Nota van Beantwoording Zienswijzen DW380 2 de fase. Versie 10 september 2015

Transcriptie

1 Nota van Beantwoording Zienswijzen DW380 2 de fase Versie 10 september 2015

2

3 Colofon Projectnaam DW380 Projectnummer 212x00989 Versienummer 10 september 2015 Locatie Van Doetinchem naar Voorst Bevoegde gezagen Contactpersoon Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Bronckhorst Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Doetinchem Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Montferland Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Oude IJsselstreek Minister van Economische Zaken, dhr. drs. N.G.M. van Campen MPA (Niels) Losse bijlage(n) -- Auteurs Jasmijn van Tilburg (BRO) Pagina 3 van 18

4 Inhoud 1 Inleiding 5 Wijze van behandeling zienswijzen 5 2 Behandeling zienswijzen 2 e fase project DW Overzicht wijzigingen Wijzigingen als gevolg van ontvangen zienswijzen Ambtshalve wijzigingen 18 Pagina 4 van 18

5 1 Inleiding Van 24 april tot en met 4 juni 2015 hebben 32 ontwerpbesluiten met onderliggende stukken voor het project DW380 ter inzage gelegen. Het betreft 31 ontwerp-omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden in de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek en 1 ontwerp-omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van een werk of werkzaamheden in het kader van de aanleg van een waterberging nabij het hoogspanningsstation Doetinchem 380 kv in de gemeente Bronckhorst. Een ieder kon naar aanleiding van de ontwerpbesluiten een zienswijze indienen. Op de ontwerpbesluiten zijn binnen de zienswijzentermijn in totaal drie zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn integraal opgenomen in de inspraakbundel Zienswijzen op ontwerpbesluiten 380 kv hoogspanningsverbinding Doetinchem Wesel fase 2. Deze bundel is in te zien op De ontvangen zienswijzen zijn geregistreerd. Aan de indieners is een ontvangstbevestiging gezonden met daarin een registratienummer. Met de opzoektabel op pagina 4 van de bundel kan bij het ontvangen registratienummer het bijbehorende zienswijzenummer worden opgezocht. In deze Nota van Beantwoording Zienswijzen DW380 2 e fase zijn de ingediende zienswijzen samengevat en beantwoord. Er is tevens aangegeven of en hoe met de zienswijzen rekening is gehouden. Wijze van behandeling zienswijzen Alle zienswijzen komen aan de orde in hoofdstuk 2 van deze Nota. De behandeling geschiedt in tabelvorm. De tabel bestaat in principe uit drie kolommen. In de eerste rij van elke zienswijze is het registratienummer van de zienswijze opgenomen en het besluit c.q. de besluiten waarop de betreffende zienswijze ziet. Daaronder geeft de eerste kolom aan elk onderdeel uit de zienswijzen een eigen nummer. Dat nummer bestaat uit een cijfer gekoppeld aan het registratienummer van de zienswijze en een letter voor elk onderdeel zodat op eenvoudige wijze kan worden gezocht en verwezen naar een specifiek onderdeel. In de tweede kolom is aangegeven of het om een onderdeel van de zienswijze gaat, de beantwoording van dat onderdeel van de zienswijze of de conclusie per zienswijze. In de derde kolom is het betreffende onderdeel van de zienswijze samengevat en van een antwoord voorzien. Bij de conclusie is per zienswijze aangegeven of dit leidt tot een wijziging in een of meer van de ontwerpbesluiten. Pagina 5 van 18

