Werken aan een sterke binding!
|
|
- Geert Goossens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Grote Bickersstraat KS Amsterdam Postbus AE Amsterdam t f e info@tns-nipo.com Political & Social Rapport Werken aan een sterke binding! Onderzoek naar de binding tussen vrijwilligers en de brandweerorganisatie in de Veiligheidsregio Utrecht drs. Remy Bleijendaal F september 2009 In opdracht van: Adviesorgaan Vrijwilligers Veiligheidsregio Utrecht Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van TNS NIPO beslist niet toegestaan. TNS NIPO ISO 9001 rapport nederlands.dot
2 Inhoud Inleiding 1 1 Binding tussen vrijwilligers en de brandweerorganisatie Bindingsvragen uitgelicht Binding tussen de vrijwilligers en de brandweer sterk 4 2 Bindingsfactoren Hoe zit de verbetermatrix in elkaar? Brandweer scoort op het gebied van belastbaarheid redelijk goed Sommige regels en gebrek aan handhaving grote ergernis voor vrijwilligers Postcommandant voor vrijwilligers belangrijker dan de korpscommandant Brandweerorganisatie moet harder optreden tegen slecht functionerende vrijwilligers Vrijwilligers worden uitgedaagd, maar krijgen te weinig ruimte om de eigen post vorm te geven Ruimte om te leren erg belangrijk Brandweerorganisatie heeft te weinig waardering voor partner of gezin Maatschappelijk zinvol werk verrichten is een randvoorwaarde Collegiale sfeer essentieel voor de binding met de brandweerorganisatie Wat is er aan de hand als de collegiale sfeer niet zo goed is? 35 3 Conclusies en aanbevelingen Aanbevelingen 38 Bijlagen 1 Vragenlijst 2 Tabellen Inhoud figuren en tabellen 1 Bindingsvragen uitgelicht 3 2 Schaalinterpretatie van de bindingindex 4 3 Binding naar aantal dienstjaren, geslacht en leeftijd van vrijwilligers 5 4 Binding naar repressieve en niet-repressieve functies 6 5 Binding van brandweerpersoneel naar type beroepsfunctie 7 6 De binding tussen vrijwilligers en de brandweerorganisatie is in De Ronde Venen en Abcoude het sterkst en in Rhenen en IJsselstein het zwakst. 8 7 De binding tussen vrijwilligers en brandweerorganisatie is het sterkst in de brandweerposten Mijdrecht (De Ronde Venen) en Maarn-Maarsbergen (Utrechtse Heuvelrug). 9 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september 2009
3 8 De binding tussen vrijwilligers en brandweerorganisatie is het zwakst in de brandweerposten Oudewater (De Waarden) en IJsselstein (IJsselstein) Voorbeeldverbetermatrix voor de brandweerorganisatie Aantal uren tijdsbesteding van vrijwilligers aan de brandweerorganisatie Waardering voor aspecten van het werk als vrijwilliger bij de brandweerorganisatie op het gebied van belastbaarheid Verbetermatrix op het gebied van de organisatie en regelgeving Verbetermatrix voor de postcommandant Verbetermatrix voor de korpscommandant Verbetermatrix voor het toetsen van vrijwilligers Verbetermatrix op het gebied van groeimogelijkheden en uitdaging Houding van vrijwilligers ten opzichte van de regionalisering Regionalisering van de brandweer heeft een lichte invloed op de binding Verbetermatrix op het gebied van opleidingen en leermogelijkheden Verbetermatrix op het gebied van waardering voor het werk en de financiële vergoeding Verbetermatrix op het gebied van emotionele kwaliteitsaspecten van het werk als brandweervrijwilliger Verbetermatrix op het gebied van collegiale sfeer Samenvatting van de sterke kanten van de brandweerorganisatie Samenvatting van de zwakke kanten van de brandweerorganisatie 37 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september 2009
4 Inleiding De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is een samenwerkingsverband van 29 Utrechtse gemeenten. Op 1 januari 2010 zijn de 26 1 brandweerkorpsen officieel geregionaliseerd. De 1635 vrijwilligers zijn het fundament van het personeelsbestand van de brandweer in de regio: ruim 90% van het repressief brandweerpersoneel is vrijwilliger. De aanstaande regionalisering lijkt veel weerstand op te roepen bij de vrijwilligers. Het idee is dat veel vrijwilligers vrezen dat door de schaalvergroting de lokale cultuur van het brandweerkorps verdwijnt en ze minder zeggenschap krijgen over hun werkzaamheden. Vanwege het grote belang dat de Veiligheidsregio hecht aan de vrijwilligers, wil de VRU meer inzicht verkrijgen in de drijfveren van de vrijwilligers en wat belangrijk voor hen is. De volgende vragen kunnen worden gesteld: Hoe sterk is hun binding met het brandweerkorps? Hoe tevreden zijn ze over de faciliteiten, uitrusting, trainingen en hun ontplooiingsmogelijkheden? Hoe tevreden zijn ze met de werkzaamheden en werkbelasting? Hoe zouden de brandweerkorpsen en de Veiligheidsregio ervoor kunnen zorgen dat de vrijwilligers gemotiveerd blijven om hun werk te doen? Waarin kunnen de Veiligheidsregio en de brandweerkorpsen de vrijwilligers ondersteunen en faciliteren? Welke handelingsperspectieven zijn er voor de Veiligheidsregio en de brandweerkorpsen om de binding tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie te verbeteren en welke prioriteiten moeten daarin worden gelegd? Kort samengevat komen de vragen op het volgende neer: Hoe sterk is de binding van de vrijwilligers met de brandweerorganisatie en welke aspecten hebben invloed op deze binding? In april en mei 2009 zijn twee groepsinterviews gehouden met eenmaal acht en eenmaal vier brandweervrijwilligers uit de Veiligheidsregio Utrecht. De vrijwilligers waren zo geselecteerd dat zij een representatief beeld vormden van de vrijwilligers: jong en oud, beginners tot ervaren rotten in het vak, mannen en vrouwen. Daarnaast waren de geselecteerde vrijwilligers werkzaam bij verschillende brandweerkorpsen in de Veiligheidsregio Utrecht. In de maand juni hebben wij elke brandweervrijwilliger in de regio een brief toegestuurd met een papieren vragenlijst. Daarnaast was er een mogelijkheid om de vragenlijst via het internet in te vullen. Van de 1635 vrijwilligers hebben uiteindelijk 855 mensen (52% respons) de vragenlijst ingevuld. Deze respons betekent dat we op basis van de resultaten uit dit onderzoek goede uitspraken kunnen doen over de vrijwilligers in de regio. 1 In dit onderzoek gaan we uit van 26 korpsen in plaats van 29: De Waarden wordt in dit rapport geteld als één korps met de posten Woerden, Kamerik, Zegveld, Harmelen, Lopik, Benschop, Oudewater, Montfoort en Linschoten. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
5 1 Binding tussen vrijwilligers en de brandweerorganisatie Hoe sterk is de binding tussen brandweervrijwilligers en de organisatie en zijn er verschillen aan te wijzen tussen de verschillende brandweerkorpsen? In dit hoofdstuk zetten wij de resultaten van de analyse uiteen. Door middel van een model geven wij u inzicht in de aspecten waarop de binding tussen de brandweervrijwilligers en brandweer is gebaseerd. Door het toevoegen van vijf analysevragen en door per werkaspect belang en waardering te meten, doen wij uitspraken over de binding. Bovendien kunnen we de sterktes en zwaktes van deze binding tussen de vrijwilligers en de organisatie duiden. Een toelichting hierop volgt in onderstaande paragrafen. We beginnen het hoofdstuk met een bespreking van de uitkomsten van de vijf afzonderlijke bindingsvragen. Vervolgens bespreken wij de verschillen in binding tussen de verschillende achtergronden van de brandweervrijwilligers, korpsen en posten. Hierbij bespreken wij alleen significante verschillen. Ten slotte laten we via een bindingsmatrix zien in welke aspecten van het werk de brandweerorganisatie moet investeren indien de organisatie de binding met de vrijwilligers wil versterken. 1.1 Bindingsvragen uitgelicht Traditionele medewerkerstevredenheidsonderzoeken meten alleen tevredenheid. Natuurlijk is dat fijn om te weten, maar om vrijwilligersbeleid te optimaliseren is meer informatie nodig. Daarom meten wij met onze methode meer dan alleen tevredenheid. Onze methode meet de binding of anders gezegd de toewijding van vrijwilligers. Toegewijde vrijwilligers zijn meer dan tevreden. Ze blijven de brandweer trouw, geloven in de doelstellingen, zijn minder vaak ziek en boeken betere resultaten. Kortom, ze helpen de kwaliteit van de brandweerorganisatie naar een hoger niveau te brengen. De binding tussen de vrijwilligers hebben wij gemeten door vijf vragen te stellen. Voor alle duidelijkheid volgen eerst de exacte vraagformuleringen van de betreffende vragen: Hoe tevreden bent u in het algemeen met uw functie als vrijwilliger bij het brandweerkorps? Zou u de brandweer aanbevelen als organisatie om vrijwilligerswerk voor te doen aan vrienden en kennissen? Als u opnieuw voor de keuze stond, zou u zichzelf dan weer aanmelden als vrijwilliger bij de brandweer? Hoe hoog schat u de motivatie in van uw collega s van uw brandweerkorps? Hoe aantrekkelijk vindt u het om als vrijwilliger te werken voor de brandweer ten opzichte van andere vrijwilligersorganisaties? Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
