S
|
|
- Samuël Laurens de Smedt
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Scriptiebegeleiding Universiteit van Tilburg Dr. Harold Miesen D405 Communicatie- en Informatiewetenschappen Rianne Quak S Wilhelminapark EE Tilburg Bachelorthesis Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Startdatum: Einddatum: januari 2011 Titel: De invloed van extraversie en neuroticisme op materialisme en de ervaren levenstevredenheid Beknopte titel: Trefwoorden: extraversie; materialisme, levenstevredenheid
2 De invloed van extraversie en neuroticisme op materialisme en de ervaren levenstevredenheid Bachelorthesis Universiteit van Tilburg Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Rianne Quak januari 2011 Begeleidend docent: Dr. Harold Miesen
3 Running head: PERSOONLIJKHEID, MATERIALISME EN LEVENSTEVREDENHEID De invloed van extraversie en neuroticisme op materialisme en de ervaren levenstevredenheid Rianne Quak Communicatie- en Informatiewetenschappen Universiteit van Tilburg
4 Samenvatting Het doel van dit onderzoek was inzichtelijk maken wat de invloed is van de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme op materialisme en de ervaren levenstevredenheid. Veronderstelt werd dat mensen die laag scoren op extraversie en mensen die hoog scoren op neuroticisme hoog scoren op materialisme, en daarmee laag scoren op levenstevredenheid. Daarnaast werd verwacht dat mensen die hoog scoren op centraliteitmaterialisme hoog scoren op levenstevredenheid, dat mensen die hoog scoren op gelukmaterialisme laag scoren op levenstevredenheid en dat mensen die hoog scoren op succesmaterialisme laag scoren op levenstevredenheid, maar dat zij hoog scoren op levenstevredenheid wanneer zij hoog scoren op succesmaterialisme en een extraverte persoonlijkheid hebben. Aan dit onderzoek hebben 106 respondenten deelgenomen, die allen een vragenlijst hebben ingevuld op internet. De verwachting dat mensen die hoog scoren op succesmaterialisme lager scoren op levenstevredenheid, werd niet bevestigd. Ook de veronderstelling dat mensen die hoog scoren op succesmaterialisme en op extraversie, hoger scoren op levenstevredenheid dan mensen die laag scoren op succesmaterialisme en extraversie bleek niet te kloppen. Hier scoren zowel mensen die hoog als laag scoren op extraversie hoger op levenstevredenheid, wanneer zij hoog scoren op succesmaterialisme. Wanneer mensen laag scoren op succesmaterialisme werd wel een verschil gevonden tussen mensen die hoog of laag scoren op extraversie met betrekking tot levenstevredenheid. Daarnaast werden alle verwachtingen in dit onderzoek bevestigd. Sleutelwoorden: extraversie; materialisme, levenstevredenheid 3
5 Inleiding Well-being wordt door sociale wetenschappers gedefinieerd als de kwaliteit van het leven (Diener, 2009). Diener (2009) stelt dat aan de hand van de waarden, gestelde doelen en het daadwerkelijke leven van een persoon bepaald kan worden of diegene tevreden is met zijn of haar leven. Iedereen kan voor zichzelf bepalen welke aspecten hij of zij belangrijk of juist minder belangrijk vindt in het leven. Domeinen uit het leven waar men meer of minder waarde aan kan hechten zijn bijvoorbeeld de levensstandaard, het familieleven, en de hoeveelheid plezier en genot die men heeft (Ryan & Dziurawiec, 2001; Sirgy, 1998). Doelen die aan de hand van deze waarden gesteld worden, zijn gebaseerd op verwachtingen met betrekking tot affect en cognitie (Diener, 2009). Naast onder andere de levensstandaard, het familieleven, en de hoeveelheid plezier en genot die men heeft, is materialisme een belangrijke variabele met invloed op de levenstevredenheid (Diener, 2009; Burroughs & Rindfleisch, 2002; Richins & Rudmin, 1994). Individuen die hoog scoren op materialisme hebben een reeks van belangrijke overtuigingen met betrekking tot bezittingen in hun eigen leven (Richins en Dawson, 1992). Men kan als bezitter van een product een betekenis geven aan dat product, zoals ook terug te vinden is in de definitie van materialisme door Belk (1985). Belk definieert materialisme als de waarde die consumenten hechten aan alle bezittingen waar zij over beschikken. In het leven van mensen die hoog scoren op materialisme, spelen bezittingen en nieuwe aankopen een belangrijke rol. Zij zien dit enerzijds als een manier van geluk zoeken en anderzijds als een indicatie van hun eigen succes (Richins & Dawson, 1992). Materialisme kan daarnaast ook gezien worden als een poging om het eigen positieve zelfbeeld te verbeteren en te behouden (Belk, 1985). Aangezien bezittingen gezien worden als een onderdeel van de zelfidentiteit, kan dit er toe leiden dat men zich beter kan presenteren in een sociale context (Belk, 1985). Het centraal stellen van materialistische doelen in het leven kan echter tot problemen leiden, zoals blijkt uit wetenschappelijk onderzoek (Burroughs & Rindfleisch, 2002; Ryan & Dziurawiec, 2001). Burroughs en Rindfleisch (2002) geven aan dat materialisten minder vrolijk zijn en minder tevreden zijn met hun leven. Hierdoor hebben zij meer kans op psychologische stoornissen in vergelijking met mensen die minder materialistisch zijn. Daarnaast blijkt uit onderzoeken dat materialisme negatief gecorreleerd is met 4
6 levenstevredenheid en geluksgevoel (Burroughs & Rindfleisch, 2002): mensen die meer materialistisch zijn, zijn minder tevreden over hun leven dan mensen die minder materialistisch zijn (Ryan & Dziurawiec, 2001). Materialisme is al vanaf de vijftiende en zestiende eeuw in Europa terug te vinden. In Amerika is dit het geval vanaf de negentiende en twintigste eeuw (Belk, 1985), van waaruit het naar het Westen verspreidt naar de andere delen van de wereld (Ger & Belk, 1996). Betreffende materialisme bestaan dus culturele en historische verschillen. Naast culturele en historische verschillen zijn er echter ook verschillen te vinden tussen individuen (Richins & Dawson, 1992). Een belangrijke variabele op grond waarvan verschillen in materialisme tussen individuen gevonden worden, is persoonlijkheid (Belk, 1985; Johnson & Attmann, 2009). Hierbij kan men denken aan eigenschappen als jaloezie, misgunnen, hebzucht, egoïsme en neuroticisme. Bepaalde persoonlijkheidstrekken kunnen dus invloed hebben op overtuigingen die men heeft met betrekking tot materiële eigendommen (Belk, 1985). In de persoonlijkheidsleer bestaan verschillende theorieën die persoonlijkheid in brede, abstracte termen verklaren. Eén van deze theorieën is de Big Five. De Big Five onderscheidt de volgende vijf persoonlijkheidsdimensies: openness to experience, conscientiousness, extraversion, agreeableness en neuroticism (OCEAN). In navolging van Costa & McCrae (1980), Johnson & Attman (2009) en Steel, Schmidt & Shultz (2008), zullen in dit manuscript enkel de dimensies extraversie en neuroticisme in beschouwing worden genomen. Costa en McCrae (1980) geven aan dat levenstevredenheid gerelateerd is aan een hoog niveau van extraversie en een laag niveau van neuroticisme. Daarnaast geven Johnson en Attmann (2009) aan dat neurotische mensen eerder de neiging hebben om materialistisch te zijn. Angst, depressie en een laag niveau van zelfvertrouwen, tot slot, hangen ook positief samen met materialisme (Johnson & Attmann, 2009). Rondom de correlatie tussen materialisme en extraversie bestaat daarentegen nog veel onduidelijkheid (Mowen & Spears, 1999). Met de onderhavige studie wordt beoogd meer duidelijkheid te creëren omtrent de relatie tussen persoonlijkheid en materialisme, en het effect daarvan op de ervaren levenstevredenheid. In dit manuscript zal onderzocht worden wat de relatie is tussen de twee persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme, en een materialistische waardeoriëntatie. Daarnaast wordt onderzocht welke invloed deze persoonlijkheidskenmerken hebben op de ervaren levenstevredenheid. In de volgende sectie wordt allereerst het construct materialisme uiteengezet en worden hypotheses geformuleerd aangaande de verschillende 5
