Amsterdam Sector Bestuursrecht Algemeen meervoudige kamer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Amsterdam Sector Bestuursrecht Algemeen meervoudige kamer"

Transcriptie

1 / MigratieWeb ve LJN: BA8533 Amsterdam Sector Bestuursrecht Algemeen meervoudige kamer UITSPRAAK in het geding met reg.nr. AWB 05/4741 WAV van: V.O.F. A., gevestigd te [X.], eiser, bijgestaan door mr. J.A. Kroes, advocaat te Amsterdam, tegen: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zetelend te s-gravenhage, verweerder, vertegenwoordigd door mr. S.V. Nascimento, ambtenaar op verweerders ministerie. 1. PROCESVERLOOP 1. De rechtbank heeft op 18 oktober 2005 een beroepschrift ontvangen gericht tegen het besluit van verweerder van 19 september Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november Eiser is aldaar verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door genoemde gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. 2. Bij beslissing van 18 december 2006 heeft de rechtbank op de voet van artikel 8:68 van de Awb het onderzoek heropend. De zaak is op grond van artikel 8:10, tweede lid, van de Awb verwez en naar een meervoudige kamer. 3. Het onderzoek ter zitting van de meervoudige kamer heeft plaatsgevonden op 13 maart Eiser is aldaar verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. 4. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. 2. OMVANG VAN HET GEDING 1. Verweerder heeft eiser een boete opgelegd van ,- wegens een op 7 februari 2005 geconstateerde overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Bij eiser zijn op die dag 21 vreemdelingen werkend aangetroffen die niet over een tewerkstellingsvergunning (twv) beschikten, terwijl zij wel twv-plichtig waren (hierna ook aangeduid als illegale tewerkstelling). In het bestreden besluit heeft verweerder deze boete gehandhaafd. Dat eiser meende dat de 18 Poolse werknemers in Nederland mochten werken, en dat hij dacht dat de Russische mevrouw B. in werkelijkheid een Poolse was, maakt de overtreding volgens verweerder niet minder verwijtbaar. Eiser had zich beter moeten laten informeren of deze personen in Nederland mochten werken. Ook de omstandigheid dat de twee werknemers C. en D. over valse paspoorten bleken te beschikken, maakt niet dat sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Eiser had de identiteitsdocumenten van deze werknemers beter moeten controleren. Dat de controle is

2 2 uitgevoerd in een drukke periode waarin eiser kampte met personeelsproblemen disculpeert eiser evenmin. Op grond van Beleidsregel 1 van de Beleidsregels Boeteoplegging Wav bedraagt de bestuurlijke boete voor een rechtspersoon per overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Op grond van artikel 18a, derde lid, sub 1, van de Wav is de vennootschap onder firma als vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid gelijkgesteld met een rechtspersoon. Nu bij eiser 21 vreemdelingen zonder twv zijn aangetroffen is sprake van 21 overtredingen. Op grond van Beleidsregel 4 is het aantal overtredingen vermenigvuldigd met het boetenormbedrag van 8.000,- en is op die wijze de hoogte van de boete vastgesteld. Gesteld noch gebleken is van bijzondere omstandigheden die noopten tot afwijking van de beleidsregels, aldus nog steeds verweerder. 2. Eiser bestrijdt in beroep niet (langer) dat hij de geconstateerde overtredingen heeft gepleegd en dat verweerder daarom in beginsel bevoegd was aan hem een boete op te leggen. Waar eiser wel tegen op komt in beroep is de hoogte van de opgelegde boete. De hoogte van de opgelegde boete is in eisers visie verre van evenredig te achten. De argumenten die eiser hiervoor heeft aangedragen zal de rechtbank hierna in rubriek 4 weergeven en beoordelen. 3. REGELGEVEND KADER 1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wav is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. 2. Ingevolge artikel 18 van de Wav wordt als beboetbaar feit aangemerkt het niet naleven van - voor zover hier van belang - artikel 2, eerste lid, van de Wav. 3. Ingevolge artikel 18a, eerste lid, van de Wav kunnen beboetbare feiten worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Ingevolge het tweede lid van dit artikel, voor zover hier relevant, kan, indien een beboetbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, de boete worden opgelegd aan de rechtspersoon. Ingevolge het derde lid van dit artikel, voor zover hier relevant, wordt voor de toepassing van het eerste en het tweede lid met een rechtspersoon gelijkgesteld de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. 4. Ingevolge artikel 19d, eerste lid, van de Wav is de hoogte van de boete, die voor een beboetbaar feit kan worden opgelegd, indien begaan door: a. een natuurlijk persoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste ,-. b. een rechtspersoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste , -. Ingevolge het derde lid van dit artikel stelt Onze Minister beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld. 5. De op basis van artikel 19d, derde lid, van de Wav vastgestelde Beleidsregels boeteoplegging Wav van 1 januari 2005 (hierna: de beleidsregels) luiden, voor zover relevant, als volgt. Beleidsregel 1 Bij de berekening van een boete als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, van de Wav, worden voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wav die als bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd. Volgens die tarieflijst is het boetenormbedrag dat wordt gehanteerd in geval van overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav, 8.000, -.

3 3 Beleidsregel 2 Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt bij een gedraging in strijd met artikel 2, eerste lid, van de Wav als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen boete gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag. Beleidsregel 4 De totale bij een boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meer beboetbare feiten, uit de som van de per beboetbaar feit berekende boetebedragen. 4. BEOORDELING VAN HET GESCHIL DOOR DE RECHTBANK 1.1 De onderhavige bestuurlijke boete is aan te merken als een punitieve sanctie. Artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) brengt met zich dat de rechtbank vol toetst of de hoogte van de opgelegde boete in redelijke verhouding staat tot de ernst en verwijtbaarheid van de overtreding. 1.2 Ingevolge artikel 3:4, tweede lid, van de Awb mogen de voor één of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen te doelen. 2.1 Eiser heeft allereerst aangevoerd dat verweerder hem als natuurlijk persoon had moeten aanmerken en dus bij de vaststelling van de hoogte van de boete de in Beleidsregel 2 opgenomen factor 0,5 had dienen te hanteren. In dat geval zou slechts de helft van het thans opgelegde boetebedrag aan eiser opgelegd zijn. De tekst van artikel 19d, eerste lid, van de Wav noopt er namelijk niet toe dat bij het bepalen van de hoogte van de boete een VOF wordt gelijkgesteld met een rechtspersoon. Volgens eiser worden met het begrip rechtspersoon in artikel 19d, eerste lid, van de Wav alleen vennootschappen met rechtspersoonlijkheid bedoeld. Nu de VOF geen rechtspersoonlijkheid bezit, dient de VOF te worden aangemerkt als natuurlijk persoon. Nu de beleidsregels op basis van artikel 19d, derde lid, van de Wav tot stand zijn gekomen, dient aan de daarin terugkerende begrippen rechtspersoon en natuurlijk persoon dezelfde betekenis te worden toegekend, waarbij ook hier onder rechtspersoon slechts rechtspersonen met rechtspersoonlijkheid vallen en de VOF dus wederom onder de natuurlijke personen dient de worden geschaard, aldus eiser. 2.2 In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) van 14 juni 2006 (JV 2006, 308) is geoordeeld dat de maximale boete die ingevolge artikel 19d, eerste lid, van de Wav aan een rechtspersoon bij het begaan van een beboetbaar feit kan worden opgelegd tevens geldt voor de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. De ABRS heeft aan dit oordeel ten grondslag gelegd dat uit de bewoordingen van de eerste leden van artikel 18a en 19d van de Wav onmiskenbaar de bedoeling moet worden afgeleid dat artikel 19d aansluit op artikel 18a, alsmede dat deze artikelen in dezelfde paragraaf kort na elkaar zijn opgenomen. De ABRS is aldus van oordeel dat artikel 19d, eerste lid, van de Wav zo dient te worden gelezen dat de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid gelijk wordt gesteld met een rechtspersoon De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen aanleiding om het oordeel van de ABRS niet te volgen. Anders dan eiser heeft betoogd heeft de rechtbank uit de wetsgeschiedenis bij artikel 19d van de Wav niet kunnen afleiden dat de wetgever niet heeft beoogd om de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid gelijk te stellen met een rechtspersoon, maar juist met een natuurlijke persoon. Eisers stelling dat de gewraakte gelijkstelling niet door de beugel kan omdat in het strafrecht die gelijkstelling niet plaats vindt, brengt de rechtbank evenmin tot de conclusie dat zij het oordeel van de ABRS niet zou dienen te volgen. Ingevolge artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) kunnen strafbare feiten worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen en wordt met de rechtspersoon (onder meer) gelijkgesteld de vennootschap zonder rechtspersoon-

