Door inhoud verbonden. Jaarverslag TraumaNet AMC 2013

Transcriptie

1 Door inhoud verbonden Jaarverslag TraumaNet AMC 2013

2 Inhoudsopgave Inleiding Inleiding 3 1. Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) Koers Focusgroepen 6 2. Traumazorg Traumaregistratie Wetenschappelijk onderzoek Kenniscentrum Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) Aantoonbaar voorbereid Meerjarenbeleidsplan Intensivering samenwerking Behaalde doelen OTO Toolkit 17 Voor TraumaNet AMC was 2013 een jaar waarin in de volle breedte een beroep werd gedaan op haar/onze coördinerende en verbindende rol in de regio. Dit alles met maar één doelstelling, namelijk zorgen dat de acute patiënt nu en in de toekomst de juiste zorg op de juiste plaats op het juiste moment krijgt. De vraag of dat nu zo is werd het afgelopen jaar vaak gesteld. Directe aanleiding was de voorgenomen herinrichting acute zorg zoals in februari 2013 door Zorgverzekeraars Nederland werd verwoord in de notitie Kwaliteitsvisie Spoedeisende Zorg. Uitgangspunt van deze notitie is een concentratie van complexe spoedzorg, waarbij doelmatigheid en kwaliteit beter in balans zouden moeten zijn. Duidelijk is dat een herinrichting van acute zorg grote consequenties heeft voor het hele zorglandschap. Vandaar het belang en de rol van TraumaNet AMC als neutrale regisseur van de acute zorgketen. Juist in dit proces met vele belangen en meningen is de kracht en samenhang van het regionale netwerk van groot belang. Niet zonder reden is de titel van dit jaarverslag Door Inhoud Verbonden. Zorg voor de acute patiënt in alle omstandigheden is wat ons bindt. Dat geldt voor al onze drie kerntaken Traumazorg, ROAZ en Opgeschaalde zorg. Wij nemen als TraumaNet AMC hierbij een steeds zichtbaardere rol in die door betrokken partijen wordt erkend. Een grote mate van inbreng van professionals door het in kaart brengen van de acute zorgketen, definiëren van ketenkwaliteit, toetsen middels (zelf)evaluaties en visitaties en borgen van gemaakte afspraken zijn hierbij van groot belang. We denken dat TraumaNet AMC in 2013 een goed fundament heeft gelegd om op verder te bouwen. Een stevige basis die nodig is om de inrichting van ons netwerk van acute zorg verder te optimaliseren. Hoe dat er in de komende jaren uit gaat zien is nog niet duidelijk, maar dat er een en ander gaat veranderen is zeker. 4. ICT-projecten ImageHub Acuut Zorgportaal PR & Communicatie In dit jaarverslag willen we de ketenpartners en andere belangstellenden een beeld geven van alle activiteiten binnen de regio van TraumaNet AMC in 2013 die gericht waren op het verbeteren van de acute zorgketen, de bijzondere taken van de traumazorg en de zorg bij rampen en crises. In 2013 is een groot beroep gedaan op de medewerking van vele ketenpartners in onze regio. Onze waardering gaat uit naar allen die aan deze activiteiten een bijdrage hebben geleverd. Wij wensen u veel leesplezier. 6. Financiële verantwoording 22 Prof. dr. Carel Goslings ROAZ Medisch Hoofd TraumaNet AMC 7. Medewerkers Bureau TraumaNet AMC 23 Frank de Groot Manager TraumaNet AMC Trauma OTO 2 3

3 1. regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) In 2013 is verdere verdieping van de taakstelling van het ROAZ ingezet, waarbij het ROAZ vanuit de politiek en het zorglandschap steeds meer geaccepteerd wordt als een coördinerende en vormgevende partij. Dit werd heel duidelijk toen ZN in februari 2013 de kwaliteitsvisie Spoedeisende Zorg publiceerde, waarbij een herinrichting van het acuut zorglandschap werd voorgesteld. Gezien de grote gevolgen die een dergelijke verandering met zich meebrengt is dit onderwerp in verschillende ROAZ en geagendeerd. Het grote belang van een brede visie op een samenhangend acuut zorgaanbod en de mogelijke gevolgen voor alle ketenpartners werd daarbij goed duidelijk. 