Auteur(s): D.A. Kistemaker, M.J. Truijens Titel: Lactaat en lactaatdrempel Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-20
|
|
- Eva Meijer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Auteur(s): D.A. Kistemaker, M.J. Truijens Titel: Lactaat en lactaatdrempel Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-20 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 LACTAAT EN LACTAATDREMPEL D.A. Kistemaker M.J. Truijens Dinant Kistemaker, Bewegingstechnoloog, student Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam Martin Truijens, student Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam V oor alle dagelijkse activiteiten heeft de mens energie nodig. Deze energie kan in principe op twee manieren worden vrijgemaakt; via de aërobe of anaërobe verbranding van energierijke stoffen. Het aandeel dat elk van deze energie-vrijmakende mechanismen in de totale energieleverantie heeft, is onder andere afhankelijk van de inspanningsintensiteit en de inspanningsduur (2). Om na te gaan welk aandeel het aërobe en anaërobe mechanisme bij een bepaalde inspanning in de energieleverantie hebben, is het doen van metingen noodzakelijk. Het meten van het aërobe aandeel geschiedt veelal via de bepaling van de zuurstofopname. Over het anaërobe aandeel is minder makkelijk een uitspraak te doen. Tot op heden is dat alleen mogelijk via indirecte methoden. De veruit bekendste methode is de meting van de lactaatconcentratie in het bloed. (Lactaat is meer bekend onder de naam melkzuur.) Tegenwoordig wordt deze methode in de sportwereld veelvuldig gebruikt om een uitspraak over het prestatievermogen te doen (10,17). Bij metingen van de lactaatconcentratie is men met name geïnteresseerd in het fenomeen dat bij een inspanning van toenemende intensiteit op een bepaald moment een ophoping van lactaat in het bloed, oftewel een sterke stijging van de lactaatconcentratie, optreedt. De waarde van de lactaatconcentratie waarbij deze ophoping van lactaat optreedt, wordt wel aangeduid als de lactaatdrempel. In de literatuur blijkt dat er nog lang geen eenduidigheid, met betrekking tot de definitie en bepalingsmethode van de lactaatdrempel, bestaat (15). Het probleem hierbij is dat het gebruik van verschillende methoden om de lactaatdrempel vast te stellen tot verschillende drempelwaarden leidt. Dus wanneer bij eenzelfde proefpersoon, bij overigens gelijke condities, met behulp van verschillende methoden de lactaatdrempel wordt bepaald, wordt nooit dezelfde drempelwaarde gevonden. Sterker nog: zelfs wanneer eenzelfde methode met dezelfde proefpersoon onder gelijke omstandigheden wordt afgenomen, worden verschillende waarden gevonden. Dit kan op zijn minst zeer opmerkelijk genoemd worden. Desondanks worden in de sportwereld zeer regelmatig lactaatdrempels bepaald. Deze worden vervolgens als maat voor iemands optimale training- en wedstrijdintensiteit gebruikt (18). In dit artikel wordt geprobeerd duidelijkheid te scheppen over lactaat en lactaatconcentratie in het algemeen. Daartoe wordt allereerst een uiteenzetting gegeven over energie en energie vrijmakende mechanismen in het menselijk lichaam. Vervolgens wordt uitgelegd wat lactaat is, wanneer en hoe het ontstaat en wat ermee gebeurt. Tevens wordt ingegaan op het feit dat ook al zou men in staat zijn een exacte en reproduceerbare maat voor de lactaatdrempel te vinden, het nog lang niet duidelijk is of dat werkelijk informatie bevat over datgene waar men een uitspraak over wil doen. Zo wordt de vorming van lactaat, en de daardoor toenemende "verzuring", in verband gebracht met vermoeidheid. In de sportwereld is: "de verzuring slaat toe" dan ook een veel gebruikte kreet. De vraag is echter of er tussen lactaat en vermoeidheid een causaal verband bestaat. ATP ATP is the universal currency of free energy in all biological systems (Lett. vert.: ATP is de universele valuta voor vrije energie in alle biologische systemen (16) ). Levende organismen hebben een continue stroom van vrije energie nodig voor drie hoofddoelen: het leveren van mechanische arbeid in spiercontractie en andere cellulaire bewegingen, het actieve transport van moleculen en ionen en de synthese van macromoleculen en andere biomoleculen uit eenvoudigere bestanddelen. Deze vrije energie wordt in verreweg de meeste gevallen geleverd door ATP. Dit zeer energierijke molecuul kan energie leveren door afsplitsing van een fosfaatgroep:
3 1 ) ATP ADP P i Energie (ATP = Adenosine trifosfaat, ADP = Adenosine difosfaat) De mens gebruikt in onwaarschijnlijke hoeveelheden ATP. Tijdens één dag in rust gebruikt een mens al ongeveer 40 kg aan ATP. Tijdens hevige inspanning kan het verbruik van ATP oplopen tot 0.5 kg/min (16). Dit kan uiteraard alleen maar indien ATP constant wordt teruggevormd uit ADP. Vandaar de aanwezigheid van heen en teruggaande pijlen in vergelijking (1). Voor deze terugvorming van ATP is energie nodig. Deze energie halen wij voor het grootste gedeelte uit de verbranding van energierijk voedsel. De mens kan uit drie soorten moleculen energie vrijmaken: polysacchariden (koolhydraten), lipiden (vetten) en proteïnen (eiwitten). Aërobe metabolisme Deze mogelijke brandstoffen worden bij aërobe verbranding in hoofdzakelijk drie verschillende stappen afgebroken (9) (figuur 1). Figuur 1. Het aërobe systeem kan worden onderverdeeld in drie stappen. De eerste stap is het afbreken van grote brandstofmoleculen in kleine delen. In stap twee worden deze moleculen gekoppeld aan een coënzym, zodat het complex acetyl CoA ontstaat. Dit complex gaat in stap drie de citroenzuurcyclus (waar het coënzym weer vrijkomt) en de ademhalingsketen in. Als eerste worden grote moleculen in kleinere eenheden afgebroken. Zo worden koolhydraten afgebroken tot eenvoudige suikers (zoals glucose) en proteïnen afgebroken tot aminozuren. In de tweede stap worden deze via allerlei enzymatische reacties gekoppeld aan CoA. (CoA staat voor het coënzym A. In de citroenzuurcyclus komt dit coënzym weer vrij om hergebruikt te worden). Het ontstane complex heet Acetyl CoA. De laatste fase bestaat uit de citroenzuurcyclus (ook wel Krebs cyclus) en de ademhalingsketen (ook wel oxydatieve fosforylatie), de final common pathway voor de oxydatie van brandstoffen. Beide processen vinden plaats in de mitochondria (figuur 2). In deze laatste stap wordt verreweg de meeste energie (lees ATP) vrijgemaakt. Pas in de ademhalingsketen wordt de ingeademde zuurstof gebruikt voor de totale omzetting van de brandstoffen in (CO 2 en) H 2 0. Zo levert de volledige verbranding van één molecuul glucose uiteindelijk 30 tot 36 moleculen ATP op (5). (De pre-
4 cieze hoeveelheid ATP die gevormd wordt is niet onder alle omstandigheden gelijk). Figuur 2. Het mitochondrion is een organel dat een onmisbare plaats inneemt in het aeroob systeem. In de matrix van het mitochondrion vindt de citroenzuurcyclus de plaats. Het systeem behorend bij de ademhalingsketen bevindt zich in en tussen de binnenste en buitenst membraan. Anaërobe metabolisme Om te kunnen begrijpen waarom lactaat gemaakt wordt, moet eerst gedetailleerder gekeken worden naar wat bij het aërobe metabolisme stap twee (zie figuur 1) werd genoemd. In deze stap wordt onder andere glucose omgezet in Acetyl CoA, alvorens deze de citroenzuurcyclus en de ademhalingsketen ingaat, om volledig verbrand te worden. Voordat glucose omgezet wordt in Acetyl CoA, wordt eerst de stof pyruvaat gemaakt. (Pyruvaat staat ook wel bekend als pyrodruivenzuur). Deze omzetting van glucose naar pyruvaat wordt de glycolyse genoemd. De netto reactie ziet er als volgt uit: 2) Glucose 2Pi 2ADP 2NAD 2 pyruvaat 2ATP 2NADH 2H 2H 2O (NAD = Nicotinamide adenine dinucleotide, NAD + = geoxydeerde vorm, NADH = gereduceerde vorm). Deze op het oog enigszins moeilijk lijkende vergelijking is noodzakelijk om de uiteindelijke stap naar het maken van lactaat te kunnen begrijpen. Bij de glycolyse worden netto twee ATP moleculen gevormd. Pyruvaat kan dan in principe drie richtingen op: het kan worden omgezet in ethanol (alcohol), Acetyl CoA welke de citroenzuurcyclus en de ademhalingsketen ingaat en kan worden omgezet in lactaat. De mens beschikt niet over de enzymen om pyruvaat om te zetten in ethanol. (Dit in tegenstelling tot verschillende bacteriën). De glycolyse kan alleen doorgang vinden indien er genoeg NAD + voor handen is. Wanneer pyruvaat wordt omgevormd tot Acetyl CoA wordt NADH uiteindelijk weer omgezet in NAD +. Wanneer er, bijvoorbeeld bij zware inspanning, in de ademhalingsketen niet genoeg zuurstof aanwezig is, stopt deze en remt daarmee tevens de citroenzuurcyclus. Dit komt omdat vele reacties evenwichtsreacties zijn en omdat sommige tussenprodukten bij ophoping een remmende werking hebben op reacties die eerder in de cyclus plaatsvinden. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat er geen pyruvaat omgezet kan worden in Acetyl CoA. En dit was juist de stap waarbij NAD + wordt teruggevormd. Omdat NAD + absoluut onmisbaar is in de glycolyse, zou een tekort zelfs tot remming van de glycolyse kunnen leiden. Er is dan maar één mogelijkheid over om NAD + terug te winnen en dat is pyruvaat om te zetten in lactaat (figuur 3). 3 ) Pyruvaat NADH H Lactaat NAD
5 Figuur 3. Glucose wordt in de glycolyse omgezet in pyruvaat. Hiervoor is het molecuul NAD + nodig. Zonder dit molecuul is de glycolyse onmogelijk. Bij de omzetting van glucose in pyruvaat wordt NAD + omgezet in NADH. Wanneer er genoeg zuurstof voor handen is, wordt NADH in de citroenzuurcyclus weer terug gevormd in NAD + en kan weer gebruikt worden in de glycolyse. Echter, bij zuurstoftekort stopt de ademhalingsketen en remt daarmee de citroenzuurcyclus. Hiermee zou een tekort aan NAD + ontstaan; er wordt immers geen NADH meer teruggevormd vanuit de citroenzuurcyclus. Om toch NAD + terug te vormen, teneinde de glycolyse op gang te houden (daarbij komt energie vrij) wordt pyruvaat omgezet in lactaat. Dus de vorming van lactaat is zeker niet negatief. Het vormen van lactaat stelt het lichaam in staat, ondanks een gebrek aan zuurstof de glycolyse op gang te houden. Bij deze glycolyse wordt energie vrijgemaakt. Er zijn zelfs mensen die om pathologische redenen niet of in zéér geringe mate lactaat aanmaken. Zij raken ondanks de afwezigheid van lactaat eerder vermoeid! (zie voor een totaal overzicht van de aërobe en anaërobe energie leverantie figuur 4). Figuur 4. Schematisch overzicht van het energie vrijmakend systeem van de mens. De glycolyse van één glucose molecuul levert netto twee ATP moleculen op. Ook worden netto twee ATP moleculen gevormd in de citroenzuurcyclus. In de ademhalingsketen (oxydatieve fosforylering) worden verreweg de meeste ATP moleculen gemaakt: ongeveer 26 moleculen (per acetyl CoA complex). Lactaat de spiercel uit Het transport van lactaat van spier naar bloed geschiedt op basis van ondersteunde diffusie (m.b.v. zogenaamde shuttle-enzymen). Wanneer de lactaatconcentratie in de spier toeneemt, stijgt de concentratiegradiënt. De concentratiegradiënt betekent in dit geval de verhouding van lactaat buiten en binnen de cel. Op basis van deze concentratiegradiënt zal er lactaat van de spier naar het bloed diffunderen.
6 Op basis van diezelfde diffusie kan lactaat door spieren met een lage lactaatconcentratie worden opgenomen. Hier kan een deel van het lactaat worden omgezet in pyruvaat en weer worden gebruikt als brandstof. Ook kan lactaat vanuit het bloed worden opgenomen in de lever. Hier wordt het omgezet in pyruvaat en vervolgens weer in glucose. (Deze kring van het vormen van lactaat uit glucose in de spier en het vormen van glucose uit lactaat in de lever etc., staat ook wel bekend als de Cori cyclus). Deze glucose wordt weer aan het bloed afgegeven en kan weer door spieren worden opgenomen. De formatie van lactaat kan zo tijd rekken en kan een deel van de metabole last verplaatsen naar de lever. Daarnaast staat het hart bekend als consument van lactaat (7,16,17). Tevens wordt een heel klein gedeelte van het in het bloed opgenomen lactaat opgenomen en uitgescheiden door de nieren. Het meten van de lactaatconcentratie Zoals in de inleiding reeds werd vermeld, is men bij metingen van de lactaatconcentratie met name geïnteresseerd in de lactaatdrempelwaarde (LT = Lactate Threshold ). De LT wordt in de literatuur op verschillende manieren beschreven (2,14). Een veel gebruikte term is Onset of Blood Lactate Accumulation (OBLA), ook wel de anaërobe drempel (AT) genoemd. De OBLA staat voor die inspanningsintensiteit waarbij de lactaatconcentratie 4mmol/l bedraagt. Inspanning waarbij beneden deze drempel gebleven wordt, zou geen snelle stijging van de lactaatconcentratie tot gevolg hebben, terwijl inspanning waarbij boven deze drempelwaarde wordt uitgekomen snel tot verzuring zou leiden. In de literatuur worden ook wel andere waarden dan 4 mmol/l als drempelwaarde gebruikt (15) (o.a. 2.0, 2.2 en 2.5). Hieruit blijkt dat de verschillende onderzoekers nog geen overeenstemming hebben bereikt met betrekking tot de waarde van de LT. Vandaar dat er ook onderzoekers zijn die uitgaan van een individuele waarde voor de LT, deze wordt ook wel individuele anaërobe drempel (IAT) genoemd (8). Hierbij wordt steeds per individu het beginpunt van de lactaataccumulatie bepaald. Voor de beschrijving van dit beginpunt worden in de literatuur verschillende definities gehanteerd. Zo wordt bijvoorbeeld voor de IAT die belasting waarbij de veneuze lactaatconcentratie niet-lineair toeneemt gehanteerd (5), en gebruiken anderen die belasting waarbij de lactaatconcentratie op steady state niveau blijft (11). Er worden dus zeer veel verschillende definities voor de LT gebruikt. Op zich is dit niet zo erg, ware het niet dat bij verschillende methoden verschillende waarden van de LT worden gevonden (2,3,7,8,10,11,14,15,17,18). Hierdoor is tot op heden een eenduidige vaststelling van de lactaatdrempel onmogelijk gebleken. Lactaat en vermoeidheid Hoewel menigeen anders beweert, is er geen verband gevonden tussen een hoge lactaatconcentratie in het bloed en de hoogte van de energieleverantie. Oftewel een hoge lactaatconcentratie is geen maat voor vermoeidheid. Dat dit zo is, volgt ook uit het feit dat mensen die om pathologische redenen geen enzym bezitten om pyruvaat om te zetten in lactaat, net zulke vermoeidheidsgevoelens kennen als ieder ander. Het fenomeen vermoeidheid is daarmee ook moeilijk te verklaren. Ten eerste is het begrip vermoeidheid al een niet-eenduidige term. Wanneer vermoeidheid (van een spier) wordt teruggebracht tot het niet meer in staat kunnen zijn van het volbrengen van een opgedragen belasting, kan een meer gedetailleerdere vraag gesteld worden: welke mechanismen zorgen voor een afname in kracht tijdens aanhoudende belasting? De meest voor de hand liggende verklaring zou het gebrek aan ATP (en de daarmee verband houdende hoge concentratie ADP) zijn. Ondanks het feit dat er een relatie gevonden is tussen de ATP afname en vermoeidheid (figuur 5), kan het gebrek aan ATP geen verklaring zijn voor het niet meer kunnen leveren van kracht. Dit is enigszins inzichtelijk te maken omdat er altijd ATP in de spiercel aanwezig is, ook indien de spier allang niet meer in staat is de opgedragen belasting vol te houden. Dit is te zien in figuur 5, waar een 100 procent afname van ATP nooit voorkomt. Daarbij komt nog dat ATP nodig is om de koppelingen tussen actine en myosine los te maken en niet om deze vast te maken. Als al het ATP "op" zou zijn zou de spier in rigor komen te staan.
7 Figuur 5. Relatie tussen ATP afname en vermoeidheid. Vermoeidheid is uitgezet als de geleverde arbeid als percentage van de arbeid tijdens de eerste contractie., data verkregen bij 2 seconden durende intervallen gedurende 10 seconden durende belasting;, data van eerdere experimenten (de Haan et al. 1993). Een 100 procent afname van de ATP komt nooit voor. Tot op dit moment is het nog onduidelijk welke processen exact leiden tot vermoeidheid. Er zijn echter aanwijzingen dat de intracellulaire concentratie van magnesium (Mg 2+ ) en IMP (= Inosaat) in de spier een grote rol spelen. Om dit inzichtelijk te kunnen maken moeten eerst twee biochemische reacties worden geïntroduceerd. Onder invloed van een speciaal enzym treedt de volgende reactie op: 4 ) 2ADP ATP AMP (AMP = Adenosine monofosfaat). Dit is een extra mechanisme om ATP vrij te maken. Tijdens een inspanning komt namelijk ADP (zie reactie 1) vrij. Er wordt dan uit twee ADP moleculen 1 molucuul ATP gemaakt, waarbij AMP als bijproduct ontstaat. Echter, als de concentratie AMP hoog wordt, zou dat inhouden dat deze reactie steeds minder verloopt. Het gaat hierbij namelijk om een evenwichtsreactie. Naarmate er meer AMP aanwezig is, zal de omzetting van ADP steeds minder worden. Om dit effect tegen te gaan wordt AMP "weggevangen" door deze om te zetten naar een op AMP lijkend molecuul: 5 ) AMP IMP (AMP = Adenosine monofosfaat, IMP = Inosaat). Zowel ATP, ADP als AMP komen in tegenstelling tot IMP in 95% van de gevallen voor als zijnde gebonden aan Mg 2+. Bij het omzetten van AMP naar IMP komt dan het Mg 2+ ion vrij. Dit zou de efflux van calcium (Ca 2+ ) vanuit het sarcoplasmatisch reticulum inhiberen (12,13,20). Ca 2+ maakt de bindingsplaatsen van actine op myosine vrij. Kortom, zonder Ca 2+ kunnen in een spier geen bindingen tussen actine en myosine plaatsvinden en kan dus geen kracht gegenereerd worden. In ieder geval is tot op heden duidelijk dat lactaat geen directe rol speelt bij vermoeidheid. Discussie Hopelijk heeft het bovenstaande u meer inzicht gegeven in wat lactaat is en hoe en wanneer het ontstaat. Van belang is in ieder geval in te zien dat lactaat op zichzelf geen 'nadelig iets' is. Nadelige oplossingen voor problemen, in dit geval zuurstoftekort, komen in feite in het lichaam nooit voor. Wel is de vorming van lactaat een teken dat de aërobe energieleverantie tekort schiet. Dit is onder andere het geval bij aanvang van een inspanning, het anaërobe energiesysteem levert dan het merendeel van de benodigde energie, totdat het tragere aërobe systeem op gang is gekomen. Ook bij inspanningsintensiteiten waarbij de benodigde hoeveelheid energie groter is dan door het aërobe systeem geleverd kan worden schiet het anaërobe energiesysteem te hulp. In het voorgaande is tevens ingegaan op de meting van lactaatconcentraties in het bloed. Gesteld werd dat het bij de meting van lactaatconcentraties in het bloed met name gaat om de vaststelling van een drempelwaarde. Grofweg zijn er twee manieren voor het vaststellen van een lactaatdrempel. Ten eerste wordt als drempelwaarde een vaste waarde voor de lactaatconcentratie genomen (OBLA). Aan de hand van deze meetmethode is het absoluut onmogelijk om ook maar enige valide conclusies te
8 trekken. In ieder geval zullen het spier-skelet-, ademhaling- en het hart-vaatstelsel, en daarmee ook de lactaatdrempel, per persoon sterk verschillen. Een vaste waarde voor een lactaatdrempel is dan ook volkomen onzin. Bij de tweede methode worden individuele drempelwaarden vast gesteld. Dit is de waarde van de lactaatconcentratie waarbij deze sterk niet-lineair gaat toenemen. Dit lijkt in ieder geval al beter dan de eerdergenoemde methode. Echter, de lactaatconcentraties die bij lactaatmetingen gevonden worden, blijken slechts een zeer vage afspiegeling van wat zich daadwerkelijk in de spier afspeelt te zijn (6,12). Aanzienlijke hoeveelheden lactaat die wel in de spier geproduceerd worden, kunnen uiteindelijk niet in het bloed gemeten worden, doordat lactaat vertraagd de cel uitkomt, snel door naburige cellen wordt opgenomen en voor met name de hartspier een goede brandstof is (7,16,17). Het soort activiteit waarbij de meting van de lactaatconcentratie in het bloed plaatsvindt, zal dan ook van invloed zijn op de waarden die men meet, aangezien spieren, die gezien de soort inspanning minder energie hoeven te leveren, lactaat kunnen opnemen. De lactaatconcentratie zoals die tijdens een test in het bloed gemeten wordt, blijkt zelfs te worden beïnvloed door de voorraad glycogeen in de spier, de hoeveelheid vrije vetzuren en de ijzerbalans in het lichaam (1). (Glycogeen bestaat uit op zeer vernuftige wijze aan elkaar gekoppelde glucose moleculen). Hiermee wordt aangegeven dat voeding van invloed is op de te meten lactaatconcentratie en dat de lactaatconcentratie in het bloed hierdoor per dag kan verschillen. De concentratie lactaat in een spier heeft geen relatie met de kracht die die spier kan leveren. Deze gedachte komt voort uit het idee dat lactaat een zuur is en dat een spier in een zuur milieu minder kracht zou kunnen genereren. Dit is echter niet waar. Lactaat is weliswaar een (zwak)zuur, maar de ph (de zuurtegraad) heeft, onder fysiologische temperaturen, nauwelijks effect op inhibitie van de spierkracht (19). Er is dus bij hevige inspanning sprake van afname van de ph (het wordt dus zuurder), maar dat deze verzuring kan toeslaan is onmogelijk. De energiehuishouding bij de mens is in zijn geheel een zeer ingewikkeld en ingenieus systeem. Vele processen spelen daarbij een onmisbare rol. Dit geldt zeker ook voor de vorming van lactaat in de spier. Echter, de meting van de hoeveelheid lactaat in het bloed is absoluut niet representatief voor datgene wat zich in de spier afspeelt. Daarmee is het vaststellen van en het conclusies trekken uit een lactaatdrempel in de praktijk niet zinvol. LITERATUUR 1. Ahmaidi, S., Hardy, J.M., Varray, A., Collomp, K., Mercier, J. & Prefaut, C. Respiratory gas exchange indices used to detect the blood lactate accumulation treshold during incremental exercise test in young athletes. Eur J Appl Physiol, 66, 31 B 36 (1993). 2. Åstrand, P-O. & Rodahl, K. Textbook of work physiology. (3rd ed.). New York: McGraw-Hill, Benneke, R. & Duvillard, S.P. von (1996). In: Hollander, A.P. (1998).... en toch is het zuur. rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de bewegingsfysiologie aan de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit te Amsterdam op 29 oktober Brooks (1985). In: Loat, C.E.R. & Rhodes, E.C. Relationship between lactate and ventilatory tresholds during prolonged exercise. Sports Med, 15(2), (1993). 5. Haan, A. de & Koudijs, J.C.M. A linear relationship between ATP degradation an fatique during high-intensity dynamic exercise in rat skeletal muscle. Exp Phy, 79, (1994). 6. Hinkle, P.C., Kumar, M.A., Resetar, A. & Harris, D.L. Mechanical stoichiometry of mitochondrial oxidatieve phosphorylation. Biochemistry 30: (1991).
9 7. Hollander, A.P. (1998).... en toch is het zuur. rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de bewegingsfysiologie aan de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit te Amsterdam op 29 oktober Kindermann & Stegmann (1982). In: Loat, C.E.R. & Rhodes, E.C. Relationship between lactate and ventilatory tresholds during prolonged exercise. Sports Med, 15(2), (1993). 9. Krebs, H.A. & Kornberg, H.L. The role of the citric acid in intermediate metabolism in animal tissues. Enzymologia 4, (1937). 10. Loat, C.E.R. & Rhodes, E.C. Relationship between lactate and ventilatory tresholds during prolonged exercise. Sports Med, 15(2), (1993). 11. McLellan, T.M. & cheung, K.Y. A comparative evaluation of the individual anaerobic treshold and the critical power. Med Sci Sports Exerc, 24(5), 543 B 550 (1992). 12. Nagesser, A.S., Laarse, W.J. van der & Elzinga, G. Metabolic changes with fatique in different types of muscle fibres of Xenopus Laevis. J Phy, 448, (1992). 13. Nagesser, A.S., Laarse, W.J. van der & Elzinga, G. ATP formation and ATP hydrolysis during fatiguing, intermittent stimulation of different types of single muscle fibres from Xenopus Laevis. J Muscle Research and Cell Motility, 14, (1993). 14. Rodriquez, F.A., Banquells, M., Pons, V., Drobnic, F., & Galilea, P.A. A comparative study of blood lactate analytic methods. Int J Sports Med, 13(6), (1992). 15. Spurway, N.C. Aerobic exercise, anaerobic exercise and the lactate treshold. British Medical Bulletin, 48(3), 569 B 591 (1992). 16. Stryer, L. Biochemistry (4th edition). W.H. Freeman and Company, New York (1995). 17. Vander, E.J., Sherman, J.H. & Luciano, D.S. Human Physiology: the mechanisms of body function. (6th edition). McGraw-Hill (1994). 18. Weltman, A., Snead, D., Stein, P., Seip, R., Schurrer, R., Rutt, R. & Weltman. J. Reliability and validity of a continuous incremental treadill protocol for the determination of lactate treshold, fixed blood lactate concentrations and VO2max. Int J Sports Med, 11(1), 26 B 32 (1990). 19. Westerblad, H., Bruton, J.D. & Lannergren, J. The effect of intracellular ph on contractile function of intact, single fibres of mous muscles declines with increasing temperature. J Physiology, 500, (1997). 20. Westra, H.G., Haan, A. de, Doorn, J.E. de, Haan, J.E. de. IMP production and energy metabolism during exercise in rats in relation to age. Bioch J 239, (1986).
Celademhaling & gisting
Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).
Nadere informatieInspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011
Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie
Nadere informatieMetabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5
RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 Inhoud Aerobe glycolyse Glycogenolyse Cori cyclus Aerobe glycolyse aerobe glycolyse NADH, vormen voor respiratoire keten Voorwaarde NAD + moet beschikbaar zijn, NADH
Nadere informatieNaar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.
Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële
Nadere informatieEnergie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink
Energie systemen v/h lichaam Door: Theo Baks, Hennie Lensink DATUM: 21-2-2014 Inleiding De bloedglucose van een gezond lichaam zit tussen 4/9 mmol/l lactaat. Net als vuur voor verbranding zuurstof nodig
Nadere informatieNederlandse samenvatting (voor niet-ingewijden)
Nederlandse samenvatting (voor niet-ingewijden) Dit hoofdstuk bevat een Nederlandse samenvatting van het proefschrift, getiteld: Voedingsinterventie bij patiënten met Complex I Deficiëntie: een rol voor
Nadere informatieTentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST,
Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 1. Tijdens fotosynthese ontstaat O 2. Uit welke grondstof(fen) wordt dit O 2 gevormd? De reactie vereist energie. Hoeveel moleculen ATP worden
Nadere informatieMitochondriële ziekten Stofwisseling
Mitochondriële ziekten Stofwisseling Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de stofwisseling. De stofwisseling is niet eenvoudig daarom
Nadere informatie15-07-2012. Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle
15-07-2012 Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle Ziekte-informatie De ziekte van McArdle behoort tot de glycogeenstapelingsziekten. Er is sprake van een tekort aan fosforylase in de spiercel. De ziekte
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieDWV Klein DWV Verzet Klein Trainen met een Trainen hartslagmeter met een Jasp Ree Ree lda 04-02-2009
DWV Klein Verzet Trainen met een hartslagmeter Jasper Reenalda 04-02-20092009 Opzet clinic Theoretische introductie: Inspanningsfysiologie Meten van de inspanning Basisprincipes training Trainen met een
Nadere informatie4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat
1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch
Nadere informatieStudiehandleiding Biochemie I
Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet
Nadere informatieAfscheid van melkzuur (deel 1)
FYSIOLOGIE Volgens een lange traditie wordt spiervermoeidheid geweten aan de vorming van melkzuur. Sinds enkele jaren is deze theorie aan het wankelen. In dit eerste van drie artikelen wordt een overzicht
Nadere informatieAnabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie
Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:
Nadere informatieDe termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?
Aeroob en anaeroob De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Om maar met de deur in huis te vallen de vertalingen: "aeroob"
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van
Nadere informatieAchtergronden bij het Metabolaspel
Achtergronden bij het Metabolaspel Colofon Naar idee: dr. M. Lopes Cardozo, Universiteit Utrecht prof. dr. M.C.E. van Dam Mieras, Universiteit Leiden Projectleiding: J. Berkhout, Open Universiteit Nederland
Nadere informatie15.3. De anaërobe glycolyse
Trainingsleer uithoudingsvermogen 15.1. Inleiding Wanneer we praten over uithoudingsvermogen dan hebben we het in feite over het gebruik van de verschillende energiesystemen. Elk energiesysteem gebruikt
Nadere informatieAnaëroob a-lactisch Anaëroob lactisch Aërobe systeem
Anaëroob a-lactisch Afbraak ATP (voedsel van de spier) en creatinefosfaat. Waarbij geen zuurstof nodig is. Geen vorming van lactaat/melkzuur Maximale inspanning 20 seconde Ontwikkelen van veel snelheid
Nadere informatieMeerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin
Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de
Nadere informatie1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer
1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop
Nadere informatieLactaatanalyse met INSCYD software
Lactaatanalyse met INSCYD software Wat is lactaat? Stelling Waar Niet waar Lactaat is een afvalstof Lactaatopstapeling is de oorzaak van het brandend spiergevoel Hoe lager de lactaatproductie, hoe beter
Nadere informatieHet Geheim van Wielrennen. De vermogensafname in de tijd
Het Geheim van Wielrennen De vermogensafname in de tijd Vele auteurs hebben al geworsteld met de vraag hoe de afname van het vermogen bij een toenemende duur van de inspanning het beste beschreven kan
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieConditie Martijn Carol TCT 2008
Conditie Martijn Carol TCT 2008 Conditietesten Teksten van ww.stct.nl Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Conditie... 3 Wedstrijdtijden analyse... 5 Een conditie test: het meten van de fysiologische gesteldheid...
Nadere informatieSamenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj
Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatie4. Toevoeging van een ontkoppelaar zal in mitochondrien de snelheid van NADH consumptie doen en de snelheid van ATP synthese doen
1. Ontkoppeling van mitochondriale oxidatieve fosforylatie a. laat nog steeds mitochondriale ATP vorming toe, maar zal het verbruik van O 2 doen stoppen b. zal alle mitochondriale metabolisme doen stilvallen
Nadere informatieEen intensieve extensieve interval
Een intensieve extensieve interval Interval trainingen: Wat is het doel, hoe werkt het? Hoe pas je ze in je trainingsprogramma? 2 Wat gaan we doen? Energiesystemen: Welke kennen we? Wanneer gebruiken we
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking
Nadere informatieRegulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment de Graef, M.R. Link to publication Citation for published version (APA): de Graef,
Nadere informatieHoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?
Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Looptraining is in de eerste plaats leren efficiënt met je energie omgaan. Dit betekent niet voor elke loper hetzelfde. Een sprinter zal zijn beschikbare
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel
Nadere informatieBiologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling
Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme
Nadere informatieTentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008)
Tentamen BIOCHEMIE (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Enzymkinetiek en Signaaltransductie 1a Geef twee redenen waarom de snelheid v 0 van een enzymgekatalyseerde reactie S P wordt gemeten op t =
Nadere informatieSAMENVATTING 141 Aminozuren zijn bouwstenen voor de synthese van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een organisme. De synthese van aminozuren kost energie dat wordt gewonnen uit de voedingstoffen
Nadere informatieCLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER
CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER ENERGIESYSTEMEN Fosfaatsysteem Melkzuursysteem Zuurstofsysteem FOSFAAT SYSTEEM Anaeroob (zonder zuurstof) Alactisch Duurt bij maximale sprint 14
Nadere informatie4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie.
Samenvatting door L. 1850 woorden 17 december 2012 4,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Vrije en gebonden energie. Vrije energie (kinetische energie) komt voor als warmte en
Nadere informatieGlucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding
Glucose in beweging door beweging Yvonne Krul internist in opleiding Vraag 1 Jongen van 18 jaar met type 1 diabetes speelt aankomend weekend kampioenswedstrijd voor de voetbal. Wat adviseert u t.a.v. de
Nadere informatieVoorwoord 10. Inleiding 11. 1 Inleiding in de module inspanning 1 5
Inhoud 5 Inhoud Voorwoord 10 Inleiding 11 module i aanpassen aan inspannen 1 Inleiding in de module inspanning 1 5 2 Energielevering bij inspanning 1 7 2.1 Bewegen kost energie 1 7 2.1.1 Energie, arbeid,
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Alle levende organismen zijn afhankelijk van energie; zonder energie is er geen leven mogelijk. Uit de thermodynamica is bekend dat energie niet gemaakt kan worden, maar ook niet
Nadere informatieBIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo
BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto
Nadere informatie2 Energielevering bij inspanning
2 Energielevering bij inspanning 2.1 Bewegen kost energie Iedereen heeft een groot scala aan bewegingsmogelijkheden en bewegen kan op heel verschillende inspanningsniveaus plaatsvinden. Dagelijkse activiteiten
Nadere informatieCelstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie
Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Elektronen-transportketen 1. Van enkele processen in
Nadere informatieGrijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten
I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling
Nadere informatie_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie
2012-2013_met_antwoorden.pdf Tentamen 2012-2013 met antwoorden Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie Tentamen spierfysiologie 2012/2013 Kies het juiste alternatief: 1. A. binnen 1 motor
Nadere informatieHet Geheim van Wielrennen. ADV, wat is dat?
Het Geheim van Wielrennen ADV, wat is dat? Afgelopen week hadden we het op TriPro over het zuurstofopnamevermogen, de VO 2 max, een belangrijk begrip bij duursporten als wielrennen. Tegenwoordig zie je
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte
Nadere informatieLactaat Deel I: Lactaat en spierfysiologie
Lactaat Deel I: Lactaat en spierfysiologie door Dr. Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog Samenvatting In een drietal artikelen over lactaat en training willen we stapsgewijs de relatie tussen lactaat en spiervezeltypen,
Nadere informatieIntroductie. Inspanningsfysiologie Duursport. Guido Vroemen. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND
Introductie Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND Begeleiding: Roompot Oranje Peloton Team4Talent Bondsarts NTB Individuele atleten WWW.SPORTARTS.ORG Inspanningsfysiologie Duursport
Nadere informatie2 Energielevering bij inspanning
2 Energielevering bij inspanning Drie sporters van atletiekvereniging De Volharding praten in de kantine na over hun prestaties en komen op het onderwerp energievoorraden en presteren. De twee duurlopers
Nadere informatieGaswisseling tijdens Inspanning 1
Gaswisseling tijdens Inspanning 1 De pulmonale gaswisseling kan tijdens inspanning gevolgd worden met behulp van zowel invasieve als noninvasieve parameters. In deze voordracht zullen de belangrijkste
Nadere informatieSPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS
SPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS EVEN VOORSTELLEN Jan Eversdijk Tot 1980 atleet Tot 1990 atletiektrainer Van 1988 t/m nu CIOS docent: Trainingskunde en o.a. keuzevak conditie-/hersteltrainer spelsporten
Nadere informatie1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie
Samenvatting door A. 1427 woorden 12 april 2013 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H3 - Energie 1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Stofwisseling (metabolisme):
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatie2. Energiesystemen. 2.1 Inleiding
2. Energiesystemen 2.1 Inleiding Spieren hebben energie nodig om te kunnen samentrekken. Deze energie halen de spiervezels, net als alle andere cellen, uit glucose en vetzuren. Spiervezels zijn vrij bijzondere
Nadere informatieCellen aan de basis.
Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema
Nadere informatieTRAINEN MET HARTSLAGMETERS
TRAINEN MET HARTSLAGMETERS Door Mette van der Ven In dit stuk worden redenen beschreven om te gaan sporten/trainen met een hartslagmeter. Verder wordt informatie gegeven over het hart, de sterkste spier
Nadere informatieWaar leven is, zijn ook Enzymen
Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende
Nadere informatievwo celprocessen 2010
vwo celprocessen 2010 Stofwisseling Een proefpersoon gaat na het nuttigen van een maaltijd twee dagen vasten. Tijdens die 48 uur worden de concentraties van verschillende stoffen in de lever en in het
Nadere informatiemitochondria kern vet Het verschil in functie van witte en bruine vetcellen komt tot uiting in de verschillen in bouw van beide celtypen.
Bruin vet In de winter kun je een minder warme trui aantrekken en de thermostaat een graadje lager zetten. Bruin vet zorgt er dan voor dat je extra vet verbrandt om warmte op te wekken. Maar lukt het ook
Nadere informatieMethoden voor training van het uithoudingsvermogen
Methoden voor training van het uithoudingsvermogen Deel 1 Algemeen In dit stuk worden verschillende trainingsmethodieken besproken die het duur uithoudingsvermogen en snelheid uithoudingsvermogen verbeteren.
Nadere informatieFysiologie / Metabolisme stofwisseling
Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten
Nadere informatieQuiz 2015. Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9
Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9 1. De energie voor de samentrekking van skeletspieren wordt geleverd door ATP. Spieren hebben slechts een kleine hoeveelheid ATP in voorraad. Eenmaal
Nadere informatieBiologie Hoofdstuk 16 (p1-3)
Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Bij elke beweging heb je botten, spieren en gewrichten nodig. Door spieren samen te trekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de gewrichten. Door training kunnen spieren
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.
Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op
Nadere informatieErgometrie: interpretatie. Strategie. Volgorde. Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis. Waarom alle variabelen als functie van de tijd?
Ergometrie: interpretatie Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis NVALT Assistentendag Juni 11 j.g.vanden.aardweg@mca.nl Hart-Long Centrum Medisch Centrum Alkmaar 1 2 Strategie 1. Logische en consequente
Nadere informatieSportvoeding bij Atleten
Sportvoeding bij Atleten Pallas 67 16 maart 2017 Marlijn van den berg marlijn.vandenberg@gmail.com Voedingsdeskundige Voeding en gezondheid in Wageningen Nu werkzaam bij: Jouw actieve vakantie om je fitter,
Nadere informatievwo hormoonstelsel 2010
vwo hormoonstelsel 2010 Integratie In onderstaande afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM
HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM Cellen, weefsels en organen (grondig lezen) Cellen: Organen: Weefsel: kleinste functionele eenheden van ons lichaam zeer uiteenlopende morfologie (=vorm/bouw) die samenhangt
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer
ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieDia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten
Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je
Nadere informatieSamenvatting Biologie Energie
Samenvatting Biologie Energie Samenvatting door een scholier 3111 woorden 20 januari 2008 6,9 197 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting biologie Thema 3, Energie Basisstof
Nadere informatievwo voeding en vertering
vwo voeding en vertering Resorptie van glucose In het celmembraan komen allerlei transporteiwitten voor. Er zijn enkelvoudige transporteiwitten die gefaciliteerde diffusie van een bepaalde stof door het
Nadere informatieHet menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma) liggen dat omgeven wordt door een muur (de celmembraan).
Nadere informatieSignaaltransductie en celcyclus (COO 6)
Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een
Nadere informatieAuteur: Herman Jongerius. Versie: 1.2
Auteur: Herman Jongerius Versie: 1.2 Datum: 24 april 2010 INHOUD: 1. Inleiding 2. Hoe werkt ons energiesysteem eigenlijk? 3. Waar komt onze energie vandaan? 4. Welke brandstof kiest het lichaam bij een
Nadere informatieGoede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem.
Het Geheim van Wielrennen Sportfysiologie bij wielrennen In dit artikel gaan we nader in op de effecten van training op ons lichaam. We zagen eerder al in onze artikelen op TriPro dat training leidt tot
Nadere informatieEnergie. door Dr.Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog.
Energie door Dr.Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog. Inleiding Arbeid en energie zijn verwante grootheden. Energie wordt vaak gedefinieerd als de mogelijkheid van een systeem om arbeid te leveren. In formule
Nadere informatiePHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE. 8 mei 2014 Henk Doddema
PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE 8 mei 2014 Henk Doddema Meer dan 300 soorten bacteriën kunnen PHA s maken en opslaan in hun cellen Rhodomonas sp. Halomonas sp. Alcaligenes (nu
Nadere informatieSamenvatting Biologie Stofwisseling
Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling
Nadere informatieEnergiestofwisseling diagnose
aerolution Straat Karolinenstrasse 108 blue man Stad 90763 Fürth info@aerolution.de Telefoon 0911 4775270 Energiestofwisseling diagnose 23.10.2013 Achternaam: Peter Vervoort Test methode: aeroscan Leeftijd:
Nadere informatieZuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns
Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie Jan Steijns physical activity, athletic performance, and recovery from exercise are enhanced by optimal nutrition @
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Mitochondrieën NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de
Nadere informatiePracticum 1: bepalen enzymactiviteit
Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij practicum 1 Versie 2012-2013 In deze module ga je een experiment uitvoeren. In dit experiment moet je de verschillende
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden
Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.
Nadere informatieLactaat Deel II: Lactaatdrempels en -testen
Lactaat Deel II: Lactaatdrempels en -testen door Dr. Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog Samenvatting In een drietal artikelen over lactaat en training willen we stapsgewijs de relatie tussen lactaat en spiervezeltypen,
Nadere informatieJuist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie
Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie I. Training: Een exacte wetenschap? 2 sessies: Eerste sessie (Algemeen): Algemene fysiologische principes Algemene principes testing Algemene
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied
Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën
Nadere informatiePERINATAL CHANGES IN MYOCARDIAL METABOLISM IN LAMBS. Appendices. Beatrijs Bartelds
PERINATAL CHANGES IN MYOCARDIAL METABOLISM IN LAMBS Appendices Beatrijs Bartelds Appendices Nederlandse Samenvatting De hartspier van volwassenen verbrandt vooral langketenvetzuren. Wat de hartspier verbrandt
Nadere informatieLongemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.
Examentrainer Vragen Longemfyseem Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen. Het ontstaan van longemfyseem is een complex proces.
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )
Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,
Nadere informatie1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.
THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken
Nadere informatieIn dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het
SAMENVATTING 201 202 Samenvatting In dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het prestatievermogen van paarden beschreven. De paarden warden op stal gehouden en getraind
Nadere informatieAnalyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek
Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud De relatie tussen ph en [H + ] ionen 300 250 [H + ] nmol/l 200 150 100 50 0 6,4 6,6 6,8 7 7,2 7,4 7,6 7,8 ph
Nadere informatie