4 4 lijkheid. Ingevolge artikel 23, zevende lid, van het WvSr kan bij veroordeling van een rechtspersoon, indien de voor het feit bepaalde boetecategorie geen passende bestraffing toelaat, een geldboete worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag van de naast hogere categorie. Ingevolge het achtste lid van dit artikel is het zevende lid van overeenkomstige toepassing bij veroordeling van (onder meer) een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. De gelijkstelling die eiser wraakt is aldus ook in het strafrecht in wettelijke bepalingen neergelegd Eiser heeft er onder verwijzing naar artikel 23, zevende en achtste lid, van het WvSr op gewezen dat in het strafrecht aan rechtspersonen niet automatisch vanwege het zijn van rechtspersoon een hogere boete wordt opgelegd, terwijl een hogere beboeting van rechtspersonen wel inherent is aan het systeem van de Wav en de op basis van de Wav ontwikkelde beleidsregels. Die op zichzelf juiste constatering kan evenwel niet leiden tot de door eiser gewenste conclusie dat de betekenis van het begrip rechtspersoon in artikel 19d, eerste lid, van de Wav, een andere is dan de betekenis van ditzelfde begrip in artikel 18a, derde lid, van de Wav. Dat in het strafrecht voor een ander systeem voor de vaststelling van de hoogte van boetes is gekozen dan in de Wav en de op grond van die wet ontwikkelde beleidsregels, zegt immers op zichzelf genomen niets over de betekenis van het begrip rechtspersoon in Wav. 2.4 De rechtbank is derhalve in navolging van de ABRS van oordeel dat met het begrip rechtspersoon in artikel 19d, eerste lid, van de Wav, door gelijkstelling, mede de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (en dus mede de VOF) is bedoeld. Nu de beleidregels zijn gebaseerd op artikel 19d, derde lid, van de Wav, en in die beleidsregels niet opnieuw een (andere) definitie van het begrippenpaar natuurlijk persoon en rechtspersoon is gegeven, gaat de rechtbank ervan uit dat de betekenis van de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon in die beleidsregels dezelfde is als de betekenis die deze begrippen hebben in artikel 19d, eerste lid, van de Wav. 2.5 De beroepsgrond dat verweerder eiser had moeten beboeten als natuurlijk persoon, omdat de betekenis van het begrip rechtspersoon in artikel 19d, eerste lid, van de Wav daartoe aanleiding geeft, kan gelet op het voorgaande niet slagen. 3.1 Eiser heeft verder betoogd dat indien artikel 19d, eerste lid, van de Wav zo gelezen moet worden dat de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid gelijkgesteld wordt met een rechtspersoon, beleidsregel 2 niet als redelijk beleid is aan te merken. Deze beleidsregel brengt met zich dat bij bepaling van de hoogte van de boete in het concrete geval slechts onderscheid wordt gemaakt tussen twee categorieën overtreders, te weten rechtspersonen en natuurlijke personen, waarbij vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid zoals de VOF tot de categorie rechtspersonen worden gerekend. Het is niet redelijk dat (relatief) kleine bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid, die in feite niets meer zijn dan samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen en die geen afgescheiden vermogen hebben, in beleidsregel 2 niet als aparte categorie zijn aangemerkt. Het beleid is daardoor te star en biedt te weinig mogelijkheden voor maatwerk. 3.2 Naar het oordeel van de rechtbank kan ook deze grief niet slagen. In artikel 18a, derde lid, en artikel 19d, eerste lid, van de Wav wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Blijkens de Memorie van Toelichting bij de Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen (TK , , nr. 3, p.12) houdt dit verband met de definiëring van het begrip werkgever in artikel 1, eerste lid, van de Wav. Werkgever is 1) degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten en daarmee degene die verantwoordelijk is voor de arbeid door een vreemdeling, en 2) de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten. Onderscheid wordt dus gemaakt tussen de werkgever die in de bedrijfsmatige sfeer een vreemdeling arbeid laat verrichten en de werkgever die dat in de privésfeer doet.

5 5 Uit het in de wetsgeschiedenis genoemde verband tussen het werkgeversbegrip enerzijds en het begrippenpaar natuurlijk persoon en rechtspersoon anderzijds leidt de rechtbank af dat de wetgever bij het onderscheiden van de natuurlijke persoon en de rechtspersoon onderscheid heeft willen maken tussen bedrijfsmatige tewerkstelling en tewerkstelling in de particuliere sfeer. De rechtbank heeft in de wetsgeschiedenis geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat het door eiser als cruciaal aangemerkte onderscheid tussen eigen vermogen en afgescheiden vermogen door de wetgever (eveneens) van belang is geacht. Het begrip rechtspersoon is in artikel 18a, derde lid, van de Wav omschreven in die zin dat bepaald is dat daarmee gelijk worden gesteld vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het doelvermogen. De ABRS heeft in bovengenoemde uitspraak van 14 juni 2006 (JV 2006, 308) geoordeeld dat die gelijkstelling ook in artikel 19d, eerste lid, van de Wav moet worden gelezen. De beleidsregels zijn tot stand gekomen op basis van artikel 19d, derde lid, van de Wav. Door het in de wet gemaakte onderscheid tussen de genoemde twee categorieën overtreders - waarbij onderscheidend criterium is of tewerkstelling in de bedrijfsmatige dan wel de privésfeer heeft plaatsgevonden - eveneens in het beleid voor de vaststelling van de hoogte van boetes in concrete gevallen neer te leggen, is verweerder gebleven binnen het in de wet neergelegde systeem en daarmee binnen de ruimte die de wet hem bood voor het scheppen van beleid. Tegen deze achtergrond ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat beleidsregel 2 kennelijk onredelijk is. Daarbij heeft de rechtbank tot slot ook in aanmerking genomen dat de feiten en omstandigheden in de voorliggende casus niet scherp onderstrepen dat en waarom het hier besproken onderscheid tussen genoemde twee categorieën overtreders kennelijk onredelijk zou zijn. 4.1 Eiser heeft daarnaast betoogd dat beleidsregel 4 als kennelijk onredelijk beleid moet worden aangemerkt. Toepassing van deze beleidsregel heeft onbeperkte cumulatie van boetebedragen tot gevolg. Daardoor worden extreem hoge boetes opgelegd, zoals ook in het onderhavige geval is geschied. Door hantering van deze beleidsregel worden volgens eiser de concrete omstandigheden van het geval te zeer uit het oog verloren. 4.2 In het Toelichtingsdeel van de beleidsregels is vermeld dat beleidsregel 4 samenhangt met artikel 19a, tweede lid, van de Wav. Hierin is bepaald dat de terzake van de Wav gestelde beboetbare feiten gelden ten opzichte van elk persoon, met of ten aanzien van wie een beboetbaar feit is begaan. De Memorie van Toelichting bij de Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen (TK , , nr. 3, p.17) vermeldt dat met deze cumulatiebepaling beoogd is om de situatie te vermijden dat eenzelfde boete wordt opgelegd wanneer een werkgever in strijd met het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Wav één werknemer in dienst heeft en wanneer een werkgever in strijd met het verbod bijvoorbeeld tien werknemers in dienst heeft. 4.3 De rechtbank volgt eiser in zijn grief dat beleidsregel 4 als kennelijk onredelijk beleid dient te worden aangemerkt. Daarbij heeft de rechtbank allereerst in aanmerking genomen dat noch de tekst van artikel 19a, tweede lid, noch de uit de wetsgeschiedenis blijkende bedoeling van de wetgever, ertoe dwingt dat in concrete gevallen de hoogte van de boete wordt vastgesteld op basis van een optelsom van het aantal gepleegde overtredingen en dat daarbij geen plafond of maximum geldt. Uit de wetsgeschiedenis bij genoemd artikel leidt de rechtbank af dat de wetgever met deze bepaling beoogd heeft om bij de vaststelling van de hoogte van de boete in concrete gevallen onderscheid te kunnen maken tussen situaties waarin één enkele werknemer illegaal te werk is gesteld en situaties waarin sprake is geweest van illegale tewerkstelling van meerdere werknemers. Niet blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever daarbij een ongemaximeerde evenredige relatie voor ogen heeft gestaan tussen het aantal overtredingen en het aantal op te leggen boetebedragen. De in beleidsregel 4 neergelegde ongemaximeerde evenredige relatie verheft het aantal gepleegde overtredingen tot allesbepalende factor bij de vaststelling van de hoogte van de boete in het concrete geval.

