Vanderhaeghen Christophe. Airco-energiedeskundige. Energieaudit. Facilitair management. Opstellen Staat van bevinding.

Transcriptie

1 Energiebeheersing voor een optimaal klimaat Daar staan we voor! Airco-energiedeskundige Contract engineer HVAC- Elect - Verlichting Energieprestatiecertificaten type A, B, C Energieaudit Facilitair management Opstellen Staat van bevinding Verwarmingsaudit christophe@enverto.be 1

2 envertis erkend door en voor: 2014 Audit airc> 12kW airco-energiedeskundige: LNE/ERK/AED/2014/ Veiligheidsopleiding: VCA** - BE00004/2/NL/ EPB-klimaatregeling controleur > 12 kw voor Brussels gewest 2011 Certificaat van bekwaamheid voor koeltechniek LNE: koel/aib/e_04/t_i_ Verwarmingsaudit voor cv-ketels > 100 kw LNE: VA Gehabiliteerd aardgas technicus GV02880 G1 (atmosferische gasketels) G2 (gasunits) G3 (aangeblazen gasketels) Verwarmingsaudit voor cv-ketels < 100 kw 2008 Energiedeskundige residentiële woningen. EPC A VEA: EP Externe energiedeskundige EPC type C 2007 Centrum duurzaam bouwen. energiebeheersing in openbare gebouwen 2006 energiedeskundige woningen. EAP EPC type B VEA: EAP 2004 Vlaams instituut voor sportbeheer en. Waterbehandeling voor zwembaden Europese regelgeving Omzetting richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen Duurzaam beheer energiebronnen en inperking emissie 40% van het totale energieverbruik in EU komt voor rekening van gebouwen Europa 2020: 20% minder energieverbruik 20% minder uitstoot van broeikasgassen 20% meer energie uit hernieuwbare brandstoffen Artikel 14: Keuring van verwarmingssystemen Regelmatige keuring van de toegankelijke delen van systemen die worden gebruikt voor het verwarmen van gebouwen Nominaal vermogen meer dan 20 kw BVR 1 juni 1995 (VLAREM II) art , 3, 4 & BVR 19 nov feb 2011 vastlegging van de frequentie 16 maart 2016 Vlaremtrein 2015 Artikel 15 Keuring van airconditioningsystemen Nominaal vermogen meer dan 12 kw BVR van 8 december 2006 Stooktoestellenbesluit sinds 1 juni 2007 en 4 oktober 2014 (VLAREM-trein 2013) christophe@enverto.be 2

3 Europese regelgeving Artikel 16 Verslagen van verwarmings- airconditioningsystemen aanbevelingen voor een kostenefficiënte verbeteringvan de energieprestatie van het gekeurde systeem Artikel 17 Onafhankelijke deskundigen de keuringvan verwarmings-en airconditioningsystemen op onafhankelijke wijze wordenuitgevoerddoor gekwalificeerdeen/of erkende deskundigen Investerings- en energiemaatregelen. Aan de hand van onderhoudsresultaten rendementsproeven, verzorgend onderhoud, predicatief onderhoud, energieboekhouding, energiefacturen, installatie rendement, 3

4 Investerings- en energiemaatregelen. Emissiesysteem Hoe wordtsww aangemaakt? Evaluatie jaarverbruik? Energieverliezen door Ongeïsoleerde leidingen Kranen in de stookplaats Circulatoren Distributiesysteem een dirigent is noodzakelijk Voor een energetische renovatie is een dirigent nodig Installateur Architect Bezetter erkende energieauditeur Hij is eveneens een gids Op het vlak van reglementering Er moet een renovatieplan opgesteld worden Doelstellingen vastleggen Prioritaire acties bepalen De volgorde van de acties vastleggen De verschillende betrokken partijen informeren 4

5 Wat is energetische renovatie? Renovatie Kleinere aanpassingen, doorgedreven renovatie Energetisch Met betrekking tot energie Thermische isolatie, luchtdichtheid Installaties voor verwarming, SWW productie, ventilatie Met als doel de energetische prestaties van een gebouw te verbeteren Analyse van de bestaande installatie Eigenschappen van de warmteopwekking Soort, vermogen In welke staat? Relatief nieuw Volledig verouderd Zijn er specifieke problemen? Te vervuilende verbranding Geen luchttoevoer in de stookplaats Distributiesysteem Leidingen Afgiftesysteem Radiatoren, vloerverwarming Regeringssysteem Thermostaat, circulatiepomp, kranen 5

6 Nodige informatie Plannen van het gebouw Geometrie afmetingen bestemming van de ruimtes Thermische eigenschappen van de wanden Warmtetransmissiecoefficiënten of samenstelling Luchtdichtheidsniveau Eigenschappen van het ventilatiesysteem Historische verbruikgegevens Type (natuurlijk, mechanisch), luchtdebieten Jaarlijkse Belastingsgraad Jaarlijkse Belastingsgraad van de warmteproductie Die belastingsgraad is de tijd uitgedrukt in % gedurende welke de aircopvolvermogen heeft gewerkt ten opzichte van koelseizoen Het aantal werkuren (van de ketel) op nominaal vermogen Aantal uren = genormaliseerd energieverbruik (kwh) som van het vermogen van de ketel(s) (Kw) Aantal uren = genormaliseerd energieverbruik /(som van het vermogen van de ketelbatterij) Als vb. Belastingsgraad = 100 * (Aantal uren/ gebruiksperiode) Berekening van het voorbeeld: Gebruiksperiode: 365 dagen Genormaliseerd verbruik: = kwh Vermogen= = 420 kw Aantalwerkuren = / 420 = 762,5 uren = ~ 763 uren Jaarlijkse belastingsgraad: 100 * 763 / 8760 = 8,7 % of afgerond9% christophe@enverto.be 6

7 Op basis van de analyse Bepalen van de noodzakelijke acties De ketel is defect, een nieuwe ketel is noodzakelijk Bepalen van de wenselijke acties De ketel is niet erg performant, het is wenselijk om hem te vervangen Bepalen van de mogelijke acties De radiatoren zijn overgedimensioneerd, een ketel op lage temperatuur of een warmtepomp zou geplaatst kunnen worden Energetische balans Opgelet: sinds september 2015 mogen volgens NBN D51-003, geen nieuwe B toestellen geplaatst worden Deze regel geldt zowel voor appartementen als voor alle andere types van woning. christophe@enverto.be 7

8 EPB-eisen voor installaties Wanneer zijn de installatie-eisen bij renovatie van toepassing. De installatie-eisen bij renovatie volgen uit de Europese Richtlijn EPBD 2010/31/EU vanaf 1 januari 2015, gelden nieuwe eisen voor de installaties installatie-eisen bij renovatie toepassing op installaties die worden vernieuwd, vervangen of nieuw geplaatst. Het verplaatsen of het uitbreiden van een bestaande installatie wordt beschouwd als het vernieuwen van de installatie. Ketels op gasvormige en vloeibare brandstof. De installatie moet minstens een installatierendement hebben van 84% het deellastrendement van de ketel bij een belasting van 30% de verhouding van de onderste tot de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof de ketelinlaattemperatuur waarbij het 30%-deellastrendement bepaald is de seizoensgemiddelde ketelwatertemperatuur ontwerpretourtemperatuur van het warmteafgiftesysteem de plaats van de ketel de regeling van de brander de isolatie van de leidingen de regeling van de installatie de hydraulische inregeling bij grote installaties. Het hydraulisch inregelrapport moet opgemaakt worden door de persoon die de installatie inregelt Circulatieleidingen Leidingen en accessoires voor het vervoer van warm tapwater die minstens 2000 u/jaar onder drukcirculatie staan, moeten geïsoleerd zijn christophe@enverto.be 8

