Cultuur als verweer a

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cultuur als verweer a"

Transcriptie

1 Cultuur als verweer a

2 Cultuur als verweer Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht J.M. ten Voorde ISBN: juni 2007 Uitgevers: Productie: Opmaak: Willem-Jan en René van der Wolf René van der Wolf Jook van der Snel Dit boek is een uitgave van: aolf Legal Publishers (WLP) Postbus CB Nijmegen tel Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur en de uitgever. Voor het opnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. ontwerp en productie alp/tekst J.M. ten Voorde

3 Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht Culture as defence. A fundamental-theoretical study into the scope and limits of cultural diversity in some doctrines of substantive criminal law Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus prof.dr. S.W.J. Lamberts en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op donderdag 28 juni 2007 om uur door Jeroen Martijn ten Voorde geboren te Papendrecht

4 Promotiecommissie Promotor: Overige leden: Copromotor: prof.dr. R.M.G.E. Foqué prof.mr. C.P.M. Cleiren prof.mr.dr. A.M.P. Gaakeer prof.mr. P.A.M. Mevis dr. E.M. Galenkamp

5 Inhoudsopgave VOORWOORD XI HOOFDSTUK 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING Inleiding Naar de eerste onderzoeksvraag Inleiding Nadruk op het materiële strafrecht Culturele delicten Een juridisch perspectief De rechter als uitgangspunt Ten slotte: geen rechtsvergelijking De eerste vraagstelling Excursie: Drie oorzaken waarom de Nederlandse strafrechtspleging ruimte biedt voor culturele verschillen Inleiding Openheid over allochtone misdaad De positie van gewetensbezwaarden De unieke flexibiliteit van het strafrecht Naar de tweede vraagstelling Inleiding Ontwikkelingen in het integratiedebat Van multiculturaliteit en multiculturalisme Consequenties van de relatie tussen multiculturaliteit en multiculturalisme De tweede onderzoeksvraag Opbouw van de studie 25 DEEL I MATERIEEL STRAFRECHT EN CULTURELE DELICTEN HOOFDSTUK 2 CULTURELE DELICTEN EN HET MATERIËLE STRAFRECHT Inleiding Wetgeving inzake culturele delicten in Nederland Culturele delicten onder de aandacht De strafbaarstelling van meisjesbesnijdenis De aanpak van eerwraak Culturele delicten in de Nederlandse jurisprudentie Inleiding Het beslissingsmodel van artikel 348/350 Sv De bewijsvraag en culturele achtergronden Bewijs van verkrachting Bewijs van schaking Bewijs van medeplegen Conclusie 55 v

6 CULTUUR ALS VERWEER Rechtvaardigingsgronden en culturele achtergronden Winti op Schiphol Bloedwraak in Zevenaar Schulduitsluitingsgronden en culturele achtergronden Strafmotivering en culturele achtergronden Conclusie Culturele delicten in juridisch-dogmatische analyses over materieel strafrecht Inleiding Culturele achtergronden en het bewijs van opzet Culturele achtergronden en de rechtvaardigingsgronden Overmacht in de zin van noodtoestand Noodweer(exces) Het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid Culturele achtergronden en de schulduitsluitingsgronden Ontoerekenbaarheid Psychische overmacht Afwezigheid van alle schuld Culturele achtergronden en de strafmaatmotivering Inleiding De richtlijn van Boksem en Kromdijk Conclusie Culturele delicten in de Nederlandse strafrechtstheorie Inleiding De verhouding tussen recht en cultuur De scheiding tussen private en publieke sfeer De democratische rechtsstaat als uitgangspunt Conclusie Systematisering van de resultaten in het licht van het vervolg van het onderzoek Inleiding Wetgeving Jurisprudentie Doctrine Conclusie Slotopmerkingen 95 DEEL II MATERIEEL STRAFRECHT EN MULTICULTURALISME HOOFDSTUK 3 CULTUREEL VERWEER EN DE PLURALISERING VAN JURIDISCHE BEGRIPPEN Inleiding Cultureel verweer Inleiding Een omschrijving van cultureel verweer Vormen van cultureel verweer Varianten van een partieel (volitief) cultureel verweer Conclusie 112 vi

7 INHOUDSOPGAVE 3.3 Argumenten voor en tegen cultureel verweer Argumenten voor cultureel verweer Argumenten tegen cultureel verweer Conclusie Culturele verschillen in een democratische rechtsstaat Inleiding De democratische rechtsstaat in een multiculturele samenleving De democratische rechtsstaat in een notedop Het rechtsstatelijke aspect van de democratische rechtsstaat Het democratische aspect van de democratische rechtsstaat De ruimte voor culturele verschillen in het recht I: collectieve of individuele rechtsbescherming Cultureel verweer als collectief recht? Bezwaren tegen collectieve rechten in het strafrecht De paradox van het cultureel verweer De ruimte voor culturele verschillen in het recht II: tolerantie en assimilatie De betekenis van tolerantie De betekenis van assimilatie De ruimte voor culturele verschillen in het recht III: open juridische begrippen Conclusie Het belang van het recht Inleiding De kwetsbare historiciteit van het recht De dubbele betekenis van contrafakticiteit Conclusie Slotopmerkingen 157 HOOFDSTUK 4 RECHTSNORMEN, WEDERRECHTELIJKHEID EN DE INVLOED VAN CULTUUR Inleiding Verfijning van rechtsnormen Inleiding: twee voorbeelden Normen en rechtsnormen De grondslag voor de verfijning van rechtsnormen I: pluraliteit en verstaan De grondslag voor de verfijning van rechtsnormen II: de aard van rechtsnormen De verfijning van rechtsnormen door normen van migrantenrecht Conclusie Verfijning van rechtsnormen in het strafrecht Inleiding De betekenis van wederrechtelijkheid Algemene grenzen bij het wederrechtelijkheidsoordeel van culturele delicten De rol en de bepaling van wederrechtelijkheid Inleiding 184 vii