6 6 Dit is in strijd met artikel 6 van het EVRM en artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Door toepassing van deze beleidsregel blijft immers bij de vaststelling van de hoogte van de boete buiten beschouwing de vraag of in het concrete geval daadwerkelijk is geschied wat de Wav beoogt te voorkomen, te weten verdringing van legaal arbeidsaanbod, het voorkomen dat door illegale tewerkstelling aanzienlijk financieel voordeel wordt behaald, en bestrijding van verstoringen van de concurrentieverhoudingen. Daarnaast dreigen daardoor ook de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, de mate van verwijtbaarheid en mogelijke bijzondere omstandigheden uit beeld te geraken. Al deze aspecten en omstandigheden zijn evenwel factoren waarmee bij de vaststelling van de hoogte van de boete, die een punitief karakter heeft, terdege rekening dient te worden gehouden. Beleidsregel 4 dient gelet op het voorgaande te worden aangemerkt als strijdig met artikel 6 van het EVRM en artikel 3:4, tweede lid, van de Awb en daardoor als kennelijk onredelijk beleid. 5. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit is genomen met toepassing van het hierboven onredelijk geoordeelde beleid. Het besluit is daarom genomen in strijd met artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en het bestreden besluit zal worden vernietigd. 6. De rechtbank ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb zelf in de zaak te voorzien en zelf de hoogte van de boete vast te stellen. Redengevend voor gebruikmaking van deze bevoegdheid is dat het hier gaat om een bestuurlijke boete met een punitief karakter, waarvan de rechtmatigheid uiteindelijk door de rechter vol wordt getoetst. Gelet op de aard van de zaak dient de finale geschilbeslechting als doel van het bestuursprocesrecht in het bijzonder te worden nagestreefd. Aan dit doel komt des te meer gewicht toe nu, zoals volgt uit de Memorie van Toelichting bij de Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen, de snelheid van afdoening één van de overwegingen is geweest voor de wetgever om ervoor te kiezen de overtreding van artikel 2 van de Wav niet langer via het strafrecht, maar voortaan via het bestuursrecht te sanctioneren (Memorie van Toelichting bij de Wijziging van de Wav in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving, TK , , nr. 3, p.2). Bij haar beslissing over te gaan tot gebruikmaking van deze wettelijke bevoegdheid heeft de rechtbank steun gevonden in artikel I sub N van het voorstel tot aanvulling van de Awb (vierde tranche; TK , , nr. 2). Hierin is voorgesteld het volgende in artikel 8:72a van de Awb te bepalen: Indien de rechtbank een beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete vernietigt, neemt zij een beslissing omtrent het opleggen van de boete en bepaalt zij dat haar uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde beschikking. 7. De rechtbank zal bij de vaststelling van de hoogte van de boete rekening houden met de ernst van de overtreding, de mate waarin de overtreding eiser kan worden verweten, de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd en eventuele bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft voor die benadering steun gevonden in artikel 6 van het EVRM, bezien in samenhang met artikel van het voorstel tot aanvulling van de Awb (vierde tranche; TK , , nr. 3), dat thans aanhangig is in de Tweede Kamer. Dit artikel luidt - voor zover hier relevant - als volgt: 1. De wet bepaalt de bestuurlijke boete die wegens een bepaalde overtreding ten hoogste kan worden opgelegd. 2. Tenzij de hoogte van de bestuurlijke boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld, stemt het bestuursorgaan de bestuurlijke boete af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Het bestuursorgaan houdt daarbij zo nodig rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

7 7 3. Indien de hoogte van de bestuurlijke boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld, legt het bestuursorgaan niettemin een lagere bestuurlijke boete op indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. De Memorie van Toelichting bij het tweede lid van artikel van het voorstel tot aanvulling van de Awb vermeldt, voor zover relevant (p. 141, 142): (..) Bij de beoordeling van de evenredigheid van de in concreto op te leggen of opgelegde boete moeten bestuur en rechter zo nodig rekening houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. 8. Niet kan worden gezegd dat het hier gaat om een overtreding die niet ernstig van aard is. Het voorschrift dat eiser heeft overtreden is gesteld ter bestrijding van illegale tewerkstelling van personen. Blijkens de Memorie van Toelichting (TK , , nr. 3, p.1) gaat het hierbij om bestrijding van verdringing van legaal arbeidsaanbod in Nederland en de Europese Economische Ruimte op de arbeidsmarkt, bestrijding van overtreding van normen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, die kan leiden tot uitbuiting van de illegaal tewerkgestelde vreemdelingen, en bestrijding van concurrentievervalsing binnen een sector, waardoor de bedrijfsvoering van bonafide werkgevers wordt geschaad. De overtreding is daarnaast ernstig omdat een aanzienlijk aantal illegale werknemers bij eiser is aangetroffen. Gelet op het aantal aangetroffen werknemers en de genoemde doelstellingen van de wet is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de boete zodanig moet zijn dat er een waarschuwend en ontmoedigend signaal van uitgaat. 9. De omstandigheid dat de Marokkaanse en de Egyptische werknemers van eiser over zekere - naar na onderzoek is gebleken valse - identiteitspapieren beschikten, maakt de overtreding niet minder verwijtbaar. De rechtbank is op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat eiser als werkgever de papieren van deze personen onvoldoende heeft gecontroleerd. Dat de controle plaats vond op een moment van topdrukte vormt evenmin een disculperende omstandigheid. Van een ondernemer als eiser mag worden verwacht dat hij tijdig voor het aanbreken van periodes van topdrukte de nodige maatregelen treft om tijdens piekperiodes over voldoende legaal personeel te kunnen beschikken. 10. De rechtbank houdt in eisers voordeel rekening met het feit dat niet gebleken is dat hij eerder overtredingen van de Wav heeft begaan. Ten faveure van eiser weegt de rechtbank eveneens mee dat voor het overgrote deel van de aangetroffen werknemers geldt dat eiser niet het illegaal verblijf van deze personen heeft gefaciliteerd. De aangetroffen werknemers waren voor het overgrote deel immers Poolse onderdanen. Deze personen hebben krachtens communautair recht verblijfsrecht in Nederland. 11. Met verweerder stelt de rechtbank voorop dat het aan werkgevers zoals eiser is zich ervan te vergewissen voor welke vreemdelingen een twv is vereist. De rechtbank kan echter wel enig begrip opbrengen voor eisers veronderstelling dat Poolse onderdanen niet twv-plichtig zijn. Daarbij is van belang dat Polen bij de Europese Unie hoort en er voor Poolse werknemers thans een overgangsregime geldt dat moet leiden naar (volledig) vrij verkeer van werknemers zoals dat ook geldt voor andere migrerende EGonderdanen/werknemers. De overgang naar het volledig vrije verkeer van Poolse werknemers is diverse malen aangekondigd, maar op het laatste moment uitgesteld. De rechtbank acht het niet ondenkbaar dat dit (ook) bij eiser tot enige onduidelijkheid en verwarring heeft geleid. De rechtbank zal met deze omstandigheid dan ook - zij het in geringe mate - ten gunste van eiser rekening houden. 12. De rechtbank houdt bij de vaststelling van de hoogte van de boete tot slot rekening met de omstandigheid dat, naar eiser gemotiveerd heeft gesteld en verweerder niet heeft

8 8 bestreden, eiser aan de aangetroffen illegaal tewerkgestelde werknemers hetzelfde loon heeft betaald als aan andere werknemers en eiser over dit loon premies en belastingen heeft afgedragen. Niet is dan ook gebleken dat eiser door middel van uitbuiting van illegaal tewerkgestelde werknemers financieel voordeel heeft behaald. 13. Alle in eisers nadeel en voordeel pleitende omstandigheden in ogenschouw genomen acht de rechtbank een boete van ,- passend en geboden. De rechtbank zal vaststellen dat deze boete aan eiser wordt opgelegd. 14. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande tevens aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, van de Awb te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op voet van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op 966, - (1 punt voor het beroepschrift en 2 punten voor het verschijnen ter zittingen van de rechtbank met een waarde per punt van 322, - en een wegingsfactor 1). Voorts dient het griffierecht ten bedrage van 138,- aan eiser te worden vergoed. 5. BESLISSING De rechtbank: 1. verklaart het beroep gegrond; 2. vernietigt het besluit op bezwaar van 19 september 2005; 3. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit, in zoverre dat de boete wordt vastgesteld op (zegge: veertig duizend euro) en dat voor het overige de rechtsgevolgen in stand worden gelaten; 4. veroordeelt verweerder in de hierboven bedoelde proceskosten, begroot op 966,- (zegge: negen honderd zesenzestig euro), te betalen door de Staat der Nederlanden aan eiser; 5. bepaalt dat de Staat der Nederlanden aan eiser het griffierecht ad 138,- (zegge: honderd acht en dertig euro) vergoedt. Gewezen door mr. H.J.M. Baldinger, voorzitter, en mrs. O.L.H.W.I. Korte en J.J. Jonkers, op 19 juni 2007, in tegenwoordigheid van P. Deinum, griffier, en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum. De griffier, De voorzitter, De griffier is buiten staat deze uitspraak te ondertekenen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 16113, 2500 BC 's-gravenhage). De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt zes weken. Naast de vereisten waaraan het beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 van de Awb (zoals het overleggen van een afschrift van deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing. Afschrift verzonden op: 19 juni 2007 Conc: DB Doc: B Coll: SaS

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 03-08-2012 Datum publicatie 10-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-6230 WAV Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2010:BO9897

ECLI:NL:RBBRE:2010:BO9897 ECLI:NL:RBBRE:2010:BO9897 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 10/1362 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 28-11-2007 Datum publicatie 13-12-2007 Zaaknummer 07/2779 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 06-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 14610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak /1/V6

Uitspraak /1/V6 Uitspraak 201704402/1/V6 Datum van uitspraak: woensdag 31 januari 2018 Tegen: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Wet arbeid vreemdelingen ECLI:

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2005:AU7777

ECLI:NL:RBSHE:2005:AU7777 ECLI:NL:RBSHE:2005:AU7777 Instantie Datum uitspraak 07-12-2005 Datum publicatie 12-12-2005 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer Awb 05 / 1410 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 200904130/1 A/6. Datum uitspraak: 17 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist. Niet op barcode schrijven!! Gemeente Bergen op Zoom de Rechtspraak Rechtbank Breda 106-027138 Reg. Datum: 19/10/2006 Eenheid: BJZ 4.06 datum doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp AANTEKENEN

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ6190 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 26-05-2011 Zaaknummer Awb 10/895 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Algemene wet bestuursrecht 5:46 Wet arbeid vreemdelingen Wet arbeid vreemdelingen 2 Wet arbeid vreemdelingen 19d

Algemene wet bestuursrecht 5:46 Wet arbeid vreemdelingen Wet arbeid vreemdelingen 2 Wet arbeid vreemdelingen 19d ECLI:NL:RVS:2017:496 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201606127/1/V6 Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12932 29 juni 2012 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2012, nr. AV/SDA/2012/10097,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROE:2009:BK4400

ECLI:NL:RBROE:2009:BK4400 ECLI:NL:RBROE:2009:BK4400 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 25-11-2009 Zaaknummer 09/545 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:9732

ECLI:NL:RBAMS:2014:9732 ECLI:NL:RBAMS:2014:9732 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05092014 Datum publicatie 01092015 Zaaknummer awb 13/7136 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2113

ECLI:NL:RBROT:2017:2113 ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545 ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 27-05-2008 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer AWB 07/1049 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb

2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb Pagina 1 van 7 2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb ECLI:NL:RVS:2015:1421 http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rvs:2015:1421&keyword=ec

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637 ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2008:BF9497

ECLI:NL:RBALK:2008:BF9497 ECLI:NL:RBALK:2008:BF9497 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 19-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 07/2710 WAV Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2013:573 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 31-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201211994/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458 ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458 Instantie Datum uitspraak 24-11-2003 Datum publicatie 07-01-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 03/59677 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-01-2010 Datum publicatie 01-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200910287/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119 ECLI:NL:RBOVE:2016:4119 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 02-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AK_ZWO_16_878 Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen: MigratieWeb ve12000534 LJN: BV7275 RAAD VAN STATE 200905593/1/V6. Datum uitspraak: 29 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], gevestigd te [plaats] (België),

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 Instantie Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer LEE 17/863 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 17-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/32293 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-05-2012 Datum publicatie 01-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-3232 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:5723

ECLI:NL:RBDHA:2016:5723 ECLI:NL:RBDHA:2016:5723 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 9537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie