Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen

Transcriptie

1 Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen m.b.t. CONCEPT-MARKTVERORDENING en de hierop gebaseerde beleidsregels. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 1

2 OVERZICHT INGEDIENDE ZIENSWIJZEN MET BETREKKING TOT DE CONCEPT- MARKTVERORDENING. De concept-marktverordening, versie 10 mei 2016, heeft van 12 mei 2016 tot en met 8 juni 2016 ter inzage gelegen. De ter visie legging is van te voren aangekondigd in het plaatselijke Huis-aan-Huis blad en tevens in de digitale nieuwsbrief voor de warenmarkten in Enschede. Ook is de marktbond en een aantal marktondernemers die gaandeweg het proces reeds betrokken waren bij de totstandkoming van de gewijzigde marktverordening rechtstreeks benaderd. De zienswijze die betrekking heeft op de marktverordening dient te worden voorgelegd aan de gemeenteraad ter besluitvorming. De overige ingekomen zienswijzen hebben betrekking op de beleidsregels. Deze zienswijzen zullen daarom aan het college ter besluitvorming worden voorgelegd. Zienswijzen ten aanzien van de marktverordening 1. De heer B. Stroeve Tassen Willy Dahliastraat DM ENSCHEDE Zienswijzen ten aanzien van de beleidsregels 1. Centrale Vereniging Ambulante Handel afdeling Enschede (Marktbond) Kortenaerstraat 37, 7482 BH Haaksbergen 2. De heer B. Stroeve Tassen Willy Dahliastraat 70, 7531 DM ENSCHEDE 3. Vleeswarenbedrijf De Groot Oldenzaalsestraat 73, 7581 AT LOSSER 4. Mevrouw K. Pieterson Polluxstraat 28, 7521 JV ENSCHEDE 5. Gezamenlijke zienswijze marktondernemers o M. Vestergaard-Wijering, de Ruyterlaan 6, 7461 GK Rijssen o J. Vestergaard, de Ruyterlaan 6, 7461 GK Rijssen o K.B.T. Le-Tran, Emmastraat 203, 7513 BD Enschede o B. Kamp, Tolstraat 24, 7534 CH Enschede o B. Haverkate, Twickelo 6, 7581 RE Losser o A.j.m. de Groot, Oldenzaalsestraat 73, 7581 AT Losser o G.J.M. Monnink, Roomweg 98, 7523 BS Enschede o Twee ondernemers waarvan de naam en adresgegevens ontbreken 6. De heer F.C.G. Lammerink Daendelsstraat CH Enschede Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 2

3 OVERZICHT INHOUDELIJKE PUNTEN UIT DE INGEDIENDE ZIENSWIJZEN MARKTVERORDENIG 1. De heer B. Stroeve Tassen Willy Dahliastraat DM ENSCHEDE Appellant geeft aan de termijn die in de marktverordening is aangegeven, om bij ziekte een vergunning in te kunnen trekken te kort te vinden. Appellant geeft aan, dat na een ongeval of ziekte revalidatie soms langere tijd in beslag kan nemen dan zes maanden en refereert aan een situatie die hij zelf heeft meegemaakt, waardoor hij zijn beroep gedurende zeven maanden niet kon uitoefenen. Appellant verzoekt daarom om de periode van zes maanden te verlengen naar één jaar. Gemeentelijk commentaar Op dit moment is geen termijn in de marktverordening opgenomen, waarbij bij ziekte een vergunning kan worden ingetrokken. Om duidelijkheid te geven is derhalve in de gewijzigde versie wel een termijn opgenomen. Dit is dan een zogenaamde kan bepaling. Dit betekent dat de vergunning na zes maanden ingetrokken kan worden indien er geen uitzicht is op herstel binnen een redelijke tijd na het verstrijken van die termijn. De mogelijkheid de vergunning in te trekken is van belang om de opengevallen plaats weer in te kunnen vullen en daarmee de markt aantrekkelijk te houden. Overwogen is of de termijn van zes maanden redelijk is. Daarbij is de conclusie getrokken dat deze termijn in de meeste gevallen redelijk is. In de praktijk blijkt dat gevallen van langdurige ziekte sporadisch voorkomen. Bovendien wordt niet direct tot intrekking overgegaan indien een ondernemer langdurig ziek is, maar vindt overleg plaatsvindt omtrent het herstel en op welke termijn hij zijn activiteiten op de warenmarkt weer kan oppakken. Toch kan het zo zijn dat bij langdurige ziekte de termijn van zes maanden wordt overschreden. We willen derhalve aan de zienswijze van appellant tegemoet komen door de termijn te verlengen naar één jaar, waarbij we na zes maanden met de betreffende ondernemer periodiek in overleg treden hoe het herstel vordert. Is men na een jaar nog niet hersteld, dan zullen we overgaan tot het intrekken van de vergunning. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 3

4 OVERZICHT INHOUDELIJKE PUNTEN UIT DE INGEDIENDE ZIENSWIJZEN BELEIDSREGELS 1. Centrale Vereniging Ambulante Handel afdeling Enschede (Marktbond) Appellant heeft een aantal zienswijzen naar voren gebracht. Deze zijn hieronder puntsgewijs weergegeven. Beleidsregels Artikel 2.3: met betrekking tot het organiseren van extra markten heeft de CVAH het verzoek om op Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren) een extra markt te organiseren. Reden hiervoor is, dat men verwacht met deze extra markt een behoorlijk aantal bezoekers te trekken. Artikel 5.2: ten aanzien van de 10%-regeling voor branchegerelateerde producten, wordt aangegeven dat de CVAH twijfels heeft over de handhaafbaarheid van deze regeling binnen het foodsegment van de warenmarkten en of bij excessen voldoende kan worden opgetreden. Met excessen worden situaties aangeduid waarbij optisch duidelijk zichtbaar is dat de te verkopen branchegerelateerde producten in hun hoeveelheid de 10% te boven gaan ten opzichte van het primaire productenaanbod van de betreffende marktondernemer. Brancheringsbesluit (onderdeel van de beleidsregels) Branche snacks: hier wordt verzocht de samenvoeging van zes subbranches tot één branche ongedaan te maken. De CVAH geeft aan dat men verwacht dat als gevolg van het samenvoegen van de branches er afbreuk zal worden gedaan aan de verscheidenheid in het productenaanbod. De CVAH verwacht dat ondernemers in deze branche meer dezelfde producten zullen gaan verkopen en dat daarmee de diversiteit van de te verkopen producten in de branche snacks zal afnemen. Ook ziet de CVAH risico s met betrekking tot zogenaamd kannibalisme in deze branche. Als er meer van hetzelfde wordt verkocht wordt uiteindelijk de spoeling te dun voor ondernemers binnen deze branche, waardoor een goede broodwinning in gevaar komt. Tevens wordt verzocht de producten stroopwafels en churos niet onder de branche snacks te laten vallen maar onder een andere branche. Branche textiel: door het samenvoegen tien subbranches naar twee subbranches, ziet de CVAH ook voor deze branche dezelfde risico s als voor de branche snacks. Men twijfelt of specialisten voldoende mogelijkheden hebben om een voldoende broodwinning te behouden. Voorstel is de subbranches sokken en ondergoed toe te voegen, om dit risico tegen te gaan. Gemeentelijk commentaar Extra marktdag Een extra marktdag op Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren) zal naar verwachting inderdaad meer bezoekers naar de markt en het stadscentrum trekken vanwege de meestal goede weersomstandigheden in die periode. Wij verwachten niet dat derden, zoals winkeliers, nadeel ondervinden van deze extra marktdag. Wij komen dan ook tegemoet aan deze zienswijze van de marktbond. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 4

5 10%-regeling De 10% regeling houdt in dat een marktondernemer 10% van zijn totale productenaanbod mag inrichten met branchegerelateerde producten (bijvoorbeeld de verkoop van vers geperst sinaasappelsap door een ondernemer die groenten en fruit verkoopt). Wij verwachten dat deze bepaling bij excessen goed handhaafbaar is. Op dit moment komt verkoop van branchegerelateerde producten al voor en het leidt niet tot nadelige gevolgen voor de markt als geheel. Integendeel, door ruimte te geven om producten in aanvulling op het reguliere assortiment te verkopen, kunnen ondernemers creatiever inspelen op de wensen van hun klanten. Dit kan leiden tot een grotere diversiteit van het productenaanbod en kan daarmee de markt als geheel ook ten goede komen De zienswijze om af te zien van deze 10% regeling binnen het foodsegment willen wij op dit punt dan ook niet honoreren. Branchering Ten aanzien van het brancheringsbesluit en de aanpassingen hierin om te komen tot grotere en bredere branches dan nu het geval is merken wij het volgende op. Het doel van het samenvoegen van een aantal branches is ondernemerschap op de warenmarkten meer ruimte te geven dan nu het geval is. In het verleden hebben we herhaaldelijk initiatieven van ondernemers moeten afwijzen omdat de branchering hiertoe geen ruimte bood. Naar onze mening zijn sterke, toekomstbestendige, innovatieve en qua productenaanbod diverse warenmarkten in Enschede gebaat bij een eenvoudiger branchering. Deze is nu te beperkend waardoor nieuwe initiatieven niet of nauwelijks van de grond kunnen komen. Appellanten geven aan dat samenvoegen van subbranches het risico met zich meebrengt dat ondernemers zich in eerste instantie zullen richten op de meest winstgevende producten binnen hun hoofdbranche, waarbij dan verschraling van de diversiteit van het aanbod optreedt. Wij denken echter dat het verruimen van de mogelijkheden voor ondernemerschap belangrijk is voor het creëren van een toekomstbestendige warenmarkt met een productenaanbod dat aansluit op de behoeften van de consument. Het vasthouden aan de huidige branchering biedt weliswaar garanties voor het niet optreden van verschraling van het aanbod op de warenmarkten, maar maakt tegelijkertijd vernieuwende concepten/initiatieven onmogelijk, waardoor minder goed ingespeeld kan worden op de wensen van consumenten. Wij hebben vertrouwen in het ondernemerschap van de individuele marktondernemers, om zich te onderscheiden van andere aanbieders. Volgens ons draagt dat bij aan een markt met een divers aanbod die aantrekkelijker is voor de consument. De zienswijze ten aanzien van het samenvoegen van een aantal branches zullen wij daarom niet honoreren. Dit wil niet zeggen dat wij geen oog willen hebben voor de zorgen van marktondernemers. Wij zullen de uitwerking van het samenvoegen van een aantal branches monitoren. Uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van de nieuwe branchering of eerder indien daar aanleiding toe is zullen we overgaan tot een evaluatie. De resultaten daarvan kunnen dan leiden tot aanpassing van de nu voorgestelde branchering. Stroopwafels en churos Ten aanzien van de zienswijze om de producten stroopwafels en churos niet onder de branche snacks te laten vallen nemen wij het volgende standpunt in. In de subbranche snacks worden producten voor directe consumptie opgenomen. Dus, producten die direct ter plekke door consumenten opgegeten worden. Dit is zowel voor de stroopwafels en de churos het Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 5

6 geval. Deze worden ter plekke voor directe consumptie aangeboden. In het huidige brancheringsbesluit vallen deze producten ook onder de hoofdbranche food, directe consumptie. Wij zijn van mening dat er geen reden is deze producten nu in een ander hoofdbranche onder te brengen en zullen de zienswijze niet honoreren. 2. De heer B. Stroeve Tassen Willy Dahliastraat DM ENSCHEDE Appellant verzoekt om voor de extra markten, waarvoor op dit moment geen branchering geldt, toch een branchering in te voeren. Appellant geeft aan dat er op deze wijze geen overvloed ontstaat in veel van dezelfde producten die op de warenmarkten worden aangeboden. Verder heeft appellant bezwaar tegen het invoeren van de zogenaamde 10%- regeling voor branchegerelateerde producten. Hierdoor ontstaat naar zijn mening branchevervaging. Tevens vraagt appellant zich af of deze 10%-regeling in de praktijk handhaafbaar is. Appellant maakt bezwaar tegen het brancheringsbesluit. Dit bezwaar richt zich tegen het samenvoegen van: a. subbranches zuivel, kaas en eieren; b. zes subbranches snacks; c. subbranches herenkleding, dameskleding, kinderkleding etc; d. subbranches schoenen, lederwaren, hoeden en petten e.d. Het samenvoegen van deze branches leidt in de ogen van de appellant tot verregaande branchevervaging. Deze branchevervaging zou dan op haar beurt ervoor zorgen dat de diversiteit op de Enschedese warenmarkten zou afnemen, waardoor de aantrekkelijkheid van deze warenmarkten voor het winkelend publiek in het geding komt. Gemeentelijk commentaar: De extra markten zijn destijds in het leven geroepen om het op bepaalde dagen in het jaar voor marktondernemers, die normaliter geen vaste marktplaats hebben op de warenmarkten, mogelijk te maken in Enschede hun producten aan te bieden. Hierin past naar onze mening niet het instellen van een branchering die beperkingen oplegt aan ondernemers die niet beschikken over een vast marktplaats in Enschede. In onze ogen worden de belangen van ondernemers die regulier op de warenmarkten staan goed beschermd, doordat zij nu al voorrang krijgen bij het verkrijgen van een plaatst op de extra markten. Wij zullen daarom deze zienswijze niet honoreren. Ten aanzien van de zienswijze omtrent de 10% regeling en de zienswijze met betrekking tot de branchering stellen wij ons op hetzelfde standpunt als ten aanzien van de bezwaren die de CVAH ten aanzien van deze onderwerpen naar voren heeft gebracht. In aanvulling hierop merken wij nog op dat de verkoop van branchegerelateerde producten uitsluitend mag plaatsvinden als deze producten gerelateerd zijn aan de subgroep uit het brancheringsbesluit en tevens gerelateerd zijn aan de hoofdgroep uit het brancheringsbesluit waar de subgroep onderdeel van uitmaakt. Bijvoorbeeld: een marktondernemer, die schoenen verkoopt, zou wel schoenpoetsmiddelen mogen verkopen (maken beide onderdeel uit van de hoofdgroep modeaccessoires ), maar geen spijkerbroeken, deze vallen immers onder de hoofdgroep Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 6

7 textiel. Dit vormt tevens een reden waarom wij denken dat van branchevervaging nauwelijks sprake zal zijn. Wij zullen de zienswijze daarom niet honoreren. 3. Vleeswarenbedrijf De Groot (C. en A. de Groot) Oldenzaalsestraat AT LOSSER Appellanten geven aan dat de zienswijze betrekking heeft op de branchering van de donderdagmarkt. Appellanten geven aan dat het brancheringsbesluit de mogelijkheid biedt om op de donderdagmarkt met twee kramen te staan voor de branche vlees en vleeswaren. Appellanten geven aan het hier niet mee eens te zijn, vanwege de geringe inkomsten die zij verdienen. Als nog een ondernemer in dezelfde branche zou worden toegestaan zou het voor appellanten niet rendabel meer zijn om op deze warenmarkt een kraam in te nemen. Gemeentelijk commentaar: Ten opzichte van de huidige branchering is de voorgestelde branchering op dit onderdeel niet gewijzigd. Wij zien dan ook geen aanleiding de zienswijze te honoreren. 4. Mevrouw K. Pieterson Polluxstraat JV ENSCHEDE Appellant geeft aan bezwaar te maken tegen het samenvoegen van de subbranches schoenen, lederwaren, hoeden en petten e.d. tot één branche. Schoenen en lederwaren zijn in haar optiek niet samen te voegen tot één branche omdat dit twee verschillende branches zijn, die qua producten niet tot één en dezelfde branche horen. Gemeentelijk commentaar: Naar onze mening zijn schoenen en overige lederwaren wel als aan elkaar verwante producten te beschouwen omdat deze elkaar kunnen aanvullen. Het samenvoegen van deze branches wil bewerkstelligen dat er mogelijkheden ontstaan om het productenaanbod op de warenmarkt te verbreden en de mogelijkheden van de individuele ondernemer te verruimen. Ten aanzien van deze zienswijze stellen wij ons op hetzelfde standpunt als in onze reactie op de zienswijze die de CVAH ten aanzien van deze onderwerpen naar voren heeft gebracht. Wij nemen deze zienswijze dus niet over. 5. Gezamenlijke zienswijze marktondernemers Negen marktondernemers hebben een zienswijze ingediend. Al deze zienswijzen zijn gelijkluidend, derhalve zijn deze samengevoegd in dit document. Er wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat in het voorstel voor de nieuwe branchering binnen hoofdgroep food, directe consumptie geen subgroepen zijn beschreven. Dus tegen het samenvoegen van de huidige subgroepen tot één groep snacks. Men verwacht dat dit tot problemen gaat leiden wie wat mag verkopen. Het verzoek is de huidige branchering ongewijzigd in stand te laten. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 7

8 Gemeentelijk commentaar: Naar onze mening zal het samenvoegen niet tot problemen leiden wie wat mag gaan verkopen. De bedoeling van de samenvoeging leidt tot verruiming in de mogelijkheden tot het verkopen van snacks. Het samenvoegen van deze branches wil bewerkstelligen dat er mogelijkheden ontstaan om het productenaanbod te verbreden en daarmee de diversiteit van het productenaanbod te stimuleren. Ten aanzien van deze zienswijze stellen wij ons op hetzelfde standpunt als in onze reactie op de zienswijze die de CVAH ten aanzien van deze onderwerpen naar voren heeft gebracht. Wij zullen de zienswijze niet honoreren. 6. De heer F.C.G. Lammerink Daendelsstraat CH Enschede Appellant maakt bezwaar tegen de branchering, die naar zijn mening ondernemers te zeer inperkt in hun ondernemerschap. Het voorstel van appellant is de branchering in zijn geheel af te schaffen. Gemeentelijk commentaar: De branchering is vereenvoudigd van 52 subbranches naar 25. Daarmee zijn er meer mogelijkheden voor marktondernemers ontstaan om hun assortiment uit te breiden. Op termijn zal worden bezien of er verdere mogelijkheden zijn de branchering verder te vereenvoudigen. Bij de voorgestelde vereenvoudiging van de branchering zijn we deels al aan de wens van appellant tegemoet gekomen. Een verdere vereenvoudiging van de branchering vinden wij nu nog niet wenselijk. Uiterlijk twee jaar na invoering van de aangepaste branchering zal deze worden geëvalueerd. Dan zal ook worden bekeken of een verdere vereenvoudiging wenselijk is. Wij zullen de zienswijze daarom nu niet honoreren. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen concept-marktverordening 8