Eerste klankbordgroep-bijeenkomst: Denkdok

Transcriptie

1 Eerste klankbordgroep-bijeenkomst: Denkdok Samenvatting van rapportage d.d. 8 oktober 2012 Kwaliteit in school en opvang Vraag: Wat zijn voor u belangrijke criteria in het kader van kwaliteit in school en opvang? De deelnemers geven aan een aantal zaken van belang te vinden in het denken over kwaliteit van onderwijs. Allereerst wordt er geantwoord dat het kind centraal dient te staan. Er moet ruimte zijn voor individuele aandacht en er moeten voldoende leeftijdsgenootjes zijn om mee te spelen. De doorgaande leer- en ontwikkellijn, zowel binnen de school als tussen kinderopvang en school, wordt van belang geacht. Men geeft aan belang te hechen aan goede opvang: van 7 tot 7, rondom de schooltijden georganiseerd. Daarnaast heeft men aan dat de betrokkenen (kinderen/ouders/leerkrachten) tevreden dienen te zijn met de situatie. Tot slot wordt het financiele plaatje genoemd: dit vormt een kader bij de inrichting van het onderwijs. Omdat bij deze vraag niet over is gegaan tot het waarderen van de ingevoerde antwoorden, betreft het hier een opsomming waar geen rangorde in kan worden aangebracht. Over wat het allerbelangrijkste wordt geacht, kan dus geen uitspraak worden gedaan. Uitgangspunt vanuit de kernen Stelling: Het verdient de voorkeur om in elke kern van Noord-Beveland een basisschool- en kinderopvangvoorziening te behouden, omdat... Geef argumenten om deze stelling te ondersteunen. De antwoorden op deze vraag worden geordend en vervolgens gewaardeerd op een 10-punts schaal (10 is heel belangrijk, 1 is geheel onbelangrijk). 1. Dit de leefbaarheid en betrokkenheid van de kern ten goede komt Het dan voor het dorp aantrekkelijk blijft om jonge gezinnen / starters hier te laten huisvesten (er blijft variatie in de bevolkingsgroepen) 3. Het voor het kind belangrijk is in de eigen omgeving onderwijs te krijgen waardoor men met kinderen uit het eigen dorp in contact blijft staan 4. Betrokkenheid van ouders bij de school in de eigen kern het grootst is Als er geen school/ opvang meer op een dorp is, dan is de "ziel" uit het 6.5 dorp. 6. Opvang en onderwijs dicht bij huis (loopafstand) Hiermee de authenticiteit van iedere kern wordt gewaarborgd Het voor ouders gemakkelijk is 5.2 De stellingen 1 en 4 scoren hoog beide boven de 7 - in combinatie met een lage variantie. Dit duidt op een grote eensgezindheid. Men is het dus eens over het feit dat een school in het dorp de leefbaarheid ten goede komt en dat het de betrokkenheid van ouders vergroot. Stelling 7 heeft ook een lage Denkdok 1

2 variantie maar scoort lager (5,9). Men is het dus in hoge mate met elkaar eens over het feit dat een school op het dorp misschien wel iets bijdraagt aan maar niet doorslaggevend is voor het bewaken van de authenticiteit van het dorp. Ook stelling 2 en 3 scoren hoog. Men geeft aan dat het eens te zijn met de stelling dat een dorp aantrekkelijk blijft voor jonge gezinnen als er een school is, en men geeft aan dat het voor een kind belangrijk is om in de eigen omgeving naar school te gaan vanwege contacten met buurtkinderen. De variantie geeft echter aan dat hierover de meningen verdeeld zijn. De spreidingstabellen geven aan dat een groot deel van de deelnemers positief is over beide stellingen (scoren 7 of hoger) maar dat er ook enkele deelnemers het niet eens zijn met de stelling: zij scoren een onvoldoende. Gekeken naar de filters (de groep waar de deelnemers toe behoren) blijkt dat de deelnemers die onvoldoende scoren op deze stellingen, behoren tot directie/bestuur van het onderwijs of de politiek. Hierbij zijn geen afvaardigingen van ouders of dorpsraden. Dilemma's Vraag: Welke dilemma's brengt het in stand houden van een school en kinderopvangvoorziening in elke kern met zich mee? 1. Kwaliteit van het onderwijs loopt een risico Het geheel kan ook te klein worden Kwaliteit onderwijs moeilijker te waarborgen wanneer er te veel 7.8 groepen bij elkaar zitten en welbevinden van kinderen vermindert wanneer er geen leeftijdsgenoten in de klas zitten. 4. Een kleine school is voor leerkrachten een enorme klus Sociale kwaliteit onderdruk Combinatieklassen met een te groot leeftijdsverschil tussen leerlingen Expertise binnen een school is minder, aangezien er zeer weinig 7.2 leerkrachten werken. 8. Kostenplaatje De uitdaging voor leerkrachten kan minder worden 5.9 Opvallend bij het bekijken van de waardering van de verschillende stellingen is de vrij lage variantie. Bij 5 van 9 stellingen ligt de variantie rond de 30%, maar ook bij de andere 4 stellingen komt deze niet bij 40%. Men is het dus met elkaar eens over deze ordening. Als grootste dilemma ziet men het risico dat het onderwijs loopt. Daarnaast noemt men ook dat de school ook té klein kan zijn. Tot slot geeft men aan dat binnen kleine scholen het ook moeilijker is om onderwijskwaliteit te waarborgen. Enkel de stelling dat de uitdaging voor leerkrachten minder kan worden, scoort nipt onvoldoende maar ook hierin is men het in grote lijnen met elkaar eens. Denkdok 2

3 Top 3 Dilemma's Vraag: Welke oplossingen ziet u voor deze dilemma's? Uit de gescoorde dilemma s opgesomd in de voorgaande vraag zijn drie dilemma s gekozen om verder uit te werken. Gekozen is voor stelling 3 (omdat in 3 de stellingen 1 en 2 besloten liggen) en 4, en om hieraan stelling 8 toe te voegen omdat het zo essentieel is voor de keuzes die gemaakt moeten worden. De antwoorden op deze vraag zijn hierna per dilemma integraal in het rapport opgenomen. Uit de ruimte die de deelnemers wordt gegeven om op de verschillende dilemma s te reageren met oplossingen, blijkt dat men inzicht heeft in de consequenties van de situatie. Als eerste invoer op het eerste dilemma (kwaliteit onderwijs moeilijker waarborgen) wordt vier keer achtereen scholen samenvoegen genoemd. Daarnaast wordt als mogelijke oplossing genoemd dat zeer kundige, gemotiveerde leerkrachten geplaats dienen te worden op de kleine dorpsscholen. Men noemt het nauwer samenwerken met collega-scholen als mogelijkheid, en ook de regioschool wordt genoemd. Kortom: het begrip samenwerken komt duidelijk naar voren, samenvoegen ook, en expertise. Voor het tweede dilemma (het kostenplaatje) komen de oplossingen uit dezelfde hoek: samenwerken, samenvoegen, expertise beter benutten, gezamenlijk inkopen, inzet management bezien. Ten aanzien van het derde dilemma (kleine school is enorme klus voor leerkrachten) wordt geopperd om te kiezen voor leerkrachten die zelf willen en beschikken over de juiste expertise. Hierbij wordt o.a. genoemd dat het van belang is te erkennen dat het inderdaad een enorme klus is. Uitgangspunt vanuit heel Noord-Beveland Stelling: Het verdient de voorkeur om voorziening voor basisonderwijs en kinderopvang te centraliseren, omdat... Geef argumenten om deze stelling te ondersteunen. 1. Het financieel meer mogelijkheden biedt om onderwijs goed in te 7.9 richten 2. Optimale opvang- en onderwijsmogelijkheden Hiermee adekwaat en kwalitatief goed onderwijs (en kinderopvang) kan worden gerealiseerd op midden - en langere termijn 4. Meerdere voorzieningen verdeeld over Noord Beveland Naast het onderwijs andere facilitering mogelijk is. Bijv. Sport, 7.5 muziek etc. 6. De expertise vergroot wordt en daardoor kinderen meer kansen hebben/krijgen. 7. In een grotere school kunnen leerkrachten zich meer specialiseren 6.9 en kan alles onder een dak, school en opvang en evt. Ander voorzieningen 8. Dit de oplossing kan zijn voor een te kleine school Denkdok 3

4 9. De leefbaarheid kan gegarandeerd worden als gelijkertijd andere voorzieningen ook gecentraliseerd worden, maar dan op een andere plek 10. Gelijken kansen voor ieder kind Je kinderen meer kunt bieden wanneer je grotere klassen hebt Een te grote school kan ook nadelig zijn Geen goed idee, te weinig voorzieningen op de dorpen en te veel kinderen op 1 school Wanneer uit eilandbreed perspectief wordt geredeneerd, blijken zes stellingen op een hoge eensgezindheid en score te kunnen rekenen. Men is het eens met elkaar over het feit dat centralisatie van het onderwijs financiele mogelijkheden biedt om goed onderwijs in te richten. Hierdoor kunnen optimale opvang- en onderwijsmogelijkheden ontstaan, en kan kwalitatief goed onderwijs geleverd worden. Er zou een expertisecentrum kunnen ontstaan. Naast onderwijs zou ook andere facilitering mogelijk worden (sport, muziek, enz). Maar ook de stelling om faciliteiten over het eiland te spreiden wordt hoog gewaardeerd. Tot slot is men het eens in de waardering van de stelling dat ieder kind gelijke kansen verdient. Men is het niet met elkaar eens over de stelling dat een centraal gelegen school de oplossing kan zijn voor de te klein geworden school. De negatieve stemmers bij deze stelling komen uit alle hoeken: directie, politiek, dorpsraad en ouders. Er kan dus geen conclusie over draagvlak in een bepaalde hoek getrokken worden. De laatste twee stellingen worden laag gescoord met een hoge variantie: men is het dus niet met elkaar eens. Op de stelling dat een grote school ook nadelig kan zijn, antwoorden vier mensen negatief (zij zijn het hier dus niet mee eens): 3 schoolbestuurders/directie, 1 politicus. Op de laatste stelling te weinig voorzieningen op de dorpen en te veel kinderen op 1 school antwoorden zeven deelnemers met een onvoldoende score. Vier van hen zijn schoolbestuurders/directie, 3 zijn politicus. Dilemma's uitgangspunt Vraag: Welke dilemma's brengt het inrichten van een eilandbrede onderwijs- en kinderopvangvoorziening met zich mee? 1. Het vervoer van leerlingen Kostenplaatje,voor de ouders Leefbaarheid in de kernen die geen school meer hebben staat onder 6.9 druk 4. Wat houd je op het ene dorp en wat gaat er naar het andere Welke centrumkern Hoe kom je iedereen tegemoet Kosten van een net nieuwe school. Deze kosten zijn gemaakt, maar nog 6.3 lang niet afgeschreven. 8. Weinig alternatieven in onderwijs aanbod en / of onderwijs cultuur Tussenschoolse opvang 6.1 Denkdok 4

5 10. Identiteit school Prijzen van huizen zakken in de kernen waar geen school meer is en 6.0 stijgen in de kern waar nog wel een school is 12. Kinderen moeten de hele dag van huis Door kleine scholentoeslag die wegvalt ontslg voor leerkrachten op langere termijn In deze vraag wordt gevraagd naar welke dilemma s zouden kunnen spelen bij het inrichten van een eilandbrede voorziening. Opmerkelijk bij de waardering van deze dilemma s is de grote variantie. Men is het op deze punten duidelijk niet (erg) met elkaar eens. Van de 13 opgeworpen dilemma s kunnen er 2 op een lage variantie rekenen. Men is het eens over het feit dat leerlingenvervoer een punt zal zijn. Daarnaast vormen nog niet afgeschreven kosten op een net nieuwgebouwde dorpsschool een kostenpost. Stelling 4, 8, 9, 11 en 13 kennen een variantie van rond de 37%. Wat hou je op het ene dorp en wat gaat naar het andere dorp? Hoe beinvloedt dit het cultuuraanbod op school? Hoe zal de tussentijdse opvang georganiseerd en bekostigd worden? En zullen de huizenprijzen zakken in de dorpen waar geen basisonderwijs meer voor handen is? De overige stellingen kennen varianties van meer dan 40%. Men is het hier duidelijk niet over eens. Dit zijn zaken die dus nader besproken moeten worden. Bij deze stellingen worden veel vieren, vijven en zessen gescoord. Hierbij gaat het om de identiteit van de school, het feit dat de kinderen de hele dag van huis moeten, welke kern wordt de centrumkern, hoe valt het kostenplaatje uit en welk effect zal het verdwijnen van onderwijs hebben op de leefbaarheid van de kernen? Voor al deze stellingen geldt dat de onvoldoende scores komen van schoolbestuurders/directie of politiek. Slechts één keer scoort een ouder een onvoldoende, wanneer het de identiteit van de school betreft. 5.5 Top 2 Dilemma's uitgangspunt Vraag: Welke oplossingen ziet u voor deze dilemma`s? Uit de gescoorde dilemma s opgesomd in de voorgaande vraag zijn twee dilemma s gekozen om verder uit te werken. Gekozen is voor stelling 1 en 2 omdat hier het hoogst op gescoord is door de deelnemers. De antwoorden op deze vraag worden per dilemma integraal opgesomd. Ten aanzien van vervoer noemt men met name dat het leerlingenvervoer vanuit de gemeente centraal georganiseerd en gefinancierd moet worden. Eventueel kan de inmenging van de gemeente op termijn worden afgebouwd. De deelnemers geven met betrekking tot het kostenplaatje voor ouders aan dat de tussenschoolse opvang kostenloos moet worden, of hiervoor vrijwilligers uit de verschillende dorpen kunnen worden ingezet. Ook wordt genoemd om binnen vernieuwingen als de verlengde schooldag of de IKC s een oplossing hiervoor te vinden. Denkdok 5