1.1 Koers De ketenpartners hebben de verantwoordelijkheden van het ROAZ scherper gedefinieerd. Wanneer dit wenselijk was zijn de activiteiten Het AMC heeft als traumacentrum in 2013, gezien de geografische en functionele samenhang, vanuit VWS de taak om het ROAZ in toenemende mate gericht op de hele provincie Noord-Holland (Regionaal Overleg Acute Zorg) en Flevoland en is de samenwerking met het Netwerk Acute Zorg, te initiëren. In het ROAZ maken regio VUmc versterkt. de aanbieders van acute zorg in regionaal verband afspraken Kwaliteit over (betere) samenwerking om Het nastreven van een kwalitatief goede acute zorgketen door de kwaliteit van de acute zorg doelgerichte samenwerking staat binnen het ROAZ centraal. te borgen en te verbeteren. Het Hiervoor zijn heldere kwaliteitscriteria noodzakelijk. Het ROAZ heeft belangrijkste doel van het ROAZ in de ontwikkeling hiervan een sturende rol. Het borgen van kwaliteit is om te zorgen dat een patiënt van de acute zorg in de regio is tevens een taak van het ROAZ. die acute zorg nodig heeft zo snel Het ROAZ neemt geen besluit over kwantiteit van het zorgaanbod, mogelijk op de juiste plaats de maar gaat wel over de impact die dergelijke veranderingen hebben juiste zorg ontvangt. binnen de regio. Structuur Om de ROAZ vergaderingen vanuit een bredere agendacommissie voor te bereiden en de voortgang te bewaken is voorgesteld om een dagelijks bestuur te formeren, dat bestaat uit een representatieve vertegenwoordiging van de ketenpartners. Het ROAZ heeft met dit voorstel ingestemd, waardoor er vanaf begin 2013 een dagelijks bestuur is ingesteld. De ketenpartners hebben hun samenwerkingsafspraken medio juni vastgelegd in een convenant met bijbehorend huishoudelijk regelement. Dit convenant zal medio 2016 worden herzien. Besluitvorming In het ROAZ vindt besluitvorming plaats. Om dit effectief te laten verlopen, zullen besluiten voorafgaand aan het ROAZ inhoudelijk volgens een vastgestelde procedure worden voorbereid door het genoemde dagelijks bestuur. Vertegenwoordiging Om bovenstaande goed te kunnen uitvoeren, is het van belang dat op bestuurlijk niveau niet alleen de ketenpartners, maar ook overige 4 5

4 stakeholders als bijvoorbeeld zorgverzekeraars zo goed mogelijk zijn vertegenwoordigd in het ROAZ. De samenstelling van de ROAZ deelnemers zal afhankelijk van het onderwerp worden aangepast Focusgroepen Om op inhoudelijk vlak goede afspraken te kunnen maken over acute zorg zijn landelijk vijf aandachtsgebieden vastgesteld: acuut cerebrovasculair accident (CVA), acuut myocard infarct, acute verloskunde, acute psychiatrie en acute heupfracturen. Binnen het ROAZ AMC is elk van deze aandachtsgebieden ondergebracht in een zogenoemde focusgroep. Een focusgroep is een expertisegroep, die bestaat uit zorgprofessionals uit de gehele acute zorgketen. De focusgroepen brengen de acute zorgketen in kaart en analyseren knelpunten. Op basis hiervan ontstaan schriftelijk vastgelegde regionale ketenafspraken en wordt afgesproken hoe de acute zorg kan worden verbeterd. Om dit proces goed in te bedden in de structuur van het ROAZ, is in 2013 een handleiding voor de focusgroepen opgesteld, waarin werkwijze, verantwoordelijkheden, randvoorwaarden en het proces voor het krijgen van inzicht in de keten nauwkeurig staan beschreven. Deze handleiding en werkwijze zijn in het ROAZ bekrachtigd. De focusgroepen hebben in voorgaande jaren al diverse resultaten geboekt. Een voorbeeld hiervan is het regionale verloskundige protocol Acute Prehospitale Verwijzingen, dat in 2012 is ontwikkeld vanuit de focusgroep Acute Verloskunde en goedgekeurd in het ROAZ. In 2013 heeft ook het ROAZ van het VUmc dit protocol geaccordeerd en zijn de eerste voorbereidingen voor implementatie hiervan gestart. Daarnaast heeft het ROAZ in 2013 bestuurlijke goedkeuring gegeven aan het protocol Vitaal Bedreigde Neonaat, dat beschrijft hoe moet worden gehandeld in geval van een pasgeborene die buiten het ziekenhuis in acute problemen verkeert. 2. Traumazorg 2.1. Traumaregistratie Ook in 2013 is door alle betrokkenen hard gewerkt aan de regionale traumaregistratie. Naast de reguliere werkzaamheden rondom het verzamelen en completeren van de data, hebben wij een inclusiecontrole uitgevoerd om te onderzoeken of de ziekenhuizen (die verantwoordelijk zijn voor de inclusie - zie kader voor inclusiecriteria) dit goed doen. Hierover is meer te lezen in het hoofdstuk Wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is de Rapportage Traumaregistratie met daarin een terugkoppeling van de geregistreerde data overhandigd aan de verantwoordelijk traumachirurg en hoofd van de SEH van ieder ziekenhuis uit de regio TraumaNet AMC. Afgelopen jaar zijn hier meer statistische analyses in verwerkt dan voorgaande jaren waardoor het