7 dimensies van materialisme en levenstevredenheid. Daarna wordt de relatie tussen de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme besproken en worden er hypotheses gevormd met betrekking tot de relatie tussen deze persoonlijkheidstrekken en levenstevredenheid. Tot slot worden er hypotheses geformuleerd met betrekking tot de persoonlijkheidstrekken en materialisme en hun onderlinge interactie. Theoretische verdieping Ieder individu bepaalt zelf welke aspecten voor hem of haar belangrijk zijn in het eigen leven, en of hij of zij tevreden is met de huidige staat waarin hij of zij verkeert (Diener, 2009). Hierbij bepaalt men of men tevreden is aan de hand van waarden, gestelde doelen en het daadwerkelijke leven (Diener, 2009). Mensen met een meer materialistische waarde-oriëntatie hechten bijvoorbeeld veel waarde aan het aanschaffen en bezitten van producten (Richins & Dawson, 1992). Desondanks hoeft dit geen positief resultaat te hebben op de ervaren levenstevredenheid: mensen die meer materialistisch zijn, zijn minder tevreden over hun leven dan mensen die minder materialistisch zijn (Ryan & Dziurawiec, 2001). In de volgende paragraaf wordt in meer detail besproken wat materialisme is en welke invloed een materialistische levensstijl heeft op de ervaren levenstevredenheid. Materialisme en levenstevredenheid Zoals eerder gesteld, kan materialisme per cultuur worden onderzocht, maar ook op individueel niveau. In dit manuscript richt ik mij op het individuele niveau waarbij de bijzondere aandacht uitgaat naar twee onderzoeksmethodes gebaseerd op psychometrische principes. Eén van deze methodes is ontworpen door Richins en Dawson (1992). Ze stellen dat het verschil tussen individuen beter verklaard kan worden door de persoonlijke waarden van de mens. Richins en Dawson (1992) stellen dat bij materialisten het aankopen van goederen centraal staat in hun leven, waarbij materialisten deze bezittingen nodig hebben om tevredenheid te realiseren. Daarnaast stellen Richins en Dawson (1992) dat de materialisten het succes van zichzelf en anderen meten aan de hand van de hoeveelheid bezittingen en de kwaliteit hiervan. Richins en Dawson onderscheiden als zodanig drie kenmerken van materialisme: de acquisitie staat centraal ( acquisition centrality ), de acquisitie vindt plaats om geluk te vinden ( acquisition as the persuit of happiness ) en de bezittingen geven het succes aan 6
8 ( possession-defined success ). Ieder van de subdimensies wordt hieronder afzonderlijk besproken. Centraliteitsdimensie. Ondanks het feit dat men niet altijd voldoende tijd en geld heeft om aankopen te doen, vormt het constant aankopen van goederen een belangrijk doel in het leven van materialisten (Fitzmaurice & Comegys, 2006). Individuen die hoger scoren op centraliteitsmaterialisme hechten echter minder waarde aan deze eigendommen dan minder materialistische mensen. Deze materialisten zien de aankopen puur als objecten (Fitzmaurice & Comegys, 2006). Richins en Dawson (1992) zeggen daarentegen dat materialisme het leven betekenis geeft en zorgt voor een doel in dagelijkse ondernemingen. Richins en Dawson (1992) geven aan dat mensen die hoger scoren op centraliteitsmaterialsme graag objecten aanschaffen die zij niet per se nodig hebben, maar dat zij wel alle bezittingen belangrijk vinden in het leven. Individuen die hoger scoren op centraliteitsmaterialisme houden van veel luxe in hun leven en hechten dan ook meer waarde aan materiële dingen in het leven dan andere mensen in hun omgeving. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Richins en Dawson (1992) dat het kopen van producten de materialistische mensen veel plezier verschaft. Daarom wordt in dit manuscript verwacht dat wanneer, conform de centraliteitsdimensie, de acquisitie centraal staat men een hogere levenstevredenheid heeft: H1: Individuen die hoog scoren op centraliteitsmaterialisme, zullen hoger scoren op levenstevredenheid dan individuen die laag scoren op centraliteitsmaterialisme. Geluksdimensie. Materialisten doen aankopen om geluk te zoeken (Richins & Dawson, 1992). Deze mensen zien hun aankopen als essentiële objecten voor hun tevredenheid en wellbeing: bezittingen spelen een centrale rol in het leven bij geluksmaterialisme, waarbij wordt aangenomen dat eigendommen de grootste bronnen vormen voor tevredenheid en ontevredenheid (Belk, 1985). Materialisten geloven dat het hoge niveau van consumeren leidt tot meer plezier (Belk, 1985). Richins en Dawson (1992) benadrukken dat de meeste mensen zoeken naar geluk, maar dat het in het geval van materialisme gaat om het zoeken van geluk door middel van het aanschaffen van goederen, terwijl anderen hun geluk misschien eerder vinden in persoonlijke relaties, ervaringen en prestaties. Anderen zijn bijvoorbeeld meer extraverte personen, die hun geluk eerder zoeken en vinden in sociale contacten (Steel, Schmidt & Shultz, 2008). Mensen die hun geluk zoeken in consumeren en vaker ontevreden 7
9 zijn over persoonlijke relaties (Richins & Dawson, 1992) zijn uiteindelijk ook minder tevreden over hun leven, zoals bleek uit onderzoek van Ryan en Dziurawiec (2001). Daarom wordt in dit manuscript verwacht dat wanneer men probeert om geluk te vinden door middel van acquisitie, men toch een lagere levenstevredenheid heeft: H2: Individuen die hoog scoren op geluksmaterialisme, zullen lager scoren op levenstevredenheid dan individuen die laag scoren op geluksmaterialisme. Succesdimensie. De derde dimensie van materialisme is volgens Richins en Dawson (1992) de succesdimensie. Materialisten proberen een boodschap naar de buitenwereld uit te stralen met hun bezittingen; het succes zou af te leiden moeten zijn uit het aantal bezittingen. Daarnaast beoordelen zij hun eigen succes en dat van anderen op basis van deze aankopen. Fitzmaurice en Comergys (2006) laten zien dat het aanschaffen van goederen het doel heeft om anderen en zichzelf te laten zien hoe hoog de status is in de samenleving. De goederen waar hier over gesproken wordt zijn voornamelijk de tastbare objecten, terwijl andere mensen meer waarde hechten aan ervaringen en belevingen (Fitzmaurice & Comergys, 2006). Eastman, Goldsmith en Flynn (1999) benadrukken dat materialisten deze manier van leven hebben om status te verkrijgen. Zij willen dit laten zien aan zichzelf en aan de mensen om hen heen. Ook Richins en Rudmin (1994) geven aan dat materialisten de materiële bezittingen nodig hebben om onzichtbare persoonlijke karakteristieken, zoals geluk, status en sociale competentie, te verkrijgen en te kunnen uiten. Daarnaast geven Richins en Rudmin (1994) aan dat materialisten maar tijdelijk tevreden zijn met hun bezittingen of verhoogde levensstandaard, waarmee zij een boodschap van succes willen uitstralen naar anderen en zichzelf. De tevredenheid met betrekking tot de verbetering in het leven van de succesmaterialist daalt na een bepaalde periode weer terug naar het oude niveau, waardoor verwacht wordt dat wanneer men succes probeert uit te stralen door middel van bezittingen, men toch een lagere levenstevredenheid heeft: H3: Individuen die hoog scoren op succesmaterialisme, zullen lager scoren op levenstevredenheid dan individuen die laag scoren op succesmaterialisme. 8
10 In de volgende paragraaf wordt allereerst besproken wat de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme inhouden en hierna welke invloed zij hebben op de ervaren levenstevredenheid. Persoonlijkheid en levenstevredenheid Het identificeren van persoonlijkheidstrekken en de structuur van de menselijke persoonlijkheid zijn de belangrijkste doelen in de psychologie (Digman, 1990). In de persoonlijkheidsleer bestaan dan ook verschillende theorieën die persoonlijkheid in brede, abstracte termen verklaren. Eén van deze theorieën is de Big Five. De Big Five geeft de volgende vijf dimensies van persoonlijkheid: openness to experience, conscientiousness, extraversion, agreeableness en neuroticism (OCEAN). Elke factor van de Big Five is erg breed, waardoor deze factoren ook weer bestaan uit verschillende persoonlijkheidstrekken (Srivastava, 2010). Zoals eerder al besproken, worden in navolging van Costa & McCrae (1980), Johnson & Attman (2009) en Steel, Schmidt & Shultz (2008), in dit manuscript enkel de dimensies extraversie en neuroticisme in beschouwing genomen. Beide persoonlijkheidstrekken worden hierna besproken en er worden hypotheses gevormd met betrekking tot levenstevredenheid. Extraverte mensen hebben graag sociale interactie, vermaken anderen tijdens een saaie bijeenkomst, en vinden het leuk om veel te praten (Larsen & Buss, 2005). Deze mensen hebben een grote invloed op hun sociale omgeving en zullen eerder een leidinggevende functie hebben. Ze zijn dus graag in contact met andere mensen en worden soms gezien als mensen vol met energie. Ze worden ook wel enthousiast genoemd. Binnen groepen zullen deze mensen veel praten en de aandacht naar zichzelf toetrekken (Larsen & Buss, 2005). Daarnaast hebben Costa en McCrae (1980) aangetoond dat levenstevredenheid gerelateerd is aan een hoog niveau van extraversie. Steel, Schmidt en Shultz (2008) geven aan dat extraverte mensen meer tevreden zijn in sociale situaties. Omdat deze mensen dan ook meer tijd besteden aan sociale activiteiten, scoren zij uiteindelijk hoger op levenstevredenheid. Daarom wordt in dit manuscript ook verwacht dat er een positieve relatie gevonden wordt tussen extraversie en levenstevredenheid: H4: Er is een positieve relatie tussen extraversie en levenstevredenheid. 9
11 Mensen die hoog scoren op neuroticisme kunnen slecht omgaan met stress (Larsen & Buss, 2005). Neuroticisme bestaat vooral uit negatieve emoties, zoals boosheid, angst en depressie. Deze eigenschap van de Big Five wordt dan ook wel emotionele instabiliteit genoemd. Mensen die hier hoog op scoren zullen gewone situaties eerder inschatten als bedreigend, en zij zullen normale frustraties als ontzettend moeilijk zien. Deze negatieve emoties houden vaak voor een langere tijd aan, waardoor deze mensen vaak in een slechte bui zijn. Dit kan er voor zorgen dat mensen die hoog scoren op neuroticisme moeite hebben met helder nadenken, het maken van beslissingen en met stress om te kunnen gaan (Larsen & Buss, 2005). Deze eigenschappen komen grotendeels overeen met het negative affect element van well-being (Steel, Schmidt & Shultz, 2008), waardoor een negatieve relatie tussen neuroticisme en levenstevredenheid verondersteld kan worden. Daarnaast hebben Costa en McCrae (1980) aangetoond dat levenstevredenheid gerelateerd is aan een laag niveau van neuroticisme. Daarom wordt in dit manuscript een negatieve relatie verondersteld tussen neuroticisme en levenstevredenheid: H5: Er is een negatieve relatie tussen neuroticisme en levenstevredenheid. Hiernavolgend wordt aangegeven welke relatie wordt verwacht tussen extraversie, neuroticisme en materialisme. Daarbij wordt eveneens het verband tussen deze constructen en de ervaren levenstevredenheid besproken. Materialisme en persoonlijkheid Diener, Oishi en Lucas (2003) suggereren dat alle mensen over de hele wereld geluk zoeken door hun waarden na te streven. Waarden geven de voorkeuren van individuen weer op verschillende gebieden: iemand die bijvoorbeeld in het algemeen graag zijn eigen beslissingen neemt, zal daarom meer tevreden zijn met een baan waarin hij zelf beslissingen mag nemen. Persoonlijke waarden worden gezien als regels om het gedrag te bepalen (Parks & Guay, 2009). Deze waarden zijn dan ook gelinkt aan motivatie. Waarden hebben direct invloed op motivatie, omdat men er van overtuigd is dat men zich op een bepaalde manier hoort te gedragen (Parks & Guay, 2009). Wat men belangrijker vindt, zal dus eerder nagestreefd worden dan een waarde die men minder belangrijk vindt. Zoals eerder aangegeven werd, hechten extraverte mensen veel waarde aan sociale contacten (Steel, Schmidt & Shultz, 2008). Meer extraverte mensen zijn makkelijker in het 10
12 leggen van contacten. Wanneer zij deze behoefte bevredigen, zullen zij een hogere levenstevredenheid hebben. Deze individuen hebben hierdoor niet de motivatie om hun levenstevredenheid in extrensieke waarden te zoeken, zoals bijvoorbeeld het aanschaffen van goederen (Steel, Schmidt & Shultz, 2008). Daarom wordt in dit manuscript gesteld dat de extraverte mensen minder materialistisch zijn: H6: Er is een negatieve relatie tussen extraversie en materialisme. Johnson en Attmann (2009) geven aan dat neurotische mensen vaker meer de neiging hebben om materialistisch te zijn. Angst, depressie en een laag niveau van zelfvertrouwen hangen ook samen met materialisme (Johnson & Attmann, 2009). Omdat dit constructen zijn die horen bij de dimensie neuroticisme, is deze persoonlijkheidstrek in het algemeen ook positief gecorreleerd aan materialisme (Johnson & Attmann, 2009). Dezelfde conclusie is getrokken door Burroughs en Rindfleisch (2002). Burroughs en Rindfleisch (2002) geven aan dat materialisme positief gecorreleerd is aan negatieve gemoedstoestanden als depressie en neuroticisme. In dit manuscript wordt dus ook verwacht dat er een positieve relatie gevonden wordt tussen neuroticisme en materialisme: H7: Er is een positieve relatie tussen neuroticisme en materialisme. Extraverte mensen kunnen makkelijker sociale contacten leggen en kunnen hiermee ook makkelijker uitdrukking geven van hun succes aan andere mensen (Steel, Schmidt & Shultz, 2008). Omdat men met producten het eigen succes kan bewijzen aan anderen, wordt in dit manuscript verwacht dat wanneer bezittingen het succes aangeven, men een hogere levenstevredenheid heeft wanneer men een extraverte persoonlijkheid heeft. H8: Individuen met een extraverte persoonlijkheid die hoog scoren op de succesdimensie van materialisme, zullen hoger scoren op levenstevredenheid dan individuen met een introverte persoonlijkheid die lager scoren op de succesdimensie. In Figuur 1 is het conceptueel model van dit onderzoek als samenvatting van de theoretische verdieping schematisch weergegeven. 11
