heffingsbevoegd is. De Nederlandse belastingadministratie is daarentegen van mening dat artikel 15 van het Verdrag van toepassing is en de heffingsbevoegdheid derhalve aan Nederland als werkstaat is toegekend. Dergelijke situaties kunnen in voorkomend geval aanleiding geven tot toepassing van de procedure voor onderling overleg overeenkomstig artikel 28 van het Verdrag. 2. Uitkering in het kader van "VROM-B" regeling 72. Met "VROM-B" regeling wordt bedoeld "Vertrekregeling voor in België woonachtige oudere medewerkers van Philips, werkzaam in Nederland".Het betreft hier uitkeringen ter aanvulling van de Belgische werkloosheidsuitkering die voor zover en zolang betrokkene werkloos is in de zin van de Belgische werkloosheidswetgeving Philips Nederland jaarlijks verstrekt tot de voor betrokkene geldende pensioengerechtigde leeftijd. 73. Wat de verdragsrechtelijke kwalificatie betreft, vallen de uitkeringen die in het kader van de "VROM-B" regeling worden toegekend onder het toepassingsgebied van artikel 18 van het Verdrag aangezien de dienstbetrekking is beëindigd. 74. Naar analogie met wettelijke brugpensioenen van Belgische oorsprong, met name het deel betaald door de werkgever, vallen de uitkeringen in het kader van de "VROM-B"-regeling onder de toepassing van paragraaf 1, subparagraaf a van artikel 18 van het Verdrag. Overeenkomstig laatstvermelde verdragsbepalingen wordt de heffingsbevoegdheid met betrekking tot deze uitkeringen toegekend aan België als woonstaat. Uitkeringen in het kader van de "VROM-B" regeling komen niet in aanmerking voor de toepassing van de in paragraaf 2 van artikel 18 voorziene belastingheffing in de bronstaat Nederland aangezien de uitkeringen in de woonstaat België belastbaar zijn tegen de normale progressieve tarieven. VII. VOORBEELDEN De voorbeelden hierna betreffen uitkeringen waarvan de rechten gedeeltelijk zijn opgebouwd onder het belastingverdrag van 19 oktober 1970, en gedeeltelijk onder het nieuwe belastingverdrag. Casus 1 : Belgische groepsverzekering 75. Een inwoner van Nederland is sedert 1990 in België tewerkgesteld. Zijn Belgische werkgever heeft van bij de aanvang van de tewerkstelling van betrokkene bijdragen gestort in het kader van een in België afgesloten groepsverzekering. Het groepsverzekeringscontract gaat in op 31 december De maandelijkse rente bedraagt EUR, hetzij EUR op jaarbasis. 76. Wat betreft de fiscale consequenties van de uitkeringen uit de groepsverzekering, dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang de werknemer overeenkomstig de bepalingen van het oud Verdrag al dan niet in aanmerking kwam voor het statuut van grensarbeider. I. Betrokkene had het statuut van grensarbeider onder het oud Verdrag (normaliter inkomsten tot en met 2002) 77. Indien betrokkene opteert voor een uitkering in de vorm van een rente, is steeds de woonstaat Nederland heffingsbevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, paragraaf 1. België heeft geen heffingsbevoegdheid als bronstaat op grond van paragraaf 2 omdat één van de voorwaarden niet is voldaan : groepsverzekeringen die worden uitgekeerd in de vorm van een rente zijn in Nederland belastbaar tegen het progressief tarief. 78. In geval de groepsverzekering in de vorm van een kapitaal wordt uitgekeerd op de normale contractdatum (in casu 31 december 2005), is de woonstaat Nederland heffingsbevoegd in toepassing van artikel 18, paragraaf 1. De in paragraaf 2 voorziene bronstaatheffing is niet van toepassing aangezien kapitaaluitkeringen van een groepsverzekering in Nederland belastbaar zijn tegen het progressief tarief.

20 79. Indien betrokkene ervoor opteert om het pensioenkapitaal te laten uitbetalen vóór de normale ingangsdatum, met name vóór 31 december 2005, is de bronstaatheffing als bedoeld in paragraaf 3 van artikel 18 van toepassing. In toepassing van de in paragraaf 4 van artikel 18 voorziene "bronregel" of "sourcing-rule" wordt het pensioenkapitaal geacht afkomstig te zijn uit, enerzijds, Nederland voor wat betreft het deel dat is opgebouwd vóór 1 januari 2003 (d.i. tijdens de periode dat betrokkene het statuut van grensarbeider had en derhalve belastbaar was in de woonstaat Nederland) en anderzijds, België voor wat betreft het pensioenkapitaal dat is opgebouwd vanaf 1 januari 2003 (d.i. tijdens de periode dat betrokkene in de werkstaat België belastbaar is ingevolge de opheffing van de grensarbeidersregeling onder het nieuwe Verdrag). Uit de samenlezing van de paragrafen 3 en 4 van artikel 18 van het Verdrag en de in artikel 18 gehanteerde uitdrukking "indien en voor zover" dient een omdeling (volgens de regel van 3) te worden gedaan van het pensioenkapitaal. In de veronderstelling dat het pensioenkapitaal wordt uitbetaald op 31 december 2004, is enerzijds Nederland heffingsbevoegd ten belope van twaalf veertienden (d.i. de periode van 1 januari 1990 tot 31 december 2002) en, anderzijds, België ten belope van twee veertienden (d.i. de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004). II. Betrokkene had niet het statuut van grensarbeider onder het oud Verdrag 80. Indien betrokkene opteert voor een uitkering in de vorm van een rente, is steeds de woonstaat Nederland heffingsbevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, paragraaf 1. België heeft geen heffingsbevoegdheid als bronstaat op grond van paragraaf 2 omdat één van de voorwaarden niet is voldaan : groepsverzekeringen die worden uitgekeerd in de vorm van een rente zijn in Nederland belastbaar tegen het progressief tarief. 81. In geval de groepsverzekering in de vorm van een kapitaal wordt uitgekeerd op de normale contractdatum (in casu 31 december 2005), is de woonstaat Nederland heffingsbevoegd in toepassing van artikel 18, paragraaf 1. België heeft geen heffingsbevoegdheid op grond van paragraaf 2 aangezien één van de voorwaarden niet is voldaan : groepsverzekeringen die worden uitgekeerd in de vorm van een kapitaal zijn in Nederland belastbaar tegen het progressief tarief. 82. Indien betrokkene ervoor opteert om het pensioenkapitaal te laten uitbetalen vóór de normale ingangsdatum, met name vóór 31 december 2005, is de bronstaatheffing als bedoeld in paragraaf 3 van artikel 18 van toepassing. In toepassing van de in paragraaf 4 van artikel 18 voorziene "bronregel" of "sourcing-rule" wordt het pensioenkapitaal geacht afkomstig te zijn uit België in zoverre aldaar fiscale faciliëring is genoten. In tegenstelling tot de situatie waarbij betrokkene het statuut van grensarbeider had, dient hier geen omdeling te worden gedaan van het pensioenkapitaal en is bijgevolg het totale pensioenkapitaal belastbaar in België. Casus 2 : Nederlandse B-polis 83. Een inwoner van België is sedert 1990 in Nederland tewerkgesteld. Zijn Nederlandse werkgever heeft van bij de aanvang van de tewerkstelling van betrokkene bijdragen gestort in het kader van een B-polis. In het contract is bepaald dat de B-polis ingaat op 31 december De maandelijkse rente bedraagt EUR, hetzij EUR op jaarbasis. 84. Wat betreft de fiscale consequenties van de uitkeringen uit de B-polis, dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang de werknemer overeenkomstig de bepalingen van het oud Verdrag al dan niet het statuut van grensarbeider had. I. Betrokkene had het statuut van grensarbeider onder het oud Verdrag (normaliter inkomsten tot en met 2002) 85. Indien betrokkene opteert voor een uitkering in de vorm van een reguliere termijn, is steeds de woonstaat België heffingsbevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, paragraaf 1. Nederland heeft geen heffingsbevoegdheid op grond van paragraaf 2 omdat één van de

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/567.657 (AOIF 7/2008). BEROEPSINKOMEN. Anciënniteitspremie. Bezoldiging. Sociaal voordeel. Vrijgesteld inkomen.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/575.580 (AOIF 33/2007). Bericht aan de vennootschappen.. Zelfstandige bedrijfsleider. Sociaal voordeel aan het personeel.. Voordeel van alle

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/582.830 (AOIF 17/2008). AFTREKBARE BESTEDING. Aftrek voor enige eigen woning. INTEREST VAN EEN HYPOTHECAIRE LENING.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Voorafgaande beslissing nr. 700.096. Personenbelasting.Vrijgesteld inkomen. Sociaal voordeel aan het personeel. Thuisoppas van zieke kinderen. Beroepskosten. Niet-aftrekbare

Nadere informatie

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Voorafgaande beslissing 400.374. Interest. Afkoopwaarde. Kapitaal. Levensverzekering. Beleggingsfonds. Datum 21 april 2005 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden gen dan 1.990 EUR per jaar (2.080 EUR voor aanslagjaar 2010). Dat jaarbedrag wordt verminderd in verhouding tot de dagen van aansluiting tijdens hetzelfde jaar bij een pensioenstelsel 922. Afdeling 6.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling De Staatssecretaris van Financiën Onderwerp Nota van Toelichting bij het Besluit tot wijziging van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 in verband met de samenloop met het belastingverdrag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2018 F.16.0062.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.16.0062.N 1. A.B. 2. N.B., 3. K.B. eisers, bijgestaan door mr. Jan Bouly, advocaat bij de balie Limburg, met kantoor te 3920 Lommel,

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Deloitte & Touche www.deloitte.com Onderwerp Het nieuwe Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag: nieuwigheden voor natuurlijke personen Datum augustus 2003 Copyright and disclaimer Gelieve er

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER

Nadere informatie

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever. Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Directie I/5B Circulaire nr. Ci.RH.241/608.543 (AAFisc Nr. 27/2011) dd. 23.05.2011 Personenbelasting Beroepsinkomen Anciënniteitspremie Vrijgesteld

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

De individuele pensioentoezegging

De individuele pensioentoezegging CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 De individuele pensioentoezegging info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com I WAT IS EEN INDIVIDUELE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2017 F.15.0119.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.15.0119.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Bureau voor Belgische Zaken Onderwerp Sociale verzekeringen in Nederland voor in België gevestigde werkgevers Datum juli 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud

Nadere informatie

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE EN DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING

Nadere informatie

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen. Algemene administratie van de FISCALITIT - Centrale diensten Directie I/5A Circulaire nr. Ci.RH.332/604.868 (AOIF Nr. 67/2010) dd 03.11.2010 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend pensioen

Nadere informatie

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden. 8. PENSIOENPLAN Algemeen De vennootschap kan in het voordeel van de bedrijfsleider een extrawettelijk pensioen opbouwen en de lasten hiervan als beroepskost aanmerken. Zij kan dit echter niet onbeperkt.

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Onderwerp Aanvullende pensioenen voor zelfstandigen. Datum 22 december 2003 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

De bedrijfsleidersverzekering is een levensverzekering gesloten door een onderneming in haar eigen voordeel, op het hoofd van een bedrijfsleider.

De bedrijfsleidersverzekering is een levensverzekering gesloten door een onderneming in haar eigen voordeel, op het hoofd van een bedrijfsleider. Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 www.claeysengels.be info@claeysengels.be DE BEDRIJFSLEIDERSVERZEKERING www.iuslaboris.com De bedrijfsleidersverzekering is een levensverzekering

Nadere informatie

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Pensioenfonds info@claeysengels.be www.claeysengels.be Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) www.iuslaboris.com

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van

Nadere informatie

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2007, nr. IFZ 2007/754M, Stcrt. nr.

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2007, nr. IFZ 2007/754M, Stcrt. nr. Regeling voor de toepassing van het Nederlands-Duitse belastingverdrag met betrekking tot de toedeling van het recht tot belastingheffing over aan werknemers betaalde afkoopsommen 1 Regeling voor de toepassing

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B.M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 FEBRUARI 2016 F.13.0155.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0155.N W. H., eiser, met als raadsman mr. Jo Boes, advocaat bij de balie te Hasselt, met kantoor te 3583 Paal, Paalsesteenweg 296/1,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling M&D Seminars Onderwerp Studiedag beleggingsverzekeringen - meerkeuzevragenlijst Datum 18 september 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.332/583.327 (AOIF Nr. 42/2010). Personenbelasting. Beroepskosten. Voordeel van alle aard. Niet-aftrekbare

Nadere informatie

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te. Reglementnummer: Pagina 1 van 6 Artikel 1 Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever: gevestigd te. Deelnemer: Partner/Echtgenoot: Spaarloon: Bank: de werknemer, die deelneemt

Nadere informatie

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen.

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen. CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 De groepsverzekering info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com I WAT IS EEN GROEPSVERZEKERING?

Nadere informatie

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Ministerie van Justitie Onderwerp Wet betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen. Datum 15 juli 1998 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur My Lawyer Info Monard-D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De betaling van loon Datum 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Auteur. Bureau voor Belgische Zaken. Onderwerp. Copyright and disclaimer

Auteur. Bureau voor Belgische Zaken. Onderwerp. Copyright and disclaimer Auteur Bureau voor Belgische Zaken Onderwerp Sociale verzekeringen voor personen die wonen in België wonen en een uitkering uit Nederland ontvangen Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen

Nadere informatie

AANVULLENDE OVEREENKOMST

AANVULLENDE OVEREENKOMST AANVULLENDE OVEREENKOMST TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE FEDERATIEVE REPUBLIEK BRAZILIË TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT REGELING VAN SOMMIGE ANDERE AANGELEGENHEDEN

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci. RH 331/598.621 (AOIF 37/2010). Personenbelasting. Kind ten laste. Alleenstaande belastingplichtige met kind.

Nadere informatie

Onderwerp. Copyright and disclaimer

Onderwerp. Copyright and disclaimer Onderwerp Ontvangen reacties op ontwerp-advies 126/18 Aanschaffingswaarde bij inbreng in natura Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn

Nadere informatie

CAPIPLAN 1. Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Waarborgen

CAPIPLAN 1. Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Waarborgen CAPIPLAN 1 Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Waarborgen Hoofdwaarborg Bij leven van de verzekerde op de einddatum: Het contract waarborgt de betaling van de

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 615 Goedkeuring van het op 12 april 2012 te Berlijn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland

Nadere informatie

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Startbaanverplichting kan verlicht worden door het aanbieden van stageplaatsen Datum 5 maart 2010 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Geschenken, geschenkcheques en premies

Geschenken, geschenkcheques en premies CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Geschenken, geschenkcheques en premies info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De werkgever

Nadere informatie

Gewaarborgd Inkomen: Luxe of noodzaak? Kempische Verzekeringskring. 22 oktober 2013 Dries Wouters

Gewaarborgd Inkomen: Luxe of noodzaak? Kempische Verzekeringskring. 22 oktober 2013 Dries Wouters Gewaarborgd Inkomen: Luxe of noodzaak? Kempische Verzekeringskring 22 oktober 2013 Dries Wouters ERGO slide master 2010 1 Sociale zekerheid 2 Financiering van de sociale zekerheid Werknemers 3 Financiering

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën.  Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire AFZ/INTERN.IB.2006/0549. Belasting van niet-inwoners Vennootschappen. Vennootschapsbelasting. Dividend. Definitief belast

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING INZAKE BELASTINGEN

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007. Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007. Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007 Gelet dat de Commissie voor aanvullende pensioenen, samengesteld krachtens art. 53 van de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende

Nadere informatie

De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.

De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert. Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Dienst Personenbelasting Circulaire nr. Ci.RH.332/621.312 (AAFisc Nr. 13/2013) dd. 23.04.2013 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Brussel Onderwerp Fiscaal recht. Internationaal belastingsrecht. Toepassing art. 19 DBV. Belastbaarheid in de bronstaat. Vrijstelling in België Datum 05 februari 2009 Copyright

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen: Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH Inhoudsopgave Artikel Titel 1. Algemene bepalingen 1 2. Deelnemers 1 3. Jaarsalaris 2 4. Arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B. M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten om

Nadere informatie

Werken in. Duitsland. Wonen in België. Uw toestand op fiscaal vlak in België

Werken in. Duitsland. Wonen in België. Uw toestand op fiscaal vlak in België Werken in Duitsland Wonen in België Deze brochure geeft informatie over de wijzigingen die de aanvullende Overeenkomst van 5/11/2002 bij de Belgisch- Duitse Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Einde Franstalige versie belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving ELI - Navigatie systeem via een

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid.

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid. CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Maaltijdcheques info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com Niet alle ondernemingen kunnen hun

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Verbeke Buitengewoon Hoogleraar Leuven, Antwerpen, Tilburg Advocaat Philippe & Partners Onderwerp Vruchtgebruik: creatief met rechthebbenden Datum 1999 Copyright and disclaimer Gelieve er

Nadere informatie

Nieuw verdrag Nederland Duitsland ITEM/GWO. 16 november 2016

Nieuw verdrag Nederland Duitsland ITEM/GWO. 16 november 2016 Nieuw verdrag Nederland Duitsland ITEM/GWO 16 november 2016 Inleiding Verdrag gesloten 12 april 2012 in Berlijn Duitse en Nederlands parlement hebben verdrag aangenomen In werking treding 1 januari 2016

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp De leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden voor SWT vanaf 1 januari 2015 Datum 16 januari 2015 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016

Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016 Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016 Op 12 april 2012 is een nieuw belastingverdrag ondertekend tussen Nederland en Duitsland (hierna: nieuw verdrag).

Nadere informatie

Capiplan. Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21 Waarborgen

Capiplan. Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21 Waarborgen Capiplan Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21 Waarborgen - In geval van leven van de verzekerde op de einddatum van het contract waarborgt het contract de betaling van de totale

Nadere informatie

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg, Administratieve schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de Sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 618 Wijziging van de Ziektewet, de WAO, de WW en enkele andere wetten in verband met het wegnemen van belemmeringen in sociale verzekeringswetten

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve.  Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Uw Belgisch of Duits pensioen in uw aangifte inkomstenbelasting

Uw Belgisch of Duits pensioen in uw aangifte inkomstenbelasting Uw Belgisch of Duits pensioen in uw aangifte inkomstenbelasting 1. Inleiding In Nederland wonen veel pensioengenieters die een deel van hun ouderdomspensioen ontvangen uit het buitenland. Genieters van

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Cel voor Financiële Informatieverwerking Onderwerp Toelichtingsnota bestemd voor advocaten Datum 24 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 253 HOOFDSTUK I ALGEMEEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

INKOMSTENBELASTING. Inkomstenbelasting Art. 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.

INKOMSTENBELASTING. Inkomstenbelasting Art. 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen. I INKOMSTENBELASTING Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001), Stb. 2000, 215, zoals laatstelijk gewijzigd op 30 december 2014, Stb. 2014, 196

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN DE A. Brief van de Bondsrepubliek Duitsland Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd... Bijlage 4 SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 847 Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014

Nadere informatie

CAPI 23 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN

CAPI 23 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN CAPI 23 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet op de premies gestort in het tak 21-gedeelte van het contract (Tak

Nadere informatie