6 Pagina 6 van 18

7 2 Behandeling zienswijzen 2 e fase project DW380 Nr. Onderdeel Inhoud 1 Alle 32 besluiten 1a. Zienswijze Indiener heeft in 2006 zijn woning gebouwd in de natuurlijke, landschappelijke omgeving van de Wehlse Broeklanden. Dit gebied werd door de gemeente Doetinchem aangewezen tot extern recreatiegebied. De gemeente heeft ter compensatie van het nieuw aan te leggen industriegebied veel groenvoorzieningen in dit gebied aangelegd. Door de komst van de nieuwe 380 kv-verbinding en het daarvoor kappen van bomen - blijft daar weinig van over en ontstaat landschapsvervuiling. Het woongenot en leefklimaat wordt hierdoor aangetast. Indiener maakt zich zorgen om zijn gezondheid. Antwoord De zienswijze met betrekking tot de komst van de nieuwe 380 kv-verbinding en de effecten daarvan voor de leefomgeving van indiener ziet op het inpassingsplan DW380 Doetinchem-Voorst dat onderdeel uitmaakte van de 1 ste fase van dit project. Dit inpassingsplan ligt in deze 2 e fase niet meer ter besluitvorming voor. Bij de keuze voor het tracé en de positionering van de mastvoeten is zoveel als mogelijk rekening gehouden met de structuur van het landschap en met lokale elementen zoals bossen en houtwallen. Om het project te kunnen realiseren, kan niet ontkomen worden aan het snoeien en kappen van houtopstanden. Voor de houtopstanden die vallen onder de gemeentelijke (kap)verordeningen zijn hiervoor omgevingsvergunningen aangevraagd. In het algemeen worden houtopstanden binnen de zakelijk rechtstrook van hoogspanningsverbindingen weggenomen. Dat is voor de nieuwe bovengrondse 380 kv-verbinding noodzakelijk om het gevaar te voorkomen dat takken te dicht bij de draden komen. Daarmee wordt de goede werking van de nieuwe 380 kvverbinding gewaarborgd. Bij de ondergrondse 150 kv-verbindingen kunnen wortels van bomen en struiken de goede werking van de ondergrondse 150 kv-verbindingen hinderen en daarmee gevaar veroorzaken. Waar ten behoeve van de aanleg van nieuwe hoogspanningsverbindingen sprake is Pagina 7 van 18

8 van tijdelijke lijnen, toegangswegen en werkterreinen, kan het ook noodzakelijk zijn dat bomen worden gekapt of gesnoeid. Er is naar gestreefd niet meer houtopstanden te kappen en te snoeien dan hoogst noodzakelijk is. Om voor het overige de effecten op het landschap te beperken wordt de nieuwe 380 kv-verbinding landschappelijk ingepast door nieuwe houtopstanden op zodanige wijze aan te brengen dat dit leidt tot een goede samenhang van lijn en landschap. Hiertoe wordt in het Landschapsplan voorzien in inrichtingsmaatregelen die noodzakelijk zijn voor een goede inpassing van de nieuwe 380 kvverbinding. De inrichtingsmaatregelen zijn onderbouwd vanuit het MER, de EHS, de Flora- en faunawet, de Watertoets, de Boswet c.q. Richtlijn compensatie Natuur en Bos van de provincie Gelderland, de gemeentelijke (kap)verordeningen en de goede ruimtelijke ordening. Het Landschapsplan is als bijlage 2 bij de planregels aan het inpassingsplan gevoegd en de uitvoering ervan is op basis van artikel 13.1 onder b. van de regels van het inpassingsplan juridisch bindend. Daarnaast is in de omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden waar relevant - een herplantplicht conform het Landschapsplan opgenomen. Er worden in totaal circa 350 houtopstanden gekapt of fors gesnoeid en 3,1 ha. bos verwijderd. De herplantplicht ziet op circa 660 houtopstanden en 7,8 ha. bos. Er is geen sprake van een onaanvaardbare aantasting van het landschap. Conclusie De aanvragen omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden zijn beoordeeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.2 sub g, juncto 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Tevens zijn de aanvragen getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat de aanvragen voldeden. Er zijn in de betrokken (kap)verordeningen van de gemeente geen gronden aangegeven die tot weigering van de omgevingsvergunningen leiden zodat de omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden zijn verleend. De zienswijze geeft geen aanleiding tot het wijzigen van de besluiten. 2 Alle 32 besluiten 2a. Zienswijze Indiener heeft nog geen inhoudelijke reactie gekregen op haar zienswijze op de 1 ste fase van het project en handhaaft onverkort deze zienswijze in de 2 e fase omdat er van de noodzaak van de Pagina 8 van 18