13 Figuur 1 Conceptueel model Persoonlijkheidskenmerken - Hoge vs. lage mate van extraversie - Hoge vs. lage mate van neuroticisme Materialisme - Centraliteitsdimensie - Geluksdimensie - Succesdimensie Levenstevredenheid In de volgende sectie wordt de methode van onderzoek besproken die is gehanteerd om de hypothesen empirisch-wetenschappelijk te toetsen. Methode Respondenten Aan het onderzoek namen 106 respondenten deel, waarvan 39 mannen (36%) en 67 vrouwen (63%). De leeftijd varieerde van 18 tot 67, met een gemiddelde leeftijd van jaar (SD = 11.44). Bijna 30 procent van de respondenten heeft een universitaire opleiding afgerond, ruim 25 procent heeft een opleiding afgerond in het hoger voortgezet onderwijs, bijna 25 procent heeft een opleiding afgerond in het hoger beroepsonderwijs en ongeveer 15 procent heeft middelbaar beroepsonderwijs afgerond. 55 Procent van de respondenten volgt op dit moment geen opleiding meer. Van de respondenten die nu nog wel een opleiding volgen, doet 30 procent dit op universitair niveau, en ruim 5 procent op HBO niveau. De dagelijkse bezigheid van bijna 60 procent van de respondenten is een (deeltijd) baan. Daarnaast is ruim 35 procent scholier/student. 12
14 Instrumentatie De gegevens zijn verzameld met behulp van een online survey. De vragenlijst bestond uit vragen met betrekking tot de volgende vijf onderwerpen: materialisme, persoonlijkheid, levenstevredenheid en persoonsgegevens. Materialisme. De mate van materialisme werd gemeten aan de hand van achttien items, gebaseerd op de schaal van Richins en Dawson (1992). De respondenten kregen achttien stellingen voorgelegd: vijf stellingen behorende bij de centraliteitsdimensie (voorbeeld: Dingen kopen verschaft me veel plezier ), zeven stellingen behorende bij de geluksdimensie (voorbeeld: Ik zou gelukkiger zijn als ik me het kon veroorloven om meer dingen te kopen ) en zes stellingen behorende bij de succesdimensie (voorbeeld: Ik bezit graag dingen die indruk maken op mensen ). Dit werd gescoord op een vijfpuntschaal variërend van 1, helemaal niet mee eens tot 5, helemaal mee eens. Het construct materialisme heeft in dit onderzoek een Cronbach s alpha van.83 (M = 2.55; SD = 0.51), waaruit geconcludeerd kan worden dat het een betrouwbare schaal is. De centraliteitsdimensie heeft een Cronbach s alpha van.69 (M = 2.24; SD = 0.59), de geluksdimensie heeft een Cronbach s alpha van.66 (M = 2.35; SD = 0.68), die van de succesdimensie bedraagt.68 (M = 2.97; SD = 0.59). Persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme. Om de mate van extraversie en de mate van neuroticisme van de respondenten te meten, werd gebruik gemaakt van 16 items, gebaseerd op een schaal van Denissen et al. (2008). De respondenten kregen acht stellingen behorende bij extraversie voorgelegd (voorbeeld: Ik ben iemand die spraakzaam is ) en acht stellingen behorende bij neuroticisme (voorbeeld: Ik ben iemand die gemakkelijk zenuwachtig word ). Deze stellingen werden gescoord op een vijfpuntschaal variërend van 1, helemaal niet mee eens tot 5, helemaal mee eens. Extraversie heeft een Cronbach s alpha van.85 (M = 3.51; SD = 0.67). waaruit geconcludeerd kan worden dat het een betrouwbare schaal is. Ook neuroticisme is een betrouwbare schaal, met een Cronbach s alpha van.81 (M = 2.64; SD = 0.68). Levenstevredenheid. De levenstevredenheid werd gemeten aan de hand van vijf items, gebaseerd op een schaal van Diener (1985). Het construct werd gemeten met behulp van vijf stellingen (voorbeeld: In de meeste opzichten voldoet mijn leven aan mijn ideaalbeeld ). Deze stellingen werden gescoord op een vijfpuntschaal variërend van 1, helemaal niet mee 13
15 eens tot 5, helemaal mee eens. De schaal levenstevredenheid heeft een Cronbach s alpha van.86 (M = 3.64; SD = 0.76), wat het tot een betrouwbare schaal maakt. Persoonsgegevens. Ten behoeve van de beschrijving van de getrokken steekproef is gevraagd naar sekse, geboortejaar, hoogst afgeronde opleiding (lager beroepsonderwijs, middelbaar voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger voortgezet onderwijs, hoger beroepsonderwijs of universiteit), of men op dit moment een opleiding volgt, en wat de dagelijkse hoofdbezigheid was. Procedure De 106 respondenten hebben de vragenlijst online ingevuld op Mensen zijn benaderd via sociale netwerksites, zoals bijvoorbeeld Twitter en Facebook, of per bericht. Er werd hen gevraagd de online vragenlijst in te vullen in het kader van een Bachelor scriptie. Alle respondenten bevonden zich op het moment van invullen achter een computer, waar zij door middel van de introductie van de vragenlijst op de hoogte werden gebracht van het doel en de duur van het onderzoek. Hierna hebben de respondenten alle vragen beantwoord in een zelf te bepalen tijd. Wanneer de respondent te maken kreeg met eventuele storende factoren, dan had hij of zij de mogelijkheid om met de vragenlijst op een later tijdstip verder te gaan of om deze opnieuw in te vullen. Het invullen van de vragenlijst duurde normaal gesproken tussen de 5 en 10 minuten. Resultaten In de komende paragrafen wordt eerst de relatie tussen de drie dimensies van materialisme en levenstevredenheid behandeld. Daarna wordt besproken wat de relatie is tussen de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme en de levenstevredenheid. Ten slotte wordt aangegeven wat de relatie is tussen de eerdergenoemde persoonlijkheidstrekken, de mate van materialisme en de ervaren levenstevedenheid. Voor de constructen materialisme in het algemeen, de centraliteitsdimensie, de geluksdimensie, de succesdimensie, extraversie, neuroticisme en de levenstevredenheid is getoetst op normaalverdeeldheid van de variabelen met behulp van een Kolmogorov-Smirnov 14
