Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland p/a Statengriffie. Welzijn. 2 (o.a. statenvoorstel) J.L. Verduijn. Geachte voorzitter,

Transcriptie

1 bericht op brief van: - uw kenmerk: - Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland p/a Statengriffie ons kenmerk: /4 afdeling: Welzijn bijlage(n): behandeld door: 2 (o.a. statenvoorstel) J.L. Verduijn doorkiesnummer: (0118) onderwerp: Provinciaal Mediabeleid verzonden: Middelburg, 2 maart 2010 Geachte voorzitter, Bijgaand treft u een statenvoorstel, inclusief bijlagen met betrekking tot ons provinciaal Mediabeleid aan. Wij verzoeken u dit statenvoorstel te behandelen in de Commissie Welzijn van 26 maart 2010 en in de daaropvolgende statenvergadering van 9 april Verder willen wij via deze brief een reactie geven op twee toezeggingen en een motie die alle betrekking hebben op het provinciaal Mediabeleid en de relatie met Omroep Zeeland en verzoeken deze van de lijst af te voeren. Het betreffen hier respectievelijk toezegging 20 commissie Welzijn, toezegging 109 Provinciale Staten, vallend onder de commissie Welzijn en motie 26 - Provinciale Staten, vallend onder de commissie Welzijn. Toezegging 20 en motie 26 betreffen beide Omroep Zeeland financieel in staat te stellen programma's te ondertitelen en te investeren in internettoepassingen. Via motie 26 wordt verder verzocht om eveneens middelen beschikbaar te stellen voor de huisvesting van Omroep Zeeland en het digitaliseren van het televisiearchief. Voor wat betreft dit laatste hebben uw staten hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Voor wat betreft de overige zaken moeten we u helaas melden, dat gelet op de huidige en toekomstige financiële situatie van de Provincie Zeeland we geen mogelijkheden zien om thans aan deze verzoeken gevolg te kunnen geven. Wel hebben uw staten tijdens de begrotingsbehandeling 2010 ingestemd om in 2010 éénmalig een bijdrage ad ,-- aan Omroep Zeeland te verstrekken ten behoeve van de aanschaf van een zgn. SNG-wagen (mobiele satellietvoorziening, waarmee live-televisie vanaf locatie kan worden gerealiseerd). V3.5

2 Voor wat betreft toezegging 109 m.b.t. informatie over de reorganisatie bij Omroep Zeeland verwijzen wij naar de bijgevoegde medianota, waarin de nodige aandacht wordt besteed aan dit proces en de gevolgen daarvan bij Omroep Zeeland. We gaan er vanuit dat daarmee deze toezegging is ingelost. Hoogachtend, gedeputeerde staten,,voorzitter,secretaris Behoort bij brief d.d. 2 maart 2010 met ons kenmerk: /4 van de afdeling Welzijn 2

3 Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: belast met Nr: SBO-150 behandeling: Waveren, H. van Agenda nr: Vergadering GS: Nr: /21/4 Onderwerp: Provinciaal Mediabeleid VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting: Op 29 september 2006 is door uw staten de Nota Omroepbeleid Provincie Zeeland vastgesteld. Deze nota beschrijft onze relatie met Omroep Zeeland en is één van de uitwerkingsnota's van het provinciale cultuurbeleid, zoals dit is vastgelegd in de nota's Cultuur Continu I voor de periode en inmiddels ook in Cultuur Continu II voor de periode De provinciale nota omroepbeleid heeft in vergelijking met andere uitwerkingsnota's cultuur een afwijkende looptijd. Dit heeft te maken met de periode van zendmachtiging (concessie) van Omroep Zeeland, die in oktober 2009 afloopt. statenstukken Voor een nieuwe zendmachtiging aan Omroep Zeeland hebben wij via een apart voorstel aan uw staten geadviseerd zich daarover positief uit te spreken (SBO127A in PS van 13 november 2009). Met dit advies aan het Commissariaat voor de Media en er vanuit gaande dat het Commissariaat met uw advies instemt kan Omroep Zeeland voor een nieuwe concessieperiode van vijf jaar ( ) rekenen op ondersteuning door de Provincie Zeeland. Thans verzoeken wij uw staten in te stemmen met de bijgevoegde nota Mediabeleid Provincie Zeeland , waarin onze verwachtingen richting Omroep Zeeland voor de nieuwe periode van zendmachtiging zijn opgenomen. Wat willen we bereiken? Het versterken van het culturele bewustzijn van inwoners en bezoekers van Zeeland door het vergroten van het publieksbereik en de actieve cultuurparticipatie evenals de versterking van de culturele infrastructuur. In onze visie past een goed toegeruste en kwalitatief hoogwaardig functionerende regionale omroep binnen dit maatschappelijk effect. Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is? In de periode 2009 tot en met 2014 waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig (regionaal) media-aanbod dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking op basis van 245,5 uur uitzenduren radio en televisie per week en 24 uur per dag via internet door Omroep Zeeland. Daarbij gelden de navolgende streefwaarden voor wat betreft kijk- en luistercijfers en aantal unieke bezoekers website 1 : waarde 2008 streefwaarde periode kijkcijfers gemiddeld dagbereik 31,4% 31,4% (handhaven) luistercijfers radiomarktaandeel 17,4% 17,4% (handhaven) unieke bezoekers website (handhaven) 1 In de Programmabegroting 2010 staan andere streefwaarden vermeld, die zijn gebaseerd op de gegevens uit het jaarverslag 2007 Omroep Zeeland. Ten tijde van het opstellen van zowel Programmabegroting 2010 als van dit voorstel was het jaarverslag 2008 van de Omroep nog niet ontvangen. De vermelde cijfers 2008 zijn gebaseerd op het jaarverslag 2008 van ROOS (koepelorganisatie van alle regionale omroepen).

4 Onderwerp: Provinciaal Mediabeleid Wat doen we daarvoor? Wij zullen met Omroep Zeeland voor de periode 2009 tot en met 2014 meerjarige afspraken maken op basis van de nota Mediabeleid Provincie Zeeland , maar zijn daarbij gehouden aan de Mediawet. Dit betekent, dat wij geen afspraken kunnen maken over programmering en inhoud van programma's. Wel zullen wij ten aanzien van de publieke taak van Omroep Zeland onze verwachtingen uitspreken over het bereik van de omroep in en ten behoeve van de Zeeuwse samenleving. Wat mag het kosten? De structurele - en voor 2009 reeds begrote - kosten, die nodig zijn om de nota Mediabeleid Provincie Zeeland tot uitvoer te brengen bedragen vanaf 2009 jaarlijks ,--, inclusief indexering. Mediabeleid Provincie Zeeland In bijlage treft u de nota Mediabeleid Provincie Zeeland aan. Deze nota bouwt voort op de uitgangspunten van de nota Omroepbeleid Provincie Zeeland , waarin wij m.n. onze relatie met Omroep Zeeland hebben aangegeven. Zoals hiervoor al aangegeven is de werkingsduur van deze nota afgeleid van de periode van zendmachtiging van de regionale publieke omroep. In de nieuwe nota hebben de eerdere uitgangspunten nogmaals op rij gezet, geëvalueerd en op basis van actualiteit, technische ontwikkelingen en veranderend mediagebruik bijgesteld en verder uitgewerkt. In de nota gaan wij er vanuit, dat Omroep Zeeland de regionale publieke omroep voor Zeeland blijft en naast het verzorgen van radio en televisie het Zeeuwse nieuws ook via internet aanbiedt. Tevens wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de samenwerking tussen Omroep Zeeland en de PZC/BN de Stem. Verder hebben wij de nota ter advisering voorgelegd aan de Raad voor Cultuur Zeeland. Dit advies treft u eveneens als bijlage aan. Kort gezegd betreft het hier een positief advies, waarbij de Raad nadrukkelijk de verwachte samenwerking tussen pers en omroep onderschrijft. De Raad geeft daarbij als overweging om deze samenwerking ook financieel te waarderen. Wij kunnen ons afgezien van laatst genoemde overweging van de Raad vinden in dit advies en zullen dit betrekken bij het nog op te stellen voorwoord van de voorliggende nota. Wij verzoeken uw staten in te stemmen met ons voorgenomen mediabeleid voor de periode Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. gedeputeerde staten, Karla Peijs, voorzitter, Viek Verdult, secretaris. Ontwerp-besluit De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van , nr /21/4; b e s l u i t e n : In te stemmen met de nota Mediabeleid Provincie Zeeland doc

5 nota Mediabeleid Provincie Zeeland

6 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Inleiding 4 2. Ontwikkelingen omroepbeleid Wijziging rijksbeleid regionale omroepen nieuwe rol provincies Ervaringen met gewijzigd rijksbeleid Relatie Omroep Zeeland Ontwikkelingen Omroep Zeeland Rampenfunctie Omroep Zeeland 8 3. Multimediale ontwikkelingen Media-aanbod Speelruimte regionale omroepen 9 4. Mediabeleid ontwikkelt mee Uitgangspunten provinciaal mediabeleid Beleidsvisie Omroep Zeeland Samenwerking Omroep Zeeland en PZC/BN de Stem Op weg naar multimediaal Zeeland Bijdrage Omroep Zeeland Samenwerking Omroep Zeeland en andere partners Bekostiging Mediabeleid 16 Bijlage 1 - Samenvatting Rapport Brinkman 'De Volgende Editie' 17 Bijlage 2 Hoofdstukken 3 en 4 publicatie ROOS 'Handreiking PBO' 20 2

7 Voorwoord Het medialandschap en het mediagebruik van mensen veranderen voortdurend. Niet alleen wordt het aanbod groter en verhevigt de concurrentie, maar door de digitale mediatechnologie komt er een nieuwe dimensie bij. Voor het eerst groeit een generatie op die zich niets aantrekt van de grenzen tussen de traditionele media en Internet. Dat betekent dat alle media en dus ook de publieke regionale omroepen voor de uitdaging staat antwoorden te vinden op nieuwe vragen. Daarmee is de situatie anders dan in de periode waarin de vorige Omroepnota werd geschreven. Gelet op de relatie van de Provincie Zeeland met Omroep Zeeland blijft het vertrekpunt van deze nota dat een publieke regionale omroep nodig is en blijft als onderdeel van een sterk en onafhankelijk Zeeuws medialandschap. Daarnaast en in samenwerking met de andere Zeeuwse media heeft Omroep Zeeland een belangrijke impact en spilfunctie in de Zeeuwse democratie, cultuur, economie en vrije tijd. Een publieke regionale omroep garandeert op basis van wat de Mediawet voorschrijft ook dat een deel van het media-aanbod aan bepaalde basisvoorwaarden voldoet. Een aantal functies van Omroep Zeeland is in dit verband en met name daar waar het de diversiteit en pluriformiteit van het media-aanbod betreft zeer belangrijk. Ten eerste de functie dat een publieke regionale omroep programma s maakt voor een breed publiek. Een tweede functie is dat de omroep de Zeeuwse burger voorziet van onafhankelijke en betrouwbare informatie. Ten derde dient de omroep bij te dragen aan de regionale identiteit waarin oude en nieuwe Zeeuwen zich thuis kunnen voelen. In de aanloop naar de thans voorliggende provinciale medianota is er op basis van actuele landelijke mediaontwikkelingen ook in Zeeland de nodige discussie geweest over verantwoordelijkheden, zienswijzen en samenwerking. Aanvankelijk is deze discussie op het scherpst van de snede gevoerd en breed uitgemeten in hoe kan het ook anders de media! Daarna en in overleg met en tussen betrokkenen lijkt er thans een periode te zijn aangebroken, waarin betrokkenen het niet meer hebben over de vraag of er moet worden samengewerkt, maar hoe er kan worden samengewerkt. Met dit voortschrijdende inzicht moet het Provinciaal Mediabeleid in de komende periode in ieder geval gezamenlijk verder worden ingevuld. Daarmee is deze nota niet meer dan een aanzet naar een nieuw multimediaal tijdperk, waarin de Provincie Zeeland samen wil optrekken met de Zeeuwse mediapartners om de Zeeuwse burger op basis actieve betrokkenheid optimaal te kunnen informeren over wat er in Zeeland leeft en speelt. Harry van Waveren, Gedeputeerde media 3

8 1. Inleiding Op 29 september 2006 is door Provinciale Staten de Nota Omroepbeleid Provincie Zeeland vastgesteld. Deze nota beschrijft onze relatie met Omroep Zeeland en is één van de uitwerkingsnota's van het provinciale cultuurbeleid, zoals dit is vastgelegd in de nota's Cultuur Continu I voor de periode en Cultuur Continu II voor de periode De provinciale nota omroepbeleid heeft in vergelijking met andere uitwerkingsnota's cultuur een afwijkende looptijd. Dit heeft te maken met de periode van zendmachtiging (concessie) van Omroep Zeeland, welke in oktober 2009 afloopt. Provinciale Staten hebben in november 2009 besloten, dat Omroep Zeeland voor een nieuwe concessieperiode van vijf jaar kan rekenen op ondersteuning door de Provincie Zeeland. Via een zogenaamde representativiteits- en bekostigingsverklaring is aan het Commissariaat voor de Media 1 geadviseerd dat Omroep Zeeland kan voldoen aan de voorwaarden, die de nieuwe Mediawet op deze onderdelen aan een regionale publieke omroep stelt. Voor het onderdeel representativiteit is bezien of de kwaliteit en diversiteit van het programma-aanbod dusdanig is, dat hierdoor de Zeeuwse bevolking in voldoende mate wordt bereikt. De Programmaraad van Omroep Zeeland is verantwoordelijk voor dit onderdeel en de samenstelling en functioneren van dit orgaan is bepalend voor de afweging die de staten hebben gemaakt. Voor het onderdeel bekostiging geldt de wettelijke zorgplicht van provincies voor ten minste één regionale publieke omroep. Als gevolg hiervan hebben Provinciale Staten besloten, dat Omroep Zeeland ook in de periode financieel zal worden ondersteund. Op grond van voorgaand advies en gelet op het feit dat alleen Omroep Zeeland voor de nieuwe concessieperiode een verzoek heeft ingediend, heeft het Commissariaat in december 2009 aan Omroep Zeeland voor de periode 19 oktober tot 19 oktober een nieuwe zendmachtiging verstrekt. Daarmee blijft Omroep Zeeland in deze periode dus de regionale omroep voor Zeeland. Bij het voortzetten van onze relatie met Omroep Zeeland nemen wij in onze beleidsvisie de uitgangspunten van het provinciale omroepbeleid als vertrekpunt voor de nieuwe periode. Deze uitgangspunten vullen wij in het vervolg van deze nota aan op basis van actualiteit, technische ontwikkelingen en veranderd mediagebruik. 2. Ontwikkelingen omroepbeleid De Nota Omroepbeleid Provincie Zeeland was de eerste nota, waarin wij onze visie op dit beleidsonderdeel hebben vastgelegd. Voornaamste reden hiervoor was de wijziging van het rijksbeleid op dit gebied, te weten de decentralisatie van rijksmiddelen regionale omroepen en de wijziging van de Mediawet in Daardoor wijzigde ook onze relatie met de Zeeuwse regionale omroep: van een gedeelde financiële verantwoordelijkheid 2 naar een gehele financiële verantwoordelijkheid. Onze ervaringen met deze nieuwe verantwoordelijkheid en rol zetten we hierna op rij via een terugblik op de afgelopen periode Zeeuws omroepbeleid Wijziging rijksbeleid regionale omroepen nieuwe rol provincies Om de nieuwe rol op het gebied van omroepbeleid goed te kunnen vervullen moeten provincies vanaf 2005 rekening houden met de wettelijke kaders die voor dit beleidsterrein van toepassing zijn. Door wijziging van de Mediawet in 2005 en de daarmee samenhangende decentralisatie van omroepmiddelen per 1 januari 2006 naar provincies kan deze rol vanaf dat moment meer vorm worden gegeven. In deze nieuwe situatie is de zogenaamde zorgplicht voor de regionale omroepen volledig bij provincies neergelegd. Artikel 107 van de gewijzigde Mediawet formuleert deze verantwoordelijkheid als volgt: Provinciale Staten dragen zorg voor de bekostiging van het functioneren van ten minste één regionale omroepinstelling in de provincie door vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het functioneren van de regionale omroepinstelling op zodanige wijze dat een 1 Commissariaat voor de Media is namens het Rijk toezichthouder m.b.t. de Mediawet 2 In de periode tot 2006 bekostiging regionale omroepen via matchingsregeling 50% rijksmiddelen 50% provinciale middelen 4

9 kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van bekostiging is gewaarborgd. Deze bekostiging waarborgt in ieder geval dat per provincie het in 2004 bestaande niveau van de activiteiten met betrekking tot de verzorging van radio- en televisieprogramma s en van de activiteiten als bedoeld in artikel 13c, derde lid 3, van de regionale omroepinstelling(en) ten minste gehandhaafd blijft De wijziging heeft tot gevolg dat elke provincie verplicht is minimaal één publieke regionale omroep in stand te houden. In tegenstelling tot voor de wijziging, toen provincies zelf konden bepalen of ze een regionale omroep wilde en daarvoor vijfjaarlijks een bekostigingsverklaring kon afgeven, dienen provincies vanaf 2006 voor de bekostiging zorg te dragen onder de voorwaarden zoals omschreven in bovenstaand artikel. Daarnaast en ook conform de Mediawet kunnen provincies in tegenstelling tot de subsidiëring van andere provinciale organisaties aan de subsidietoekenning voor de regionale omroep geen concrete inhoudelijke eisen stellen met betrekking tot de programmering of verplichte samenwerking met andere organisatie, zoals bijvoorbeeld kranten en lokale omroepen. Dit is het gevolg van de in de Mediawet beschreven onafhankelijkheid. Artikel 13c bepaalt onder andere dat de programma s van de regionale omroep onafhankelijk zijn van commerciële invloeden en van overheidsinvloeden. Daarnaast bepaalt artikel 48 van de Mediawet dat iedere instelling die zendtijd heeft verkregen, vorm en inhoud van zijn programma bepaalt en verantwoordelijk is voor wat in zijn zendtijd wordt uitgezonden. De provincies hebben met deze wijziging van de Mediawet in 2005 ingestemd. Aan de goedkeuring van het concept zijn door de provincies de volgende voorwaarden verbonden, die zijn meegenomen in de aanbiedingsbrief van de toenmalige staatssecretaris van der Laan met betrekking tot de wijziging van de Mediawet 4 : 1. Het Rijk draagt de financiële verantwoordelijkheid wanneer er sprake is van een autonome kostenstijging als gevolg van ontwikkelingen binnen het mediabestel die buiten de invloedsfeer van de provincies en regionale omroepen liggen en het gevolg zijn van rijksbeleid, wets- en fiscale wijzigingen en algemene maatregelen van bestuur. Daarbij is bijvoorbeeld te denken aan een nieuwe invulling of aanpassing van de rampenfunctie, frequentieverandering en nieuwe vormen van distributie als gevolg van de voorgenomen afschakeling van het analoge TV-signaal 5. De omroepen moeten dan ongewild kosten maken in technische zin, maar ook zijn er kosten verbonden aan hun marketingcampagnes voor bekendmaking van nieuwe frequenties en bijvoorbeeld het aanpassen van hun huisstijl. De rijksoverheid dient dan als veroorzaker deze kosten te dragen. Per geval zullen dergelijke wijzigingen in rijksbeleid en de gevolgen daarvan door de gezamenlijk provincies worden beoordeeld. 2. De wijziging van de Mediawet wordt gekoppeld aan een evaluatiemoment waarop provincies en rijk gezamenlijk bezien in hoeverre er sprake is van een autonome kostenstijging bij een doelmatige en rechtmatige besteding van de middelen door de regionale omroepen. Hiervoor wordt in de wet een periode opgenomen van drie jaar na inwerkingtreding. Het gaat dan vooral om het hiervoor beschreven artikel 107, waarbij het activiteitenniveau van 2004 mogelijk moet worden gemaakt door de provincies. Aanvullend en mede naar aanleiding van enige ongerustheid bij een aantal Kamerleden en regionale omroepen hebben provincies beloofd om in het kader van de zorgplicht bij de bekostiging een reële indexering te zullen hanteren. Daarbij is afgesproken, dat deze bijzondere index naast een materiële en personele component voorziet in een sectorspecifieke opslag, een looptijd heeft tot en met 2009 en daarna wordt geëvalueerd. Verder is naar aanleiding van de multimediale ontwikkelingen vanaf 1 januari 2009 de Mediawet nogmaals aangepast. Vanaf dat moment vallen alle vormen van elektronisch aanbod onder de hoofdtaak van de publieke omroep. Dat geldt bijvoorbeeld voor themakanalen, websites en mobiel aanbod. Bepalingen die niet goed passen bij een multimediale aanpak, verdwijnen. Onder andere de term 'programma's' wordt vervangen door de veel ruimere term 'media-aanbod'. 3 Hiermee worden bedoeld activiteiten op het gebied van teletekst en Internet 4 Kamerstuk Ontvangst van het TV signaal is na afschakeling alleen mogelijk via kabel, satelliet of digitenne 5

10 2.2. Ervaringen met gewijzigd rijksbeleid In 2008 heeft het Commissariaat voor de Media de hiervoor aangegeven evaluatie uitgevoerd. Hieruit blijkt, dat alle provincies zich in de voorbije periode aan deze zorgplicht hebben gehouden. Tevens constateert het Commissariaat echter, dat dit niveau van bekostiging voor de regionale omroepen onvoldoende is om te investeren in nieuwe en noodzakelijke technische ontwikkelingen op het gebied van crossmedia, d.w.z. geïntegreerde radio/tv/internet toepassingen. Voor zoverre ze dit wel doen gaat dit ten koste van het huidige niveau radio en televisie. De commissie Rutten heeft in haar rapport 'Kracht in de regio', opgesteld in opdracht van IPO-ROOS, deze constatering eveneens gemaakt en daarbij bijzondere aandacht gevraagd voor de kleinste regionale omroepen. Deze omroepen, waaronder Omroep Zeeland, hebben in tegenstelling tot de andere publieke regionale omroepen meer moeite om op grond van het huidige bekostigingsniveau een kwalitatief sterke doordeweekse programmering en een adequate weekendprogrammering te verzorgen. Op 4 december 2009 is in dit verband de motie van Kamerlid Atsma door de Tweede kamer aangenomen, waarin de regering verzocht wordt onderzoek te doen naar de hiervoor genoemde moeilijke situatie van de publieke regionale omroepen in de kleinere provincies. Zowel in de evaluatie van het Commissariaat als in het rapport van Rutten wordt tevens opgemerkt dat er onduidelijkheid bestaat over het onderscheid tussen zorg en eindverantwoordelijkheid voor de regionaal publieke omroepen. Provincies en regionale omroepen vinden, dat de Zorgplicht zoals aangegeven in zowel de oude Mediawet, als in de nieuwe Mediawet provincies slechts deels verantwoordelijk stelt voor de bekostiging van omroepen (niveau 2004). Bekostiging van de hiervoor aangegeven nieuwe en noodzakelijke technische ontwikkelingen op het gebied van crossmedia is dan ook punt van discussie: de nieuwe Mediawet gaat er vanuit, dat net als de landelijke publieke omroepen ook de regionale publieke omroepen meegaan in deze ontwikkelingen. Gelet op de Zorgplicht provincies is het echter de vraag wie verantwoordelijk is voor deze meerkosten. Wij stellen ons op het standpunt, dat als de wetgever wil dat publieke omroepen investeren in multimediale ontwikkelingen de wetgever ook verantwoordelijk is voor de meerkosten hiervan. Een niet onbelangrijk gegeven in deze is het feit, dat de landelijke publieke omroepen voor de multimediale ontwikkelingen wel (extra) rijksmiddelen ontvangen. Gelet op voorgaande zullen wij zullen in de komende periode in IPO-verband de discussie met het Rijk over zorg en verantwoordelijkheid voor de regionale publieke omroepen voortzetten en daarbij verwijzen naar de eerdere afspraken hierover ten tijde van de decentralisatie van rijksmiddelen (zie hiervoor paragraaf 2.1). Ook op het gebied van verantwoordelijkheid en toezicht constateren wij een vorm van ongelijkheid tussen Rijk en provincies. Het Rijk maakt via de minister voor Onderwijs, Cultuur en wetenschappen prestatieafspraken over het media-aanbod met de landelijke publieke omroepen. Het Commissariaat voor de Media is echter van mening, dat toezicht op het media-aanbod van regionale publieke omroepen voorbehouden is aan het commissariaat. Wij vinden, dat net als in andere subsidierelaties wij als financierende overheid afspraken moeten kunnen maken met een uitvoerende instelling en dus ook met onze regionale omroep. Net als het Rijk zijn wij daarbij gehouden aan wat daarover in de Mediawet is vastgelegd. In IPO-verband zullen wij de discussie over deze vorm van sturing verder opnemen met het Rijk. 2.3 Relatie Omroep Zeeland Om onze nieuwe relatie met Omroep Zeeland vorm te geven hebben wij in onze nota Omroepbeleid het volgende vertrekpunt aangegeven: Samen met Omroep Zeeland willen wij dat er een goede publieke voorziening voor regionale radio en televisie is in de hele Provincie Zeeland. Met programma s, die onafhankelijk, kritisch, betrouwbaar, veelzijdig en begrijpelijk zijn, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de positionering van de Zeeuwse samenleving. Wij zijn ook samen verantwoordelijk voor een sterke en bedrijfsmatig gezonde publieke regionale omroep. Omroep Zeeland moet een breed draagvlak in de provincie hebben. Dit moet tot uiting komen in de programmering en in de representativiteit van het Programmabeleidbepalend Orgaan (PBO). Gelet op de wettelijke Zorgplicht provincies en het daaraan gekoppelde kwaliteitsniveau is Omroep Zeeland vanaf 2006 financieel in staat gesteld per week ten minste 77,5 uur radio en 168 uur TV te maken. Bij deze bekostiging hebben wij voor de periode de volgende verwachtingen aangegeven: 6

11 Wij vinden het verzorgen van de regionale nieuwsvoorziening en het leveren van achtergrondinformatie een belangrijke taak van Omroep Zeeland. Daarbij hoort ook de bijdrage die de omroep levert aan het publieke debat in de regio en de betrokkenheid bij politieke besluitvorming op gemeentelijk en provinciaal niveau. De regionale omroep speelt een rol in het vergroten van de mondigheid van de burger en in het verkleinen van de afstand tussen politiek, bestuur en burger. De regionale omroep draagt bij aan een goede communicatie tussen alle maatschappelijke geledingen: overheid, particuliere organisaties, bedrijfsleven en burgers. Wij vinden het verder van belang dat de inwoners van Zeeland via Omroep Zeeland, zowel via radio als televisie, snel en compleet relevant regionaal en lokaal nieuws met achtergrondinformatie krijgen. Op deze manier vervult de omroep een positieve en opbouwende rol in de Zeeuwse samenleving. Het omroepbeleid is onderdeel van het provinciale cultuurbeleid. Dit wil niet zeggen dat Omroep Zeeland puur een culturele instelling is. Omroep Zeeland is vooral een nieuws- en actualiteitenzender en maakt daarmee onder andere deel uit van het culturele veld. Omroep Zeeland is ook deel van andere maatschappelijke structuren in de Provincie en heeft als publieke omroep hierin een taak. Daardoor heeft de omroep, direct of indirect, te maken met verschillende beleidsterreinen van de Provincie Zeeland en kan hij bijdragen aan onze beleidsdoelstellingen op sociaal, economisch en cultureel vlak. Wij vinden verder, dat Omroep Zeeland, doordat radio en televisie laagdrempelige media zijn, het bereik van specifieke doelgroepen c.q. minderheden moet vergroten en deze groepen middelen moet aanreiken om zelf actief aan het maatschappelijke debat deel te nemen. Ook vinden wij, dat de omroep moet bijdragen aan de versterking en bewustwording van de regionale identiteit en dus het belang van cultuur moet uitdragen naar de inwoners van Zeeland. Terugkijkend naar de afgelopen periode stellen wij vast, dat Omroep Zeeland zich behoorlijk heeft ingespannen om aan onze verwachtingen te kunnen voldoen. Wij willen daarbij nadrukkelijk verwijzen naar vooral de organisatorische, bedrijfsmatige en programmatische ontwikkeling die de omroep naar aanleiding van de multimediale ontwikkelingen in de periode voortvarend heeft doorgezet Ontwikkelingen Omroep Zeeland In 2005 heeft Omroep Zeeland een onderzoek laten doen naar de interne organisatie. Overeenkomstig de missie betrof het een onderzoek naar verdere professionalisering van de interne organisatie en de kwaliteitsborging van de producten, waarbij rekening is gehouden met de sterk veranderende omgeving. Dit advies heeft in de periode geleid tot een organisatieontwikkelingstraject met een impact op de hele organisatie. Naast integratie van en synergie tussen de verschillende media (radio, televisie, tekst-tv, teletekst en Internet) is ook de bedrijfsvoering en aansturing veranderd. Ondanks deze reorganisatie en integratie van de verschillende media ervaart Omroep Zeeland net als de andere regionale omroepen de gevolgen van het veranderende medialandschap- en aanbod. In het volgende overzicht zijn de luister- en kijkcijfers van Omroep Zeeland in de periode afgezet tegen die van de regionale omroepen en het landelijk gemiddelde op basis van de meetgegevens van ORN/Intomarkt (uit Jaarverslag 2008 ROOS). Gemiddeld marktaandeel Radio Radio Noord 35,3 33,9 33,8 28,0 24,2 Omrop Fryslan 25,2 23,8 23,2 24,0 24,8 Radio Drenthe 19,3 19,2 19,5 17,4 16,4 Radio Oost 19,2 18,4 20,6 17,8 16,2 Radio Gelderland 17,5 16,6 16,9 15,6 12,7 Radio M Utrecht 5,7 5,7 6,2 6,2 7,4 Radio Flevoland 6,9 7,7 5,3 5,0 3,9 Radio Noord-Holland 9,6 9,8 11,4 12,7 12,0 Radio West 7,4 8,0 6,6 6,5 6,7 Radio Rijnmond 13,7 13,9 14,0 11,9 11,5 Omroep Zeeland 18,9 20,2 18,4 18,1 17,4 Omroep Brabant 13,4 14,5 11,9 11,2 11,2 L1 Radio 14,0 14,2 15,0 12,7 13,8 Regio Radio (landelijk gemiddeld) 15,6 15,6 15,3 14,5 13,8 7

12 Gemiddeld dagbereik TV TV Noord 37,5 37,0 34,5 29,4 22,8 Omrop Fryslan 30,0 25,5 28,2 27,9 24,6 TV Drenthe 32,3 28,7 27,8 21,2 18,4 TV Oost 32,6 34,4 31,1 23,8 20,5 TV Gelderland 22,1 23,2 22,6 22,9 21,7 Regio TV Utrecht 10,6 15,0 14,6 14,3 15,3 Omroep Flevoland 22,3 17,5 15,0 14,0 12,1 TV Noord-Holland 14,2 16,1 17,1 16,0 15,6 TV West 20,4 17,2 16,2 15,8 15,5 TV Rijnmond 22,9 23,7 23,4 20,7 17,3 Omroep Zeeland 38,8 37,2 34,1 34,2 31,4 Omroep Brabant 25,0 26,2 26,0 21,7 19,5 L1 TV 33,1 33,1 31,9 27,5 24,2 Regio TV (landelijk gemiddeld) 23,5 24,1 23,7 22,1 20,7 Uit deze gegevens blijkt, dat Omroep Zeeland zowel voor radio als televisie in de hele periode ruim boven het landelijke gemiddelde zit. Hoe het bereik van Omroep Zeeland zich binnen Zeeland verhoudt tot andere media blijkt uit onderstaande grafiek, afkomstig uit het rapport "Zeeuwen en de media" in opdracht van Omroep Zeeland uitgevoerd door Tangram Advies en onderzoek in maart In dit overzicht wordt de door het publiek aangegeven meest belangrijke bron voor regionaal nieuws afgezet tegen het daadwerkelijk gebruik ervan. gebruikte bronnen voor regionaal nieuws Eendrachtbode Eendrachtsbode Lokale omroepen in eigen gemeente 2% 7% 7% Wereldregio 4% Anders 3% 9% BN/De Stem 6% 13% Maximaal TV 2% 31% Internet 11% 41% Huis-aan-huiskrant 5% 43% Omroep Zeeland Radio 10% 44% PZC 35% 53% Omroep Zeeland TV 27% 66% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% meeste belangrijke bronnen gebruikte bronnen voor regionaal nieuws Ter nadere duiding van de cijfers schrijft Tangram het volgende in het rapport (citaat): De Provinciale Zeeuwse Courant is de grootste concurrent van Omroep Zeeland. Van alle bronnen die er in Zeeland voorhanden zijn om regionaal nieuws en informatie te ontvangen wordt Omroep Zeeland TV het meeste gebruikt. Daarmee scoort Omroep Zeeland TV hoger dan de Provinciale Zeeuwse Courant die op nummer twee staat, terwijl juist deze laatste bron als meest belangrijke bron voor regionaal nieuws en informatie wordt genoemd door de Zeeuwen. Iets meer dan de helft van alle Zeeuwen geeft aan onvoldoende nieuws te zullen krijgen van Omroep Zeeland wanneer er geen regionale kranten zouden bestaan. Op de tweede, derde en vierde plaats worden respectievelijk Omroep Zeeland TV, het internet en Omroep Zeeland Radio genoemd als meest belangrijke bron. Ook wanneer we vragen naar de belangrijkste bron daarna wordt door de meeste respondenten Omroep Zeeland TV als belangrijkste bron genoemd. 8

13 Zeeuwen die het meest gebruik maken van Omroep Zeeland TV voor het verkrijgen van regionaal nieuws en informatie, vinden dit tevens de belangrijkste bron. Voor Omroep Zeeland radio geldt dit niet. Zeeuwen die Omroep Zeeland Radio het meest gebruiken, vinden de PZC de belangrijkste bron. De Zeeuwen die de PZC het meest gebruiken voor het verkrijgen van regionaal nieuws, vinden dit tevens ook de belangrijkste bron en juist Omroep Zeeland veel minder belangrijk. Internet krijgt een steeds belangrijkere rol als bron voor regionaal nieuws en informatie. Van de Zeeuwen die deze bron gebruiken voor het verkrijgen van regionaal nieuws, wordt de website van Zeelandnet het meest bezocht (65%), gevolgd door de website van Omroep Zeeland (41%) en de Provinciale Zeeuwse Courant (36%). Wanneer we de verschillende gebieden met elkaar vergelijken, dan zien we het volgende beeld: In Walcheren (61%) en Noord- en Zuid-Beveland (62%) wordt de Provinciale Zeeuwse Courant het meest gebruikt voor het verkrijgen van regionaal nieuws. Zeeuws Vlaanderen laat een afwijkend beeld zien. Hier wordt de PZC minder gebruikt (37% en wordt deze bron ook minder belangrijk gevonden dan Omroep Zeeland TV. Opvallend in de tabel hiervoor is verder dat naast Omroep Zeeland, PZC en internet de Huis-aan-huis kranten als regionale nieuwsbron fors scoren. Wellicht is dit laatste te verklaren door het feit dat deze media een hele hoge dekking (> 80%) onder het publiek hebben. In Nederland worden iedere week ruim 700 huis-aan-huisbladen verspreid met een totale oplage van ruim 14 miljoen exemplaren. Bijna ieder huishouden ontvangt gemiddeld 2 huis-aan-huisbladen. De leesintensiteit, zo blijkt uit onderzoek 6, is hoog, omdat de lezer de krant aandachtig doorneemt vanwege de plaatselijke en/of consument gerichte artikelen. De informatie wordt daarbij gewaardeerd als betrouwbaar en betrokken. Omroep Zeeland heeft in de afgelopen periode 245,5 uur uitzenduren radio en televisie per week gerealiseerd. Op de radio worden op werkdagen uitzendingen verzorgd tussen 7.00u. en 18.30u., in het weekend zijn de uitzendingen tussen 8.00u. en 18.00u. Daarvoor en daarna wordt het programma van Radio 1 doorgegeven. Op televisie wordt dagelijks vanaf 18.00u. steeds één uur uitzending verzorgd, gevolgd door herhaling daarvan tot de volgende morgen 11.00u. Tot 18.00u. is er vervolgens Tekst-TV. Teletekst wordt doorlopend aangeboden en op werkdagen bijgehouden van 06.00u. tot uur. Vanaf april 2008 wordt 24 uur per dag nieuws aangeboden via de vernieuwde internetsite. Deze vernieuwing was onderdeel van de overgang naar een eigentijdse huisstijl van de omroep eveneens in april Via deze site kunnen eerder uitgezonden radio- en televisie-uitzendingen opnieuw worden bekeken (zgn. 'Uitzending gemist') en kunnen radio en televisie-uitzendingen live worden gevolgd. Verder vindt via de site dagelijks een opiniepeiling plaats over een actueel onderwerp en geeft de site achtergrondinformatie over radio en televisieprogramma's en de omroep zelf. Het aantal unieke bezoekers van de site bedroeg in Gelet op voorgaande en vooral de inspanningen van Omroep Zeeland op het gebied van Internet geven aan, dat de omroep meebeweegt in het veranderende medialandschap. 2.5 Rampenfunctie Omroep Zeeland In de Nota Omroepbeleid Provincie Zeeland hebben wij aangegeven, dat wij Omroep Zeeland ook beschouwen als de rampenzender voor Zeeland via de radio. Daarbij hebben wij tevens aangegeven, dat het geldende convenant geactualiseerd diende te worden daar er enerzijds door gemeentelijke herindeling een aantal van de toenmalige convenantpartners niet meer bestond. Anderzijds zijn technieken van destijds zo veranderd, dat ook op dit gebied actualisatie van het convenant noodzakelijk was. In de afgelopen periode is deze actualisatie in overleg met de Veiligheidsregio Zeeland, Provincie Zeeland en Omroep Zeeland weliswaar gerealiseerd voor wat betreft de rampenfunctie Omroep Zeeland Radio. De inzet van Omroep Zeeland TV moet nog verder worden uitgewerkt. Tegenover deze ontwikkeling staat en naar onze mening helaas de insteek die de landelijke overheid op dit gebied voorstaat. Het meest betrokken ministerie in deze, t.w. dat van Binnenlandse Zaken is van mening, dat in geval van calamiteiten de burger via zich op de hoogte kan stellen van wat te doen als de sirene gaat. Mocht dit laatste zich voordoen op andere momenten dan de eerste maandag van de maand, dan hebben wij op basis van eerdere ervaringen de stellige overtuiging dat Zeeuwen af zullen stemmen op Omroep Zeeland of de website bezoeken. 6 O.a. Huis-aan-huiskrantenonderzoek 2007 door Interview NSS/Synovate 9

14 Omdat voorgaande in feite veiligheidsbeleid betreft zullen wij in deze Medianota hierop niet verder ingaan en ons anderszins wenden tot de rijksoverheid. We gaan er echter wel vanuit, dat op basis van het huidige convenant de Zeeuwse burger in buitengewone omstandigheden via Omroep Zeeland optimaal geïnformeerd wordt Multimediale ontwikkelingen 3.1. Media-aanbod Voor een gezonde democratie is een gevarieerd en toegankelijk media-aanbod van groot belang. Radio, televisie, kranten en tijdschriften spelen immers een belangrijke rol in de maatschappelijke informatievoorziening, het publieke debat, de cultuur, de vrijetijdsbesteding en de ontspanning. Het rijksbeleid op het gebied van de media richt zich dan ook op een veelzijdig, kwalitatief hoogwaardig en onafhankelijk media-aanbod te garanderen, dat toegankelijk is voor alle bevolkingsgroepen waar ook in het land. Met de term media-aanbod speelt de nieuwe Mediawet nadrukkelijk in op de veranderingen in het medialandschap. Ter vergelijking: voorheen werd in de Mediawet nog gesproken over radio- en televisieprogramma's. De nieuwe Mediawet definieert daarbij kwalitatief hoogwaardig aanbod voor wat betreft de regionale publieke media-instelling als programma-aanbod per programmakanaal, dat voor ten minste vijftig procent bestaat uit aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard dat in het bijzonder betrekking heeft op de provincie waarvoor het aanbod bestemd is. Het Commissariaat voor de Media ziet er op toe dat de regionale publieke media-instelling dit programmavoorschrift 8 ook daadwerkelijk in zijn programmering realiseert. Het ontbreekt echter vooralsnog zowel in de Mediawet als bij het Commissariaat aan duidelijke criteria hiervoor. Het onafhankelijke media-aanbod wordt in de Mediawet omschreven als de redactionele onafhankelijkheid en het onafhankelijk functioneren van een regionale publieke media-instelling. Als oorzaken voor de verandering van het medialandschap zijn de opkomst van Internet, mobiele telefonie, games, digitale televisie, podcasting 9 en narrowcasting 10 aan te wijzen. De kracht van Internet is dat het tekst met beeld en geluid combineert. Internet is daardoor hét distributiekanaal voor een nieuwsplatform dat actueel wil zijn: als kader waarin de traditionele media worden ingepast. Nieuwsorganisaties zullen door de opkomst van Internet moeten investeren in deze nieuwe ontwikkeling. Het gaat dan niet alleen om investeringen in technische faciliteiten, maar ook om investeringen in opleiding en training en het opzetten van nieuwe redactiestructuren Als gevolg hiervan moeten de traditionele media niet alleen harder vechten om de aandacht van het publiek. Ook leiden deze nieuwe ontwikkelingen tot de nodige financiële druk bij deze media. Verder vervaagt het onderscheid tussen de verschillende media en bepaalt de consument zijn keuze op een levendige markt van vele verschillende aanbieders. Ook biedt de nieuwe en voortschrijdende technologische vooruitgang nagenoeg iedereen de mogelijkheid om het medialandschap zelfstandig te betreden. Gelet op voorgaande zijn wij ons er van bewust, dat ook voor de betrokken overheden en dus ook de Provincie Zeeland, deze ontwikkelingen gevolgen zullen hebben Speelruimte publieke regionale omroepen De publieke regionale omroepen zijn één van de vele spelers in het Nederlandse medialandschap. Zij hebben in dit landschap te maken met de concurrentiekracht van de landelijke publieke en commerciële omroepen. Ook de zich steeds uitbreidende (digitale) doorgifte van vele buitenlandse zenders maakt de regionale omroep tot één van de velen. Verder zet de opkomst en groei van andere mediakanalen de positie van de traditionele distributiekanalen radio en televisie onder druk. Landelijke en regionale dagbladen spelen eveneens in op deze nieuwe ontwikkelingen en maken steeds meer gebruik van de combinatie van internet- en andere multimediale toepassingen (zgn. crossmediale benadering). Om in dit medialandschap een rol van betekenis te kunnen blijven spelen zullen de regionale publieke omroepen zich via specifieke nieuws- en achtergrondinformatie over de regio moeten onderscheiden 7 in het huidig subsidie is voorzien om deze functie van Omroep Zeeland Radio te bekostigen (+/ ). 8 dit voorschrift wordt ook wel aangehaald als de ICE-norm 9 downloaden via Internet van audio & video bestanden om deze later te beluisteren en/of te bekijken 10 via audiovisuele displays benaderen van specifieke doelgroepen, op een specifieke plaats en op specifieke momenten 10

15 van de andere media. Daarbij dient de wijze van het overdragen van deze informatie aan te sluiten bij de veranderende vraag en gedrag van de afnemer van deze informatie. Dit vergt nu en in de komende jaren een behoorlijke inspanning en omslag van de regionale omroepen. 4. Mediabeleid ontwikkelt mee In de Nota Omroepbeleid Provincie Zeeland hebben wij aangegeven, dat de Provincie Zeeland op grond van de Mediawet geen zeggenschap heeft over de inhoud van de programmering van Omroep Zeeland (zie ook hiervoor paragraaf 2.1.). De nieuwe Mediawet brengt hierin geen verandering en het is het Commissariaat voor de Media, dat de regionale omroepen controleert of zij zich op dit vlak houden aan zijn publieke taak. Ook kan de Provincie Zeeland de regionale omroep niet voorschrijven hoe zij haar concurrentiepositie moet behouden of vergroten. De regionale omroep is in dit verband autonoom. Wel kunnen wij verwachtingen uitspreken ten aanzien van de regionale omroep in Zeeland. Deze verwachtingen hebben wij aangegeven in hoofdstuk 6 van de provinciale omroepnota en ook hiervoor in hoofdstuk 2. Gelet op de in hoofdstuk 2 aangegeven eerdere verwachtingen in relatie met de hiervoor in hoofdstuk 3 aangegeven multimediale ontwikkelingen willen we onze verwachtingen als volgt bijstellen Uitgangspunten provinciaal mediabeleid Wij willen dat een regionale omroep een bijdrage levert aan het vergroten van sociale samenhang in de Zeeuwse samenleving. Wij beschouwen Omroep Zeeland als een laagdrempelig communicatiemiddel met een dekkend bereik in de hele provincie. Daardoor is Omroep Zeeland bij uitstek het medium om de inwoners van Zeeland met elkaar te verbinden via maatschappelijke informatievoorziening, aandacht voor het publieke debat, de Zeeuwse cultuur en vrijetijdsbesteding. Wij vinden het belangrijk dat een regionale omroep programma's maakt van een hoge kwaliteit. Met deze kwaliteit kan Omroep Zeeland het huidige aandeel kijkers en luisteraars behouden en zo mogelijk uitbreiden. Tevens kan op deze wijze de kwalitatieve afstand tot de concurrenten zo klein mogelijk blijven. Wij vinden dat een regionale omroep haar publiek niet alleen via radio en televisie moet bereiken, maar in deze multimediale tijd ook moet zoeken naar andere distributiekanalen. Voorbeelden van dergelijke andere kanalen zijn Internet, uitzendmogelijkheden op scholen en in publieke ruimtes via narrowcasting, etc. Inwoners van Zeeland moeten hun regionale omroep dus 'overal' kunnen tegenkomen, een regionale omroep moet een onderdeel zijn van de Zeeuwse samenleving en inspelen op de mogelijkheden en behoeftes van het publiek voor wat betreft de wijze waarop informatie wordt geconsumeerd. Wij vinden het noodzakelijk, dat een regionale omroep haar publiek actief opzoekt en in het verlengde van haar publieke taak, activiteiten moet ontwikkelen en samenwerking moet zoeken met andere partijen. Wij denken daarbij in ieder geval aan het onderwijs, de regionale kranten en de lokale omroepen. Dergelijke samenwerking zien wij los van de journalistieke functie die conform de Mediawet diversiteit en pluriformiteit van verslaglegging in zich moet dragen. Samenwerking met anderen is onzes inziens een aanvullende functie van een regionale omroep en mag de journalistieke kritische houding nimmer in de weg te staan. Om onze visie op het provinciale mediabeleid in de komende periode niet eenzijdig in deze nota neer te leggen hebben wij onze uitgangspunten in concept aan de twee belangrijkste Zeeuwse mediabedrijven voorgelegd, t.w. Omroep Zeeland en de PZC. Aan Omroep Zeeland is daarbij verzocht om een meerjarenvisie en aan zowel de PZC als aan de omroep is na gezamenlijk overleg verzocht de mogelijkheden van samenwerking in de toekomst op rij te zetten. Deze wat verschillende insteek laat zich eenvoudig verklaren door het feit dat wij als provinciale overheid de eerder aangegeven wettelijke zorgplicht voor ten minste één publieke regionale omroep 11

16 hebben. Met een commercieel mediabedrijf als Wegener, waartoe de PZC behoort, kunnen wij vanzelfsprekend een dergelijke relatie niet hebben. Omroep Zeeland heeft aan onze verzoeken gevolg gegeven via respectievelijk een hoofdredactionele meerjarenvisie en een brief naar aanleiding van de mogelijkheden tot samenwerking met de PZC. De hoofdredacteur van de PZC heeft zijn visie op de mogelijkheden tot samenwerking eveneens schriftelijk aan ons kenbaar gemaakt. We gaan er daarbij vanuit, dat gelet op de relatie met Wegener de samenwerkingsmogelijkheden van de PZC overeenkomstig zijn met die van BN-de Stem met betrekking tot het bereik van deze krant in Zeeuws-Vlaanderen Beleidsvisie Omroep Zeeland Vertrekpunt voor Omroep Zeeland is hét multimediale nieuwsplatform voor en over Zeeland te willen zijn. De omroep maakt daarbij drie belangrijke keuzes: nieuws wordt programmatisch topprioriteit, internet een volwaardig medium en multimediaal werken een vereiste. Dit vertrekpunt en de keuzes zijn in de Hoofdredactionele Meerjarenvisie verder uitgewerkt. Het is een ambitieus stuk en de omroep heeft desgevraagd aangegeven, dat zonder voldoende financiële middelen de ambities worden bijgesteld. Wij hebben de ambities hierna kort samengevat weergegeven. Nieuws als 'core business' Omroep Zeeland wil zich positioneren als regionaal en multimediaal nieuwsplatform voor heel Zeeland. Naast de dagelijkse verslaglegging moeten ook de achtergronden van en de opinie over het nieuws aan bod komen. Omroep Zeeland steekt daarbij via de nieuwsredactie in op betrouwbare en onafhankelijke berichtgeving via goede journalistiek en zeven dagen per week. Dit laatste betekent een uitbreiding van weekdagen, naar ook een weekendprogrammering. Internet als nieuwsplatform Internet moet bij Omroep Zeeland een volwaardig nieuws- en informatiemedium worden naast radio en televisie. Via internet kan de omroep up-to-date nieuws en informatie aanbieden, dat op ieder moment beschikbaar is. Omroep Zeeland beschouwt internet daarom als de eerste laag van nieuws- en informatieverspreiding met de nodige interactiemogelijkheden met en tussen de Zeeuwse burgers. Kunst en Cultuur Omroep Zeeland beschouwt kunst en cultuur na het nieuws als een belangrijke prioriteit in de programmering, omdat veel Zeeuwen zelf actief bezig zijn met kunst en cultuur. Ook kent Zeeland een aantal regionale, nationale en soms zelfs internationale culturele evenementen, waarbij duizenden Zeeuwen betrokken zijn en die ook veel publiek van buiten Zeeland trekken. Sport Ook sport is voor Omroep Zeeland na het nieuws een belangrijke prioriteit in de programmering, omdat het bij uitstek een manier is om een relatie op te bouwen met een aanzienlijk deel van het Zeeuwse publiek. Duizenden Zeeuwen doen wekelijks, soms zelfs dagelijks aan sport al dan niet in clubverband of zijn als vrijwilliger of supporter verbonden aan een sportvereniging. Camjo Een Camjo of camerajournalist is een journalist of programmamaker die behalve de inhoud zelf ook de opnametechniek verzorgt. Dit vraagt veel van een journalist/programmamaker. Omroep Zeeland wil zich in de komende periode richten op een grondige opleiding en voldoende praktijkervaring voor deze vorm van programmamaken en verslaglegging. Inzet daarna is vervolgens niet alleen voor de reguliere programmering, maar ook in geval van calamiteiten. Externe producties Omroep Zeeland zal in de komende periode vaker buitenproducenten in de arm nemen om programma's te produceren. Dit om structurele kosten te besparen of om specifieke kennis voor programma's 'in te huren' waarvoor specialistische kennis nodig is. Het betreffen vooral programma's verbonden aan bijzondere evenementen of gebeurtenissen. Het streven van de omroep is om deze programma's te maken met externe of gedeeltelijke externe financiering. 12

17 Programmaontwikkeling De programmaontwikkeling zal in dienst staan van de kerntaak van Omroep Zeeland: het brengen van nieuws en achtergronden. Daarnaast blijven sport en kunst en cultuur prioriteit in de programmering. Op de radio wil de omroep tussen 6.00u. en 18.30u. gepresenteerde programma's brengen. Ook wil de omroep daarvoor en daarna in eigen productie non-stop muziek brengen (nu wordt in deze periode Radio 1 doorgegeven) Samenwerking Omroep Zeeland en PZC/BN de Stem Wij hebben hiervoor al aangegeven dat wij Omroep Zeeland en PZC/BN de Stem zien als de belangrijkste spelers in het huidige Zeeuwse medialandschap. Op basis van de core business van de twee genoemde spelers lijken ze elkaar niet echt in de weg te zitten. Omroep Zeeland voorziet via radio en televisie in de actualiteiten en achtergronden van hetgeen in Zeeland gebeurt, de PZC/BN de Stem doen dit via de krant. Beide spelers ontkomen er echter niet aan om gelet op de multimediale ontwikkelingen en de vraag van het publiek ook te voorzien in nieuws- en informatievoorziening via Internet en andere daarvan afgeleide mobiele varianten. Beide media steken hier vooralsnog apart op in. Daardoor ontstaat er naar onze mening concurrentie en versnippering. Voor wat betreft dit laatste kan worden gesteld, dat zowel de PZC/BN de Stem als Omroep Zeeland moeten putten uit dezelfde Zeeuwse nieuwsvijver. Voor ditzelfde nieuws moet de Zeeuw dus kiezen voor de internetsite van Omroep Zeeland of die van PZC/BN de Stem. Voor wat betreft concurrentie is er in de huidige actualiteit nadrukkelijk aandacht voor de overheidssteun aan de publieke omroepen, waaronder Omroep Zeeland. Deze steun wordt door de commerciële media, waaronder de PZC/BN de Stem, als concurrentievervalsend gezien. De commerciële media moeten het voornamelijk hebben van reclame-inkomsten en - voor zover van toepassing - van abonnementen. Deze inkomsten lopen echter bij alle media sterk terug en de commerciële media ondervinden door het gebrek aan andere inkomsten hiervan de meeste pijn. Indien dit laatste zou leiden tot het wegvallen van de PZC/BN de Stem gaat er naar onze mening niet alleen een stuk journalistieke kwaliteit verloren. Ook heeft Zeeland dan net als andere provincies nu al geen regionale krant meer. Omdat veel Zeeuwen de PZC/BN de Stem lezen zal dit dus de nodige impact hebben. Om dit mogelijke risico te vermijden vinden wij samenwerking tussen beide media een voor de hand liggende optie, die kan leiden tot één stevig kwalitatief en kostenefficiënt Zeeuws nieuwsforum! Overigens wordt al samengewerkt. Voorbeelden hiervan zijn 'de Zeumerhit' en de Statenverkiezingen Uit zowel het overleg als uit de ontvangen schriftelijke reacties blijkt, dat Omroep Zeeland en de PZC verdere mogelijkheden tot samenwerking zien. Omroep Zeeland geeft daarbij aan, dat de samenwerking zich vooral op programmatische vlak dient te richten. Op het gebied van Internet lijkt samenwerking lastiger. Eerder heeft de PZC al aangegeven, dat men gehouden is aan het Wegenerconcept voor wat betreft de internetpresentatie. Voor Omroep Zeeland zijn er juridische implicaties in het kader van de Mediawet. Hierover zal via het Commissariaat voor de Media meer duidelijkheid moet komen voordat een dergelijke samenwerking verder kan worden uitgewerkt. Wij vinden de voorgenomen verdere programmatische samenwerking zeker getuigen van het door beide media onderkennen van het gemeenschappelijke belang. Er kan daarbij optimaal worden geprofiteerd van de aanwezige kennis, capaciteit en mediatechnieken en deze samenwerking kan leiden tot één breed multimediaal nieuwsforum voor Zeeland. Voor wat betreft dit laatste zien wij tevens mogelijkheden om ook andere partners hierbij te betrekken. 5. Op weg naar multimediaal Zeeland 2014 Om ons Mediabeleid in de komende periode te realiseren vinden wij, dat zowel de beleidsvisie van Omroep Zeeland als de bereidheid tot samenwerking tussen de omroep en PZC/BN de Stem voldoende aansluiten bij onze uitgangspunten Wij willen hier nogmaals nadrukkelijk opmerken, dat wij de samenwerking met andere partners los zien van de journalistieke functie van Omroep Zeeland die conform de Mediawet diversiteit en pluriformiteit van verslaglegging in zich moet dragen. Samenwerking met anderen is onzes inziens een aanvullende functie van een regionale omroep en mag de journalistieke kritische houding nimmer in de weg te staan. 13