9 voorgestelde nieuwe 380 kv-verbinding niets is gebleken. Antwoord De inhoudelijke reactie op de zienswijze van indiener op de 1 ste fase van het project is opgenomen in de Nota van Beantwoording Zienswijzen DW380 die als bijlage 16 bij de toelichting van het inpassingsplan DW380 Doetinchem-Voorst is opgenomen. Daarover is zij bij brief van 21 mei 2015 geïnformeerd. Onder thema 1 van deze Nota wordt ingegaan op de noodzaak van de nieuwe 380 kv-verbinding. 2b. Zienswijze De houtwallen, individuele bomen en stukken bos waarvoor omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden is aangevraagd vertegenwoordigen een grote ecologische waarde met een grote biodiversiteit. Ze geven een flinke CO2 opvangcapaciteit. Gemeenten hebben vanuit Europa sinds 2010 de verplichting CO2 uitstoot te verminderen c.q. beter op te vangen. Dat wordt bij de voorgesteld kap nog meer onhaalbaar. Antwoord Op basis van artikel 2.18 van de Wabo kunnen de omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstand slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken gemeentelijke (kap)verordeningen. Weigeringsgronden in deze gemeentelijke (kap)verordeningen zijn de milieuwaarden die de betreffende houtenopstanden hebben, zoals onder andere de natuur-, cultuurhistorische- en landschappelijke waarden. De aanvragen omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden zijn op basis hiervan beoordeeld. Zo is de Bomenverordening van de gemeente Oude IJsselstreek gebaseerd op het ja, tenzij principe. Dit houdt in dat het bevoegd gezag altijd de gevraagde kapvergunning verleend, tenzij de houtopstand één of meerdere van de, in de verordening genoemde, waarden vertegenwoordigd. Bij de houtopstanden waar deze waarden van toepassing zijn, is in de overweging meegenomen dat er veel compensatie plaatsvindt. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijze is - in verband met de beeldpalendheid van de te kappen bomen (grote eiken) aan de Sniederweg in Voorst qua afmetingen, positie en soort op basis van de Bomenverordening besloten een (aanvullende) herplant op te leggen in de nabijheid van de te kappen bomen. Ook in de gemeente Doetinchem is de Bomenverordening het instrument waarmee de gemeente Doetinchem de bescherming, herplant en het kappen van bomen regelt. De hierin opgenomen bepalingen en voorschriften zijn in de beleidsregels Bomenverordening gemeente Doetinchem verder uitgewerkt. Door middel van een puntenwaardering is een praktisch hanteerbaar systeem geboden voor een objectieve afweging tussen het belang van de aanvrager en het belang van behoud van de bomen. Pagina 9 van 18

10 De afwegingen die hebben plaatsgevonden op basis van de gemeentelijk (kap)verordeningen hebben geleid tot het verlenen van de omgevingsvergunningen. Er worden in totaal circa 350 houtopstanden gekapt of fors gesnoeid en 3,1 ha. bos verwijderd. De herplantplicht ziet op circa 660 houtopstanden en 7,8 ha. bos. Nu de omvang van de herplantplicht groter is dan de omvang van de te vellen houtopstanden, is het niet aannemelijk dat er sprake is van negatieve effecten op het CO2-gehalte in de lucht. 2c. Zienswijze De nieuwe 380 kv-verbinding is niet noodzakelijk en uit dien hoofde is kap dus overbodig. Niet duidelijk is waarom de aanleg van de nieuwe 380 kv-verbinding zwaarder weegt dan het belang van het behoud van bomen en op basis van welke criteria. Bovendien is in veel gevallen de verbinding zo te projecteren dat bomen ontzien kunnen worden. Er is geen motivatie per plek opgenomen die duidelijk maakt waarom de bomen niet ontzien kunnen worden. Alleen in de opmerkingen van het Landschapsplan wordt in algemene zin de keuze verantwoord. Bijvoorbeeld, waarom kan de nieuwe 380 kv-verbinding bij de houtwal Heuvenseweg te Etten niet boven het veld komen? Waar zijn de kaarten 10 en 11? Antwoord De zienswijze met betrekking tot nut en noodzaak van de nieuwe 380 kv-verbinding en de tracékeuze ziet op het inpassingsplan DW380 Doetinchem-Voorst dat onderdeel uitmaakte van de 1 ste fase van dit project. Dit inpassingsplan ligt in deze 2 e fase niet meer ter besluitvorming voor. Bij de keuze voor het tracé en de positionering van de mastvoeten is zoveel als mogelijk rekening gehouden met lokale elementen zoals bossen en houtwallen. Het is echter niet mogelijk gebleken alle houtopstanden te vermijden. Het op specifieke plekken ontwijken van houtopstanden leidt tot meer knikken in het tracé waardoor een visueel complexe situatie ontstaat. Dit is vanuit landschappelijk oogpunt ongewenst. Het tracé van de nieuwe 380 kv-verbinding is gebaseerd op een integrale afweging van verschillende belangen. Dit heeft geleid tot een - over de gehele lengte gezien - optimaal tracé. 2d. Zienswijze De Flora- en faunawet schrijft voor dat schade aan de natuur beperkt moet worden. Daarvan blijkt in deze 2 e fase niets. Antwoord Deze zienswijze ziet op de toetsing van het vellen van houtopstanden aan de Flora- en faunawet. Deze toetsing heeft plaatsgevonden in het kader van het inpassingsplan DW380 Doetinchem- Voorst en de Flora- en faunawetvergunning met kenmerk FF /7 5C/20 14/ toek.jw die onderdeel uitmaakten van de 1 ste fase van dit project. Genoemde besluiten liggen in deze 2 e fase Pagina 10 van 18

