KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG

Transcriptie

1 KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG Regeling melding en klachtbehandeling Ongewenst Gedrag: seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie voor werknemers en studenten van de TUK. De regeling Ongewenst Gedrag beoogt waarborgen te scheppen voor een goed studie- en werkklimaat binnen de Theologische Universiteit Kampen. De grondslag voor de regeling is de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), in het bijzonder hoofdstuk 7 titel 4 Rechtsbescherming van studenten en extraneï. In een goed studie- en werkklimaat behoren collegialiteit, respect, en aandacht voor de ander tot de normale omgangsvormen, en wordt op ongewenst gedrag alert gereageerd. Een dergelijk klimaat vereist een actieve bijdrage van eenieder die bij de universiteit werkzaam is of studeert: niet alleen met betrekking tot het eigen gedrag, maar ook door een waakzame houding tegenover elke vorm van ongewenst gedrag die men in de eigen werksituatie of studieomgeving signaleert. Ongewenst gedrag behoort altijd aan de orde te worden gesteld, hetzij door betrokkenen rechtstreeks aan te spreken, hetzij door derden in te schakelen. De regeling is van toepassing op alle werknemers en studenten van de Theologische Universiteit Kampen en overige personen die zich binnen de Theologische Universiteit Kampen bevinden. Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt onder ongewenst gedrag verstaan: a. seksuele intimidatie: seksueel getinte aandacht voor een persoon, die tot uiting komt in verbaal, non-verbaal of anderszins fysiek, digitaal, telefonisch gedrag, zowel opzettelijk als onopzettelijk, dat door de klager als ongewenst, kwetsend of bedreigend wordt ervaren. Het begrip bestaat uit twee delen, die elk op zich een belangrijk aspect van het totale begrip aanduiden. Het begrip seksuele geeft aan dat het gaat om zowel geestelijk als lichamelijk grensoverschrijdend gedrag, dat zijn oorsprong vindt in de sekse en/of seksuele geaardheid van betrokkenen. Het begrip intimidatie duidt erop dat er sprake is van een machtsuiting die als gevolg daarvan de melder beperkt in het functioneren en schade toebrengt. b. agressie en geweld: het pesten, psychisch of fysiek lastigvallen, bedreigen of aanvallen van anderen, c. discriminatie: het in enigerlei vorm doen van uitspraken over, het verrichten van handelingen jegens of het nemen van beslissingen over personen die beledigend zijn voor die personen vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, handicap, levensovertuiging en/of seksuele geaardheid dan wel het maken van enig onderscheid op basis van deze factoren, Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 1 april 2012

2 waarbij het ongewenst gedrag rechtstreeks verband heeft met het verrichten van arbeid of studie en waarbij tevens sprake is van een van de volgende omstandigheden: Het onderwerpen aan het ongewenst gedrag wordt expliciet of impliciet gebruikt als voorwaarde voor de tewerkstelling van de bejegende personen; Het onderwerpen aan of het afwijzen van het ongewenst gedrag wordt gebruikt als basis voor beslissingen die het werk of de studie van de bejegende persoon raken; Het ongewenst gedrag heeft tot doel of als gevolg dat de werk- of studeerprestaties van de bejegende persoon worden aangetast en/of dat een intimiderende, vijandige of onaangename werk- of studieomgeving wordt gecreëerd. Artikel 2 In deze regeling wordt verstaan onder: Universiteit: Theologische Universiteit Kampen; CAO: de Collectieve arbeidsovereenkomst Nederlandse Universiteiten; College van Bestuur TUK: Bestuursorgaan zoals is bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, Instellingsbestuur zoals is bedoeld in de WHW en de Arbeidsomstandighedenwet; de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderwijs (WHW); melding: een mondelinge of schriftelijke mededeling met betrekking tot ongewenst gedrag aan een vertrouwenspersoon; klacht: een melding van ongewenst gedrag die tenminste heeft geleid tot nazorg, bemiddeling dan wel een schriftelijk bij het College van Bestuur ingediende klacht met betrekking tot ongewenst gedrag; klager: degene die zich met een klacht over ongewenst gedrag wendt tot een vertrouwenspersoon dan wel het College van Bestuur en hetzij een arbeidsovereenkomst heeft met de universiteit dan wel anderszins werkzaamheden verricht aan de universiteit, hetzij als student of extraneus is ingeschreven aan de universiteit dan wel onderwijs volgt in een onder toezicht van de universiteit gegeven opleiding of cursus; beklaagde: degene tegen wie de klacht is gericht; werknemer: degene die bij de Theologische Universiteit van Kampen onder welke titel ook, werkzaam is of werkzaamheden verricht; student: degene die bij de Theologische Universiteit van Kampen gerechtigd is tot het gebruik maken van de universitaire onderwijsvoorzieningen; klachtencommissie: de door het College van Bestuur ingestelde klachtencommissie ongewenst gedrag, genoemd in artikel 9. vertrouwenspersoon: de vertrouwenspersoon zoals genoemd in artikel 4. Klachtenprocedure: indienen melding/klacht Artikel 3 1. Een ieder die zich slachtoffer voelt van ongewenst gedrag kan hierover een klacht indienen. 2. Indien meerdere personen zich slachtoffer voelen van ongewenst gedrag, gepleegd door dezelfde persoon of personen, kunnen zij gezamenlijk een klacht indienen. 3. Een melding kan uitsluitend worden ingediend bij de vertrouwenspersoon. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 2 april 2012

3 4. Een klacht wordt als regel ingediend bij de vertrouwenspersoon, maar kan ook rechtstreeks worden ingediend bij de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. 5. Indien een klacht wordt ingediend bij het College van Bestuur, zendt het de klacht terstond ter behandeling aan de klachtencommissie. De bepalingen in artikel 12 en volgende zijn van toepassing. 6. De bij de vertrouwenspersoon ingekomen klacht en de behandeling ervan wordt geregistreerd. 7. Een klacht bij de klachtencommissie dient schriftelijk te worden ingediend en bevat de naam van de klager en aangeklaagde, een omschrijving van het ongewenste gedrag, tijd en plaats van het ongewenste gedrag, en indien mogelijk, de reeds ondernomen stappen om het ongewenste gedrag te doen eindigen. 8. Een klacht kan te allen tijde door een klager worden ingetrokken. Binnen vier weken na intrekking wordt het dossier van de klacht vernietigd. 9. De melding die niet tot een klacht leidt, wordt twee jaar bewaard in het archief van de vertrouwenspersonen. Daarna wordt de melding vernietigd door de vertrouwenspersonen. 10. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van een klacht, zendt de ambtelijk secretaris van de klachtencommissie de klager een ontvangstbevestiging alsmede een exemplaar van de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van een klacht kan de voorzitter van de klachtencommissie een uitspraak doen omtrent de ontvankelijkheid van een klacht en/of bevoegdheid van de commissie. 11. De klachtencommissie verklaart een klacht niet ontvankelijk indien: a. De klacht geen betrekking heeft op ongewenst gedrag. b. De klacht te laat is ingediend en niet valt onder de uitzonderingen bedoelt in artikel 4 lid 1 en lid 3. c. De klacht anoniem is ingediend, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken. De redenen worden dan expliciet vermeld. d. De klacht niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3 lid Uiterlijk binnen tien werkdagen na ontvangst van een klacht doet de voorzitter van de klachten commissie een uitspraak namens de commissie betreffende de ontvankelijkheid van de klacht. 13. Ingeval van niet-ontvankelijkheid brengt de voorzitter de klager hiervan schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte. 14. Ingeval van ontvankelijkheid informeert de ambtelijk secretaris terstond de aangeklaagde schriftelijk dat er een klachtenprocedure tegen hem of haar is gestart. De secretaris voegt hierbij een afschrift van de klacht, een afschrift van de uitspraak van ontvankelijkheid en een exemplaar van de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag. 15. Indien de klachtencommissie een klacht in behandeling neemt, brengt zij het College van Bestuur op de hoogte van de ontvangst van de klacht. 16. Wanneer de commissie de termijnen, in dit artikel genoemd, onverhoopt niet kan naleven, worden klager en aangeklaagde daarover met redenen geïnformeerd. Klachtenbehandeling/niet behandeling Artikel 4 1. Een klacht wordt in elk geval in behandeling genomen tot uiterlijk zeven jaar nadat het ongewenste gedrag heeft plaatsgevonden, onverminderd het bepaalde in de volgende leden. Van deze termijn kan in bijzondere gevallen gemotiveerd worden afgeweken. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 3 april 2012

4 2. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien deze wordt ingediend nadat de betrekkingen van de klager met de universiteit twee jaar of langer zijn beeïndigd. 3. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien de aangeklaagde ten tijde van het indienen van de klacht: a. geen arbeidsovereenkomst (meer) heeft met of werkzaam is onder het gezag van de universiteit dan wel b. niet (meer) als student of extraneus is ingeschreven of geen onderwijs (meer) volgt aan of onder toezicht van de universiteit. Bij het gestelde onder a. en b. wordt uitgezonderd die aangeklaagde die tot voor twee jaar wel een betrekking als bedoelt onder a. of b. heeft gehad, terwijl tijdens die betrekking het ongewenste gedrag zou hebben plaatsgevonden, en die ten tijde van het indienen van de klacht in prediking en/of pastoraat werkzaam is binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland. 3. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien deze geen betrekking heeft op ongewenst gedrag. 4. Anders dan om zwaarwegende redenen wordt een anonieme klacht niet in behandeling genomen. 5. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld. 6. Indien er een vermoeden bestaat dat de klacht betrekking heeft op een strafbaar feit, stelt de klachtencommissie het College van Bestuur hiervan direct op de hoogte. 7. Indien aangeklaagde zich laat bijstaan door een rechtshulpverlener, kan het College van Bestuur in uitzonderlijke gevallen besluiten te voorzien in rechtshulpverlening voor klager. 8. Indien de klacht ongegrond wordt verklaard, kan het College van Bestuur in uitzonderlijke gevallen besluiten de eventuele kosten voor rechtshulp van de aangeklaagde te vergoeden. Hoorzitting Artikel 5 1. De voorzitter van de klachtencommissie bepaalt binnen twee weken na ontvangst van de klacht de datum en plaats waar partijen door de commissie worden gehoord. Partijen worden schriftelijk opgeroepen. 2. De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken nadat de klacht is binnengekomen bij de commissie dan wel door de commissie ontvankelijk is verklaard. De hoorzittingen zijn besloten. 3. De aangeklaagde kan tot één week voor de hoorzitting waarvoor deze is opgeroepen, een schriftelijk verweer zenden aan de ambtelijk secretaris. 4. De betrokken partijen worden in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. Zowel klager als aangeklaagde kan zich laten bijstaan door iemand naar eigen keuze. Ambtshalve of op verzoek kunnen partijen afzonderlijk worden gehoord, indien het aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren. 5. Op verzoek van één der partijen kan een hoorzitting worden aangehouden voor een periode van ten hoogste vier weken. 6. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee weken voor de desbetreffende hoorzitting roept de secretaris klager, aangeklaagde, getuigen en/of andere personen genoemd in onderstaande leden 9 en 10 schriftelijk op. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 4 april 2012

5 7. Van elke hoorzitting wordt een schriftelijk verslag gemaakt, dat door betrokkene (n) ten minste voor gezien wordt getekend en aan beide partijen wordt toegezonden. Personen buiten de klager en de aangeklaagde die gehoord zijn, ontvangen een verslag van de eigen hoorzitting. 8. Iedereen die gehoord is, kan tot tien dagen na verzending bijlagen toevoegen aan het eigen verslag. Indien de secretaris de bijlagen niet binnen tien dagen heeft ontvangen staat de inhoud van de verslagen vast. 9. De klachtencommissie kan deskundigen horen. 10. De klachtencommissie kan getuigen horen alsmede andere personen die inlichtingen kunnen verschaffen betreffende het vermeende ongewenst gedrag en de omstandigheden waaronder dit plaatsvond. De klachtencommissie heeft de bevoegdheid om ten behoeve van het onderzoek vrijelijk mondeling en schriftelijk informatie in te winnen. Elke medewerker die betrokken is bij een klachtenprocedure en/of wordt gehoord, is verplicht tot geheimhouding ten aanzien van hetgeen hij in verband met de behandeling van de klacht verneemt. 11. De klachtencommissie kan de klager en de aangeklaagde verzoeken om onderling tot een vergelijk te komen. De klachtencommissie kan hierbij een voorstel doen voor een aan te wijzen bemiddelaar. Indien een vergelijk niet binnen twee weken tot stand is gekomen, zet de commissie de behandeling voort. 12. De klachtencommissie kan het College van Bestuur tussentijds adviseren om een tijdelijke maatregel te nemen. 13. Alle stukken die tijdens het onderzoek worden verzameld, hebben een vertrouwelijk karakter. 14. Van het horen van de klager wordt afgezien indien deze verklaard heeft geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. Hij of zij kan zich ook laten vertegenwoordigen door een derde. 15. Wanneer de termijnen, die in dit artikel genoemd, onverhoopt niet nageleefd kunnen worden, worden de redenen daarvan aan klager een aangeklaagde bekend gemaakt. Geheimhouding/vertrouwelijkheid Artikel 6 1. Iedere melding en klacht wordt vertrouwelijk behandeld. 2. Een ieder die wordt gehoord door een vertrouwenspersoon en/of de klachtencommissie dan wel anderszins wordt betrokken bij het onderzoek naar een klacht over ongewenst gedrag, is verplicht dienaangaande geheimhouding te betrachten, behoudens voor zover hij op grond van deze regeling is gehouden informatie te verschaffen aan de vertrouwenspersoon dan wel de klachtencommissie. 3. Er is een gesloten archief van de gezamenlijke vertrouwenspersonen, dat uitsluitend voor hen toegankelijk is. Vertrouwenspersoon Artikel 7 1. Het College van Bestuur benoemt twee vertrouwenspersonen, die voldoen aan het onderstaande competentieprofiel: a. De vertrouwenspersoon is bij voorkeur een vrouw en werkzaam binnen de universiteit (interne vertrouwenspersoon); Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 5 april 2012

6 b. Een mannelijke of vrouwelijk persoon, niet werkzaam binnen of gerelateerd aan de universiteit (externe vertrouwenspersoon). 2. De vertrouwenspersoon legt rechtstreeks verantwoording af over zijn/haar werkzaamheden aan het College van Bestuur. 3. De vertrouwenspersoon dient een gepaste scholing te hebben ondergaan en dient regelmatig aan scholing deel te nemen. 4. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen zij uit hoofde van haar functie verneemt. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beeïndiging van de functie als vertrouwenspersoon 5. De vertrouwenspersoon mag niet uit hoofd van haar functie worden benadeeld in haar positie met betrekking tot de universiteit. 6. Aan de vertrouwenspersoon worden faciliteiten verstrekt, die nodig zijn om haar taak naar behoren te kunnen vervullen. Bevoegdheden vertrouwenspersoon Artikel 8 1. Ter uitoefening van haar/zijn taken beschikt de vertrouwenspersoon over de volgende bevoegdheden: a. Het inwinnen van informatie bij een ieder die inlichtingen kan verschaffen omtrent de omstandigheden waaronder mogelijk ongewenst gedrag heeft plaatsgevonden; b. Het consulteren van personen en/of instanties met betrekking tot de wijze van behandeling van een klacht indien dat redelijkerwijs nodig is voor de behandeling van de melding. Taken vertrouwenspersoon Artikel 9 1. Tot de taken van de vertrouwenspersoon behoren in ieder geval: a. Het fungeren als meld- en aanspreekpunt voor personen die met ongewenst gedrag zijn geconfronteerd of hiervan hebben kennisgenomen; b. Het opvangen en verlenen van nazorg aan klagers, waaronder eventuele verwijzing naar instanties voor (psycho) sociale opvang; c. Het op verzoek van en in overleg met melder/klager onderzoeken van de mogelijkheden van een informele oplossing; d. Het adviseren en zonodig ondersteunen van klagers over eventueel verder te ondernemen stappen, waaronder begrepen het doen van aangifte; e. Het op verzoek begeleiden en ondersteunen van een klager die een klacht wenst i te dienen bij de klachtencommissie; f. Het verstrekken van informatie aan de aangeklaagde over de behandeling van klachten over ongewenst gedrag; 2. Het is een vertrouwenspersoon niet toegestaan tegelijkertijd de klager en de aangeklaagde te begeleiden. De vertrouwenspersoon dient een ander door te verwijzen naar een collegavertrouwenspersoon; Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 6 april 2012

7 3. De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen ten behoeve van klager of aangeklaagde zonder diens toestemming; 4. Beleidsadvisering: a. De vertrouwenspersoon is bevoegd tot het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan het College van Bestuur aangaande het universitaire beleid betreffende ongewenst gedrag. b. De vertrouwenspersoon kan besluiten voorstellen te doen tot het treffen van voorzieningen om ongewenst gedrag in concrete gevallen bespreekbaar te maken en te doe eindigen. c. De vertrouwenspersoon kan voorstellen doen aangaande het universitaire beleid, waaronder begrepen het geven van voorlichting aan medewerkers en studenten. Artikel De bij de vertrouwenspersoon binnengekomen meldingen alsmede de ingediende klachten en de behandeling ervan worden geregistreerd ten behoeve van het archief van de vertrouwenspersoon 2. Van een melding en/of klacht wordt in elk geval geregistreerd de naam van de klager en diens relatie tot de universiteit, de datum van ontvangst, de naam van de aangeklaagde en diens relatie tot de universiteit, een aanduiding van de aard en omvang, de beoordeling van de klacht alsmede of is volstaan met nazorg dan wel is bemiddeld of de klager bij verdere behandeling is begeleid. 3. Slechts de vertrouwenspersoon heeft toegang tot het archief 4. De op een klacht hebbende gegevens worden tien jaren na afhandeling van de klacht vernietigd. Artikel Rapportagewerkzaamheden: De vertrouwenspersonen stellen een jaarverslag op ten behoeve van het College van Bestuur, waarin is opgenomen een geanonimiseerd overzicht van het aantal geregistreerde meldingen alsmede van de aard ervan. Bij de verslaglegging kunnen aanbevelingen worden gevoegd. Klachtencommissie Artikel Er is een klachtencommissie Ongewenst Gedrag. De commissie bestaat uit drie leden (niet verbonden aan de universiteit), waarvan er één als voorzitter fungeert. Ten minste één van de drie leden is vrouw. 2. De leden worden door het College van Bestuur benoemd. Het college benoemt voor elk lid een plaatsvervangend lid. De benoeming geldt voor de duur van vier jaar. Zij zijn vervolgens twee maal herbenoembaar. 3. Het lidmaatschap van de klachtencommissie is niet verenigbaar met de functie van vertrouwenspersoon. 4. De commissie vervult zijn taak zonder vooringenomenheid. 5. Een lid van de klachtencommissie wordt vervangen als deze direct of indirect betrokken is geweest bij enige vorm van ongewenst gedrag waarover de klacht is ingediend dan wel een persoonlijk belang heeft bij de afhandeling van de klacht. 6. De klachtencommissie heeft tot taak het onderzoeken van een klacht met betrekking tot ongewenst gedrag en uitspreken van een oordeel over het gegrond zijn daarvan. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 7 april 2012

8 7. Voor de samenstelling van de klachtencommissie wordt gebruik gemaakt van deskundigen met ervaring in het behandelen van klachten over ongewenst gedrag en discriminatie. Afhankelijk van de aard van de ontvangen klacht wordt bij het samenstellen van de commissie gekeken naar specifieke deskundigheid en diversiteit (onder meer psychosociale, medische en juridische deskundigheid, manvrouw verhouding). Er wordt op toe gezien dat de betrokken commissieleden geen binding hebben met de organisatie waaruit de klacht afkomstig is. 8. De klachtencommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, niet verbonden aan de universiteit, die door het College van Bestuur wordt aangewezen. De secretaris houdt een registratie bij van de bij de commissie ingediende klachten (waaronder anonieme) en de behandeling daarvan ren behoeve van het archief van de commissie. Slechts de leden van de commissie hebben toegang tot het archief. De op een klacht betrekking hebbende gegevens worden tien jaar na afhandeling van de klacht vernietigd. De secretaris houdt tevens ten behoeve van de jaarlijkse verslaglegging aan het College van Bestuur een anoniem overzicht bij van de aard en de omvang van de door de commissie behandelde klachten. In die verslaglegging kan de commissie aanbevelingen doen. Wraking en verschoning Artikel Op verzoek van de klager of de aangeklaagde kan elk lid van de klachtencommissie worden gewraakt op grond van feiten en/of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel zouden kunnen bemoeilijken. 2. Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. 3. Op het verzoek om wraking wordt zo spoedig mogelijk door de commissie beslist. De beslissing is gemotiveerd en wordt zo spoedig mogelijk aan partijen medegedeeld. 4. In geval van misbruik kan de commissie bepalen dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen. 5. Op grond van feiten en omstandigheden die zijn vooringenomenheid beïnvloeden kan een lid van de commissie verzoeken zich te mogen verschonen. 6. Op het verzoek om verschoning wordt zo spoedig mogelijk door de commissie beslist. 7. Bij wraking of verschoning van een lid van de commissie treedt het plaatsvervangende lid voor deze in de plaats. Uitspraak klachtencommissie en beroepsmogelijkheid Artikel De klachtencommissie doet binnen vier weken na de laatste hoorzitting uitspraak omtrent de gegrondheid van de klacht. 2. Indien de commissie de klacht ongegrond acht, dan deelt zij dit gemotiveerd schriftelijk mee aan de klager, de aangeklaagde en het College van Bestuur. De klachtencommissie verklaart de klacht in ieder geval ongegrond indien haar oordeel uitsluitend op de verklaring van de klager kan worden gebaseerd. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 8 april 2012

9 3. Acht de commissie de klacht gegrond, dan deelt zij dit, onder overlegging van de rapportage van het onderzoek, gemotiveerd mee, onder toevoeging van een advies voor afdoening door het College van Bestuur, aan de klager, de aangeklaagde en het College van Bestuur. 4. De klachtencommissie kan een tussentijds advies uitbrengen aan het College van Bestuur omtrent tijdelijk te treffen maatregelen en/of voorzieningen. 5. De klachtencommissie kan in haar advies tevens voorstellen doen tot het nemen van maatregelen, gericht op de beëindiging van het ongewenste gedrag en, zonodig, op de gevolgen daarvan. 6. Wanneer de termijnen, in dit artikel genoemd, onverhoopt niet nageleefd kunnen worden, worden de redenen daarvan aan klager en aangeklaagde bekend gemaakt. Artikel 15 Aangeklaagde en klager kunnen van de al dan niet gegrond verklaring en/of het advies van de klachtencommissie in beroep gaan bij de door de universiteit ingestelde beroepscommissie klachten. Klager kan bij deze beroepscommissie ook in beroep gaan indien zijn klacht niet ontvankelijk is verklaard. Een beroep dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de klachtencommissie te worden ingediend onder overlegging van de uitspraak. De betrokkene die niet in beroep gaat en het College van Bestuur worden door de klachtencommissie zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het beroep en de procedure. Besluit College van Bestuur, maatregelen en beroepsmogelijkheid Artikel 16 Het College van Bestuur neemt binnen vier weken na het onherroepelijk worden van de uitspraak van de klachtencommissie, of, indien beroep is ingesteld, na dagtekening van de uitspraak van de beroepscommissie-klachten, een besluit op grond van het uigebrachte advies. Alvorens een besluit te nemen, kan het College van Bestuur de betreffende commissie aanvullende informatie vragen. Van de termijn van vier weken kan, in bijzondere omstandigheden, gemotiveerd worden afgeweken. Artikel Het College van Bestuur kan ten aanzin van een personeelslid van de universiteit disciplinaire maatregelen treffen. 2. Het College van Bestuur kan degene die als student of extraneus is ingeschreven dan wel onderwijs volgt in een onder toezicht van de universiteit gegeven cursus of opleiding: a. Een al dan niet schriftelijke waarschuwing geven; b. Diens inschrijving weigeren dan wel intrekken; c. De toegang tot gebouwen en terreinen van de universiteit geheel of gedeeltelijk ontzeggen voor een daarbij aan te geven periode. 3. Bij klachten die in behandeling zijn genomen op grond van de uitzondering, genoemd in artikel 4 lid 3 slot, zal het College van Bestuur zijn oordeel ter kennis brengen aan de instantie onder wiens verantwoordelijkheid de aangeklaagde werkzaam is. 4. Het College van Bestuur deelt zijn met redenen omkleed besluit mede aan de klager, de aangeklaagde en de aan de klachtencommissie. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 9 april 2012

10 Artikel 18 Klager en aangeklaagde kunnen binnen vier weken na dagtekening van het besluit van het College van Bestuur daarvan in beroep gaan bij de in artikel 15 genoemde beroepscommissie klachten. De betrokkene die niet in beroep gaat en het College van Bestuur worden door de beroepscommissie zo spoedig mogelijk over dit beroep en de procedure geïinformeerd. Slotbepaling Artikel Deze regeling kan worden aangehaald als Klachtenregeling ongewenst gedrag. 2. Indien een klacht gericht is tegen een lid van het College van Bestuur wordt in deze regeling daar waar College van Bestuur staat dit vervangen door Raad van Toezicht. 3. Deze regeling treedt in werking op De daarvoor geldende klachtenregeling is daarmee per dezelfde datum ingetrokken. Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 10 april 2012

11 Adresgegevens vertrouwenspersonen Interne vertrouwenspersoon: Myriam Klinker De Klerck, promovendus Nieuwe Testament (per 1 juni vervanger benoemen) Telefoon Kampen: Telefoon privé: Mobiel: Aanwezigheid in Kampen: (doorgaans) op maandag, dinsdag en donderdag Externe vertrouwenspersoon: Wilfred de Vries, algemeen directeur van een schoolvereniging Mobiele telefoon: Gegevens Klachtencommissie Landelijke Klachtencommissie, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, ingesteld door de Besturenraad van de organisatie van het Christelijk Onderwijs te Voorburg. De landelijke klachtencommissie behandelt klachten over gedragingen en beslissingen, bijvoorbeeld van leerlingen, leden van het personeel, directie of bevoegd gezag, binnen het basis-, voortgezet en hoger onderwijs en Bve. Adres: Postbus AR Voorburg Telefoon: Fax: info@klachtencomissie.org Voor de website van de beroeps-, geschillen-, en bezwarencommissie klikt u naar: Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TUK 11 april 2012