Bronnenboekje. Thema 2 Tellen Datum Plaats. Naam cursist:.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bronnenboekje. Thema 2 Tellen Datum Plaats. Naam cursist:."

Transcriptie

1 Bronnenboekje Thema 2 Tellen Datum Plaats Naam cursist:. Bronnenboekje 2 maandag 14 mei 2012

2 Bronnenboekje 2 Inhoud Getallen 1-30 en tientallen 3 Honderdveld 4 Cijfers schrijven (letters) & cijferdictee 5 Dagen van de week + maanden van het jaar 6 De seizoenen 7-10 Eergisteren / overmorgen 11 Rangtelwoorden Voorzetsels Woordenschatoefening 17 Dicteeblad 18 Beoordelingsformulier voor prestaties 19 Kruiswoordpuzzel rangtelwoorden\ dagen van de week 20 Leestekst Tom, invuloefening en vragen over dagen van de week Maandpuzzel 25 Voorzetsels (tijd en plaats) 26 Oefening voorzetsels 27 Alles is hier anders + verwerkingsopdrachten In de zomer schijnt de zon 33 Taalriedels Woordenlijst boekje 2 36 Reflectieformulier 37 Bronnenboekje 2 2

3 Cijfers. Getallen 1-30 en tientallen 1 een 26 zesentwintig 2 twee 27 zevenentwintig 3 drie 28 achtentwintig 4 vier 29 negenentwintig 5 vijf 30 dertig 6 zes 31 eenendertig 7 zeven 32 tweeëndertig 8 acht 33 drieëndertig 9 negen 34 vierendertig 10 tien 35 vijfendertig 11 elf 36 zesendertig 12 twaalf 37 zevenendertig 13 dertien 38 achtendertig 14 veertien 39 negenendertig 15 vijftien 40 veertig 16 zestien 17 zeventien 18 achttien 50 vijftig 19 negentien 60 zestig 20 twintig 70 zeventig 21 eenentwintig 80 tachtig 22 tweeëntwintig 90 negentig 23 drieëntwintig 100 honderd 24 vierentwintig 25 vijfentwintig Bronnenboekje 2 3

4 Honderdveld Bronnenboekje 2 4

5 Schrijf het cijfer: drie vijf twaalf acht elf dertien zeven negen veertien twee achttien twintig zes vijftien zestien Oefen in 2-tallen. Welk getal noemt je klasgenoot Omcircel het juiste antwoord. 1. A 2 5. A A 25 B 12 B 12 B A A A 60 B 80 B 88 B A A A 9 B 74 B 44 B A 6 8. A A 36 B 16 B 55 B 63 Luister naar je klasgenoot en schrijf het cijfer op: Bronnenboekje 2 5

6 De dagen van de week: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag De maanden van het jaar: januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bronnenboekje 2 6

7 Welke tekening hoort bij welk seizoen. A B C D 1 winter 2 lente 3 herfst 4 zomer 1 Welke kleuren passen welk seizoen Geel Groen Bruin Oranje Rood Wit Blauw winter zomer herfst lente Stel deze vragen aan een van je klasgenoten. Zijn er in jouw land ook seizoenen? Wat vind je van de seizoenen hier? Wat is je favoriete seizoen in Nederland of België? Waarom? Wat hoort bij de zomer, vind je? En bij de lente? Waar denk je aan het woord herfst? Wat betekent de winter voor jou? Welke kleren draag je in de winter? Welke kleren draag je in de zomer? Wat doe je in de zomer maar niet in de winter? Wat doe je in de winter maar niet in de zomer? Bronnenboekje 2 7

8 Welke woorden passen volgens jou bij welk seizoen? waaien sneeuw zon de wei ijs blij bloeiende bloemen regen wanten grijze lucht sjaal regenjas kale bomen kou Soms zijn er ook meer oplossingen goed. De zomer De herfst De winter De lente Lees de tekstjes hieronder goed en vul de seizoenen in. Luister daarna naar het lied (12 maanden in een jaar) om te controleren of je het goed hebt. In de schijnt de zon. In de. op het ijs. Ik zit buiten op het balkon. Sneeuw en kou de lucht is grijs. Heel veel mensen die zijn blij. Ik draag wanten en een sjaal. In de. ben ik vrij. Alle bomen die zijn kaal. En in de dan waait het veel. In de. ben ik blij. De bomen worden rood en geel. Jonge dieren springen in de wei. Mensen in de regen gaan Bloemen bloeien mooi van kleur. met hun regenjassen aan. Alles is groen en fijn van geur. Bronnenboekje 2 8