16 toets. Voor alle geconstrueerde variabelen geldt dat de verdeling van waarden niet significant afwijkt van die van een normaalverdeling (p >.05). De relatie tussen de dimensies van materialisme en levenstevredenheid Om conform hypothese H1, H2 en H3 de relatie tussen de materialisme-dimensies en levenstevredenheid te toetsen, zijn in totaal drie one-way ANOVA s uitgevoerd. De eerste twee ANOVA's zijn gedraaid met de centraliteitsdimensie en de geluksdimensie als onafhankelijke variabelen en levenstevredenheid als afhankelijke variabele. De derde ANOVA is afzonderlijk uitgevoerd met de succesdimensie en extraversie als onafhankelijke variabelen en levenstevredenheid als de te verklaren variabele. Hierbij gaat, in lijn met hypothese 3 en hypothese 8, de aandacht specifiek uit naar het veronderstelde interactie-effect tussen succesmaterialisme en levenstevredenheid. De respondenten zijn verdeeld in twee groepen (laag versus hoog) op grond van de scores op de afzonderlijke materialisme subdimensies. De split voor de centraliteitsdimensie ligt op 3, de split voor de geluksdimensie ligt op 2.3 en de split voor de succesdimensie op 2.3. De resultaten van bovengenoemde toetsingen worden hiernavolgend besproken. Er werd volgens hypothese 1 verwacht dat de respondenten die hoog scoren op de centraliteitsdimensie van materialisme lager zullen scoren op levenstevredenheid. De resultaten van deze toetsingen zijn weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 Gemiddelden en standaarddeviaties levenstevredenheid op centraliteits- en geluksdimensie van materialisme Centraliteitsdimensie Geluksdimensie Laag Hoog Laag Hoog M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) Levenstevredenheid 3.54 (.87) 3.76 (.60) 3.84 (.72) 3.43 (.75) F(1,102) = 3.00, p <.1 F(1,102) = 8.20, p <.01 De one-way ANOVA wees uit dat mensen niet significant van elkaar verschillen met betrekking tot hun levenstevredenheid op het vijf-procent niveau, wanneer het onderscheid tussen hoog versus laag centraliteit wordt gemaakt. Wel is er sprake van een marginaal significant effect op het 10-procent niveau: F(1,102) = 3.00, p <.1 (zie Tabel 1). Dit betekent 15
17 dat mensen die hoger scoren op de centraliteitsdimensie van materialisme geneigd zijn meer tevreden te zijn met hun leven dan mensen die lager scoren op de centraliteitsdimensie van materialisme. Hypothese 1 wordt als zodanig marginaal bevestigd door de resultaten. Vervolgens werd verwacht dat de respondenten die hoog scoren op de geluksdimensie van materialisme lager zullen scoren op levenstevredenheid. Dit is geformuleerd in hypothese 2. Deze hypothese is getoetst met een one-way ANOVA met de geluksdimensie als onafhankelijke variabele en levenstevredenheid als afhankelijke variabele. De veronderstelde relatie tussen de geluksdimensie en levenstevredenheid werd in de veronderstelde negatieve richting significant bevonden (F(1,102) = 8.21, p <.01) (zie Tabel 1). Dit wil zeggen dat mensen die hoog scoren op de geluksdimensie van materialisme, minder tevreden zijn met hun leven dan mensen die laag scoren op geluksmaterialisme. Hypothese 2 wordt als zodanig bevestigd door de resultaten. Ten slotte werd met hypothese 3 gesteld dat de respondenten die hoog op de succesdimensie van materialisme scoren, lager zullen scoren op levenstevredenheid dan individuen die laag scoren op succesmaterialisme (hoofdeffect). Daarnaast veronderstelde H8 een interactie-effect waarbij gesteld werd dat individuen die hoog scoren op succesmaterialisme, hoger zullen scoren op levenstevredenheid wanneer zij een extraverte persoonlijkheid hebben (interactie-effect). Deze hypotheses zijn getoetst met een one-way ANOVA met de succesdimensie als onafhankelijke variabele en levenstevredenheid als afhankelijke variabele. Hierbij is in het ontwerp getoetst op een hoofdeffect voor succesmaterialisme en een interactie-effect tussen succes en extraversie. De resultaten van deze toetsing zijn weergegeven in Tabel 2. Tabel 2 Gemiddelden, standaarddeviaties en F-waarden voor levenstevredenheid op grond van de interactie tussen extraversie en succesmaterialisme en het hoofdeffect voor succesmaterialisme Succesdimensie Laag M (SD Hoog M (SD Laag (extraversie) 3.21 (.62) 3.64 (.84) F(2,102) = 11.43, p <.001 Hoog (extraversie) 4.08 (.60) 3.72 (.73) F(1,102) =.06, p >.05 16
18 De veronderstelling dat mensen die hoog scoren op de succesdimensie, laag scoren op levenstevredenheid, werd niet significant bevonden (F(1,102) =.06, p >.05). De relatie van deze constructen in interactie met de extraversie, werd wel significant bevonden (F(2,102) = 11.43, p <.001), maar niet in de veronderstelde richting. Het interactie-effect is er desondanks wel. De mate van extraversie maakt alleen verschil wanneer men laag scoort op de succesdimensie van materialisme. Wanneer men laag scoort op succesmaterialisme en hoog scoort op extraversie, scoort men hoger op levenstevredenheid dan wanneer men laag scoort op extraversie. In dit geval scoren mensen ook hoger op levenstevredenheid dan wanneer mensen hoog scoren op succesmaterialisme, ongeacht hun mate van extraversie. Als men hoog scoort op succesmaterialisme, scoort iedereen bovengemiddeld op levenstevredenheid. Hier maakt het dus geen verschil of men een extraverte persoonlijkheid heeft of niet: hypothesen 3 en 8 worden verworpen. De relatie tussen extraversie, neuroticisme en levenstevredenheid Verondersteld werd dat de personen die hoger scoren op extraversie ook hoger scoren op levenstevredenheid. Voor individuen die hoger scoren op neuroticisme werd daarentegen verwacht dat zij lager scoren op levenstevredenheid. Dit is geformuleerd in respectievelijk hypotheses 4 en 5. Beide hypotheses zijn getoetst door de Pearson correlaties te berekenen tussen de drie variabelen. De relatie tussen extraversie en levenstevredenheid werd in de veronderstelde positieve richting significant bevonden (r =.48, p < 0.01) (zie Tabel 3). Tabel 3 Correlaties extraversie en neuroticisme en levenstevredenheid, en materialisme Levenstevredenheid Materialisme Extraversie.475** Neuroticisme -.242**.142 ** Correlatie is significant bij.001 (1-tailed) Ook de negatieve relatie tussen neuroticisme en levenstevredenheid werd in de veronderstelde richting significant bevonden (r = -.24, p < 0.01) (zie Tabel 3). Dit betekent concreet dat mensen die hoger scoren op extraversie en mensen die lager scoren op neuroticisme meer tevreden zijn over hun leven dan mensen die lager scoren op extraversie en 17
19 mensen die hoger scoren op neuroticisme. Hypothesen 4 en 5 worden als zodanig bevestigd door de resultaten. De relatie tussen extraversie, neuroticisme en materialisme Er werd verwacht dat de individuen die lager scoren op extraversie hoger scoren op materialisme en dat mensen die hoger scoren op neuroticisme ook hoger scoren op materialisme. Dit is geformuleerd in respectievelijk hypothese 6 en 7. Beide hypotheses zijn getoetst door de Pearson correlaties te berekenen tussen de verschillende variabelen. De resultaten van deze toetsing zijn eveneens opgenomen in Tabel 3. De relatie tussen extraversie en materialisme werd in de veronderstelde negatieve richting marginaal significant bevonden (r = -.142, p < 0.1). De relatie tussen neuroticisme en materialisme werd ook in de veronderstelde positieve richting marginaal significant bevonden (r =.142, p < 0.1) (zie Tabel 3). Dit houdt in dat mensen die lager scoren op extraversie en mensen die hoger scoren op neuroticisme meer materialistisch zijn dan mensen die hoger scoren op extraversie en mensen die lager scoren op neuroticisme. Hypotheses 6 en 7 worden als zodanig bevestigd door de resultaten. Discussie en conclusies In deze studie is onderzocht welke invloed de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme hebben op materialisme, en daarmee op de ervaren levenstevredenheid. Hypotheses Het doel van dit manuscript was het inzichtelijk maken van de invloed van de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme, op respectievelijk materialisme en levenstevredenheid. Twee van de drie hypotheses met betrekking tot de invloed van de afzonderlijke dimensies van materialisme op levenstevredenheid zijn bevestigd. Zoals verwacht, bleek dat mensen die hoog scoren op de centraliteitsdimensie van materialisme hoog scoren op levenstevredenheid. Mensen die hoog scoren op de geluksdimensie van materialisme scoren juist laag op levenstevreden, zoals ook verwacht werd. De laatste hypothese met betrekking tot de verschillende dimensies van materialisme (H3) werd verworpen, aangezien er geen significant 18
