waterqnet Stichting Waternet Maatwerkbesluit RWZI Horstermeer voor het lozen van effluent van de RWZI op het oppervlaktewater 5 oktober 2015

Transcriptie

1 waterqnet Stichting Waternet RWZI Horstermeer Datum 5 oktober 2015 casecode W Kenmerk Maatwerkbesluit voor het lozen van effluent van de RWZI op het oppervlaktewater Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus GJ Amsterdam T (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten) F KvK z Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam

2

3 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Conclusie 5 3 Besluit en ondertekening 6 4 Aanleiding maatwerkbesluit Algemeen Aangevraagde handelingen Verleende vergunningen Wettelijk kader 8 5 Overwegingen Toetsingskader Voor het lozen van afvalwater Lozingssituatie Overwegingen 12 6 Procedure Aanvraag Gevolgde procedure 13 7 Mededelingen 14 Bijlage 1. Begripsbepalingen 15 Bijlage 2. Tekening 16 Bijlage 3. kaart 17 5 oktober W /17

4 Inleiding Waternet heeft op 10 augustus 2015 een aanvraag ontvangen van Stichting Waternet, namens Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam, om een milieu neutrale wijziging vast te leggen voor een watervergunning die is verleend in 2008 en gewijzigd in Waternet behandelt deze aanvraag namens het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en heeft deze geregistreerd met onze casecode: W Aanvraag De wijziging betreft het vastleggen van een nieuwe werkwijze waarbij op de rwzi Horstermeer, Middenweg 59 in Nederhorst den Berg, slib afkomstig van de rwzi Weesp zal worden vergist gedurende een periode van 4 jaar ingaande op 1 oktober Voor de bestaande situatie is een vergunning afgegeven op d.d. 9 oktober 2008 (kenmerk ) op basis van de Wvo (Wet verontreiniging oppervlaktewateren). Deze vergunning is gewijzigd op 27 januari 2011 (kenmerk ). Vanaf 1 maart 2014 vallen lozingen vanuit rwzi's in oppervlaktewater onder de werking van het activiteitenbesluit. De strengere lozingseisen die zijn opgenomen in de vergunning gelden vanaf 1 maart 2014 als maatwerkvoorschrift voor een periode van drie jaar. In dit maatwerkbesluit worden deze strengere lozingseisen voor een onbepaalde periode van kracht. 5 oktober W /17

5 Conclusie U ontvangt een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 lid 5 van het activiteitenbesluit. De door u aangevraagde werkzaamheden zijn beoordeeld en verwerkt in dit maatwerkvoorschrift. 5 oktober W /17

6 Besluit en ondertekening Bij het beoordelen van een aanvraag op grond van de algemene regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer moet het dagelijks bestuur van AGV rekening houden met de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, het Activiteitenbesluit en de overige bij de Waterwetgeving behorende besluiten en regelingen en de Algemene wet bestuursrecht. Gelet hierop, én gelet op de overwegingen in het hoofdstuk Overwegingen, besluit het dagelijks bestuur van AGV als volgt: I, Een maatwerkvoorschrift af te geven aan Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht voor: het lozen van effluent op het oppervlaktewater waarbij ter plaatse van meetpunt 1 de concentratie van de waarden in tabel 1 niet wordt overschreden; het vergisten van slib afkomstig van de rwzi Weesp op de rwzi Horstermeer gedurende een periode van 4 jaar ingaande op 1 oktober 2015; II. Het lozingseffluent mag de volgende waarden niet overschrijden: Tabel 1: lozingseĩsen Parameter Periode Grenswaarde Ëenheid P totaal Geldend vanaf 1 januari ,5 mg/1 N totaal Geldend vanaf 1 januari mg/1 * de concentratie P totaal wordt, in afwijking van voorschrift 2, lid a sub 3 op bijlage VI bij artikel 6.3 van de Waterregeling uit gedrukt in een kalenderjaargemiddelde. III. Het volgende besluit in te trekken: watervergunning van 9 oktober 2008 (met kenmerk ) gewijzigd op 17 januari 2011 (met kenmerk ) nu van kracht als maatwerkbesluit. 5 oktober W /17

7 In Bijlage 1: Begripsbepalingen van deze vergunning staat een toelichting op de begrippen die in deze vergunning vermeld staan. Bijlage 2: Bevat een tekening van de waterlijn. Bijlage 3: Is een kaart met de situering van de lozingspunten. namen gelijks uur van AGV, M. Vaes hoofd afdeling Planadvies 8i Vergunningen Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: - Burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren; - Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Postbus 2341, 8203 AH Lelystad t.a.v. mw. G. Patist - De provincie Noord-Holland, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem 5 oktober W /17

8 Aanleiding maatwerkbesluit 4.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft welke handelingen in de aanvraag staan en welke wet- en regelgeving van toepassing is. 4.2 Aangevraagde handelingen De aanvraag betreft een milieu neutrale wijziging voor het vergisten van slib afkomstig van de rwzi Weesp op de rwzi Horstermeer voor een periode van 4 jaar ingaande op 1 oktober Verleende vergunningen Op 9 oktober 2008 is vergunning verleend aan Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht voor het lozen van gezuiverd stedelijk afvalwater in het oppervlaktewater van het uitstroomkanaal van de Horstermeerpolder te Nederhorst den Berg en een incidentele overstort vanuit de terreinriolering op de sloot ten noorden van de inrichting. De lozing is afkomstig van rwzi Horstermeer aan de Middenweg 159 te Nederhorst den Berg (kadastraal bekend gemeente Nederhorst den Berg, sectie C, nummers 2013, 2019, 2022, 2336, 3077, 3078, 3212 en 3219). Deze vergunning is afgegeven voor een periode van 10 jaar. De vergunning is verleend op grond van de Wvo (Wet verontreiniging oppervlaktewateren). Op 27 januari 2011 is de vergunning van 9 oktober 2008 met kenmerk gewijzigd. De rwzi Horstermeer is aangepast om aan nieuwe en strengere effluenteisen te kunnen voldoen. De rwzi is uitgebreid met een extra actief slibtank. Er is een tank geplaatst (inhoud: m 3 ) in het proces voor de bestaande actief slib tanks (inhoud totaal: m 3 ). Deze tank is ingericht voor biologische fosfaatverwijdering en denitrificatie. De reeds aanwezige twee actief slib tanks worden nu volledig gebruikt voor nitrificatie en zo mogelijk ook voor denitrificatie (facultatief). Tevens is er een nabehandelingsinstallatie geplaatst van 5 actiefkoolfilters met een uitbreidingsmogelijkheid naar 7 filters. 4.4 Wettelijk kader Vanaf 1 maart 2014 is het lozen van het effluent door rwzi's in het Activiteitenbesluit opgenomen. Hierdoor is er geen watervergunning meer nodig op grond van de Waterwet of Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Voor de behandeling van stedelijk afvalwater gelden de regels uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer (par a Behandeling van stedelijk afvalwater) en de regels uit de Activiteitenregeling milieubeheer (par Behandeling van stedelijk afvalwater). De emmissiewaarden voor lozingen staan in artikel 3.5 lid 1 van het Activiteitenbesluit. 5 oktober W /17

9 De strenge lozingseisen voor het omlaag brengen van fosfaat en stikstof, die zijn opgenomen op 27 januari 2011 in het document gelden per 1 maart 2014 van rechtswege op grond van het activiteitenbesluit artikel 3.5e lid 6 als maatwerkvoorschrift De voorschriften voor het bemonsteren en analyseren van stedelijk afvalwater en het beoordelen van de resultaten daarvan staan in paragraaf van de activiteitenregeling. 5 oktober W /17

10 Overwegingen 5.1 Toetsingskader De Waterwet omschrijft in artikel 2.1 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. In deze artikelen staan de volgende algemene doelstellingen, die richtinggevend zijn bij de uitvoering van het waterbeheer: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste; b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen; c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen; d. de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij vergunningverlening. Een vergunning moet worden geweigerd als de gevraagde handelingen niet verenigbaar zijn met de doelstellingen van het waterbeheer en het niet mogelijk is om de belangen van het waterbeheer voldoende te beschermen door in de vergunning voorschriften of beperkingen op te nemen. De doelstellingen zijn geconcretiseerd via normen en beleid voor veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en maatschappelijke functievervulling door watersystemen. De uitwerking hiervan vindt plaats in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en beheerplannen op grond van hoofdstuk 4 van de Waterwet en in beleidsregels. 5.2 Voor het lozen van afvalwater Functie van het oppervlaktewaterlichaam In het Waterbeheerplan AGV zijn voor wateren verschillende gebruiksfuncties genoemd, die specifieke eisen stellen aan het beheer of gebruik van het desbetreffende oppervlaktewaterlichaam. De functies zijn toegekend in het provinciaal waterplan en volgen uit de Europese Kaderrichtlijn water. Voor het oppervlaktewaterlichaam waar de handelingen worden uitgevoerd, gelden de volgende functies: - koelwater; - watersport en oeverrecreatie; - sportvisserij; - boezemwater; - vaarweg; - vaarwater. Uitgangspunt van het waterbeheerplan is dat in beginsel aan de eisen van de gebruiksfuncties wordt voldaan wanneer de basisfuncties veiligheid, voldoende water en schoon en gezond water op orde zijn. Volgens Waterbeheerplan Amstel, Gooi en Vecht Europese Kaderrichtlijn Water (hierna te noemen: beheerplan) is in de huidige situatie de biologische en algemeen 5 oktober W /17

11 fysisch chemische toestand van de Vecht matig. Om deze toestand van de Vecht te verbeteren zijn maatregelen voorzien. Natuurbeschermingswet Onder de Natuurbeschermingswet zijn de Oostelijke Vechtplassen als Natura 2000-gebied aangewezen voor 7 habitats, 9 habitatrichtlijnsoorten en 17 vogelrichtlijnsoorten. Al deze habitats en soorten zijn afhankelijk van het water, waarbij een goede tot zeer goede waterkwaliteit bij de meeste soorten cruciaal is. Het gebied heeft als enige in Noord- Holland de 'sense of urgency' status gekregen voor de wateropgave (Natura doelendocument, Ministerie LNV, juni 2006). De 'sense of urgency' geldt voor de compleetheid in ruimte en tijd voor het hoofdtype 'Laagveenmoerassen'. De kwaliteit van met name kranswierwateren, meren met krabbescheer en fonteinkruiden en de daarbij horende fauna, staat onder druk doordat de deelgebieden steeds minder worden gevoed door kwelwater. Vervolgens worden ze op peil gehouden door vreemd oppervlaktewater (onder andere uit de Vecht) in te laten. In verband hiermee is het behalen van de waterkwaliteitsdoelstelling voor de Vecht van groot belang. Waterkwaliteitsmaatregelen voor de Vecht In 1996 is het "Restauratieplan Vecht " (RPV) opgesteld en een convenant getekend tussen de provincies Utrecht en Noord-Holland, de hoogheemraadschappen Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en Stichtse Rijnlanden (HDSR), Rijkswaterstaat en de zeven gemeenten aan de Vecht. Het doel van dit projectplan was: het nemen van maatregelen gericht op het herstel van de Vecht als gezond en multifunctioneel watersysteem, door optimalisatie (verdergaand zuiveren) van de kwaliteit van het effluent van de rioolwaterzuiveringen langs de Vecht: Bevoegd gezag Het waterkwaliteitsbeheer van het betreffende oppervlaktewater is een taak van AGV. Het dagelijks bestuur van AGV is bevoegd om watervergunningen te verlenen, te weigeren, te wijzigen of in te trekken en maatwerkvoorschriften op te stellen. De lozingseisen in dit besluit zijn gelijk aan de vastgestelde grenswaarden voor lozingen op de Vecht, vastgesteld op 2 april 2009 door het Algemeen Bestuur. 5.3 Lozingssituatie De lozingen vinden plaats op het oppervlaktewater van de Vecht ter hoogte van het Uitstroomkanaal van de Horstermeerpolder en incidenteel in de sloot ten noorden van de inrichting (incidentele overstort uit de terreinriolering). In bijlage 3 is een kaart met de lozingssituatie opgenomen. In de vergadering van het Algemeen bestuur van AGV van 4 oktober 2007 is besloten tot KRW+ nabehandelingsinstallaties als maatregel voor de rwzi Horstermeer. Door deze installatie (nabehandeling) van effluent kan aan de scherpere eisen voor onder meer stikstof en fosfaat worden voldaan. 5 oktober W /17

12 De aanvrager heeft geen invloed op het gehalte aan metalen, PAK, cyanide en EOX in het te behandelen stedelijk afvalwater. Door preventieve maatregelen aan de bron door derden kan voorkomen worden dat te hoge concentraties van deze stoffen voorkomen in het stedelijk afvalwater. Het zuiveringsproces van de rwzi is primair gericht op de verwijdering van organische stoffen en nutriënten (stikstof en fosfaat). Het proces wordt gestuurd op een voldoende mate van verwijdering van deze stoffen. Ook worden daarbij metalen, PAK, Cyanide en EOX ingevangen in het actief slib in de beluchtingstanks en in de filters aan het eind van het proces. In het effluent zijn de concentraties van deze stoffen meestal beneden de bepalingsgrens. Daarom is het in het huidige beleid, voor een rwzi niet langer gebruikelijk lozingseisen op te nemen voor de lozing van metalen, PAK, cyanide en EOX. Lozingseisen De lozingseisen zijn vastgesteld in een wijzigingsvergunning, afgegeven op 27 januari 2011 (kenmerk ). Dit document betreft een wijziging op een vergunning verleend d.d. 9 oktober 2008 (kenmerk ) zie toelichting in par Op basis van deze vastgestelde wijzigingsvergunning gelden vanaf 1 januari 2015 de volgende lozingseisen: -maximaal 5 mg/1 totaal stikstof, als jaargemiddelde concentratie; -maximaal 0,5 mg/1 totaal fosfaat, als rekenkundig gemiddelde van 10 opeenvolgende volume proportionele etmaalmonsters. Op grond van het overgangsrecht uit het Activiteitenbesluit is blijven deze eisen tot 3 jaar na 1 april 2014 van kracht als maatwerkbesluit. Om te voorkomen dat in 2017 opnieuw een maatwerkbesluit geschreven moet worden de afwijkende lozingseisen geregeld in dit besluit. Meten en bemonsteren Voor het meten, bemonsteren en beoordelen van het effluent van de rwzi gelden, de bepalingen van paragraaf van de activiteitenregeling. De meetpunten (tabel 2) zijn vastgesteld in de vergunning met kenmerk Tabel 2: meetpunten Nummer Meetpunt Afvalwaterstroom 1. ZUINE0101 te lozen stedelijk afvalwater (effluent) 2. ZUINE0102 te zuiveren stedelijk afvalwater (influent) 5.4 Overwegingen Uit de onderbouwing in de aanvraag blijkt dat de capaciteit van de rwzi Horstermeer voldoende is om het slib van de rwzi Weesp te vergisten binnen de normen voor de lozingseisen zoals deze in het verleden zijn vastgesteld en per 1 januari 2015 gelden. 5 oktober W /17

13 Procedure 6.1 Aanvraag De aanvraag is op 10 augustus 2015 bij Waternet ingediend. Waternet heeft burgemeester en wethouders van gemeente Wijdemeren van de aanvraag in kennis gesteld (Wtw artikel 6.15). De aanvraag omvat de volgende stukken: - aanvraagformulier milieuneutrale verandering met OLO-nummer , kenmerk ; - begeleidende brief d.d. 7 juli 2015 met kenmerk vastgelegd onder deze aanvraag met kenmerk ; - begeleidende brief d.d. 6 augustus 2015 gericht aan de omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek, kenmerk ; De tekening van de waterlijn (ZB9100-P001, revisie A, laatst gewijzigd op 04 november 2010) met kenmerk , is als bijlage uit de wijzigingsvergunning van 2011 overgenomen. 6.2 Gevolgde procedure De voorbereiding van de vergunning op grond van de Waterwet heeft plaatsgevonden volgens Awb afdeling Vanwege het omgevingsbelang van de rwzi en de lozingen van de rwzi is ervoor gekozen om de aanvraag met bijbehorende stukken van 4 september 2015 tot 18 september 2015 ter inzage te leggen (Awb afdeling 3.4). Er zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. 5 oktober W /17

14 Mededelingen I. Op grond van de Awb kunnen belanghebbenden, gedurende een periode van zes weken vanaf de dag na bekendmaking, tegen dit maatwerkvoorschrift een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Waternet, afdeling Juridische zaken, Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken, na de dag waarop dit besluit aan u is toegezonden, zijn ontvangen. Bij verzending per post geldt dat het bezwaarschrift voor het einde van deze termijn bij de post moet zijn bezorgd. U moet het bezwaarschrift ondertekenen en het bevat ten minste: - de naam en het adres van de indiener van het bezwaarschrift; - een dagtekening (datum); - een omschrijving van de beschikking, waartegen het bezwaar is gericht; - de gronden (motivering) van het bezwaar. Behandeling van het bezwaar is kosteloos. II. Het maatwerkvoorschrift treedt in werking na bekendmaking. Het indienen van een bezwaar schorst de werking van dit besluit niet (Awb artikel 6:16). Gelet hierop kan, als tegen dit besluit tijdig bezwaar wordt aangetekend ook een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Sector bestuursrecht van de Rechtbank Amsterdam, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Dit kan ook digitaal bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is aan de rechtbank een griffierecht verschuldigd. 5 oktober W /17

15 Bijlage 1. Begripsbepalingen Algemeen 1. Aanvrager: Stichting Waternet 2. Afdeling Toezicht en Handhaving: de afdeling Toezicht en Handhaving van Waternet. 3. AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 4. Het bestuur: het dagelijks bestuur van AGV. 5. Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, evenals de bijbehorende waterbodem, oevers en, evenals flora en fauna. 6. Waternet: uitvoerende dienst van AGV en gemeente Amsterdam. 7. OLO: Omgevingsloket online, het digitale loket voor de omgevingsvergunning en de watervergunning Brengen van stoffen 8. Effluent: afvalwater afkomstig uit een installatie waarin dit afvalwater een zuiveringstechnische behandeling heeft ondergaan. 9. Lozingspunt: een punt van waaruit afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam wordt geloosd. 10. Meetpunt: een controlepunt waar monsters genomen kunnen worden, of meterstanden afgelezen kunnen worden. 11. PAK: de volgende polycyclische aromatische koolwaterstoffen: cyanide en EOX. 12. Rwzi: rioolwaterzuiveringsinstallatie. Ecologie 13. KRW: Kader richtlijn Water 14. Natura 2000-gebieden: Gebied dat is aangewezen op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet; of Gebied dat voorlopig is aangewezen als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Natuurbeschermingswet; of Gebied dat voorkomt op de lijst van gebieden van communautair belang, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van richtlijn 92/43/EEG. 5 oktober W /17

16 Bijlage 2. Tekening De volgende tekening behoort bij dit maatwerkbesluit met kenmerk : tekening van de waterlijn (ZB9100-P001, revisie A, laatst gewijzigd op 04 november 2010) met kenmerk oktober W /17

17 Bijlage 3. kaart De volgende kaart behoort bij dit maatwerkbesluit met kenmerk : kaart met de situering van de lozingspunten met kenmerk oktober W /17

18