11 niet meer ter besluitvorming voor. Overigens is uit de toets gebleken dat het project inclusief het vellen van houtopstanden voldoet aan de Flora- en faunawet. 2e. Zienswijze Codes voor percelen, straten/wegen worden niet in legenda s uitgelegd en komen niet overeen met de beschrijving van ontwerpomgevingsvergunning Codes genoemd in de ontwerpvergunning komen niet voor op de kaarten van de cesties en codes voor landerijen en wegen op de kaarten worden nergens verklaard. Antwoord Per aanvraag omgevingsvergunning is een lijst bijgevoegd van de betrokken bomen en houtopstanden met een uniek nummer. Dit nummer is vervolgens te vinden op de kaart behorende bij die specifieke aanvraag. De kaart geeft de locatie van de bomen en houtopstanden weer. De overige nummers op de kaart zijn de kadastrale percelen van de betreffende locatie. Deze kadastrale percelen worden ook genoemd in de aanvraagformulieren. 2f. Zienswijze Voor welk ander doel dan landschappelijke inpassing en compensatie van ecologische waarden vervullen de inrichtingsmaatregelen uit het Landschapsplan een functie? Antwoord De inrichtingsmaatregelen zijn noodzakelijk worden getroffen in verband met de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de nieuwe 380 kv-verbinding en zijn opgesteld vanuit het MER, de EHS, de Flora- en faunawet, de Watertoets, de Boswet c.q. Richtlijn compensatie Natuur en Bos van de provincie Gelderland, de gemeentelijke (kap)verordeningen en de goede ruimtelijke ordening. 2g. Zienswijze Het tracé is niet waar mogelijk zo geprojecteerd dat deze eenvoudig boven weilanden en akkers kan lopen zodat bomen gespaard kunnen blijven, maar juist door en langs bosjes en wegen met bomen. Antwoord Zie de beantwoording onder 2c. 2h. Zienswijze Met betrekking tot compensatie merkt indiener op dat je natuur niet kan kappen en even vervangen, dat duurt jaren. Ook is onduidelijk waar de compensatie plaatsvindt. Dat is nergens per locatie aangegeven. In de toelichting zijn slechts algemene beschrijvingen opgenomen en indiener kan niet beoordelen of de inrichtingsmaatregelen zullen worden uitgevoerd. Er dient onderzoek plaats te vinden of de compensatie werkelijk de vernietigde waarde terugbrengt. Antwoord De compensatie van houtopstanden is opgenomen in het Landschapsplan en vindt onder andere plaats op basis van de gemeentelijke (kap)verordeningen. In het Landschapsplan is de omvang en de locatie van de herplant van houtopstanden opgenomen. Er worden in totaal circa 350 houtopstanden gekapt of fors gesnoeid en 3,1 ha. bos verwijderd. De herplant ziet op circa 660 houtopstanden en 7,8 ha. bos. Het Landschapsplan is als bijlage 2 bij de planregels aan het inpassingsplan gevoegd en de uitvoering ervan is op basis van artikel 13.1 onder b. van de regels van het inpassingsplan juridisch bindend. Daarnaast is in de omgevingsvergunningen voor het Pagina 11 van 18

12 vellen van houtopstanden waar relevant - een herplantplicht conform het Landschapsplan opgenomen. Nader onderzoek is op basis van de gemeentelijke (kap)verordeningen geen vereiste voor het verlenen van de omgevingsvergunningen. 2i. Zienswijze In het verleden is gebleken dat de gemeente niet in staat is compensatie te handhaven, wanneer er geen sprake is van eigendom. TenneT dient de compensatiegronden te verwerven om de natuurcompensatie waar te maken. Niet is aangegeven waar Tennet gronden heeft verworven. Antwoord Op basis van artikel 13.1 onder b. van de regels van het inpassingsplan en de herplantplicht zoals opgenomen in de omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden hebben de gemeenten een grondslag tot handhaving indien niet in de herplant wordt voorzien zoals in het Landschapsplan is vastgelegd. Ook sluit TenneT met de eigenaren van de gronden een overeenkomst waarin de herplantplicht wordt vastgelegd. 2j. Zienswijze De rijkscoördinatieregeling is van toepassing. Betekent dit dat gemeenten niets meer te vertellen hebben bij de coördinatie? Duurzaamheid kan alleen worden nagestreefd als alle betrokkenen op locatie zeggenschap hebben. Burgerparticipatie wordt een loze kreet als deze grootschaligheid wordt doorgedrukt. Antwoord De rijkscoördinatieregeling houdt in dat de besluitvorming ten aanzien van het inpassingsplan en de uitvoeringsbesluiten gecoördineerd worden voorbereid en bekendgemaakt. De regeling voorziet in een gezamenlijke kennisgeving en terinzagelegging van de ontwerpbesluiten (artikel 3.31, derde lid, onder b, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, Wro) en gelijktijdige bekendmaking van de besluiten (artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, Wro). De bevoegdheid de uitvoeringsbesluiten te nemen, blijft in beginsel bij de wettelijk bevoegde bestuursorganen berusten. De gemeenten zijn dus onveranderd bevoegd tot het inhoudelijk beoordelen en op basis daarvan verlenen van de omgevingsvergunningen. In het kader van 3.28, eerste lid Wro zijn op 10 februari 2014 de gemeenteraden alsook de provinciale staten van de provincie Gelderland gehoord over het project. Het horen van de gemeenteraden en provinciale staten is gecombineerd met het overleg, bedoeld in artikel van het Bro. Ter voorbereiding zijn tegelijkertijd ook de uitvoeringsdiensten van het Rijk en het Waterschap Rijn en IJssel gevraagd reactie te geven op het project. Daarnaast is een aantal organisaties in het gebied gevraagd om een reactie. De ontwerpbesluiten zijn vervolgens tot stand gekomen conform de procedurevereisten als opgenomen in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wro en de daaruit voortvloeiende uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Awb. Pagina 12 van 18