rapport nog informatiever is geworden. De regionale rapportage is terug te vinden op onze website: Terugkoppeling 2013 In 2013 zijn door de negen ziekenhuizen (tien locaties) traumapatiënten geïncludeerd in de traumaregistratie. Op dit moment zijn wij bezig met het jaarrapport Deze rapporten worden deze zomer verspreid. Vanaf dat moment zal het regionale rapport ook terug te vinden zijn op onze website. Hieronder alvast een voorproefje. SEH-bezoek Dagdeel van aankomst 27% 13% 19% 41% Dagdeel van aankomst SEH ochtend middag avond nacht In het taartdiagram hiernaast is de verdeling van het aantal traumapatiënten per dagdeel van aankomst op de SEH weergegeven. Dagdelen: Ochtend: uur Middag: uur Avond: uur Nacht: uur Te zien is dat in 2013 ruim 40% van alle traumapatiënten in de middag op de SEH werd gezien. 6 7

5 Injury Severity Score Alle letsels ten gevolge van het trauma worden met de Abbreviated Injury Scale (AIS) gecodeerd. Met deze AIS coderingen wordt de overall letselernst berekend; de Injury Severity Score (ISS). De ISS heeft een range van 1 tot 75; hoe hoger de score des te ernstiger de patiënt gewond is. Deze score is mede bepalend voor de overlevingskansen. ISS-verdeling Leeftijd per ISS categorie Aantal % 7% 20% 28% Leeftijd Stagiair Medische Informatiekunde helpt proces ISS categorie ISS categorie traumaregistratie verder optimaliseren Het eerste halfjaar van 2013 werd bureau TraumaNet AMC tijdelijk uitgebreid met de komst van Kishan Chamman. Voor zijn bachelorstage van de opleiding Medische Informatiekunde aan de UvA heeft hij onderzocht hoe het proces rondom de traumaregistratie verder geoptimaliseerd kan worden. Eerst is gekeken welke items uit de dataset digitaal aangeleverd kunnen worden door de ziekenhuizen. Vervolgens heeft hij een tool ontwikkeld die deze bestanden omzet in het format van de Landelijke Traumaregistratie. Daarnaast heeft In het taartdiagram is de procentuele verdeling per ISS categorie te zien. ISS categorie: 1-3: licht gewond 4-8: matig gewond 9-15: zwaar gewond 16+: ernstig gewond Te zien is dat in 2013 de meeste traumapatiënten (45%) in de categorie 9-15 vallen. Van alle traumapatiënten valt 7% (n=411) in de categorie 16+, ook wel multitraumapatiënten genoemd. Hiernaast is de verdeling van het aantal (Y-as) traumapatiënten per ISS categorie per leeftijdscategorie (X-as) weergegeven. Opvallend is de hoge piek bij de leeftijd van 80 jaar voor de ISS categorie hij een tool ontwikkeld waarmee de pre-hospitale data, zoals wij die ontvangen van de ambulancediensten uit de regio, aan deze ziekenhuisdata gekoppeld kan worden. Het uiteindelijke doel is om de handmatige invoer zoveel mogelijk te beperken. Een doel dat nog niet volledig behaald is, maar waar we door middel van deze stage een flinke slag in hebben geslagen! Regio TraumaNet AMC Inclusiecriteria + dataset De database van de regionale traumaregistratie Patiënten die door een trauma letsel van TraumaNet AMC wordt gevuld met data van hebben opgelopen en binnen 48 uur na de negen ziekenhuizen (tien locaties) uit de regio het ongeval* zijn gezien op de SEH en als en de vijf organisaties die het ambulancevervoer gevolg van het letsel: in de regio verzorgen. acuut worden opgenomen; acuut worden overgeplaatst naar Ziekenhuizen: een ander ziekenhuis voor opname; AMC, Amsterdam overlijden op de SEH. BovenIJ ziekenhuis, Amsterdam Flevoziekenhuis, Almere Van deze patiënten worden gegevens MC Zuiderzee, Lelystad volgens de MTOS+ (Major Trauma Outcome Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam Study) vastgelegd. MTOS staat daarbij voor Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam hospitale data en de + voor prehospitale Tergooi, Blaricum en Hilversum data. Kijk voor een volledig overzicht van Waterlandziekenhuis, Purmerend alle items in de dataset op onze website: Westfriesgasthuis, Hoorn Ambulancediensten: Ambulance Amsterdam Connexxion Ambulancezorg RAV Gooi en Vechtstreek GGD Flevoland Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 2.2 Wetenschappelijk onderzoek Dat de traumaregistratie een wezenlijke bron aan informatie is, blijkt ook afgelopen jaar weer uit de vele voordrachten op nationale en internationale wetenschappelijke congressen en publicaties in vaktijdschriften. Naast het wetenschappelijk onderzoek naar medisch-inhoudelijke aspecten van de traumazorg, is er ook onderzoek gedaan naar het proces rondom de traumaregistratie zélf. De kwaliteit van de data speelt immers een belangrijke rol bij de conclusies die getrokken kunnen worden. Een overzicht van de wetenschappelijke publicaties uit de regio TraumaNet AMC is terug te vinden op onze website: 8 9

6 Inclusiecontrole Nadat wij in 2012 de betrouwbaarheid van de data hebben onderzocht, hebben wij in 2013 de naleving van de in- en exclusiecriteria van de traumaregistratie in de regio van TraumaNet AMC geëvalueerd. Dat alle registraties in meer of mindere mate te maken hebben met missende data is een bekend fenomeen, maar het is onbekend hoeveel patiënten er onterecht niet worden geïncludeerd, anders gezegd hoeveel patiënten er gemist worden in de traumaregistratie. Uit de analyse bleek dat vijftien procent van de patiënten onterecht niet geïncludeerd was; dit percentage varieerde per ziekenhuis van 2 tot 42%. Wat betreft hun (letsel) karakteristieken verschilden deze patiënten niet van de groep die wel geïncludeerd was in de traumaregistratie. Belangrijkste voorspellers voor het onterecht niet includeren waren: overplaatsing naar een ander ziekenhuis, na primaire beoordeling, en presentatie in een Level 3 ziekenhuis. De resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels gepubliceerd in Injury - Missing patients in a regional trauma registry: Incidence and predictors. Dit punt krijgt inmiddels extra aandacht bij de ziekenhuizen en de datamanagers van TraumNet AMC. Bovengenoemde en eerdere onderzoeken zijn gepresenteerd op het Informal Trauma Symposium in Helsinki (georganiseerd door de American College of Surgeons Committee on Trauma), tijdens de International Surgical Week en op het London Trauma Conference Research Forum. Pieter Joosse: An evolution of trauma care evaluation Op donderdag 27 juni 2013 heeft Pieter Joosse zijn proefschrift An evolution of trauma care evaluation - A thesis on trauma registry and outcome prediction models succesvol in het openbaar verdedigd en hij heeft daarmee de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam verkregen. Pieter werkte in 2011 als arts-onderzoeker bij bureau TraumaNet AMC en is daarmee de eerste promovendus die TraumaNet AMC heeft afgeleverd. Uitkomstvoorspellende modellen spelen een onschatbare rol in de evaluatie en verbetering van moderne traumazorg. De registratie van traumapatiënten, die deze uitkomstvoorspellende modellen ondersteunt, dient nauwkeurig, compleet en consistent te zijn. In zijn proefschrift staan de mogelijkheden en beperkingen van de traumaregistratie en uitkomstvoorspellende modellen ten behoeve van traumapatiënten centraal. 2.3 Kenniscentrum De samenwerking van partners in de keten van de traumazorg, zoals ziekenhuizen en ambulancevoorzieningen, levert kennis en kunde op. Elke professional heeft zijn eigen expertise en ervaring op deelgebieden. Het traumacentrum van het AMC heeft als Level-1 ziekenhuis - dat het hoogste niveau aan zorg biedt - veel specialistische kennis in huis, maar voor bepaalde letsels/ letselgevolgen kan speciale expertise juist in bijvoorbeeld een partnerziekenhuis uit het netwerk aanwezig zijn. TraumaNet AMC fungeert dan ook als kenniscentrum, waarin alle deelnemende partners kunnen profiteren van elkaars expertise. In haar rol als traumacentrum wil het AMC een laagdrempelig informatiepunt zijn voor betrokkenen bij de traumazorg van alle netwerkpartners. Vanuit deze kenniscentrumfunctie zijn in het AMC twee multidisciplinaire netwerken opgericht; namelijk BekkenNetwerk TraumaNet AMC en TraumaFysioNet AMC. BekkenNetwerk TraumaNet AMC In de huidige maatschappelijke setting is centralisatie van medische expertise en dus van patiënten met bepaalde ziektebeelden een hot topic, zowel binnen de beroepsgroepen als bij de zorgverzekeraars. Binnen de Traumachirurgie zijn er ook behandelingen die relatief weinig toegepast worden, zoals de operatieve behandeling van patiënten met bekken- en acetabulumfracturen. Naar dergelijke fracturen is veel onderzoek gedaan. Om een patiënt met een dergelijke fractuur optimaal te behandelen dient de operateur verschillende chirurgische technieken te beheersen. Die zijn nodig om de ingreep kwalitatief hoogwaardig uit te kunnen voeren. In de literatuur is beschreven dat het lange termijn resultaat afhankelijk is van de kwaliteit van de repositie en de ervaring van de operateur. De Trauma Unit van de afdeling Chirurgie van het AMC neemt daarom het initiatief om ook binnen de traumachirurgie een stap richting concentratie van laagfrequentie maar compleze letsels en daaraan gerelateerde ingrepen te nemen met het opzetten van het BekkenNetwerk TraumaNet AMC. Dit netwerk is multidisciplinair en afdelingsoverstijgend en bedoeld als service naar de partners in TraumaNet AMC

7 TraumaFysioNet AMC Tentamen Suïcide TraumaFysioNet AMC is een samenwerkingsverband dat sinds Tijdens de tweede thema-avond op 25 november 2013 stond een 2011 bestaat uit een aantal fysiotherapiepraktijken verspreid over thema centraal dat helaas tot de dagelijkse praktijk van ambu- de regio van Traumanet AMC, de afdeling Revalidatie en de lancemedewerkers, SEH-verpleegkundigen, traumachirurgen Trauma Unit van het AMC. Doel is dat de traumapatiënten voor en andere betrokkenen in de keten van traumazorg behoort, hun nabehandeling gerichter worden doorverwezen naar een namelijk: Tentamen Suïcide. Aan het grote aantal deelnemers specifiek daartoe bekwame fysiotherapeut. blijkt dat het enthousiasme om deze avond bij te wonen groot is Een vast overlegmoment tussen de fysiotherapeuten en de trauma- en dat er behoefte is aan meer informatie, discussie en kennis- chirurgen zijn de casuïstiekbesprekingen die elke twee maanden deling over dit niet alledaagse onderwerp. Belangrijk aspect plaats vinden. Tijdens dit overleg wordt er aan de hand van inge- bij deze patiëntengroep is de samenwerking tussen de verschil- brachte casuïstiek gezamenlijk gekeken naar de meest optimale lende specialismen, o.a. psychiatrie, neurologie en chirurgie. behandeling voor de patiënt. Afgelopen jaar is er extra aandacht Naast een aantal medisch inhoudelijke praatjes over de opvang geweest voor klinimetrie; een afgesproken wijze om relevante en behandeling, werd tijdens de afsluitende paneldiscussie ook zaken gestandaardiseerd te meten zoals bewegingsuitslagen en ingegaan op het ethisch aspect dat bij Tentamen Suïcide onver- spierkracht. mijdelijk op de hoek komt kijken. Belangrijkste voordeel voor de traumapatiënt is dat hij op het spreekuur van de traumachirurg een folder krijgt met informatie over praktijken in de buurt van zijn woonplaats. Daarnaast weten de traumachirurgen, doordat ze de individuele fysiotherapeut steeds beter leren kennen, wie in welke aandoening gespecialiseerd is. Dit komt uiteindelijk de zorg voor de patiënt ten goede, want de traumazorg eindigt niet bij ontslag uit het ziekenhuis. Thema-avonden Traumatologie Ook in 2013 zijn er weer twee thema-avonden Traumatologie georganiseerd. Deze avonden worden georganiseerd voor ambulancemedewerkers, SEH-verpleegkundigen en andere disciplines betrokken bij de traumazorg. Iedere thema-avond staat er een ander thema centraal waarbij de sprekers ieder een ander onderdeel van het thema belichten. De thema-avonden van TraumaNet AMC zijn inmiddels een begrip en kunnen rekenen op een groot aantal, vaste deelnemers. Een duidelijk teken dat er behoefte is om op deze manier dieper in te gaan op een bepaald onderwerp binnen de traumazorg. De thema s in 2013 waren: Geweldsdelicten - TraumaNet goes CSI Crime Scene Investigation en andere televisieseries over forensische onderzoeksteams zijn populair en dat dat niet alleen voor televisie, maar ook in de werkelijkheid geldt bewees de thema-avond Traumatologie op 10 juni 2013 wel. De deelnemers kregen tijdens deze avond een kijkje achter de schermen bij Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de politie en de Trauma Unit van het AMC. Kortom; van Plaats Delict tot Operatie Kamer

8 3. opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) als visiteur van het kwaliteitskader. De visiteurs kunnen worden ingezet als lid van de regionale visitatiecommissie. Daarnaast kan hen worden gevraagd deel te nemen aan een kwaliteitsvisitatie buiten de eigen regio Aantoonbaar voorbereid op rampen en crises 2013 stond in het teken van het Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO. Op 7 maart werd het kwaliteitskader gepresenteerd, waarin normen zijn opgenomen die aangeven wat een instelling minimaal geregeld moet hebben om voorbereid te zijn op rampen en crises. Het kwaliteitskader is op basis van bestaande leidraden en formats ontwikkeld door de landelijke werkgroep Kwaliteit en Effect, waarin ook beide OTO adviseurs van TraumaNet AMC zitting hadden. De normen hebben betrekking op de crisisorganisatie en op de organisatie van OTO-activiteiten. Door het concreet beschrijven en vaststellen van normen kunnen zorginstellingen toetsen of zij voldoende voorbereid zijn om de continuïteit van zorg tijdens een crisissituatie zo goed mogelijk te kunnen waarborgen. Hiervoor zijn twee meetinstrumenten ontwikkeld: een zelfevaluatie-instrument en een visitatie-instrument voor intercollegiale visitatie. 3.2 Meerjarenbeleidsplan Het toepassen van het kwaliteitskader om inzicht te verkrijgen in de mate van voorbereiding van de eigen crisisorganisatie is één van de beleidsdoelen uit het Meerjarenbeleidsplan OTO Het meerjarenbeleidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met het Netwerk Acute Zorg, regio VUmc en de zes GHORbureaus in onze regio s. Een goede samenwerking tussen de twee traumacentra en zes GHOR-bureaus is noodzakelijk voor een goede voorbereiding op rampen in onze regio. Dit heeft te maken met het gegeven dat er overlap en raakvlakken bestaan in de taken en verantwoordelijkheden van de traumacentra en GHOR en omdat een ramp vaak niet regiogebonden is. Het meerjarenbeleidsplan OTO biedt het kader voor de komende jaren in Noord-Holland en Flevoland om te komen tot een regionaal afgestemde voorbereiding op rampen en crises en om de kwaliteit van de voorbereiding middels OTO-activiteiten te verbeteren. Zelfevaluatie Alle zorginstellingen in de regio van TraumaNet AMC hebben de zelfevaluatie dit jaar uitgevoerd, zodat zij inzicht hebben gekregen in de stand van zaken van hun voorbereiding op rampen en crises. De stafadviseurs OTO bezochten de instellingen om de uitkomsten te bespreken. Na deze bespreking is er een advies met verbeterpunten geformuleerd waar de organisatie mee aan de slag kan. De zelfevaluatie zal jaarlijks herhaald worden. Kwaliteitsvisitatie De eerste kwaliteitsvisitatie is uitgevoerd bij de GGD Amsterdam- Amstelland. De visitatie bleek een belangrijk instrument. De visitatiecommissie neemt daadwerkelijk een kijkje in de keuken van de zorginstelling, zowel op papier in de voorbereiding als tijdens de diverse diepgaande gesprekken met alle betrokkenen op de visitatiedag. Hierdoor worden blinde vlekken in de organisatie gesignaleerd, wat tot verdere verbetering in de voorbereiding op crisisbeheersing en OTO kan leiden. In 2013 zijn twee personen uit onze regio opgeleid 3.3 Samenwerking Netwerk Acute Zorg, regio VUmc Het gezamenlijk ontwikkelen van het meerjarenbeleidsplan OTO is de start geweest van een intensievere samenwerking met het Netwerk Acute Zorg, regio VUmc. In het meerjarenbeleidsplan is ook het beleidsdoel opgenomen om in de komende beleidsperiode te komen tot een optimale samenwerking tussen de beide traumacentra. Voorbeelden van deze samenwerking in 2013 zijn de regionale ETS-organisatie en de regionale pool van waarnemers. Daarnaast hebben wij gezamenlijk de aanvragen voor OTO-stimuleringsgelden beoordeeld, zodat in beide regio s dezelfde beoordelingskaders worden gehanteerd. Regionale ETS-organisatie In 2013 bestond de regionale ETS-organisatie één jaar. Na een jaar is de Regeling ETS inzet en operationeel beheer door de Senior Instructors geëvalueerd en op kleine punten aangepast. Daarnaast is er voor 2013 een programma Vakbekwaamheid ETS opgesteld. Doel van dit programma is 14 15

9 om de opgeleide Basic en Senior Instructors vakbekwaam 3.5 OTO Toolkit te houden. De ETS-instructeurs krijgen hiervoor jaarlijks Naast de implementatie van het kwaliteitskader zijn er landelijk verschillende OTO-activiteiten aangeboden; deze zijn speci- nog een aantal tools gelanceerd om het OTO beleid verder vorm te fiek afgestemd op het ervaringsniveau van de instructeurs. kunnen geven. Naast de eerder ontwikkelde kwalificatieprofielen Jaarlijks vindt er een vakbekwaamheidstraining plaats. zijn er OTO-kaarten voor sleutelfunctionarissen ontwikkeld. Met In 2013 stond een cursus waarnemen op het programma. de OTO-kaart wordt een concrete, praktische vertaling gemaakt Waarnemen en het goed teruggeven vanwaarnemingen aan van een kwalificatieprofiel, waardoor het richting geeft aan het een deelnemer maakt deel uit van de rol als ETS-instructeur. te volgen OTO-traject voor een bepaalde rol of functie binnen de In totaal hebben 26 ETS-instructeurs deze cursus gevolgd. crisisorganisatie. OTO-kaarten zijn een hulpmiddel in het vinden Zij worden ook opgenomen in de regionale pool van waar- en selecteren van activiteiten voor initiële en blijvende vakbe- nemers. Deze opgeleide waarnemers kunnen worden ingezet ter kwaamheid van sleutelfunctionarissen. ondersteuning van regionale oefeningen. De pool bestond eind 2013 uit 41 opgeleide waarnemers. De Wegwijzer Effectief oefenen zorgsector is toegevoegd aan de OTO Toolkit. De wegwijzer bevat concrete tips en trucs om 3.4 Behaalde doelen vorm en inhoud te geven aan effectief oefenen binnen de eigen organisatie. De OTO-catalogus, waarin een overzicht staat van De zorginstellingen hebben het afgelopen jaar weer een aantal de aanbieders van producten op het gebied van opleiden, trainen goede stappen gezet in de voorbereiding op rampen en crises. en oefenen voor de opgeschaalde zorg, is geactualiseerd en een Er is veel getraind in 2013 aan de hand van table top trainingen film databank is opgenomen in de OTO Toolkit. en ETS-trainingen. Daarnaast zijn er leerzame oefeningen georganiseerd, zoals een verwantenoefening, grootscheepse oefening om de vier GHOR-processen te beoefenen, oefeningen met het crisisbeleidsteam en operationeel team, soms zelfs uitgebreid met de SEH en andere sleutelafdelingen tijdens een ramp. Een aantal doelen uit het jaarplan is nog niet geheel gerealiseerd. Aan het ontwikkelen van een opvangprocedure voor CBRN-slachtoffers wordt hard gewerkt door de zorginstellingen. Een aantal zorginstellingen is begonnen met het samenvoegen van de verschillende crisisplannen tot een integraal crisisplan. In 2014 wordt hier met behulp van een landelijke werkgroep vervolg aan gegeven. De toepassing van kwalificatieprofielen en OTO-kaarten wordt ook een mooie uitdaging voor het nieuwe jaar. Genoeg interessante dingen dus om nog beter voorbereid te zijn op rampen en crises! 16 17

10 4. ict-projecten De missie van TraumaNet AMC is ervoor zorgen dat de acute patiënt zo snel mogelijk de best beschikbare kwaliteit van zorg ontvangt op de juiste plaats, in zowel de dagelijkse als in opgeschaalde situaties. Om hier invulling aan te kunnen geven, wordt het uitwisselen van gegevens met behulp van digitaal dataverkeer gezien als standaard voor optimale samenwerking tussen ketenpartners. In dat kader participeren de ketenpartners uit de regio in een aantal ICT-projecten onder coördinatie van Bureau TraumaNet AMC ImageHub In november is een pilot gestart waarbij via een beveiligde web-based omgeving, ImageHub ( - ontwikkeld door Aexist), medische beelden gedeeld kunnen worden met collega s in andere ziekenhuizen. Voorheen gebeurde dit door een cd-rom te branden en deze per post of koerier richting een ander ziekenhuis te sturen. Gedurende een periode van zes maanden zal met ImageHub worden gewerkt om zo advies op afstand te kunnen geven over de behandeling van traumapatiënten in de regio TraumaNet AMC. Voordeel is dat de beelden via de ImageHub direct beschikbaar zijn en terugkoppeling dus sneller gegeven kan worden. De pilot wordt in 2014 geëvalueerd. 4.2 Acuut Zorgportaal Na de succesvolle praktijktest van het Acuut Zorgportaal in 2012 bij de meldkamer Amsterdam en de negen ziekenhuizen in het verzorgingsgebied, heeft de uitrol niet stilgestaan. Binnen dit project trekt TraumaNet AMC samen op met Netwerk Acute Zorg, regio VUmc. In 2013 zijn ook de meldkamers en ziekenhuizen in Kennemerland, Noord-Holland Noord en Gooi en Vechtstreek aangesloten op het portaal. In 2013 is er in totaal ruim 400 keer een capaciteitsprobleem gemeld. Op dit moment is de implementatie van het Acuut Zorgportaal in de provincie Flevoland in volle gang. Acuut Zorgportaal Het Acuut Zorgportaal is een, mede door TraumaNet AMC ontwikkelde, webapplicatie waarmee zieken-huizen onderling en aan de meldkamer Ambulancezorg stops kunnen doorgeven. Het gaat hierbij om stops van de SEH, EHH/ CCU, Shockroom/Traumakamer en CT-trombolyse. Met het Acuut Zorgportaal is in één oogopslag de daadwerkelijke beschikbaarheid in de regio te zien

