ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hbo bachelor Hartfunctielaborant LOI Hogeschool. Croho-registratienummer: 34547

Transcriptie

1 ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van Hbo bachelor Hartfunctielaborant LOI Hogeschool Croho-registratienummer: aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 14 september 2010 en 24 november 2010 Inhoud van het verslag Identificatie...2 Managementsamenvatting...3 Bevindingen...8 Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding...8 Bijlage 1: Programma...31 Bijlage 2: Documenten...33 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader...35 Bijlage 4: Samenstelling visitatiepanel...41 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen...43 De verantwoordelijke panelleider: drs. R. de Lusenet namens deze, M. Lathouwers Certiked-vbi maart 2011

2 Identificatie De opleiding wordt verzorgd door: LOI Hogeschool Postbus 4200, 2350 CA Leiderdorp Leidsedreef 2, 2352 BA Leiderdorp Telefoon Website Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: mr. M.J. Kuipers, voorzitter bestuur Kwaliteitsfunctionaris: ir. O.W. Helfferich, portefeuillehouder hoger onderwijs Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: LOI Hogeschool Opleiding Graad Bachelor of Health Afstandsonderwijs Locatie als gevolg van afstandsonderwijs niet van toepassing Doel van het onderzoek is te beoordelen of de opleiding voldoet aan de aspecten uit het NVAO Beoordelingskader voor opleidingen hoger onderwijs (februari 2003). Samenstelling visitatiepanel Visitatiepanelleider: drs. R. de Lusenet Deskundigen: J.J. Krouwels (generieke facetten), drs. H. Weistra (generieke facetten), D.M.J. Verbunt (opleidingsspecifieke facetten), T.A.T. Van Hecke (opleidingsspecifieke facetten) Student: L. Westerveld Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren RC Pagina 2 van 43

3 Managementsamenvatting Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld over de opleiding en deze, samen met bijlagen, tijdig gezonden aan het panel. Het locatiebezoek heeft plaatsgevonden op 14 september 2010 en 24 november In de aanloop naar de visitatie is overleg geweest tussen vertegenwoordigers van LOI Hogeschool en leden van het panel. De bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter. De zelfevaluatie met de bijlagen die door de opleiding opgesteld was, bood genoeg aangrijpingspunten en informatie om de visitatie uit te voeren. Op een aantal punten vond het panel de zelfevaluatie te weinig specifiek en te weinig concreet uitgewerkt. Daarom heeft het panel aan de opleiding gevraagd de zelfevaluatie op deze aspecten nader uit te werken. Ook heeft het panel verzocht om aanvullende documenten over het didactisch concept en de afstemming met het kader E-xcellence. De opleiding heeft de zelfevaluatie nader uitgewerkt en heeft de aanvullende informatie aan het panel gezonden. De visitatie is opgedeeld in twee dagen. Op de generieke visitatiedag op 14 september 2010 zijn de onderwerpen en de facetten op het gebied van didactiek, personeel, voorzieningen, kwaliteitszorg besproken. Op de opleidingsspecifieke dag op 24 november 2010 zijn de doelstellingen, het programma en de resultaten van de opleiding aan de orde gekomen. De bezoeken aan de opleiding zijn verlopen volgens de vooraf vastgestelde agenda. Tijdens de bezoeken aan de opleiding is het panel in de gelegenheid geweest met alle relevante geledingen van de opleiding van gedachten te wisselen. Ook heeft het panel de ter inzage gelegde documenten kunnen inzien. Het conceptrapport is toegezonden aan het management van de opleiding. Deze hebben daarop gereageerd. Daaruit is bijgaande definitieve visitatierapport ontstaan. Profiel van LOI Hogeschool De Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) zijn een onderwijsinstelling die door de minister van Onderwijs erkend is. LOI Hogeschool is een onderdeel van LOI, is opgericht in 1996 en is door de minister van Onderwijs aangemerkt als een aangewezen instelling voor hoger onderwijs. LOI Hogeschool verzorgt in totaal meer dan 35 opleidingen op uiteenlopende gebieden, waaronder economie, informatica, marketing & sales en management. Bij een aantal van deze opleidingen werkt de hogeschool samen met andere hogescholen, waaronder Windesheim en Hanzehogeschool Groningen. LOI Hogeschool biedt daarnaast ook opleidingen op het niveau van post hbo en master aan. Er studeren meer dan studenten aan LOI Hogeschool. De hogeschool behoort daarmee tot de grote hogescholen in Nederland. Met het oog op het aanbod en de inhoud van de opleidingen onderhoudt LOI Hogeschool contacten met het bedrijfsleven, brancheorganisaties, exameninstellingen en de overheid. Pagina 3 van 43

4 LOI Hogeschool verzorgt afstandsonderwijs. Dat wil zeggen dat de studenten onafhankelijk van plaats, tijd en tempo de opleidingen kunnen volgen. Gewoonlijk ontmoeten studenten en docenten elkaar niet maar vindt het onderwijs op afstand plaats in de omgeving van de studenten. LOI Hogeschool streeft naar een hoge kwaliteit van de (schriftelijke) leerstof en een goede begeleiding door de docenten. Waar voorheen LOI Hogeschool alleen per post en op papier lesmateriaal, opgaven en uitwerkingen vervaardigde en aan de studenten zond, is sedert enkele jaren het leerproces uitgebreid met de digitale leeromgeving in de vorm van LOI Campus. Een steeds groter deel van het onderwijs verloopt via deze digitale leeromgeving. De studenten kunnen daarop inloggen en vervolgens opgaven inzenden, vragen stellen aan de docenten, hun studievoortgang bekijken en hun portfolio invullen en bijwerken. Profiel van de opleiding Het programma van de opleiding is als volgt opgebouwd. Het eerste leerjaar heeft de modules Basisvaardigheden voor de zorgprofessional, bestaande uit de delen Werken op een Hartfunctieafdeling (5ec) en Omgangskunde en communicatie (5ec), Studievaardigheden (2 ec), Algemene medische kennis (7 ec), Het registreren van een ecg (4 ec), Basiskennis elektrocardiografie (4 ec), Reanimatie (0 ec), Informatica 1 (4 ec), Vaardigheden 1 (9 ec) en Praktijk 1 (40 ec). Het tweede leerjaar bestaat uit de modules Speciële anatomie, fysiologie, pathologie (6 ec), Elektrocardiografie (7 ec), Ergometrie en inspanningsfysiologie (7 ec), Basiskennis specialisaties (6 ec), Onderzoeksvaardigheden (4 ec), ICT in de gezondheidszorg (4 ec), Kwaliteitszorg (0 ec), Informatica 2 (3 ec), Vaardigheden 2 (3 ec) en Praktijk 2 (40 ec). Het derde leerjaar (uitstroomvariant Echocardiografie) bestaat uit de modules Het echocardiografisch onderzoek (5 ec), Fysica van ultrageluid (5 ec), Linkerboezem en mitralisklep (5 ec), Linkerkamer, aortaklep en aorta (6 ec), Rechterhartshelft (6 ec), Specifieke pathologie (3 ec), Praktijk 3 + Praktijkexamen (40 ec) en Afstudeeropdracht + afstudeerzitting (10 ec). Het derde leerjaar (uitstroomvariant Holteranalyse) bestaat uit de modules Inleiding holteranalyse (3 ec), Supraventriculaire ritmestoornissen (4 ec), Geleidingsstoornissen (6 ec), Ventriculaire ritmestoornissen (6 ec), ST- en Pacemaker analyse (6 ec), Pediatrie (2 ec), HRV, QT en TTM (3 ec), Praktijk 3 + Praktijkexamen (40 ec) en Afstudeeropdracht + afstudeerzitting (10 ec). Het derde leerjaar (uitstroomvariant Hartkatheterisatie) bestaat uit de modules Specialisatie stralingshygiëne (6 ec), Toegepaste farmacologie (4 ec), Steriliteit (6 ec), Hardware, materiaal en techniek (6 ec), Functies op de hartkatheterisatie (4 ec), Inleiding in de interventie (4 ec), Praktijk 3 + Praktijkexamen (40 ec) en Afstudeeropdracht + afstudeerzitting (10 ec). Het derde leerjaar (uitstroomvariant Cardio-implantaten) bestaat uit de modules Specialisatie cardioimplantaten (5 ec), De elementen van het pacemakersysteem (5 ec), Keuze en implantatie van het pacemakersysteem (5 ec), Timing in pacemakers (5 ec), Pacemaker, ecg en follow-up (5 ec), Basiskennis elektrofysiologie/implanteerbare cardioverter/defibrillator (5 ec), Praktijk 3 + Praktijkexamen (40 ec) en Afstudeeropdracht + afstudeerzitting (10 ec). Pagina 4 van 43

5 De opleiding wordt gekenmerkt door een intensieve samenwerking tussen de LOI Hogeschool aan de ene kant en het relevante beroepenveld in de vorm van de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant aan de andere kant. De LOI Hogeschool draagt wel de integrale verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding. Samenvatting van de beoordeling Het programma van de opleiding is geactualiseerd. Dat geldt het opnemen van nieuwe onderzoeken en nieuwe methoden van onderzoek in het programma. Daarnaast zijn aan het programma toegevoegd de modules Onderzoeksvaardigheden, Studievaardigheden, ICT in de gezondheidszorg en de afstudeeropdracht. Het toevoegen van de afstudeeropdracht is recent. De inhoudelijke veranderingen zijn gradueel. Ook heeft de opleiding verder gewerkt aan de digitale leeromgeving, die nu meer faciliteiten heeft, waaronder een studentenforum en meer inzicht in de leerroute van de studenten. De opleiding is met name voor de theoretische modules van het programma ingebed in de processen die LOI Hogeschool voor haar opleidingen heeft ingericht. Dat maakt dat de bevindingen en de beoordeling van facetten als studeerbaarheid en didactiek en van onderwerpen als inzet van personeel, voorzieningen en kwaliteitszorg voor een belangrijk deel gelijkluidend zijn voor deze en andere opleidingen van de hogeschool. Binnen deze processen neemt de opleiding de ruimte om de eigen inhoudelijke invulling waar te maken. LOI Hogeschool heeft voor de opleiding een toetsing uitgevoerd aan de hand van het kader E-xcellence van de European Association of Distance Learning Teaching Universities (EADTU). Het E-xcellence kader biedt een benchmark voor afstandsonderwijs. Het streven van de opleiding is om een goede score te bereiken ten opzichte van deze benchmark. Het panel heeft kennisgenomen van de uitgevoerde toetsing. Het panel waardeert de inspanningen van de opleiding om het kader als uitgangspunt te nemen en zich met het kader te vergelijken. De vergelijking zelf is nog wat mager uitgevallen. Daarom roept het panel de opleiding op de komende jaren daaraan verder invulling te geven. Voor de afzonderlijke onderwerpen luidt de onderbouwing van de beoordeling als volgt. De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan het Beroepsprofiel Hartfunctielaborant uit 2010, een actualisering van het profiel uit Het panel pleit voor het verhogen van de frequentie van actualisering van de eindkwalificaties. Het profiel van 2010 is opgesteld door de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant die bestaat uit vertegenwoordigers van de beroepsgroep. De opleiding heeft ter meerdere onderbouwing de eindkwalificaties afgestemd op de domeincompetenties voor Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken, de enige aanpalende opleiding waarvoor domeincompetenties zijn opgesteld. De eindkwalificaties zijn wel in overeenstemming met de Dublin descriptoren, hoewel de vergelijking is uitgevoerd aan de hand van het beroepsprofiel uit De verschillen daartussen zijn zo gering, dat de vergelijking ook voor het huidige beroepsprofiel opgaat. Het Beroepsprofiel is afgestemd met het werkveld in de vorm van de beroepsverenigingen van cardiologen en hartfunctielaboranten. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant ziet toe op de beroepsrelevantie en actualiteit van de eindkwalificaties. Het beoogde niveau van de opleiding sluit goed aan op de eisen die vanuit het beroep aan de afgestudeerden worden gesteld, zeker ook gezien de vier specialismen waarin zij kunnen afstuderen. De beoordeling van de doelstellingen is om deze redenen positief. Pagina 5 van 43

6 De eindkwalificaties zijn in het programma verwerkt en komen daarin ook allemaal tot hun recht. Ook deze vergelijking is echter gebaseerd op het beroepsprofiel uit Omdat het nieuwe en het oude profiel overeenkomen, is de vergelijking wel correct. De frequentie van actualisering zou in de ogen van het panel hoger moeten zijn, omdat deze met eenmaal in de drie jaar te laag is. Wel zijn er tussentijds addenda bij de lesstof, om actuele ontwikkelingen te verwerken. Het programma besteedt veel aandacht aan de beroepspraktijk, omdat de studenten 50 % van het onderwijs in de beroepspraktijk volgen. De opleiding dient de mondelinge lesdagen te verzwaren en de controle daarop te vergroten. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant controleert de kwaliteit van de opleidingsplaatsen in de ziekenhuizen door een accreditatie te verlenen. De voorgeschreven literatuur bestaat uit specifiek voor de opleiding geschreven syllabi, die van een goede kwaliteit zijn. De structuur van de leerjaren en de uitstroomvarianten is helder en de afstemming tussen de theorie en de praktijk is voldoende. Wel is de oplopende moeilijkheidsgraad in het programma weinig zichtbaar. De studenten zijn voor hun studieduur grotendeels gebonden aan de duur van het praktijkgedeelte van drie jaar. Het programma biedt voldoende informatie en feedback aan de studenten om het studeren mogelijk te maken. De opleiding voldoet aan de formele instroomeisen en aan de formele duur. De studenten dienen bij toelating over een goedgekeurde opleidingsplaats te beschikken. De opleiding ziet samen met de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant toe op de toelating van studenten en doet dat gewetensvol, ook bij de toets van 21+ en het verlenen van vrijstellingen. De didactiek van het programma kenmerkt zich door een sterke structurering van de leerroutes, de didactisering van het studiemateriaal en de inhoud van de digitale leeromgeving. De didactiek in de praktijk sluit aan op het leerproces daar. De toetsing en beoordeling van de eigen examens is voldoende, zij het dat bij sommige examens scherpe beoordelingscriteria ontbreken. De beoordeling van de opdrachten in de praktijk zou beter gewaarborgd moeten worden, omdat deze zich grotendeels aan de waarneming van de opleiding onttrekken en door het ontbreken van beoordelingscriteria, ook weinig transparant is. Het panel bepleit aanscherping van de criteria en een meer inhoudelijke controle van de beoordeling door de opleiding zelf. De beoordeling van het programma is positief. De ontwikkelaars en de docenten van de opleiding kunnen bogen op voldoende ervaring met de relevante beroepspraktijk. De opleiding toetst daarop bij het aannemen van hen en toetst dat ook bij elke opdrachtverlening. De opleiding stelt voldoende docenten aan. Dat blijkt uit correctietermijnen van huiswerk en reactietijden op vragen van studenten die binnen de normen van de opleiding blijven. De docenten beschikken over genoeg vakinhoudelijke en didactische vaardigheden. Binnen de accreditatie van de opleidingsplaatsen in de ziekenhuizen stelt de opleiding weliswaar globale eisen aan de praktijkbegeleiders maar deze eisen verdienen nader uitgewerkt te worden. De beoordeling van de inzet van personeel is daarom positief. De opleiding beschikt over een bijzonder krachtige infrastructuur die zich doet gelden zowel in het papieren studiemateriaal als in de digitale leeromgeving. De infrastructuur bij de ziekenhuizen is gezien de accreditatie eveneens goed. De studiebegeleiding is voldoende maar zou meer op maat gesneden moeten zijn voor de verschillende groepen studenten. Daarom is de beoordeling van de voorzieningen positief. Het kwaliteitssysteem van de opleiding is zeer goed ontwikkeld. Wel pleit het panel voor minder generieke evaluatieformulieren. De opleiding zou moeten proberen de respons op de evaluaties en de terugkoppeling daarvan te verbeteren. De opleiding heeft belangrijke verbeteringen gerealiseerd en is daar ook nog mee bezig. Soms duurt het oplossen van verbeterpunten erg lang. De inbreng van de stakeholders is voldoende. De beoordeling van de interne kwaliteitszorg is positief. Pagina 6 van 43

7 De afgestudeerden hebben een goed gerealiseerd niveau. Het niveau van de afgelegde examens en van de in de praktijk uitgevoerde opdrachten zijn daar een bewijs van. De opleiding toetst het eindniveau van de afgestudeerden in de ogen van het panel gedegen. De afgestudeerden kunnen onmiddellijk na afronding van de opleiding aan het werk, zijn daartoe goed uitgerust en worden in de beroepspraktijk gewaardeerd. De afgestudeerden beheersen het specialisme waarin zij afstuderen en zijn mede daarom van grote waarde in de beroepspraktijk. Het onderwijsrendement is goed. Het slagingspercentage van de opleiding is hoog en de reële studieduur wijkt weinig af van de nominale studieduur. De beoordeling van de resultaten is daarom positief. Op basis daarvan concludeert het panel van Certiked dat de opleiding voldoet aan de eisen van het NVAO Beoordelingskader uit februari Pagina 7 van 43

8 Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het panel weergegeven. Steeds zijn in de blokken de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO Programma Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement Afstandsonderwijs Positief Voldoende Voldoende Goed Positief Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Goed Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Positief Goed Voldoende Positief Goed Goed Voldoende Positief Goed Goed Pagina 8 van 43

9 1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding heeft eindkwalificaties opgesteld. De eindkwalificaties zijn afgeleid van het Beroepsprofiel Hartfunctielaborant, dat de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant heeft opgesteld in Deze stichting bestaat uit vertegenwoordigers van de beroepsgroepen van de cardiologen en hartfunctielaboranten. De vorige versie van het beroepsprofiel, met als titel Profiel van de Hartfunctielaborant dateert uit Tussentijds zijn er geen updates geweest. Het Beroepsprofiel Hartfunctielaborant is afgestemd met de Nederlandse Hartfunctie Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Deze beroepsverenigingen hebben het beroepsprofiel gevalideerd. Ter meerdere zekerheid over de waarde van de competenties heeft de opleiding deze vergeleken met de domeincompetenties voor Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken. Deze is gekozen vanwege de overeenstemming met het vakgebied van de hartfunctielaborant. Uit deze vergelijking blijkt de overeenkomst van de eindkwalificaties met de domeincompetenties. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant is onder meer verantwoordelijk voor het toetsen van de eindkwalificaties van de opleiding aan de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Namens de Hogeschool LOI heeft een adviserend lid zonder stemrecht zitting. Tussen de Hogeschool LOI en de stichting is zeer regelmatig afstemming over de opleiding waaronder twaalf vergaderingen per jaar. Alleen LOI Hogeschool biedt de opleiding in Nederland aan. In het nabijgelegen buitenland heeft de opleiding geen vergelijkbare opleidingen aangetroffen. De opleiding is uniek in Europa. Het Beroepsprofiel Hartfunctielaborant is volledig beschreven in bijlage 3 van dit rapport. Voor meer informatie verwijzen wij dan ook naar deze bijlage. Beoordeling door het Certiked panel: De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan Beroepsprofiel Hartfunctielaborant uit Gezien de lange tijd tussen deze en de vorige versie van de eindkwalificaties in 1995 acht het panel de frequentie van actualisering ervan te laag. Ze zijn naar het oordeel van het panel overigens wel goed afgestemd met de vakgenoten en het relevante beroepenveld. Het panel acht de overeenstemming tussen de eindkwalificaties en de domeincompetenties Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) een extra waarborg van de waarde ervan. Daarenboven toetst de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant de eindkwalificaties periodiek aan het werkveld. Om deze redenen beoordeelt het panel dit facet als voldoende. Pagina 9 van 43

10 1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor of een master. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding heeft de eindkwalificaties vergeleken met de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de bachelor, zoals deze tot uitdrukking komen in de niveauaanduidingen van de Dublin descriptoren. Om de relatie tussen de eindkwalificaties en de Dublin descriptoren zichtbaar te maken heeft de opleiding een tabel opgesteld waarin de relatie tussen deze descriptoren en de eindkwalificaties zijn aangegeven. Daarnaast heeft de opleiding ook woordelijk de eindkwalificaties met de Dublin descriptoren vergeleken. Deze vergelijking is overigens uitgevoerd aan de hand van de taakgebieden uit het Profiel van de Hartfunctielaborant, zijnde het beroepsprofiel uit Uit de door de opleiding uitgevoerde vergelijking blijkt een volledige en evenwichtige dekking van de Dublin descriptoren in de eindkwalificaties. Alle descriptoren komen op een afgewogen wijze in de eindkwalificaties tot uitdrukking. Beoordeling door het Certiked panel: De opleiding heeft, zo heeft het panel gezien, op inzichtelijke wijze de eindkwalificaties vergeleken met de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van het niveau, volgens de Dublin descriptoren. Volgens de vergelijking voldoen de eindkwalificaties aan de Dublin descriptoren. Omdat de vergelijking is uitgevoerd aan de hand van taakgebieden uit het beroepsprofiel van 1995, valt op de vergelijking in formele zin af te dingen. Deze taakgebieden zijn echter ook in 2010 nog steeds valide, zodat in materiële zin het panel de vergelijking geoorloofd acht. Het panel beoordeelt dit facet daarom als voldoende. 1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor en een master in HBO: De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Zoals ook al bij facet 1.1 hierboven is aangeduid, zijn de eindkwalificaties gevalideerd door vertegenwoordigers van het voor deze opleiding relevante beroepenveld in de vorm van de beroepsvereniging van de cardiologen en de beroepsvereniging van de hartfunctielaboranten. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant staat in voor een voortdurende afstemming van de eindkwalificaties op de ontwikkelingen in het werkveld. Pagina 10 van 43

11 De eindkwalificaties weerspiegelen de vereisten die aan de beginnende beroepsbeoefenaar worden gesteld. De opleiding leidt op voor één specifieke functie, zijnde die van hartfunctielaborant en dat op het gespecialiseerd niveau. Na voltooiing van de eerste twee jaar van de opleiding hebben de studenten het niveau van algemeen hartfunctielaborant bereikt. Na voltooiing van de opleiding als geheel bereiken ze het niveau van gespecialiseerd hartfunctielaborant met één van de specialisaties echocardiografie, hartkatheterisatie, cardio-implantaten of holteranalyse. Na de opleiding kunnen zij doorgroeien op het vakgebied en zich nog verder in specifieke aandachtsgebieden bekwamen. De opleiding leidt niet direct op voor doorgroeifuncties op het niveau van leidinggevende of manager. Wel kunnen de afgestudeerden ook op andere gebieden binnen de gezondheidszorg werkzaam zijn als gevolg van door hen verworven technische kennis en sociale vaardigheden. Beoordeling door het Certiked panel: De opleiding heeft, zo heeft het panel gezien, op verschillende manieren de eindkwalificaties vergeleken met de wensen en eisen van het afnemende beroepenveld. Dat is gebeurd bij de totstandkoming van het beroepsprofiel. Het gebeurt ook door de intensieve toetsing van de eindkwalificaties aan het beroepenveld door de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant. Een sterk punt van de opleiding in de ogen van het panel is de gerichtheid op het beroep van hartfunctielaborant waardoor een nauwkeurige aansluiting van de eindkwalificaties op de beroepspraktijk tot stand komt. De opleiding biedt de studenten de mogelijkheid als gespecialiseerd hartfunctielaborant werkzaam te zijn. Het panel erkent het belang van deze opleiding voor de beroepspraktijk. De afgestudeerden nemen in de ogen van het panel een belangrijke plaats in dit deel van de gezondheidszorg in en zijn ook geschikt voor mogelijke andere functies. Het panel beoordeelt dit facet daarom als goed. Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding Omdat alle facetten van het onderwerp Doelstellingen opleiding als voldoende of goed zijn beoordeeld, beoordeelt het panel het onderwerp als geheel als positief. Pagina 11 van 43

12 2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBOopleiding:Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Het studiemateriaal van de opleiding bestaat uit door de opleiding zelf gemaakte syllabi, voor elke module één of meer syllabi. De syllabi omvatten de volledige en uitgewerkte leerstof. Daarbuiten schrijft de opleiding geen literatuur voor. Wel doet de opleiding suggesties aan de studenten voor aanbevolen literatuur. De studenten verdelen de tijd die zij aan het onderwijsleerproces besteden, tussen de op de verwerving van kennis gerichte modules en het leerproces in de beroepspraktijk. Dat laatste gedeelte komt, exclusief de afstudeeropdracht, overeen met niet minder dan 50 % van het totale programma. Alle studenten die aan de opleiding studeren, beschikken juist met het oog op het onderwijs in de beroepspraktijk over een relevante werkplek. Door de accreditatie-eisen die de opleiding aan de ziekenhuizen stelt, toetst zij of de werkplek geschikt is voor het uitvoeren van het praktijkgedeelte van het programma. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant draagt zorg voor deze toetsing. Op deze wijze staat zij mede in voor de kwaliteit van het deel van het onderwijs dat in de beroepspraktijk gebeurt. De studenten zullen ook hun afstudeeropdracht in de beroepspraktijk uitvoeren. Het doel van de afstudeeropdracht is te komen tot een zich over het programma uitstrekkende integratie van theorie en praktijk. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant vervult de rol van beroepenveldcommissie die ook naar de relevantie en de actualiteit van het programma kijkt. Het programma wordt eenmaal per drie jaar onder de loep genomen door de genoemde stichting. Nodig geachte aanpassingen worden in het programma aangebracht. Tussentijds komen er soms wel addenda bij de lesstof om actuele ontwikkelingen daarin te verwerken. Beoordeling door het Certiked panel: Het studiemateriaal bestaat uitsluitend uit zelfgeschreven syllabi, is in de ogen van het panel degelijk en compleet en in lijn met de eisen van de beroepspraktijk, waarin de geldende eisen voor de beroepsuitoefening zijn verwerkt. Het panel is te spreken over het grote deel van het programma dat de studenten in de beroepspraktijk besteden. De toetsing van de opleidingsplaatsen in de ziekenhuizen gebeurt op een gewetensvolle wijze. De betrokkenheid van het beroepenveld is afdoende. Het panel vindt de frequentie van herziening van het programma te laag, zeker gezien de ontwikkelingen op het vakgebied. Dit lijkt een gevolg te zijn van de beperkte beschikbaarheid van deskundigen. Het panel vindt de actualiteit van het programma niet heel sterk maar wel voldoende. Daarom beoordeelt het panel dit facet als voldoende. Pagina 12 van 43

13 2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding heeft de correspondentie tussen de eindkwalificaties en de onderdelen van het programma in de vorm van een uitgewerkte tabel zichtbaar gemaakt. Zoals bij facet 1.2 heeft de opleiding ook hier de relatie gelegd met de taakgebieden uit het Profiel van de Hartfunctielaborant uit De opleiding past, zoals bij facet 2.1 gezegd, het programma eenmaal in de drie jaar aan. Bij deze aanpassingen gaat de opleiding niet systematisch na of het programma nog in overeenstemming is met de eindkwalificaties. De opleiding heeft de eindtermen en de leerinhouden voor de modules en het praktijkgedeelte van het programma uitgeschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. De eindtermen en leerinhouden zijn volledig en uitgebreid beschreven en weerspiegelen de eindkwalificaties. De theoretische modules zijn specifiek gericht op het bijbrengen van de vakinhoudelijke kennis en inzichten, die nodig zijn om als hartfunctielaborant te kunnen werken. De modules bestrijken het gehele vakgebied. In het eerste en tweede jaar zijn mondelinge lesdagen opgenomen. Deze lesdagen zijn in het programma vervat onder de module Vaardigheden 1 en 2. De lesdagen in het derde jaar zijn in voorbereiding. De opleiding heeft vooraf in te leveren opdrachten aan de lesdagen toegevoegd om deze te verzwaren en om er voor te zorgen dat de studenten dezelfde voorbereiding hebben op de lesdag. In het begin van het programma zijn enkele modules gericht op vaardigheden opgenomen, zoals Basisvaardigheden voor de zorgprofessional en Studievaardigheden. De studenten doen daarnaast in het praktijkgedeelte van de opleiding de kunde en vaardigheden op, die nodig zijn in het beroep. In het praktijkgedeelte voeren de studenten opdrachten, onderzoeken en handelingen uit. In het praktijkopleidingsboek leggen zij deze vast. Naast de theoretische modules en het praktijkgedeelte dienen de studenten een portfolio in te vullen waarmee zij hun competentieontwikkeling zichtbaar maken en bijhouden. De studenten nemen het praktijkopleidingsboek als bewijsmateriaal op in hun portfolio. De studenten specialiseren zich in één van de vier aangeboden uitstroomvarianten in het derde leerjaar. Pagina 13 van 43

14 Beoordeling door het Certiked panel: Naar het oordeel van het panel heeft de opleiding de eindkwalificaties in het programma verwerkt. Het panel bepleit wel de relatie te leggen met het nieuwe beroepsprofiel en bepleit ook bij programmaaanpassingen de relatie met de eindkwalificaties opnieuw vast te stellen. Omdat de taakgebieden uit het beroepsprofiel uit 1995 nog valide zijn, is het programma in materieel opzicht in overeenstemming met de nieuwe eindkwalificaties. De theoretische modules en het praktijkgedeelte van het programma weerspiegelen volgens het panel de eindkwalificaties. Dat geldt in mindere mate voor de mondelinge lesdagen die inhoudelijk niet optimaal op het bachelorniveau aansluiten. Het panel waardeert de inspanning van de opleiding om deze te verzwaren door het verplicht stellen van de opdrachten. Het panel meent echter dat de opleiding blijvend aandacht aan de kwaliteit en zwaarte van de lesdagen moet besteden. Het panel acht het portfolio een zinvolle aanvulling op het programma maar pleit wel voor een inhoudelijke versteviging hiervan om de mogelijkheden ervan beter te benutten en om de animo ervoor bij de studenten te vergroten. Alle noodzakelijke kennis en vaardigheden zijn in de ogen van het panel niettemin volledig en op een qua inhoud en niveau correcte wijze in het programma verwerkt. Het panel beoordeelt dit facet daarom als voldoende. 2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding heeft het programma verdeeld in een drietal jaren, die elk 80 ec omvatten en die per jaar bestaan uit een aantal vaardigheden- en theoretische modules en het praktijkgedeelte, elk zijnde 50 % van het jaarprogramma. De modules zijn welomschreven eenheden die opleiden voor een examen. De modules zijn op hun beurt verdeeld in lessen (hoofdstukken in de syllabi) die een afgerond onderwerp binnen de lesstof omvatten. Het programma is logisch en inzichtelijk opgebouwd. De opleiding legt de basis voor de algemeen hartfunctielaborant in de eerste twee leerjaren en biedt de studenten de uitstroomvarianten in het derde leerjaar. De module Basiskennis specialisaties in het tweede jaar bereidt hen daarop voor. De oplopende moeilijkheidsgraad in het programma is moeilijk op grond van de modules zichtbaar te maken. De inhoud van de modules en de inhoud van het praktijkgedeelte van het programma stemmen met elkaar overeen. De studenten hebben binnen de digitale leeromgeving het overzicht over de door hen te volgen leerroute. De onderwijscommissie van de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant, waarin de LOI projectleider zitting heeft, is inhoudelijk voor de opleiding verantwoordelijk en heeft het overzicht over het geheel van de opleiding en de plaats van de modules daarbinnen. De commissie bewaakt de samenhang en stuurt de ontwikkelaars van de modules aan. De commissie controleert het werk van de ontwikkelaars op het punt van de samenhang met andere modules en de verwijzingen naar voorafgaande en daaropvolgende modules. Het deel van het programma dat de studenten in de beroepspraktijk uitvoeren, valt onder de verantwoordelijkheid van de in de ziekenhuizen werkzame praktijkopleiders en begeleiders. Pagina 14 van 43

15 Beoordeling door het Certiked panel: De drie leerjaren van het programma hebben volgens het panel een duidelijke structuur in de zin van de verdeling tussen het algemene gedeelte en de uitstroomvarianten. Wel pleit het panel voor een duidelijker oplopende moeilijkheidsgraad in het programma. De afstemming tussen het theoretische gedeelte en het praktijkgedeelte van het programma is voldoende. Wel bepleit het panel overleg daarover om zeker te zijn dat de in de modules aangeboden leerstof aansluit op de opdrachten in de praktijk. De organisatie achter het programma staat volgens het panel in voor het bewaken van de samenhang. Daarom beoordeelt het panel dit facet als voldoende. 2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De studenten kunnen pas naar het volgende leerjaar, wanneer ze van het huidige leerjaar het praktijkgedeelte volledig en het theoriegedeelte grotendeels hebben afgerond. De studenten kunnen wel langer doen over het theoretisch gedeelte maar het praktijkgedeelte is vastgelegd op drie jaar. Dat legt de studieduur grotendeels vast. De eindtermen, de leerinhouden en de examenvormen van de modules zijn uitgebreid beschreven in de onderwijs- en examenregeling. De studenten hebben de mogelijkheid voorafgaande aan elk les (hoofdstuk in de syllabus) binnen alle modules een assessment (kennistoets) af te leggen. Als de resultaten van de toets uitkomen boven de norm die de opleiding heeft opgesteld, kunnen de studenten het hoofdstuk overslaan. Via de digitale leeromgeving hebben de studenten toegang tot hun studieresultaten. Zij kunnen steeds zien hoever ze zijn in het programma en aan welke verplichtingen zij nog moeten voldoen. Het aantal examenmomenten per module is drie per jaar. De opleiding heeft zich op grond van studentevaluaties voorgenomen een systeem van flexibele examinering in te stellen, opdat de studenten hun leeractiviteiten nog makkelijker op de examens kunnen afstemmen. De vraagstelling in de examens is naar de mening van de studenten in sommige gevallen enigszins onduidelijk. De studenten kunnen na afloop van een les inzendopgaven insturen. Aan de hand van deze opgaven kunnen de studenten nagaan of ze de leerstof beheersen. De opleiding bewaakt de termijn voor het retourzenden van de correctie door de docenten. De studenten kunnen ook over andere vragen over de leerstof contact opnemen met de docent. Deze wordt geacht binnen een termijn van 48 uur antwoord te geven. De termijn waarbinnen de examenuitslag van de interne examens bij de studenten moet zijn is maximaal 3 maanden. Gewoonlijk gebeurt dat in om en nabij 6 weken. Pagina 15 van 43

16 Beoordeling door het Certiked panel: De studieduur wordt grotendeels vastgelegd door de duur van het praktijkgedeelte, dat drie jaar duurt. De opleiding verschaft de studenten naar de mening van het panel voldoende faciliteiten om de studie op een gestructureerde wijze te volgen. Op veel punten in het programma geeft de opleiding aan de studenten feedback waardoor zij met hun studie voort kunnen. De opleiding dient volgens het panel wel goed naar de vraagstelling in de examens te kijken. Het panel beoordeelt daarom het facet van de studielast als voldoende. 2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-bachelor: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Het aantal studenten dat aan de opleiding begint, is afhankelijk van het aantal beschikbare opleidingsplaatsen in de geaccrediteerde ziekenhuizen. Verreweg de meeste aankomende studenten zijn al werkzaam in de gezondheidszorg. De opleiding geeft een studiegids uit waarin het programma is beschreven. Ook op de website van LOI Hogeschool staat informatie. Aankomende studenten kunnen bij het customer contact center van LOI Hogeschool telefonisch informatie over de opleiding krijgen. Studenten met een vooropleiding op het niveau van havo, vwo of mbo-4 worden tot de opleiding toegelaten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten. Als de aankomende studenten niet aan de toelastingseisen voldoen, dienen zij een toelatingstoets (colloquium doctum) af te leggen waarin zij onder meer hun kennis van wiskunde, natuurkunde en scheikunde moeten aantonen. Alleen studenten die als leerling-hartfunctielaborant zijn bij een geaccrediteerd ziekenhuis zijn aangenomen, krijgen toelating tot de opleiding. De studenten moeten ook ingeschreven zijn bij de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant. De toelating van studenten gebeurt op grond van de toetsing van de door de studenten in te leveren documenten, zoals diploma s, certificaten, werkervaring en een werkgeversverklaring. De toetsingscommissie wordt gevormd door de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant. De toetsingscommissie verleent vrijstellingen aan de hand van een standaardlijst van diploma s. De commissie bekijkt vrijstellingsverzoeken die daarbuiten vallen apart en hanteert daarvoor een lijst met duidelijke vrijstellingscriteria. Beoordeling door het Certiked panel: De opleiding voldoet aan de wettelijke eisen voor toelating van studenten. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant toetst of aankomende studenten toelating tot de opleiding kunnen krijgen. Dat gebeurt op een gewetensvolle wijze. Zowel het colloquium doctum als de procedure om de vrijstellingen te bepalen, komen op het panel als weloverwogen en solide over. Het panel beoordeelt dit facet om deze redenen als voldoende. Pagina 16 van 43

17 2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De omvang van het curriculum telt in totaal 240 ec. De studenten hebben voor wat hun studieduur betreft profijt van de efficiencyfactor. Deze factor levert een versnelling in het leertraject op doordat de student geen reistijd heeft en geen tijd hoeft te besteden aan het bijwonen van hoor- of werkcolleges. De studenten hebben ook profijt van het concurrencybeginsel doordat wat zij in de modules leren, kunnen toepassen in de praktijk. Als gevolg van de efficiencyfactor en het concurrencybeginsel kunnen de studenten van deze opleiding hun ec s realiseren in minder uren dan niet werkende studenten die contactonderwijs volgen. In het eerste leerjaar zijn er 12 mondelinge lesdagen waar 9 ec voor staan. In het tweede leerjaar zijn er 8 lesdagen die 3 ec opleveren. De studenten besteden een belangrijk deel van de werkweek aan het praktijkgedeelte van het programma en studeren daarnaast ongeveer 10 uur per week aan zelfstudie voor de modules. De studenten krijgen wel wat tijd voor de theoriestudie op hun opleidingsplaats maar over het algemeen niet veel. De afgestudeerden van de opleiding doen gemiddelde ruim 4 jaar over hun studie. Beoordeling door het Certiked panel: De nominale studieduur in termen van ec s is formeel correct. Het panel acht de werkelijke studieduur juist, in aanmerking nemend de toepasbaarheid van de efficiencyfactor en het concurrencybeginsel. Het panel bepleit het aantal ec s voor de mondelinge lesdagen opnieuw te berekenen. De studie eist in de ogen van het panel veel van de studenten maar is toch doenlijk. De gemiddelde reële studieduur van de afgestudeerden is met vier jaar iets langer dan de nominale studieduur. Het panel beoordeelt daarom dit facet als voldoende. 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding beschikt over een didactisch concept. Dat concept is ontleend aan onderwijskundige theorieën van onder meer Knowles en Keller. Deze bieden aanknopingspunten om te komen tot een krachtige leeromgeving. De opleiding heeft deze aanknopingspunten toegepast. Dat vindt zijn neerslag in onder meer (a) de structurering van het onderwijsleerproces, (b) de begeleiding door docenten en (c) de regelmatige toetsing van de voortgang van de studenten. Pagina 17 van 43

18 Het lesmateriaal is neergelegd in syllabi, die de opleiding aan de studenten ter beschikking stelt. Deze syllabi zijn gestructureerd en gedidactiseerd met als doel de studenten in staat te stellen zich de lesstof zelfstandig eigen te maken. De syllabi zijn opgedeeld in hoofdstukken, die op hun beurt weer bestaan uit paragrafen. In de syllabi zijn de kernbegrippen en trefwoorden gemarkeerd. Aan het einde van elke les (hoofdstuk) zijn opgaven opgenomen waarmee de studenten hun vorderingen kunnen vaststellen en die zij kunnen inzenden naar de docent ter correctie. De ontwikkeling van het lesmateriaal komt tot stand aan de hand van instructies waarin eisen aan de vakinhoud, kwaliteit en didactiek zijn vastgelegd. Ook de digitale leeromgeving van de opleiding in de vorm van LOI Campus is een uitwerking van het didactisch concept. In de digitale leeromgeving krijgen de studenten online zelftoetsen in de vorm van een kennistrainer aangereikt waarmee zij hun eigen vorderingen in de beheersing van de leerstof kunnen oefenen en kunnen toetsen, ook in de voorbereiding op de examens. De digitale leeromgeving biedt ook mogelijkheden om de leerroute te structureren. Daarnaast kunnen de studenten via de leeromgeving vragen stellen aan de docenten. De didactiek die wordt toegepast in het praktijkgedeelte van het programma is afgestemd op de opdrachten, handelingen en onderzoeken die de studenten in de praktijk moeten uitvoeren. Beoordeling door het Certiked panel: Het panel acht het didactisch concept van de opleiding en de onderbouwing daarvan waardevol. De uitwerking van het concept in termen van de structurering en didactisering van de leerstof in de syllabi is zeer sterk. De begeleiding van de docenten via de digitale leeromgeving biedt de studenten de mogelijkheden om zich de leerstof eigen te maken. De voorbereiding van de studenten op de examens in de vorm van kennisvragen en inzendopgaven is sterk. De didactiek in het praktijkgedeelte is toegesneden op het leerproces dat zich daar voltrekt. Daarom beoordeelt het panel dit facet als goed. 2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De theoretisch gerichte modules worden nagenoeg alle afgesloten met een examen. Sommige modules zoals Studievaardigheden, Onderzoeksvaardigheden en ICT in de gezondheidszorg worden met een praktijkopdracht afgesloten. Alle examens zijn interne examens van de opleiding met uitzondering van de examen behorende bij Informatica I en II. Het opstellen van de interne examens van de opleiding vindt plaats op basis van door de opleiding opgestelde toetstechnische kwaliteitseisen en instructies. De beoordeling van deze examens is altijd in handen van twee correctoren. Als er tussen hen een groot verschil is, treedt een derde corrector aan. De opleiding voegt verplichte opdrachten toe aan de mondelinge lesdagen om deze te verzwaren. Pagina 18 van 43

19 De studenten nemen de resultaten van de opdrachten die zij in het praktijkdeel van het programma afleggen, in het praktijkopleidingsboek op. De beoordeling van deze opdrachten is in handen van de praktijkopleiders. Zij tekenen de door de studenten afgelegde opdrachten af, wanneer zij dat met een voldoende resultaat gedaan hebben. Mocht het resultaat onvoldoende zijn, dan moeten de studenten de opdracht opnieuw uitvoeren. Bij de opleiding zelf vindt een formele controle van de resultaten plaats. De studenten dienen hun portfolio geheel gevuld te hebben alvorens te kunnen afstuderen. Dat houdt in dat zij het bewijsmateriaal over de beheersing van alle competenties en hun reflectie daarop, gereed moeten hebben. De toetsing van het portfolio vindt plaats door de coach. De afstudeeropdracht is nu nog niet afgelegd. Tot voor kort fungeerden de opdracht kwaliteitszorg, het praktijkexamen in het derde jaar en de ingevulde praktijkopleidingsboeken van de drie jaren als de gezamenlijke afsluiting van het programma. De afstudeeropdracht wordt gecombineerd met de opdracht kwaliteitszorg en zal zwaarder zijn dan deze opdracht. De andere onderdelen blijven bestaan. Beoordeling door het Certiked panel: Het opstellen en beoordelen van de interne examens gebeurt correct, zij het dat bij een aantal van de examens de beoordelingscriteria duidelijker zouden moeten zijn. Het panel pleit voor aanscherping van deze criteria. De toetsing van de praktijkopdrachten door de praktijkopleiders gebeurt naar het oordeel van het panel op een gewetensvolle wijze maar onttrekt zich voor het grootste deel aan de waarneming van de opleiding zelf. Ook is de beoordeling weinig transparant, omdat scherpe beoordelingscriteria ontbreken. De controle op de beoordeling door de opleiding zelf is niet zeer inhoudelijk. Het panel pleit daarom voor de aanscherping van de beoordelingscriteria en voor een inhoudelijk gerichte controle op de beoordeling waardoor deze beter gewaarborgd zal zijn. De toetsing van het portfolio door de coach is afdoende. De afstudeeropdracht moet de opleiding nog invullen. Het panel heeft geen twijfel aan de kwaliteit daarvan, zolang ook daar met beoordelingscriteria wordt gewerkt en het vier-ogenprincipe wordt toegepast. Het panel bepleit tot slot de reanimatie-certificaten een plaats in het programma te geven. Het panel beoordeelt dit facet om deze redenen als voldoende. Beoordeling van het onderwerp Programma Omdat alle facetten van het onderwerp als voldoende of goed zijn beoordeeld, beoordeelt het panel het onderwerp Programma als geheel als positief. Pagina 19 van 43

20 3. Onderwerp: inzet van personeel De ontwikkeling en uitvoering van de opleiding is in handen van een aantal medewerkers. Dat zijn de business-unitmanager, de projectleider, de leden van de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant, de ontwikkelaars, de docenten, de coaches en de examencorrectoren. De eerste twee functies zijn intern, terwijl de overige externe functies zijn. De wijze waarop deze medewerkers hun werk verrichten en met elkaar samenwerken is door de opleiding vastgelegd overeenkomstig de organisatiestructuur van LOI Hogeschool, die voor alle opleidingen geldt. Voor alle functies is een functieomschrijving opgesteld. De samenwerking met de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant vormt hierop een aanvulling. De business-unitmanager is verantwoordelijk voor een reeks van opleidingen die gewoonlijk tot één vakgebied of sector behoren. De projectleider is belast met de logistieke en inhoudelijke coördinatie van de activiteiten die op één of meer opleidingen betrekking hebben. De onderwijscommissie van de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant staat in voor de inhoudelijke opzet, invulling en samenhang van het programma. De Stichting geeft vanuit de ontwikkelingen in de beroepspraktijk advies over de actualiteit en beroepsrelevantie van het programma. De ontwikkelaars schrijven het lesmateriaal hun werk wordt beoordeeld door onafhankelijke beoordelaars. De docenten kijken het werk van de studenten na en begeleiden hen vakinhoudelijk. De coaches begeleiden de studenten bij het reflecteren op hun competenties en bij het uitstippelen van hun studieloopbaan. Naast de genoemde functionarissen zijn voor het praktijkgedeelte de praktijkopleiders (toezichthoudende en beoordelende cardiologen) en praktijkbegeleiders (gediplomeerde hartfunctielaboranten die belast zijn met de dagelijkse begeleiding van de studenten) aan de opleiding verbonden. Zij zijn belast met het onderwijsleerproces in de ziekenhuizen waar de studenten mede opgeleid worden. 3.1 Eisen HBO De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een HBO-opleiding: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het panel heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding stelt alleen ontwikkelaars en docenten aan die actief zijn en ervaring hebben in de beroepspraktijk. Bij de aanstelling van deze personen is het werkzaam zijn in de relevante beroepspraktijk een bepalend criterium. In het kader van de sollicitatie voert de projectleider of businessunitmanager een gesprek met de sollicitant. In dat gesprek is de praktijkervaring één van de toetsingscriteria. De Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaborant ziet toe op de geschiktheid van externe medewerkers. Na de aanstelling gaat de opleiding bij iedere opdrachtverlening aan hen opnieuw na of de opdrachtnemer nog steeds aan de vereisten op het gebied van de beroepspraktijk voldoet. In de criteria waar de ontwikkelaars en docenten aan moeten voldoen, zijn de eisen ten aanzien van ervaring in de beroepspraktijk expliciet opgenomen. Pagina 20 van 43