9 Energieverbruikmeters Calorimeters: De calorimeters zijn van het integrale type: ze zijn uitgerust met een elektronische rekeneenheid die de numerieke integratie uitvoert van het gemeten waterdebiet en het verschil in watertemperatuur tussen de vertrek- en de retourleiding. De meter moet voldoen aan de klasse 2 volgens de norm NBN EN-1434 warmtemeters. Bepaling van de isolatie van leidingen en kanalen Volgende leidingen, kanalen en accessoires zijn aan de bepalingen onderworpen: leidingen en accessoires voor het transport van warm verwarmingswater leidingen die op temperatuur worden gehouden met een elektrische weerstandsverwarming leidingen en accessoires voor het transport van warm tapwater (SWW) Elk leidingsegment met een geforceerde circulatie leidingen en accessoires voor het transport van koelwater met een temperatuur < 20 C luchtkanalen. Volgende leidingen en kanalen zijn niet aan de bepalingen onderworpen: leidingen die horen tot een verdeellus voor warm tapwater en die met een thermosifon werken leidingen waarvan de buitendiameter niet meer dan 20 mm bedraagt leidingen waarvan de buitendiameter niet meer dan 30 mm bedraagt en die vooraf geïsoleerd zijn met een dikte van minstens 10 mm christophe@enverto.be 9

10 Temperatuurregimes Een installatie voor verwarming en voor warm tapwater wordt in één van de twee volgende temperatuurregimes ondergebracht: regime I met lage temperatuur: ontwerpvertrektemperatuur 55 C regime II met hoge temperatuur: ontwerpvertrektemperatuur > 55 C. Classificatie van de omgeving van de leidingen omgeving I: leidingen en accessoires: a) in de vloer of buiten b) in ruimten buiten het beschermd volume van het gebouw. omgeving II: leidingen en accessoires binnen het beschermd volume: a) in een verwarmingslokaal of in een technisch lokaal, in technische kokers b) in opbouw in elke ruimte zonder verwarmingssysteem c) in opbouw in elke ruimte uitgerust met verwarmings- en airconditioningsysteem d) in verlaagde plafonds, verhoogde vloeren en permanente wandbekledingen. omgeving III: alle andere situaties binnen het beschermd volume. Daarvoor gelden geen eisen. Thermische isolatie van accessoires van leidingen Zodra men verplicht is de leidingen thermisch te isoleren, moeten de accessoires, met inbegrip van de flenzen, van meer dan 50 mm, thermisch worden geïsoleerd. De norm NBN D bevat de voorschriften voor de thermische isolatie De leidingsegmenten die door de muren, vloeren of plafonds van het gebouw gaan, ongeacht de oriëntatie ervan, moeten thermisch worden geïsoleerd volgens de volgende voorschriften christophe@enverto.be 10

11 EPB oplevering De installatie voldoet aan het minimaal installatie-rendement enorme hoge boete omwille brandstofmeter en calorimeter. Boete 2,5 eurper afwijking van 1 m² op de eis betreffende de energieverbruiksmeters Bij leidingisolatie inrekenen hebben we neen beantwoord leidingisolatie voldeed niet rendement met 5% minderen. Verplichte keuring nieuwe of gewijzigde cv-installatie Voorwaarden Deze regelgeving is van toepassing op elk centraal stooktoestel dat voor het eerst in gebruik genomen wordt waarvan de ketel of brander vervangen is dat verbouwd of verplaatst werd De verplichte keuring geldt voor installaties op gasvormige, vloeibare en vaste brandstoffen. Na de keuring krijgt u van de technicus een keuringsrapport, christophe@enverto.be 11

12 Nieuw of gewijzigd stooktoestel: keuring voor eerste gebruik Wat en waarom? Een keuring omvat een uitgebreide controle van : de goede plaatsing en afstelling van het stooktoestel de verluchting van het stooklokaal en de aanvoer van verbrandingslucht de goede plaatsing en werking van de rookgasafvoer de veiligheidseisen van het stooklokaal Voordelen: veilige installatie milieuvriendelijke en energie-efficiënte werking Nieuw of gewijzigd stooktoestel: keuring voor eerste gebruik Wanneer? Altijd vóór het toestel in gebruik wordt genomen na de installatie van een nieuw toestel na de vervanging van de brander of de ketel in een bestaand toestel na de verbouwing van een bestaand toestel (bv. de aansluiting met de schouw werd gewijzigd) nadat het toestel verplaatst werd Door wie? Een door de Vlaamse overheid erkende technicus vloeibare of gasvormige brandstof Een geschoolde vakman voor toestellen op vaste brandstof christophe@enverto.be 12

13 Nieuw of gewijzigd stooktoestel: keuring voor eerste gebruik Attest? Keuringsrapport Geeft aan of uw cv-ketel in gebruik mag worden genomen Bestaat uit: verslag van keuring verbrandingsattest Bewaart u bij het toestel zolang het toestel ongewijzigd in gebruik is. Afgekeurd? U mag het toestel niet in gebruik nemen U moet de gebreken verhelpen. U moet na de herstelling een nieuwe keuring laten uitvoeren. Minimale inhoud van het logboek en inbedrijfstellingsverslagen Uitgangspunt = totaalbeeld In sommige gebouwen krijgen de vakspecialisten snel toegang tot de informatie die ze nodig hebben. In andere gebouwen is dit een hele opgave. Het doel van het logboek is een algemeen beeld te geven van een gebouw, het gebruik ervan, de aanwezige technische installaties en hun onderhoud. Snel de beschikbare technische documenten vinden: As-builtdocumenten Onderhouds- en inbedrijfstellingsverslagen Technische fiches Schema s en plannen christophe@enverto.be 13

14 Minimale inhoud van het logboek Minimale inhoud van het logboek Overzicht van de herzieningen Lijst van contacten Beschrijving van het gebouw, van de ontwerpparameters, van de technische installaties Samenvatting van de zones en hun bezetting Inventaris van de voornaamste apparatuur van het klimaatregelsysteem Beschrijving van de regeling Lijst van de meters Overzicht van de interventies en wijzigingen Bij het logboek te voegen documenten Minimale inhoud van het logboek Overzicht van de herzieningen Het logboek moet herzien worden bij elke belangrijke verandering van de installatie en ten minste een maal per jaar. Het overzicht van de herzieningen wordt opgetekend in een tabel. Lijst van de belangrijkste contacten Naam van het bedrijf, adres, telefoonnummer, faxnummer, adres, contactpersoon Algemene beschrijving van het gebouw van de ontwerpparameters van de technische installaties + schema s christophe@enverto.be 14

15 Algemene beschrijving Gebouwtype 15

16 Ontwerpparameters: Strategie 16

17 Oppervlakte Logboek Inventaris van het klimaatregelsysteem. Tabel met de voornaamste apparatuur waaruit het klimaatregelsysteem bestaat: centrale verwarming Koelinstallaties Koeltorens omkeerbare warmtepompen Ventilatiegroepen scheidingsorganen van het ventilatiesysteem, 17

18 Beschrijving van de regeling Beschrijving van de wijze waarop temperatuur, de vochtigheid, de luchtdebieten, de tijdsturing, enz. worden geregeld Indien een GBS (Gebouw Beheer Systeem) aanwezig is, beschrijving van het geïnstalleerde systeem en de ermee verbonden installaties Lijst van personen die bevoegd zijn om in te grijpen op de regeling wie men zich moet richten om deze regeling te bedienen. aangevuld met een principeschema van de regeling, met een functionele analyse en met de tabellen met de instelwaarden. Beschrijving van de regeling 18

19 Lijst van de meters Lijst van de meters die verbonden zijn aan het klimaatregelsysteem: elektriciteit, koelenergie, Deze lijst vermeldt: 19

20 technisch onderhoud De technische installaties in gebouwen zullen na ingebruikname langzaam maar zeker teruglopen in kwaliteit Planmatig onderhoud is daarom noodzakelijk. Enerzijds om een acceptabel energiekostenniveauvoor de eigenaar, beheerderte garanderenen anderzijdsom ervoor te zorgen dathet gebouwveiligen bruikbaar blijft technisch onderhoud Onderscheid tussen soorten onderhoud: Preventiefonderhoud. Correctiefonderhoud. Aangevuld tot: verzorgend onderhoud Wettelijk onderhoud Periodieke revisie verzorgend onderhoud Modicatief onderhoud Predictief onderhoud Periodieke verwisseling Discontinue / inspectie energie bewaking SLA - KPI christophe@enverto.be 20

21 Vragen? 21