UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Deel B. Studiejaar

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Deel B Studiejaar BACHELOROPLEIDING BIOLOGIE Hoofdstuk 2 Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen Hoofdstuk 3 Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen Artikel 3.4 Vrij programma Hoofdstuk 4 Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Vakken Artikel 4.4 De verplichte vakken zijn Artikel 4.5 Vrije keuzeruimte / minor Artikel 4.6 Volgorde tentamens Artikel 4.7 Deelname aan het onderwijs en voorrangsregels Artikel 4.8 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten Artikel 4.9 Maximale vrijstelling Artikel 4.10 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.11 Graad Artikel 4.12 Majorprogramma voor Bèta-Gamma studenten Artikel 4.13 Majorprogramma voor Future Planet Studies (FPS) studenten Artikel 4.14 Beoordeling tentamens Artikel 4.15 Toetsmomenten Artikel 4.16 Minimum en maximum aantal deelnemers Hoofdstuk 5 Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren Artikel 5.2 Keuzevakken Artikel 5.3 Overige keuzeruimte Hoofdstuk 6 Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma Hoofdstuk 7 Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies Artikel 7.3 Studieadvies Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 8.2 Overgangsbepalingen Artikel 8.3 Bekendmaking Artikel 8.4 Inwerkingtreding 1

2 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen bachelorproject: afsluitend project van de bachelor van 18 EC deelcijfer: beoordeling voor een tentamen, essay, onderzoeksvoorstel of practicum de opleiding: bachelor Biologie examencommissie: examencommissie van Biologie Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De bacheloropleiding Biologie heeft het CROHO nummer en wordt in voltijds vorm verzorgd en in het Nederlands uitgevoerd. 2. In afwijking van lid 1 wordt het derde studiejaar voornamelijk in het Engels verzorgd. Voor een overzicht van deze vakken, zie de tabel behorende bij het artikel 4.5 hieronder. Hierbij is de gedragscode vreemde talen UvA en het bepaalde in artikel 7.2 van de wet van toepassing. 3. Een onderwijseenheid omvat 6 EC of een veelvoud daarvan. Onderstaande onderwijseenheden hebben een afwijkende omvang: - Van Molecuul tot Cel (9 EC) - Genetica en Evolutie (9 EC) - Communicatie in de Biologie (4 EC) - Regulering van Vorm en Functie van Dieren (8 EC) - Biologie van Planten (5 EC) - Ecofysiologie (5 EC) - Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 1 (4 EC) - Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 2 (4 EC) - Academische Vaardigheden Bio 1 (3 EC) - Academische Vaardigheden Bio 2 (3 EC) 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Doelstelling van de opleiding is: a) kennis, inzicht en vaardigheden in het vakgebied van de opleiding te verkrijgen en het bereiken van de eindtermen genoemd in onderstaand artikel 2.2.; b) academische vorming, waaronder het verwerven van academische vaardigheden, het leren zelfstandig en creatief complexe problemen oplossen en het kritisch reflecteren; c) voorbereid te zijn op een verdere studieloopbaan, in het bijzonder op de aansluitende masteropleidingen in de Biological Sciences. 2

3 Artikel 2.2 Eindtermen van de opleiding in relatie tot de Dublin descriptoren Kennis en inzicht Dublin-descriptor: Kennis en inzicht De bachelor heeft aantoonbare kennis en inzicht van het vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied gewenst is. De bachelor 1 heeft biologische basiskennis op de terreinen biochemie en celbiologie (inzicht in moleculaire en cellulaire processen in planten en dieren), genetica (inclusief de ontwikkeling van organismen), evolutiebiologie (ontstaan en ontwikkeling van leven, processen van soortvorming, verwantschap tussen en binnen taxa, bouwplannen van de belangrijkste groepen), ecologie (inzicht in ecosystemen, de ecologische processen die daarbinnen een rol spelen en de onderlinge samenhang van die processen) en dier- en plantenfysiologie (het functioneren op supracellulair niveau, inzicht in de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen en de regulering van hun werking) 2 kan centrale biologische concepten regulatie, zelforganisatie, interactie, communicatie, erfelijkheid en evolutie herkennen, beschrijven en toepassen in de context van relevante vakgebieden binnen de biologie 3 beheerst praktische basisvaardigheden die nodig zijn voor moleculair, cellulair, fysiologisch en ecologisch onderzoek 4 bezit kennis en inzicht in methoden van onderzoek en statistische basisprincipes en is in staat om deze kennis toe te passen in eigen onderzoek Toepassen van kennis en inzicht Dublin-descriptor: Toepassen van kennis en inzicht De bachelor is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. De bachelor 5 kan op systematische wijze gegevens verzamelen d.m.v. waarnemingen tijdens laboratorium onderzoek en veldwerk en met behulp van literatuuronderzoek of internetbronnen; 6 kan verzamelde gegevens en waarnemingen in onderlinge samenhang brengen, interpreteren en verwerken in een wetenschappelijk rapport 7 kan onder supervisie een biologisch onderzoek formuleren, opzetten, uitvoeren en de resultaten analyseren en interpreteren volgens de methode van de empirische cyclus 8 kan laboratoriumvaardigheden en kwantitatieve onderzoekstechnieken toepassen in biologisch wetenschappelijk onderzoek 3

4 Oordeelvorming Dublin-descriptor: Oordeelvorming De bachelor is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. De bachelor 9 is in staat om vakliteratuur op biologisch terrein te lezen, te doorgronden en kritisch te beoordelen 10 heeft een academische houding. Dat betekent dat de bachelor niet alleen in staat is, maar ook geneigd is wetenschappelijke verklaringen te zoeken, bereid is eigen opinies ter discussie te stellen en aan de empirie te toetsen, zich kritisch op te stellen en bereid is verantwoording af te leggen 11 heeft inzicht in de reikwijdte, toepassing en verantwoordelijkheden van het vakgebied en in de rol van de biologie in wetenschap, samenleving en beroepspraktijk en is in staat te reflecteren op zijn of haar rol als academicus in de maatschappij 12 kan ethische en maatschappelijke aspecten van onderzoek betrekken in besluitvorming Communicatie Dublin-descriptor: Communicatie De bachelor is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. De bachelor 13 is in staat om op samenhangende wijze een presentatie te geven, waarbij aandacht is voor context, voorkennis van het publiek en het beoogde doel 14 beheerst Nederlands en Engels op een voldoende mondeling en schriftelijk niveau, waarbij de nadruk ligt op wetenschappelijke argumentatie en formulering Leervaardigheden Dublin-descriptor: Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. De bachelor 15 is in staat om zelfstandig kennis en inzicht te verwerven aangaande voor hem of haar nieuwe biologische vraagstukken 16 is in staat een weloverwogen keuze te maken voor nadere specialisatie in het vervolgtraject van de studie (masteropleiding), dan wel voor het functioneren op de arbeidsmarkt 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen 1. Voor toelating tot de opleiding is het navolgende VWO-profiel vereist en gelden navolgende aanvullende eisen: VWO-profiel Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of VWO- profiel Natuur en Techniek met Biologie 2. Aspirant studenten, die voor augustus 2007 in 4 VWO zijn ingestroomd geldt; Profiel Natuur en Gezondheid; Profiel Natuur en Techniek met Biologie 1, 2 Vwo diploma oude stijl met de vakken; biologie, scheikunde, natuurkunde, wiskunde A of B en Engels 4

5 Artikel 3.2 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (OER deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: - Biologie; - Scheikunde; - Natuurkunde; - Wiskunde A of B; - Engels Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen De student die zijn of haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij of zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma, zoals vermeld in artikel 4.4 hieronder. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student waakt er voor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. academische vorming b. verplichte onderwijseenheden c. keuzeruimte / minor Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt verstaan: oriëntatie op studie en beroep, academische vaardigheden en mentoraat. Deze zijn omschreven in de studiegids. Artikel 4.3 Vakken De studie omvat een pakket van verplichte en facultatieve vakken. Daarbij is voorzien in een ordening van vakken op inleidend (1 ste jaars), verbredend en verdiepend (2 e jaars) en gevorderd (3 e jaars) niveau. Artikel 4.4 De verplichte vakken zijn: Eerste studiejaar Naam vak* Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm ** Van Molecuul tot Cel 5502MOTC9Y 9 1 H en P en W S en PO Genetica & Evolutie 5502GEEV9Y 9 2 H en P S en PO Communicatie in de 5502COBI4Y 4 3 H,P en W S en PO Biologie Regulering van Vorm en Functie van Dieren 5502RVFD8Y 8 4 H,P en W S en PO 5

6 Naam vak* Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm ** Biologie van Planten 5042BIPL5Y 5 5A H en P S en PO Ecofysiologie 5042ECOF5Y 5 5B H, P en W S en PO Organismen in het Milieu 5042ORMI6Y 6 6 H, P en V S en PO Methoden van Onderzoek 55021MOB4Y 4 1,2 H en P en W S en PO en Basis Statistiek 1 Methoden van Onderzoek 55022MOB4Y 4 3,4 H en P en W S en PO en Basis Statistiek 2 Academische 50421AVB3Y 3 1 t/m 3 W S, M en PO Vaardigheden Bio 1 Academische Vaardigheden Bio AVB3Y 3 4 t/m 6 W S, M en PO * De werkvormen bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening Tweede studiejaar Naam vak* Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm** Moleculaire Celbiologie 5042MCB12Y 12 1 H en W S BIO Populatie-ecologie 5042KPE12Y 12 2 H, W en P S, M en PO Cellulaire Fysiologie 5042CEFP6Y 6 3 H en P S en PO Practicum Evolutiebiologie Theorie 5042EVT12Y 12 4 H, W en P S en PO Evolutiebiologie Practicum 5042EVOL6Y 6 5A P S,M en PO Verplicht keuzevak te kiezen uit: Ecosysteemdynamica 5042ESD12Y 12 5B-6 H,W, P en V S, M en PO Moleculaire Biologie in de Praktijk 5042MBP12Y 12 5B-6 W en P S, M en PO * De werkvormen zijn bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO = praktische oefening Derde studiejaar Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** EC Bachelorproject Biologie 5042BPB18Y 18 5 en 6 L en O S, M en PO Keuzevak binnen de opleiding*** * Werkvormen bestaan uit: L=literatuurstudie, O=onderzoek ** De toetsvorm bestaat uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO = praktische oefening *** Voor een overzicht van deze keuzevakken zie tabel in artikel 4.5 hieronder Artikel 4.5 Vrije keuzeruimte / minor 1. De eerste vier periodes van het derde studiejaar moeten ingevuld worden met keuzevakken. Hiervoor kunnen vakken uit onderstaande tabel gekozen worden. 2. In aanvulling op lid 1 kan de student binnen deze vier periodes onderdelen kiezen buiten het reguliere programma, met een totale studielast van maximaal 30 studiepunten. 3. Voor de vrije keuzeruimte komen verder in aanmerking de onderdelen, opgenomen in de studiegidsen van de UvA en onderdelen verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit. 4. Voor het meetellen van een extern keuzevak binnen de opleiding is voorafgaande goedkeuring door de examencommissie nodig. Keuzevakken,die worden aangeboden binnen de opleiding zelf zijn hiervan uitgezonderd. 6

7 5. Keuzeonderdelen mogen inhoudelijk niet teveel overlap met onderdelen uit het eigen curriculum hebben, dit ter beoordeling door de examencommissie. 6. Van de vrije keuzeruimte mag in beginsel maximaal 12 studiepunten met eerstejaarsonderdelen (inleidend niveau) worden ingevuld. 7. Binnen de UvA aangeboden en erkende minorprogramma s worden in principe altijd goedgekeurd, tenzij er overlap is met het reguliere programma. Dit is ter goedkeuring aan de examencommissie. Minoren tellen mee voor het aantal punten waaruit de minor wordt aangeboden, met een maximum van 30 studiepunten. 8. Wanneer een minor niet in zijn geheel wordt afgerond, zijn voor de onderdelen die wel zijn afgerond de bepalingen in lid 2 t/m lid 6 van toepassing. Derde studiejaar (keuzevakken) Naam vak*** Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm** Paleoecology 5042PALE6Y 6 1a H, P en V S,M en PO Ecogenomics 5042ECO12Y 12 1 H, P en W S, M en PO Biodiversity & Global 5042BIGC6Y 6 1b H, P en V S en M Change Tropical Ecology 5042TREC6Y 6 2a H, P en V S Conservation Biology 5042COBI6Y 6 2b H, V en W S Microbiology 5042MIC12Y 12 2 H,P en W S en PO Ecotoxicology 5042ECOT6Y 6 3 H,P en W S en M Oriëntatie op Onderwijs 55028ORO6Y 6 3 H en W S en M Theoretical Biology 5042THBI6Y 6 3 H,P en W S Evolution & Behaviour 5042EVB12Y 12 4 H en P S, M en PO Genregulatie 5502GEN12Y 12 4 H, P en W S en M Marine Biology 5042MAB12Y 12 4 H en V S en PO * De werkvormen bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening *** Toelating tot een keuzevak is onder voorbehoud van capaciteit, waarbij biologiestudenten en major studenten primair geplaatst worden. Alle bovengenoemde keuzevakken worden in het Engels gegeven, behalve het vak Oriëntatie op Onderwijs. Artikel 4.6 Volgordelijkheid tentamens 1.Een student kan slechts deelnemen aan onderwijs of tentamens van het derde jaar wanneer alle punten van jaar 1 behaald zijn. 2.De student kan slechts deelnemen aan het bachelorproject indien op 15 januari van het lopende academisch jaar 120 studiepunten van het eigen programma behaald zijn. 3.In aanvulling op lid 1 en 2 kunnen per vak ingangseisen opgenomen zijn in de vakbeschrijving die te vinden is in de studiegids. Artikel 4.7 Deelname aan het onderwijs en voorrangsregels 1. Onderwijsactiviteiten van de opleiding zijn voor studenten uit andere studierichtingen alleen toegankelijk mits: - De maximale capaciteit van het vak niet bereikt is, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de toelating tot het vak; - Voldoet aan de ingangseisen, gepubliceerd in de studiegids; - De student kan aantonen dat deze voldoende voorkennis heeft voor het te volgen vak, ter beoordeling van de opleidingsdirecteur. 2. Toelating voor de vakken met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf vastgestelde en in de studiegids gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de toelating tot vakken. Artikel 4.8 Deelname aan praktische oefeningen en werkgroepbijeenkomsten 1. Deelname aan alle practica, computerpractica, veldwerk en werkcolleges in het curriculum is verplicht. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, in samenspraak met de betreffende examinator, op verzoek van de student van deze verplichting vrijstelling verlenen. Dit in geval het onderzoek 7

8 naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 3. De student kan de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktisch werk. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt, in overleg met de examinator, aan welke aanvullende eisen de student moet voldoen. Artikel 4.9 Maximale vrijstelling Maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. Artikel 4.10 Geldigheidsduur resultaten 1. Cijfers van schriftelijke deeltentamens komen na afloop van het vak te vervallen. 2. Als aanvulling op lid 1 geldt dat beoordelingen van onderdelen die niet door een schriftelijk tentamen getoetst worden geldig blijven tot het eind van het volgend academisch jaar. Daarna moet het gehele vak opnieuw gevolgd worden. Artikel 4.11 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Artikel 4.12 Majorprogramma voor Bèta-Gamma studenten 1. Studenten Bèta-Gamma, die de major Biologie willen volgen moeten Biologie op eindexamen niveau VWO hebben gehaald. 2. Bij de start van de major Biologie geldt dat Bèta-Gamma studenten tenminste 48 studiepunten in het eerste studiejaar moeten hebben behaald, inclusief de vakken Cognitie of Evolutionair Denken deel 1 en Een student kan slechts deelnemen aan onderwijs of tentamens van het derde jaar wanneer alle punten van jaar 1 behaald zijn 4. Bèta-Gamma studenten kunnen slechts deelnemen aan het bachelorproject indien zij op 15 januari, van het lopende jaar 120 studiepunten van hun bacheloronderdelen gehaald hebben. 5. Het programma van de major Biologie voor Bèta-Gamma studenten, is te vinden op de site 6. Voor Bèta-Gamma studenten die begonnen zijn voor september 2013 met de major Ecologie & Evolutie geldt dat zij onderdelen uit het nieuwe majorprogramma Biologie kunnen volgen. Artikel 4.13 Majorprogramma voor Future Planet Studies (FPS) studenten 1. Studenten FPS, die de major Biologie (voorheen Ecologie en Evolutie) willen volgen moeten Biologie op eindexamenniveau VWO hebben gehaald. 2. Studenten FPS, die de major Biologie willen volgen moeten tenminste 48 studiepunten in het eerste studiejaar van de FPS bachelor behaald hebben en de bèta-track binnen de opleiding FPS gevolgd hebben. 3. Een student kan slechts deelnemen aan onderwijs of tentamens van het derde jaar wanneer alle punten van jaar één behaald zijn 4. FPS studenten kunnen slechts deelnemen aan het bachelorproject indien zij op 15 januari van het lopende studiejaar 120 studiepunten van hun bacheloronderdelen gehaald hebben. 5 Het programma van de major Biologie voor FPS studenten is te vinden op de site Artikel 4.14 Beoordeling tentamens 1. Voor studenten die de opleiding volgen geldt in het eerste studiejaar: a. Binnen een vak worden geen andere beoordelingen gegeven dan een cijfer voor theorie en een beoordeling (onvoldoende-zeer goed) voor het praktisch werk. b. Uitzonderingen op lid 1a zijn de vakken Academische Vaardigheden Bio 1, Academische Vaardigheden Bio 2, die geheel uit praktisch werk bestaan. De wijze van beoordeling van deze vakken wordt uiterlijk tien werkdagen voor aanvang van deze vakken bekend gemaakt via blackboard c. Binnen een vak zijn de praktische en een theoretische component onderling niet compenseerbaar. 8

9 2. Voor studenten, die de bacheloropleiding volgen geldt in het tweede en derde studiejaar in aanvulling op artikel 4.6 lid 1 van het OER deel A, dat voor alle deelcijfers van onderdelen een 5.0 of hoger moet worden gehaald. 3. Hertentamens van de theorie betreffen de gehele studiestof. Artikel 4.15 Toetsmomenten 1. Gelegenheid tot het schriftelijk hertentamen voor vakken wordt in beginsel aangeboden buiten de reguliere onderwijsperiodes. Voor elk vak wordt voor aanvang van het studiejaar een hertentamen ingeroosterd. 2. De locatie van het tentamen en/of hertentamen kan tot uiterlijk 15 werkdagen voor de reeds bekend gemaakte datum nog worden gewijzigd. 3. In aanvulling op artikel 4.5 OER deel A geldt, met betrekking tot schriftelijke verslagen, dat deze, bij onvoldoende beoordeling, uiterlijk zes weken na het oorspronkelijke beoordelingsmoment als hertentamen opnieuw kunnen worden ingeleverd. Deze regeling is ook van toepassing op het schriftelijk verslag van het bachelor project. Artikel 4.16 Minimum en maximum aantal deelnemers 1. Indien voor vakken een maximale capaciteit geldt staat dit vermeld bij het vak in de studiegids. 2. Wanneer minder dan 10 studenten zich hebben ingeschreven voor een keuzevak, dan kan de opleidingsdirecteur beslissen dat het onderwijs in een andere werkvorm aangeboden wordt dan beschreven in de studiegids, of dat het vak wordt geannuleerd. Dit dient uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van het semester bekend gemaakt te worden aan de betrokken studenten. 3. In geval van annulering van een keuzevak zal gezorgd worden dat er een mogelijkheid is om een ander vak te volgen. 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren De opleiding Bachelor Biologie biedt drie minoren aan voor studenten die geen Biologiestudenten aan de UvA zijn. Voor iedere minor gelden ingangseisen die in de studiegids beschreven staan. De minoren hebben een capaciteitsgrens, waarbij voor de onderwijsonderdelen voorrang wordt gegeven aan eigen Biologie studenten en studenten die de major Biologie volgen. Voor meer informatie hierover kan de studiegids geraadpleegd worden. De volgende drie minoren worden aangeboden: 1) Ecologie en Evolutie Deze minor bestaat uit de volgende vakken: Naam vak*** Vakcode Aantal Studiepunten Periode Werkvorm* Toetsvorm** Evolutiebiologie 5042EVT12Y 12 4 H, W en P S en PO Theorie Evolutiebiologie 5042EVOL6Y 6 5 P S,M en PO Practicum Ecosysteemdynamica 5042ESD12Y H,W en P S, M en PO * De werkvormen bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening *** Toelating tot een keuzevak is onder voorbehoud van capaciteit 9

10 2) Ecology en Global Change Deze minor bestaat uit de volgende onderwijsonderdelen: Naam vak*** Vakcode Aantal Studiepunten Periode Werkvorm* Toetsvorm** Paleoecology 5042PALE6Y 6 1a H, P en V S,M en PO Biodiversity & Global 5042BIGC6Y 6 1b H, P en V S en M Change Tropical Ecology 5042TREC6Y 6 2a H, P en V S Conservation Biology 5042COBI6Y 6 2b H, V en W S Ecotoxicology 5042ECOT6Y 6 3 H,P en W S en M * De werkvormen bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening *** Toelating tot een keuzevak is onder voorbehoud van capaciteit 3) Moleculaire en Cellulaire Biologie Deze minor bestaat uit de volgende vakken: Naam vak*** Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Studiepunten Moleculaire Celbiologie 5042MCB12Y 12 1 H en W S BIO Microbiology 5042MIC12Y 12 2 H,P en W S en PO Cellulaire Fysiologie Practicum 5042CEFP6Y 6 3 H en P S en PO * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening *** Toelating tot een keuzevak is onder voorbehoud van capaciteit Artikel 5.2 Keuzevakken De student kan één of meerdere van de keuzevakken, zoals genoemd in bovenstaand artikel 4.5 onder keuzevakken jaar 3 volgen. Artikel 5.3 Overige keuzeruimte Niet van toepassing 6 Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma Als aanvulling op artikel 5.1 van het OER deel A geldt: 1.Het honoursprogramma dient tenminste 1 vak van minimaal 6 studiepunten van het Instituut van Interdisciplinaire Studies te bevatten. 2.Het honoursprogramma dient afgesloten te worden met een verdiepende opdracht van 6 studiepunten binnen het bachelorproject. 3.Studenten, die in aanmerking willen komen voor het UvA-honoursdiploma, dienen uiterlijk in het tweede studiejaar een voorstel voor hun studieonderdelen voor het totale honoursprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie. 7. Studiebegeleiding en studieadvies 10

11 Artikel 7.1 Studiebegeleiding Als aanvulling op artikel 6 van het OER deel A bestaat de studiebegeleiding bij deze opleiding uit: -Mentorschap door ABV docenten in jaar 1; -De studieadviseur; -De coördinator van het honoursprogramma; - De coördinator van het bachelorproject. Artikel 7.2 Bindend studieadvies 1. In aanvulling op artikel 6.3 van OER deel A geldt voor studenten die voor het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding bachelor Biologie staan ingeschreven in het studiejaar een Bindend studieadvies (BSA). 2. Iedere student ontvangt aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving, doch uiterlijk 31 augustus een bindend studieadvies over de voortzetting van de studie. 3. Als een student aan het eind van het eerste jaar van inschrijving minder dan 42 studiepunten van het eerstejaarsonderwijsprogramma van de opleiding heeft behaald, wordt aan het bindende studieadvies een afwijzing, zoals bedoeld in artikel 7.8b, lid 3 en lid 5 van de WHW,verbonden. 4. Een negatief studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan herinschrijven voor de opleiding Biologie aan de UvA. 5. Desgevraagd kan de decaan in individuele gevallen, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student, de in lid 2 genoemde termijn met maximaal één jaar verlengen. Daarbij kan de decaan slechts rekening houden met omstandigheden voor zover deze zijn gemeld bij de studieadviseur of één van de studentendecanen vóór 15 juli, doch uiterlijk binnen twee maanden na het ontstaan van de omstandigheid. De eis dat een student 42 EC moet hebben gehaald om aan tweedejaars vakken te mogen beginnen blijft wel staan. 6. Een student die zijn inschrijving tijdens het eerste semester van zijn eerste jaar van inschrijving beëindigt en dit aan de Examencommissie vóór 1 februari heeft gemeld, krijgt geen bindend studieadvies. De uitschrijving dient voor 1 februari te zijn geëffectueerd. 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en derde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling gelden voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling de volgende overgangsbepalingen: Vak* Regulering van Vorm en Functie van Dieren (5502RVFD9Y, 9 EC)** Biologie van Planten (5042BIPL4Y, 4 EC) Ecofysiologie (5042ECOF4Y, 4 EC) Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek (5502MVBS9Y, 9 EC)** Academische Basisvaardigheden (5502ACBA6Y, 6 EC) Vervangend vak Regulering van Vorm en Functie van Dieren (5502RVFD8Y,8 EC) Biologie van Planten (5042BIPL5Y,5 EC) Ecofysiologie (5042ECOF5Y, 5 EC) Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 1 (55021MOB4Y,4 EC) en Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 2 (55022MOB4Y,4 EC) Academische Vaardigheden Bio 1 (50421AVB3Y,3 EC) Academische Vaardigheden Bio 2 (50422AVB3Y,3 EC) * Het aantal EC is nu aangepast aan de zwaarte van het vak. Qua inhoud zal er niets gewijzigd worden. Studenten die het reguliere hertentamen niet halen kunnen mee doen aan het tentamen (en evt. hertentamen) van het vervangend vak. 11

12 De vervangende vakken hebben 1 EC minder of 1 EC meer. Recidivisten van studiejaar en eerder volgen het gehele programma (inclusief de bijbehorende vakcodes), zoals die bij hun startjaar bekend was. Artikel 8.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit is ook opgenomen in de studiegids. Artikel 8.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september Aldus vastgesteld door de decaan op 25 augustus