6 De brandweervrijwilligers konden bij het beantwoorden van deze vragen steeds gebruikmaken van een vijfpuntsschaal, waarbij 1 en 2 de meest negatieve en 4 en 5 de meest positieve oordelen bevatten. Optie 3 wordt bij deze analyse gezien als gematigd positief. 1 Bindingsvragen uitgelicht opnieuw aanmelden 85% 8% 6% 1% aanbevelen aan vrienden en kennissen 76% 18% 6% voordelen t.o.v. andere vrijwilligersorganisaties 57% 35% 5% 4% algemeen oordeel 51% 44% 5% motivatie collega's 35% 55% 8% 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% zeer positief gematigd positief negatief weet niet Bron: TNS NIPO, 2009 Als mensen opnieuw voor de keuze stonden, dan zou 63% zich zeker en 22% zich waarschijnlijk wel opnieuw aanmelden. Een op de twaalf brandweervrijwilligers (8%) zou zich misschien wel opnieuw aanmelden. 6% zou zich waarschijnlijk tot zeker niet opnieuw aanmelden. Drie op de vier vrijwilligers (76%) zouden de brandweerorganisatie zeker tot waarschijnlijk wel aanbevelen aan vrienden en kennissen als organisatie om vrijwilligerswerk voor te doen. 18% van de brandweervrijwilligers twijfelt hierover en geeft aan de brandweer misschien aan te bevelen. De overige 6% zou het werken voor de brandweer waarschijnlijk tot zeker niet aanbevelen aan vrienden. Meer dan de helft van de vrijwilligers (57%) vindt het werken als vrijwilliger voor de brandweer zeer tot extreem aantrekkelijk ten opzichte van andere vrijwilligersorganisaties. Nog eens 35% van de vrijwilligers vindt de brandweer een aantrekkelijke organisatie. Slechts 5% vindt de brandweer niet zo tot helemaal niet aantrekkelijk vergeleken met andere organisaties. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
7 95% van de vrijwilligers is tevreden met hun functie als brandweervrijwilliger bij het brandweerkorps. Van deze brandweervrijwilligers is zelfs 37% zeer tevreden en 14% volkomen tevreden. Een op de twintig brandweervrijwilligers (5%) is helemaal niet tot niet zo tevreden. 90% van de brandweervrijwilligers schat de motivatie van collega s hoog in, waarvan 33% zeer hoog en 2% extreem hoog. Een op de twaalf vrijwilligers (8%) schat de motivatie van collega s niet zo tot helemaal niet hoog in. Op basis van deze uitkomsten kunnen we concluderen dat 95% van de brandweervrijwilligers gematigd tot zeer positief is over de brandweerorganisatie. En dat ongeveer een op de twintig brandweervrijwilligers (5%) ronduit negatief is over de brandweerorganisatie. 1.2 Binding tussen de vrijwilligers en de brandweer sterk De bindingsindex is een geavanceerde vorm van het meten van de binding tussen de vrijwilliger en de organisatie. De volgende aspecten liggen aan de index ten grondslag: algemene tevredenheid met de functie als vrijwilliger bij het brandweerkorps; aanbevelen van de organisatie aan vrienden en kennissen; opnieuw aanmelden, indien men opnieuw voor de keus staat, bij de brandweerorganisatie; motivatie van de collega s; aantrekkelijkheid van de organisatie vergeleken met andere vrijwilligersorganisaties. Een gewogen optelsom van de scores op deze vragen leidt tot een (overall) bindingsindex. In onderstaande figuur is te zien hoe de hoogte van de index geïnterpreteerd kan worden. 2 Schaalinterpretatie van de bindingsindex Index <10 Vrijwilligers praktisch verloren Kwetsbare binding Mogelijk kwetsbare binding Sterke binding >100 Zeer sterke binding De brandweervrijwilligers in de Veiligheidsregio Utrecht scoren een bindingsindex van 73. Dit betekent dat er over het algemeen sprake is van een sterke binding tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie in de Veiligheidsregio. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
8 Vrijwilligers met 0-5 dienstjaren hebben een sterkere binding met de brandweerorganisatie (82) dan de meer ervaren brandweervrijwilligers (5-10 jaar ervaring (74), jaar ervaring (66) en meer dan 20 jaar in dienst (74)). Tussen de verschillende leeftijdsgroepen zijn verschillen in binding met de organisatie. De brandweervrijwilligers tussen de 35 en 44 jaar oud zijn op dit moment het minst sterk gebonden en bij deze groep is sprake van een mogelijk kwetsbare binding. De jongeren (17-24 jaar oud) zijn het sterkst gebonden aan de organisatie. 3 Binding naar aantal dienstjaren, geslacht en leeftijd van vrijwilligers 0-5 jaar jaar jaar en meer jaar 74 man 74 vrouw jaar jaar jaar jaar jaar en ouder Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
9 In onderstaande figuur staat de binding uitgesplitst naar de functie die de vrijwilligers uitoefenen. Het valt vooral op dat de verschillen in binding tussen de functies niet erg groot zijn. Bij oefencoördinatoren en leden van het bedrijfsopvangteam is wel sprake van een mogelijk kwetsbare binding. 4 Binding naar repressieve en niet-repressieve functies Plotter\centralist Duiker Officier van Dienst Regionaal specialistische functie Bevelvoeder Manschap Bediener hoogwerker\autoladder Chauffeur\pompbediener 70 Overige 76 Jeugdleider Onderhoud voertuigen Bestuurslid brandweervereniging Lid OC\OR Ploegleider\kaderlid Roosterwerkzaamheden Onderhoud adembescherming Instructeur Oefencoordinator Lid bedrijfsopvang team 67 Onderhoud overig materieel 73 Overig Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
10 17% van de brandweervrijwilligers die we ondervraagd hebben combineert het vrijwilligerschap met een hoofdbaan bij de brandweer of Veiligheidsregio. Brandweerpersoneel die in de 24-uursdienst werken voelen zich als brandweervrijwilliger minder verbonden met de brandweerorganisatie dan de rest van de vrijwilligers. 5 Binding van brandweerpersoneel naar type beroepsfunctie vrijwilliger + combinatie warme en koude functie (7%) 74 alleen vrijwilliger (83%) 74 vrijwilliger + niet-repressieve functie bij brandweer of veiligheidsregio (7%) 71 vrijwilliger + hoofdbaan in de 24-uursdienst (4%) Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
11 De binding tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie verschilt op lokaal niveau. Er zijn 17 korpsen met een sterke binding (index ) en 9 korpsen met een mogelijk kwetsbare binding (index 40-70) in de Veiligheidsregio. In De Ronde Venen (89) en Abcoude (86) is de binding het sterkst in de hele regio. In Rhenen en IJsselstein is de binding het zwakst. 6 De binding tussen vrijwilligers en de brandweerorganisatie is in De Ronde Venen en Abcoude het sterkst en in Rhenen en IJsselstein het zwakst. De Ronde Venen Abcoude Nieuwegein Loenen De Bilt Veenendaal Amersfoort Wijk bij Duurstede Bunschoten Bunnik Utrechtse Heuvelrug Houten Zeist Woudenberg Utrecht Maarssen De Waarden Soest Breukelen Vianen Eemnes Baarn Renswoude Leusden Rhenen Ijsselstein Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
12 Sommige grote brandweerkorpsen in de Veiligheidsregio Utrecht bestaan uit meerdere brandweerposten. Van de brandweerposten waar tien of meer brandweervrijwilligers de vragen volledig hebben ingevuld, hebben we ook de binding kunnen uitrekenen. Wat ten eerste opvalt, is dat de binding per brandweerpost verschilt. In onderstaande figuur staan alle brandweerposten die een bovengemiddelde sterke binding hebben in de Veiligheidsregio Utrecht. De binding is het sterkst in de brandweerposten Mijdrecht (De Ronde Venen) en Maarn-Maarsbergen (Utrechtse Heuvelrug). 7 De binding tussen vrijwilligers en brandweerorganisatie is het sterkst in de brandweerposten Mijdrecht (De Ronde Venen) en Maarn-Maarsbergen (Utrechtse Heuvelrug). Mijdrecht (De Ronde Venen) 95 Maarn-Maarsbergen (Utrechtse Heuvelrug) 90 Abcoude (Abcoude) Vinkeveen (De Ronde Venen) Nieuwegein Noord (Nieuwegein) Bilthoven (De Bilt) Loenen (Loenen) Wilnis (De Ronde Venen) Amersfoort Noord (Amersfoort) Nieuwegein Zuid (Nieuwegein) Zegveld (De Waarden) Woerden (De Waarden) Leersum (Utrechtse Heuvelrug) Houten (Houten) Veenendaal (Veenendaal) 77 Vleuten (Utrecht) Groenekan (De Bilt) De Meern (Utrecht) Hagestein (Vianen) Bunschoten (Bunschoten) Breukelen (Breukelen) Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
13 In onderstaande figuur staan alle brandweerposten die een gemiddelde en benedengemiddelde sterke binding hebben in de Veiligheidsregio Utrecht. De binding is het zwakst, maar nog steeds redelijk, in de brandweerposten Oudewater (De Waarden) en IJsselstein (IJsselstein). 8 De binding tussen vrijwilligers en brandweerorganisatie is het zwakst in de brandweerposten Oudewater (De Waarden) en IJsselstein (IJsselstein). Wijk bij Duurstede (Wijk bij Duurstede) Maartensdijk (De Bilt) Bunnik (Bunnik) Benschop (De Waarden) Woudenberg (Woudenberg) Zeist (Zeist) Schalkwijk (Houten) Zuilen (Utrecht) Linschoten (De Waarden) Maarssen (Maarssen) Soest (Soest) Lopik (De Waarden) Eemnes (Eemnes Baarn (Baarn) Vianen (Vianen) Amersfoort Centrum (Amersfoort) Renswoude (Renswoude) Kockengen (Breukelen) 62 Rhenen (Rhenen) Ijsselstein (Ijsselstein) Oudewater (De Waarden) Bron: TNS NIPO, 2009 De conclusie die we uit deze paragraaf kunnen trekken is dat de binding over het algemeen sterk is. Er zijn echter flinke verschillen aan te wijzen tussen brandweerkorpsen en brandweerposten in de regio. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
14 2 Bindingsfactoren In het vorige hoofdstuk is de vraag beantwoord hoe sterk de binding is. Maar wat zijn nu de belangrijke bindingsfactoren? Welke factoren vinden brandweervrijwilligers zelf belangrijk en hoe waarderen zij deze factoren op dit moment? Naast de bindingsvragen hebben wij de vrijwilligers ook 45 aspecten van het werk als brandweervrijwilliger voorgelegd. De 45 aspecten hebben wij in 9 deelgebieden geclusterd: belastbaarheid; leiding door postcommandant en korpscommandant; collegiale sfeer; ontplooiingsmogelijkheden; organisatie en waardering; emotionele kwaliteiten van het brandweerwerk; vrijwilligersbeleid; opleidingen en leren; regelgeving. Per aspect konden zij hun oordeel geven over de mate waarin het werk als vrijwilliger bij het brandweerkorps goed of minder goed is. Daarnaast hebben we de brandweervrijwilligers gevraagd aan te geven hoe belangrijk deze aspecten zijn met betrekking tot hun functie als vrijwilliger bij het brandweerkorps. In dit hoofdstuk worden de resultaten van dit onderdeel van het onderzoek gepresenteerd door middel van een verbetermatrix. Allereerst volgt hieronder een nadere uitleg over deze matrix. 2.1 Hoe zit de verbetermatrix in elkaar? We kunnen in één matrix (zie onderstaande figuur) laten zien welke aspecten van het werk als brandweervrijwilliger belangrijk gevonden worden, een sterke impact hebben op de binding met de organisatie en hoe de uitvoering ervan gewaardeerd wordt door de vrijwilligers. Kortom: waar de prioriteiten gelegd dienen te worden. Mensen zeggen lang niet altijd wat ze voelen. Met onze onderzoeksmethode maken we de kloof tussen wat mensen zeggen en voelen zichtbaar. Expliciet belang: In de eerste plaats zijn de twee assen en de vier kwadranten van belang. Verticaal zien we de mate waarin vrijwilligers zeggen wat zij belangrijk vinden. In onderstaand figuur (een voorbeeldverbetermatrix) kunnen we aflezen dat de vrijwilligers de kwaliteit van het technisch materiaal (A03) het belangrijkst vinden van de vier aspecten in dit voorbeeld. Impliciet belang: Horizontaal zien we de mate waarin vrijwilligers aspecten als belangrijk voelen. Dit rekenen we uit aan de hand van correlatieanalyses. Kortom: op deze as is te lezen welke aspecten een impact hebben op de binding tussen Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
15 vrijwilligers en de brandweerorganisatie. In onderstaand figuur kunnen we zien dat de gezelligheid op de brandweerpost (A01) de meeste impact heeft op de binding tussen de vrijwilliger en de brandweerorganisatie. Waardering: In de derde plaats is de waardering van de aspecten van het werk als brandweervrijwilliger uitgedrukt in vierkantjes (boven gemiddeld), driehoekjes (beneden gemiddeld) en rondjes (gemiddeld). Zwart is ver boven of ver beneden gemiddeld. 9 Voorbeeldverbetermatrix voor de brandweerorganisatie Aspecten A01 Gezelligheid op de brandweerpost A02 Ruimte voor initiatief A03 Kwaliteit van het technisch materiaal A04 Financiele vergoeding Waardering Ver boven gemiddelde Boen gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Wat mensen niet zeggen en voelen (minder relevant) Laag Wat mensen zeggen, maar niet voelen (randvoorwaarden) A03 A04 Impact op binding Wat mensen zowel voelen als zeggen (motivators) A02 A01 Wat mensen wel voelen maar niet zeggen (verborgen kansen) Hoog Leeswijzer bij de verbetermatrix Door de twee assen te gebruiken ontstaan vier kwadranten. Kwadrant rechtsboven (motivatoren) In het kwadrant rechtsboven zien we de aspecten die de vrijwilligers zelf belangrijk vinden en die een hoge impact hebben op de binding met de brandweerorganisatie (volgens een correlatieanalyse). Kortom: wat mensen zowel voelen als zeggen. Als hier driehoekjes verschijnen (waardering is beneden gemiddelde) dient er in deze aspecten sterk te worden geïnvesteerd, verschijnen er vierkantjes, dan doet de brandweerorganisatie het goed, dan is het een motivator (een taakveld dat de binding positief beïnvloedt). In de voorbeeldmatrix hierboven kunnen we zien dat de gezelligheid op de brandweerpost (A01) in dit kwadrant terechtkomt. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
16 Kwadrant rechtsonder (verborgen kansen) Rechtsonder verschijnen aspecten die door vrijwilligers zelf niet op voorhand zeer belangrijk worden gevonden, maar uit de correlatieanalyse blijkt dat ze wel een sterke impact hebben op de binding met de organisatie. In de voorbeeldmatrix scoort hier de kwaliteit van oefeningen (A02). Vrijwilligers zeggen dat dit aspect niet zo belangrijk is, maar uit de analyse blijkt dit niet te kloppen: de kwaliteit van de oefeningen heeft wel degelijk een sterke impact op de binding met de organisatie. In dit kwadrant komen kortom aspecten terecht die mensen voelen, maar niet zeggen. Kwadrant linksboven (randvoorwaarden) Het kwadrant linksboven geeft de randvoorwaarden (ook wel: hygiënefactoren) weer. Dit zijn factoren die iedereen eigenlijk belangrijk vindt, maar die toch weinig bijdragen aan de binding met de organisatie. In de voorbeeldmatrix scoort hier de kwaliteit van de technische hulpmiddelen. Vrijwilligers geven aan dit heel belangrijk te vinden, maar in werkelijkheid heeft dit aspect weinig impact op de binding met de organisatie. Kwadrant linksonder (niet relevant) Het laatste kwadrant, linksonder, is het minst belangrijk. Deze aspecten worden door brandweervrijwilligers weinig belangrijk gevonden en hebben geen impact op de binding tussen de brandweervrijwilligers en de organisatie. Vrijwilligers geven in de voorbeeldmatrix aan de financiële vergoeding (A04) niet belangrijk te vinden en dit is in overeenstemming met wat ze voelen: de financiële vergoeding heeft weinig impact op de binding. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
17 2.2 Brandweer scoort op het gebied van belastbaarheid redelijk goed Bijna driekwart van de vrijwilligers (72%) kost het werk voor de brandweer niet meer dan 8 uur per week. 23% van de vrijwilligers is tussen de 8 en 16 uur kwijt en 5% zet zich meer dan 16 uur in voor het de brandweerorganisatie. Er bestaat geen relatie tussen het aantal uren dat een vrijwilliger zich inzet voor de brandweer en de sterkte van de binding met de organisatie. 10 Aantal uren tijdsbesteding van vrijwilligers aan de brandweerorganisatie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 50% 40% 30% 20% 22% 18% 10% 5% 5% 0% 1-4 uur 5-8 uur 9-12 uur uur 17 en meer uur Bron: TNS NIPO, 2009 Niet alle vrijwilligers vinden dat zij genoeg tijd besteden aan de brandweerorganisatie. Ruim een op de vijf brandweervrijwilligers (21%) zegt te veel tijd kwijt te zijn aan de brandweer, waarvan 15% aangeeft iets te veel tijd kwijt te zijn en 6% te veel tijd. Hiertegenover staat echter 12% die aangeeft wel meer uren te willen stoppen in de werkzaamheden voor de brandweer: 9% geeft aan iets te weinig tijd te besteden aan het brandweerwerk en 3% te weinig. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
18 We hebben de vrijwilligers van de Veiligheidsregio Utrecht gevraagd drie aspecten op het gebied van belastbaarheid te waarderen en het belang daarvan aan te geven. De aspecten van het werk als brandweervrijwilliger op het gebied van belastbaarheid bestaan uit: balans tussen uw privéleven en werkzaamheden als brandweervrijwilliger; balans tussen uw baan en werkzaamheden als brandweervrijwilliger; de manier waarop uw hoofdwerkgever uw werk als brandweervrijwilliger ondersteunt. 11 Waardering voor aspecten van het werk als vrijwilliger bij de brandweerorganisatie op het gebied van belastbaarheid Belastbaarheid A01 Balans tussen uw baan en werkzaamheden als brandweervrijwilliger A02 Balans tussen uw privéleven en werkzaamheden als brandweervrijwilliger A03 De manier waarop uw hoofdwerkgever uw werk als brandweervrijwilliger ondersteunt Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Motivators A02 A03 A01 Minder relevant Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Bron:TNS NIPO, 2009 Ten eerste valt op dat de balans tussen het privéleven en de werkzaamheden bij het brandweerkorps (A02) goed gewaardeerd wordt, belangrijk wordt gevonden en een hoge impact heeft op de binding tussen de brandweervrijwilliger en de organisatie. Op dit moment is dit aspect geen aandachtspunt voor de brandweerorganisatie en zelfs een sterk verbindende factor. Wel is het belangrijk dat dit niveau bewaakt wordt, aangezien een lage waardering door vrijwilligers een sterke negatieve impact heeft op de binding. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
19 De balans tussen de hoofdbaan en de werkzaamheden als brandweervrijwilliger (A01) vormt wel een aandachtspunt. Dit aspect heeft een even grote impact op de binding als de balans met het privéleven en scoort op dit moment slechts redelijk. Dit aspect vormt een aandachtspunt voor de brandweerorganisatie. Brandweervrijwilligers waarbij de balans niet op orde is, verwoorden deze problematiek onder andere op deze manier: Bij mijn werkgever werk ik onregelmatig, ook werk ik in de weekenden, het ene weekend werken en het andere weekend vrij, en plannen wordt dan soms best lastig. Brandweerdienst heeft grote impact op werkzaamheden, bijvoorbeeld weggeroepen worden van werk voor uitruk en geen afspraken buiten de deur kunnen maken tijdens de dienstperiode. De werktijden komen vaak niet overeen, waardoor ik uren of zelfs hele dagen vakantie moet op nemen. Mijn (hoofd)baan is onregelmatig en het komt voor dat ik mezelf soms voorbijloop. Ik heb een eigen bedrijf met werkzaamheden die niet alleen op kantooruren plaatsvinden. Dat bijt soms met de tijdstippen waarop vrijwilligers bijeenkomsten hebben, oefenen en dienst hebben. De manier waarop de hoofdwerkgever de werkzaamheden van de vrijwilligers voor de brandweer ondersteunt (A03) wordt belangrijk gevonden en gemiddeld genomen goed gewaardeerd. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
20 2.3 Sommige regels en gebrek aan handhaving grote ergernis voor vrijwilligers We hebben de vrijwilligers van de Veiligheidsregio Utrecht gevraagd vier aspecten op het gebied van de regelgeving te waarderen en het belang daarvan aan te geven. De aspecten van het werk als brandweervrijwilliger op het gebied van regelgeving bestaan uit: de mate waarin regels met betrekking tot oefeningen en opleidingen bijdragen aan de kwaliteit van de brandweerzorg; de manier waarop regels met betrekking tot oefeningen en opleidingen worden toegepast; de mate waarin regels met betrekking tot werkprocedures bijdragen aan de kwaliteit van de brandweerzorg; de manier waarop regels met betrekking tot werkprocedures worden toegepast. De belangrijkste conclusie is dat deze zaken over het algemeen belangrijk worden gevonden, maar helaas op dit moment niet erg goed gewaardeerd worden. Anders gezegd: op dit gebied liggen aanknopingspunten om de binding tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie te versterken in de Veiligheidsregio Utrecht. 12 Verbetermatrix op het gebied van de organisatie en regelgeving Regelgeving J01 De mate waarin regels m.b.t. oefeningen en opleidingen bijdragen aan de kwaliteit van de brandweerzorg J02 De manier waarop regels m.b.t. oefeningen en opleidingen worden toegepast J03 De mate waarin regels m.b.t. werkprocedures bijdragen aan de kwaliteit van de brandweerzorg J04 De manier waarop regels m.b.t. werkprocedures worden toegepast Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Motivators J01 J02 J03 J04 Minder relevant Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
21 Dat de regels bijdragen aan de kwaliteit van het brandweerwerk (J01 & J03) wordt door veel vrijwilligers niet onderkend, maar deze onderkenning is wel zeer belangrijk voor de binding met de organisatie. Volgens veel brandweervrijwilligers leiden sommige regels ertoe dat bepaalde belangrijke zaken niet meer getraind kunnen worden: Bepaalde opgelegde regels en milieuzaken hebben geen realiteit met de brandweerwerkzaamheden waardoor belangrijke onderdelen niet meer beoefend kunnen worden in Nederland. Door invloeden van buitenaf (bijvoorbeeld ARBO) is realistisch oefenen lastig in lijn te brengen met de praktijk. Wat betreft de chauffeursopleiding: Prio 1 wordt in het geheel niet geoefend. De rijopleiding van de brandweer is vergeleken met die van de politie en ambulancepersoneel niet meer dan het snuffelen aan het weggedrag van het voertuig. Er komen steeds meer regeltjes bij voor het oefenen, dit kost veel tijd waardoor er minder geoefend kan worden. Juist door veel te oefenen op de punten waar behoefte aan is komt de kwaliteit ten goede. Te veel regels en eisen om alles maar veilig te doen. We oefenen te ver van de werkelijkheid af. Daarnaast is de kritiek dat er te veel regels zijn en vrijwilligers er niet altijd goed vat op kunnen krijgen: Er zijn teveel regels, ik weet niet meer welke regels ik moet volgen. Procedures zijn richtlijnen (handvaten) en bieden dus de ruimte om naar eigen inzicht hiervan af te wijken. In de opleiding wordt veel aandacht aan procedures geschonken, maar deze worden in de praktijk anders gehanteerd, of niet. Voor aspirant-leden kan dit zeer verwarrend werken. Er komen steeds meer regeltjes en procedures, als je afwijkt van de procedures kan dat direct afgedaan worden met: ja maar je hebt je ook niet aan de procedure gehouden! (indekken door middel van regeltjes). Er is bijvoorbeeld een procedure hoe je uit een voertuig moet stappen! Ik begrijp dat er procedures moeten zijn maar mijn inziens schiet het nu te ver door. We kunnen ook zelf nadenken. Het komt er nog een keer van dat er gezegd wordt, dat kunnen we niet want er is geen procedure voor. Voor veel brandweervrijwilligers is ook de manier waarop de regels worden toegepast (J02 & J04) demotiverend. De meest gehoorde kritiek is dat regels niet goed genoeg worden gehandhaafd. Binnen het korps zijn procedures. Deze hebben alleen nut als iedereen hier mee werkt. Voor het gemak worden dingen wel eens vergeten. Regels die opgesteld zijn dienen gehandhaafd te worden. Er is geen duidelijke oefenstructuur. Er worden wel oefenroosters gemaakt, maar deze worden niet gecontroleerd. Er wordt niet bijgehouden of een ieder wel aan zijn oefenuren komt. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
22 Procedures die niet nageleefd worden hebben geen zin. Mensen die bij iedere gelegenheid een eigen regel verzinnen worden hier niet of onvoldoende op aangesproken. In veel gevallen is er geen toetsing van de naleving van regels en bestaan er geen corrigerende maatregelen. Over het algemeen onderkennen vrijwilligers dat er regels en procedures moeten zijn. De vraag die hier door hen op tafel wordt gelegd is om kritisch te bekijken wat de toegevoegde waarde is van sommige regels. Volgens de vrijwilligers zijn er regels die het brandweerwerk minder plezierig maken en hen soms belemmeren om hun vak naar eigen inzicht uit te voeren. Als bepaalde regels geen toegevoegde waarde hebben, dan verlangen de vrijwilligers dat deze regels dan ook geschrapt worden. Anderzijds: als deze toegevoegde waarde er wel is, dan verlangen de vrijwilligers dat dit duidelijk wordt gemaakt aan hen en de naleving vervolgens ook wordt gehandhaafd door de leiding. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
23 2.4 Postcommandant voor vrijwilligers belangrijker dan de korpscommandant Bijna alle vrijwilligers in de Veiligheidsregio hebben te maken met een post- en korpscommandant. We hebben de vrijwilligers gevraagd vier aspecten van het leiderschap van de post- en korpscommandant te waarderen. De aspecten op dit gebied bestaan uit: de manier waarop uw postcommandant/korpscommandant 2 leiding geeft; de waardering voor uw werk als brandweervrijwilliger door uw postcommandant/korpscommandant; de manier waarop de postcommandant/korpscommandant de belangen behartigt van de vrijwilligers op uw brandweerpost; de manier waarop uw postcommandant/korpscommandant u motiveert. 13 Verbetermatrix voor de postcommandant Postcommandant B01 De manier waarop uw postcommandant leiding geeft B02 De waardering voor uw werk als brandweervrijwilliger door uw postcommandant B03 De manier waarop de postcommandant de belangen behartigt van de vrijwilligers op uw brandweerpost B04 De manier waarop de postcommandant u motiveert Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Motivators B03 B01 B02 B04 Minder relevant Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Wat ten eerste opvalt, is dat de korpscommandant het er slechter afbrengt dan de postcommandant (vergelijk figuur 13 en 14). Voor de binding tussen de vrijwilligers en 2 Elk aspect is apart uitgevraagd voor achtereenvolgens de postcommandant en de korpscommandant. Dit maakte een onderscheid in de analyse tussen deze twee leidinggevenden mogelijk. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
24 de brandweerorganisatie is het functioneren van de korpscommandant echter veel minder belangrijk dan het functioneren van de postcommandant. De postcommandant is een belangrijke verbindende factor tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie. De manier waarop de postcommandant de belangen behartigt van de vrijwilligers op de post wordt erg belangrijk gevonden door vrijwilligers en goed gewaardeerd op dit moment (B03). Een andere sterke eigenschap van de postcommandant is de waardering die de postcommandant heeft voor het werk als brandweervrijwilliger (B02). De postcommandanten zijn dus over het algemeen goed in het behartigen van de belangen van de vrijwilligers en in het tonen van waardering voor het werk van de vrijwilliger op de post. Hij of zij is alleen wel iets minder sterk in het motiveren van vrijwilligers, terwijl dit wel belangrijk is voor de binding (B04). De geringe aanwezigheid van de postcommandant ligt volgens vrijwilligers vaak ten grondslag aan de problematiek 3 : Postcommandant is zelf vrijwel nooit aanwezig bij oefenavonden. Hij heeft weinig motivatie en is nog weleens afwezig. Aanwezigheid van de postcommandant laat te wensen over, je zult regelmatig je gezicht moeten laten zien wil je mensen kunnen motiveren. 3 Hier is voornamelijk sprake van bij de korpsen die een postcommandant hebben die zelf geen vrijwilliger is. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
25 14 Verbetermatrix voor de korpscommandant Korpscommandant C01 De manier waarop uw korpscommandant leiding geeft C02 De waardering voor uw werk als brandweervrijwilliger door uw korpscommandant C03 De manier waarop de korpscommandant de belangen behartigt van de vrijwilligers op uw brandweerpost C04 De manier waarop de korpscommandant u motiveert Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Motivators C03 C01 C02 C04 Minder relevant Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Zoals eerder gezegd in deze paragraaf: de korpscommandant scoort op alle aspecten minder goed als de postcommandant. De manier waarop de korpscommandant de belangen behartigt van de vrijwilligers op de post wordt erg belangrijk gevonden door vrijwilligers en niet zo goed gewaardeerd op dit moment (C03). De andere aspecten worden even matig beoordeeld, maar worden minder belangrijk gevonden (en zijn ook minder belangrijk voor de binding). Veel vrijwilligers geven als reden voor de matige beoordeling dat er een grote afstand bestaat tussen hen en de korpscommandant, dat hij of zij te weinig communiceert en terugkoppelt naar de vrijwilligers en vooral bezig is met het behartigen van de belangen van zichzelf, zijn organisatie en die van het beroepspersoneel. Eén vrijwilliger beschrijft de afstand die ervaren wordt als volgt: Motivatie heeft voor mij te maken met aanwezig zijn en op de juiste momenten aandacht hebben voor je mensen. En dan maakt een verjaardagskaartje (dat door de secretaresse in de gaten wordt gehouden) natuurlijk niet alles goed. Of een andere vrijwilliger die de vraag beantwoordt waarom hij de korpscommandant niet zo positief beoordeeld: Wie is dat? Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
26 2.5 Brandweerorganisatie moet harder optreden tegen slecht functionerende vrijwilligers Als het aan de vrijwilligers ligt kan er aan de manier waarop nieuwe vrijwilligers worden getoetst bij binnenkomst (H01) en de manier waarop vrijwilligers tussentijds worden getoetst (H02) nog veel verbeterd worden. Alle twee de aspecten scoren beneden gemiddeld. De manier waarop de brandweerorganisatie omgaat met niet naar behorende functionerende vrijwilligers (H03) scoort zelfs ver beneden gemiddeld. 15 Verbetermatrix voor het toetsen van vrijwilligers Personeelsbeleid H01 De wijze waarop de brandweerorganisatie nieuwe vrijwilligers toetst bij binnenkomst in de organisatie H02 De wijze waarop de brandweerorganisatie de vrijwilligers tussentijds toetst H03 De manier waarop de brandweerorganisatie omgaat met niet naar behoren functionerende collega-vrijwilligers Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Motivators H01 H03 H02 Minder relevant Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Veel vrijwilligers klagen erover dat slecht functionerende vrijwilligers niet harder aangepakt worden en maken er melding van dat er mensen zijn die de hand boven het hoofd wordt gehouden. De oorzaken liggen volgens vrijwilligers vaak bij slecht management, vriendjespolitiek en brandweercultuur waarin elkaar aanspreken nog niet altijd even makkelijk wordt gevonden: Ik vraag me wel eens af wat we doen met collega s die niet goed presteren. Ik hoor geluiden van collega s met wie niemand een brand in zou willen. Moet zo n collega dan wel bij de brandweer blijven? Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
27 Soms wordt er te lang naar oplossingen gezocht terwijl men nog steeds in functie is. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het rest van het korps. Weinige kritische houding van de organisatie; als de brand uitgaat zal het wel goed zijn. Geen aanspreekcultuur op negatieve aspecten (ook niet op positieve trouwens). Er wordt niet beoordeeld, dus er wordt helemaal niet omgegaan met slecht functionerende vrijwilligers. Er wordt geen daad bij het woord gevoegd. Soms moet je ook als commandant de waarheid onder ogen komen, ook als dit betekent dat er mensen weg moeten. Dat is de andere kant van leiding geven in een organisatie. Veel vrijwilligers zoeken de oorzaak van dit tolerante beleid ook in het grote tekort aan vrijwilligers: Er lopen er te veel rond. Wordt weinig tot niet getoetst en niet adequaat op gereageerd. Voor beroepspersoneel worden assessments gedaan, vrijwilligers niet. "Iedereen kan vrijwilliger worden" is ongeveer het motto in verband met tekorten. Of zoals een vrijwilliger het aannamebeleid bij nieuwe vrijwilligers niet zonder humor typeert: Ouder dan 18? Wonend in het verzorgingsgebied? En twee benen en twee armen? Mooi, aangenomen! Gelukkig hebben deze slecht scorende aspecten van de brandweerorganisatie niet veel impact op de binding tussen de vrijwilliger en de brandweerorganisatie. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
28 2.6 Vrijwilligers worden uitgedaagd, maar krijgen te weinig ruimte om de eigen post vorm te geven Het brandweerwerk daagt de vrijwilligers voldoende uit (E02): dit aspect scoort bovengemiddeld en is erg belangrijk voor de binding. De uitdaging in het werk van een brandweervrijwilliger is op dit moment dan ook een sterke eigenschap van de organisatie. 16 Verbetermatrix op het gebied van groeimogelijkheden en uitdaging Ontplooingsmogelijkheden E01 Ruimte voor eigen initiatief E02 Uitdaging in uw werk E03 De kans om hogerop te komen in de brandweerorganisatie E04 Ruimte voor inspraak vanuit vrijwilligers richting de lokale brandweerorganisatie E05 Ruimte voor inspraak vanuit vrijwilligers richting de regionale brandweerorganisatie E06 De ruimte die er is om zelf oefeningen te organiseren E07 De ruimte die er is om overige werkzaamheden op te pakken E08 Met uw collega-vrijwilligers vorm kunnen geven aan de organisatie van uw post Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Gevraagd belang Laag Hoog Randvoorwaarden Motivators E04 E05 E08 E02 E01 E06 E07 Minder relevant E03 Verborgen kansen Laag Impact op binding Hoog Rechtsonder verschijnen aspecten die volgens de vrijwilligers zelf niet op voorhand zeer belangrijk worden gevonden, maar uit de correlatieanalyse blijkt dat ze wel een sterke impact hebben op de binding. Hier scoren ruimte voor eigen initiatief (E01) en de ruimte die er is om overige werkzaamheden op te pakken (E07). Beide aspecten worden op dit moment gemiddeld gewaardeerd. 11% van de brandweervrijwilligers geeft aan te weinig tijd te besteden aan overige werkzaamheden. Zo geven sommige vrijwilligers aan meer tijd te willen besteden aan bijvoorbeeld het ondersteunen van de jeugdbrandweer, de brandweer representeren op lokale markten en bardiensten draaien op de post. Brandweervrijwilligers waarderen hun kansen om hogerop te komen in de brandweerorganisatie negatief (E03). Dit wordt echter niet belangrijk gevonden door brandweervrijwilligers en heeft ook zeer weinig impact op de binding met de organisatie. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
29 De ruimte die er is voor vrijwilligers om vorm te geven aan de organisatie van de eigen post (E08) blijkt een belangrijk verbeterpunt te zijn. Het scoort gemiddeld en heeft een sterke impact op de binding. Vrijwilligers hebben het gevoel dat de organisatie van de post van bovenaf wordt opgelegd: Commandant vaart eigen koers en luistert gewoonweg niet. Alles wordt van bovenaf opgelegd, er is dus weinig ruimte voor ontwikkeling. Het gevoel leeft dat er in hogere kringen al lang besloten is hoe er wordt omgegaan met de posten en de verdelingen van materieel. Ik verwacht dat er binnen een bepaalde tijd een totaalplaatje komt te liggen waar je aan mee kan doen of afhaken. Eigen initiatieven worden niet gehoord. Wij zijn door de commandant jarenlang buitenspel gezet. De organisatie is een feit, daar is verder niets aan te veranderen. De ruimte voor inspraak richting de lokale (E04) en in het bijzonder richting de regionale brandweerorganisatie (E05) wordt negatief gewaardeerd. Vrijwilligers tonen veel onvrede over de ruimte voor inspraak richting de regionale brandweerorganisatie. Dit gebrek aan ruimte heeft echter weinig impact op hun binding met de brandweerorganisatie: het gevraagde belang is veel hoger dan het werkelijke belang. Het verbeteren van de inspraak richting de regionale brandweerorganisatie behoeft daarom ook geen prioriteit om de binding te verbeteren. De inzet van de regionalisering van de brandweer in de Veiligheidsregio Utrecht heeft tot veel zorg geleid onder de vrijwilligers. In de vragenlijst zijn daarom ook enkele stellingen opgenomen over de regionalisering en is gekeken of dit ook gevolgen heeft voor de binding tussen de vrijwilligers en de brandweerorganisatie. Ten eerste valt op dat de vrijwilligers zeer sterk verdeeld zijn over de vraag of de regionalisering een goede zaak is. Drie op de tien (29%) vinden de regionalisering een goede zaak, tegenover 35% die het geen goede zaak vinden. Daarnaast geven drie op de tien vrijwilligers (29%) aan het niet een goede of slechte zaak te vinden. Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
30 Een meerderheid is het eens met de stelling dat door het proces van regionaliseren de vrijwilligers steeds minder te zeggen hebben gekregen. Daarnaast vindt ook bijna de helft van de vrijwilligers (48%) dat de toekomst van de vrijwilligers onzeker is geworden (tegenover 22% die het daarmee mee oneens is). Ten slotte heeft ook bijna de helft van de vrijwilligers (46%) geen helder beeld van wat de Veiligheidsregio precies doet, tegenover een kwart (25%) die aangeeft dat wel te hebben. 17 Houding van vrijwilligers ten opzichte van de regionalisering Door de regionalisering van de brandweer in uw regio krijgen vrijwilligers steeds minder te zeggen 67% 17% 10% 6% Door de regionalisering is de toekomst van de vrijwilligers in uw regio onzeker geworden 48% 24% 22% 6% De regionalisering van de brandweer in uw regio is een goede zaak 29% 29% 35% 7% Ik heb een helder beeld van wat de Veiligheidsregio doet 25% 25% 46% 4% % 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens geen mening Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
31 Ondanks de overwegend negatieve geluiden heeft de regionalisering slechts een lichte invloed op de binding tussen de brandweerorganisatie en de vrijwilligers. Vrijwilligers die het oneens zijn met de stelling dat de regionalisering een goede zaak is, scoren gemiddeld een bindingsscore van 69. Vrijwilligers die de regionalisering wel een goede zaak vinden scoren echter gemiddeld een bindingsscore van Regionalisering van de brandweer heeft een lichte invloed op de binding Ik heb een helder beeld van wat de Veiligheidsregio doet De regionalisering van de brandweer in uw regio is een goede zaak Door de regionalisering is de toekomst van de vrijwilligers in uw regio onzeker geworden Door de regionalisering van de brandweer in uw regio krijgen vrijwilligers steeds minder te zeggen (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens Bron: TNS NIPO, 2009 Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
32 2.7 Ruimte om te leren erg belangrijk Aspecten op het gebied van opleidingen, oefenen en leren hebben een flinke impact op de binding tussen de brandweerorganisatie en de brandweervrijwilligers. De mate waarin men technische (I01) en sociale zaken (I02) leert tijdens de werkzaamheden bij de brandweer worden respectievelijk bovengemiddeld en gemiddeld gewaardeerd. Dit zijn twee belangrijke bindingsfactoren die door vrijwilligers zelf niet zo benoemd worden. 19 Verbetermatrix op het gebied van opleidingen en leermogelijkheden Leren I01 De mate waarin u technische zaken leert als brandweervrijwilliger I02 De mate waarin u sociale zaken leert als brandweervrijwilliger I03 De kwaliteit van de oefeningen I04 De mate waarin er tijd wordt besteed aan oefenen I05 De mate waarin er tijd wordt besteed aan opleidingen Waardering Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde Gemiddeld Beneden gemiddelde Ver beneden gemiddelde Laag Gevraagd belang Hoog Randvoorwaarden Minder relevant Laag I04 I05 I03 I01 I02 Motivators Verborgen kansen Hoog Impact op binding De mate waarin er tijd wordt besteed aan oefenen (I04) en opleidingen (I05) worden beide positief beoordeeld op dit moment. Driekwart van de brandweervrijwilligers (76%) geeft aan dat ze genoeg tijd besteden aan oefeningen en opleidingen. Hiertegenover staat dat 8% van de brandweervrijwilligers aangeeft te veel tijd te besteden aan oefeningen en opleidingen en 16% van de vrijwilligers geeft aan er te weinig tijd aan te besteden. Het is zaak voor de brandweerorganisatie deze redelijke goede balans te borgen of te verbeteren. De kwaliteit van de oefeningen (I03) is een mogelijk verbeterpunt voor de brandweerorganisatie in de Veiligheidsregio Utrecht: het is erg belangrijk voor de binding en scoort gematigd positief. Vrijwilligers die niet tevreden zijn over de kwaliteit van de oefeningen verwoorden dat als volgt: Werken aan een sterke binding! F5028 TNS NIPO 18 september
Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL
Banen en vestigingen per gemeente 2009-2010 [2010] ALLE BANEN 2010 0305 ABCOUDE 280 92 217 619 18 97 55 34 15 364 69 55 135 258 76 46 2.430 0307 AMERSFOORT 223 5.055 3.588 14.405 3.442 2.448 4.468 4.156
Nadere informatieWinkelfunctie met gesloten. Onderwijsfunctie. constructie. Celfunctie
Bijlage A bij notitie Veiligheidszorg op Maat Bijlage 2 bij de Projectnotitie Veiligheidszorg op Maat Risicobeheersingsmaatregelen per gebruiksfunctie Gezondheidszorgfunctie Celfunctie Maatregel Impactscore
Nadere informatieBeleidsvoorstel Jeugdbrandweer VRU
Bijlage A bij agendapunt 08: Jeugdbrandweer [AB20160615-08] Beleidsvoorstel Jeugdbrandweer VRU Inleiding Er zijn 20 jeugdbrandweerkorpsen binnen de veiligheidsregio Utrecht. Het gaat om lokale, kleinschalige
Nadere informatieMaterieel slagkracht en specialismen. Materieel bedrijfsvoering. 1x TS 6 bedrijfsvoering in werkplaats. 1x TS bedrijfsvoering.
spreidingsplan (inclusief gevolgen voor en personeel) en e optionele voertuigen Gemeente Post dekking Amersfoort Amersfoort Centrum Beroeps; (24-uursdienst + dienst + vrijwillig 1 + 1x RV 2 NBB 3 + 1x
Nadere informatieProvincie Utrecht
gemnr gemeente Landbouw, denijverheid Bouw Handel Vervoer, opslahoreca 0307 AMERSFOORT 197 4.457 3.715 14.731 3.283 2.631 0308 BAARN 65 528 527 2.048 188 630 0312 BUNNIK 287 623 996 1.021 90 282 0313 BUNSCHOTEN
Nadere informatieGEBOORTEREGISTERS ( ) Abcoude- Baambrugge
GEBOORTEREGISTERS (1811-1912) Abcoude- Baambrugge 1811-1912 Abcoude-Proostdij 1811-1912 Achthoven 1818-1857 Achttienhoven 1811, 1818-1912 Amerongen 1811-1912 Amersfoort 1811-1912 Asschat 1811 Baarn 1811-1912
Nadere informatieEvaluatie AED-taak. Implementatie AED-taak binnen de brandweer. Gaby van den Brink & Paul Rinkes
Bijlage A bij agendapunt 08: Evaluatie AED first-responder taak [AB20180219-08] Evaluatie AED-taak Implementatie AED-taak binnen de brandweer Gaby van den Brink & Paul Rinkes 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding
Nadere informatieInformatienotitie AB Veiligheidsregio Utrecht
Informatienotitie AB Veiligheidsregio Utrecht Betrokkenheidsonderzoek brandweervrijwilligers Datum vergadering 9 november 2015 Agendapunt 10 Portefeuillehouder Directeur Bijlagen De heer Molkenboer De
Nadere informatieWijk ID Plaats + Wijk Aantal
Wijk ID Plaats + Wijk Aantal 376101 Soest / COLENSO/SOESTDYK NOORD 1817 376201 Soest / 'T HART 3250 376301 Soest / PIJNENBURG 583 376401 Soest / GROTE MELM/SOESTDYK OOST 2177 376501 Soest / SOESTERVEEN
Nadere informatieNaar een geregionaliseerde brandweer Utrechts Land. Achtergrondinformatie voor gemeenteraad Houten
Naar een geregionaliseerde brandweer Utrechts Land Achtergrondinformatie voor gemeenteraad Houten Doel informatiebijeenkomst Toelichting op het regionaliseringsproces van de brandweer Voorgenomen stappen
Nadere informatieNieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio
Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio Bevolking Besteding Bereik Bewinkeling Bevolking Index huishoudens (2014-2030) 140 135 130 Ontwikkeling bevolking 2014-2030 Bunnik Vianen Woudenberg
Nadere informatieCliënttevredenheid 2016
Cliënttevredenheid 2016 (Thuis)begeleiding Rapportage Cliënttevredenheid 2016 Fenneke Vegter, Lonneke Gijsbers Project Z7267 19-1-2017 Achtergrond, doel- en probleemstelling Op verzoek van Vitras heeft
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent
Nadere informatieNotitie Startersfonds provincie Utrecht 2009
Notitie Startersfonds provincie Utrecht 2009 Achtergrond Startersfonds Door de sterk gestegen koopprijzen op de woningmarkt is het voor startende huishoudens met meestal een bescheiden inkomen bijna onmogelijk
Nadere informatieMedewerkerstevredenheidsonderzoek
Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dit medewerkerstevredenheidsonderzoek bestaat uit een aantal standaard onderwerpen die vaak gebruikt worden in medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Afhankelijk van de
Nadere informatieABCOUDE ABCOUDE NIGTEVECHT NIGTEVECHT BAAMBRUGGE BAAMBRUGGE DE HOEF DE HOEF AMSTELHOEK AMSTELHOEK
Wijken Pascalstraat 5 793 BJ Hoogeveen tel. (528) 26 28 5 fax. (528) 26 63 94 email info@uwverspreider.nl WijkID Naam Plaats 13911 ABCOUDE ABCOUDE 1.997 2.379 Totaal: 1.997 2.379 13931 NIGTEVECHT NIGTEVECHT
Nadere informatieSOESTDUINEN/DE BIRKT Soest SOESTERBERG Soesterberg POSTCODE 3440 Woerden
Wijken Pascalstraat 5 7903 BJ Hoogeveen tel. (0528) 26 28 50 fax. (0528) 26 63 94 email info@uwverspreider.nl WijkID Naam Plaats Netto Bruto 37610100 COLENSO/SOESTDYK NOORD Soest 1.817 2.530 37620100 'T
Nadere informatieRAADSINFORMATIE- AVOND. Gemeente de Bilt, 6 december 2018
RAADSINFORMATIE- AVOND Gemeente de Bilt, 6 december 2018 Programma 1. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 2. Regionaal risicoprofiel 3. Kadernota 2020 4. Op weg naar Beleidsplan 2020 2023 Gemeente de Bilt
Nadere informatieNationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Maart 2009 Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door: Almere Staete Radioweg 6a 1324 KW ALMERE Tel. (036) 5300402 E-mail: info@trendview.nl
Nadere informatieMTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005 ISP360
Nadere informatieAanmelden bij Bureau Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg Utrecht Informatie voor cliënten Aanmelden bij Bureau Jeugdzorg Wat gebeurt er als u zich heeft aangemeld bij Bureau Jeugdzorg? Welke hulp kunnen wij u bieden en wat mag u van ons verwachten?
Nadere informatieOrganisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015
Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015 Geconsolideerde tekst van de wijziging van de Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 23 maart
Nadere informatieOrganisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015
Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015 Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 23 maart 2015. Geconsolideerde tekst zoals geldend vanaf 1 juni 2017 op grond van: - het besluit d.d. 15
Nadere informatieMTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dantumadeel 06
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Nadere informatieAGENDAPUNT /10
AGENDAPUNT 2015.02.16/10 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Wijziging GR zienswijzeprocedure De heer Van
Nadere informatieSIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007
Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27
Nadere informatieAanbod bedrijventerreinen
Staat van 2014 Aanbod bedrijventerreinen Wat is de index van het uitgeefbare oppervlak (2002 = 100)? Ten opzichte van 2002 is er nog 57% uitgeefbaar terrein over Vergelijking in de tijd (Index uitgeefbaar
Nadere informatiebrandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer!
I brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! Brandweer Veiligheidsregio Utrecht zoekt vrijwilligers Werken bij de brandweer: voor sommigen is het een droom, voor anderen een roeping. Werken
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek CBS Paadwizer In opdracht van Contactpersoon Stichting de Tjongerwerven Christelijk Primair Onderwijs de heer H. van Malsen en de heer A. Vos Utrecht, februari
Nadere informatieHiv en stigmatisering in Nederland
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv en stigmatisering in Nederland
Nadere informatieBoerendijk AH Woerden (tijdens kantooruren)
De opleidingseisen voor vrijwilligers zijn gelijk aan die voor beroepsbrandweerlieden. We verwachten van je dat je bereid bent om voor je opleiding een deel van je vrije tijd op te offeren. De basisopleiding
Nadere informatieSamenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15
Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15 In januari is er een tevredenheidsonderzoek gehouden onder de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 van De Dijk. Uiteindelijk hebben
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek Basisschool Sint Martinus In opdracht van Contactpersoon Basisschool Sint Martinus de heer F. Giesen Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van
Nadere informatieRAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 471 Zaaknummer:
RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 471 Zaaknummer: Onderwerp: ontwerpbegroting 2011 en verantwoording van de Gezonde Gids 2009 GGD Midden-Nederland Voorstel
Nadere informatiePendel in de provincie Utrecht 2006
Pendel in de provincie Utrecht 2006 Augustus 2007 Afdeling Economie, Cultuur en Vrije Tijd Pendel in de Provincie Utrecht 1 Colofon Dit rapport is een uitgave van: Provincie Utrecht Afdeling Economie,
Nadere informatieNETWERKBIJEENKOMST FIETSEN MOBIEL, GEZOND EN SOCIAAL! 29/01/2018 1
NETWERKBIJEENKOMST FIETSEN MOBIEL, GEZOND EN SOCIAAL! 29/01/2018 1 PROGRAMMA 15.00 uur welkom Stelling 1 Hugo van der Steenhoven Tour de Force Toelichting onderzoek provincie Utrecht Toelichting onderzoek
Nadere informatieRapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018
Rapportage Soort rapportage: Schngsrapportage Datum: mei 2018 Opdrachtgever: Schng GOO Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting GOO. DUO Onderwijsonderzoek
Nadere informatieEconomische betekenis recreatie en toerisme monitor
Economische betekenis recreatie en toerisme 2006 monitor Nulmeting uitgevoerd monitor Hoe sterk is de provincie Utrecht als trekpleister voor recreatie en toerisme? Om een beeld te krijgen van de economische
Nadere informatieSchets van het gezondheids-, geluks- en welvaartsniveau en de rol van de Eerstelijn
Schets van het gezondheids-, geluks- en welvaartsniveau en de rol van de Eerstelijn Erik Asbreuk, Voorzitter EMC Nieuwegein, Huisarts Gezondheidscentrum Mondriaanlaan 'Nieuwegein 2020: gezond, gelukkig
Nadere informatieBrandweer Nederland Samen sterk, samen veilig
Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Met hart en ziel Brandweer Nederland staat voor 31.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen
Nadere informatieKlanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS
2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming
Nadere informatieVan: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Geachte Griffie,
Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Nicolette Rigter woensdag 19 april 2017 12:02 Amersfoort, raadsgriffier; Baarn, raadsgriffier; Bunnik, raadsgriffier; Bunschoten, raadsgriffier;
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieHiv op de werkvloer 2011
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha
Nadere informatieDit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie Resultaten SJBN Enquête 2012 Inhoudsopgave Achtergrond Resultaten enquête Steekproef Algehele
Nadere informatieGemeente BTI BTI-code Regio Aalsmeer Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland & Zaanstreek Waterland Kudelstaart Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland &
Gemeente BTI BTI-code Regio Aalsmeer Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland & Zaanstreek Waterland Kudelstaart Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland & Zaanstreek Waterland Amstelveen Amstelveen 362 Amsterdam Amstelland
Nadere informatieAGENDAPUNT /03
AGENDAPUNT 2013.12.13/03 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 13 december 2013 Onderwerp: Portefeuillehouder: Steller: Ingekomen en uitgaande stukken De heer Wolfsen
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn
De Kornalijn srapportage In opdracht van De Kornalijn december 2015 Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek in opdracht van De Kornalijn. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.
Nadere informatieResultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018
Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Inhoud 1. Vragenlijst... 3 2. Respons... 3 3. Resultaten per thema... 3 4. Werkgever Net Promotor Score (WNPS)... 5 5. Resultaten bibliotheekvragen...
Nadere informatieDEMO VERSIE. Enquêteresultaat Werkevaluatie 11-11-2010. Mirotek QuestionTool
DEMO VERSIE Enquêteresultaat Werkevaluatie 11-11-21 Mirotek QuestionTool Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Score top 5... 6 4 Verschil eerste groep en overige groepen...
Nadere informatieOrganisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015
Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015 Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 23 maart 2015. Geconsolideerde tekst zoals geldend vanaf 1 januari 2019 op grond van: - het besluit d.d.
Nadere informatieBLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht Nr. 9 2 januari 2019 Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015 Vastgesteld door
Nadere informatieBezoek cultuurinstellingen
Staat van 2014 Bezoek cultuurinstellingen Hoeveel cultuurinstellingen bezoekt een inwoner gemiddeld per jaar? Een inwoner bezoekt gemiddeld 2,23 cultuurinstellingen per jaar De bezoek cultuurinstellingen
Nadere informatieOnline onderzoek Uw werknemers
Toelichting Online onderzoek In dit bestand vindt u een inspirerende voorbeeldvragenlijst voor een werknemertevredenheid onderzoek! De vragenlijst is bedoeld als hulpmiddel bij het opstellen van uw eigen
Nadere informatieSamenvatting voor Bent u een man of een vrouw? (N=164) Antwoord Telling Percentage
Resultaten Brandweeronderzoek (Regio Utrecht) Aantal respondenten Aantal respondenten in deze vragenlijst: 164 Totaal aantal respondenten in deze vragenlijst: 3701 Percentage van het totaal: 4.4% Samenvatting
Nadere informatieErvaringen van vrijwilligers
Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen
Nadere informatiePROJECT REPRESSIEVE HUISVESTING
PROJECT REPRESSIEVE HUISVESTING Van visie tot beleid Doel van deze presentatie Tot een gezamenlijk beeld komen Duidelijkheid krijgen over de onderzoeksresultaten Daarmee komen tot richtinggevende uitspraken
Nadere informatie2 e wijziging Programmabegroting 2017 Veiligheidsregio Utrecht
2 e wijziging Programmabegroting Veiligheidsregio Utrecht 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 2 Wijziging tabellen per programma 4 2.1 Totaaloverzicht programma s 4 2.2 Programma Risicobeheersing
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Schoolrapportage CBS De Windroos Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon Noordkwartier Mevrouw W. Drenth Utrecht, mei 2014 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Marjan
Nadere informatie(Voor)oordelen over parttimers
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Political & Social Rapport (Voor)oordelen over parttimers Echte
Nadere informatieINFORMATIEBIJEENKOMST RAADSLEDEN, 4 DECEMBER 2018
INFORMATIEBIJEENKOMST RAADSLEDEN, 4 DECEMBER 2018 Programma 1. De Veiligheidsregio Utrecht 2. Regionaal risicoprofiel 3. Kadernota 2020 4. Op weg naar Beleidsplan 2020 2023 5. Verdere proces 6. Vragen/discussie
Nadere informatieBeleidsnotitie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0
Bijlage A bij agendapunt 09: Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 [AB20160615-09] Beleidsnotitie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 Inleiding Bij het vaststellen van het eindadvies Gemeentelijke Crisisbeheersing
Nadere informatieCLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!
CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008
Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd
Nadere informatieVakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong
Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen
Nadere informatieNijmeeqséweq 42 t +31(0) e nl Postbus 11 f +31 (0) i www vrln nl 5900 AA Venlo NR. bijlage(n) 1
1 1 Nijmeeqséweq 42 t +31(0)8811 90 000 e mfo@vrln nl Postbus 11 f +31 (0)77 35 42 454 i www vrln nl 5900 AA Venlo veiligheidsregio r- -- -------.----------- ---~,--- 1 1 :i
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatieEnergie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel
Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik
Nadere informatieProvinciaal blad 2010, 73
ISSN 0920-105X Provinciaal blad 2010, 73 Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264160, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Mei In opdracht van Contactpersoon Zaan Primair de heer T. Versteeg Utrecht, februari 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Anja Schaapman MSc
Nadere informatieGeachte raad,
Vergaderstuk AB20181119-07 - Bijlage C Datum 1-12-2018 contactpersoon Aan de gemeenteraden van de deelnemende VRU-gemeenten Ter attentie van de voorzitter door tussenkomst van de colleges van burgemeester
Nadere informatieActualisatie cijfers plancapaciteit, koopen huurmarkt
Actualisatie cijfers plancapaciteit, koopen huurmarkt Inleiding In april 2019 heeft er een update van de woningmarktmonitor plaatsgevonden en zijn de ontwikkelingen op de koop- en de huurmarkt geactualiseerd.
Nadere informatieCliëntenonderzoek. Meting april - mei 2013. Uw consultant Emile van Geelen. Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten. E: Emile.van.Geelen@effectory.
Cliëntenonderzoek Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten Meting april - mei 2013 Uw consultant Emile van Geelen E: Emile.van.Geelen@effectory.com T: +31 (0)20 30 50 100 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding
Nadere informatieCBS De Vaart Hoogersmilde. Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, juli 2016
CBS De Vaart Hoogersmilde Oudertevredenheidspeiling Basisonderwijs 2016 Haarlem, juli 2016 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534
Nadere informatieWoningmarktmonitor provincie Utrecht; de staat van de woningmarkt medio 2018
Woningmarktmonitor provincie ; de staat van de woningmarkt medio 218 1 Inleiding In september 218 heeft er een update plaatsgevonden van de cijfers van de provinciale woningmarktmonitor. In deze factsheet
Nadere informatieTevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân
Tevredenheid WWB-klanten 2013 Dienst SoZaWe NW Fryslân COLOFON Samenstelling Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Naomi Meys Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking Maart 2014 SGBO
Nadere informatieBUDGETUITVAART 030-6661790
BUDGETUITVAART 030-6661790 Na overlijden kunt u direct contact opnemen Budgetuitvaart, wij zijn 24 uur per dag bereikbaar. Bij een overlijden thuis dient u eerst uw huisarts te informeren. De huisarts
Nadere informatieOnderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.
Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF 2012 Rapportage Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Ronald Zwart Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer... 3 1.1 Inleiding:
Nadere informatieMedewerkerbetrokkenheid. 1. Werk aan medewerkertevredenheid. Betrokkenheid uit jezelf. Waarom zou iemand het maximale inzetten voor een werkgever?
Dat is de vraag! Natuurlijk is werk nog steeds vanzelfsprekend voor mensen maar het is niet meer zo vanzelfsprekend om voor de duur van het leven die ene baas te kiezen. Mensen maken enorm veel keuzes.
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon RKBS 't Valder De heer H. Hetterscheid Utrecht, april 2014 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Madelon van Duren
Nadere informatieKlanttevredenheid consultatiebureaus Careyn
Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk
Nadere informatieBehoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk
Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het
Nadere informatieVEILIGHEIDSREGIO UTRECHT. Concept-wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling VRU (wijziging van de artikelen 3.4 en 4.5)
VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT Concept-wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling VRU (wijziging van de artikelen 3.4 en 4.5) VEILIGHEIDS REGIO UTRECHT De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten:
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Schoolrapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Overhaal In opdracht van Contactpersoon Zaan Primair De heer T. Versteeg Utrecht, maart 2013 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Anja Schaapman
Nadere informatieHPC-O. Human Performance Contextscan Organisatierapportage <Naam onderwijsinstelling> Datum: Opdrachtgever: Auteur:
HPC-O 1 HPC-O Human Performance Contextscan Organisatierapportage Datum: Opdrachtgever: Auteur: 24 april 2008 drs M.G. Wildschut HPC-O
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieDEMO VERSIE. Enquêteresultaat Werkevaluatie 17-05-2006
DEMO VERSIE Enquêteresultaat Werkevaluatie 17--26 Mirotek Design - demo 8/2 Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Verschil eerste groep en overige groepen... 6 4 Prioriteiten...
Nadere informatieMedewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0)
Medewerkersonderzoek Samenvatting Meting november 2016 Uw projectmanager Meike Post E: meike.post@effectory.com T: +31 (0)20 30 50 100 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg Samenvatting Scores Scores op de
Nadere informatieGemeente Dantumadeel Hoofdrapport
Grote Bickersstraat KS Amsterdam Postbus AE Amsterdam t f e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Hoofdrapport Medewerkertevredenheidsonderzoek F oktober Medewerkeronderzoek InternetSpiegel oktober
Nadere informatieRapportage onderzoek personeel van bibliotheken. voor bibliotheken
Rapportage onderzoek personeel van bibliotheken voor bibliotheken Rapportage onderzoek personeel van bibliotheken Een onderzoek onder klanten over de bibliotheekmedewerkers de Bibliotheek Deventer BiebPanel
Nadere informatieMKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016. Gemeente Renswoude
MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016 Gemeente Renswoude Voorwoord Groningen, oktober 2016 Geachte heer, mevrouw, Voor u ligt het resultaat van het in 2015 en 2016 gehouden onderzoek naar
Nadere informatieZowel vanuit de ouders, leerlingen en medewerkers ontvangen wij een hoge tevredenheidsscore met natuurlijk verbeterpunten.
Grotestraat 142 5931 CZ Tegelen Postbus 3131 5931 AC Tegelen Tel: 077 3260855 Samen in ontwikkeling! Tevredenheidsonderzoeken, december 2015 Zoals u weet zijn er digitale tevredenheidsonderzoeken bij leerlingen
Nadere informatieResultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)
Resultaten werkgelegenheidsonderzoek Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) 2015 Maarten Bergmeijer Provincie Utrecht afdeling MEC, team Economie par@provincie-utrecht.nl www.provincie-utrecht.nl/par
Nadere informatieEvaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor
Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid
Nadere informatie1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek
Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze
Nadere informatieRapportage Oudertevredenheidsonderzoek PO
Rapportage Soort rapportage: School: Schoolrapportage De Torenuil Datum: maart 2018 Opdrachtgever: Schng Robijn Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting Robijn.
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers Gelre ziekenhuizen
ALGEMENE VRAGEN 1. Op welke locatie doet u vrijwilligerswerk? Gelre ziekenhuizen Apeldoorn Gelre ziekenhuizen Zutphen beide locaties 2. Hoe bent u in aanraking gekomen met vrijwilligerswerk bij Gelre ziekenhuizen?
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon Basisschool Den Doelhof De heer P. Engels Utrecht, februari 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Madelon van
Nadere informatieResultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers
Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers Ervaring in de driehoek Cello heeft in de periode mei juni van dit jaar onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen van cliënten, ouders / vertegenwoordigers
Nadere informatie