13 Er zijn daarnaast bovenwettelijke participatie- en communicatiemogelijkheden gegeven. Er zijn vanaf de start van het project informatie- en inloopavonden gehouden, nieuwsbrieven uitgegaan en is er een website beschikbaar waarmee omwonenden op de hoogte worden gehouden. Er is via deze media ook altijd een adres en telefoonnummer beschikbaar gesteld voor vragen of opmerkingen. 2k. Zienswijze Er is sprake van het intrekken van omgevingsvergunningen en het intrekken van wijzigingen. Niet duidelijk is waar dat over gaat. Antwoord In gemeente Montferland is de kap van bomen aangevraagd welke later vergunngingsvrij bleken te zijn. De aanvraag voor die bomen is weer ingetrokken. 2l. Zienswijze De ontwerp-omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden van de gemeente Doetinchem zijn door de afdeling wonen en bedrijven behandeld. Indiener vindt het bezwaarlijk dat deze afdeling oordeelt over natuur en landschap. Zonder toetsen worden bomen niet beschermd en nergens is te lezen welke criteria deze afdeling aanhoudt. Antwoord Zie ook de beantwoording onder 2b. De objectieve afweging op basis van de beleidsregel Bomenverordening gemeente Doetinchem heeft plaatsgevonden door een boomspecialist van de afdeling Beheer en uitvoering Havenstraat. Deze boomspeclialist brengt in het kader van zijn functie advies uit aan het team vergunningen van de afdeling Wonen en bedrijven van de gemeente Doetinchem in het kader van omgevingsvergunningaanvragen voor het vellen van houtopstanden op basis van de Wabo. 2m. Zienswijze Indiener maakt ook ernstig bezwaar tegen de ontwerp-omgevingsvergunningen voor het vellen van houtopstanden van de gemeente Oude IJsselstreek en Montferland. Antwoord Er wordt kennis genomen van deze zienswijze. 2n. Zienswijze Een andere naam geven aan EHS, namelijk Groene Ontwikkelingszone, verandert niets aan de status van de organismen die er leven. Antwoord Deze zienswijze heeft betrekking op de Omgevingsverordening Gelderland en ziet niet op de besluitvorming inzake de omgevingsvergunningen 2 e fase. De Omgevingsverordening Gelderland is een gegeven. 2o. Zienswijze Drs. J. van Bergenhenegouwen, MPA MT lid van de directie energiemarkt van het ministerie heeft e.e.a. aangekaart namens de Minister. Dat deze aanvragen omgevingsvergunning in het belang is van de energiemarkt betwijfelt indiener. De beste manier om de omvang van de energiemarkt naar het niveau te krijgen dat nodig is voor Nederland is met nieuwe, lokale initiatieven van burgers en lagere overheden. Dit leidt tot een duurzaam energiebeleid. Hoe groter en grootschaliger het net, Pagina 13 van 18

14 hoe groter de schade aan omgeving en leefbare wereld en hoe groter de belangen die geen oog hebben voor de individuele burger. Antwoord De zienswijze heeft betrekking op nut en noodzaak van de nieuwe 380 kv-verbinding en de werking van de Nederlandse energiemarkt. Deze liggen in deze 2 e fase niet ter besluitvorming voor. 2p. Zienswijze Indiener vraagt een commissie in te stellen die moet onderzoeken hoe de overheid op andere wijze aan haar middelen kan komen dan door het handelen met energie, ten koste van niet in waarde uit te drukken autonome waarden, zoals groen in het agrarische landschap, gezondheid van omwonenden, planten en dieren. Antwoord Er wordt kennis genomen van deze zienswijze. De zienswijze geeft geen inhoudelijke reactie op de omgevingsvergunningen 2 de fase van dit project. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot het wijzigen van de besluiten. 3 Alle 32 besluiten 3a. Zienswijze Bij de keuze voor het tracé is onvoldoende rekening gehouden met de woningen van indieners. De nieuwe 380 kv-verbinding in de directe omgeving van de woningen van indieners heeft grote gevolgen voor de woon- en leefsituatie van indieners. Het weidse en groene landschap wordt aangetast waardoor het uitzicht teniet wordt gedaan. Bovendien ontstaat er geluidsoverlast ten gevolge van windfluiten en het corona-effect. Er is sprake van een waardedrukkend effect op de woningen. Antwoord De zienswijze met betrekking tot de komst en keuze van het tracé van de nieuwe 380 kvverbinding ziet op het inpassingsplan DW380 Doetinchem-Voorst dat onderdeel uitmaakte van de 1 ste fase van dit project. Dit inpassingsplan ligt in deze 2 e fase niet meer ter besluitvorming voor. Het tracé van de nieuwe 380 kv-verbinding is gebaseerd op een integrale afweging van alle verschillende belangen. In paragraaf van de toelichting van het inpassingsplan is deze integrale afweging beschreven. In die afweging zijn de effecten van de nieuwe 380 kv-verbinding op de leefomgeving van indieners betrokken. De integrale afweging heeft geleid tot een - over de gehele lengte gezien - optimaal tracé. Bij de keuze voor het tracé zijn individuele belangen zoveel mogelijk ontzien. Uit de onderzoeken die ten grondslag liggen aan het inpassingsplan is niet gebleken dat individuele belangen zodanig worden geschaad dat niet in redelijkheid tot de aanleg van de 380 kv-verbinding conform het tracé als opgenomen in het inpassingsplan kon worden Pagina 14 van 18

15 besloten. 3b. Zienswijze De nieuwe 380 kv-verbinding heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid aangezien er aangetoonde negatieve gezondheidseffecten van magnetische velden rondom hoogspanningsverbindingen zijn, zowel fysiek als psychisch. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. De Gezondheidsraad en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) volgen de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van effecten van magnetische velden op de gezondheid en beschikken over de meest recente wetenschappelijke inzichten die zij gebruiken voor hun adviezen aan het kabinet. Het bestaan van een causale relatie tussen gezondheidsproblemen en het zich bevinden in de nabijheid van hoogspanningslijnen is wetenschappelijk niet aangetoond. Omdat wetenschappelijk onzeker is of gezondheidseffecten zullen optreden, geldt het voorzorgsbeleid. Dit omdat als magnetische velden potentieel schadelijke effecten kunnen hebben, maatregelen ter voorkoming of beperking van die potentiële effecten niet achterwege mogen worden gelaten op de enkele grond dat wetenschappelijk onzeker is of die effecten daadwerkelijk zullen optreden. 3c. Zienswijze De nieuwe 380 kv-verbinding leidt tot hinder en schade. Indieners wensen de schade gecompenseerd te zien; in het plan is geen compensatie opgenomen. Bij de voorbereiding van het inpassingsplan is ten onrechte geen rekening gehouden met de financiële belangen van indieners. Er wordt verwezen naar de mogelijkheid van een planschadevergoeding maar voor zover indieners daarvoor al in aanmerking komen- wordt in dit kader slechts een relatief geringe tegemoetkoming verstrekt welke niet opweegt tegen de daadwerkelijke schade. Gelet hierop blijven indieners zitten met schade die niet voor vergoeding in aanmerking komt en die niet is meegewogen in de belangenafweging in het kader van dit plan. Indieners stellen de betrokken overheidsinstanties hiervoor aansprakelijk. Het inpassingsplan is ondeugdelijk. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. Een planschadevergoeding is een tegemoetkoming in de schade en niet een volledige schadeloosstelling. Uitgangspunt van de planschaderegeling in afdeling 6.1. van de Wro is dat een individu, indien hij nadeel ondervindt ten gevolge van een ontwikkeling in de samenleving, dit nadeel in beginsel zelf behoort te dragen. Dat geldt ook voor nadelen die het gevolg zijn van een overheidsbesluit waarbij ten gunste van een zwaarwegend belang van de samenleving individuele belangen worden benadeeld. Alleen die schade wordt vergoed die uitkomt boven de financiële Pagina 15 van 18

16 nadelen die behoren tot het maatschappelijk risico, dat elke burger behoort te dragen (Kamerstukken II 2002/03, , nr. 3). 3d. Zienswijze Indieners verzoeken het inpassingsplan zodanig aan te passen zodat voornoemde belangen daarin voldoende worden geborgd en de schade en negatieve gevolgen tot een minimum worden beperkt. Dit betekent stopzetten van het project of ondergrondse aanleg van de nieuwe 380 kv-verbinding. Voor dit laatste bestaat een breed maatschappelijk draagvlak. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. 3e. Zienswijze Indieners betwisten dat de nieuwe 380 kv-verbinding rendabel is en dat deze werkelijk voorziet in een behoefte. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. 3f. Zienswijze Er is te snel en op onjuiste, danwel onvolledige gronden en aannames geconcludeerd dat het tracé niet ondergronds kan worden aangelegd. Door diverse deskundigen wordt betoogd dat een ondergronds tracé ook over een langere afstand dan 20 kilometer technisch gezien tot de mogelijkheden behoort, alleen dat verder onderzoek nodig is. Op basis van het zorgvuldigheidsbeginsel dient dit onderzoek afgewacht te worden, gelet op de ingrijpende ruimtelijke implicaties en de gezondheidsrisico s van de nieuwe 380 kv-verbinding. Indieners behouden zich het recht voor om de mogelijkheden van ondergrondse aanleg verder te laten onderzoeken door deskundigen en zij behouden zich het recht voor om aanvullende rapporten over dit aspect in procedure te brengen. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. 3g. Zienswijze Bij de financiële afweging van een ondergronds danwel bovengronds tracé dient ook de onherstelbare schade aan het landschap, de waardedalingen van woningen en de gezondheidsrisico s meegenomen te worden. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. De kosten in de keuze voor een bovengrondse 380 kv-verbinding hebben geen doorslaggevende rol gehad. Een ondergrondse 380 kv-verbinding als onderdeel van het vermaasde internationale hoogspanningsnet kan niet dezelfde betrouwbaarheid bieden als een bovengrondse verbinding. Een ondergrondse 380 kv-verbinding is met name daarom geen reëel alternatief. 3h. Zienswijze Het opnemen van een magneetveldzone is ontoereikend om gezondheidsklachten te voorkomen. Het gehanteerde beleid is achterhaald in het licht van nieuwe wetenschappelijke inzichten ten aanzien van de negatieve gevolgen die elektromagnetische straling heeft voor de gezondheid van de mens en dier, ook buiten deze zone. Om werkelijk de gezondheidsrisico s te voorkomen dient Pagina 16 van 18

17 dan ook het streven en de uiterste inzet van de overheid te zijn om de nieuwe 380 kv-verbinding ondergronds aan te leggen. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a en 3b. Het opnemen van de magneetveldzone op de verbeelding van het inpassingsplan heeft tot doel de realisatie van nieuwe gevoelige bestemmingen binnen de specifieke magneetveldzone te voorkomen. 3i. Zienswijze In het onderzoek is onvoldoende rekening gehouden met de (financiële) gevolgen van de nieuwe 380 kv-verbinding voor landschapsschoon en de recreatie. Ook sneuvelen er jaarlijks vele vogels door de bedrading van de masten. Er is nog veel onbekend over de gevolgen op de lange termijn van de door de nieuwe 380 kv-verbinding veroorzaakte magnetische straling en ionisatie van fijnstof voor de flora en fauna. Antwoord Zie de beantwoording onder 3a. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot het wijzigen van de besluiten. Pagina 17 van 18

18 3 Overzicht wijzigingen Dit hoofdstuk geeft de wijzigingen weer in de omgevingsvergunningen die zijn doorgevoerd ten behoeve van de definitieve besluitvorming inzake het vellen van houtopstanden en de aanleg van de waterberging nabij het hoogspanningsstation Doetinchem 380 kv. Het betreft wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen. 3.1 Wijzigingen als gevolg van ontvangen zienswijzen Naar aanleiding van de ingekomen zienswijze 2b is besloten een (aanvullende) herplant op te leggen in de nabijheid van de te kappen bomen aan de Sniedersweg in Voorst. De voorwaarden zijn als volgt: 1. Herplant van 33 eiken, maat 10-12, op het perceel aan de Breedenbroekseweg 8 in Voorst. Kadastraal bekend GDG, Sectie R, Nr. 130; 2. Niet aangeslagen beplanting dient binnen twee jaar te worden vervangen; 3. Voor de herplant dient een landschapsplan te worden gemaakt. In het landschapsplan kan worden gekozen voor een andere locatie, andere soorten bomen en/of ander aantallen dan voorgeschreven in bovenstaande voorwaarden, mits dit de landschappelijke waarde vergroot. De gekozen locatie dient zich wel in de directe omgeving van de locatie van de kap te bevinden. Het landschapsplan en de locatie dienen ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd. 3.2 Ambtshalve wijzigingen De omgevingsvergunningen zijn op enkele punten redactioneel herzien. Pagina 18 van 18