8 CULTUUR ALS VERWEER De private en de publieke sfeer Vrijheid in een democratische rechtsstaat Vrijheid, rol en aanspreekbaarheid Conclusie Vrijheid en wederrechtelijkheid Inleiding De rol en het wederrechtelijkheidsoordeel De plaats van het wederrechtelijkheidsoordeel Conclusie Slotopmerkingen 208 HOOFDSTUK 5 DE INVLOED VAN CULTUUR OP DE VERWIJTBAARHEID Inleiding Handeling en schuld Een nadere duiding van de problematiek De psychische component van de handeling Het kennen van de ander Het belang van identiteit voor de aanwezigheid van het strafrechtelijke verwijt Conclusie Identiteit en cultuur Inleiding Een essentialistische visie op cultuur Een constructivistische visie op cultuur Naar een meer gematigd constructivistische visie op cultuur Cultuur als complex van webben van verhalen Conclusie Erkenning van culturele verschillen bij de beoordeling van verwijtbaarheid Inleiding Het probleem van vernedering De politiek van erkenning Erkenning en verwijtbaarheid Conclusie Slotopmerkingen 259 DEEL III TERUG NAAR HET POSITIEVE RECHT HOOFDSTUK 6 IDEEËN VOOR DE STRAFRECHTELIJKE PRAKTIJK Inleiding Het gevaar van collectieve aansprakelijkheid Inleiding Verruiming van deelnemingsvormen bij culturele delicten Problemen van Gesinnungsstrafrecht en culturele delicten Normen van migrantenrecht en het wederrechtelijkheidsoordeel Inleiding 279 viii

9 INHOUDSOPGAVE Een verantwoordelijke burger, ook in het strafrecht Verantwoordelijkheid en wederrechtelijkheid Zorgplichten en burgerschap Burgerschap en wederrechtelijkheid Burgerschap en rechtvaardigingsgronden Cultuur als grond voor strafverzwaring? De subjectivering van het schuldoordeel Inleiding Een objectieve of subjectieve beoordeling van psychische overmacht? Beperking van psychische overmacht en het belang van de identiteit van de verdachte Slotopmerkingen 306 HOOFDSTUK 7 CONCLUSIES EN UITLEIDING Inleiding De onderzoeksvragen De eerste onderzoeksvraag De tweede onderzoeksvraag, eerste deelvraag Rechtsbescherming in een multiculturele samenleving Eerste zetten naar verantwoordelijkheid Het belang van het recht De tweede en derde deelvraag Wederrechtelijkheid en burgerschap Verwijtbaarheid en erkenning Uitleiding 327 SAMENVATTING 329 SUMMARY 335 LITERATUUR, PARLEMENTAIRE STUKKEN EN JURISPRUDENTIE 341 TREFWOORDENREGISTER 385 CURRICULUM VITAE 391 ix

10

11 Voorwoord In het voorjaar van 2001 werd ik aangesteld als onderzoeker-in-opleiding bij een door de stichting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek gefinancierd ASPASIA-project, getiteld: De ruimte voor en de grenzen van culturele diversiteit. Een grondslagenonderzoek, projectnummer met Marlies Galenkamp als projectleider. Het onderzoek startte op een moment dat de publieke discussie over de multiculturele samenleving nog niet in alle hevigheid was losgebarsten. In de meerderheid van de politieke opinie leek de opvatting te bestaan dat de multiculturele samenleving een verrijking is voor Nederland en problemen na verloop van tijd vanzelf zouden oplossen. Dit beeld is in rap tempo veranderd. De aanslagen van elf september, krap drie maanden na de start van mijn onderzoek, maar vooral de opkomst van Pim Fortuyn en zijn anti-immigratie- en anti-islamitische stellingnames hebben de opvattingen in de Nederlandse samenleving in sterke mate veranderd. Die maatschappelijke veranderingen hebben ook tot herbezinning over de plaats van cultuur in het strafrecht geleid. Vooral over de vraag in hoeverre het plegen van strafbare feiten op basis van een bepaalde culturele achtergrond in voor de allochtone justitiabele positieve of negatieve zin moet worden beantwoord, wordt uiteenlopend gedacht. Een thema als eerwraak werd in 2001 slechts in beperkte kring besproken, maar is nu onderwerp van een brede maatschappelijke discussie. En dat geldt voor vergelijkbare multiculturele onderwerpen. Het is opvallend dat de negatieve aspecten van de multiculturele samenleving de overhand hebben gekregen. In hoeverre het eind februari 2007 aangetreden kabinet, dat een nieuw elan wil uitstralen, daarin verandering zal brengen, zullen we moeten afwachten. Het nieuwe elan wordt ter rechterzijde in ieder geval zonder scrupules soms keihard bestreden. Met het onderhavige onderzoek wil ik steun geven aan hen die de harde, kille en benauwende en sinds de opkomst van Fortuyn dominante opvattingen over immigratie en integratie willen beantwoorden met een andere, niet softe, maar wel rechtvaardiger visie. De multiculturele samenleving is een gegeven dat verschillende vragen oproept waarmee ook het strafrecht wordt uitgedaagd. Het gaat er enerzijds om die uitdaging niet uit te weg te gaan, maar anderzijds ook niet om de samenleving op slot te doen, haar bepaalde grondwaarden te ontnemen en elke ruimte voor diversiteit af te knijpen. Vertrekkend vanuit het concept van de democratische rechtsstaat probeer ik inzicht te geven in de ruimte en grenzen van culturele diversiteit, zowel in abstracte als in toegepaste, strafrechtelijke zin. Het abstracte deel van dit onderzoek bevat rechtsfilosofische, politiek filosofische en cultureel-antropologische analyses. Ik wil de lezer daarbij vooraf waarschuwen. Sommige uitwijdingen zijn nodig geweest om lezers uit de diverse wetenschappelijke disciplines voor wie dit boek is geschreven behulpzaam te zijn. Dat kan ertoe leiden dat voor sommigen bepaalde uitwijdingen overbodig lijken. De lezer zij erop gewezen dat die nodig waren om ook de lezer uit andere disciplines de gelegenheid te geven alle stappen in mijn argumentatie te kunnen blijven volgen. Ik had dit onderzoek nooit kunnen beginnen en afronden zonder de financiële steun van de stichting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek. Ik dank NWO dat zij dit onderzoek mogelijk heeft gemaakt. In de tweede plaats bedank ik mijn promotor en co-promotor, René Foqué en Marlies Galenkamp. René dank ik voor de verschillende inspirerende gesprekken en de steun die hij op allerlei manieren, ook na mijn vertrek uit Rotterdam, heeft gegeven. Marlies bedank ik voor zowel haar inten- xi

12 CULTUUR ALS VERWEER sieve en minstens zo inspirerende dagelijkse begeleiding, het minutieuze commentaar op mijn stukken die mij altijd opnieuw uitdaagden mijn opvattingen scherper te stellen, maar ook voor de door mij soms zo gewenste afleidende gesprekken over alle facetten van het dagelijks leven. In de derde plaats dank ik ook mijn (oud-)collega s in Rotterdam en Leiden. Van mijn Rotterdamse oud-collega s wil ik speciaal Jean-Marc Piret bedanken voor het feit dat hij mij zoveel leerde van ideeëngeschiedenis en politieke filosofie. Zijn verhalen zijn een enorme inspiratie gebleven. Mijn overstap naar Leiden heeft mij weer eens laten zien dat collegialiteit en vriendschappelijkheid samen kunnen gaan. Gezelligheid op zijn tijd gaat gepaard met vaak heel hard werken aan gezamenlijke producten, zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek. Zonder volledig te zijn bedank ik Ard, Jan, Maartje, Marieke, Patrick en Pinar voor het feit dat ik mij zo snel in Leiden thuis ben gaan voelen en voor de steun die zij mij bij het afronden van het proefschrift gaven. Dat geldt ook voor vrienden buiten werktijd, waarbij ik Cor en Paul in het bijzonder noem. Zij waren altijd bereid mijn gedachten aan te horen, maar hebben ook de nodige afleiding gegeven. In de vierde plaats wil ik mijn ouders bedanken. Zij hebben mij de voor mij ideale ruimte geboden om mezelf te kunnen ontwikkelen en daarin mijn eigen keuzes te kunnen maken. Hun onvoorwaardelijke steun om die keuzes te kunnen maken, is naar ik heb gemerkt niet altijd vanzelfsprekend. Dat besef maakt mijn dankbaarheid jegens hen alleen maar groter. Naast mijn ouders gaat mijn dank ook uit naar mijn zus Marieke die mij vaak zoveel steun heeft gegeven dat zij een geboren paranimf is op wie ik hopelijk nog lang mag bouwen. Haar vriend Erik mag ik in dit verband niet vergeten. Het doorzettingsvermogen dat hij heeft getoond in de combinatie van het volgen van een opleiding van hoog niveau en een drukke baan (en dat met een naar uiterlijke verschijningsvorm onverwoestbaar optimisme) was altijd een voorbeeld. De laatste woorden van dit voorwoord zijn voor Mirjam. Ons leven samen is door een promotie ontstaan en tot dusver door onze beider proefschriften beïnvloed. Jouw promotie op 23 november 2006 was een soort generale repetitie. Samen konden we dit mooie resultaat niet uitbundig vieren, omdat ik met de afronding van mijn proefschrift bezig was en daardoor mentaal nagenoeg afwezig was. Nu ook mijn proefschrift is afgerond, is het tijd geworden om weer te gaan ontspannen, weekends vrijaf te nemen en leuke dingen te doen, zodat we kunnen doen wat voor ons zo belangrijk is: van de kleine dingen van het leven te genieten. Utrecht, 2 april 2007 xii

13 HOOFDSTUK 1 Inleiding en vraagstelling 1.1 Inleiding 1. In de geschreven media zijn zo nu en dan berichten als navolgende te vinden. De seksuele relatie van een verloofd Turks meisje met een getrouwde Turkse collega leidde tot de schiet- en steekpartij op 3 december 2003 voor de deur van Schoonmaakbedrijf Kinderdijk in Alblasserdam. ( ) De hoofdverdachte T.K. (26) verwondde de minnaar van zijn schoonzusje levensgevaarlijk met een pistool. Zelf werd hij gestoken met een mes. Hem hangt tien jaar cel boven het hoofd. Officier van justitie mevrouw mr. S. Gajadhar meent dat er sprake is van eerwraak. Tijdens familieberaad zou K. zijn aangewezen om het vonnis te voltrekken. Daarna moest ook het overspelige meisje worden vermoord. 1 In een andere zaak kon het volgende bericht worden gelezen. Het hof in Den Haag heeft gisteren een 41-jarige man en zijn 40-jarige vrouw uit Dordrecht tien en zes jaar opgelegd voor het ombrengen van hun dochter Sudobe (16). Zij zou al jong haar maagdelijkheid hebben verloren en stond op het punt te gaan samenwonen en had zo volgens de Afghaanse ouders de familie-eer bezoedeld. 2 Tenslotte kan nog worden gewezen op een zaak uit 2002 waarin leden van twee families in een schietpartij verwikkeld raakten vanwege een jarenlang slepende bloedwraak. Het resultaat van deze in een woonwijk plaatsvindende schietpartij in Zevenaar waren twee doden en meerdere gewonden, veel media-aandacht en zelfs een verzoek aan de koningin een bemiddelaar te zoeken om het geweld te beëindigen Met de komst van honderdduizenden immigranten in de afgelopen vijftig jaar is de Nederlandse samenleving multicultureel geworden. De culturele diversiteit die deze samenleving kenmerkt, vormt al langere tijd een uitdaging voor het hier te lande geldende recht, 4 niet in de laatste plaats het strafrecht. Het strafrecht wordt geconfronteerd met de zogenaamde problematische implicaties van deze culturele diversiteit. 5 Daarmee doelt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onder andere op bovenstaande voorbeelden, die in de Nederlandse samenleving tot spanningen, onbegrip en wantrouwen leiden. Niet altijd leiden zij tot ingrijpen door de strafrechtelijke overheid, maar in sommige situaties kan strafrechtelijk optreden noodzakelijk lijken. Het vervolgen, berechten en bestraffen van dergelijke gevallen is veelal niet eenvoudig. Doordat de aandacht voor dergelijke gevallen de laatste tijd groter is geworden, is ook de roep naar oplossingen luider geworden. 3. Wanneer we de bovengenoemde zaken uitwerken, blijkt dat verscheidene oplossingen mogelijk zijn. In de eerstgenoemde zaak werden verschillende verdachten vervolgd wegens medeplegen, omdat, zo stelde de officier van justitie, de aanwezigheid van een familieberaad tot een bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering had geleid. De rechtbank dacht hier anders over en kon daarom een aantal verdachten 1 De Dordtenaar 11 juni Trouw 30 oktober Zie NRC Handelsblad 12 december Deze zaak is besproken in Bovenkerk en Yeşilgöz 2003, p Zie Van Manen 2002, p , Foblets 2002, p Zie Sociaal Cultureel Planbureau 1998, p

14 CULTUUR ALS VERWEER niet veroordelen. De verdachten die wel werden veroordeeld kregen vrij lange gevangenisstraffen. De motivering daarvoor lag deels in het door cultuur gekleurde motief. De rechtbank oordeelde geschokt te zijn door de gewelddadige reactie op het nieuws van de seksuele relatie tussen het meisje en een andere man. 6 In de zaak tegen de ouders van Sudobe wordt gesproken van een zeer ernstig feit en vond het gerechtshof geen reden de culturele achtergrond in voor verdachte gunstige zin mee te wegen. 7 In de zaak rond de schietpartij in Zevenaar blijkt echter dat met behulp van het bestaande materieel-strafrechtelijke instrumentarium toch in voor de verdachten positieve zin rekening kan worden gehouden met de culturele achtergrond. Het Arnhemse gerechtshof oordeelde in het licht van de bloedwraak dat de verdachten zich hadden verdedigd conform de eisen van artikel 41 lid 1 Wetboek van Strafrecht (Sr). 8 Aan deze zaak is echter opvallend, dat in de enige strafmotivering (de verdachte kon veroordeeld worden wegens verboden wapenbezit, de overigen gingen vrijuit bij gebrek aan bewijs of wegens een succesvol beroep op noodweer) het hof de bloedwraak op zich als volstrekt onacceptabel omschreef. 9 Uit deze zaak blijkt mijns inziens een zekere worsteling met de wijze waarop met bepaalde aspecten van de multiculturele samenleving moet worden omgegaan. 1.2 Naar de eerste onderzoeksvraag Inleiding 4. Om inzicht te verschaffen in de wijze waarop het strafrecht antwoord moet of zou kunnen bieden op deze problematische implicaties, dienen ten behoeve van dit onderzoek een viertal beperkingen in acht genomen te worden, namelijk a) ten aanzien van het onderdeel van het strafrecht dat ik wil behandelen, b) ten aanzien van de voor het strafrecht relevante culturele uitingen die worden behandeld, c) ten aanzien van de wijze van onderzoek d) ten aanzien van het te kiezen perspectief (rechter of wetgever) en e) ten aanzien van de vraag in hoeverre in deze studie rechtsvergelijkend onderzoek plaatsvindt. Ik beperk het onderzoek ten aanzien van de eerste onderzoeksvraag als volgt. Ten eerste wordt de nadruk gelegd op het materiële strafrecht. Daaruit volgt ten tweede dat alleen wordt stilgestaan bij door allochtonen gepleegde zogeheten culturele delicten. De culturele delicten die worden behandeld behoren tot de zwaarste categorie strafbare feiten, namelijk de rechtsdelicten. Ten derde is het eerste deel van dit onderzoek niet sociaal-wetenschappelijk, maar rechtswetenschappelijk onderzoek waarbij de nadruk ligt op een uiteenzetting van jurisprudentie, dogmatiek en wetgeving. Ten vierde zal ik het onderzoek toeleggen op de rol van de rechter. Tenslotte wordt ten beantwoording van de eerste onderzoeksvraag niet aan rechtsvergelijking gedaan Nadruk op het materiële strafrecht 5. Ad a) In de eerste plaats kan het strafrecht worden verdeeld in drie onderdelen, namelijk het materiële strafrecht, het strafprocesrecht en het penitentiaire recht. 10 In elk van deze onderdelen bestaat de mogelijkheid om met de culturele achtergrond van de 6 Rb Dordrecht 24 juni 2004, LJN AP Hof s-gravenhage 18 september 2001, LJN AD4064, Hof s-gravenhage 18 september 2001, LJN AD Hof Arnhem 12 juni 2002, LJN AE Hof Arnhem 12 juni 2002, LJN AE Zie Kelk 2005, p. 3, De Hullu 2006, p. 1. 2

15 INLEIDING EN VRAAGSTELLING allochtone justitiabele rekening te houden. In het strafprocesrecht kan een getuige bijvoorbeeld de eed afleggen conform zijn eigen religieuze overtuiging, 11 in het penitentiaire recht bestaat de mogelijkheid om in overeenstemming met religieuze voorschriften bereid voedsel te krijgen, zoals halal vlees. 12 In het materiële strafrecht kan de culturele achtergrond van de verdachte, dat wil zeggen zijn persoonlijke cultuur die door individuele keuzes en collectieve elementen zoals etniciteit, sociale klasse, religie en dergelijke wordt vormgegeven, worden meegewogen bij beoordeling van de inhoud van bestanddelen van een delictsomschrijving of bij een beroep op strafuitsluitingsgronden. 13 Ik beperk dit onderzoek om drie redenen tot het materiële strafrecht. 14 In de eerste plaats zijn zowel het strafprocesrecht als het penitentiaire recht onderwerp geweest van twee uitvoerige studies die betrekking hebben op de vraag welke ruimte bestaat en kan bestaan voor culturele verschillen. 15 Dergelijk onderzoek heeft weliswaar ook plaatsgevonden ten aanzien van het materiële strafrecht, 16 maar dat onderzoek (van Siesling) vertrok vanuit het perspectief van de advocaat. Een dergelijk perspectief wordt hier niet gekozen. In de tweede plaats past deze afbakening in de groeiende aandacht voor het materiële strafrecht. Kon ruim tien jaar geleden nog de klacht worden gehoord, dat het strafprocesrecht in het strafrechtswetenschappelijke onderzoek teveel aandacht krijgt, 17 de laatste tijd is een opbloei van literatuur op het terrein van materieelstrafrechtelijke leerstukken waar te nemen. 18 Dit is om twee redenen toe te juichen. Ten eerste heeft het materiële strafrecht een zelfstandige betekenis, 19 die ook los van het formele strafrecht moet worden onderzocht. Ten tweede is het materiële strafrecht de plaats waarin het conflict tussen sommige door allochtonen gepleegde gedragingen en de normen van de ontvangende samenleving het meest duidelijk tot uitdrukking komt. In het materiële strafrecht liggen de opvattingen van de ontvangende samenleving over bepaalde gedragingen en de afkeuring daarvan neergelegd. De vraag is of de culturele diversiteit van de Nederlandse samenleving betrokken kan worden bij de omschrijving van de strafrechtelijke normen die in het materiële strafrecht liggen. In de vierde plaats wordt deze studie tot het materiële strafrecht beperkt om oeverloosheid te voorkomen. 6. De keuze voor het materiële strafrecht leidt tot een nadere omschrijving van het onderzoeksobject. Ik veronderstel dat in het materiële strafrecht normen zijn neergelegd die verwijzen naar in een samenleving heersende sociale opvattingen, die bepalen wat burgers mogen en niet mogen. Strafrechtelijke aansprakelijkheid wordt aan de hand van de vier voorwaarden voor strafbaarheid in algemene leerstukken uitgewerkt, 11 Artikel 3, Wet vorm van de eed, 17 juli 1911, Stb. 1911, Circulaire 15 maart 2002, nr /01/DJI. 13 Zie hoofdstuk Het omschrijven van materieelstrafrechtelijke leerstukken vindt plaats met behulp van de handboeken van De Hullu (2006), Kelk (2005) en Hazewinkel-Suringa/Remmelink (1996). Daar waar extra duiding van een leerstuk nodig is, wordt gebruik gemaakt van specialistische literatuur en jurisprudentie. Ik erken dat de ontwikkeling van de meeste leerstukken in de jurisprudentie plaatsvindt. Toch heb ik ervoor gekozen deze jurisprudentie niet te bespreken. Dat zou de aandacht te veel afleiden van de problematiek die ik wil behandelen. Voor verwijzingen naar jurisprudentie verwijs ik naar genoemde handboeken. 15 Zie Wiersinga 2002, Post Zie Siesling Groenhuijsen 1992, p Zie D.H. de Jong Zie t Hart 2001, p , Nijboer en Wemes

16 CULTUUR ALS VERWEER wat tot beperking of uitbreiding van aansprakelijkheid kan leiden. We spreken van een strafbaar feit indien sprake is van een menselijke gedraging, vervat in een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. 20 Elk van deze vragen wordt in de vragen van artikel 350 Wetboek van Strafvordering (Sv) in formeelstrafrechtelijke termen vertaald. Artikel 350 Sv vormt de sleutel die de rechter in iedere (eind)uitspraak gebruikt om tot een beoordeling van de hem voorliggende zaak te komen. In deze bepaling worden de zogeheten materiële vragen beantwoord op basis waarvan de feiten en omstandigheden van gedrag en verdachte worden beoordeeld. De dwingende volgorde van de vragen brengt met zich dat het opleggen van een straf of maatregel pas dan mogelijk is wanneer alle voorgaande (drie) vragen positief beantwoord worden. Deze vragen zijn, afgezien van de vraag van de op te leggen straf of maatregel, de vraag of de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden, of dit bewezenverklaarde feit strafbaar is en of de verdachte daarvan dader is. In andere termen gaat het om bewijs van een menselijke gedraging zoals in de tenlastelegging omschreven, om kwalificatie van het bewezenverklaarde in een wettelijke delictsomschrijving, om de wederrechtelijkheid van het bewezenverklaarde en gekwalificeerde feit en om het individuele verwijt dat de verdachte gemaakt kan worden. Dit kader vormt, zoals ik in hoofdstuk 2 zal aangeven, het handvat voor het onderhavige onderzoek Culturele delicten 7. Ad b) De keuze voor het materiële strafrecht betekent dat de nadruk wordt gelegd op door de culturele achtergrond van de justitiabele te verklaren handelingen. In het strafprocesrecht is de nadruk niet zozeer gericht op het strafbare gedrag, maar op de positie van de verdachte en diens rechtsbescherming in de verschillende fasen van de strafrechtspleging. 21 Daarin is de vraag in hoeverre in de betreffende fasen (grofweg te verdelen in voorbereidend onderzoek en hoofd- of eindonderzoek) ruimte zou moeten bestaan om rekening te houden met de culturele achtergrond van de justitiabele. De discussie richt zich bijvoorbeeld op het verplicht inschakelen van tolken en vertalers in het voorbereidend onderzoek, de wens tot een wettelijke regeling omtrent de kwaliteit van tolken en vertalers, 22 en de positie van de deskundige. 23 In het penitentiaire recht gaat het, in het licht van een goede uitvoering van de detentie en het bewaren van orde in penitentiaire inrichtingen, om goede informatieverstrekking, medische zorg, erkenning van de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing en het recht op resocialisatie. 24 In het materiële strafrecht richt de aandacht zich op de zogenoemde culturele delicten en aansprakelijkheid van justitiabelen voor dergelijke strafbare feiten. 8. Culturele delicten worden omschreven als gedragingen, strafbaar volgens strafrecht, maar toelaatbaar volgens intern recht van de sociale groep meestal een migrantenroepen waartoe de justitiabele behoort. 25 Kenmerkend voor deze omschrijving is dat de gedraging naar Nederlands recht strafbaar is, maar wordt geaccepteerd binnen de groep waartoe de justitiabele behoort. Toelaatbaarheid is een rekbaar begrip. Soms is er binnen de groep openlijke steun voor het delict, in andere gevallen is deze steun stil- 20 Enschedé/Bosch 2005, p Zie Wiersinga Zie Kamerstukken II 2004/05, , nr Zie Wiersinga Zie Post Strijbosch 1991, p Zie ook Foblets

17 INLEIDING EN VRAAGSTELLING zwijgend en ten slotte wordt in andere gevallen de gedraging gedoogd. 26 De term intern recht waarvan de definitie spreekt moet ruim worden opgevat. Het gaat hier veelal niet om het recht van het land van herkomst, maar om migrantenrecht, 27 dat wil zeggen het ongeschreven gewoonterecht van de groep waartoe de verdachte zegt te behoren. 28 De nadruk op migrantenrecht geeft aan dat de discussie over culturele delicten zich in deze studie beperkt tot immigranten en hun nakomelingen (allochtonen) 29 en niet zich uitstrekt tot gedragingen van zogenoemde nationale minderheden of inheemse groepen Er zijn verschillende soorten culturele delicten te onderscheiden. In de eerste plaats kunnen we spreken van culturele delicten, waarvan de gedraging naar Nederlands recht tot de zwaarste misdrijven wordt gerekend die de rechtsorde ernstig schokt. Deze delicten hebben de laatste tijd veel aandacht gekregen in de media, de politiek, de rechtspraak en wetenschap. Het gaat dan om eerwraak, bloedwraak, meisjesbesnijdenis en geweldpleging onder bedreiging van winti. Deze delicten zullen in hoofdstuk 2 terugkomen als voorbeelden van culturele delicten waarover in de politieke discussies en doctrine wordt gediscussieerd. Sommige van deze delicten komen ook in de jurisprudentie terug. Eerwraak wordt omschreven als het om het leven brengen van een ander om de geschonden kuisheid van een vrouw in de familie te wreken en daarmee de eer van de familie te redden. 31 Bloedwraak is wraak naar aanleiding van schending van de mannelijke eer, die vaak met weerwraak wordt gewroken waardoor een spiraal van geweld tussen twee of meer families kan ontstaan. 32 Meisjesbesnijdenis wordt omschreven als alle handelingen die partiële of totale verwijdering van de externe genitalia omvat en/of beschadiging van vrouwelijke genitale organen vanuit culturele of andere niet-geneeskundige redenen. 33 Winti s zijn lagere goden, die vertoornd kunnen zijn en die iemand ertoe kunnen brengen fysiek geweld te plegen. 34 Dergelijke delicten zijn misdrijven. Eer- en bloedwraak zijn strafbaar als moord of doodslag, meisjes- 26 Zie t Hart in noot onder HR 26 mei 1992, NJ 1992, 568, Van Broeck 2001, p Strijbosch 1993, p Van Broeck 2001, p Het begrip allochtoon verwijst naar de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerde definitie (zie bijv. Garssen, Nicholaas en Sprangers 2005). De term staat ter discussie, omdat een te groot onderscheid wordt gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Sommigen praten liever over Turkse of Marokkaanse Nederlanders. Ik heb begrip hiervoor, maar wil voor het gemak, de bekendheid en duidelijkheid van de term toch aan het begrip allochtonen vasthouden. Het begrip Turkse Nederlanders verhult namelijk dat niet alle Turken Nederlander zijn in de zin van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Juridisch is het dan niet juist om de term voor alle Turken, ook zij die geen Nederlander te zijn, te gebruiken. Het begrip Turkse Nederlander hanteren voor Turken met een Nederlands paspoort maakt dan onderscheid met hen die niet dat paspoort hebben. Moeten we de rest dan Nederlandse Turken noemen? Dan wordt een onderscheid gecreeerd dat net zo negatief kan zijn dat tussen allochtoon en autochtoon. 30 Hoe interessant ook, geen aandacht wordt geschonken aan binnenlandse religieuze groeperingen (o.a. vertegenwoordigd door de SGP) die de grondwettelijk verankerde gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het openbare leven niet naleven op grond van de religieuze overtuiging dat vrouwen zich niet in het openbare (d.w.z. politieke) leven hebben te mengen. Zie over de SGP o.a. Kanne 2004, Barkhuysen Van Eck 2001a, p Van Eck 2001a, p all procedures that involve partial or total removal of the external genitalia and/or injury to female genital organs for cultural or any other non-therapeutic reasons. Zie Kool et.al. 2005, p Zie Van Wetering

18 CULTUUR ALS VERWEER besnijdenis als een vorm van mishandeling, 35 geweldpleging onder invloed van winti s kan op verschillende manieren vervolgd worden, afhankelijk van het type geweldpleging. In de tweede plaats kunnen ook lichtere vergrijpen culturele delicten zijn. We bevinden ons dan in de sfeer van de overtredingen. Een bekend voorbeeld is van de Hindoestaanse man die de as van een overledene in het kanaal strooit en daarvoor wordt beboet wegens het overtreden van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente waarin het feit plaatsvond. De man stelde te dwalen ten aanzien van het recht en gaf aan dat hij enkel zijn religieuze rituelen volgde. 36 Andere voorbeelden houden verband met de regelingen ten aanzien van ritueel slachten. 37 Het kenmerkende van dergelijke delicten is het triviale karakter ervan. 38 Ze worden van oudsher en ter onderscheiding van rechtsdelicten wetsdelicten genoemd, dat wil zeggen strafbare gedragingen met een oppervlakkig karakter, namelijk in de eerste plaats de ordening van de samenleving ondersteunen, maar die niet zo diep ingrijpen in de gewetensfunctie van de mens als mens. 39 In dit onderzoek laat ik dergelijke delicten buiten beschouwing. Het verstorende karakter van dergelijke delicten leidt ertoe dat zij onderdeel zijn van het debat over het onderscheid tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Dit vergt een ander type onderzoek, namelijk naar de effecten in het bestuursrecht van de multiculturele samenleving. Daarover is tot op heden niet veel bekend. 40 Nader onderzoek is gewenst. 41 Ik acht het, vanwege de mengeling met het bestuursrecht, hier niet de plaats daarop in te gaan, maar mij te beperken tot de ernstiger strafbare feiten, zoals eerwraak. 10. Tegenover wetsdelicten staan rechtsdelicten. Rechtsdelicten worden omschreven als strafbare gedragingen, die de weerspiegeling vormen van de meest essentiële sociale normen in een samenleving en deel uitmaken van een vermeend gedeeld referentiekader. 42 Zij verwijzen naar andere typen normen dan de normen die aan wetsdelicten ten grondslag liggen. Bij wetsdelicten gaat het om gestelde normen, dat wil zeggen normen die niet al in de samenleving gelegen zijn, maar door de staat worden uitgevaardigd om (een bepaald terrein van) de samenleving beter te ordenen. Bij rechtsdelicten gaat het om bevestigde normen, dat wil zeggen normen die al in de samenleving zijn geaccepteerd en door de staat worden erkend als fundamentele normen die door middel van het strafrecht gehandhaafd moeten worden. 43 Rechtsdelicten hebben veelal betrekking op situaties die met (lange) vrijheidsstraffen worden bestraft. De strafbedrei- 35 Zie Kamerstukken II 2000/01, VI, nr. 83, p. 3. Zie verder hoofdstuk 2, nrs. 47, Ktr. Zevenbergen 3 februari 1982, NJCM-Bulletin 1982, p , m.nt. R.E. de Winter. Zie voor het vervolg Rb Breda 22 november 1982, NJCM-Bulletin 1983, p De rechtbank ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging omdat het ten laste gelegde feit geen strafbaar feit opleverde: de regeling uit de APV had nl. van rechtswege haar gelding verloren (ze was onverbindend) nu de formele wetgever eigen regelgeving op dit terrein had ontwikkeld zodat het bewezenverklaarde niet op basis van de APV als een strafbaar feit kon worden aangemerkt. De culturele context kwam in hoger beroep niet meer ter sprake. 37 Zie Wiersinga 1997, Shadid en Van Koningsveld 1997, p Zie voor een ouder arrest in dit verband HR 4 november 1969, NJ 1970, Aldus Strijbosch 1993, p. 30, noot Kelk 2005, p Zie Van Manen 2002, p Zie Harms 1996, p Zie Kelk 2005, p Zie Hildebrandt 2001, p

19 INLEIDING EN VRAAGSTELLING ging is mede bepalend om te spreken van rechtsdelicten of wetsdelicten. 44 Eerwraak, bloedwraak, meisjesbesnijdenis en geweldpleging onder bedreiging van winti en voodoo zijn mede daarom rechtsdelicten, ook omdat dergelijke delicten inbreuk maken op essentiële normen, zoals het recht op leven en het recht op de integriteit van het lichaam, die door de grondwet en internationale mensenrechtenverdragen gewaarborgd worden. Een dergelijke constitutionele inbedding toont het belang van deze rechten. Het feit dat dergelijke delicten op basis van een ander referentiekader, namelijk dat van de verdachte en de groep waaruit hij afkomstig is, worden gedoogd of zelfs aangemoedigd, roept de vraag op in hoeverre rechtsdelicten nog algemeen gedeelde opvattingen weerspiegelen. Hoewel de autochtone meerderheid wellicht rechtsdelicten op zichzelf strafbaar en strafwaardig acht, hoeft dat voor een deel van de allochtone minderheid niet het geval te zijn. Weliswaar kunnen in het land van herkomst de betreffende gedragingen eveneens strafbaar zijn, maar in sommige gevallen heeft men een ander referentiekader en daarmee een andere invulling van bepaalde normen. Betekent deze constatering dat culturele delicten op dezelfde wijze moeten worden aangepakt als niet-culturele delicten, namelijk met behulp van de bestaande interpretatie van het strafrechtelijke instrumentarium? Of is een andere aanpak, dat wil zeggen een aanpak die meer recht doet aan de culturele achtergrond van de allochtone justitiabele, mogelijk en noodzakelijk? Een juridisch perspectief 11. Ad c) Een derde punt van beperking van dit onderzoek is gelegen in het te kiezen perspectief. Dit onderzoek is het aan de Erasmus Universiteit Rotterdam uitgevoerde deel van het onderzoeksprogramma Multiculturaliteit in misdaad en strafrechtspleging waarin vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines onderzoek werd en wordt verricht naar de problemen waarmee het strafrecht geconfronteerd wordt als gevolg van de toegenomen culturele diversiteit van de samenleving. 45 Kenmerkend voor dit onderzoek is dat verschillende perspectieven ingenomen worden om deze problematiek te bestuderen. Er kunnen twee perspectieven worden onderscheiden. In de eerste plaats wordt vanuit criminologisch perspectief nagegaan op welke wijze het strafrecht in aanraking komt met allochtone justitiabelen en op welke wijze oplossingen voor daaruit voortvloeiende problemen worden bedacht. Dit onderzoek is gericht (geweest) op de rechterlijke macht, de advocatuur, de raad voor de kinderbescherming en de reclassering. Hierin stond en staat centraal een omschrijving en systematisering van de problematiek, alsmede vanuit criminologisch oogpunt bieden van (veelal) praktische aanbevelingen voor verbeteringen van de betreffende organisaties en instellingen. 46 Deze studies zijn onmisbaar voor een gedegen inzicht in de problematiek waarmee de strafrechtspleging wordt geconfronteerd. In de tweede benadering gaat het om de vraag in hoeverre binnen het bestaande strafrechtelijke kader ruimte bestaat om met culturele delicten rekening te houden. Meer concreet gaat het er om in hoeverre verschillende leerstukken van materieel strafrecht ruimte kunnen bieden om rekening te houden met de culturele achtergrond 44 Zie Bal 2003, p Zie Bovenkerk en Yeşilgöz Zie J. van Rossum en Hogendoorn 1997, Engelman 1998, Siesling 2001, Siesling 2006, Boone 2002, Oude Breuil 2005, Oude Breuil 2007, Oude Breuil en Post Deze onderzoeken zijn aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen in Utrecht uitgevoerd, penvoerder van het onderzoeksprogramma. 7

20 CULTUUR ALS VERWEER van allochtone justitiabelen. Deze vraag vormt het uitgangspunt van dit proefschrift. Ik zal dit perspectief in hoofdstuk 2 uitwerken. Kern van mijn betoog zal zijn dat er inderdaad een zekere ruimte bestaat om met de culturele bepaaldheid van gedraging en achtergrond van de dader rekening te houden, maar dat die openheid op normatief niveau de nodige vragen oproept. Het onderhavige onderzoek is een specifieke loot van het juridische onderzoek. Het richt zich niet alleen op een grondige positiefrechtelijke analyse van het hedendaagse strafrecht, maar gebruikt die analyse als brug naar een abstracter grondslagentheoretisch onderzoek, waarin niet alleen ingegaan wordt op de positiefrechtelijke aspecten van de onderhavige problematiek, maar ook op de spanning tussen het strafrecht en de multiculturele samenleving en de mogelijkheden om het bestaande strafrecht in deze nieuwe maatschappelijke constellatie in te passen. Dit onderzoek gebruikt het positieve recht dan ook als vertrekpunt voor verdere analyses. Alvorens daarop in te gaan, wil ik nog twee specificaties behandelen De rechter als uitgangspunt 12. Ad d) Maatschappelijke ontwikkelingen confronteren de rechter vaak sneller dan de wetgever. Dit is niet anders in de onderhavige problematiek. De eerste rechterlijke uitspraken over culturele delicten als eerwraak zijn van het eind van de jaren zeventig, de eerste signalering van deze delicten door de wetgever dateren van 1999, intensieve parlementaire discussies worden pas de laatste vijf jaar gevoerd maar hebben, zoals uit hoofdstuk 2 zal blijken, 47 slechts sporadisch geleid tot strafwetgeving. Dit neemt niet weg dat het fenomeen culturele delicten frequent voorkomt (bijvoorbeeld eerwraak) 48 en daders van dergelijke delicten voor de rechter verschijnen. De rechter zal, met de middelen die hij nu tot zijn beschikking heeft, in dergelijke zaken een zo onpartijdig mogelijk oordeel moeten vellen. 49 Onpartijdigheid betekent dat de rechter onbevangen [dient] te zijn en niet de ene partij voor te trekken boven de andere. 50 Meer concreet volgt hieruit a) dat onafhankelijkheid ten opzichte van de andere staatsmachten een voorwaarde is voor onpartijdigheid en meer inhoudelijk b) dat de rechter geen persoonlijke of zakelijke relatie met één van de partijen mag hebben, bestand is tegen maatschappelijke druk, in staat is tot objectivering waarmee wordt bedoeld dat hij zijn politieke overtuiging terzijde stelt en afstand kan nemen van eerder ingenomen standpunten. Met dat laatste wordt vooral gedoeld op de onverenigbaarheid van functies. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een rechter-commissaris die betrokken is geweest bij het vooronderzoek in geen geval deel mag uitmaken van de meervoudige kamer in dezelfde zaak (artikel 268 lid 2 Sv). 51 In het algemeen kan worden gezegd dat de rechter waakzaam dient te zijn in het bewaren van zijn onpartijdigheid. In geen geval mag hij bijvoorbeeld vooringenomen zijn over de schuld van de verdachte ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting (artikel 271 lid 2 Sv). 52 Die waakzaamheid betekent dat hij zich niet moet laten leiden 47 Hoofdstuk 2, nrs Uit een recente pilot in de regio Haaglanden blijkt bijvoorbeeld dat eerwraak tientallen, zelfs honderden keren voorkomt. Veel van deze zaken komen niet voor de rechter, maar bij intensivering van de opsporing is dat wel mogelijk. Dat zal de rechter nog veel meer confronteren met andere culturen en daarmee verband houdende gebruiken. Zie over de pilots J. Janssen Zie Stamhuis Stroink 1999, p Zie hierover Veldt 1999, Groenhuijsen Zie Wöretshofer in T&C Sv, aant. 4 bij art. 271 Sv. T&C Sv staat voor Tekst en Commentaar Strafvordering, een onder redactie van C.P.M. Cleiren en J.F. Nijboer uitgegeven weergave van de tekst van het Wetboek van Strafvordering (T&C Sv) en het Wetboek van Strafrecht (T&C Sr) 8

5.9 Middenweg 4: cultureel verweer alleen voor vrouwen Conclusie 149

5.9 Middenweg 4: cultureel verweer alleen voor vrouwen Conclusie 149 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Cultureel verweer of culturele afstraffing? 3 1.3 Taak en rol van de verdediging in strafzaken 5 1.4 Onderzoeksvraag en deelvragen 9 1.5 Methodologische

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Culturele vrijheid en het strafrecht

Culturele vrijheid en het strafrecht Culturele vrijheid en het strafrecht and Criminal W.M. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Het onderzoek: vragen en aanpak 1 Onderzoeksthema 1 2 Centrale onderzoeksvragen 4 3 van aanpak 5 4 Afbakening 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Deelneming aan een criminele organisatie

Deelneming aan een criminele organisatie Deelneming aan een criminele organisatie Participation in a criminal organization Een onderzoek naar de strafbaarstellingen in artikel 140 Sr A research into the offences in Article 140 Penal Code PROEFSCHRIFT

Nadere informatie

Openlijke geweldpleging

Openlijke geweldpleging RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Openlijke geweldpleging PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus Dr. S.K.

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Straftoemetingsrecht en strafvorming

Straftoemetingsrecht en strafvorming Straftoemetingsrecht en strafvorming Straftoemetingsrecht en strafvorming PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus prof. mr. P.F.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...

Nadere informatie

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Schoordijk Instituut Centrum voor wetgevingsvraagstukken M.M. van Toorenburg Medeplegen W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1 1 Doelstelling, afbakening en opzet van

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Proeftoets E2 vwo4 2016

Proeftoets E2 vwo4 2016 Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om

Nadere informatie

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1 INLEIDING EN ONDERZOEKSOPZET 1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1.1.1 Aristoteles inzicht 1.1.2 Billijkheidsuitzonderingen 1.1.3 Rechtswetenschap

Nadere informatie

Gezondheidsstrafrecht

Gezondheidsstrafrecht Gezondheidsstrafrecht Mr. dr. W.L.J.M Duijst Deventer 2014 Omslagontwerp: H2R creatievecommunicatie ISBN 978-90-13-12600-6 E-book 978-90-13-12601-3 NUR 824-410 2014, W.L.J.M. Duijst Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218 Instantie Datum uitspraak 02-05-2013 Datum publicatie 02-05-2013 Zaaknummer 20-000388-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

ECLI:NL:GHDHA:2014:205 ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is een voorbeeldverslag van de onderwijsgroepen Inleiding Strafrecht. Dit verslag is bedoeld om kennis te maken met de verslagen van SlimStuderen.nl en wordt gratis aan studenten ter beschikking

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen.

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen. Week 1 Inleiding in het strafrecht Het karakter van het strafrecht. De geschiedenis van de codificatie van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Waarom bestaat het strafrecht? Hoe verwordt een bepaalde

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Detentie en culturele diversiteit

Detentie en culturele diversiteit Detentie en culturele diversiteit De effectuering van de rechtspositie door etnische minderheden in detentie Marieke Post Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen in samenwerking met Boom Juridische

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website. Naam Leerling: Klas:. 3.0 a.

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540 Rapport Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer V. te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK. Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK. Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter EERWRAAK Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter

Nadere informatie

Samenvatting. Op welke manieren wordt in het Nederlandse strafrecht ruimte gevonden voor het verwerken van de culturele achtergrond van de verdachte?

Samenvatting. Op welke manieren wordt in het Nederlandse strafrecht ruimte gevonden voor het verwerken van de culturele achtergrond van de verdachte? Samenvatting In dit onderzoek wordt beoogd inzicht te verkrijgen in het verschijnsel culturele strafzaken en de manier waarop het Nederlandse strafrechtsysteem op dergelijke strafzaken reageert. Als uitgangspunt

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

Systeem in Ontwikkeling

Systeem in Ontwikkeling Systeem in Ontwikkeling Systeem in Ontwikkeling Liber amicorum G. Knigge a Systeem in Ontwikkeling. Liber amicorum G. Knigge. Redactie A. Harteveld, D.H. de Jong en E. Stamhuis. Wolf Legal Publishers

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief

Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief Samenvatting P.A.M. Mevis J.H.J. Verbaan m.m.v. L. Postma Oktober 2012 Sectie Strafrecht School of Law ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Onderzoek

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

Samenloop van grondrechten in verschillende rechtsstelsels, multiculturaliteit in het strafrecht & schuldsanering en collectieve schuldenregeling

Samenloop van grondrechten in verschillende rechtsstelsels, multiculturaliteit in het strafrecht & schuldsanering en collectieve schuldenregeling Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van Belgié en Nederland Samenloop van grondrechten in verschillende rechtsstelsels, multiculturaliteit in het strafrecht & schuldsanering en collectieve

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Het puntenpaspoort Auteur: VNL Datum: Oktober 2016

Het puntenpaspoort Auteur: VNL Datum: Oktober 2016 Het puntenpaspoort Auteur: VNL Datum: Oktober 2016 Inleiding De samenleving wordt reeds lange tijd geconfronteerd met enorme criminaliteitscijfers van (niet-westerse) allochtonen. Deze categorie is drie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht)

J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht) Eerwraak in het Nederlandse strafrecht J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht) Inleiding Als

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De strafwaardigheid van seksueel misbruik

De strafwaardigheid van seksueel misbruik De strafwaardigheid van seksueel misbruik Sexual abuse of minors as a crime R.S.B. Kool sanderg lnstituut U 1999 Gouda Quint inhoudsopgave Lijst met voorkomende afkortingen XI DEEL l HISTORISCH PERSPECTIEF

Nadere informatie

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij 2001 Annotaties bij: o Rechtbank Amsterdam 13 juni 1995, RR 366. o Hof Leeuwarden 7 april 1997, RR 430. o Rechtbank Rotterdam 8 april 1998, RR 471. o Hof Den

Nadere informatie

CORPORATE MEDIA GOVERNANCE

CORPORATE MEDIA GOVERNANCE CORPORATE MEDIA GOVERNANCE corporate authority 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Cover Foto: Associated Press/Reporters/Gerald Herbert Vormgeving en opmaak: Brigitte van Loon, anima mia, Rotterdam, Nederland Eindredactie:

Nadere informatie

Voeging ad informandum in strafzaken

Voeging ad informandum in strafzaken Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag.

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 30 oktober 2013 voorlichting contactpersoon doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 421548 onderwerp

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie