Live Movie Maker. Mar Gagestein ; Theo Broeren. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mar Gagestein ; Theo Broeren 15 July 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Inleiding Eindopdracht Voor je gaat filmen Hoe werk je met Beheer Media invoeren in Bewerken Overgangen en effecten Opslaan Bronnen Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Inleiding Leerdoel. In deze training leer je hoe je zelf, op een eenvoudige manier, video kunt monteren met het pakket Live Movie Maker. Met deze vaardigheid kun je uiteindelijk je lessen verlevendigen met zelf gemaakte videoproducties. Inhoud Vanaf windows XP bevatte Windows een programma om eenvoudige videobewerking uit te voeren. Het programma heette Windows Movie Maker. In Windows 7 is dit programma niet langer opgenomen. Het is nu een onderdeel van Windows Live Essentials, nl. Windows, het is een relatief simpel video bewerkingsprogramma. We gaan in deze training uit van Windows. Wil je liever het pakket Windows Movie Maker gaan trainen, ga dan naar het daarvoor ontwikkelde trainingsmateriaal. Als je Windows nog niet op jet PC hebt staan dan moet je deze eerst downloaden van de site van Microsoft. Met Windows maak je in drie stappen een videofilm van het opgenomen materiaal. Andere videobewerkingsprogramma's volgen ongeveer hetzelfde patroon. - Video vastleggen Je kunt hierbij gebruik maken van materiaal dat nog niet naar de computer is overgebracht (vastleggen) of van bestaand materiaal dat dat wel is (importeren) - Film bewerken Met het materiaal dat in de collecties van Windows live Movie Maker is verzameld, kun je nu een film gaan samenstellen. - Film afwerken Als het filmproject klaar is, dus de film samengesteld, kun je het resultaat als film opslaan. Bij het opslaan krijg je de mogelijkheid om het bestandsformaat aan de bestemming van de film en de gewenste kwaliteit, aan te passen. SBU Deze training, inclusief het uitwerken van de opdrachten, duurt 8 SBU. Auteur Theo Broeren, Zadkine Op dit werk rust een Creative Commons CC By licentie. Lees hier de voorwaarden? Pagina 2

4 Eindopdracht Eindopdracht Jouw studenten hebben gedurende het schooljaar een aantal sportactiviteiten uitgevoerd. Een van de opdrachten bij deelname aan de sportactiviteiten was: "maak een videoverslag over de sportactiviteit". Van alle ingeleverde videoverslagen wil je nu een compilatie maken zodat je deze in de afronding van het studiejaar aan je studenten kan laten zien. Opdracht: Verzamel minimaal 3 filmpjes over sportactiviteiten. Gebruik hiervoor of een andere downloadsite van.wmv filpjes. Je kunt er ook voor kiezen om 1 of meerdere zelfgemaakte filmpjes te gebruiken. als je zelf wilt gaan filmen, volg dan eerst het onderdeel "Voor je gaat filmen". Er zijn zeer veel videobestandsformaten, kan niet alles verwerken, gebruik daarom: avi, mov,m4v,3gp, mpeg of wmv bestanden. Het populaire flv (flash) bestand wordt niet ondersteund. Beveiligde bestanden (drm) worden ook niet in dit pakket geopend. Verzamel een aantal muziekfragmenten. formaten, gebruik een mp3 of wav formaat om geluid te importeren. Plaats al deze fragmenten in een apart aan te maken map op de computer, geef deze map een herkenbare naam. In de onderdelen: Bewerken, Overgangen en effecten en Opslaan vind je per onderdeel vervolgopdrachten. Uiteindelijk heb je een zelfgemaakte productie die je aan je studenten kunt vertonen. Pagina 3

5 Voor je gaat filmen Inhoud o Een film moet kort en helder laten zien waar het om gaat. De filmopnamen kun je meestal maar één keer maken, bijvoorbeeld als je praktijksituaties in de stage vastlegt. Daarom moet je vooraf duidelijk plannen wát je wilt filmen, hoe je dat gaat doen en wie en wat je daarbij nodig hebt. Maak daarom vooraf een goed gestructureerd draaiboek en hou je daaraan. o Probeer vooraf al in scènes te denken. Bedenk ook dat je later wél in video, maar slechts moeilijk in meelopend geluid kunt knippen. o Neem, als dat al kan, ook technische en filmische beslissingen in je draaiboek op. o Een vraaggesprek moet kernachtig en helder zijn. Bedenk daarom vooraf wat je met het gesprek te weten wilt komen. Stel een aantal vragen op en zorg dat je deze vragen kent. Jij moet als interviewer voor de structuur van het gesprek zorgen. Denk eraan, dat je voor je portfolio maar enkele minuten voor de boodschap hebt. Technisch o Kijk vooraf op de locatie of je voldoende licht hebt; maak eerst een proefopname. o Zorg dat de achtergrond niet de aandacht van het onderwerp afleidt. o Bij een gesprek loopt het geluid mee. Dat wordt al snel onverstaanbaar als het achtergrondgeluid te sterk is. Maak een proefopname, want vaak vergis je je in de akoestische werking van de locatie en het aanwezige achtergrondgeluid. o Een kamer met vloerbedekking en gordijnen dempt het geluid een beetje. Dat is heel geschikt voor het maken van een verstaanbare geluidsopname. o De meeste camera s hebben een ingebouwde microfoon. Degene die daar het dichtst bij is, is de cameraman/vrouw. Pa dus op voor ongewenste (bij)geluiden. o Er is niets zo vervelend als een onrustige cameravoering: gebruik eventueel een statief of leun ergens tegenaan. o Het aardige van een digitale camera is, dat het resultaat meteen bekenen kan worden. Filmisch o Wissel een keer van camerastandpunt tijdens een interview, als dat tenminste kan. o Let op de positie van de camera ten opzichte van het kind dat je filmt. Jij bent meestal groter dan het kind. Als je van bovenaf filmt lijkt het kind kleiner dan het is (en dat ziet er een beetje afstandelijk uit). Film je vanuit een laag standpunt dan komt het kind indrukwekkender (stoerder) over. Een gelijk camerastandpunt kan je betrokkenheid goed weergeven. o Als je niet wilt dat de kinderen steeds op je camera letten, doe dan een tijdje alsof je filmt. Na enige tijd zijn de kinderen de camera vergeten. Je kunt ook wat verder weg gaan staan en met de zoomfunctie de afstand overbruggen. Hierbij moet je wel op het geluid letten: een extra (richt)microfoon kan erg nuttig zijn. o Het is heel verleidelijk om veel in te zoomen. Het beeld wordt daar onrustig van, dus doe dat liever spaarzaam. o Werk niet alleen met close-ups. Niet iedereen ziet er dichtbij goed uit. o Een close-up laat niet zien waar de scène over gaat. Je moet dan overwegen of de kijker de context zal begrijpen. Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen, dat de kijker de situatie kan afleiden uit een totaalshot vóór of na deze close-up, of dat d gesproken tekst dat doet. o Ga op enige afstand staan als je een groep filmt, zodat je een simpel overzicht aan de kijker biedt. Als je dichtbij gaat staan moet je vaak veel met de camera bewegen om het groepsgebeuren vast te leggen en dat is later vervelend kijken. o Het volgen van een bewegend kind met de camera lukt je pas als je geoefend bent. Zoniet, film dan van ruime afstand, want dan zijn de camerabewegingen makkelijker vloeiend te krijgen. o Blijf je steeds afvragen, of de kijker straks je bedoeling uit de beelden kan begrijpen. Pagina 4

6 Pagina 5

7 Hoe werk je met Drie stappen in het productieproces -Windows Wie met Movie Maker (de voorganger van dit pakket) heeft gewerkt zal waarschijnlijk twee dingen opmerken, -1- de tijdlijnweergave is verdwenen en -2- er wordt niet meer gewerkt met collecties. Daarnaast zijn er een aantal mogelijkheden bijgekomen: meer video-formaten worden ondersteund, opslaan op internet (youtube) is nu een optie en de interface is totaal vernieuwd. Zoals in ieder video-editing programma zijn de drie stappen die je moet nemen om tot een product te komen hetzelfde gebleven. - Video vastleggen Plaats het mediamateriaal waaruit de film samengesteld gaat worden in een aparte map. Je kunt hierbij gebruik maken van materiaal dat nog niet naar de computer is overgebracht (vastleggen) of van bestaand materiaal dat dat wel is (importeren) - Film bewerken Met dit verzamelde materiaal kun je nu een film gaan samenstellen. Naast het bewerken van de clips, kun je ook foto's, overgangen, titels en effecten toevoegen. Zolang de film nog niet klaar is bewaar je alle bestanddelen in een Project. - Film opslaan Als het filmproject klaar is, dus de film samengesteld, kun je het resultaat als film opslaan. Bij het opslaan krijg je de mogelijkheid om het bestandsformaat aan de bestemming van de film en de gewenste kwaliteit, aan te passen. Pagina 6

8 Beheer Beheer van je mediafragmenten Vooral als de nieuwe film uit een behoorlijk aantal mediafragmenten gaat bestaan, is het goed om deze goed te ordenen. In een vorige versie van Movie maker werd met collecties gewerkt. Deze werkwijze is nu losgelaten. als je met werkt is het goed om je te realiseren dat het gebruikte video -en audiomateriaal niet in Movie Maker wordt opgeslagen, maakt een koppeling met het materiaal dat je gebruikt. Het is dus van belang dat je het materiaal tijdens het werken in een WLMMproject niet verplaatst of hernoemd. Om overzicht te houden op je materiaal is het aan te raden een aparte map aan te maken waarin je de fragmenten (audio en video) plaatst. Opdracht: Maak een map aan en geef deze een herkenbare naam. Plaats in deze map al het beeld en audiomateriaal dat je tot nu toe verzameld hebt. Pagina 7

9 Media invoeren in Video importeren - Digitale camera op de computer aansluiten. Aansluiten op de PC is afhankelijk van de soort opslag die je in je camera hebt. Oudere camera s gebruiken nog DV-bandjes en worden verbonden met een Firewire-poort. Nieuwere camera s hebben vaak een usb-verbinding en een geheugenkaart als opslagmedium. Sluit de camera aan op de Firewire-poort (ook IEEE 1394-poort geheten) van de pc. Verbind camera en pc met de speciale kabel. Of sluit de camera aan op de usb poort van je PC Of plaats de geheugenkaart uit je camera in de kaartlezer van je PC Zet de camera aan (afspeelstand, soms vcr-stand geheten). Start Windows Movie Maker. Kies deelvenster Filmtaken: klik zonodig op de knop [Taken] op de werkbalk. Kies nu 'Video vastleggen' > 'Vastleggen vanaf videoapparaat'. Je werkt nu verder met de Wizard 'Video vastleggen'. Jouw aangesloten camera staat in lijst met aangesloten apparaten: Selecteer je camera. Klik op [Volgende]. Vul een toepasselijke naam in voor het videobestand. Geef dan aan in welke map het videobestand moet worden opgeslagen Klik op [Volgende]. Je kunt nu kiezen voor: De standaardinstelling 'Beste kwaliteit voor afspelen op deze computer' in het dialoogvenster.het bestand wordt dan in wmv-formaat (Windows Media Video), gecomprimeerd opgeslagen. Dezekeuze voldoet als je de beelden wilt bewerken en de bestemming is je computer, een cd-rom, een bijlage bij een mailbericht of een publicatie op het internet. Of kies 'Meer opties weergeven' en dan 'Digitaalapparaatindeling (DV-AVI)'. Het bestand krijgt nu de minder gecomprimeerde avi-indeling. De kwaliteit is dan praktisch gelijk aan het origineel. Deze keuze is vooral geschikt om het eindproduct straks met de wizard Film opslaan, weer terug te zetten op een bandje van een digitale videocamera of videorecorder. Je hebt dan weinig kwaliteitsverlies. Er komen wel grote bestanden van: ongeveer 178MB per minuut opname. Klik op [Volgende]. Kies als opnamemethode De hele band automatisch vastleggen als alle opnamen die op het dvbandje of de geheugenkaart staan moeten worden vastgelegd of Gedeelten van de band vastleggen als slechts delen van de opnamen van de dv-band moeten worden vastgelegd. Je moet dan de tape zelf in de beginpositie brengen. Met Voorbeeld weergeven tijdens het vastleggen is de video te volgen: de computer wordt er wel aanzienlijk trager van. Klik op [Volgende]. De optie Clips maken na het voltooien van de Wizard staat standaard ingeschakeld en verdeelt de video in kleinere losse clips op basis van cameragegevens: dat hoeft dus niet inhoudelijk logisch te zijn. Bij korte videofragmenten kun je deze optie net zo goed uitzetten. Klik op [Voltooien]. Pagina 8

10 Pagina 9

11 Bewerken Opdracht Maak een nieuw project aan, geef deze een passende naam en sla dit project op. Voeg de door jou geselecteerde videoclips en afbeeldingen toe. Voeg muziek toe. Bewerken In het onderdeel bewerken ga je de film samenstellen uit allerlei onderdelen die je geselecteerd hebt (fragmenten) vervolgens bewerk je deze ruwe versie en als laatste voeg je effecten en overgangen toe. In Moviemaker werk je in projecten. Maak eerste een nieuw project aan en geef deze een passende naam. Selecteren Selecteer de fragmeneten die je wilt gaan gebruiken. Je kunt met voorvertonen eerst bekijken of je de juiste clip voorhanden hebt. Storyboard Sleep de fragmenten die je wilt gebruiken naar de goede plek in het storyboard. Je kunt fragmenten naar andere plekken in het storyboard slepen, je kunt ze kopieëren en verwijderen. Afspelen als je alle fragmenten achter elkaar hebt geplaatst dan kun je deze ruwe versie afspelen om een eerste indruk te krijgen van de film Verfijnen Bij het verfijnen van de film gebruik je de opties: animaties, visuele effecten, bewerken en opties Je kunt fragmenten: splitsen, combineren, knippen en verwijderen. Op deze manier creeër je het uiteindleijke beeldresultaat. Video en Audio Het is goed mogelijk dat aan het videobestand ook geluid gekoppeld is. Daarnaast kun je ook een geluidsbestand toevoegen aan de beelden. Je voegt dan via Start/ Muziek toevoegen een geluidsbestand toe. In het onderdeel project kun je met "audiomix" aangeven hoe hard het geluid van het videobestand Pagina 10

12 moet staan. Per fragment kun je het muziekvolume aanpassen en aangeven of de muziek moet in-of uitfaden. Pagina 11

13 Overgangen en effecten Geanimeerde overgangen, Effecten en Titels In de menubalk vind je de onderdelen Animaties en visuele effecten. In het lint vna het odnerdeel Start vind je de opties voor de titels. Overgangen In het onderdeel Animaties vind je zeer veel mogelijkheden om een geleidelijke overgang tussen twee videoclips in te voegen. Probeer de verschillende overgangen eerst uit voor je een keuze maakt. een overgang voeg je toe door tussen twee fragmenten te klikken en een overgang te selecteren. Een afbeelding kun je bewerken met de optie Pan en Zoom, hierdoor beweegt de afbeelding tijdens het afspelen. Het is ook mogelijk tekst over een afbeelding heen te plaatsen. Visuele-effecten Een visueel-effect kun je aan een video-fragment toevoegen. Selecteer een fragment en selecteer het gewenste effect. Titels Met het onderdeel titels kun je een titel voorafgaand aan de film toevoegen het is ook mogelijk tussentitels en een aftiteling toe te voegen. Opdracht Voeg overgangen toe en zorg voor een begin en aftiteling. Pagina 12

14 Opslaan Opdracht: Van het project ga je nu een film maken. Kies film opslaan en selecteer een opslagmethode. Vervolgens moet je de kwaliteit bepalen. Een filmpje voor gebruik op internet mag kleiner (framegrootte en bestandgrootte) zijn dan een film die je uiteindelijk op een beamer voor een zaal wilt presenteren. Een HD film (1440x1080) heeft een grootte van 180 MB per minuut. Een normale thuisgebruik-indeling is een wmv-bestand met een framegrootte van 720x576 je krijgt dan een bestand van 12 MB per minuut. Pagina 13

15 Bronnen UvA handleiding Kennisnet: online workshop Video in de les Walhak docent en ict Cursus Movie Maker met veel videomateriaal Pagina 14

16 Over dit lesmateriaal Colofon Auteurs Mar Gagestein ; Theo Broeren Laatst gewijzigd 15 July 2011 om 12:16 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; Volwasseneneducatie, Niveau 1; MBO, Niveau 3: Vakopleiding; Volwasseneneducatie, Niveau 4; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding; MBO, Niveau 1: Assistentenopleiding; Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie; Volwasseneneducatie, Niveau 3; Volwasseneneducatie, Niveau 2; Eindgebruiker leraar Moeilijkheidsgraad gemiddeld Pagina 15