Format energie-efficiëntieplan MJA3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Format energie-efficiëntieplan MJA3"

Transcriptie

1 Format energie-efficiëntieplan MJA 0-00 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal Ondernemen

2 Inleiding > > Inleiding MJA Inleiding MJA Ondernemingen die deelnemen aan de Meerjarenafspraken Energie efficiëntie (MJA) dienen een energie-efficiëntieplan 0-00 (EEP) in te dienen voor oktober of november 0. Steeds meer bedrijven realiseren zich dat energiebesparing en het gebruik van duurzame energie de enige manier is om hun bedrijfsvoering te continueren. Energiebesparing stimuleert innovatie en het levert geld op. Met het opstellen en uitvoeren van de EEP geeft u invulling aan uw energieefficiëntie ambities en draagt u bij aan het realiseren van het landelijke energieakkoord. In dit document vindt u het format voor het EEP Samen met een handreiking en een overzicht van de ondersteuningsmogelijkheden van RVO.nl zijn deze gezamenlijk weergegeven in het tweede deel van het document. Daar vindt u ook het toetskader en de criteria waarop RVO.nl het EEP zal toetsen. Het document start met de. Dit zijn de formele afspraken waarop het format en toetskader en criteria zijn gebaseerd. 0

3 0

4 Inleiding > > Inleiding MJA Disclaimer Het toetsingskader en de toetsingscriteria zijn ontleend aan de EEP Werkwijze en Toetsing. In geval van twijfel zijn de gemaakte afspraken in de leidend. Inleiding Leeswijzer De MJA-convenanttekst behandelt in de paragraaf. (artikelen. t/m.) het Energie-Efficiëntie-Plan (EEP). Deze artikelen zijn in het EEP-protocol nader uitgewerkt. Dit protocol is vooral procedureel van aard. De MJA 0-00 (MJA Werkwijze EEP) bevat een nadere inhoudelijke detaillering van de convenanttekst en het protocol voor de periode De MJA Werkwijze EEP is bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij het opstellen van een EEP van convenantbedrijven. Ook de brancheorganisaties spelen een belangrijke rol in de verstrekking van aangrijpingspunten voor door bedrijven mogelijk te plannen maatregelen. Voor niet-ets inrichtingen is het EEP ook van belang voor het bevoegde gezag voor de Wet Milieubeheer (bevoegde gezag), dat uiteindelijk beslist of zij het EEP als een volwaardige invulling van de eisen op het gebied van energie uit de Wet Milieubeheer zien. Deze Werkwijze bevat kader-stellende onderwerpen (A t/m N), die van belang zijn om door te nemen alvorens het EEP op te stellen. In de Handreiking EEP MJA en MEE wordt een toelichting op het EEP-format en het voldoen hieraan gegeven. De Handreiking is dus ook van toepassing voor MEE deelnemers. Er bestaat een aparte MEE Werkwijze EEP en Toetsing. Uitgangspunt voor het format en de Werkwijze vormt de convenanttekst. Het op basis daarvan ontwikkelde EEP-format is leidend. De Werkwijze en Handreiking dienen ter verduidelijking en aanvulling op het EEP-format. Hoofdlijn van het EEP Kern EEP: geplande maatregelen Kern van het EEP vormt de lijst met de voor de periode 0-00 geplande energiebesparende maatregelen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de besparingsmogelijkheden binnen het bedrijf. Om te ondersteunen bij het inventariseren van het besparingspotentieel worden verschillende bronnen aangereikt (zie hiervoor handreiking deel ). De besparingsopties worden voorafgegaan door inzicht in het energieverbruik van de energiefuncties van de inrichting in combinatie met de gebruikte energiedragers zijnde de energiebalans in matrixvorm. Mate van actualisatie: update energiebalans of geheel nieuwe energiebalans Het EEP wordt door de meeste bedrijven geactualiseerd. Als de structuur van de energiehuishouding van het bedrijf niet substantieel veranderd is, kiest het bedrijf voor een actualisatie van de cijfers uit het EEP 0-0 met de energiecijfers uit het voor dit EEP geldende basisjaar, altijd gepresenteerd in een energiebalans in matrixvorm. Actualiseer de energiebalans in matrixvorm aan de hand van de energiecijfers in het basisjaar. Is de structuur van de energiehuishouding van het bedrijf (de onderlinge verhouding tussen energiedragers (vooral elektriciteit en gas) en energiefuncties (bijv. utiliteiten, processtappen, productielijnen) substantieel gewijzigd sinds het vorige EEP? Doorloop de energieverbruiksanalyse dan opnieuw en baseer daarop de procesbeschrijving en de energiebalans in matrixvorm. Structurele wijzigingen van substantiële aard ( 0%-% of meer) kunnen zich voordoen bij een andere productiewijze en/of een andere productmix. Het basisjaar is in principe 0 of 0 voor bedrijven die het EEP na de monitoringronde in 0 invullen. Het basisjaar kan in uitzonderlijke gevallen afwijken. 0

5 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Hebben zich sinds het EEP 0-0 wel substantiële wijzigingen in die structuur of de productmix voorgedaan, dan is in hoofdstuk van het EEP format een actualisatie aan de orde in de vorm van een geheel nieuwe energiebalans in matrixvorm op basis van de energiecijfers van het basisjaar. Een uitgebreide beschrijving van de mate van actualisatie (update of geheel nieuwe energiebalans) treft u aan in de Handreiking. Stappenschema totstandkoming EEP (als opgenomen in EEP-protocol) Figuur. Stappenschema totstandkoming EEP 0. De Onderneming richt haar schriftelijk verzoek om toe te treden tot de Meerjarenafspraak aan RVO.nl Binnen (evt. weken) Vergroten RVO.nl deelt schriftelijk mede of de onderneming voldoet aan het gestelde in art.. Hulpmiddelen bij opstellen EEP RVO.nl stuurt tijdens traject van totstandkoming op een kwalitatief hoogwaardig EEP. Met het oog daarop stelt RVO.nl het bedrijf een aantal hulpmiddelen ter beschikking om het EEP effectief en efficiënt te kunnen opstellen. Deze worden via een doorklikbare PDF per hoofdstuk van het EEP format inzichtelijk gemaakt. EEP zo veel mogelijk digitaal Omdat de geplande maatregelen de kern van het EEP vormen, is een EEP-module in het e-mjv ontwikkeld. In deze module kunnen ook veel andere aspecten van het EEP worden ingevuld. Enkele onderdelen dienen wel nog als bijlage in de module te worden bijgesloten. Binnen maanden Zo nee Zo ja Binnen weken Zo nee Vooroverleg over EEP tussen Onderneming, Bevoegd Gezag en RVO.nl, indien gewenst door deze partijen.. De Onderneming dient per betrokken inrichting een concept EnergieEfficiëntiePlan (EEP) in bij RVO.nl en het Bevoegd Gezag (art... lid ) Binnen weken. Voldoet het concept EEP volgens RVO.nl aan het Protocol EEP? (art.. lid ) Bericht aan Bevoegd Gezag; kopie aan Onderneming (EEP-advies). Onderneming past concept EEP aan tot dit aan criteria voldoet volgens RVO.nl. RVO.nl verwittigt Onderneming en Bevoegd Gezag van niet voldoen aan verplichting MJA Zo nee. Oordeel van Bevoegd Gezag over concept-eep aan de Onderneming (art.. lid ). Onderneming past concept EEP aan tot definitief EEP (art.. leden en ) Binnen weken na ontvangst van advies van RVO.nl (dus binnen - weken) Binnen weken Het Bevoegd Gezag stemt oordeel af met andere bestuursorganen Kopie aan RVO.nl Kopie aan RVO.nl. Het Bevoegd Gezag beoordeelt of het door de Onderneming ingediende definitieve EEP in overeenstemming is met de bij de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer* te hanteren eis dat aan de vergunning de voorschriften moeten worden verbonden die de grootst mogelijke bescherming van het milieu bieden, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden (art.. lid ) Indiening, toetsing en beoordeling EEP In het EEP-protocol is een stappenschema opgenomen, met alle processtappen die het bedrijf, RVO.nl en het bevoegde gezag doorlopen om het EEP op te stellen, daarover te adviseren en te beoordelen. Dit schema wordt weergegeven in figuur. Kopie aan de RVO.nl EEP is (deels) openbaar (art.. lid ) Kopie aan de RVO.nl. Het bevoegd Gezag maakt schriftelijk aan de Onderneming kenbaar of het al dan niet instemt met het definitieve EEP (art.. lid ) Zo ja Zo ja. Het bevoegd Gezag informeert tegelijkertijd met stap de Onderneming schriftelijk of op basis van in het EEP te nemen maatregelen een mededeling op grond van artikel. lid sub g, een melding op grond van artikel. of een veranderingsgunning op grond van artikel. van de Wet milieubeheer vereist is (art.. lid ) 0

6 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Voordat u met het EEP aan de slag gaat A. Doel Doel van dit traject is het opstellen van een kwalitatief hoogwaardig energie-efficiëntieplan (Plan). Daarmee wordt een EEP bedoeld dat toegevoegde waarde biedt voor alle convenantpartijen: Bedrijf: het EEP biedt inzicht in de energetische situatie van het bedrijf en maakt daarmee een weloverwogen keuze voor besparingsopties mogelijk. Het EEP kan binnen het bedrijf gebruikt worden als instrument voor planning van verbeteropties en reservering van het daartoe benodigde budget. Voor externe stakeholders kan het EEP dienst doen als instrument voor positionering van het bedrijf in het bredere duurzaamheids- en strategische beleid. Met het maken van het EEP voldoet het bedrijf aan een van de convenantverplichtingen; Bevoegde gezag (bij niet ETS-inrichtingen): het EEP is de invulling van het energie-aspect in het kader van het Activiteitenbesluit of de milieuvergunning; Convenant: aan de hand van de EEP s ontstaat inzicht in de bereikbaarheid van het convenant-doel, zijnde langjarig gemiddeld % energie-efficiëntieverbetering per jaar. B. Beleid lijsten-systematiek en intensivering handhaving, niet van toepassing zijn op MJA of MEE-deelnemers. Positie MJA ten aanzien van Wet Milieubeheer/Besluit Omgevingsrecht (Wm) (zie hier). Energy Efficiency Directive (EED): vóór december 0 zijn niet-mkb bedrijven verplicht om aan de energieaudit uit artikel van deze Europese richtlijn te voldoen. Met het deelnemen aan het MJA of MEE convenant, en voldoende aan de eisen daarvan, voldoet een bedrijf aan invulling van deze plicht. V anaf de start van de convenanten spelen ketenmaatregelen een belangrijke rol. Voor het EEP 0-00 blijft het kwalitatief en kwantitatief in beeld brengen van de keten en op basis daarvan identificeren en selecteren van ketenmaatregelen belangrijk. Kern van het EEP vormen de energiebesparende maatregelen die het bedrijf voornemens is te treffen in de periode Ook de voorbereiding van maatregelen die in een volgende planperiode worden genomen kunnen in het EEP worden opgevoerd. Het is van wezenlijk belang dat de convenanten voor niet-ets-inrichtingen een transparante aansluiting op de Wm behouden. Dit komt ten goede aan het draagvlak van de convenanten bij vergunningverlenende en handhavende provincies en gemeenten. Van belang is dat het EEP 0-00 in het juiste beleidskader geplaatst wordt. Meer in het bijzonder zijn daarbij de volgende aspecten van belang: Nationaal Energieakkoord : In dit akkoord is afgesproken dat aan de MJA- en MEE-systematiek niets verandert. Dit betekent dat overige afspraken uit het Nationaal Energieakkoord, zoals erkende maatregel- Heeft u een onderneming met meer dan 0 werknemers? Of heeft de onderneming een jaaromzet van 0 miljoen of meer en een jaarlijkse balanstotaal van meer dan miljoen? Dan is de energie-audit op u van toepassing. Bepaal door middel van het stappenplan op onder welke groep uw onderneming valt. Het stappenplan vindt u in het document genaamd Veelgestelde vragen en antwoorden bij de auditverplichting van de EED, in de downloadsectie onderaan deze webpagina. 0

7 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA C. Actualisatie, geen vernieuwing Deze EEP-ronde volgt op twee eerdere rondes. In de rondes van 00-0 en 0-0 is veel tijd besteed aan de basis voor een goed EEP. Het nieuwe EEP kan dus, mits er geen substantiële wijzigingen in het energiehuishouding hebben plaatsgevonden, grotendeels gebaseerd worden op het vorige EEP. Een uitgebreide toelichting op de mate van actualisatie staat in hoofdstuk van de Handreiking. D. Betrokken partijen Bedrijf Het bedrijf is eindverantwoordelijk voor een kwalitatief hoogwaardig EEP en dient dit tijdig in. Het bedrijf kan zich laten ondersteunen door een adviseur. Het bedrijf zelf maakt de afweging van mogelijke verbeteropties en de uiteindelijke keuze van voorgenomen maatregelen. Brancheorganisatie Gezien verschillen in de complexiteit van bedrijfsprocessen en in de omvang van bedrijven en branches is geen voor alle sectoren geldende uniforme aanpak te definiëren voor het gehele traject van de opstelling van het EEP. De branchespecifieke aanpak wordt door de brancheorganisatie in overleg met RVO.nl ingevuld. De brancheorganisatie doet het bedrijf handreikingen voor identificatie en selectie van maatregelen voortvloeiend uit sectorspecifieke aspecten en wel voor zover aanwezig en openbaar de maatregellijst van de sector en de sectorspecifieke ketenkaart, voorstudie en routekaart. Daartoe zal RVO.nl in samenwerking met de brancheorganisatie de bestaande sectorspecifieke maatregellijsten actualiseren. Als deze specifieke analyses niet voorhanden zijn, zorgt het bedrijf zelf voor een globale analyse van zijn eigen keten. De branches organiseren, in samenwerking met de RVO.nl, voorlichting over het EEP-format, de sectorspecifieke maatregellijsten en ketenkaarten. Bevoegde gezag Aan de relatie met het bevoegde gezag besteedt het bedrijf bijzondere aandacht, tenzij het bedrijf aan de CO - emissiehandel deelneemt (ETS-inrichting). Onder F wordt ingegaan op het verschil in bedrijven al naar gelang zij wel of niet deelnemen aan CO -emissiehandel. Onder G wordt een stappenplan voor invulling van de relatie met het bevoegde gezag gepresenteerd voor niet ETS-inrichtingen. Het MJA-convenant is een vrijwillig convenant, maar door het opstellen en uitvoeren van een EEP kan een bedrijf invulling geven aan de eisen van de energieparagraaf Wet milieubeheer/wet omgevingsrecht. Hiervoor is het van belang dat het bevoegde gezag Wm het EEP goedkeurt. RVO.nl geeft aan het bevoegde gezag van niet ETSinrichtingen een EEP-advies af. Een EEP kan pas als alternatieve invulling van de Wm gelden, als het bevoegde gezag het betreffende EEP heeft goedgekeurd. Dit door het EEP in het elektronisch Milieujaarverslag (e-mjv) te accepteren. RVO.nl RVO.nl stuurt tijdens traject van totstandkoming op een kwalitatief hoogwaardig EEP. Met het oog daarop stelt RVO.nl het bedrijf een aantal hulpmiddelen ter beschikking om het EEP effectief en efficiënt te kunnen opstellen. 0

8 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA RVO.nl toetst de ingediende EEP s. Voor niet-etsinrichtingen stuurt RVO.nl een advies, via het e-mjv, over de kwaliteit van het EEP naar het bevoegde gezag. ETS-inrichtingen ontvangen, via het e-mjv, rechtstreeks een goed- of afkeuring van het EEP, door acceptatie in het e-mjv, van RVO.nl. E. Concernbenadering Doorgaans kent een bedrijf één inrichting. Diverse bedrijven kennen meer inrichtingen. Deze concerns maken bij toetreding tot het convenant de keuze of zij al dan niet van de concernaanpak gebruik willen maken. De concernbenadering heeft consequenties voor het EEP. Doorgaans geldt de keuze voor een concernaanpak voor de verdere looptijd van het convenant, tenzij er belangrijke redenen zijn om op de eerdere keuze terug te komen. Uitgangspunt voor het EEP is dat per inrichting een EEP wordt opgesteld. Een bedrijf met meer dan één inrichting kan ervoor kiezen om evenzovele EEP s op te stellen als het bedrijf inrichtingen kent. Of één EEP te maken dat wel per inrichting inzicht biedt in de beschrijving van de eindproducten en de gebruikte procedés/technologieën om deze eindproducten te vervaardigen, de wijze van systematische energiezorg, de beschrijving en analyse van het energieverbruik in bedrijf en keten, de identificatie en selectie van besparingsmogelijkheden en de selectie van geplande maatregelen. In het laatste geval worden de hoofdstukken. en van het EEP format één maal voor alle inrichtingen tezamen en de hoofdstukken. plus t/m per inrichting geschreven. Voor de onderdelen per inrichting moet het e-mjv per inrichting ingevuld worden. Het belangrijkste voordeel van een concern-eep is dat de voorgenomen besparing voor alle inrichtingen gezamenlijk en niet per inrichting geldt. Ook als de concernbenadering wordt toegepast, gelden een aantal wettelijke eisen voor elke inrichting afzonderlijk. Dat zijn de zorgplicht en het treffen van alle rendabele maatregelen. In het concern-eep moet, naast bovengenoemde onderdelen, binnen de planperiode van het EEP zichtbaar zijn wanneer welke maatregelen in welke inrichting worden gepland. Het verdient aanbeveling om in het concern-eep een onderbouwing te geven van de gemaakte keuzes voor maatregelen bij de verschillende inrichtingen en de eventueel gehanteerde fasering. De convenantteksten van MJA en MEE kennen geen artikel over de handelwijze van het bevoegde gezag bij een inrichting die onder de concernbenadering valt. De uitgangspunten van de concern-aanpak zijn vastgelegd in Handreiking Concernbenadering en Wm Bevoegd Gezag. Samengevat zijn er drie manieren waarop het bevoegde gezag kan omgaan met een concern-eep: Heeft het concern een beperkt aantal inrichtingen en daarmee met slechts enkele (tot maximaal ) provincies en gemeenten als bevoegde gezag voor deze inrichtingen van doen, dan kan één bevoegde gezag als coördinerend bevoegde bezag optreden. De betreffende provincies en gemeenten, kunnen één van hen aanwijzen als Coördinerend Bevoegd Gezag zijnde centraal aanspreekpunt in de algemene goedkeuring van het concern-eep. In specifieke gevallen op inrichtingniveau treedt echter het bevoegde gezag van de betreffende inrichting op. 0

9 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Bij veel afzonderlijke inrichtingen en dito aantal betrokken provincies en gemeenten (meer dan ) vervult RVO.nl een organiserende rol bij afwezigheid van een coördinerend bevoegde gezag. In overleg tussen het concern en RVO.nl worden enkele provincies en gemeenten aangezocht om als Sleutelfiguren Bevoegd Gezag te fungeren. Deze provincies en gemeenten worden door het concern in overleg met RVO.nl geselecteerd op grond van hun kennis van en ervaring met het bedrijf en de sector. Zij geven via RVO.nl advies aan de andere bevoegde gezagen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat zij als aanspreekpunt of als coördinator bevoegde gezag optreden. Indien provincies en/of gemeenten niet willen optreden als Coördinerend Bevoegd Gezag of als Sleutelfiguur Bevoegd Gezag, beoordeelt ieder bevoegde gezag slechts dat deel van het concern-eep waar het bevoegde gezag is. Afwegingen op concernniveau worden door een individueel bevoegde gezag niet gemaakt. Bij vragen en/of knelpunten moet het concern in overleg treden met ieder bevoegde gezag afzonderlijk. F. Onderscheid bedrijven in ETS / niet-ets Het onderscheid tussen ETS en niet-ets speelt geen rol in het format. Zowel voor ETS- als voor niet-ets-inrichtingen stellen bedrijven het EEP volgens het format op en dienen zij het plan in bij RVO.nl via het e-mjv. Het onderscheid is wel van belang in de relatie met het bevoegde gezag. Voor MJA-bedrijven maakt de convenanttekst onderscheid in de EEP-procedure in relatie tot het bevoegde gezag, al naar gelang wel of niet sprake is van een ETSinrichting. Voor MEE-bedrijven is dit onderscheid in de convenanttekst niet gemaakt. Omdat beide convenanten (MJA en MEE) ETS- én niet-ets-inrichtingen kennen, wordt in deze handreiking in een procedure voorzien. Deze procedure geldt voor beide convenanten. Voor niet-ets-inrichtingen is het ingediende EEP via het e-mjv inzichtelijk voor RVO.nl en het bevoegde gezag Wm. RVO.nl toetst het EEP en geeft hierover advies aan het bevoegde gezag Wet Milieubeheer. Het bevoegde gezag oordeelt of het EEP voldoende invulling geeft aan de Wet Milieubeheer. Pas bij goedkeuring van het EEP, door acceptatie in het e-mjv door het bevoegde gezag, geldt het EEP als alternatieve invulling van de Wet Milieubeheer en de EED. Als het bevoegde gezag niet binnen weken een reactie (of een bericht voor uitstel) heeft gestuurd, kan een bedrijf ervan uitgaan dat het EEP is goedgekeurd. Verder heeft deze procedure ook consequenties voor de keuze voor de concernbenadering, zoals onder E beschreven. Voor inrichtingen die onderdeel uitmaken van een concern en waar het bedrijf voor de concernbenadering gekozen heeft, geldt een bijzondere situatie. Belangrijkste reden om te kiezen voor de concernbenadering is de integrale afweging. Bij geïntegreerde sites gaat het om geïntegreerde energiestromen, die doorgaans over één milieuvergunning beschikken. Deze invulling komt tegemoet aan de afspraken over openbaarheid en geheimhouding: het bevoegde gezag wil alleen over de locatie waar het bevoegde gezag is over de noodzakelijke informatie beschikken en niet ook over gegevens van locaties waar andere bevoegde gezagen optreden of bij ETS-inrichtingen geen bevoegde gezag betrokken is. 0

10 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Concern-bedrijven met zowel ETS- als niet ETSinrichtingen, handelen voor de niet ETS-inrichtingen als hier beschreven: zij dienen het (deel-) EEP voor de niet ETS-inrichting in bij het bevoegde gezag en RVO.nl geeft voor de niet ETS-inrichtingen een advies aan het bevoegde gezag. Een EEP kan pas als alternatieve invulling dienen voor de energie-eisen uit de Wet Milieubeheer als het bevoegde gezag het EEP heeft goedgekeurd. RVO.nl is verantwoordelijk voor de monitoring van de voortgang van een EEP. Als het bevoegde gezag het EEP heeft goedgekeurd dan zal het bevoegde gezag de monitoring van de uitvoering van het EEP door de RVO.nl laten uitvoeren. Het bevoegde gezag ziet, bij goedkeuring van een EEP dus af van een toezicht- dan wel een handhavingstraject. Voor vergunningplichtige bedrijven kan het bevoegde gezag de afspraken uit het EEP vastleggen in de vergunning, dit is geen verplichting. G. Relatie met bevoegde gezag Voor niet-ets bedrijven heeft het bevoegde gezag Wet Milieubeheer de taak om te toetsen of het EEP kan functioneren als alternatieve invulling van de eisen op het gebied van energie uit de Wet Milieubeheer. Voor deze bedrijven is daarom van belang om in de totstandkoming (of tijdens de uitvoering) van het EEP het bevoegde gezag te informeren en te betrekken in de te maken keuzes. Daarnaast kent het EEP traject, voor niet-ets inrichtingen, de volgende ijkmomenten: het adviseren over het EEP door RVO.nl aan het bevoegde gezag ; het oordelen over het EEP door het bevoegde gezag. Startgesprekken Ook is het mogelijk voor, zowel het bedrijf als het bevoegde gezag, het initiatief te nemen tot een startgesprek. Het bedrijf laat RVO.nl weten of en zo ja, wanneer en op welke wijze het met het bevoegde gezag van gedachten wisselt over het EEP (bij niet ETS-bedrijven). Als het bedrijf dat wenst, ondersteunt RVO.nl O het bedrijf bij deze gedachtewisseling. Het startgesprek dient ruim voor de indieningsdatum van het EEP plaats te vinden. Het bedrijf doet er goed aan het bevoegde gezag vroegtijdig in te schakelen bij het tot stand komen van het EEP, indien het bevoegde gezag voor de periode 0-0: het EEP heeft afgekeurd; onder protest een positief EEP-oordeel heeft afgegeven; het EEP positief heeft beoordeeld, maar daarin aanvullende maatregelen aan het bedrijf heeft opgelegd; een positief EEP-oordeel heeft verstrekt, maar daarin heeft vermeld dat het extra aandacht zou besteden aan de monitoring. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van het bedrijf om bij uitruil van procesefficiëntie maatregelen tegen ketenefficiëntie of duurzame energiemaatregelen, in contact te treden met het bevoegde gezag Wet Milieubeheer. Hoewel een bedrijf met een dergelijke uitruil weliswaar kan voldoen aan de convenantafspraken, kan het bevoegde gezag aanvullende eisen stellen, dan wel het EEP afkeuren, omdat een EEP dan niet meer voldoet aan de eisen uit de Wet Milieubeheer/Activiteitenbesluit.

11 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA H. Openbaarheid en Geheimhouding Het EEP is de weerslag van het inzicht in het energieverbruik en de besparingsmogelijkheden in de inrichting. Daarmee is in eerste instantie het bedrijf gediend. Voor RVO.nl is dit inzicht relevant voor het toetsen en het uitbrengen van een EEP-advies. Bij niet ETS-inrichtingen is dit inzicht ook voor het EEP-oordeel door het bevoegde gezag van belang. De energiebalans in matrixvorm geeft de gewenste mate van detail van energie-, proces- en productstromen aan en de maatregellijsten geven het detailniveau van de besparingsmogelijkheden en de geselecteerde maatregelen weer. Dat is in overeenstemming met de afspraken in het kader van openbaarheid en geheimhouding. De te verstrekken gegevens dienen concreet genoeg te zijn zodat RVO.nl de kwaliteit van het EEP kan toetsen. Eventueel kan een nadere toelichting gegeven worden tijdens een bedrijfsbezoek. Op basis van de wet- en regelgeving en van de convenantbepalingen hebben de convenants-partijen een werkafspraak gemaakt. In deze werkafspraak is een dataset overeengekomen die bedrijven bij het EEP in ieder geval verstrekken. Dit zijn de besparende maatregelen 0-00 en het energieverbruik in het basisjaar. RVO.nl behandelt de gegevens vertrouwelijk, ook als het bedrijf niet expliciet daarom vraagt. Bij een eventueel Wob-verzoek neemt RVO.nl met het bedrijf contact op om het bedrijf in de gelegenheid te stellen het verzoek om vertrouwelijke behandeling nader te onderbouwen. Op deze gang van zaken is de wettelijke Wob-procedure van kracht. I. Kwalificatie van maatregelen en voorgenomen besparing Inspanningen van bedrijven: maatregelen en onderzoek De EEP-activiteiten van bedrijven zijn grofweg te verdelen in inspanningen die in de planperiode een energie-effect hebben en inspanningen die in de planperiode inzicht in concrete toekomstige besparingsmogelijkheden opleveren. Tot eerstgenoemde activiteiten behoren maatregelen waarvan zowel het energie-effect alsook de rentabiliteit bekend zijn: de maatregel kan rendabel of niet rendabel zijn. Bij laatstgenoemde activiteiten betreft het inspanningen in de vorm van studies en haalbaarheidsonderzoeken: van deze activiteiten is (nog) niet bekend of en zo ja, welke maatregelen eruit voortvloeien, laat staan dat al bekend is of de maatregel rendabel is. Beide typen activiteiten geven de inspanningen van bedrijven binnen het convenant weer en beide typen activiteiten vormen de basis voor toekomstig te plannen maatregelen. Rendabele maatregelen Niet-ETS-inrichtingen hebben te maken met de eisen uit de Wm. Deze eisen betreffen de verplichting tot het nemen van rendabele energiebesparende maatregelen zijnde maatregelen met een positieve netto contante waarde bij een interne rentevoet van %; als alternatief kan een terugverdientijd tot en met jaar worden gehanteerd. Het bevoegde gezag beoordeelt het EEP op deze wettelijke basis.

12 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Zekere en voorwaardelijke maatregelen Bedrijven nemen in ieder geval alle rendabele maatregelen in het EEP op. Rendabele maatregelen kunnen in het EEP als zeker of voorwaardelijk worden gekwalificeerd. Ter toelichting hierop geldt dat rendabele maatregelen in principe zeker zijn, tenzij sprake is van een technische, economische en/of organisatorische belemmering om deze maatregel uit te voeren. In dat geval wordt de maatregel als voorwaardelijk gekwalificeerd, onder vermelding van de concrete belemmering die de uitvoering nog in de weg staat. Gedurende de planperiode spannen bedrijven zich in om van voorwaardelijke maatregelen zekere maatregelen te maken. Welke inspanning bedrijven gaat plegen wordt eveneens in het EEP vermeld. Onzekere maatregelen Soms is sprake van maatregelen waarvan bedrijven nu al zeker weten dat zij die gaan treffen, maar pas ná de eerstvolgende planperiode. Omdat deze activiteiten buiten de planperiode tot energie-effect leiden, gelden zij in de terminologie van het EEP als onzekere maatregelen. Bedrijven doen er goed aan om in voorkomend geval bij de inventarisatie en selectie van maatregelen aan te geven of en zo ja, welke maatregelen zij voornemens zijn na de planperiode te treffen. Deze maatregelen kunnen ook van besparingsomvang worden voorzien, maar omdat de maatregel als onzeker wordt gekwalificeerd, telt deze besparing niet mee bij de EEP-ambitie. Analoog aan de bepaling bij voorwaardelijke maatregelen spannen bedrijven zich in om van onzekere maatregelen op termijn voorwaardelijke of zekere maatregelen te maken. Het is mede daarom van belang dat het bedrijf, naast het kwalificeren van een maatregel als onzeker, ook de argumenten bij deze kwalificatie vermeldt. Op die manier kan het bedrijf bij de uitvoering van het EEP activiteiten ontplooien gericht op het wegnemen van deze onzekerheid voor een volgend EEP. Voorgenomen besparing Het totaal van de zekere én voorwaardelijke maatregelen wordt de voorgenomen besparing genoemd. Vanwege het onderscheid in zekere en voorwaardelijke maatregelen, is een minimale en een maximale voorgenomen besparing geformuleerd. De maximale voorgenomen besparing voor de planperiode is de optelsom van de verwachte primaire energiebesparing van de zekere én voorwaardelijke maatregelen, gedeeld door het primaire energieverbruik van de inrichting in het basisjaar. Indien de voorwaardelijke maatregelen buiten beschouwing worden gelaten, spreken we van de minimale voorgenomen besparing. In de monitoring wordt de realisatie van maatregelen gedurende de planperiode gespiegeld aan de maximale voorgenomen besparing. Monitoring van de voorgenomen besparing en voortgangsverklaring Elk jaar leveren bedrijven hun monitoringgegevens aan bij RVO.nl. Uit deze gegevens blijkt op welke wijze zij hun voorgenomen besparing realiseren. In deze monitoringsronde wordt, met argumenten onderbouwd, hoe het staat met de realisatie van de voorgenomen besparing. Als (verwachte) bijdrage aan de landelijke energie-efficiëntie telt alleen het verwacht effect van procesmaatregelen en ketenmaatregelen in de productieketen met een effect in Nederland mee.

13 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Aan de hand van deze monitoringsgegevens geeft RVO.nl al dan niet een voortgangsverklaring af. Daarnaast stelt RVO.nl op basis van deze gegevens per bedrijf een bedrijfsrapportage op. Deze biedt inzicht in de uitvoering van energie-efficiëntieplannen (EEP s) en de gerealiseerde energie-efficiëntieverbetering. Categorisering van maatregelen Maatregelen zijn onderverdeeld in drie categorieën: procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie. In de Handreiking EEP wordt een nadere onderverdeling naar subcategorieën gegeven. J. Toetscriteria RVO.nl voert een gedeelte van de taken uit die in het convenant zijn toebedeeld aan de Ministers die de afspraken hebben ondertekend. Het betreft onder andere het toetsen van het energie-efficiëntieplan (EEP) van alle deelnemende ondernemingen. Belangrijke toetscriteria die RVO.nl hanteert voor MJA voor de planperiode 0 00 zijn: Is het EEP tijdig ingediend? Bevat het EEP alle vereiste gegevens zoals vastgelegd in het EEP-format 0 00? Is de beschrijving van proces, producten, de keten en bedrijfsstrategie van voldoende diepgang en kwaliteit? Is in het EEP een energiebalans van voldoende kwaliteit aanwezig? Blijkt uit het EEP dat er het minimum niveau van structurele energiezorg geïmplementeerd is (voor toetreders langer dan drie jaar) of dat alsnog binnen één jaar gerealiseerd wordt? Blijkt uit het EEP dat de geplande maatregelen het resultaat zijn van een zorgvuldig identificatie- en selectieproces, waarbij de energetische situatie van het bedrijf, de bedrijfsstrategie en de omgevingscontext het afwegingskader vormen? Bevat het EEP een overzicht van alle relevante energiebesparingsmogelijkheden? Bevat het EEP een overzicht van voor het bedrijf rendabele besparingsmogelijkheden? En is er aannemelijk gemaakt waarom specifieke energiebesparingsmogelijkheden voor het bedrijf niet rendabel zijn? Is de uitruil van rendabele procesefficiëntiemaatregelen naar ketenefficiëntie of duurzame-energie-maatregelen uitgevoerd volgens de spelregels? Is de argumentatie om voor het bedrijf rendabele maatregelen als voorwaardelijk of onzeker op te nemen valide? Bedraagt de verwachte jaarlijkse energie-efficiëntieverbetering door geplande zekere en voorwaardelijke rendabele maatregelen gemiddeld % voor de periode 0 00? Zo nee, is dit deugdelijk gemotiveerd? Zijn de gepresenteerde cijfers (energieverbruik en verdeling, energiebesparing en terugverdientijd van maatregelen) aannemelijk?

14 Inleiding > Voordat u met het EEP aan de slag gaat > Inleiding MJA Indien na indiening van het EEP blijkt dat bepaalde elementen niet (goed) zijn opgenomen in het EEP, treedt RVO.nl één maal in overleg met het bedrijf om alle aanvullingen te leveren. Dit kunnen kleine zaken zijn maar ook grote tekortkomingen, waarbij conform de opzeggingsprocedure een redelijke termijn geldt. Daarna wordt het EEP getoetst aan de hand van de aanwezige informatie en wordt het advies opgesteld. Voor bedrijven die niet tevens ETS-inrichting zijn, stuurt RVO.nl een advies over de kwaliteit van het EEP naar het bevoegde gezag. Bedrijven die tevens ETS-inrichting zijn, ontvangen een bericht met bevindingen van RVO.nl.

15 Format en Handreiking EEP

16 Algemene gegevens en ondertekening

17 Inleiding MJA Algemene gegevens. Bedrijfsnaam, vestigingsadres, postadres, KVK-nummer, SBI-code, ER-bedrijfscode. Algemene Sector gegevens. Contactgegevens tekenbevoegd persoon: naam, functie. Handtekening tekenbevoegd persoon.. Algemeen KVK-nummer MJA (Bedrijfsnaam, contactpersoon vestigingsadres, bedrijf, naam/ telefoonnummer/ adres. EEP postadres) contactpersoon bedrijf, naam/ telefoonnummer/ adres.. Deelname Sector aan CO -emissiehandel (incl. ETS vergunningsnummer).. Wm Contactgegevens bevoegd gezag tekenbevoegd (of gemandateerde persoon: omgevingsdienst): naam organisatie en naam/telefoonnummer/ adres naam, functie, contactpersoon datum, plaatsvan gemeenten of provincie.. Maakt Handtekening dit plan onderdeel tekenbevoegd uit van persoon. een concernaanpak? Ja/nee.. Verzoek Contactpersoon om vertrouwelijke bedrijf, energie behandeling: coördinator ja/nee en EED vragen:. Bent u verplicht een energie-audit uit te voeren in het kader van de EED (artikel ), als u geen deelnemer zou telefoonnummer/ adres zijn geweest aan het convenant? contactpersoon Ja/nee van. Bent u in het kader van artikel van de EED verplicht gemeenten een kosten/baten of provincie analyse uit te voeren in het kader van de EED? Ja/nee. naam organisatie en naam/telefoonnummer/ adres contactpersoon van omgevingsdienst/ MJA deelnemers die niet aan de Europese CO -emissiehandel (ETS) deelnemen worden geacht hun bevoegde gezag op de hoogte te stellen dat hun energie-efficiëntieplan bij RVO.nl is ingediend. locatieverantwoordelijke: naam/telefoonnummer/ adres. Deelname aan CO -emissiehandel: ja/nee. Vraagt u Energiebelastingteruggave aan? Ja/nee/weet niet. Wm bevoegd gezag: naam organisatie en naam/

18 Inleiding MJA Ondertekening door directievertegenwoordiger Het energie-efficiëntieplan (EEP) wordt ondertekend door een daartoe binnen de onderneming bevoegd persoon. Daarmee wordt door het bedrijf op het hoogste niveau het belang van het plan aangegeven én dat men verantwoordelijkheid neemt voor het daadwerkelijk uitvoeren van de voorgenomen maatregelen in de planperiode De ondertekening dient als aparte bijlage aan het e-mjv te worden toegevoegd. In de submodule Verplichte bijlagen van de EEP-module kan het benodigde format voor deze bijlage worden gedownload. In het Hoofdmenu van het e-mjv is een pagina Bijlagen opgenomen. Hier kan deze ingevulde bijlage ge-upload worden. Mandatering omgevingsdiensten door bevoegde gezag Als u niet in het Europese CO -emissiehandelsysteem (ETS ) meedoet valt uw organisatie voor energieaspecten onder de Wet Milieubeheer (Wm). Afhankelijk van de activiteiten die uw onderneming uitvoert is de provincie of de gemeente uw bevoegde gezag voor de Wm. De provincie of gemeente kan de handhaving hiervan hebben neergelegd bij een regionale uitvoeringsorganisatie. Deze dient daartoe gemachtigd te worden door de betreffende provincie of gemeente. RVO.nl heeft bij de bevoegde gezagen opgevraagd waar dat het geval is en dit in het e-mjv ingeregeld. Daar waar sprake is van een machtiging heeft de uitvoeringsdienst schrijfrechten in het e-mjv. Dat wil zeggen dat zij het EEP kunnen goedkeuren. Het achterliggende bevoegde gezag krijgt wel leesrechten voor de modules van de energieconvenanten in het e-mjv. Een onderneming kan met meerdere inrichtingen deelnemen aan het convenant. Deze ondernemingen maken bij toetreding tot het convenant de keuze of zij al dan niet van de concernaanpak gebruik willen maken. Met het concern wordt in dit verband het geheel aan deelnemende inrichtingen binnen de onderneming bedoeld. De concernaanpak heeft consequenties voor het EEP. Doorgaans geldt de keuze voor een concernaanpak voor de verdere looptijd van het convenant, tenzij er belangrijke redenen zijn om op de eerdere keuze terug te komen. Het belangrijkste voordeel van een concern-eep is dat de voorgenomen besparing voor alle inrichtingen gezamenlijk geldt. Dit laat echter onverlet dat een aantal wettelijke eisen (de zorgplicht en het treffen van alle rendabele maatregelen) voor elke inrichting afzonderlijk blijft gelden. Voor de niet-ets-inrichtingen binnen het concern, stuurt RVO.nl een apart advies naar het betreffende bevoegde gezag waarin zij ingaat op het advies ten aanzien van het concern én de situatie voor de betreffende niet-etsinrichting. Voor de komende EEP periode kan er gebruik gemaakt worden van twee verschillende vormen (en een subvariant) van de concernaanpak. Deze worden in hoofdstuk toegelicht. ETS: Emissions Trading System. Voor deelnemers in het MEE convenant die niet onder ETS vallen zullen bevoegde gezagen dus ook leesrechten krijgen. Voor ETS deelnemers in het MJA convenant niet.

19 Inleiding MJA Of het EEP onderdeel uitmaakt van de concern aanpak kan in de submodule Basisgegevens van de EEP-module worden aangevinkt. Vertrouwelijkheid en Wet openbaarheid van bestuur (Wob) Op gegevens die aan RVO.nl worden verstrekt zijn de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet milieubeheer (Wm) van toepassing. Uitgangspunt van deze wetten is openbaarheid. Tenzij het om emissiegegevens gaat, maken de Wob en de Wm het echter wel mogelijk om bedrijfs- en fabricage gegevens vertrouwelijk te behandelen. Wanneer u aanspraak wilt maken op deze vertrouwelijkheid, motiveert u dat bij het aanleveren van uw EEP gegevens. De wet stelt op voorhand geen eisen aan die motivering. RVO.nl accepteert dit verzoek om vertrouwelijkheid in eerste instantie als het bedrijf daarom vraagt. Zodra een derde een Wob-verzoek doet, zal RVO.nl moeten besluiten of daar gevolg aan wordt gegeven. Alvorens een besluit te nemen, wordt de zienswijze van het bedrijf gevraagd overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tegen verstrekken van gegevens aan derden kan het bedrijf bezwaar aantekenen, daarna in beroep gaan en daarna in hoger beroep. Meer informatie over deze procedure vindt u hier. MEER INFO Meer informatie over deze procedure vindt u hier. Of het EEP een vertrouwelijke status heeft kan in de submodule Basisgegevens van de EEP-module worden aangevinkt. De motivering dient aan de ondertekeningbijlage aan het e-mjv te worden toegevoegd. In de submodule Verplichte bijlagen van de EEP-module kan het benodigde format voor deze bijlage worden gedownload. In het Hoofdmenu van het e-mjv is een pagina Bijlagen opgenomen. Hier kan deze ingevulde bijlage ge-upload worden. Energie-audit uit artikel van de Energy Efficiency Directive (EED) De EED verplicht lidstaten om maatregelen in te voeren ter verbetering van de energie-efficiëntie. Eén van de maatregelen is het uitvoeren van een energie-audit door grote ondernemingen (niet-mkb). In juli 0 is voor de implementatie van dit artikel een tijdelijke ministeriële regeling gepubliceerd. In de regeling is bepaald dat deelnemers aan MJA en MEE-convenant hiervan vrijgesteld zijn, aangezien zij al in het kader van de convenanten een energie-efficiëntieplan indienen en uitvoeren. De uitkomst van deze toets met betrekking tot de auditplicht kan in de submodule Basisgegevens van de EEPmodule worden aangevinkt. Kosten/baten analyse uit artikel van de Energie-Efficiëntie Richtlijn (EED) De Energy Efficiency Directive (EED) artikel verplicht lidstaten tot maatregelen die toepassing van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en warmte-uitwisseling stimuleren. In dit kader schrijft de richtlijn voor dat bij nieuwbouw of renovatie van grotere stookinstallaties

20 Inleiding MJA (> 0 MWth) een kostenbatenanalyse dient te worden uitgevoerd, waarmee een vergelijking wordt gemaakt met toepassing van HR-WKK en warmte-uitwisseling. Of de onderneming in het kader van artikel van de EED verplicht is een kostenbatenanalyse uit te voeren kan in de submodule Basisgegevens van de EEP-module worden aangevinkt. De kostenbatenanalyse kan in het e-mjv worden opgenomen als Onzekere maatregel. Hulpmiddel: Stappenplan Artikel van de EED RVO.nl wil graag weten of de onderneming onder de niet-mkb definitie van de regeling valt en of de onderneming een auditplicht had gehad als de onderneming niet zou deelnemen aan het MJA of MEE-convenant. Dit kan getoetst worden met behulp van stap t/m van het stappenplan dat te downloaden is op de EEP-pagina. Het stappenplan vindt u hier. Toetsingskader Zijn de algemene gegevens volledig ingevuld. Toetsingscriteria Verplicht (m.u.v. en ) Is de informatie aanwezig? Zo niet, zal RVO.nl dit opvragen. De uitkomst van deze toets met betrekking tot de auditplicht kan in de submodule Basisgegevens van de EEPmodule worden aangevinkt. Hulpmiddel: Voorlopige analyse Artikel van de EED Via een voorlopige analyse kunt u bepalen of daadwerkelijk een kostenbatenanalyse dient te worden uitgevoerd. De kostenbatenanalyse zelf kan in het e-mjv opgenomen worden als Onzekere maatregel. De voorlopige analyse vindt u hier. 0

21 Beschrijving bedrijf en bedrijfsvoering

22 Inleiding MJA Beschrijving bedrijf en bedrijfsvoering. Beschrijf de eindproducten en de gebruikte procedés/technologieën om deze eindproducten te vervaardigen voor de periode Beschrijf daarbij de belangrijkste unieke en onderscheidende productieprocessen en installaties conform de energiebalans. Voor gebouwgebruikers zonder industriële processen: Beschrijf ook kort welke strategie(ën) de organisatie hanteert bij investeringen voor verduurzaming van de bedrijfsvoering en het gebouwenbestand voor de periode Voor gebouwgebruikers zonder industriële processen: Beschrijf de kwaliteit van de gebouwschil (bouwjaar, isolatiegraad, luchtdichtheid, inhoud/bvo, et cetera). Geef aan voor welke gebouwen u eventueel beschikt over een erkend energielabel.. Beschrijving van de bedrijfsstrategie, voor zover relevant voor investeringen in energie-efficiëntieverbetering, voor de periode Denk hierbij aan de volgende elementen, indien van toepassing: e. de huidige situatie en vooruitzichten: sloop, nieuwbouw, uitbreidingen aan gebouwen, et cetera. De verankering hiervan in de organisatie; f. Verduurzaming van het woon/werkverkeer en/of transportbewegingen van studenten/patiënten/ bezoekers; g. energieneutraal bouwen of renoveren. Denk hierbij aan de volgende elementen, indien van toepassing: a. de huidige economische situatie en de vooruitzichten; b. het aandeel dat de energiekosten uitmaken van de productie- of huisvestingskosten; c. de eigendomssituatie van het bedrijf en het interne beslissingsproces ten aanzien van investeringen; d. eventuele ambities op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) of BREEAM.

23 Inleiding MJA Beschrijving bedrijf en bedrijfsvoering. Beschrijving van het productieproces In combinatie met de energieverbruiksanalyse geeft de procesbeschrijving RVO.nl en bij niet-ets-inrichtingen het bevoegd gezag inzicht in de energiesituatie van uw onderneming. Om de procesbeschrijving te verduidelijken kunt u een processchema bijvoegen. Gebouwgebruikers zonder industriële processen wordt gevraagd de kwaliteit van de gebouwschil (bouwjaar, isolatiegraad, luchtdichtheid, inhoud/bvo, et cetera) te beschrijven en aan te geven voor welke gebouwen de onderneming over een erkend energielabel beschikt. Toetsingskader Geeft de beschrijving een duidelijk beeld van de eindproducten en de belangrijkste gebruikte unieke en onderscheidende productieprocessen en utilities conform de energiebalans? Toetsingscriteria Verplicht Is de beschrijving aanwezig? TIP Gebruik de beschrijving uit het EEP 0-0 en pas dit aan waar nodig. Gebruik zo mogelijk de beschrijving uit het EEP 0-0 en pas dit waar nodig aan de huidige situatie aan. Zo niet, zal RVO.nl dit opvragen. Welke mate van inzicht geeft de beschrijving? (proportioneel naar grootte van het bedrijf) Dit is ondersteunende informatie voor het totaaloordeel over het plan.. Beschrijving van de bedrijfsstrategie De bedrijfsstrategie, voor zover relevant voor investeringen in energie-efficiëntieverbetering, kan het strategisch kader bieden dat u heeft gebruikt bij de identificatie van besparingsmogelijkheden en de selectie van de geplande maatregelen voor de periode Indien dit het geval is wordt het bedrijf gevraagd een beschrijving van deze strategie in het plan op te nemen.

24 Inleiding MJA Denk daarbij onder meer aan de volgende elementen, indien deze van toepassing zijn: a. De huidige economische situatie en de vooruitzichten. b. Het aandeel van de energiekosten in de totale productiekosten. c. De eigendomssituatie van de onderneming en het interne beslissingsproces ten aanzien van investeringen. d. Eventuele ambities op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). NB. Deze onderdelen dient u in het bijlagendocument te beschrijven. Er is een bijlage voor de volgende onderdelen: -. - Beschrijving van de bedrijfsstrategie. -. In de submodule Verplichte bijlagen van de EEP-module kunt u het benodigde format downloaden. Na invulling kunt in de submodule aanvinken of deze ook beschreven is conform het format. Via de pagina Bijlagen in het Hoofdmenu kunt u vervolgens de ingevulde bijlage uploaden. Hulpmiddel: Internationale norm over MVO: ISO 000 Ondernemingen die willen weten waar zij staan op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (volgens de internationale richtlijn ISO 000) kunnen een scan uitvoeren. Binnen tien minuten krijgt u een indruk van de onderdelen waarop uw onderneming al goed scoort en waar nog winst te behalen is. Toetsingskader Geeft de beschrijving een beeld van de interne en externe condities waarbinnen het bedrijf beslissingen over het treffen van energie-efficiëntiemaatregelen moet nemen? Toetsingscriteria Verplicht Is de beschrijving aanwezig? Zo niet, zal RVO.nl dit opvragen. Welke mate van inzicht geeft de beschrijving? (proportioneel naar grootte van het bedrijf) Dit is ondersteunende informatie voor het totaaloordeel over het plan.

25 Structurele energiezorg

26 Inleiding MJA. Voldoet het MJA bedrijf aan de eisen voor systematische energiezorg? a. Implementatie van ISO 0.00 of b. Implementatie van ISO.00, waarin energiezorg is geïntegreerd, of c. Volledige implementatie van de Referentie Energiezorg middels de BasisCheck Energiezorg. d. Aanwezigheid van de directiebeoordeling Energiezorg volgens indeling ISO e. Zo nee, gaat u concrete activiteiten ondernemen om binnen één jaar aan de eisen te voldoen? Ja/nee Indien u geen concrete activiteiten onderneemt leg uit waarom niet.. Verbetering van het basisniveau van systematisch energiezorg (optioneel) a. Geef een reflectie op uw energiemanagementsysteem en geef aan op welke wijze u denkt dit te kunnen verbeteren? Maak hierbij gebruik van relevante elementen uit de toelichting op de Basischeck Energiezorg, zelfevaluatie hulpmiddelen van RVO.nl en het advies van de certificerende instelling van uw ISO-systeem (indien dit van toepassing is). b. Gaat u daarvoor concrete activiteiten ondernemen? Ja/nee. Toetsingskader Heeft het bedrijf systematische energiezorg geïmplementeerd volgens de toegestane methoden? Zo niet heeft het bedrijf concrete activiteiten gepland om hier binnen afzienbare termijn wel aan te voldoen? Toetsingscriteria Verplicht Heeft het bedrijf een gecertificeerd energiezorgsysteem? Zo niet: heeft het bedrijf alle vragen uit de BasisCheck Energiezorg met ja ingevuld? Zo niet: heeft het bedrijf voldoende aannemelijk gemaakt dat het binnen de termijn van maximaal één jaar wel voldoet of dat dit voor het bedrijf dit mogelijk is (binnen deze termijn)? Zo niet, zal RVO.nl aanvulling of toelichting vragen.

27 Inleiding MJA Toetsingscriteria (vervolg) Verplicht Als dan alsnog niet, zal een negatief advies volgen. Is de directiebeoordeling conform indeling ISO 0.00 toegevoegd of is een toelichting gegeven waarom deze niet aanwezig is? Zo niet, zal RVO.nl aanvulling of toelichting vragen. Als dan alsnog niet of onvoldoende beargumenteerd waarom deze niet aanwezig is: negatief advies. Toetsingscriteria (vervolg) Verplicht Is voldoende aannemelijk dat het bedrijf de vragen van de BasisCheck Energiezorg correct met ja heeft ingevuld op basis van de toelichting per vraag en de informatie uit de directiebeoordeling Energiezorg? Zo niet, zal RVO.nl aanvulling of toelichting vragen. Als dan alsnog niet, zal een negatief advies volgen. Is op basis van de informatie uit de directiebeoordeling Energiezorg voldoende aannemelijk dat het bedrijf energiezorg voldoende heeft meegenomen in het ISO.00 systeem? Zo niet: BasisCheck Energiezorg laten invullen.

28 Inleiding MJA. Minimum vereisten richt zich op alle energieaspecten: organisatorisch, gedrag en techniek. De aanpak is gebaseerd op de Deming-cirkel (plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen) en is daarmee in essentie gelijk aan andere zorgsystemen. Een onderneming die deelneemt aan het MJA convenant moet binnen drie jaar voldoen aan de Referentie Energiezorg. Met de BasisCheck Energiezorg kunt u bepalen of uw onderneming aan deze norm voldoet. Dat is het geval als alle verplichte vragen bevestigend zijn beantwoord. De vragen van de BasisCheck Energiezorg vindt u in het e-mjv in de EEP-module onder de submodule Energiezorg (tabblad Vereenvoudigde basischeck). Als de onderneming ISO 00 is gecertificeerd én het milieuaspect energie daarbij als significant heeft benoemd of als de onderneming ISO 000 is gecertificeerd, voldoet hij automatisch aan de norm voor energiezorg. De regelmatige ISO 00-/ISO 000-audits zijn voldoende garantie om structurele energiezorg te borgen. Onder het tabblad Stand van zaken van de submodule Energiezorg van de EEP-module kan worden aangegeven aan welke standaarden de onderneming voldoet. Bij dit onderdeel wordt gevraagd om aan te geven hoe de onderneming, als deze niet voldoet aan de MJA-norm energiezorg, van plan is deze norm te bereiken. Ondernemingen die al langer dan drie jaar zijn toegetreden en nog niet aan de eisen voldoen, wordt gevraagd dit binnen één jaar alsnog te doen. De genoemde maatregelen neemt de onderneming als Zekere maatregelen op in het EEP. Waarbij er geen energiebesparingseffect aan toegevoegd dient te worden. Nieuw element in het EEP 0-00 is dat deelnemers worden verplicht hun directiebeoordeling energiezorg bij te sluiten. Voor MJA deelnemers geldt dat zowel bij het EEP als bij de opvolgende monitoring rondes. De directiebeoordeling is een van de belangrijkste documenten binnen het kwaliteitssysteem. Hiermee wordt periodiek de werking van het kwaliteitssysteem beoordeeld. De directie moet met geplande tussenpozen het EnMS (Energie Management Systeem) van de organisatie beoordelen, om ervoor te zorgen dat het systeem blijvend geschikt, adequaat en doeltreffend is. Van deze directiebeoordelingen moet een registratie worden bijgehouden. De input voor de directiebeoordeling Energiezorg moet bestaan uit: a. Vervolgacties van vorige directiebeoordelingen energiezorg. b. Beoordeling van het energiebeleid. c. Beoordeling van de energieprestaties en de daarmee samenhangende Energieprestatie-indicatoren (EnPI s). d. Resultaten van de beoordeling van naleving van wettelijke eisen en veranderingen in wettelijke en andere eisen die de organisatie onderschrijft. e. De mate waarin energiedoelstellingen en -taakstellingen zijn gehaald. f. Auditresultaten van het EnMS.

INLEIDING. EEP Werkwijze en Toetsing in het MJA3-convenant. Versie 20 januari Leeswijzer

INLEIDING. EEP Werkwijze en Toetsing in het MJA3-convenant. Versie 20 januari Leeswijzer EEP 2017-2020 Werkwijze en Toetsing in het MJA3-convenant INLEIDING Versie 20 januari 2016 Leeswijzer De MJA3-convenanttekst behandelt in de paragraaf 3.1 (artikelen 3.1 t/m 3.5) het energieefficiëntieplan

Nadere informatie

Onderdeel Toetsingskader Toetsingscriteria 1. Algemene gegevens en ondertekening

Onderdeel Toetsingskader Toetsingscriteria 1. Algemene gegevens en ondertekening EEP 2017-2020 - Format en Toetsingscriteria MJA3-convenant (versie 2) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onderdeel Toetsingskader Toetsingscriteria 1. Algemene gegevens en ondertekening Algemene gegevens

Nadere informatie

Zijn de algemene gegevens volledig ingevuld? Verplicht (m.u.v. 11 en 12) Is de informatie aanwezig? Zo niet, zal RVO.nl dit opvragen.

Zijn de algemene gegevens volledig ingevuld? Verplicht (m.u.v. 11 en 12) Is de informatie aanwezig? Zo niet, zal RVO.nl dit opvragen. EEP 2017-2020 - Format en Toetsingscriteria MEE-convenant Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onderdeel Toetsingskader Toetsingscriteria 1. Algemene gegevens en ondertekening Het toetsingskader en de

Nadere informatie

EEP-ronde Inhoud. - Belangrijke aandachtspunten - Nieuwe onderdelen in het EEP - Instrumenten en hulpmiddelen - Indiening via het e-mjv

EEP-ronde Inhoud. - Belangrijke aandachtspunten - Nieuwe onderdelen in het EEP - Instrumenten en hulpmiddelen - Indiening via het e-mjv EEP-ronde 2017-2020 Inhoud - Belangrijke aandachtspunten - Nieuwe onderdelen in het EEP - Instrumenten en hulpmiddelen - Indiening via het e-mjv Belangrijke aandachtspunten Striktere beoordeling - O.a

Nadere informatie

Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van EEP

Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van EEP Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van EEP 2013-2016 MJA3-convenant Focus op rendabele maatregelen Voor het Rijk is het van belang dat de energieconvenanten tot duidelijke resultaten leiden. De Tweede

Nadere informatie

Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3

Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3 Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3 Deze folder bevat informatie over nut en noodzaak van een doordacht energie-efficiencyplan (EEP). Bovendien staat er in welke hulpmiddelen beschikbaar

Nadere informatie

Werkinstructie beoordeling concern-eeps variant 2

Werkinstructie beoordeling concern-eeps variant 2 MJA3-kernteam bevoegde gezagen Bas Heerma van Voss (EZ), Marcel Verzandvoort (RVO.nl) www.rvo.nl Contactpersoon Frerik van de Pas T 088-6027886 frerik.vandepas@rvo.nl Werkinstructie beoordeling concern-eeps

Nadere informatie

Invulinstructie e-mjv

Invulinstructie e-mjv Invulinstructie e-mjv 1. Startscherm e-mjv Nadat u bent ingelogd met eigen gegevens opent het e-mjv met het startscherm - Selecteer hier de EEP-module 2. Startscherm EEP-module De rechterkolom laat zien

Nadere informatie

Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure

Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure Bijlage MJA3 Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure 1 3A.1 INLEIDING 3A.1.1 Algemeen Dit protocol bevat de uitwerking van de afspraken inzake de voortgangsbewaking van de uitvoering van het energie-efficiëntieplan

Nadere informatie

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 EED: Europese energie-efficiëntie richtlijn Energie-audit is onderdeel van een breder Europees kader

Nadere informatie

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit:

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Januari 15 Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Alle bedrijven, zonder ISO 14.001 en/of ISO 50.001 en/of MJA/MEE convenant, die niet voldoen aan de definitie kleine en middelgrote ondernemingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Leeswijzer 7. 1 Toelichting op het benchmark-convenant 9. 2 Stappenplan bevoegd gezag 11

Inhoud. Voorwoord. Leeswijzer 7. 1 Toelichting op het benchmark-convenant 9. 2 Stappenplan bevoegd gezag 11 Inhoud Voorwoord Leeswijzer 7 1 Toelichting op het benchmark-convenant 9 2 Stappenplan bevoegd gezag 11 3 Vergunningverlening bij convenantbedrijven 17 4 Vergunningverlening bij bedrijven die niet deelnemen

Nadere informatie

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 568 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Grote ondernemingen die geen ISO 14.001 of ISO 50.001-certificaat hebben en niet zijn toegetreden tot een energiebeleidsovereenkomst (MEE / MJA3) moeten

Nadere informatie

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING'

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' INHOUDSOPGAVEN INTRODUCTIE 2 BREEAM NL 3 MEERJARENAFSPRAKEN 5 ENE RGIE-AUDIT 7 ENERGIELABEL VOOR WONINGEN 9 Introductie FedEC

Nadere informatie

2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om aanvullende vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE

HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE g HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE Hoe kunnen Green Partner en EarthCheck mij daarbij helpen? www.green-partner.nl www.earthcheck.org Hoe kan mijn bedrijf voldoen aan de

Nadere informatie

MEE CONVENANT. Protocol Monitoring, procedure

MEE CONVENANT. Protocol Monitoring, procedure MEE CONVENANT Protocol Monitoring, procedure Inhoud 1 Protocol Monitoring, procedure... 3 1.1 Inleiding... 3 1.1.1 Algemeen... 3 1.1.2 Inhoud van het protocol... 3 1.2 Artikelen... 4 1.2.1 Bedrijfsmonitoring...

Nadere informatie

WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING. vandorp.eu

WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING. vandorp.eu WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING vandorp.eu OVERZICHT WETGEVING ENERGIEBESPARING Introductie De besparing op energie wordt weleens gezien als een opgelegde bezigheid die als gevolg van allerlei

Nadere informatie

Stappenplan certificering van de MVO Prestatieladder en de CO 2 -Prestatieladder. Datum: 18-08-2011 Versie: 02

Stappenplan certificering van de MVO Prestatieladder en de CO 2 -Prestatieladder. Datum: 18-08-2011 Versie: 02 Stappenplan certificering van de MVO Prestatieladder en de CO 2 -Prestatieladder Datum: 18-08-2011 Versie: 02 Opgesteld door: ing. N.G. van Moerkerk Inhoudsopgave Opbouw niveaus van de MVO Prestatieladder

Nadere informatie

Vereenvoudigde aanpak MJA

Vereenvoudigde aanpak MJA Vereenvoudigde aanpak MJA Nekovri congres 10-11-2015 Jac van Trijp Inhoud Introductie MJA Resultaten uit het verleden Vereenvoudiging van de aanpak Vooruitblik EEP-ronde 2017-2020 Introductie MJA Meerjarenafspraken

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER VNO/NCW Stedendriehoek Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 19 november 2018 Nationaal Energieakkoord:

Nadere informatie

ECFD/U Lbr. 16/052

ECFD/U Lbr. 16/052 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd gezag uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U201600977

Nadere informatie

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen.

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. Inleing ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is de Nederlandse invulling de vierjaarlijkse

Nadere informatie

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring CO2 Prestatieladder Opgesteld door: R. Louis (Kader) Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Bedrijvenpark Twente 301 7602 KL Almelo Tel: 0546 536 800 Datum: 21-1-2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

Format energie-efficiëntieplan MEE

Format energie-efficiëntieplan MEE Format energie-efficiëntieplan MEE 0-00 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Nadere informatie

Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer

Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer Introductie informatieplicht energiebesparende maatregelen Versie 3 oktober 2018 Wat is de aanleiding voor de informatieplicht? 2013: Energieakkoord Duurzame

Nadere informatie

EED energie-audit: verplichting of kans?

EED energie-audit: verplichting of kans? EED energie-audit: verplichting of kans? Ondernemen met visie op energie Enschede, 28 januari 2016 Mayke Derksen en Jorieke Rienstra Inhoud Energietaken Energie-Efficiency Directive (EED) Meerjarenafspraken

Nadere informatie

Energie Efficiency Plan Werkwijze en toetsing

Energie Efficiency Plan Werkwijze en toetsing Energie Efficiency Plan Werkwijze en toetsing Inhoudsopgave Te hanteren werkwijze voor het opstellen van het EEP 1. Inleiding 1.1. Introductie 1.2. Aanpak 2. Beschrijving en analyse van het productieproces

Nadere informatie

De volgende stap naar certificering!

De volgende stap naar certificering! ISO 50001 CERTIFICERING De volgende stap naar certificering! 2 - Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Inleiding Hartelijk dank voor uw interesse in de begeleiding naar ISO 50001 certificering. Met ISO

Nadere informatie

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal 1 Intentie Bedrijvenkring Veenendaal, de coöperatieve verenigingen van Ondernemend Veenendaal, de deelnemende bedrijven en de gemeente Veenendaal

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Informatiebijeenkomst voor de gebouwde omgeving Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 25 juni

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

Van Label C tot EED. Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing MJA3/MEE EPBD. Activiteiten besluit.

Van Label C tot EED. Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing MJA3/MEE EPBD. Activiteiten besluit. Van Label C tot Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing Energielabel Activiteiten besluit Van Label C naar Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing

Nadere informatie

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen.

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. Inleiding ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is de Nederlandse invulling de vierjaarlijkse

Nadere informatie

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Inhoud Van energie naar klimaat Introductie RVO De opgave De uitvoering - Wetgeving - Instrumenten

Nadere informatie

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten COMMISSIE ENERGIEBELEIDSOVEREENKOMST Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten 1 Inleiding De energiebeleidsovereenkomst (kortweg EBO) voor VER-bedrijven

Nadere informatie

EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO 14001 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Versie 9 april 2018. EED Factsheet keurmerk: CO 2 -reductiemanagement met ISO

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV BV Leusden, oktober 2013 Auteurs: G.J. van Schoonhoven D.J. van Boven Geaccordeerd door: D.J. van Boven Directeur eigenaar INLEIDING Ons bedrijf heeft een energiemanagement actieplan conform NEN-ISO 50001.

Nadere informatie

MJA: verleden, heden en toekomst

MJA: verleden, heden en toekomst MJA: verleden, heden en toekomst Oppervlaktebehandelende industrie Jac van Trijp Achtergronden MJA Meerjarenafspraken Energie-efficiency - Overheid en bedrijfsleven maken afspraken over verbeteringen in

Nadere informatie

Learnshop. EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand

Learnshop. EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand Learnshop EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand tel: 0416-543060 Fax: 0416-543098 email: Web: paul.van.wezel@nimaris.nl

Nadere informatie

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt.

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. Bijlage bij brief 17.10.304 De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. 1. In het Energieakkoord is afgesproken dat de energie-intensieve industrie in aanvulling op de afspraken in het MEE-convenant maatregelen

Nadere informatie

Hoe vul je de wetgevingstool resultaten in bij het RVO eloket?

Hoe vul je de wetgevingstool resultaten in bij het RVO eloket? Hoe vul je de wetgevingstool resultaten in bij het? Stap 1: Inloggen op het Link naar eloket e-herkenning: Het eloket kun je vinden via de volgende link: https://mijn.rvo.nl/eloket/login-start.html of

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland Baggerbedrijf West Friesland Gebruikte handelsnamen: Baggerbedrijf West Friesland Grond & Cultuurtechniek West Friesland Andijk, februari-mei 2014 Auteurs: M. Komen C. Kiewiet Geaccordeerd door: K. Kiewiet

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER RWS Schakeldag 2018 Den Bosch Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 28 juni 2018 Nationaal Energieakkoord:

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary)

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary) Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015 Versie 2.0 (summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Februari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue verbetering...

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem

Energiemanagementsysteem Energiemanagementsysteem BVR Groep B.V. Roosendaal, 20-06-2014. Auteur(s): H. Schrauwen, Energie & Technisch adviseur. Geaccordeerd door: M. Soenessardien,Manager KAM, Personeel & Organisatie Pagina 1

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013 ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013 datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1

Nadere informatie

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Stichting DSI inzake vakbekwaamheid van Relevante personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van Ondernemingen STICHTING AUTORITEIT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 30 196 Duurzame ontwikkelg en beleid Nr. 613 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Inleiding ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is

Nadere informatie

Handboek EnergieManagementSysteem

Handboek EnergieManagementSysteem Handboek EnergieManagementSysteem Bedrijfsgegevens: Naam ALFEN bv Adres Hefbrugweg 28 Plaats 1332AP Almere Tel 036 549 3400 website www.alfen.com KvK nr. 3903 7364 Pagina 1 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary)

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary) Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015 Versie 3.0 (Summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Update: Augustus 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue

Nadere informatie

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Inleiding In september 2013 is door een groot aantal partijen, waaronder de rijksoverheid, werkgevers- en werknemersorganisaties,

Nadere informatie

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen Elektronisch Milieujaarverslag 2014 31/03/2015 21:32:39 Hanzehogeschool Groningen Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Hanzehogeschool Groningen Naam inrichting Hanzehogeschool

Nadere informatie

Erkende maatregelen voor Energiebesparing

Erkende maatregelen voor Energiebesparing Erkende maatregelen voor Energiebesparing s Hertogenbosch Wendy Simonse, Irma Boswijk 2 Training Toezicht op energiebesparing Indeling sessie Aan de slag met Toezicht op Energie De erkende maatregelen

Nadere informatie

4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING

4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING 4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING 1 INHOUD 1. Energiebesparing in wetgeving 2. Wie is verantwoordelijk? 3. Waarom een informatieplicht

Nadere informatie

Wetgeving helpt bij de eerste stap

Wetgeving helpt bij de eerste stap Wetgeving helpt bij de eerste stap Bij de verduurzaming van utiliteitsbouw Selina Roskam Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Wetgeving helpt bij de eerste stap Verduurzamen van utiliteitsbouw Selina

Nadere informatie

II. Relevante artikelen uit de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie

II. Relevante artikelen uit de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie Stappenplan EED energie-auditplicht I. Inleiding Onderstaand stappenplan beoogt behulpzaam te zijn bij de vraag of u en uw inrichting auditplichtig zijn op grond van de Tijdelijke regeling implementatie

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule Dit formulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom www.zeeland.nl FORMULIER Postadres Postbus 6001 4330 LA Middelburg E provincie@zeeland.nl

Nadere informatie

Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet Artikel 1 Begripsbepalingen

Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet Artikel 1 Begripsbepalingen Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet De onafhankelijke klachtenregeling van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008 Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO 14001 of OHSAS 18001-certificaat versie 18 november 2008 SCCM en de aangesloten certificatie-instellingen willen de uitwisseling van ervaringen met ISO 14001-

Nadere informatie

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304 Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304 Doel Bijdragen aan de formulering van het strategische en tactische (financieel-)economische beleid van de instelling of onderdelen daarvan, alsmede vorm en

Nadere informatie

OVEREENKOMST COMMUNICATIE- OVERLEG- EN BESLUITSTRUCTUUR Dialoogtafel HBH Utrecht GEMEENTE UTRECHT

OVEREENKOMST COMMUNICATIE- OVERLEG- EN BESLUITSTRUCTUUR Dialoogtafel HBH Utrecht GEMEENTE UTRECHT OVEREENKOMST COMMUNICATIE- OVERLEG- EN BESLUITSTRUCTUUR Dialoogtafel HBH Utrecht GEMEENTE UTRECHT Concept 20 augustus 2014 Versie 2 Bestemd voor besprekingsdoeleinden i.h.k.v. de dialoog gerichte aanbesteding

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2014 Sector: Tapijtindustrie Datum: 4-6-2015 Status: Definitief Kenmerk: LH/PB/156019 Locatie: Utrecht Contactpersoon: Li Hua

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Nederlandse Rubber- en Kunststof-industrie Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 11 juni 2019

Nadere informatie

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017. Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve

Nadere informatie

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Onderwerp Op 5 december 2008 is een revisievergunning verleend aan G.C.M. van Uden B.V., nu maatschap van Dun, voor een agrarische inrichting met (melk-)rundvee en

Nadere informatie

Regeling Scholing Jeugdzorg

Regeling Scholing Jeugdzorg Regeling Scholing Jeugdzorg Inleiding Gezien de arbeidsmarktsituatie in Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang heeft het FCB-bestuur in afstemming met sociale partners besloten

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016

Nadere informatie

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder

Nadere informatie

Over de voortgang in uw regio is de commissie het volgende opgevallen:

Over de voortgang in uw regio is de commissie het volgende opgevallen: Aan: Bestuurlijk coördinator Datum 9 december 2014 Onderwerp Definitief beeld van Visitatiecommissie Waterketen van regio Waterkring West Geachte bestuurder, Ter afsluiting van het visitatieproces van

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Ondernemingsdossier

Samenwerkingsovereenkomst Ondernemingsdossier Samenwerkingsovereenkomst Ondernemingsdossier Aanleiding De horeca in Eindhoven werkt al een jaar samen met de gemeente aan het terugdringen van administratieve lasten en kosten bij het aanvragen en verlenen

Nadere informatie

Energiemanagementplan Cofely Energy & Infra

Energiemanagementplan Cofely Energy & Infra Energiemanagementplan Cofely Energy & Infra MVO medewerker Naam: S. Gorter Manager QHSE Naam: B.F. Maas Datum: Datum: Handtekening: Handtekening: Cofely Energy & Infra BV Kamer van Koophandel nr. 35011527,

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2015 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R. de Boer (Schilderwerken

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00079369 Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 14 woningen op

Nadere informatie

FAQ - LIJST. 2. Vraag: Worden de auditors op de hoogte gehouden van ontzettingen uit het ambt en van waarnemingen? Antwoord: Nee.

FAQ - LIJST. 2. Vraag: Worden de auditors op de hoogte gehouden van ontzettingen uit het ambt en van waarnemingen? Antwoord: Nee. FAQ - LIJST 1. Er zijn diverse kantoren met meerdere vestigingen. Het kan voorkomen dat een kantoor vestigingen heeft waar uitsluitend (aantoonbaar) incassowerkzaamheden worden uitgevoerd. Moeten deze

Nadere informatie

Kaders werkwijze certificerende en validerende autoriteiten

Kaders werkwijze certificerende en validerende autoriteiten Kaders werkwijze certificerende en validerende autoriteiten Er zijn drie routes om tot valide exameninstrumenten te komen. In route 1 en route 3 is hierbij sprake van externe betrokkenheid van certificerende

Nadere informatie

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Besluit. Registratienr.: BP openbaar

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Besluit. Registratienr.: BP openbaar pwi Nee Ja N ee Ja I SO.00005350bbsl vso.00005350e Collegevoorstel Registratienr.: BP17.00098 openbaar Ja Onderwerp EED Energiescan gemeentelijke gebouwen MijnGemeenteDichtbij Samenvatting Naar aanleiding

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014. Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014 2014/27356 De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Nadere informatie

MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie

MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie MEE CONVENANT Methodiek energie efficiëntie Inhoud 1 Methodiek energie efficiëntie... 3 1.1 Samenvatting nieuwe methodiek... 3 1.2 Inleiding... 4 1.3 Probleembeschrijving huidige methodiek... 4 1.4 Voorstel

Nadere informatie

Certificatieproces Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs

Certificatieproces Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs Certificatieproces Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs I. Inleiding De Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs is ontwikkeld door de Beheergroep KSO en intern getoetst op compatibiliteit met ISO 9001:2008. Echter,

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 VAN AANNEMINGSBEDRIJF GEBR. DE KONING B.V. Naam Functie Datum Paraaf Opstelling: A.P. Kleiberg KAM-coördinator 12-03-2010 Autorisatie: M.

Nadere informatie

Document Visitatiesystematiek en afspraken ten aanzien van het NKDkeurmerk

Document Visitatiesystematiek en afspraken ten aanzien van het NKDkeurmerk Document Visitatiesystematiek en afspraken ten aanzien van het NKDkeurmerk Dit document beschrijft de verschillende visitaties, de verschillen in lidmaatschap en de visitatiesystematiek. Doel Het doel

Nadere informatie

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT MJA3 ICT-sector Jeroen van der Tang Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT Duurzaamheid @ Nederland ICT Resultaten en initiatieven Nederland ICT op energiebesparing & milieu» MJA3 energie-efficiëntie

Nadere informatie