9 Kun je de ontbrekende woorden invullen voor je nog eens naar het lied gaat luisteren? De foto s kunnen je helpen. Je mag niet naar de vorige oefening kijken. 1 2 In de zomer schijnt. (1) Ik zit buiten op het balkon. Heel veel mensen die zijn. (2) In de zomer ben ik vrij. 3 4 In de herfst dan het veel. (3) De. worden rood en geel. (4) Mensen in de regen gaan met hun aan. (5) Twaalf maanden in een jaar. Vier seizoenen na elkaar. Twaalf maanden in een Twaalf maanden in een jaar. In de winter op het ijs. en kou de lucht is grijs. (6) Ik draag (7) en een (8) Alle bomen die zijn kaal. In de lente ben ik blij. Jonge dieren springen in de.. (9). bloeien mooi van kleur.(10) Alles groen en fijn van geur. Twaalf maanden in een jaar.. Vier seizoenen na elkaar Twaalf maanden in een Twaalf maanden in een jaar. 9 Bronnenboekje 2 9

10 Luister goed naar het lied zonder naar de tekst te kijken. Wat is juist: A of B? A B A B A B A B A B A B A B A B De zanger zit in de zomer buiten op het strand. De zanger zit in de zomer buiten op zijn balkon. In de zomer moet de zanger niet werken. De zanger is niet in de zomer vrij. In de herfst worden de bomen rood en geel. In de herfst worden de bloemen rood en geel. In de zomer trekken de mensen regenjassen aan. In de herfst trekken de mensen regenjassen aan. De sneeuw is grijs in de winter. De lucht is grijs in de winter. In de winter is de zanger kaal. In de winter zijn de bomen kaal. In de lente is de zanger blij. In de lente springt de zanger in de wei. De bloemen bloeien in de lente. De jonge dieren zijn fijn van geur in de lente. Bronnenboekje 2 10

11 Eergisteren / overmorgen. Eergisteren 2 dagen geleden Gisteren Vandaag Morgen Over morgen Over 3 dagen 2 weken geleden Vorige week Verleden week Een week geleden Deze week Volgende week Over een week Over 2 weken Over 3 weken 2 maanden geleden Vorige maand Verleden Maand Een maand geleden Deze maand Volgende maand Over een maand Over 2 maanden Over 3 maanden 2 jaar geleden Vorig jaar Verleden Jaar Een jaar geleden Dit jaar Volgend jaar Over een jaar Over 2 jaar Over 3 jaar Bronnenboekje 2 11

12 Cijfers hoeveelheid en volgorde. ( Rangtelwoorden ) 1. een eerste 2. twee tweede 3 drie derde 4. vier vierde 5. vijf vijfde 6. zes zesde 7. zeven zevende 8. acht achtste 9. negen negende 10 tien tiende 11. elf elfde 12. twaalf twaalfde 20. twintig twintigste 30. dertig dertigste 40. veertig veertigste 50. vijftig vijftigste 60. zestig zestigste 70. zeventig zeventigste 80. tachtig tachtigste 90. negentig negentigste 100. honderd honderdste Bronnenboekje 2 12

13 . staat/ligt op de eerste tree in het midden Bronnenboekje 2 13

14 .. staat/ligt op de eerste tree in het midden Opdracht: schrijf op wat er op de treden van deze ladder ligt of staat. Begin als volgt: 1.De fiets. op de de. tree links. De televisie. op dezelfde tree in het midden 2. De schaar Bronnenboekje 2 14

15 Voorzetsels. 1. De kussens liggen op de bank. 2. De radio staat naast de telefoon. 3. De gordijnen hangen voor het raam. 4. De videorecorder staat onder de televisie. 5. De vaas met bloemen staat op de tafel. 6. De vork ligt naast het bord. 7. De boeken staan in de kast. 8. Een stoel staat achter de tafel. 9. De platen staan naast de pick-up. op - naast in - onder voor - achter Vul het goede voorzetsel in 1. De telefoon staat de radio. 2. Het kleed ligt de grond. 3. De pick-up staat de boeken. 4. Het kleed ligt de bank. 5. De bank staat het raam. 6. De bloemen staan de vaas. 7. Het schilderij hangt het raam. 8. De kat ligt de bank. 9. De kast staat de stoel. Bronnenboekje 2 15

16 Vul het goede voorzetsel in: op, naar, voor, in. 1. De vissen zwemmen.. het water. 2. De man loopt.. de weg. 3. De schoenen zitten de doos. 4. De man ligt. het luchtbed. 5. De jongen wijst de sterren. 6. De auto staat.. het stoplicht. 7. De man loopt de deur. 8. De man staat. de deur. Vul het goede voorzetsel in. Kies uit: voor, achter, naast, tussen, onder, boven. 1. A staat B 4. A staat D 2. D staat. A en B 5. B staat C 3. C staat B Kies uit: boven/onder. A staat de lijn. B staat de lijn A B Kijk naar de plaatjes en maak de zinnen af. 1. De kat ligt de bak 2. Het meisje staat de trap 3. De tas staat de tafel Bronnenboekje 2 16

17 4. De boom het huis Bronnenboekje 2 17

18 Woordenschatoefening. Vul in: Kruisje - cirkel- streepje - rond - dictee - maandag - gisteren - vandaag 1. Een voetbal is 2. Na zondag komt 3. De docent zegt wat je op moet schrijven, dat heet 4.. ga ik niet naar school, morgen ga ik weer. 5. Zet onder alle woorden een. 6. Een rondje is ook een. 7. En dit X is een 8.. was het dinsdag, vandaag is het woensdag. Vul in: Eerste - naast - volgend - onder - zaterdag- morgen - in - op 1. Ik ga nu niet met vakantie, maar jaar wel. 2. De. maand van het jaar januari. 3. De stoel staat. de tafel. 4. Na vrijdag komt. 5. Vandaag eet ik geen pizza,. wel. 6. Ik sta op de foto. mijn vader. 7. Ik weet niet wat er.. de doos zit. 8.. de tafel staat een kopje koffie. Bronnenboekje 2 18

19 Dictee Bronnenboekje 2 19

20 Presentaties Naam cursist(en).. Ja een beetje nee Begrijp je alles? Naam cursist(en)... Ja een beetje nee Begrijp je alles? Naam cursist(en)... Ja een beetje nee Begrijp je alles? Bronnenboekje 2 20

21 kruiswoordpuzzel. Schrijf de dagen van de week in de puzzel Schrijf de rangtelwoorden (eerste, tweede, derde) in de puzzel. 4e 3e 5e v ij f d e 7e 2e 1e 6e Bronnenboekje 2 21

22 Lees de tekst. Het is maandag. Tom gaat naar zijn werk. Hij gaat met de bus. Tom wacht bij de bushalte. De bus komt om 8 uur. Tom is om half negen op zijn werk. Het is dinsdag. Tom is op zijn werk. Hij wil overmorgen een vrije dag. Hij gaat naar zijn chef. Hij vraagt om zijn vrije dag. Niemand heeft die dag vrij, dus Tom krijgt een vrije dag. Het is woensdag. Het is mooi weer. Tom gaat met de fiets naar zijn werk. Vandaag hoeft hij alleen `s ochtends te werken. `s Middags heeft Tom vrij. Hij moet om 11 uur naar de tandarts. Het is donderdag. Tom komt om 9 uur uit bed. Hij hoeft vandaag niet naar zijn werk. Hij eet een boterham. Hij drinkt een kopje thee. Hij leest de krant. Hij moet om 11 uur naar de tandarts. Het is vrijdag. Tom gaat om 8 uur naar de bushalte, maar hij is te laat. De bus rijdt weg als hij eraan komt. Snel gaat hij terug naar huis. Hij pakt zijn fiets naar het kantoor. Tom is om 9 uur op zijn werk. Dat is een half uur te laat. Het is zaterdag. Vandaag heeft Tom vrij. Hij hoeft niet naar zijn werk. Hij moet vandaag alle boodschappen doen. Het is zondag. Vandaag heeft Tom ook vrij. De winkels zijn dicht. Het is mooi weer.tom gaat wandelen in het park. Om 4 uur gaat hij voetballen. Bronnenboekje 2 22

23 Is de zin goed, zet dan een kruisje bij waar Is de zin niet goed, zet dan een kruisje bij niet waar. Voorbeeld: Tom werkt niet op maandag. X Niet waar Waar 1. Tom voetbalt op zaterdag. Niet waar Waar 2. Tom gaat s middags naar de tandarts. Niet waar Waar 3. Woensdag is het mooi weer. Niet waar Waar 4. De bus komt vandaag om half 9. Niet waar Waar 5. Tom leest donderdag een krant. Niet waar Waar 6. Tom vraagt vrij bij de directeur. Niet waar Waar 7. Zondag gaat Tom s middags voetballen. Niet waar Waar 8. Tom werkt altijd in het weekend. Niet waar Waar 9. Maandag is Tom niet te laat op het werk. Niet waar Waar 10. Tom krijgt volgende week een vrije dag. Niet waar Waar Bronnenboekje 2 23

24 Vragen over de tekst. Zoek iemand uit de groep en stel de vragen. 1. Hoe laat is Tom maandag op zijn werk? 2. Hoe gaat Tom woensdag naar zijn werk? 3. Hoe laat komt Tom donderdag uit zijn bed? 4. Hoe laat komt Tom vrijdag op zijn werk? 5. Wat moet Tom zaterdag doen? 6. Welke dag gaat Tom voetballen? 7. Hoe laat gaat Tom voetballen? 8. Welke dag heeft Tom s middags vrij? 9. Welke dag moet Tom naar de tandarts? 10. Hoe laat komt de bus? 11. Hoeveel dagen werkt Tom? 12. Wanneer werkt Tom niet? 13. Wanneer is het mooi weer? 14. Welke dag is Tom te laat? 15. Doet Tom op maandag boodschappen? 16. Gaat Tom met zijn auto naar zijn werk? 17. Gaat Tom met de bus of met de fiets naar zijn werk? 18. Waar gaat Tom op zondag wandelen? 19. Waarom wil Tom (overmorgen) een vrije dag? 20. Is Tom op vrijdag te vroeg of te laat voor de bus? Bronnenboekje 2 24

25 Bronnenboekje 2 25

26 Zet het woord in de juiste kolom: Verleden Nu Toekomst 1 maand geleden Eergisteren Over 3 dagen 2 maanden geleden Afgelopen week Overmorgen Deze maand Vorige maand Morgen Verleden week 2 dagen geleden Deze week Gisteren 2 weken geleden Vorige week Verleden maand Volgende week Over 2 maanden 1 week geleden Afgelopen maand Over 2 weken Volgende maand Bronnenboekje 2 26

27 Bronnenboekje 2 27

28 Maandpuzzel. Lees en schrijf de naam van de maand in de puzzel Horizontaal: van links naar rechts Verticaal: van boven naar beneden 2- De achtste maand heet. 1- De zevende maand heet. 4- De zesde maand heet. 3- De negende maand heet. 5- De vierde maand heet 4- De eerste maand heet 7- De tweede maand heet.. 6- De elfde maand heet. 9- De derde maand heet 8- De vijfde maand heet. 10-De twaalfde maand heet. 11-De tiende maand heet. Bronnenboekje 2 28

29 Voorzetsels tijd en plaats. A. Voorzetsels van tijd Over 5 minuten, om acht uur. Wanneer vertrekt je trein? Aan Aan het eind van de week ben ik altijd erg moe. In Ik ben geboren in Sinds Sinds (= vanaf) september ben ik in Nederland. Tot Ik kan tot tien uur blijven. Na Na twaalf uur is deze winkel gesloten. Onder Onder (=tijdens) het werk rook ik nooit. Voor Voor negen uur ben ik niet wakker! Tegen Het is tegen zevenen (=bijna zeven uur). B. Voorzetsels van plaats Waar gaat de trein heen? Meer voorzetsels van plaats zijn: Deze trein gaat naar Amsterdam. Aan Buiten In Langs Over Tot Tegen Tussen Naast Het schilderij hangt aan de muur. Ik woon buiten de stad. De dief zit in de gevangenis. Langs de rivier staan bomen. De jongen klimt over de muur. Je loopt tot de hoek. De fiets staat tegen de muur. Leiden ligt tussen Amsterdam en Den Haag. Naast mij woont mevrouw Jansen. Bronnenboekje 2 29

30 Oefeningen voorzetsels. Wat is het goede voorzetsel? Zet er een cirkel omheen. Voorbeeld: Aan / op het eind van de week ga ik met vakantie. 1. Op / in het dak van het huis staat een antenne. 2. Ik wacht tot / na 12 uur ; dan ga ik weg. 3. De jongen gooit het boek uit / voor het raam. 4. De supermarkt is van acht voor / tot acht open. 5. De jongen klimt in / op de boom. 6. De vrouw zit in / op de auto. Kijk naar het plaatje. Wat is het goede voorzetsel? De schoenen staan het bed. De man zit de telefoon. De mensen staan elkaar. De jongen klimt de muur. B staat A en C. C staat B. A staat B. De gitaar staat de muur. Kies de goede betekenis. Zet een cirkel om a. of b. Deze winkel is na 12 uur gesloten betekent: a. Deze winkel gaat om 12 uur open. b. Deze winkel gaat voor 12 uur open. Het is tegen achten. a. Het is over acht uur. b. Het is voor acht uur. Onder de les mag je niet eten. a. Voor de les mag je niet eten. b. Als er les is mag je niet eten. Het is nu 2007; sinds 1997 ben ik in Nederland. a. Ik ben al tien jaar in Nederland. b. Ik ben pas in Nederland. Bronnenboekje 2 30

31 Alles is hier anders. (Taallied, zie computer) Ik kom niet uit dit land Ik ben er niet geboren Ik ben hier niet zo lang En voel me wat verloren Ik spreek de taal nog niet Maar ik wil het wel graag leren Begrijp nog heel veel niet Maar ik zal het toch Ik zal het toch proberen De mensen in dit land Die heten Nederlanders Het is hier niet zo warm Ja alles Alles is hier anders Alles is hier anders Alles is hier anders Alles is hier anders Alles is hier anders Alles is hier anders Alles is hier anders Dit land is klein en plat En bergen zijn er niet In het dorp en in de stad. Heeft iedereen een fiets Ik moet wennen aan dit land Maar het gaat al wel wat beter Maar mijn geboorteland Zal ik nooit vergeten Ik moet wennen aan dit land De taal en de Nederlanders Het weer, de temperatuur Elke dag Elke dag weer anders Bronnenboekje 2 31

32 Alles is hier anders. Welke woorden passen bij Nederland? En welk bij jouw land? Zet een X. Klein Bergen Plat Zee fiets warm regen thuis kaas Nederland Jouw land Weet je zelf nog andere woorden? Nederland Jouw land Stel de vragen hieronder aan je buurman. Uit welk land kom je? De mensen in Nederland noemen we Nederlanders, die in België noemen we Belgen. Hoe noem je de mensen uit jou land? Hoe lang ben je hier al? Wat is er hier anders voor jou? Vind je het moeilijk om daaraan te wennen? Zijn er dingen die hetzelfde zijn? Spreek je goed Nederlands? Vind je het een moeilijke taal? Waarom (niet)? Durf je ook buiten de klas Nederlands te spreken? Waar? Met wie? Zijn er ook Nederlandse woorden die hetzelfde zijn als in jouw taal? Of bijna hetzelfde? Of zijn alle woorden anders? Begrijp je de mensen op straat als ze Nederlands spreken? Bronnenboekje 2 32

33 Invuloefening. In de tekst hieronder vind je telkens de werkwoorden tussen haakjes. Vul ze in de juiste vorm in. Luister daarna naar het lied om je antwoorden te controleren. Ik (komen) niet uit dit land. Ik (zijn) er niet geboren. Ik (zijn) hier niet zo lang. En ik (voelen).. me wat verloren. Ik (spreken)..de taal nog niet. Maar ik (willen) het wel graag leren. (Begrijp) nog heel veel niet. Maar ik (zullen) het toch. Ik (zullen) het toch proberen. Dit land (zijn) klein en plat. En bergen (zijn) er niet. In het dorp en in de stad. (Hebben) iedereen een fiets. De mensen in dit Die (heten) Nederlanders. Het (zijn) hier niet warm. Ja alles Ja alles (zijn) hier anders. Alles (zijn) hier anders. (3X) Ik (moeten) wennen aan dit land. Maar het (gaan) al wel wat beter. Maar mijn geboorteland. (zullen) ik nooit vergeten. Ik (moeten) wennen aan dit land, De taal en Nederlanders. Het weer, de temperatuur. Elke dag Elke dag weer anders. Alles (zijn) hier anders.(3x) Bronnenboekje 2 33

34 Hieronder vind je enkele woorden. Probeer ze in de tekst in te vullen zonder opnieuw naar de muziek te luisteren (en zonder naar de tekst hiervoor te kijken). Daarna kun je het liedje nog eens beluisteren om te controleren of je het goed hebt. Nederlanders(2X) beter verloren leren - anders(2x) stad - geboren - plat - proberen - vergeten Ik kom niet uit dit land Ik ben er niet Ik ben hier niet zo lang Ik voel me wat Ik spreek de taal nog niet Maar ik wil het wel graag Begrijp nog heel veel niet Maar ik zal het toch Maar ik zal het toch Dit land is klein en En bergen zijn er niet In het dorp en in de Heeft iedereen een fiets De mensen in dit land. Die heten Het is hier niet zo warm Ja alles is. Alles is hier Alles is hier anders(3x) Ik moet wennen aan dit land Maar het gaat al heel wat Maar mijn geboorteland Zal ik nooit Ik moet wennen aan dit land De taal en Het weer: de temperatuur Elke dag Elke dag weer Alles is hier anders (3x) Bronnenboekje 2 34

35 Na een of meer luisterbeurten. Luister nog een keer zonder naar de tekst op papier te kijken. Zijn de zinnen hieronder goed of fout? Schrijf achter de zin op waarom het fout is. Goed Fout 1 De zanger is geboren in Nederland. 2 De zanger is nog niet zo lang in Nederland. 3 De zanger voelt zich goed in Nederland. 4 Hij wil graag Nederlands leren. 5 Hij begrijpt al veel Nederlands. 6 De zanger vindt Nederland klein. 7 Er zijn geen bergen in dit land. 8 Alle mensen in het dorp en in de stad hebben een fiets. 9 De zanger vindt het warm in Nederland. 10 Hij is zijn geboorteland al vergeten. 11 De zanger moet wennen aan de taal in Nederland. 12 De Nederlanders zijn elke dag anders. Bronnenboekje 2 35

36 In de zomer schijnt de zon. In de zomer schijnt de zon Ik zit buiten op t balkon Heel veel mensen die zijn blij In de zomer ben ik vrij En in de herfst dan waait het veel De bomen worden rood en geel Mensen in de regen gaan Met hun regenjassen aan Twaalf maanden in een jaar Vier seizoenen na elkaar Twaalf maanden in een... Twaalf maanden in een jaar Twaalf maanden in een jaar Vier seizoenen na elkaar Twaalf maanden in een... Twaalf maanden in een jaar In de winter op het ijs Sneeuw en kou de lucht is grijs Ik draag wanten en een sjaal Alle bomen die zijn kaal In de lente ben ik blij Jonge dieren springen in de wei Bloemen bloeien mooi van kleur Alles groen en fijn van geur Twaalf maanden in een jaar Vier seizoenen na elkaar Twaalf maanden in een... Twaalf maanden in een jaar Twaalf maanden in een jaar Vier seizoenen na elkaar Twaalf maanden in een... Twaalf maanden in een jaar Bronnenboekje 2 36

37 Mooi zo. Hoi, alles goed? Hoi, alles goed? Ja, met jou ook? Ja, met jou ook? Ja, alles prima. Ja, alles prima. Mooi zo. Mooi zo. Ha die Wim! Ha die Wim. Ha die Wim. Alles goed? Alles goed? Wat dan? Wat dan? Ha die Ben. Ha die Ben. Mwah, het gaat. Mwah, het gaat. Ik heb het druk Ik heb het druk Kom binnen. Hallo. Hallo. Alsjeblieft. Alsjeblieft. Hallo, kom binnen. Hallo, kom binnen. Ach wat een mooie bloemen. Ach wat een mooie bloemen. Dank je wel. Dank je wel. Geen probleem, joh. Geen probleem, joh. Half acht? Half acht? Haal je me op? Haal je me op? Prima. Prima. Tot zo dan. Tot zo dan. Ja, tot zo. Ja, tot zo. Oh ja? Oh ja? En mijn fiets is stuk. En mijn fiets is stuk. Bronnenboekje 2 37

38 Is Piet er ook? Met Julia. Met Julia. Dag Julia, met Fred. Dag Julia, met Fred. Is Piet er ook? Is Piet er ook? Ja hoor, ogenblikje. Ja hoor, ogenblikje. Okee. Okee. Piet, het is Fred voor jou. Piet, het is Fred voor jou. Moment nog, hij komt zo. Moment nog, hij komt zo. Hier is Piet. Hier is Piet. Mhmhm. Mhmhm. Tot gauw hè? Tot gauw hè? Ja dag. Ja dag. Met Piet. Ja met Piet. Ja met Piet. Ha die Pieter, met Fred. Ha die Pieter, met Fred. Ja, ik bel even, Ja, ik bel even, want ik heb een lekke band want ik heb een lekke band Dan rij je toch met mij mee. Dan rij je toch met mij mee. Als dat zou kunnen. Als dat zou kunnen. Geen probleem, joh. Geen probleem, joh. Half acht? Half acht? Haal je me op? Haal je me op? Prima. Prima. Tot zo dan. Tot zo dan. Ja, tot zo. Ja, tot zo. Bronnenboekje 2 38

39 Woordenlijst boekje 2 Bronnenboekje 2 39

40 Reflectieformulier boekje 2 Ik ken de maanden van het jaar Ik kan tellen tot 50 Ik kan tellen tot 100 Ik ken een aantal plaatsbepalingen Ik ken de belangrijkste woorden uit dit boekje Ik kan de belangrijkste woorden uit dit boekje ook schrijven Ik kan de docent vragen stellen ik Ik gebruik dat ook docent goed redelijk niet goed redelijk niet Bronnenboekje 2 40

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer 1 Woorden 1 de bliksem 2 de donder 3 de jas 4 de muts 5 het onweer 6 de paraplu 7 de plas 8 de regen 9 de regenboog 1 10 de sjaal 11 de sneeuw 12 de sneeuwbal

Nadere informatie

DIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN

DIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN Groep 3 4 & 2 2 DIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN HOE WAT PAS OP TIP 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken-zakboek voor groep 3 & 4 3 Auteur: Nicolette de Boer Vanderwel B.V. www.nicolettedeboer.com

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Voorwoord 6. Woordenlijst 283

Voorwoord 6. Woordenlijst 283 Inhoud Voorwoord 6 Thema s 1 Kennis maken en afspreken 10 2 Feesten 30 3 Boodschappen doen en winkelen 52 4 Vervoer 74 5 Vrije tijd 94 6 Wonen 116 7 Gezondheid 138 8 Uiterlijk en karakter 162 9 Opleiding

Nadere informatie

spiekboek spiekboek rekenen plus de beste basis voor het rekenen groep LEERHULP.NL

spiekboek spiekboek rekenen plus de beste basis voor het rekenen groep LEERHULP.NL spiekboek spiekboek rekenen plus de beste basis voor het rekenen groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 3 groep 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de Boer

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

1b nr. 1 Wie of wat?

1b nr. 1 Wie of wat? OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam 1 Woorden 1 de arm 2 het been 3 de bil 4 de bril 5 de buik 6 het gezicht 7 het haar 8 de hand 9 het hoofd 1 10 de huid 11 de kam 12 de knie 13 het lichaam

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis 1 Woorden 1 de badkamer 2 het bed 3 de deur 4 de doek 5 de doos 6 de douche 7 het huis 8 de huiskamer 9 de kapstok 1 10 de keuken 11 de muis 12 de muur 13

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit 1. Het boek ligt de tafel. 2. Het kopje staat de kast. 3. Ik neem mijn schrift mijn boekentas. 4. De studenten hangen hun jas de kapstok. 5. Mijn

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Les 4. De fysiotherapeut.

Les 4. De fysiotherapeut. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt

Nadere informatie

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave Thema 2 Boodschappen Inhoudsopgave 2.1 Eten en drinken 131 2.2 Ontbijt, lunch en avondeten 133 2.3 Ik drink melk. 135 2.4 Aard-ap-pel 136 2.5 Maanden en seizoenen 138 2.6 Op de markt 140 2.7 In de supermarkt

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen

Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen Melkweg Lezen Alfa A Lijn 5 Reizen Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Lijn 5, 05 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Les 5. Tijd & het weer

Les 5. Tijd & het weer www.edusom.nl Opstartlessen Les 5. Tijd & het weer Wat leert u in deze les? Praten over het weer. Praten over de tijd. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126

Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126 Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL 8 1 Ziek 8 2 Plus en min 14 3 Wat moet en wat is goed? 20 4 De bel 26 Woorden 32 LES 2: VRIJE TIJD 38 1 Naar de film 38 2 Rada wil fit zijn 44 3 Vrije tijd 50 4 Ik ben

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet

Nadere informatie

1c nr. 1: zinnen maken

1c nr. 1: zinnen maken OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel Melkweg Lezen Alfa A Hier is de bon Naar de winkel Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Hier is de bon, 205 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B De deur op slot Wonen: Veilig wonen Colofon Melkweg: De deur op slot, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van

Nadere informatie

Melkweg. Iedereen fit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Sporten en bewegen

Melkweg. Iedereen fit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Sporten en bewegen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Iedereen fit! Gezondheid: Sporten en bewegen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Iedereen fit, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Leesboekje de school

Leesboekje de school Leesboekje de school Leesboekje De School Pagina 1 Dit is de juf. Dit is de meester. Dit is de leerling. Dit is de groep. Dit is de pen. Dit is het potlood. Dit is het boek. Dit is de map. Dit is het papier.

Nadere informatie

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Goede reis Reizen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Goede reis, 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 1 Nederland Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef

Nadere informatie

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter Melkweg Lezen Alfa A Hoe gaat het? De dokter Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Hoe gaat het?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg

Nadere informatie

Programma Nederlands Praten

Programma Nederlands Praten Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak

Nadere informatie

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem

Nadere informatie

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dak boven je hoofd, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dagje ouder Ouder worden Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dagje ouder, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern

Nadere informatie

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening

Nadere informatie

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer Voor jou Verhalen van mantelzorgers Anne-Rose Hermer 6 Inleiding In dit boek maak je kennis met Martine, Koos en Sara. Ze zijn alledrie in een andere fase van hun leven. Maar één ding is hetzelfde voor

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Melkweg. Waar woon je? Lezen Alfa A. Het huis

Melkweg. Waar woon je? Lezen Alfa A. Het huis Melkweg Lezen Alfa A Waar woon je? Het huis Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Waar woon je?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg

Nadere informatie

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel IMMI Montjoie Montjoielaan, 93-95 1180 Ukkel Opgelet: Voor de grammatica: Herhaal de theorie in je leerboek en doeboek Denk goed na bij iedere oefening Voor het schrijven Denk aan je grammatica! Varieer

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een fijne wijk Wonen: buren Colofon Melkweg: Een fijne wijk, 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 10 Vrienden

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 10 Vrienden Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 10 Vrienden 1 Woorden 1 het aanrecht 2 de bloem 3 de brief 4 het geld 5 de koffer 6 de sigaret 7 het station 8 het strand 9 de telefoon 1 10 de verjaardag 11 het vuur

Nadere informatie

Melkweg. Help je mee? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Vrijwilligerswerk

Melkweg. Help je mee? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Vrijwilligerswerk Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Help je mee? Vrijwilligerswerk Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Help je mee?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern

Nadere informatie

Thema school. Deze werkbundel is van:

Thema school. Deze werkbundel is van: Deze werkbundel is van: VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de boekentas: de lijm: de klok: de lat: VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Melkweg. Een volle tas. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Boodschappen

Melkweg. Een volle tas. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Boodschappen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een volle tas Boodschappen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een volle tas, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern

Nadere informatie

Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 A1

Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 A1 deel Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 A COLOFON INHOUD Auteurs Fouke Jansen Marijke Huizinga Ellie Liemberg Bastienne Tholen Vita Olijhoek Anja Valk Inhoudelijke

Nadere informatie

Voorwoord. Bondi Sciarone

Voorwoord. Bondi Sciarone Voorwoord Woord en Beeld een leerwoordenboek. Om de beteken van losse woorden op te zoeken een standaard woordenboek, alfabetch geordend, de jute keus. In een leerwoordenboek het de bedoeling dat de curst(e)

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema:

Auditieve oefeningen bij het thema: Auditieve oefeningen bij het thema: Boek van de week: 1; Olifant en de tijdmachine 2; Kikker en het Nieuwjaar 3; Tijd 4; Vriendjes vandaag en morgen Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen:

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen - - je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

Letters, woorden, boeken

Letters, woorden, boeken Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Letters, woorden, boeken Participatie: De bibliotheek Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Letters, woorden, boeken, 2016 Dit boekje

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 8 Openbaar vervoer

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 8 Openbaar vervoer Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 8 Openbaar vervoer 1 Woorden 1 de agent 2 de auto 3 de bestuurder 4 de bus 5 de fiets 6 het hek 7 de herfst 8 de lente 9 de rails 1 10 de stad 11 de step 12 het stoplicht

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

Lesleidraad. Beste docent

Lesleidraad. Beste docent 2 Lesleidraad Beste docent De zomer van Atlas komt eraan. Honderden anderstaligen kunnen zich de laatste week van juni inschrijven voor het zomeraanbod bij Atlas. We willen de cursisten de kans geven om

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 6 Op school

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 6 Op school Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 6 Op school 1 Woorden 1 het afval 2 de bel 3 het boek 4 de gang 5 de hoek 6 de jongen 7 de kast 8 de kring 9 het meisje 1 10 de prullenbak 11 het schoolplein 12 de schooltas

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND Opdracht 1 een afspraak maken het Nederlandse landschap Sinterklaas het kaartje Opdracht 13 Carola Hadassa Carola Hadassa Carola Hadassa Opdracht 18 Hallo,

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie