Ventilatiedocument : niet-residentieel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ventilatiedocument : niet-residentieel"

Transcriptie

1 1 De doelstelling van dit document is om antwoorden te formuleren op vragen die rijzen bij de toepassing van de ventilatie-eisen uit de energieprestatieregelgeving. Andere aspecten in relatie met ventilatie, akoestiek en esthetiek, en bouwkundige, financiële of andere aspecten worden hier dan ook niet of occasioneel behandeld.

2 Inhoud Terminologie Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? Ventilatiecomponenten: eisen bij niet-residentiële gebouwen Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening (RTO)? Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare afvoeropening (RAO)? Welke eisen worden er gesteld aan een doorstroomopening (DO)? Welke eisen worden er gesteld aan een ventilator? Welke eisen worden er gesteld aan een warmteterugwinapparaat? Welke eisen worden er gesteld aan natuurlijke afvoerkanalen? Hygiënische ventilatie - niet-residentieel Basis Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de niet-residentiële ventilatievoorzieningen? Hoe worden ventilatiesystemen van een niet-residentieel gebouw gedimensioneerd? Type ruimten Hoe bepaalt men het ruimtetype? Wanneer wordt een ruimte beschouwd als een overige ruimte? Hoe moet een liftkoker geventileerd worden? Moeten leidingschachten geventileerd worden? Moet een tochtsas geventileerd worden? Debiet Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet bij niet-residentiële gebouwen berekend? Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet berekend van een 'ruimte bestemd voor menselijke bezetting' van een niet-residentieel gebouw? Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet berekend van een 'ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting' van een niet-residentieel gebouw? Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet berekend van een 'speciale ruimte' van een niet-residentieel gebouw? Wat gebeurt er als de ontwerpbezetting niet overeenstemt met de 'minimumbezetting'? Kan voor een ruimte met een groot volume een aangepast minimaal geëist ontwerpdebiet berekend worden? Kan voor een grote ruimte met een kleine bezetting een aangepast minimaal geëist ontwerpdebiet berekend worden? Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet bepaald van een kleine ruimte met een hoge bezetting? Zijn de eisen van het ARAB nog van toepassing? Luchtkwaliteit Moet de toevoerlucht van een ruimte altijd buitenlucht zijn? Hoe moet ik de kwaliteit van de afvoerlucht van een ruimte bepalen? Specifieke ruimten Hoe moeten traphallen worden geventileerd en hoe wordt hun oppervlakte bepaald? Hoe moeten kleedkamers en douches worden geventileerd? Hoe moet een loods of opslagmagazijn worden geventileerd? Hoe moet ik een wachtkamer, praktijkruimte, operatieruimte van een dierenarts, kinesitherapeut, arts ventileren? Moeten laad- en losruimten in industriële gebouwen geventileerd worden? Moeten koelcellen, hoogspanningscabines en technische ruimtes voor persluchtinstallaties of voor luchtgroepen geventileerd worden? Balancering Moeten ontwerptoevoer- en ontwerpafvoerdebieten in balans zijn? Wat is de drukvoorwaarde? Hoe moet ik die berekenen? Systemen Is de toepassing van een natuurlijk ventilatiesysteem in een niet-residentieel gebouw toegestaan? Hoe moet een ventilatiesysteem in een niet-residentieel gebouw worden geregeld? Componenten Welke toevoer- en afvoervoorzieningen moeten in elke ruimte voorzien worden? Als de buitenlucht natuurlijk wordt toegevoerd en over de volledige breedte van het venster een regelbare toevoeropening wordt geplaatst, is het geleverde debiet voor de ruimte te klein. Hoe kan dat opgelost worden? Mag men een ventilator in een niet-residentieel gebouw kunnen afzetten of terugregelen? Uitvoering Mag het afvoerkanaal bij een natuurlijk ventilatiesysteem in een niet-residentieel gebouw horizontaal verlopen?

3 3 1 Terminologie Onderstaande lijst geeft een aantal definities van termen of uitdrukkingen die in de vragen en antwoorden worden gebruikt. Definities, al toegelicht in bijlage V, paragraaf 2 van het Energiebesluit, in NBN D : 1991 of in NBN EN : 2004, worden hier niet allemaal herhaald. Afvoervoorziening : de voorziening voor de afvoer van lucht uit een ruimte kan zijn : о voorziening die de lucht rechtstreeks afvoert naar buiten het gebouw (via RAO en kanalen of via AO, kanalen, een ventilator ) ; о voorziening die de lucht laat doorstromen naar een andere ruimte via een doorstroomopening (DO) ; о voorziening die de lucht laat doorstromen naar een andere ruimte door middel van een recirculatie voorziening (via kanalen en een ventilator). AO : afvoeropening van een ventilatiesysteem waarvan de afvoer mechanisch verloopt. Beschermd volume: zie bijlage V van het Energiebesluit. Bijlage IX : bijlage IX van het Energiebesluit. Bijlage X : bijlage X van het Energiebesluit. Buitenlucht : de lucht die in het systeem of door openingen van buiten binnenkomt, zonder eerst door andere ruimten te gaan. DO : doorstroomopening -regelgeving : regelgeving met betrekking tot EnergiePrestatie en Binnenklimaat. EPU : bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van kantoor- en schoolgebouwen (bijlage VI). EPW : bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van woongebouwen (bijlage V). Minimaal geëist ontwerpdebiet : het debiet per ruimte waarvoor de installatie volgens de energieprestatieregelgeving minimaal moet ontworpen worden. Nominaal о nominaal debiet van een ruimte (zoals gebruikt in NBN D50-001) : wordt binnen de energieprestatieregelgeving vervangen door minimaal geëist ontwerpdebiet ; о nominaal debiet van een RTO, DO of RAO : het debiet dat door de opening (in volledig open stand) stroomt bij een op te geven drukverschil van 2 of 10 Pa ; о nominale stand van een ventilator : de stand die verondersteld wordt het ontwerpdebiet te realiseren. Tenzij anders aangegeven op de standenschakelaar is de maximale stand de nominale stand. Het nominale debiet is in dit verband het debiet dat de ventilator levert bij nominale stand. Luchtdichtheidsmeting: een meting van de luchtdichtheid van de gebouwschil door gebruik te maken van overdruk of onderdruk, opgewekt door een ventilator. Het resultaat van de proef is een lekdebiet over de gebouwschil, bij een opgegeven drukverschil. RAO : regelbare afvoeropening RTO : regelbare toevoeropening TO : toevoeropening van een ventilatiesysteem waarvan de toevoer mechanisch verloopt. Toevoervoorziening: de voorziening voor de toevoer van lucht naar een ruimte kan zijn : о voorziening die de lucht rechtstreeks toevoert van buiten het gebouw (via RTO of via TO, kanalen, een ventilator ) ;

4 4 о voorziening die de lucht laat doorstromen vanuit een andere ruimte (via een doorstroomopening (DO)) ; о voorziening die de lucht laat doorstromen vanuit een andere ruimte door middel van een recirculatievoorziening (via kanalen en een ventilator). Natuurlijke ventilatie : ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer van lucht. In woongebouwen wordt dit ventilatiesysteem A genoemd. Mechanische toevoerventilatie : ventilatiesysteem met mechanische toevoer en vrije afvoer van lucht. In woongebouwen wordt dit ventilatiesysteem B genoemd. Mechanische afvoerventilatie : ventilatiesysteem met vrije toevoer en mechanische afvoer van lucht. In woongebouwen wordt dit ventilatiesysteem C genoemd. Mechanische toe- en afvoerventilatie : ventilatiesysteem met mechanische toevoer en mechanische afvoer van lucht. In woongebouwen wordt dit ventilatiesysteem D genoemd. Maximaal elektrisch vermogen van een elektromotor (of van een elektromotor-ventilator combinatie) : het maximale elektrisch vermogen dat de elektromotor (of de elektromotor-ventilator combinatie) bij continu bedrijf kan opnemen, in voorkomend geval met inbegrip van alle voorschakelapparatuur. Het elektrisch vermogen wordt dus gemeten ter hoogte van de netvoeding. Continu bedrijf is gedefinieerd in NBN EN (Duty type S1). 2 Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? Aan een eis moet verplicht voldaan worden om conform te zijn met de energieprestatieregelgeving. Een aanbeveling is een formulering die afkomstig is uit de norm en moet aanzien worden als code voor goede praktijk of regel voor goed vakmanschap. Een aanbeveling is geen verplichting in het kader van de energieprestatieregelgeving. Bij klachten van de bouwheer kan een afwijking door een expert of rechter aanzien worden als het niet naleven van de goede praktijk door ontwerper of installateur. Bij sommige vragen worden soms bijkomende adviezen, aandachtspunten, opmerkingen of tips gegeven (puur informatief). Belangrijke opmerking Ventilatiesystemen die perfect voldoen aan alle eisen en aanbevelingen leiden niet noodzakelijk tot een steeds goed werkend ventilatiesysteem. De ontwerper kan verder gaan dan de minimale eisen om tot een goed ventilatiesysteem te komen. Andere aspecten, die niet in de norm of regelgeving opgenomen zijn, kunnen ook van belang zijn (akoestiek, esthetiek, gebruiksgemak, duurzaamheid ). 3 Ventilatiecomponenten : eisen bij niet-residentiële gebouwen 3.1 Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening (RTO)? Eisen Het (totale) ontwerptoevoerdebiet van de in een ruimte geplaatste RTO( s) moet voldoen aan de ontwerpeisen van die ruimte. Om dat te kunnen beoordelen moet het nominale debiet bij 2 Pa (en in sommige gevallen bij 10 Pa) van elke RTO gekend zijn. Deze debieten worden bepaald aan de hand van een laboratoriummeting zoals vermeld in NBN EN : 2004.

5 5 De vrije doorsnede van de opening kan manueel of automatisch geregeld worden hetzij continu, hetzij in een voldoende aantal (minstens 3) tussenstanden tussen gesloten en volledig open (dus in totaal minstens 5 standen). Het binnendringen van hinderlijk gedierte via de regelbare toevoeropening mag niet mogelijk zijn, te beoordelen volgens de technische bepalingen met een bolletje en een schijfje zoals vastgelegd in 2a van bijlage IX en 7.11 van bijlage X. Deze eis geldt voor elke mogelijke open stand. Er mag geen waterpenetratie mogelijk zijn tot en met een drukverschil van 150 Pa in de stand gesloten en tot en met een drukverschil van 20 Pa in de stand open, te meten volgens de technische bepalingen beschreven in 2b van bijlage IX en 7.12 van bijlage X. De comforteis : de onderzijde van de regelbare toevoeropeningen moet geplaatst worden op een hoogte van minstens 1,80 m boven het niveau van de afgewerkte vloer. De onderzijde mag lager zijn dan 1,80 m voor zover een testrapport over de luchtverspreiding in de woonzone volgens de norm NBN EN : beschikbaar is. De opening bestemd voor de toevoer van de lucht heeft een kleine doorsnede en is derwijze ontworpen dat zelfs in geopende stand het risico op inbraak niet verhoogt. Opmerking Bepaalde productkarakteristieken (zelfregelendheid) kunnen eventueel aanleiding geven tot een lager E-peil. Een gedetailleerde beschrijving van de eisen en testvoorwaarden kan gevonden worden op Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare afvoeropening (RAO)? Eisen Het (totale) ontwerpafvoerdebiet van de in een ruimte geplaatste RAO( s) moet voldoen aan de ontwerpeisen van die ruimte. Om dit te kunnen beoordelen moet het nominale debiet bij 2 Pa (en in sommige gevallen bij 10 Pa) van elke regelbare afvoeropening gekend zijn. Deze debieten worden bepaald aan de hand van een laboratoriummeting zoals vermeld in NBN EN : De vrije doorsnede van de opening kan manueel of automatisch geregeld worden hetzij continu, hetzij in een voldoende aantal (minstens 3) tussenstanden tussen gesloten en volledig open (dus minstens 5 standen). Opmerking een gedetailleerde beschrijving van de eisen en testvoorwaarden kunt u vinden op Welke eisen worden er gesteld aan een DoorstroomOpening (DO)? Eisen Het ontwerptoevoerdebiet of ontwerpafvoerdebiet van de in een ruimte geplaatste DO (één of meerdere) moet voldoen aan de ontwerpeisen voor de doorstroomopeningen van die ruimte. Om dit te kunnen beoordelen moet het nominale debiet bij 2 Pa of 10 Pa van elke doorstroomopening gekend zijn. De doorstroomopening is niet regelbaar.

6 6 Opmerkingen Een DO is een permanente opening of spleet in binnenwanden en in of rond binnendeuren. Het debiet bij 2 Pa of 10 Pa moet bepaald worden door meting zoals vermeld in NBN EN Een gedetailleerde beschrijving van de eisen en testvoorwaarden kan gevonden worden op De eis om de capaciteit te meten wordt vervangen door een berekening onder de 2 hieronder vermelde condities : о De DO wordt gevormd door een spleet onder een deur. Voor niet-residentiële toepassingen geldt bovendien dat de kleinste afmeting minimaal 5 mm bedraagt, gemeten vanaf het niveau van de afgewerkte vloer. Is de vloerafwerking niet gekend, dan neemt men hiervoor een dikte aan van 10 mm. о Voor grote openingen neemt het Vlaams Energieagentschap volgend standpunt in : De DO wordt gevormd door een grote opening in scheidingsconstructies. De oppervlakte van de opening wordt gevormd door de projectie van de opening loodrecht op deze scheidingsconstructie waarin ze is geplaatst en beperkt tot het deel dat een volledige loodrechte doorgang realiseert (zonder omwegen, waar men door kan kijken). De minimale oppervlakte van de aaneengesloten opening bedraagt 0.5 m². De diameter van de grootst mogelijke ingeschreven cirkel is hierbij niet kleiner dan 5 cm en niet kleiner dan de dikte van de scheidingsconstructie. Voorbeelden die mogelijk leiden tot een aanvaarde grote opening : Een open keuken, die aansluit bij een woonkamer door de aanwezigheid van een doorloopopening zonder deur, een niet afsluitbare baropening of doorgeefopening (geen doorgeefluik). doorloopopening OK 0,5 m² doorgeefopening 0,5 m² D d OK Een badkamer die aansluit aan een slaapkamer, zonder afsluitmogelijkheid. Een door muren en deur(en) afgescheiden ruimte waarbij de muren niet tot tegen de zoldering doorlopen, bijvoorbeeld in een loft. De ruimte tussen de muren en de zoldering kan leiden tot een aanvaarde grote opening. Ruimten met verschillende functies zonder afscherming, bijvoorbeeld een loft.

7 7 d 0,5 m² D OK 0,5 m² leefruimte OK keuken Een open trapgat zonder afsluitmogelijkheid dat 2 ruimten verbindt. 0,5 m² leefruimte OK keuken

8 8 d 0,5 m² D badkamer OK leefruimte Volgende voorbeelden voldoen niet : afschermingen met vele kleine gaatjes of perforaties, een spleet rond een deur. Deze vereisen dus een meting. NIET OK omdat geen aaneengesloten A 0,5 m² D d NIET OK omdat A < 0,5 m² < 0,5 m² d D

9 9 NIET OK omdat d < D D d 0,5 m² NIET OK omdat de doorgang niet loodrecht is 0,5 m² d D 0,5 m² In de 2 bovengenoemde situaties waarbij een meting wordt vervangen door een berekening wordt de capaciteit van de doorstroomopening bepaald aan de hand van de oppervlakte van de opening. De te gebruiken formules voor niet-residentiële toepassingen, zijn : o 0,36 m³/h en per cm² spleet voor een drukverschil van 2 Pa (of 25,2 m³/h bij 2 Pa per 70 cm²) ; o 0,80 m³/h en per cm² spleet voor een drukverschil van 10 Pa. 3.4 Welke eisen worden er gesteld aan een ventilator? Eisen Er worden geen prestatie-eisen gesteld aan de ventilator in het kader van de energieprestatieregelgeving. Er zijn wel bepaalde eisen met betrekking tot de regeling van het ventilatiesysteem. Voor niet-residentiële ventilatie (zie vraag 10.2). Opmerking Het is uiteraard de combinatie van luchtkanalen en ventilatoren die zo moet ontworpen worden dat de minimaal geëiste ontwerpdebieten kunnen gerealiseerd worden. Bepaalde productkarakteristieken (type, laag verbruik) kunnen het E-peil eventueel beïnvloeden. Een gedetailleerde beschrijving van de testvoorwaarden kunt u vinden op

10 Welke eisen worden er gesteld aan een warmteterugwinapparaat? Eis Er worden geen prestatie-eisen gesteld aan het warmteterugwinapparaat in het kader van de energieprestatieregelgeving. Opmerking Bepaalde productkarakteristieken (rendement, regeling, by-pass, ) kunnen het E-peil eventueel beïnvloeden. Een gedetailleerde beschrijving van de testvoorwaarden zal u kunnen vinden op Welke eisen worden er gesteld aan natuurlijke afvoerkanalen? Eis De kanalen zijn gedimensioneerd voor een maximale luchtsnelheid van 1 m/s ; de kanalen lopen hoofdzakelijk verticaal - zie vraag 12.1 ; de kanalen monden uit boven het dak.

11 11 Hygiënische ventilatie niet-residentieel 4 Basis 4.1 Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de niet-residentiële ventilatievoorzieningen? Voor ventilatie in niet-woongebouwen verwijst bijlage VI van het besluit van 11 maart 2005 onder andere naar een aantal artikelen uit de Belgische norm NBN EN 13779:2004 (en niet uitgave 2007). De norm kunt u bestellen via Het Energiebesluit en de bijlagen kunt u vrij downloaden van : en Hoe worden ventilatiesystemen van een niet-residentieel gebouw gedimensioneerd? Bij het dimensioneren worden verschillende stappen doorlopen : 1. Kies het type ventilatiesysteem (natuurlijke ventilatie, mechanische toevoerventilatie, mechanische afvoerventilatie, mechanische toe- én afvoerventilatie zie 4 bijlage X) ; 2. bepaal voor elke ruimte het ruimtetype (zie vraag 5.1) ; 3. bepaal voor elke ruimte het minimale geëiste ontwerpdebiet (zie vraag 6.1) ; 4. bepaal voor elke ruimte het type van toevoer- en afvoerlucht (zie vragen 7.1 en 7.2) ; 5. kies voor elke ruimte toevoer- en afvoer voorzieningen (zie vraag 11.1) ; 6. controleer de drukvoorwaarden voor het gebouw en stuur zo nodig de ontwerpdebieten bij (zie vraag 9.2); 7. start daarna met de technische uitwerking van de installatie, keuze van kanalen, ventilatoren, geluid, regeling 5 Ruimtetype 5.1 Hoe bepaalt men het ruimtetype? Een eerste belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen ruimten binnen het beschermde volume (BV) van het gebouw enerzijds, waarvoor diverse -eisen kunnen gelden, en ruimten buiten het beschermde volume anderzijds, waarvoor er in principe geen eisen zijn in het kader van de energieprestatieregelgeving. Om de ventilatie-eisen van een ruimte binnen het BV te bepalen moet u eerst het ruimtetype definiëren. Volgens bijlage X van het Energiebesluit een ruimte ofwel een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting, ofwel is een ruimte bestemd voor menselijke bezetting, ofwel een speciale ruimte : о Bijlage X definieert een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting als een ruimte die bedoeld is om mensen bij een normaal gebruik maar een relatief korte tijd te laten vertoeven. о Bijgevolg is een ruimte bestemd voor menselijke bezetting een ruimte die bedoeld is om mensen een langere tijd te laten vertoeven. о Een speciale ruimte is een ruimte met (een risico op) speciale verontreiniging waarvoor andere (specifieke en / of strengere) eisen qua ventilatie kunnen gelden. Ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting Omdat bijlage X niet definieert wat onder een relatief korte tijd en een langere tijd moet worden ver-

12 12 staan, is het bouwteam verantwoordelijk om dat correct te interpreteren. Er is enige interpretatievrijheid, maar de keuze is uiteraard niet volledig willekeurig. Ze moet verdedigbaar zijn. Bijlage X geeft toch een paar voorbeelden: circulatieruimten (zoals gangen, trappenhallen ), toiletten, archieven, opslagruimten... zijn ruimten waar mensen maar relatief korte tijd vertoeven. Opmerking Ook al is de ruimte voortdurend in gebruik, het feit dat het telkens om andere mensen gaat die maar een korte tijd van de ruimte gebruikmaken, zorgt ervoor dat de ruimte onder de categorie niet bestemd voor menselijke bezetting valt. Bijlage X bevat ook een uitsluiting : als in een ruimte een werkplek ingericht wordt (bijvoorbeeld een schrijftafel voor de werknemer in een archief), dan valt de ruimte niet in de categorie niet bestemd voor menselijke bezetting. Douches en kleedkamers mogen ook gezien worden als ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 8.2). Voor het minimaal geëiste ontwerpdebiet van ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 6.3). Ruimten bestemd voor menselijke bezetting De energieprestatieregelgeving is van toepassing op gebouwen waarvoor energie verbruikt wordt om ten behoeve van mensen een specifieke binnentemperatuur te bereiken (zie artikel van het Energiedecreet). Normaal gezien zijn de meeste ruimten in een gebouw bestemd voor menselijke bezetting. Voorbeelden van ruimten bestemd voor menselijke bezetting : kantoorruimten, vergaderzalen, lokettenzaal, onthaal In een ruimte bestemd voor menselijke bezetting is het minimale geëiste ontwerpdebiet afhankelijk van de ontwerpbezetting. De functie van de ruimte zal in zekere mate de ontwerpbezetting van de ruimte bepalen. Daarom definieert bijlage X 37 types van ruimten bestemd voor menselijke bezetting, inclusief het type overige ruimten (zie vraag 5.2). Voor het minimaal geëiste ontwerpdebiet van ruimten bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 6.2). Speciale ruimten De ventilatie van speciale ruimte, met (een risico op) speciale verontreinigingen, valt buiten het toepassingsgebied van de energieprestatieregelgeving, maar het is mogelijk dat andere regelgeving en / of regels van goede praktijk andere specifieke en / of strengere eisen qua ventilatie opleggen. Voorbeelden о garages (als autostalplaats) met een oppervlakte, berekend aan de hand van de binnenafmetingen, van meer dan 40 m² ; о stookplaatsen ; о brandstofopslagruimten ; о gasmeterruimten ; о ruimten voor drukreduceerinrichtingen van aardgas ; о liftkokers en liftkooien ; о huisvuilkokers en verzamelruimten voor huisvuil ; о bepaalde laboratoria (medisch, biologisch...). Voor het minimaal geëiste ontwerpdebiet van speciale ruimten (zie vraag 6.4).

13 Wanneer wordt een ruimte beschouwd als een overige ruimte? Een overige ruimte is een ruimte bestemd voor menselijke bezetting die niet kan beschouwd worden als één van de andere ruimtetypes van de tabel 1 van bijlage X. Het spreekt vanzelf dat de beslissing om een ruimte als overige ruimte te beschouwen verdedigbaar moet zijn en dat bij twijfel altijd de voorkeur moet gegeven worden aan één van de expliciet benoemde ruimtetypes uit tabel 1. Voor een definitie van de categorie ruimte bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 5.1). Voor meer uitleg over de verschillende types van ruimten bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 6.2). Voorbeeld : overdekte binnenruimte in een schoolgebouw Een schoolgebouw bevat een overdekte en verwarmde ruimte, centraal gelegen ten opzichte van de verschillende leslokalen. Die ruimte kan beschouwd worden als één van de volgende ruimtetypes : о een polyvalente ruimte : als die ruimte in de praktijk gebruikt wordt als speelplaats bij slecht weer, voor turnlessen, voor K3 K4 feestjes, voordrachten of vergaderingen of andere gelijkaardige activiteiten ; K2 K5 о een gang : als die ruimte enkel gebruikt wordt als doorgangs- ruimtetype? ruimte tussen de andere leslokalen en nutsruimten. Dat K1 K6 veronderstelt dat die ruimte door haar afmetingen of door de bureel inkom sanitair aanwezigheid van een vaste uitrusting (bijvoorbeeld vaste bloembakken, een vijver, wanden en trappen ) niet kan gebruikt worden als polyvalente ruimte. 5.3 Hoe moet een liftkoker geventileerd worden? Liftkokers worden volgens bijlage X van het Energiebesluit beschouwd als speciale ruimte. Voor speciale ruimten gelden geen ventilatie-eisen volgens de energieprestatieregelgeving. Het is echter mogelijk dat andere wetgevingen (bijvoorbeeld betreffende brandveiligheid) wel ventilatie-eisen bevatten voor een liftkoker. Als een liftkoker voorkomt in een EPU-volume, is het verplicht om de liftkoker expliciet als ruimte in te geven in de -software. Hoewel de liftkoker zich kan uitstrekken over verschillende verdiepingen, hoeft de gebruiksoppervlakte maar eenmaal ingegeven te worden (bijvoorbeeld alleen op de gelijkvloerse verdieping). Ook in het luik over de hygiënische ventilatie moeten dus de nodige gegevens ingevuld worden (eventueel het geëiste debiet uit een andere wetgeving en de aanwezige ventilatievoorzieningen). De liftkooi mag buiten beschouwing worden gelaten. Hoewel er geen ventilatie-eisen worden opgelegd, kunnen er voor een liftkoker binnen het beschermde volume wel isolatie-eisen gelden voor de scheidingsconstructies (U max en R min ) - zie bijlage VII van het Energiebesluit. Opmerking Het minimaal geëiste ontwerpdebiet en het ontwerpdebiet zelf worden alleen bij de EPU-berekening (voor niet-residentiële gebouwen) in rekening gebracht voor het bepalen van het referentieverbruik (noemer van het E-peil). Bij de EPW-berekening (voor residentiële gebouwen) is dat niet het geval : daar wordt het referentiedebiet voor het volledige EPW-volume op forfaitaire wijze bepaald.

14 Moeten leidingschachten geventileerd worden? Een leidingschacht wordt in het kader van de energieprestatieregelgeving niet beschouwd als een ruimte die geventileerd moet worden. Het is daarom niet verplicht om de leidingschacht als ruimte in te geven in het tabblad Ruimten (Bouwkundige gegevens) of op het tabblad Ruimten (Hygiënische ventilatie) van de -software. Hoewel er geen ventilatie-eisen worden opgelegd, kunnen er voor een leidingschacht binnen het beschermde volume wel isolatie-eisen gelden voor de scheidingsconstructies (U max en R min ) zie bijlage VII van het Energiebesluit. Aandachtspunt Het is mogelijk dat andere wetgevingen (bijvoorbeeld rond brandveiligheid) wel ventilatie-eisen bevatten voor een leidingschacht. 5.5 Moet een tochtsas geventileerd worden? Een tochtsas, in de betekenis van een kleine ruimte tussen de buitenomgeving en een gang of een inkomhal, zonder toegangsdeuren naar een andere ruimte, bijvoorbeeld toiletten of kantoren, hoeft niet verplicht geventileerd te worden. Het is wel verplicht om het tochtsas expliciet als ruimte in te geven in de -software. Als ruimtetype kiest u voor een tochtsas speciale ruimte. Uitzondering Als een tochtsas expliciet als werkplek wordt ingericht, kan die niet meer als tochtsas beschouwd worden en moet ze toch geventileerd worden. In de -software wordt dan voor het ruimtetype de meest logische keuze uit tabel 1 van bijlage X gemaakt (bijvoorbeeld hoofdingang, receptie ) 6 Debiet 6.1 Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet bij niet-residentiële gebouwen berekend? Het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte hangt in de eerste plaats af van het ruimtetype. Daarom moet eerst bepaald worden of het gaat om een ruimte bestemd voor menselijke bezetting, een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting, of een speciale ruimte (zie vraag 5.1). De procedure is in de volgende figuur geschematiseerd. Voor meer uitleg over het minimaal geëiste ontwerpdebiet van ruimten bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 6.2). Voor meer uitleg over het minimaal geëiste ontwerpdebiet van ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 6.3). Minimum debiet : volledige procedure bestemd voor menselijke bezetting bezetting vastgelegd door bouwteam ja 43 m³/h per persoon max. roken? functie? oppervlakte per persoon berekende bezetting nee 22 m³/h per persoon type ruimte? niet bestemd voor menselijke bezetting aantal wc's gekend? ja ja 25 m³/h per wc nee wc? nee 1,3 m³/h per m² 15 m³/h per m² debiet volgens die normen speciale ruimte andere normen? ja nee debiet volgens andere specificaties

15 15 Voor meer uitleg over het minimaal geëiste ontwerpdebiet van speciale ruimten (zie vraag 6.4). 6.2 Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet berekend van een ruimte bestemd voor menselijke bezetting van een niet-residentieel gebouw? Voor een definitie van de categorie ruimte bestemd voor menselijke bezetting (zie vraag 5.1). Ontwerpbezetting De ontwerpbezetting geeft aan voor hoeveel personen de ruimte bestemd is. Het bouwteam heeft de volledige vrijheid om de ontwerpbezetting te bepalen. De zogenaamde minimumbezetting is de bezetting berekend op basis van de vloeroppervlakte per persoon vermeld in tabel 1 van bijlage X voor het ruimtetype dat het bouwteam heeft gekozen. Opmerking Het spreekt voor zich dat er geen wettelijke minimumeis is aan de werkelijke bezetting of de ontwerpbezetting van een ruimte; de term minimumbezetting werd alleen als hulpmiddel ingevoerd. De termen ontwerpbezetting en minimumbezetting worden gebruikt om het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte bestemd voor menselijke bezetting van een niet-residentieel gebouw te bepalen. Minimaal geëiste ontwerpdebiet De regelgever legt per ruimte een minimaal geëist ontwerpdebiet op, dat in principe bepaald wordt op basis van de ontwerpbezetting en een minimumdebiet per persoon. Als de ontwerpbezetting voor een ruimte kleiner is dan de waarde bepaald op basis van tabel 1 van bijlage X of als het bouwteam zelf geen ontwerpbezetting vastlegt, dan moet bij de bepaling van het minimaal geëiste ontwerpdebiet, de bezetting volgens tabel 1 van bijlage X aangehouden worden. Daarbij wordt het berekende aantal personen op de eenheid naar boven afgerond. Het bouwteam is dus altijd verplicht om het ruimtetype te bepalen. De ontwerpbezetting, echter, moet niet worden opgegeven als ze niet vastgelegd is. In dat geval wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet alleen bepaald op basis van de minimumbezetting - zie vraag 6.5. Op die manier wil de overheid garanderen dat, ook als voor een ruimte bij het ontwerp een zeer lage bezetting voorzien wordt, nog een goede binnenluchtkwaliteit (minimaal IDA3 voor de minimumbezetting van het gekozen ruimtetype) bereikt kan worden, mocht er in een latere fase een meer gangbare bezetting optreden (bijvoorbeeld bij verandering van gebouwgebruiker) zonder dat daarvoor de hardware van het ventilatiesysteem aangepast moet worden (wat een ingrijpende en dure operatie kan zijn). In een ruimte bestemd voor menselijke bezetting, is het minimaal geëiste ontwerpdebiet per persoon (ook minimumdebiet genoemd) gelijk aan : 22 m³/h.persoon 1 als roken in de ruimte expliciet verboden is ; 43 m³/h.persoon 2 als roken in de ruimte niet expliciet verboden is. 1 Volgens bijlage X ( 7.1) mag het ontwerpdebiet niet kleiner zijn dan het minimumdebiet dat overeenkomt met binnenluchtklasse IDA3. Volgens tabel 11 van de norm NBN EN : 2004 is dat minimumdebiet in ruimten bestemd voor menselijke bezetting, waar roken verboden is, gelijk aan 22 m³/h.persoon. 2 Volgens bijlage X ( 7.1) mag het ontwerpdebiet niet kleiner zijn dan het minimumdebiet dat overeenkomt met binnenluchtklasse IDA3. Volgens tabel 11 van de norm NBN EN : 2004 is dat minimumdebiet in ruimten bestemd voor menselijke bezetting, waar roken niet verboden is, gelijk aan 43 m³/h.persoon.

16 16 Ruimtetype Het bouwteam is verantwoordelijk voor het bepalen van het ruimtetype. Ze kiezen het type dat de ruimte volgens hen het best beschrijft. Zoals vermeld in bijlage X zijn de hoofdcategorieën (vette druk in tabel 1) alleen indicatief. Dat wil zeggen dat alle ruimtetypes in alle gebouwen kunnen worden geselecteerd, onafhankelijk van de hoofdcategorie. Natuurlijk moet de gemaakte keuze verdedigbaar zijn. Een slaapzaal in een vakantiecentrum als een kantoor definiëren is vanzelfsprekend niet aanvaardbaar. Een leslokaal als overige ruimte definiëren is dat evenmin. Als een ruimtetype niet expliciet of bij benadering in tabel 1 van bijlage X is opgenomen, moet overige ruimte geselecteerd worden. Samenvatting : stappenplan voor het bepalen van het minimaal geëiste ontwerpdebiet Stap 1 Het bouwteam bepaalt, als het dat wenst, de ontwerpbezetting. Stap 2 het bouwteam kiest het type ruimte ; het type ruimte bepaalt de vloeroppervlakte per persoon volgens tabel 1 van bijlage X ; de gebruiksoppervlakte van de ruimte wordt gedeeld door die vloeroppervlakte per persoon ; de minimumbezetting wordt naar boven afgerond op de eenheid. Stap 3 Het bouwteam bepaalt of er in de ruimte al dan niet gerookt mag worden. Het minimumdebiet dat overeenkomt met binnenluchtklasse IDA 3 bedraagt voor niet-rokers 22 m³/h.persoon ; voor rokers bedraagt dat 43 m³/h.persoon. Stap 4 Het maximum van de resultaten uit stappen 1 en 2 wordt vermenigvuldigd met het minimumdebiet uit stap 3. Het resultaat is het minimaal geëiste ontwerpdebiet. Voorbeeld 1 : bureel van de directeur van een school, met een oppervlakte van 20 m² Stap 1 De ontwerpbezetting is voor dat bureel gelijk aan 1. In de -software geeft men dat aan door te vinken dat de ontwerpbezetting gekend is en 1 in te vullen als ontwerpbezetting. Stap 2 Een bureel is expliciet in tabel 1 opgenomen als kantoor onder de hoofdcategorie kantoorgebouwen. In het -software moet men kantoorgebouwen in het veld ruimte-categorie en kantoor in het veld soort ruimte kiezen. Volgens tabel 1 van bijlage X is de vloeroppervlakte per persoon in een kantoor gelijk aan 15 m²/persoon. Dat leidt tot een minimumbezetting van 20/15 = 1,33, naar boven afgerond = 2 personen. Deze minimumbezetting is groter dan de bezetting die bepaald is door het bouwteam (ontwerpbezetting = 1) en bijgevolg wordt deze minimumbezetting gebruikt om het minimaal geëiste ontwerpdebiet te bepalen.

17 17 Stap 3 In de ruimte wordt niet gerookt. Het minimumdebiet bedraagt dus 22 m³/h.persoon. Stap 4 Het minimaal geëiste ontwerpdebiet voor de ruimte is, in het voorbeeld, gelijk aan : 2 personen x 22 m³/h.persoon = 44 m³/h. Voorbeeld 2 : indoor speeltuin met een oppervlakte van 180 m² Stap 1 Volgens de bouwheer kunnen er gedurende de week 35 personen en tijdens één namiddag per week 70 personen in de speelruimte aanwezig zijn. Het ventilatiesysteem moet dus voor 70 personen ontworpen worden. In de -software wordt gevinkt dat de ontwerpbezetting gekend is en 70 als ontwerpbezetting ingevuld. Stap 2 Een indoor speeltuin is niet expliciet in tabel 1 opgenomen. Volgens het bouwteam benadert geen enkel ruimtetype uit de tabel die ruimte. De speeltuin is immers voorzien van vaste speeltoestellen en kan dus enkel als speeltuin worden gebruikt. Bijgevolg kan die ruimte niet als polyvalente ruimte worden aanzien. Men kiest dus voor overige ruimten. In de -software moet men overige ruimten in het veld ruimtecategorie en in het veld soort ruimte kiezen. Volgens tabel 1 van bijlage X is de gangbare vloeroppervlakte per persoon in een overige ruimte gelijk aan 15 m²/persoon. Dat leidt tot een minimumbezetting van 180/15 = 12, naar boven afgerond = 12 personen. Dat is kleiner dan de bezetting die door het bouwteam werd bepaald en bijgevolg wordt niet de minimumbezetting maar wel de ontwerpbezetting gebruikt om het minimaal geëiste ontwerpdebiet te bepalen. Stap 3 In de ruimte wordt niet gerookt. Het minimumdebiet bedraagt dus 22 m³/h.persoon. Stap 4 Het minimaal geëiste ontwerpdebiet voor de ruimte is, in het voorbeeld, gelijk aan : 70 personen x 22 m³/h.persoon = m³/h. Opmerkingen Een kleuterklas wordt ook als leslokaal aanzien. Bij niet-residentiële gebouwen wordt er geen maximumgrens aan het ontwerpdebiet opgelegd. Met betrekking tot het regelen van debieten, zie vraag Andere regelgevingen of regels van goede praktijk kunnen ook van toepassing zijn, zoals het Algemeen Reglement voor ArbeidsBescherming (ARAB). Volgens het ARAB moet het debiet minstens gelijk zijn aan 30 m³/h.werknemer of gelijkgesteld, zie vraag 6.9.

18 Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet berekend van een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting van een niet-residentieel gebouw? Voor een definitie van de categorie ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting, zie vraag 5.1. Er zijn verschillende soorten ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting : toiletten ; doucheruimten en badkamers ; andere. In ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting en die in de categorie andere vallen, is het minimaal geëiste ontwerpdebiet gelijk aan 1,3 m³/h.m². Het minimaal geëiste ontwerpdebiet is dus afhankelijk van de vloeroppervlakte. In de -software zal u ruimte niet voor menselijke bezetting in het veld ruimtecategorie kiezen. De -software berekent het minimaal geëiste ontwerpdebiet van de ruimte. In toiletruimten is het minimaal geëiste ontwerpdebiet gelijk aan 25 m³/h per wc (tel het totale aantal toilettoestellen en urinoirs) of 15 m³/h per m² vloeroppervlakte als het aantal wc s / urinoirs niet gekend is op het ogenblik van de dimensionering van het ventilatiesysteem. In de -software zal u toiletten kiezen en eventueel vinken dat het aantal toiletten gekend is. In het geval dat het aantal toiletten gekend is, moet u het aantal invullen. De -software berekent het minimaal geëiste ontwerpdebiet van de ruimte. In doucheruimten en badkamers is het minimaal geëiste ontwerpdebiet gelijk aan 5 m³/h per m² vloeroppervlakte, met een minimum van 50 m³/h per ruimte. In de -software zal u doucheruimten, badkamers kiezen. De -software berekent het minimaal geëiste ontwerpdebiet van de ruimte. 6.4 Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een speciale ruimte van een niet-residentieel gebouw berekend? Voor een definitie van speciale ruimte, zie vraag 5.1. In 6.4 van bijlage VI worden speciale ruimten omschreven als ruimten met (een risico op) speciale verontreinigingen waarvoor andere (specifieke of strengere) regelgeving of andere eisen op het vlak van ventilatie gelden. Bijgevolg valt de ventilatie van speciale ruimten buiten het toepassingsgebied van de energieprestatieregelgeving. Het ventilatiesysteem moet volgens die andere regelgevingen, eisen of regels van goede praktijk ontworpen worden. In de -software moet u speciale ruimte in het veld ruimte-categorie kiezen, en het ontwerpdebiet invullen onder het luik van de hygiënische ventilatie. Aandachtspunt In een speciale ruimte zou het ontwerpdebiet minstens gelijk moeten zijn aan het minimaal geëiste ontwerpdebiet van het overeenkomstige ruimtetype, als er geen speciale verontreiniging zou optreden. Voorbeeld Een sterk verontreinigde gang van 33 m², die bijvoorbeeld in verbinding staat met een chemisch laboratorium, zal beschouwd worden als een speciale ruimte. Het ventilatiesysteem kan volgens andere regels van goede praktijk (bijvoorbeeld internationale of buitenlandse normen) gedimensioneerd worden. In elk geval zou het ontwerpdebiet gelijk aan of groter moeten zijn dan het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte niet voor menselijke bezetting, dus 33 m² x 1,3 m³/h.m² = 42,9 m³/h.

19 Wat gebeurt er als de ontwerpbezetting niet overeenstemt met de minimumbezetting? Als de ontwerpbezetting, zoals het bouwteam die heeft gedefinieerd, bekend is, dan vinkt u dat de ontwerpbezetting gekend is en geeft u de ontwerpbezetting in. Als de ontwerpbezetting, zoals het bouwteam die heeft gedefinieerd, kleiner is dan de minimumbezetting, moet het ventilatiesysteem gedimensioneerd worden voor het minimaal geëiste ontwerpdebiet dat overeenkomt met de minimumbezetting. Dat werd zo vastgelegd omdat de werkelijke bezetting gedurende de levensduur van het gebouw sterk kan variëren (zie vraag 6.2). 6.6 Kan voor een ruimte met een groot volume een aangepast minimaal geëist ontwerpdebiet berekend worden? Het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte in een niet-residentieel gebouw dat al of niet bestemd is voor menselijke bezetting, wordt bepaald volgens de procedure die volledig in de vragen 6.2 en 6.3 is beschreven. Het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte hangt af van het ruimtetype en van de ontwerpbezetting en / of de gebruiksoppervlakte, maar niet van het volume. De berekening houdt geen rekening met de hoogte. De hoogte heeft immers nauwelijks invloed op het aantal aanwezige personen of op de (vervuilende) activiteiten. Voor een ruimte met een groot volume en een kleine bezetting mag u geen aangepast minimaal geëist ontwerpdebiet berekenen. Zoals voor alle ruimten is het ook voor hogere ruimten toegelaten om voor een hoger ontwerpdebiet te kiezen, maar het is niet verplicht. 6.7 Kan voor een grote ruimte met een kleine bezetting een aangepast minimaal geëist ontwerpdebiet berekend worden? Het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte bestemd voor menselijke bezetting van een nietresidentieel gebouw wordt bepaald volgens de procedure die volledig in vraag 6.2 is beschreven. Het specifieke geval waarbij de ontwerpbezetting kleiner is dan de minimumbezetting, berekend door de -software, wordt in vraag 6.5 beschreven. Samenvatting U mag voor een grote ruimte met een kleine bezetting geen kleiner minimaal geëist ontwerpdebiet hanteren. 6.8 Hoe wordt het minimaal geëiste ontwerpdebiet bepaald van een kleine ruimte met een hoge bezetting? Het minimaal geëiste ontwerpdebiet van een ruimte bestemd voor menselijke bezetting van een nietresidentieel gebouw wordt bepaald volgens de procedure die volledig in vraag 6.2 is beschreven. Het specifieke geval waarbij de ontwerpbezetting hoger is dan de minimumbezetting, berekend door de -software, wordt in vraag 6.5 beschreven. Samenvatting Als de ontwerpbezetting die bepaald werd door het bouwteam, hoger is dan de minimumbezetting, berekend door de -software, wordt de ontwerpbezetting gebruikt bij het bepalen van het minimaal geëiste ontwerpdebiet.

20 Zijn de eisen van het ARAB nog van toepassing? Het Algemeen Reglement voor ArbeidsBescherming (ARAB) stelt dat ruimten waarin werknemers tewerk worden gesteld, minimaal met een debiet van 30 m³/h per werknemer of gelijkgesteld moeten worden geventileerd. Die reglementering blijft geldig, onafhankelijk van de eisen van de energieprestatieregelgeving - zie voor meer details. Omdat de energieprestatieregelgeving een andere methode hanteert dan het ARAB, zal u vooraf moeten aftoetsen welke regelgeving het hoogste minimaal geëiste ontwerpdebiet oplegt. 7 Luchtkwaliteit 7.1 Moet de toevoerlucht van een ruimte altijd buitenlucht zijn? Het antwoord op deze vraag varieert afhankelijk van de ruimte. ruimten bestemd voor menselijke bezetting Het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet van een ruimte bestemd voor menselijke bezetting, moet gerealiseerd worden met buitenlucht. Alle bijkomende debieten mogen gerealiseerd worden met buitenlucht, opnieuw gebruikte lucht van ETA 1 of doorstroomlucht van ETA1. Bij hergebruik van afvoerlucht moet immers voldaan worden aan elk van de richtlijnen in bijlage A.6 van de norm NBN EN : Met andere woorden, het bijkomende debiet moet van luchtkwaliteit ETA1 zijn (zie vraag 7.2). ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting In afwijking van de voorschriften van NBN EN : 2004 kan in ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting, het ontwerptoevoerdebiet volledig worden gerealiseerd met afvoerlucht uit 130 andere ruimten van de kwaliteit ETA 1 of ETA m² Bijlage X stelt daarbij toch een voorwaarde. De bijdrage van afvoerlucht van kwaliteit ETA 1 of ETA 2 uit andere ruimten in het ontwerptoevoerdebiet van een ruimte, hangt af van het ontwerpdebiet van de ruimte of ruimten waaruit die lucht betrokken wordt. De som van de ontwerpdebieten vanuit een ruimte naar andere ruimten kan niet groter zijn dan het eigen ontwerpdebiet van die ruimte (zie figuur). Opmerking Het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet van een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting, mag natuurlijk ook (volledig of gedeeltelijk) gerealiseerd worden met buitenlucht. Speciale ruimten De ventilatie van speciale ruimten valt buiten het toepassingsgebied van de energieprestatie-regelgeving. Het is toch sterk aanbevolen om aan elk van de richtlijnen in bijlage A.6 van de norm NBN EN : 2004 te voldoen

Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel

Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel 1 Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel 1 Wat wordt in het kader van de energieprestatieregelgeving verstaan onder een verbouwing? In het kader van de energieprestatieregelgeving is een

Nadere informatie

Module 2.6. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.6

Module 2.6. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.6 Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld Voorbeeld: het PROBE gebouw Verdieping 1 : kantoren Verdieping 0 : kantoren Verdieping -1 : archief + stookplaats Het PROBE-gebouw bestaat

Nadere informatie

Deel 2 Ventilatievoorzieningen van niet- residentiële gebouwen

Deel 2 Ventilatievoorzieningen van niet- residentiële gebouwen Ventilatie en EPB Deel 2 Ventilatievoorzieningen van niet- residentiële gebouwen NBN EN13779 en bijlage 6 EPB, principes en eisen Speciale aandachtspunten Bepalen van ventilatiedebieten met rekenblad Rekenvoorbeelden

Nadere informatie

Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL

Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL 1 Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL 2 Inhoud Vooraf 1 Terminologie 4 2 Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? 5 3 Ventilatiecomponenten: eisen bij residentiële gebouwen 3.1 Welke eisen worden er gesteld

Nadere informatie

Ventilatiedocument : residentieel

Ventilatiedocument : residentieel 1 Vooraf De doelstelling van dit document is om antwoorden te formuleren op vragen die rijzen bij de toepassing van de ventilatie-eisen uit de energieprestatieregelgeving. Andere aspecten in relatie met

Nadere informatie

Ventilatie verslaggever. Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015)

Ventilatie verslaggever. Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015) Ventilatie verslaggever Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015) 3.1 Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening (RTO)? Het (totale) ontwerptoevoerdebiet van de in een

Nadere informatie

VENTILATIEVOORZIENINGEN IN NIET-RESIDENTIËLE GEBOUWEN: Bepalingsmethode en eisen

VENTILATIEVOORZIENINGEN IN NIET-RESIDENTIËLE GEBOUWEN: Bepalingsmethode en eisen Bijlage VII VENTILATIEVOORZIENINGEN IN NIET-RESIDENTIËLE GEBOUWEN: Bepalingsmethode en eisen 1. ONDERWERP...1 2. TOEPASSINGSDOMEIN...2 3. NORMREFERENTIES...2 4. DEFINITIES...2 5. SYMBOLEN EN EENHEDEN...4

Nadere informatie

Niet residentiële ventilatie

Niet residentiële ventilatie Voorbeeld berekening minimum ontwerpdebiet: Leslokaal 50m² Bezetting volgens bouwteam (op plan): 10 personen 10 pers x 22m³/h/pers = 220m³/h Bezetting volgens tabel: 50m² : 4m²/pers = 12,5 pers 13 personen

Nadere informatie

Module 2.5. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Bijlage VI en NBN EN 13779: principes en eisen. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.

Module 2.5. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Bijlage VI en NBN EN 13779: principes en eisen. Versie 2.1 februari 2006. Module 2. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Bijlage VI en NBN EN 13779: principes en eisen Inhoud van de presentatie Belangrijke opmerkingen Inhoud NBN EN 13779 Klassen NBN EN 13779 die door bijlage VI

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Berekening van de ventilatiedebieten voor niet-residentiële gebouwen Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N De regels

Nadere informatie

Module 2.3. Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.3

Module 2.3. Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.3 Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld 1 Concreet voorbeeld Eenvoudige woning Niveau -1 Kelder + inkom Niveau 1 Gelijkvloers Niveau -1 2 2 Concreet voorbeeld 3 Gelijkvloers: Woonkamer

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp maandag 27 maart 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Pieter Denckens en Leentje Willems Steenbergen 11 2430 Laakdal Ontwerper: Ventovita bvba Liersesteenweg 185/12 Dossiernummer: 2017-0033_ DW Bouwplaats:

Nadere informatie

4.1 Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de residentiële ventilatievoorzieningen?

4.1 Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de residentiële ventilatievoorzieningen? VEA 1 inhoud Vooraf 1 Terminologie 2 Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? 3 Ventilatiecomponenten : eisen bij residentiële gebouwen 3.1 Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening

Nadere informatie

Ventilatie in woning en utiliteitsbouw

Ventilatie in woning en utiliteitsbouw Wetgeving Ventilatie in woning en utiliteitsbouw Maandag 5 december 2005 EPB informatie op maat van de aannemer Besluit Vlaamse regering 11 maart 2005 : energieprestatieregelgeving Bijlage V en VI : Het

Nadere informatie

ventilatie voorontwerp

ventilatie voorontwerp ADRES Vismarkt 29 3980 Tessenderlo CONTACT Tel. 013 67 65 24 info@steto.be www.steto.be ventilatie voorontwerp BOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING Bouwheer: Jochen Knoops Kerkstraat 8b 3665 As Bouwplaats: Nieuwstraat

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp Tessenderlo, donderdag 12 januari 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Dries Delvaux Duivelsbroek 3 2400 Mol Ontwerper: Steto bvba Vismarkt 29 Dossiernummer: 2016-0233_JC Bouwplaats: Omschrijving bouwwerk:

Nadere informatie

Ventilatiedocument : residentieel

Ventilatiedocument : residentieel 1 Vooraf De doelstelling van dit document is om antwoorden te formuleren op vragen die rijzen bij de toepassing van de ventilatie-eisen uit de energieprestatieregelgeving. Andere aspecten in relatie met

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp Tessenderlo, donderdag 23 februari 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Martine Tempels F. Rigasquare 16 1030 Brussel (Schaarbeek) Ontwerper: Steto bvba Vismarkt 29 Dossiernummer: 2017-0043_DW_CM Bouwplaats:

Nadere informatie

Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen (Bijlage HVNR)

Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen (Bijlage HVNR) Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen (Bijlage HVNR) bvr 19/11/2010 b.s. 08/12/2010 wijz. bvr 20/05/2011 b.s. 29/08/2011 wijz. bvr 29/11/2013 b.s. 28/01/2014

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Berekening van de ventilatiedebieten voor residentiële gebouwen Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N De regels voor

Nadere informatie

EPB. Ventilatievoorzieningen in woongebouwen en niet-residentiële gebouwen VEA 1. Module 2.1 versie februari 2006

EPB. Ventilatievoorzieningen in woongebouwen en niet-residentiële gebouwen VEA 1. Module 2.1 versie februari 2006 VEA 1 VEA 2 Ventilatie maakt een wezenlijk deel uit van de nieuwe -reglementering waaraan moet voldaan worden voor stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd vanaf 1 januari 2006. De Europese richtlijn

Nadere informatie

Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving

Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving (Bijlage VI van het Ministerieel Besluit van 2 april 2007) Inhoud 1. VOORWOORD...

Nadere informatie

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS #CV, SANITAIR EN ENERGIE RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS BESPAAR MET DE KMO-PORTEFEUILLE 562,65 incl. BTW OMSCHRIJVING Introductie De fysiologie van de mens stelt eisen betreffende temperatuur, luchttoevoer

Nadere informatie

ventilatie voorontwerp

ventilatie voorontwerp ADRES Vismarkt 29 3980 Tessenderlo CONTACT Tel. 013 67 65 24 info@steto.be www.steto.be ventilatie voorontwerp BOUWEN VAN 11 appartementen Bouwheer: Kolmont Woonprojecten nv Havermarkt 45 3500 Hasselt

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN POLLUENTEN IN HET GEBOUW: HOE ZE TE VERMINDEREN? HERFST 2017 Ventilatie: Waarom en hoe goed ventileren? Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N De uitdagingen op

Nadere informatie

Bijlage XVI - VENTILATIEVOORZIENINGEN IN NIET-RESIDENTIËLE GEBOUWEN:

Bijlage XVI - VENTILATIEVOORZIENINGEN IN NIET-RESIDENTIËLE GEBOUWEN: Bijlage XVI Bijlage 7 aan het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van alle richtlijnen en criteria die nodig zijn voor het berekenen van de energieprestatie van de EPBeenheden

Nadere informatie

dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009

dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009 dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009 Betreft: EPB-verslaggeving bouwen van garages en appartementsgebouw "Residentie Carolus"-Bossuyt NV- Burgemeester Vandenbogaerdelaan 46-8870 Izegem Telefoonnummer

Nadere informatie

HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche

HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche Afdeling Energie en Klimaat Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf WTCB 3 juni 2009 Inhoudstabel 1 INLEIDING...2 2 DISCLAIMER...2

Nadere informatie

Het ABC van de energieprestatieregelgeving

Het ABC van de energieprestatieregelgeving Het ABC van de energieprestatieregelgeving De Vlaamse overheid streeft er naar dat alle gebouwen in Vlaanderen energiezuinig én comfortabel worden. Een van de middelen om dit te realiseren, is de energieprestatieregelgeving,

Nadere informatie

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS #CV, SANITAIR EN ENERGIE RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS BESPAAR MET DE KMO-PORTEFEUILLE 562,65 incl. BTW OMSCHRIJVING Introductie De fysiologie van de mens stelt eisen betreffende temperatuur, luchttoevoer

Nadere informatie

Bijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties

Bijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties BIJLAGE X BIJ HET MB VAN 2 APRIL 2007 Bijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties mb 18/05/2014 b.s. 27/05/2014 mb 30/01/2017

Nadere informatie

I Ventilatiesystemen principes :

I Ventilatiesystemen principes : I Ventilatiesystemen principes : Types A, B, C van ventilatie technieken: Ventilatiesysteem A : Het natuurlijke ventilatieconcept, genaamd ventilatiesysteem A, gebruikt het schoorsteenprincipe om de luchtstroming

Nadere informatie

Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen

Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen Bijlage X Ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen: bepalingsmethode en eisen bvr 19/11/2010 b.s. 08/12/2010 wijz. bvr 20/05/2011 b.s. 29/08/2011 (inwerkingtreding 08/09/2011) De zinnen in

Nadere informatie

ADVIES EPB-VERSLAGGEVING

ADVIES EPB-VERSLAGGEVING ADVIES EPB-VERSLAGGEVING ADVIES INZAKE ISOLATIE EN HYGIËNISCHE VENTILATIE VERBOUWING BOUWHEER: VAN DEN ENDE - DECROO BOUWPLAATS: KERKPLEIN 10, 2220 HEIST-OP-DEN-BERG 2 Inhoudstabel Inhoudstabel... 3 Samenvatting...

Nadere informatie

Bijlage 1: voorstel van methode voor het indelen van een gebouw

Bijlage 1: voorstel van methode voor het indelen van een gebouw Bijlage 1: voorstel van methode voor het indelen van een gebouw Inhoud 1 Principe... 2 2 Opdeling van het gebouw in EPB-eenheden... 2 2.1 Bijlage EPW... 2 2.2 Bijlage EPU... 3 2.3 Bijlage EPN... 3 2.4

Nadere informatie

VII. Bijlagen VIII.10.EPB Toe te passen normen

VII. Bijlagen VIII.10.EPB Toe te passen normen VII. Bijlagen VIII.10.EPB Toe te passen normen PROJECTGEGEVENS : SMEKENSTRAAT 61 2390 MALLE OPDRACHTGEVER : PROVINCIE ANTWERPEN KONINGIN ELISABETHLEI 22-2018 ANTWERPEN ARCHITECT : ONTWERPATELIER PETER

Nadere informatie

EPB. Indeling van schoolgebouwen : verduidelijking bij de regelgeving. Regelgevende achtergrond. Vlaanderen is energie. Indeling van schoolgebouwen

EPB. Indeling van schoolgebouwen : verduidelijking bij de regelgeving. Regelgevende achtergrond. Vlaanderen is energie. Indeling van schoolgebouwen 1 : verduidelijking bij de regelgeving De meeste schoolgebouwen bestaan uit een mengeling van bestemmingen : klaslokalen (~school), secretariaat (~kantoor), sporthal (~Andere Specifieke Bestemming of ASB),

Nadere informatie

EPB-software 3G: nieuwe versie 6.0.1

EPB-software 3G: nieuwe versie 6.0.1 1 EPB-software 3G: nieuwe versie 6.0.1 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. INSTALLATIE... 2 2. UITBREIDINGEN... 2 3. WIJZIGINGEN IN DE EPB-SOFTWARE 3G VERSIE 6.0.1... 2 3.1 Regelgeving 1 ventilatiesysteem...

Nadere informatie

Werkgroepdocument B. Ventilatieprestatieverslag (VPV)

Werkgroepdocument B. Ventilatieprestatieverslag (VPV) Werkgroepdocument B Ventilatieprestatieverslag (VPV) Aanvulling op STS P 73 1: Systemen voor basisventilatie in residentiële toepassingen Versie 1 Inhoudstabel 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMEEN... 2 3 INHOUD

Nadere informatie

TECHNISCH FORUM. Semi-industriële ventilatie Eric Moonen W29

TECHNISCH FORUM. Semi-industriële ventilatie Eric Moonen W29 TECHNISCH FORUM Semi-industriële ventilatie Eric Moonen W29 Inhoud: - Normering - Luchtdebieten - Luchtkwaliteit - Ventilatie systemen - Type C - Type D - Onderdelen luchtgroepen - Luchtkanalen - Roosters

Nadere informatie

Inhoud. 2. Ventileren. Waarom ventileren? Doel en middel GEBOUWSCHIL VENTILATIE. Dialoog vzw. Energiezorg in scholen en centra Voorjaar 2009

Inhoud. 2. Ventileren. Waarom ventileren? Doel en middel GEBOUWSCHIL VENTILATIE. Dialoog vzw. Energiezorg in scholen en centra Voorjaar 2009 Dialoog vzw Inhoud Ventileren principes soorten ventilatiesystemen ventileren in de praktijk GEBOUWSCHIL VENTILATIE Energiezorg voor scholen en centra EVELIEN W ILLAERT, ARCHITECT DOMINIC VAN CLÉ, ARCHITECT

Nadere informatie

Module 2.8 Stappenplan: Wat moet ik doen als ontwerper?

Module 2.8 Stappenplan: Wat moet ik doen als ontwerper? Stappenplan: Wat moet ik doen als ontwerper? 2 Impact op het gebouw: Lay-out Luchtdichtheid Technische ruimte Verwarmingsvermogen Indienen van een bij de stedenbouwkundige vergunning Hier worden naast

Nadere informatie

NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen

NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen 1 Inhoud van de presentatie Algemene opmerkingen Basisprincipes van NBN D50-001 Basisprincipes van ventilatiesystemen

Nadere informatie

Het ontwerpen van een

Het ontwerpen van een Het ontwerpen van een ventilatiesysteem André Meester Alusta natuurlijke ventilatietechniek Het ontwerpen van een ventilatiesysteem Bepaling capaciteit toe en afvoer volgens bouwbesluit Aanvullende eisen

Nadere informatie

Firma.. Functie... Adres... Telefoon. GSM..

Firma.. Functie... Adres... Telefoon. GSM.. Hiermee geef ik TEPTEC de opdracht om de warmteverliezen te berekenen van het hierna omschreven gebouw. De berekening is volgens de norm NBN EN 12831. De informatie in de bijlage heb ik gelezen. Uw gegevens

Nadere informatie

Wegwijzer EPB-eisen - voorbeelden

Wegwijzer EPB-eisen - voorbeelden - An.1 Wegwijzer EPB-eisen - voorbeelden Inhoudstafel 1. VOORBEELDEN MET ÉÉN AARD VAN HET WERK... 2 1.1 Uitbreiding van de woonruimte van een bestaande woning met een BV 800 m³ en zonder wooneenheden...

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 28.01.2014 MONITEUR BELGE 6943 * VLAAMSE OVERHEID 29 NOVEMBER 2013. Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energieprestaties

Nadere informatie

EPB-advies: woning Datum: xxx

EPB-advies: woning Datum: xxx EPB-advies: woning Datum: Bouwheer Naam: Adres: Tel: Gsm: E-mail: Bouwplaats Project: Bouwen van woning Adres: Vergunning: datum bouwaanvraag: 2012 Compactheid Type: woning Geïsoleerd volume: - Verliesoppervlak:

Nadere informatie

EPW: Synthese E-peil berekening

EPW: Synthese E-peil berekening Module 3.7 EPW: Synthese E-peil berekening versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne winsten

Nadere informatie

Hoofdstukkenoverzicht EPW

Hoofdstukkenoverzicht EPW VEA 1 Module 3.7 EPW: Synthese E-peil berekening versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne

Nadere informatie

Algemeen. Om een duidelijker beeld hiervan te scheppen, maken wij graag voor u een korte samenvatting. TOEVOER. vrije toevoer (A,C) maximaal [m³/h]

Algemeen. Om een duidelijker beeld hiervan te scheppen, maken wij graag voor u een korte samenvatting. TOEVOER. vrije toevoer (A,C) maximaal [m³/h] 1. Woningventilatie Algemeen 1.1.2. VENTILATIE IN DE PRAKTIJK (EPB) WETGEVING (EPB) Vanaf 1 januari 06 is de nieuwe EPB-regelgeving (Energie Prestatie en Binnenklimaat) van toepassing. Deze regelgeving

Nadere informatie

INFORMATIE GIDS VOOR DOE HET ZELFVERS

INFORMATIE GIDS VOOR DOE HET ZELFVERS Ventileren Wat? Ventileren is verse lucht aanvoeren en vervuilde lucht, die schadelijke stoffen en geuren bevat, afvoeren. Ventileren is meer dan de kamer luchten door ramen en deuren even wijd open te

Nadere informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen

Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen EPB-Rapport Administratieve gegevens van het project Naam van het project Straat Gemeente Referentie kadaster Containers 3 stuks Mechelen 1-A-1 Nummer Postcode

Nadere informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Publicaties. THERMAC-handboek. THERMAC-handboek. Inhoud. Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve gebouwen

Publicaties. THERMAC-handboek. THERMAC-handboek. Inhoud. Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve gebouwen WTCB THERMAC-handboek THERMAC-handboek V-gids ODE-folders Syllabus studiedagen Rekenbladen met workshops Raf De Herdt Publicaties Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juli 2013;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juli 2013; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energieprestaties van gebouwen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet

Nadere informatie

I N S P E C T I E P R O T O C O L. DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen. 1. Inleiding 2

I N S P E C T I E P R O T O C O L. DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen. 1. Inleiding 2 I N S P E C T I E P R O T O C O L DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen 1. Inleiding 2 1.1 Doel en inhoud van het energieprestatiecertificaat voor bestaande gebouwen met een woonfunctie

Nadere informatie

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Werkgroepdocument A. Ventilatievoorontwerp (VVO)

Werkgroepdocument A. Ventilatievoorontwerp (VVO) Werkgroepdocument A Ventilatievoorontwerp (VVO) Aanvulling op STS-P 73-1: Systemen voor basisventilatie in residentiële toepassingen 9 februari 2017 Inhoudstabel 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMEEN... 2 3 OVERZICHT

Nadere informatie

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen Hospitawonen Aanleiding en doel van de wijziging De huidige tekst van het bouwreglement laat niet toe dat een eigenaar van een te beschermen eengezinswoning een kamer verhuurt, zelfs indien men als eigenaar

Nadere informatie

Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren

Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren OPTIVENT achtergrondbijlage 12 Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren Paul Van den Bossche Samuel Caillou Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroep ventilatie

Nadere informatie

Opleiding Ventilatieverslaggever

Opleiding Ventilatieverslaggever 2016 www.sbmopleidingen.be PROGRAMMA : WETTELIJK KADER WAAROM LUCHTDEBIETEN METEN HOE LUCHTDEBIETEN METEN PRAKTISCHE OEFENING WETTELIJK KADER : IN PRINCIPE IS EEN STS EEN NORMATIEF DOCUMENT, AANGEZIEN

Nadere informatie

Aangifteplichtige : WoninGent. Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg. App 2.4 Resultaat : K-peil : geen (*) E-peil : geen (*)

Aangifteplichtige : WoninGent. Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg. App 2.4 Resultaat : K-peil : geen (*) E-peil : geen (*) Aangifteplichtige : WoninGent Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg Woord vooraf : Dit verslag (startberekening) geeft alle materialen/installaties weer die noodzakelijk zijn voor het behalen

Nadere informatie

Uitleg bij de productgegevens van ventilatoren en warmteterugwinapparaten in de EPW- en EPU-bepalingsmethoden

Uitleg bij de productgegevens van ventilatoren en warmteterugwinapparaten in de EPW- en EPU-bepalingsmethoden Uitleg bij de productgegevens van ventilatoren en warmteterugwinapparaten in de EPW- en EPU-bepalingsmethoden versie 14 juli 2011 Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 VERMOGEN VAN VENTILATOREN... 2 2.1 VERMOGEN VAN

Nadere informatie

Module 4.7. EPU: Synthese. versie 2.0

Module 4.7. EPU: Synthese. versie 2.0 Module 4.7 EPU: Synthese versie 2.0 Hoofdstukkenoverzicht EPU 5.4 Transmissieverliezen 5.5 Ventilatie verliezen 5.6 Interne winsten 5.7 Zonnewinsten 5.2 Netto behoefte voor ruimteverwarming Systeemrendement

Nadere informatie

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Bouwfysica Ventilatie en Infiltratie. hoofdstuk 6 Bouwfysica

Bouwfysica Ventilatie en Infiltratie. hoofdstuk 6 Bouwfysica Bouwfysica Ventilatie en Infiltratie hoofdstuk 6 Bouwfysica 1 Onderwerpen Inleiding Bouwbesluit eisen eisen m.b.t. ventilatie oppervlakte Ventilatie Basisventilatie (luchtverversing) Spuiventilatie (zomerventilatie)

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad dd 23-12-2014 Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2014/36921] 16 DECEMBER 2014. Ministerieel besluit tot wijziging van diverse ministeriële besluiten

Nadere informatie

EPB-software 3G nieuwe versie 6.5.0

EPB-software 3G nieuwe versie 6.5.0 1 1 EPB-software 3G nieuwe versie 6.5.0 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 1. INLEIDING... 2 2. OPGELOSTE BUGS MET MOGELIJKE GEVOLGEN VOOR DE RESULTATEN OF BOETES... 2 2.1 Foute eis voor constructies tussen

Nadere informatie

Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software

Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software Inhoudsopgave 1 Algemeen Kader- Projectgegevens 2 2 Definiëren opbouwonderdelen- Bibliotheken 4 2.1 Constructiecomponenten 4 2.2 Opake constructies

Nadere informatie

OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN. Paul Van den Bossche Samuel Caillou

OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN. Paul Van den Bossche Samuel Caillou OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN Paul Van den Bossche Samuel Caillou Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroep ventilatie Wetenschappelijk en Technisch Centrum

Nadere informatie

Studiedag Energiebesparingsforum. Ventilatie. Ventilatie

Studiedag Energiebesparingsforum. Ventilatie. Ventilatie Ventilatie Studiedag Energiebesparingsforum Ventilatie Hilde Breesch, KaHo Sint-Lieven Paul Van den Bossche, WTCB Binnenluchtkwaliteit Ventilatiesystemen in woningen Aanbevelingen ventilatiegids Studiedag

Nadere informatie

Bepaling van het thermisch rendement van een warmteterugwinapparaat

Bepaling van het thermisch rendement van een warmteterugwinapparaat 1 Bepaling van het thermisch rendement van een warmteterugwinapparaat Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. TOEPASSINGSGEBIED... 3 2. ACHTERGROND... 3 3. HET DEBIET IN EEN PROJECT IS GROTER

Nadere informatie

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU Module 4.5 Hulpenergie en bevochtiging in de EPU versie 2.1 Overzicht Hulpenergie Hulpenergie voor circulatiepompen Waakvlammen Hulpenergie voor ventilatoren Bevochtiging 2 Hoofdstukkenoverzicht EPU 5.4

Nadere informatie

Instructie Ventilatie

Instructie Ventilatie Instructie Ventilatie Type woning Bij de bouw van een woning wordt er rekening mee gehouden dat de woning geventileerd kan worden. Hierin is onderscheid te maken in 3 type woningen; woningen met luchtkanalen,

Nadere informatie

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen er gelden voor de ventilatiecapaciteit die is vereist voor een meterruimte in

Nadere informatie

Rudy Ballegeer Business Manager Installatie. 0470/

Rudy Ballegeer Business Manager Installatie. 0470/ Rudy Ballegeer Business Manager Installatie rudy.ballegeer@duco.eu 0470/13 60 01 1 2 Twee afvoerventilatoren DucoBox Silent De stilste box van Europa! - Centrale afvoer - Budgetvriendelijk - Design Ruimtesensoren

Nadere informatie

Ventilatie in openbare gebouwen Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie

Ventilatie in openbare gebouwen  Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie Ventilatie in openbare gebouwen www.khk.be Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie Samenstelling van buitenlucht Droge lucht bevat ongeveer 78% stikstof en 21% zuurstof; Rest

Nadere informatie

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen 1 Inleiding Voor installateurs en fabrikanten van type A stralingverwarmingstoestellen is het niet steeds

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87, 1; VR 2017 1301 DOC.1444/2TER Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft aanpassingen aan diverse bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving

Nadere informatie

Nieuwe versie 5.0.5 EPB-software 3G

Nieuwe versie 5.0.5 EPB-software 3G 1 Nieuwe versie 5.0.5 EPB-software 3G Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 VOORWOORD/INLEIDING... 2 1. INSTALLATIE... 2 2. NIEUWE WIJZIGINGEN IN DE EPB-SOFTWARE 3G VERSIE 5.0.5... 2 2.1 Toestellen voor sanitair

Nadere informatie

Strategie voor energiezuinig wooncomfort

Strategie voor energiezuinig wooncomfort VENTILATIE IN WONINGEN Ventilatie en renovatie Informatie-avond 18 mei 2011 Paul Van den Bossche WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Strategie voor energiezuinig wooncomfort

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Nieuwbouw - Woning G-2015_1734/EP14809/SV/A001/D02

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Nieuwbouw - Woning G-2015_1734/EP14809/SV/A001/D02 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Nieuwbouw

Nadere informatie

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU VEA 1 Module 4.5 Hulpenergie en bevochtiging in de EPU versie 2.1 Overzicht Hulpenergie Hulpenergie circulatiepompen Waakvlammen Hulpenergie ventilatoren Bevochtiging 2 VEA 2 Hoofdstukkenoverzicht EPU

Nadere informatie

Inleiding. Jaga Verwarming. Jaga Ventilatie. Case in EPB

Inleiding. Jaga Verwarming. Jaga Ventilatie. Case in EPB Inleiding Jaga Verwarming Jaga Ventilatie Case in EPB Inleiding 1962 Fabrikant Verwarmen Innovatief Koelen Wereldwijd Ventileren 2015 Inleiding Inleiding Jaga Verwarming Jaga Ventilatie Jaga in EPB Verwarmen

Nadere informatie

Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem

Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem bouwmaterialen Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem Productoverzicht Stappenplan installatie Keuzehulp Waarom ventileren? Wij brengen ongeveer 90% van ons leven door in gesloten ruimtes, waarvan ongeveer

Nadere informatie

EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015

EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015 1 EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. INGRIJPENDE ENERGETISCHE RENOVATIE... 2 1.1 Definitie en eisen bij ingrijpende energetische

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31890] 21 DECEMBER 2016. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 mei 2014 houdende uitvoering van bijlagen V, IX en X van het besluit

Nadere informatie

Toelichtingsdocument: potentieel voor intensieve ventilatie

Toelichtingsdocument: potentieel voor intensieve ventilatie 1 1 Toelichtingsdocument: potentieel Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. VENTILATIEDEBIET... 2 2. POTENTIEEL VOOR INTENSIEVE VENTILATIE... 2 2.1 Openingen... 3 2.2 Aanzienlijke intensieve

Nadere informatie

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping VEA/EPB-A-01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be EPB-aangifte Aangifte van de energieprestatie

Nadere informatie

Module 1 De EPB-reglementering fundamentele begrippen Structuur van de EPB-reglementering

Module 1 De EPB-reglementering fundamentele begrippen Structuur van de EPB-reglementering 1 Module 1 De EPB-reglementering fundamentele begrippen Structuur van de EPB-reglementering Stephan Plettinck verantwoordelijke van het departement Vergunningen EPB 12 juni 2008 2 Toepassingsdomein BOUWWERKEN

Nadere informatie

GEZOND VENTILEREN MET A+ DE ENIGE NATUURLIJKE VENTILATIE

GEZOND VENTILEREN MET A+ DE ENIGE NATUURLIJKE VENTILATIE GEZOND VENTILEREN MET A+ DE ENIGE NATUURLIJKE VENTILATIE UW WONING MET VRAAGGESTUURDE NATUURLIJKE VENTILATIE 1 Natuurlijke ventilatie: zuinig, gezond én betaalbaar SYSTEEM Vraaggestuurde afvoeropeningen

Nadere informatie

Mogelijkheden tot het verlagen van het E-peil

Mogelijkheden tot het verlagen van het E-peil VE 1 inhoud 1. Inleiding 2. Infiltratie, ventilatie en E-peil 3. In- en efiltratie van lucht : v 50 -waarde 4. Uitvoeringskwaliteit : m-factor 5. Energieverbruik van ventilatoren 6. Warmterecuperatie 7.

Nadere informatie

90% DOUBLE300. Voor een gezonder luchtklimaat. WarmeTerugWinning rendement (WTW)

90% DOUBLE300. Voor een gezonder luchtklimaat. WarmeTerugWinning rendement (WTW) DOUBLE300 Voor een gezonder luchtklimaat De Double300 bestaat uit 1 unit die werkt op basis van een Fancoil met WTW (WarmteTerugWinning). De unit kan ventileren, direct verwarmen en eventueel koelen op

Nadere informatie

Wat is een verblijfsgebied en wat is een verblijfsruimte?

Wat is een verblijfsgebied en wat is een verblijfsruimte? Wat is een verblijfsgebied en wat is een verblijfsruimte? Probleem Het benoemen en hanteren van de begrippen verblijfsgebied en verblijfsruimte om de toepasselijke eisen voor een bouwplan op te kunnen

Nadere informatie