11 5. Pr & Communicatie Communicatie speelt altijd al een belangrijke rol binnen een netwerkorganisatie als TraumaNet AMC. In 2013 is dit verder geprofessionaliseerd door de website in een nieuw jasje te steken en een TraumaNet App te ontwikkelen. Daarnaast is TraumaNet AMC sinds december vorig jaar te volgen op Twitter. TraumaNet App Om in te spelen op de trend dat steeds meer informatie eenvoudig en snel toegankelijk moet zijn, is eind vorig jaar een start gemaakt met de ontwikkeling van de TraumaNet App. In de app zijn de belangrijkste contactgegevens van de ziekenhuizen uit de regio opgenomen. Daarnaast zijn de zakkaartjes over de procedure bij overplaatsing en de protocollen voor opvang en behandeling van traumapatiënten terug te vinden. Ook is er een rekenmodule opgenomen waarmee eenvoudig de Injury Severity Score kan worden berekend. De app is gratis te downloaden via de App-store en Google Play. vernieuwd Sinds eind vorig jaar houden wij u via twitter graag op de hoog- In 2013 hebben wij ervoor gekozen om onze website te van relevante ontwikkelingen op het gebied van de acute in een nieuw jasje te steken. Naast de zorg. Volg ons nieuwe vormgeving is ook de opbouw van de website gewijzigd. Zo staan er op de homepage drie blokken met daarachter alle TraumaPost relevante informatie per beleidsterrein (Trauma, ROAZ en De nieuwsbrief TraumaPost is een uitgave voor alle betrokkenen OTO). De algemene informatie over TraumaNet AMC is via de uit het acute zorg netwerk van TraumaNet AMC en bevat infor- verschillende knoppen in de bovenbalk terug te vinden. matie over lopende projecten en de actuele ontwikkelingen op het gebied van de acute zorg. De TraumaPost verschijnt drie keer per jaar. In 2013 was dit in april, juli en december. De aard ervan is informerend en laagdrempelig. Het beleid en de ontwikkelingen worden zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld door een interview af te nemen met een hoofd van de SEH. Om goed onderscheid te maken tussen de beleidsterreinen heeft ieder terrein (net als op de website) zijn eigen kleur en wordt aan het begin van het artikel met een tab aangegeven of het onderwerp Traumazorg, ROAZ of OTO-gerelateerd is. editie 12, april 2013 traumapost editie 13, juli traumapost e d i t i e 1 4, d e c e m b e r traumapost t: umapos In deze Tra n suïcide ond Tentame Thema-av am GGD Amsterd nd Visititatie sult op afsta b: spoedcon ImageHu AMC_TraumaPost_Editie 12_April 2013_WT.indd :53 AMC_TraumaPost_Editie 13_Juli 2013_WT.indd :45 AMC_TraumaPost_Editie 14_December 2013_WT.indd :24 21

12 6. Financiële verantwoording Medewerkers bureau TraumaNet AMC 2013 Het Traumacentrum krijgt voor haar taken ten behoeve van het ROAZ, het Traumazorgnetwerk en de OTO-activiteiten een budget van VWS toegewezen in de vorm van beschikbaarheidsbijdragen. Hieronder ziet u de financiële verantwoording van TraumaNet AMC ten aanzien van de ROAZ en de Traumazorg bijdragen over het jaar De OTO-stimuleringsgelden worden separaat verantwoord. Exploitatie 2013 Totale inkomsten Personele kosten Materiële kosten Kapitaalslasten incl. huisvesting Overhead Totale uitgaven Prof. dr. Carel Goslings Traumachirurg Medisch Hoofd Frank de Groot Manager Linda van Gelder Management assistent Corina de Groot Stafadviseur Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) Mindy Stevenhaagen Stafadviseur Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) Mariska Klooster Stafadviseur PR & Communicatie Traumazorg en -registratie Marie-Fleur van der Steeg Stafadviseur ROAZ/Focusgroepen Jocelyn Berdowski Stafadviseur ROAZ/Focusgroepen PR & communicatie Traumaregistratie Dominique Olthof Wetenschappelijk onderzoeker Traumaregistratie Resultaat Opmerkingen: Materiële kosten: PR & communicatie; website; Kenniscentrumfunctie (thema-avonden: locaties+catering); Contributie LNAZ; webfunctie; literatuur. Traumazorg en ROAZ zijn in personele kosten niet te splitsen. De beschikbaarheidsbijdragen zijn daarom bij elkaar opgeteld. Academisch Medisch Centrum Bezoekadres: Meibergdreef 9, Amsterdam Postadres: Postbus DD Amsterdam T E TraumaNetAMC@amc.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TraumaNet AMC.

13 Ambulance Amsterdam zorg met hoofd en hart Regionale Ambulancevoorziening Gooi en Vechtstreek en andere ketenpartners zoals GGZ, GGD, huisartsenposten en verloskundigen.