20 verschil werd gevonden tussen mensen die hoog of juist laag scoren op de succesdimensie van materialisme. Van te voren werd hier verwacht dat mensen die hoog op succesmaterialisme scoren laag op levenstevredenheid zouden scoren. Mensen die laag scoren op succesmaterialisme (M = 3.65) en personen die hoog scoren op succesmaterialisme (M = 3.68) scoren vergelijkbaar op levenstevredenheid. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat mensen daadwerkelijk geluk, status en sociale competentie verkrijgen door het aanschaffen en bezitten van goederen, zoals Richins en Rudmin (1994) aangeven, maar dit gevoel ook behouden in tegenstelling tot wat dezelfde auteurs stellen. Ook proberen individuen die hoog scoren op de succesdimensie van materialisme naast anderen ook zichzelf te overtuigen van hun succes met behulp van materiële bezittingen (Fitzmaurice & Comergys, 2006). Een verklaring van de bevinding dat ook mensen die hoog scoren op succesmaterialisme hoger scoren op levenstevredenheid, is dat deze succesmaterialisten zichzelf hebben overtuigd van het eigen succes en daardoor ook meer tevreden zijn over het leven. Ten slotte werd verwacht dat mensen die hoog scoren op succesmaterialisme en een extraverte persoonlijkheid hebben ook hoog scoren op levenstevredenheid, maar uit het onderzoek in dit manuscript bleek dat iedereen die hoog scoort op de succesdimensie boven hoger scoort op levenstevredenheid. Een verschil werd wel gevonden wanneer men laag scoort op succesmaterialisme; wanneer men een extraverte persoonlijkheid heeft scoort men hoger op levenstevredenheid dan wanneer men introvert is. Dit is in overeenstemming met de resultaten die gevonden werden in dit onderzoek, met betrekking tot de relatie van extraversie en levenstevredenheid. Er werd verwacht dat mensen die hoog scoren op extraversie laag zouden scoren op materialisme en dat deze mensen hoog zouden scoren op levenstevredenheid. Van mensen die hoog scoren op neuroticisme werd verwacht dat zij hoog zouden scoren op materialisme en dat zij laag op levenstevredenheid zouden scoren. In overeenstemming met eerder onderzoek (Burroughs & Rindfleisch, 2002; Costa & McCrae, 1980; Johnson & Attmann, 2009) werd gevonden dat neuroticisme inderdaad positief correleert aan materialisme en een negatieve correlatie heeft met levenstevredenheid. Wat betreft extraversie bestond nog veel onduidelijkheid in de huidige literatuur, maar ook de hypotheses met betrekking tot extraversie zijn beide bevestigd. Uit dit onderzoek is gebleken dat extraversie negatief gecorreleerd is aan materialisme en dat het positief gecorreleerd is aan levenstevredenheid. 19
21 Beperkingen en toekomstig onderzoek Naast interessante resultaten, heeft dit onderzoek ook een aantal beperkingen. Uit dit onderzoek is duidelijk gebleken wat de resultaten zijn voor mensen die hoger of lager scoren op extraversie en wat de resultaten zijn voor mensen die hoger of lager scoren op neuroticisme. Een voorbeeld is dat de minder extraverte en meer neurotische mensen hoger scoren op materialisme. Een beperking in dit onderzoek is hier dat een persoon zowel hoog op extraversie als hoog op neuroticisme kan scoren. Hier ontstaat onduidelijkheid over wat in dit geval het resultaat zou zijn voor de mate van materialisme en levenstevredenheid. Het is niet vanzelfsprekend dat iemand die hoog scoort op extraversie automatisch laag scoort op neuroticisme of laag op extraversie en hoog op neuroticisme. Een combinatie van deze persoonlijkheidstrekken behoort ook tot de mogelijkheden. Daarom zou toekomstig onderzoek hier verder op in kunnen gaan, door meerdere persoonlijkheidstrekken in combinatie met elkaar te onderzoeken en niet apart. In toekomstig onderzoek kan bijvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen mensen die laag, gemiddeld of hoog scoren op een persoonlijkheidstrek, waarna diverse groepen gemaakt worden van mensen die verschillend scoren op meerdere persoonlijkheidstrekken (bijvoorbeeld laag op extraversie en hoog op neuroticisme) of juist hetzelfde scoren op deze persoonlijkheidstrekken (bijvoorbeeld hoog op extraversie en hoog op neuroticisme). Een ander opvallend aspect uit dit onderzoek zijn de tegenstrijdige resultaten met betrekking tot de relatie tussen materialisme en levenstevredenheid. Op basis van eerder onderzoek (Burroughs & Rindfleisch, 2002; Richins & Dawson, 1992; Ryan & Dziurawiec, 2001) wordt verwacht dat materialisme en levenstevredenheid negatief gecorreleerd zijn. Naar aanleiding van hypothese 4 tot en met 7 kan dezelfde conclusie getrokken worden uit dit onderzoek. Mensen die hoog scoren op materialisme, scoren laag op levenstevredenheid en personen die laag scoren op materialisme, scoren hoog op levenstevredenheid. Aan de hand van deze resultaten wordt dus bevestigd dat materialisme en levenstevredenheid negatief aan elkaar gecorreleerd zijn. Daarnaast zijn de drie dimensies (centraliteitsdimensie, geluksdimensie en succesdimensie) van materialisme apart getoetst ten opzichte van levenstevredenheid. Hieruit blijkt dat wanneer men hoog scoort op centraliteitmaterialisme, men ook hoog scoort op levenstevredenheid. Er is geen significant verschil gevonden tussen mensen die hoog en laag scoren op succesmaterialisme. Alleen wanneer men hoog scoort op gelukmaterialisme, scoort men laag op levenstevredenheid. Dit is opvallend, aangezien materialistische mensen in het algemeen laag scoren op levenstevredenheid. Aangezien in de 20
22 huidige literatuur materialisme voornamelijk als geheel wordt getest en niet per dimensie, kan hier in toekomstig onderzoek aandacht aan worden besteed. Een idee voor toekomstig onderzoek is om meer aandacht te besteden aan de correlaties tussen deze drie dimensies van materialisme. Toekomstig onderzoek kan ook meer aandacht besteden aan de verschillen tussen de drie dimensies van materialisme met betrekking tot levenstevredenheid. Hierbij kan rekening gehouden worden met de intrinsieke en extrensieke motivatie (Ryan & Deci, 2000). Intrinsieke motivatie komt vanuit de persoon zelf, omdat deze zelf de behoefte voelt om iets uit te voeren. Extrensieke motivatie, daarentegen, ontstaat door de omgeving om de persoon heen. De persoon ervaart bepaalde druk van buitenaf. In dit onderzoek is onder andere aangegeven dat persoonlijke waarden gezien worden als de regels om het gedrag te bepalen (Parks & Guay, 2009) en dat extraverte personen meer waarde hechten aan sociale contacten, waardoor zij eerder op zoek gaan naar deze sociale contacten dan naar materiële bezittingen (Steel, Schmidt & Shultz, 2008). In toekomstig onderzoek kan hier meer aandacht aan worden besteed, door dieper in te gaan op de intrinsieke en extrensieke motivatie van de mens. Er kan daarnaast getoetst worden hoe deze vormen van motivatie samenhangen met de persoonlijkheidstrekken extraversie en neuroticisme. Een andere interessant onderwerp voor toekomstig onderzoek is de succesdimensie van materialisme. De hypotheses met betrekking tot succesmaterialisme en levenstevredenheid in dit onderzoek zijn verworpen, maar uit de analyses bleek dat het interactie-effect met betrekking tot extraversie wel bestaat. In toekomstig onderzoek kan onderzocht worden welke effecten de combinatie van succesmaterialisme en extraversie precies hebben op levenstevredenheid. Waar in dit onderzoek geen rekening mee is gehouden is het daadwerkelijke leven van de respondenten. Mensen hebben kunnen reageren op stellingen omtrent materiële goederen, maar zij hebben niet aan kunnen geven in hoeverre zij hier in geslaagd zijn. Een persoon kan bijvoorbeeld een materialistische instelling hebben, maar niet de mogelijkheid hebben om het doen van aankopen centraal te laten staan, geluk te zoeken door middel van aankopen en/of succes uit te stralen naar zichzelf en anderen met bezittingen. Het is belangrijk dat hier in toekomstig onderzoek beter rekening mee wordt gehouden. Conclusies Met dit onderzoek is wederom bevestigd dat materialisme als compleet construct negatief gecorreleerd is aan levenstevredenheid. Desondanks blijkt dat één van de drie losse dimensies 21
23 van materialisme een positieve invloed heeft op levenstevredenheid, één van de dimensies heeft geen significante invloed op levenstevredenheid en één dimensie heeft een negatieve invloed op levenstevredenheid. Dit kan zeer interessant zijn voor toekomstig onderzoek. Daarnaast is in dit onderzoek onderzocht welke invloed persoonlijkheid kan hebben op materialisme en levenstevredenheid, waardoor een aantal nieuwe bevindingen zijn gedaan. De belangrijkste inzichten die dit onderzoek heeft verworven, zijn dat mensen die hoger scoren op extraversie lager scoren op materialisme, en daarmee hoger scoren op levenstevredenheid. Ook is gebleken dat mensen die hoger scoren op neuroticisme juist hoger scoren op materialisme, en daarmee lager scoren op levenstevredenheid. Ten slotte is gebleken dat mensen die hoger scoren op centraliteitmaterialisme, hoger scoren op levenstevredenheid, dat er geen verschil is tussen mensen die hoger of lager scoren op succesmaterialisme met betrekking tot levenstevredenheid en dat mensen die daarentegen hoger scoren op gelukmaterialisme lager scoren op levenstevredenheid. Literatuurlijst Belk, R. W. (1985). Materialism: Trait aspects of living in the material world. The Journal of Consumer Research, 12(3), Burroughs, James E., & Rindfleisch, A. (2002). Materialism and well-being: A conflicting values perspective. Journal of Consumer Research, 29(3), Costa, P. T., & McCrae, R. R. (1980). Influence of extraversion and neuroticism on subjective well-being: Happy and unhappy people. Journal of Personality and Social Psychology, 38(4), Denissen, J.A., Geenen, R., Aken, M.A.G. van, Gosling, S.D., Potter, J. (2008) Development and Validation of a Dutch Translation of the Big Five Inventory (BFI). Journal of Personality Assessment, 90(2), Diener, E. (2009). Subjective well-being (pp ). Diener, E., Oishi, S., & Lucas, R.E. (2003). Personality, culture, and subjective well-being: emotional and cognitive evaluations of life. Annual review of psychology, 54, 203. Digman, J.M. (1990). Personality structure: Emergence of the five-factor model. Annual review of psychology, 41(1),
24 Eastman, J.K., Goldsmith, R.E., & Flynn, L.R. (1999). Status consumption in consumer behavior: Scale development and validation. Journal of Marketing Theory and Practice, 7, Fitzmaurice, J., & Comergys, C. (2006). Materialism and social consumption. Journal of Marketing Theory and Practice, 14, Ger, G., & Belk, R. W. (1996). Cross-cultural differences in materialism. Journal of Economic Psychology, 17(1), Johnson, T., & Attman, J. (2009). Compulsive buying in a product specific context: clothing. Journal of Fashion Marketing and Management, 13(3), Larsen, R.J., & Buss, D.M. (2005). Personality psychology: Domains of knowledge about human nature. New York: McGraw-Hill. Mowen, J.C., & Spears, N. (1999). Understanding compulsive buying among college students: A hierarchical approach. Journal of consumer psychology, 8(4), Parks, L. & Guay, R.P. (2009). Personality, values, and motivation. Personality and individual differences, 47(7), Richins, M. L., & Dawson, S. (1992). A consumer values orientation for materialism and its measurement: Scale development and validation. The Journal of Consumer Research, 19(3), Richins, M. L., & Rudmin, F. W. (1994). Materialism and economic psychology. Journal of Economic Psychology, 15(2), Ryan, L., & Dziurawiec, S. (2001). Materialism and its relationship to life satisfaction. Social Indicators Research, 55(2), Ryan, R.M. & Deci, E.L. (2000). Intrinsic and Extrinsic Motivations: Classic Definitions and New Directions. Contemporary Educational Psychology, 25(1), Sirgy, M. J. (1998). Materialism and quality of life. Social Indicators Research, 43(3), Steel, P., Schmidt, J., & Schultz, J. (2008). Refining the Relationship between Personality and Subjective Well-Being. Psychological Bulletin, 134(1), Srivastava, S. (2010). Measuring the Big Five Personality Factors. Retrieved from 23
Wat koop je voor emotionele (in)stabiliteit? De invloed van extraversie en neuroticisme op affect, materialisme en levensgeluk
Wat koop je voor emotionele (in)stabiliteit? De invloed van extraversie en neuroticisme op affect, materialisme en levensgeluk Paulien A.M. Horsten Universiteit van Tilburg Masterscriptie, s246011 Maart
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieHet Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive
Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive
Nadere informatieDe invloed van relational interdependent self-construal op materialisme en levensgeluk
De invloed van relational interdependent self-construal op materialisme en levensgeluk Milou Heesakkers ANR: 647415 Tilburg University, Nederland Aantal woorden: 9125 september 2012 Bachelorthesis Tilburg
Nadere informatieJaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010
Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010
Nadere informatieDe invloed van Type A persoonlijkheid op materialisme en subjective well-being
De invloed van Type A persoonlijkheid op materialisme en subjective well-being Masterthesis Universiteit van Tilburg Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie en Digitale
Nadere informatieWat motiveert u in uw werk?
Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u
Nadere informatieGeluk en welbevinden
Marleen H.M. de Moor en Meike Bartels Inleiding Geld maakt niet gelukkig, zo luidt het bekende Nederlandse gezegde. Maar is dit echt zo? Zou je niet een stuk gelukkiger worden als je de loterij zou winnen?
Nadere informatieNationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs
Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren
Nadere informatieCOMPULSIEF KOOPGEDRAG
COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie
Nadere informatieSUBJECTIVE WELL-BEING, MATERIALISME EN JALOEZIE 1. De relatie tussen jaloezie, een materialistische waarde-oriëntatie en subjectief levensgeluk
SUBJECTIVE WELL-BEING, MATERIALISME EN JALOEZIE 1 De relatie tussen jaloezie, een materialistische waarde-oriëntatie en subjectief levensgeluk empirisch onderzocht Tessa Buiks ANR: 486926 Tilburg University,
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieLinkedIn Profiles and personality
LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatievan Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Nadere informatieDe invloed van parental nurturance, materialisme en self-monitoring. op subjective well-being en self-esteem. Sabrina Brugel
De invloed van parental nurturance, materialisme en self-monitoring op subjective well-being en self-esteem Sabrina Brugel Tilburg University, Nederland Aantal woorden: 10863 Auteur: Organisatie: Faculteit:
Nadere informatieMINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden
MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self
Nadere informatie/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven
Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm
Nadere informatieJoep van der Sterren S102567. Varkensmarkt27 5038VT Tilburg J.F.M.vdrSterren@uvt.nl joepvdsterren@hotmail.com 0646741498
Scriptiebegeleiding Universiteit van Tilburg Dr. Harold Miesen miesen.scriptie@uvt.nl D405 Communicatie- en Informatiewetenschappen Joep van der Sterren S102567 Varkensmarkt27 5038VT Tilburg J.F.M.vdrSterren@uvt.nl
Nadere informatieLife Course Theorie, Advertenties en Materialisme;
Life Course Theorie, Advertenties en Materialisme; De relatie tussen advertenties, ingrijpende levensgebeurtenissen en het materialisme van kinderen. Master thesis Mastertrack: Youth & Media Naam: Nadina
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In
Nadere informatieFundamentele menselijke behoeften, materialisme en levensgeluk: Structuur en relaties onderzocht vanuit een sociaalmotivationeel
Fundamentele menselijke behoeften, materialisme en levensgeluk: Structuur en relaties onderzocht vanuit een sociaalmotivationeel perspectief Michelle Hollands, Universiteit van Tilburg Fundamentele menselijke
Nadere informatieRelatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability
Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieDe invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention
De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van
Nadere informatieDe Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014
1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg
Nadere informatieFORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform
Nadere informatieRunning head: INVLOED VAN GENDERROL EN WAARDEN OP FAALANGST 1. Zelf- en Ander-Gerefereerde Faalangst: De Invloed van Genderrol Oriëntatie, Waarden
Running head: INVLOED VAN GENDERROL EN WAARDEN OP FAALANGST 1 Zelf- en Ander-Gerefereerde Faalangst: De Invloed van Genderrol Oriëntatie, Waarden en Sekse Self- and Other-Referenced anxiety: The Influence
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieHandleiding Nederlandse Werkwaardentest
Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Versie 1.0 (c), mei 2008 Dr Edwin van Thiel Nederlandse werkwaardentest De Nederlandse werkwaardentest is eind 2006 ontwikkeld door 123test via een uitgebreid online
Nadere informatieModeratie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on
Nadere informatieAchtergronden bij het instrument
Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl
Nadere informatieRapportgegevens Marketing en sales potentieel test
Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie
Nadere informatieVOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST
VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieUitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie
Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieInnovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.
Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieRapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest
Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieInformal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel
Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.
Nadere informatieWerkgeluk in Nederland
Werkgeluk in Nederland Eerste onderzoeksresultaten Onno Hamburger & Arie Pieter Veldhoen Oktober 2018 Een ander onderzoek In september 2018 hebben we een onderzoek uitgevoerd naar werkgeluk. Daar zijn
Nadere informatieDutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae
Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van
Nadere informatieIndividuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief
N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieHoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger
Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieOnderzoeksrapportage Leadership Connected 2016
Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen
Nadere informatieBISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen
Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.
Nadere informatieBeleving van etniciteit en een materialistische waardeoriëntatie
Beleving van etniciteit en een materialistische waardeoriëntatie Masterthesis Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale
Nadere informatieInhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieTOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL. Reinout E. de Vries
TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL Reinout E. de Vries INTEGRITEIT & PERSOONLIJKHEID 1. Structuur van persoonlijkheid 2. Integriteit 3. Toepassing 2 Toepassing HEXACO Persoonlijkheidsmodel
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatieCode Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6
Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieHet executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieCapaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl
Denkvermogen en denkstijl Naam: Ruben Smit Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De uitslag... 4 3. Bijlage: Het lezen van de uitslag... 5 Pagina 2 van 7 1. Inleiding Op 5 april 2016 heeft Ruben Smit een
Nadere informatieBowling alone without public trust
Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieCode Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6
Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134
Nadere informatieMasterthesis Bedrijfscommunicatie & Digitale Media
Masterthesis Bedrijfscommunicatie & Digitale Media De invloed van de persoonlijkheidskenmerken extraversie en neuroticisme op de relatie tussen crisisresponsstrategieën van een bedrijf in crisis en het
Nadere informatieMogelijke invloeden van persoonlijkheid en geslacht op de online interventie three good things in life
i Bachelorthesis Mogelijke invloeden van persoonlijkheid en geslacht op de online interventie three good things in life Alina Isabelle Bradtke s1222848 Juni 2014 Gedragswetenschappen Opleiding Psychologie
Nadere informatieSOCIALE AFWIJZING, BELONGINGNESS NEED, SELF-MONITORING, MATERIALISME, ASSIMILATIE EN DIFFERENTIATIE. 1
MATERIALISME, ASSIMILATIE EN DIFFERENTIATIE. 1 Een studie naar het Effect van Digitale Sociale Afwijzing op het Gedrag van Mensen. Mies Sanders 652931 Tilburg University, Nederland Aantal woorden: 9377
Nadere informatieFACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?
FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieDe Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness
Nadere informatieDe Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work
Nadere informatieWaarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke
Nadere informatieDe Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen
Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatiedat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen
133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieDe Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.
Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects
Nadere informatie03.03.2010 Conferentie Studiesucces
03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief
Nadere informatieHoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit
Nadere informatieDe relatie tussen persoonlijkheid, intrinsieke. motivatie en schoolprestaties bij havoleerlingen
De relatie tussen persoonlijkheid, intrinsieke motivatie en schoolprestaties bij havoleerlingen Alissia Linssen ANR: 686692 Eerste beoordelaar: M. van Scheppingen Tweede beoordelaar: J. Borghuis Tilburg
Nadere informatieGeluk onder gedetineerden Maakt vrijheid de mens gelukkig?
Geluk onder gedetineerden Maakt vrijheid de mens gelukkig? Drs. T. Pappot &J. Phaff Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam Samenvatting Binnen
Nadere informatieBIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.
IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et
Nadere informatieCOMPULSIEF KOOPGEDRAG
COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius
Nadere informatieWe berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:
INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies
Nadere informatieGeheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers
Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Secrets and Personal Effectivity: The Moderating Influence
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieCynisme over de politiek
Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici en bestuurders in hun
Nadere informatieGOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out
GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out
Nadere informatieDOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.
BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.
Nadere informatie