LEIDRAAD. Gentse Bermtas. NMC De Bourgoyen Milieudienst Stad Gent groen in de stad
|
|
- René van Doorn
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Gentse Bermtas LEIDRAAD groen in de stad NMC De Bourgoyen Milieudienst Stad Gent 2012 Milieudienst - Stad Gent Natuur- en Milieucentum De Bourgoyen Driepikkelstraat Mariakerke ( bourgoyen.educatie@gent.be
2 De Gentse Berm wat, wie en waarom? ALGEMEEN De Gentse Berm is een biotoopstudie en een educatief programma uitgewerkt door de Milieudienst Stad Gent, voor leerlingen van de 2 de /3 de graad SO. Tijdens deze studie maken de leerlingen kennis met de Gentse bermen, hun planten en hun dieren. Biotoopstudie of veldwerk is een vorm van onderwijs, waarbij van de werkelijkheid zelf geleerd wordt. Dit houdt in dat er met alle zintuigen geleerd/ ervaren wordt en dat er sprake is van ervarend leren. Het is een vorm van geleid ontdekkend tot zelfontdekkend leren. Het werkt sterk motiverend voor leerlingen en levert een duidelijke bijdrage aan het bereiken van zowel algemene kerndoelen (samenwerken, leren onderzoeken) als specifieke kerndoelen (natuur, milieu) Verschillende onderwerpen komen aan bod zoals observatie van wegberm, transect en inventarisatie, terreinprofiel. De leerlingen kunnen door eenvoudige proeven de gelaagdheid, hardheid en vochtigheid van de bodem achterhalen. Ze leggen onderling verbanden en verklaren de samenhang. ALGEMENE SCHETS korte situering van het terrein het terrein kan op verschillende manieren beheerd worden in functie van verschillende natuurwaarden. - om de botanische waarden te verhogen (plantengemeenschappen en soortenrijkdom) - om de ornithologische waarden te verhogen - om karakteristieke soorten en levensgemeenschappen te verhogen - het landschapsbeheer besteedt aandacht aan het karakter van het gebied waarbij wegbermen, sloten en houtkanten op regelmatige tijdstippen worden onderhouden de termen inwendig, uitwendig beheer en biodiversiteit kunnen aangehaald worden abiotische factoren water lucht licht nutriënten bodem biotische factoren planten dieren andere organismen kenmerken neerslag, grondwaterpeil, waterkwaliteit windrichting, windsterkte, luchtkwaliteit lichtsterkte, schaduw, temperatuur voedingsstoffen, meststoffen structuur, hardheid, zuurtegraad, vochtigheid verscheidenheid planten, soortenrijkdom aan-, afwezigheid dieren: vogels, zoogdieren, insecten en andere ongewervelden zwammen... en natuurlijk de belangrijkste: DE MENS (beheer, betreding, verstoring) 2
3 Observatie van de wegberm Een (weg)berm is een lintvormig grasland gelegen tussen een wegdek en een greppel, een sloot, een akker, een weiland, of een bos. Die strook is duidelijk als een eenheid herkenbaar. Verschillende planten en dieren maken er deel van uit en vormen een eigen ecosysteem. Een wegberm is een veelvoorkomend landschapselement in Vlaanderen en vormt voor dieren een belangrijke verbindingsweg tussen twee natuurlijke biotopen. DOEL waarnemen van planten in de wegberm op naam brengen van de planten aan de hand van een ringbundel met plantenkaarten en een bloemengids TIJDSDUUR 30 minuten OPDRACHT observeer de wegberm zoek enkele plantensoorten aan de hand van de plantenkaarten of de Nieuwe Bloemengids noteer de waargenomen soorten op het werkblad vraag is de berm een plek met een grote soortenrijkdom? wat is het ecologisch belang ervan? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL ringbundel plantenkaarten plantengids de Nieuwe Bloemengids werkblad Observatie van een wegberm schrijfmateriaal, klembord MOGELIJKE BESLUITEN in de wegberm staan verschillende kruiden en grassen sommige wegbermen vertonen veel gelijkaardige plantensoorten sommige wegbermen hebben veel brandnetels dichter bij de weg staan andere planten dan verder van de weg de lijst is afhankelijk van de waargenomen planten en tijd er is vermoedelijk een verband tussen de plantensoorten en de plaats van voorkomen planten kunnen beschouwd worden als indicatoren voor verschillende aspecten van de bodem. Zij geven ons een beeld van de voedselrijkdom, de vochtigheidsgraad en de vruchtbaarheid van de bodem. de wegberm is een kwetsbaar gebied, dat dikwijls betreden of bereden wordt door voertuigen. De eigenschappen van dit terrein kunnen daardoor soms snel veranderen 3
4 Transect & Inventarisatie Verschillende planten worden vooraf op naam gebracht. We concentreren ons nu op een stuk van de wegberm. Merk op dat planten niet gelijkmatig verdeeld staan. De bedekkingsgraad van planten kan ook verschillend zijn. Bepaalde planten komen veel voor, andere weinig. Met de bedekkingsgraad bedoelen we hoeveel een plant een terrein bedekt, uitgedrukt in procent en weergegeven door een code (Braun-Blanquetschaal). DOEL leggen van een transect juist interpreteren van de Braun-Blanquetschaal bepalen van de verscheidenheid aan planten bij de verandering van enkele abiotische factoren aan de hand van de bedekkingsgraad TIJDSDUUR 25 minuten OPDRACHT leg het touw in de wegberm, loodrecht op de weg (= transect) loop daarbij steeds aan dezelfde kant van het touw, b.v. links zodat je de planten rechts van het touw niet vertrappelt vouw het opnamevierkant open en leg het op de grond langs het touw aan de niet vertrappelde zijde. Begin aan de weg (= opnamepunt 1) bekijk alle planten binnen het vierkant, noteer de waargenomen soorten op het werkblad bepaal aan de hand van de tabel Braun-Blanquetschaal de bedekkingsgraad van elke waargenomen soort. Noteer hun code in kolom 1. verplaats nu het vierkant verder langs het transect (= opnamepunt 2) vul de plantenlijst aan met de nieuwgevonden soorten noteer de bedekkingsgraad van de aanwezige soorten in kolom 2 doe zo verder tot aan het einde van het transect vraag hoe zijn plantensoorten verspreid langs het transect? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL touw houten opnamevierkant ringbundel met plantenkaarten werkblad Transect en Inventarisatie schrijfmateriaal, klembord MOGELIJKE BESLUITEN langsheen het transect worden verschillende planten waargenomen sommige opnamepunten worden meer dan 75% bedekt door eenzelfde plant sommige opnamepunten worden minder dan 25% bedekt door eenzelfde plant planten komen voor op verschillende niveaus, het is mogelijk dat in één vierkant de som van de verschillende plantensoorten zelfs meer dan 100% is 4
5 TABEL BRAUN-BLANQUETSCHAAL Bedekkingsgraad Code minder dan 5% 1 5% tot 25% 2 25% tot 50% 3 50% tot 75% 4 meer dan 75% 5 AFSTAND TOT DE WEG (in cm) OPNAMEPUNT PLANTENSOORT BEDEKKINGSGRAAD 5
6 Het profiel van de wegberm Een terrein kan oneffen zijn, een helling of een depressie hebben. Het vertoont dan een profiel. Dit kan planten beïnvloeden. Planten staan waar ze het liefst groeien. Hoog, laag, nat, droog, licht, donker... spelen daarbij een rol. DOEL leggen van transect met daartoe aangepast materiaal opmeten van het profiel schets maken van het profiel TIJDSDUUR 20 minuten OPDRACHT leg het touw in de wegberm, loodrecht op de weg (= transect) klop een bakenpaal in de grond aan elk uiteinde van dit touw loop daarbij steeds aan dezelfde kant van het touw, b.v. links zodat je de planten rechts van het touw niet vertrappelt span het andere touw met waterpas strak tussen de 2 bakenpalen op een hoogte van 70 cm, gebruik hiervoor de elastieken het touw hangt waterpas wanneer het luchtbelletje zich tussen de 2 streepjes bevindt. Zorg dat het touw gedurende de hele opdracht waterpas hangt meet met vouwmeter op de eerste paal de afstand tussen de 2 touwen meet nu om de 50 cm de afstand van het touw met waterpasje tot het touw op de grond. Herhaal de meting om de 50 cm tot de laatste bakenpaal noteer telkens de afstanden tussen de 2 touwen schets het profiel van de wegberm op het werkblad 1 hokje = 0,5 cm duid op de tekening alles goed aan: weg, wegberm, 2 bakenpalen, touw met waterpas, het punt om de 50 cm op beide touwen, de gemeten afstanden tussen de 2 touwen verbind nu op de schets de punten met elkaar. Dit geeft de glooiing van de bodem weer. vraag welk profiel vertoont de wegberm? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL 2 bakenpalen (rood-witte palen) rubberen hamer touw met waterpas vouwmeter werkblad Het profiel van de wegberm schrijfmateriaal, klembord MOGELIJKE BESLUITEN Het profiel van de wegberm vertoont of een helling, een depressie, of is vlak en is veroorzaakt door verschillende omstandigheden. 6
7 7 VOORBEELDSCHETS PROFIEL VAN DE WEGBERM
8 Bloem- & Bodembezoekers De planten in de wegbermen worden druk bezocht door allerlei dieren en insecten. Niet alleen op of in de bloemen, ook op de bladeren of de stengel van de planten kunnen insecten voorkomen. In of op de bodem leven dan weer andere diertjes, sommige verkiezen een vochtige bodem, anderen een droge bodem. Hoe meer variatie in planten, hoe meer dieren erop af komen. DOEL observeren van insecten en bodemdieren verschillende technieken of vangmethodes toepassen determineren en op naam brengen van insecten en bodemdieren TIJDSDUUR 20 minuten OPDRACHT Bodemvallen / schopje en wit bakje zoek de bodemvallen, neem loeppotjes + andere potjes neem de bodemvallen uit de grond en haal er voorzichtig de gevangen diertjes uit als je geen bodemvallen plaatst, neem het schopje en het wit bakje graaf en zet de gevonden bodemdiertjes in het witte bakje doe elk diertje in een (loep)potje determineer de gevonden soorten met de zoekkaart of insectengids noteer hun namen op het werkblad en kruis de vangmethode aan laat het diertje na determinatie terug vrij Sleepnet neem het sleepnet, loeppotjes + andere potjes stap rustig het graslandje af in een rij, heen tot het einde en terug observeer bloemen en hun bezoekers, kijk vooral naar bijen, hommels, zweefvliegen vlinders en kevers sleep met sleepnet doorheen de planten en vang verschillende diertjes kijk in het net en doe elk diertje in een (loep)potje determineer de gevonden soorten met de zoekkaart of insectengids noteer hun namen op het werkblad en kruis de vangmethode aan laat het diertje na determinatie terug vrij Vlindernet neem het vlindernet, loeppotjes + andere potjes stap rustig het graslandje af, in een rij, heen tot het einde en terug observeer bloemen en hun bezoekers, kijk vooral naar bijen, hommels, zweefvliegen vlinders en kevers vang met vlindernet de vliegende insecten, klap daarbij het net dicht kijk in het net en doe elk diertje in een (loep)potje determineer de gevonden soorten met de zoekkaart of insectengids noteer hun namen op het werkblad en kruis de vangmethode aan laat het diertje na determinatie terug vrij 8
9 Insectenzuiger neem de insectenzuiger, loeppotjes + andere potjes observeer bloemen en hun bezoekers houd het langste buisje van de insectenzuiger bij het insect en zuig aan het kortste buisje het insect in het potje doe het diertje in een (loep)potje. determineer de gevonden soorten met de zoekkaart of insectengids noteer hun namen op het werkblad en kruis de vangmethode aan laat het diertje na determinatie terug vrij vraag hoe kunnen we een zo volledig mogelijk beeld krijgen van de aanwezige dieren in de wegberm? Zoek enkele bloeiende planten. Ga na tot welke plantenfamilie ze behoren en door welke insecten ze bezocht worden. waarom verschillen de diertjes van elkaar? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL MOGELIJKE BESLUITEN bodemvallen, deksels, piketten (de vallen plaats je best vooraf in de grond) schopje + wit bakje vlindernet voor vliegende insecten (net is een gaasweefsel zak) sleepnet (net is een stoffen zak) insectenzuiger 4 loeppotjes met zwart deksel en 4 potjes met rood deksel zoekkaart veel voorkomende bodemdieren insectengids werkblad Bloem- & Bodembezoekers schrijfmateriaal, klembord lijst van insecten hangt af van de vangsten, de vangtijd en het tijdstip van de dag insecten zijn bij hun bloembezoek geïnteresseerd in nectar en /of stuifmeel. De nectar bevat veel suikers (energie voor het insect) en wordt afgescheiden door nectarklieren die dikwijls dieper in de bloem zitten. Het stuifmeel is rijker aan eiwitten, vetten en suikers, mineralen en vitaminen (bouwstoffen). Ook op en in de bodem kunnen verschillende dieren voorkomen. BODEMVAL 9
10 Bodem GELAAGDHEID De bodem is het bovenste, losse gedeelte van de aardkorst tot op een diepte die van belang is voor de planten. In ons land schommelt de dikte van de bodem van enkele centimeters tot enkele meters. DOEL grondboor hanteren bodemlagen in juist volgorde in dakgoot leggen verschillende lagen benoemen en juiste naamkaarten bij bodemlagen leggen juiste schets maken van bodemprofiel op werkblad TIJDSDUUR 20 minuten OPDRACHT steek de grondboor in de grond draai de boor in wijzerszin, duw op hetzelfde moment goed op de boor tot de schoep volledig in de grond zit til de boor verticaal op maak de aarde voorzichtig vrij van de boor en leg ze bovenaan in een goot zorg dat de lengte van het bodemstaal in de goot overeenkomt met de diepte van het bodemgat en dat de toplaag bovenaan de goot ligt boor daarna opnieuw in hetzelfde gat herhaal tot je 1 meter diep zit bekijk de bodemlagen in de goot neem de naamkaarten en leg naast elke bodemlaag de juiste kaart maak op het werkblad in linker kolom met hokjes een verticale schets van het bodemprofiel (geef iedere bodemlaag een andere arcering, zo vallen de verschillende lagen duidelijk op) 1 hokje = 5 cm vraag welke verschillen merk je in de bodemlagen? noteer op het werkblad in de rechterkolom de namen van de bodemlagen MATERIAAL grondboor stuk open goot spatel 5 naamkaarten (strooisellaag, humuslaag, bovenlaag, moederlaag met roestvlekken, moederlaag zonder roestvlekken) werkblad De gelaagdheid van de bodem schrijfmateriaal, klembord 10 MOGELIJKE BESLUITEN een bodemprofiel is een verticale doorsnede door de bodem met al de zichtbare lagen, vanaf de bovenste laag tot de laag waar het water geen invloed meer heeft. door chemische en fysische processen ontstaan verschillende lagen in de bodem. de verschillende bodemlagen verschillen van kleur en structuur. de dikte en de samenstelling van die lagen verschilt van plaats tot plaats. vele bodems zijn verstoord door intensieve bewerking: landbouw, industrie en stortplaatsen. de verschillende lagen zijn:
11 strooisellaag humuslaag bovenlaag moederlaag met roestvlekken moederlaag zonder roestvlekken bovenste laag plantendelen zijn herkenbaar: stengel, blad, moslaag, naalden tweede laag bevat humus materiaal. Humus komt voort uit plantaardige en dierlijke resten, bevat 50% koolstof en slaat daardoor zwart uit. Humus kan water en meststoffen vastleggen en afstaan. kleur is zwart De eigenlijke bodem? Uitleg: hier begint de eigenlijke bodem? Is dit een aparte laag? Of algemene benaming van de volgende lagen? in de schommelingszone van het grondwater is de bodem periodiek verzadigd: deze zone is roestig gevlekt. de aanwezigheid van water is de oorzaak van bijzondere kenmerken. Het bodemwater bevat verschillende stoffen in oplossing o.a. ijzerverbindingen. De roestvlekken ontstaan wanneer het grondwater zakt (b.v. in de zomer), de vrijgekomen lucht veroorzaakt roest (oxidatie). beneden de laagste grondwaterstand is de bodem steeds verzadigd kleur is blauw of grijs VOORBEELDSCHETS BODEMPROFIEL BODEMLAGEN grondboor 11
12 Bodem BODEMTEXTUUR Bij de bodemtextuur bepalen we hoe de verschillende gronddeeltjes aan elkaar hangen. Om de textuur van de bodem te bepalen doen we de kneedproef. DOEL hoopje aarde kneden volgens tabel geknede vorm juist interpreteren TIJDSDUUR 10 minuten OPDRACHT neem een hoopje aarde in de hand op minstens 20 cm diepte (zonder planten of humusdeeltjes) bevochtig deze aarde met een weinig water gebruik hiervoor de plantenspuiter, spuit beetje bij beetje tot de aarde net niet meer aan de vingers kleeft. probeer zonder echt te boetseren volgende vormen te verkrijgen - bergje - damsteen - rolletje (10 cm) met scheuren - rolletje (10 cm) zonder scheuren - hoefijzer met scheuren - hoefijzer zonder scheuren - cirkel vraag welk is de geknede vorm? hoe is de bodemtextuur? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL plantenspuiter tabel Bodemtextuur werkblad Bodem schrijfmateriaal, klembord BESLUIT volgens tabel Bodemtextuur komen de geknede vormen overeen met een type bodem: - bergje = zand - damsteen = lemig zand - rolletje met scheuren = zandig leem - rolletje zonder scheuren = leem - hoefijzer met scheuren = kleiig leem - hoefijzer zonder scheuren = lemig klei - cirkel = klei de kneedbaarheid van de bodem wordt bepaald op basis van de grootte van de korrels die er het meest in voorkomen het humusgehalte heeft ook een invloed op de kneedbaarheid. Humusrijke grond is veel kneedbaarder 12
13 13
14 Bodem HARDHEID De berm is een kwetsbaar gebied. Het wordt dikwijls betreden of bereden door voertuigen. Daardoor kunnen de eigenschappen van dit terrein snel veranderen. DOEL weegbreeplanten herkennen leggen van een transect waar weegbreeplanten groeien hardheid van de bodem bepalen aan de hand van valpen en tabel relatie weegbreeplant - hardheid TIJDSDUUR 20 minuten OPDRACHT zoek in de wegberm een plek waar veel weegbreeplanten bij elkaar staan leg daar het touw op de grond loodrecht met de weg (= transect) vouw het opnamevierkant open en leg het op de grond, langs het touw begin bij de weg (= opnamepunt 1) tel het aantal weegbreeplanten in het vierkant plaats nu in het midden van het vierkant de valbuis neem de valpen en laat die in een vierkant vallen til de valbuis op en leg ze aan de kant plaats je duim tegen de grond tegen de valpen en trek de valpen uit de grond, hou je duim nog steeds tegen de valpen! meet met vouwmeter hoe diep de punt van de valpen in de bodem zat bepaal nu aan de hand van de tabel De hardheid van de bodem de maat van de hardheid vul in op de tabel Opname verplaats het vierkant verder langs het transect (= opnamepunt 2) doe dezelfde oefening als in meetstation 1 herhaal de opdracht tot aan het eind van het transect vraag waar in een transect komen het meest/minst weegbreeplanten voor? weegbreeplanten noemen we tredplanten, kan je verklaren waarom? noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL touw, valpen (lange puntige nagel), vouwmeter houten opnamevierkant valbuis (grijze pvc-buis) tabel De hardheid van de bodem werkblad De hardheid van de bodem schrijfmateriaal, klembord Diepte valpen (in cm) 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 >5,0 Maat voor de hardheid
15 MOGELIJKE BESLUITEN De bodem is harder dicht bij de weg is minder hard verder van de weg. Weegbreeplanten komen voor dicht tegen de weg komen minder voor verder van de weg kunnen goed betreding verdragen De bodemsoort is gedeeltelijk bepalend voor de samenstelling van de wegberm. Som enkele eigenschappen op die, wanneer een gebied vaak betreden wordt, kunnen veranderen: dichtdrukken en verharding van het terrein minder doorlaatbaar voor water minder doorlaatbaar voor lucht minder doorlaatbaar voor wortels waardoor zaadjes moeilijker kiemen Bedenk wat de gevolgen kunnen zijn voor de planten die er groeien: afsterven van planten waardoor planten kunnen verdwijnen aanpassen van planten groei van ander type planten die tegen betreding kunnen (tredplanten) Bekijk nog eens de lijst van de planten die je hebt waargenomen tijdens het eerdere veldwerk en geef voorbeelden van planten die aan deze beschrijving beantwoorden: paardenbloem madeliefje valbuis - valpen weegbree 15
16 Bodem VOCHTIGHEID & ZUURTEGRAAD Betreding van de bodem kan de structuur ervan wijzigen. Daarnaast kan de bodem van nature nat of droog zijn, zuur, basisch of neutraal. Al deze abiotische factoren op zich, beïnvloeden plant en dier. DOEL juist hanteren van meettoestel juist aflezen van de vochtigheidsgraad, zuurtegraad TIJDSDUUR 10 minuten OPDRACHT neem het meettoestel en de valpen maak eerst met valpen 2 gaatjes in de grond, op een afstand identiek aan de 2 pinnen van de meettoestel, dit voorkomt dat de pinnen van het meettoestel bij het in de grondsteken krombuigen bekijk het meettoestel en zet het knopje juist om de vochtigheidsgraad (moist) te meten steek het meettoestel in de twee gaatjes in de grond, wacht enkele seconden lees op het schermpje de vochtigheidsgraad af noteer de waarde op het werkblad neem toestel uit de grond en verzet het knopje om de zuurtegraad (ph) te meten steek het meettoestel terug in de twee gaatjes in de grond, wacht enkele seconden lees op het schermpje de ph af noteer de waarde op het werkblad vraag hoe is de zuurtegraad van de bodem? zuur-neutraal-basisch hoe is de vochtigheidsgraad van de bodem? droog-nat deze ABIOTISCHE BIOTISCHE factoren beïnvloeden WEL NIET de leefomstandigheden in dit biotoop noteer het antwoord op het werkblad MATERIAAL meettoestel, vouwmeter, valpen werkblad Bodem schrijfmateriaal, klembord MOGELIJKE BESLUITEN de samenstelling en de scheikundige eigenschappen van de bodem bepalen de aanwezigheid van het aantal en de soorten organismen de waterhuishouding is een belangrijke factor bij de ontwikkeling en de instandhouding van ecosystemen 16
Observatie van de wegberm
Observatie van de wegberm Materiaal ringbundel plantenkaarten plantengids de Nieuwe Bloemengids werkblad Observatie van een wegberm schrijfmateriaal, klembord Na opdracht alle materiaal terug netjes opbergen.
Nadere informatieMeer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen
Meer dan gras Terreinstudie in de Bourgoyen Stad Gent - Educatieve Diensten - Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen - 2018 Driepikkelstraat 32, 9030 Mariakerke - ( 09 226 15 01-7 bourgoyen.educatie@stad.gent
Nadere informatieBIODIVERSITEIT. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)
BIODIVERSITEIT Datum: Groep 1 2 3 4 Namen:.. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden) 1.. 2.. 3.. 4.. 5.. Verklaar bondig het begrip Biodiversiteit..... NMEC
Nadere informatieBIODIVERSITEIT. Groep Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)
BIODIVERSITEIT Datum: Groep 1 2 3 4 Namen:.. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)..... Verklaar bondig het begrip Biodiversiteit..... Werkbladen: Veldwerk
Nadere informatiegroen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie
groen in de stad BIOTOOPWANDELING natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen 1 MO 01 Gewoon doen Deze wandeling met een biotooptas is ontwikkeld door het Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen, Milieudienst
Nadere informatieOnderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal
Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.
Nadere informatieDe landbouwer als landschapsbouwer
9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.
Nadere informatieBiotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje
Biotoopstudie bos 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Veldwerk: onderzoek in een gemengd (loof)bos versus naaldbos WAT? Het bos is een levensgemeenschap van planten en dieren waarin bomen
Nadere informatieWerkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water
Werkblad Waterrapport - Kleur van het water Water in sloten, plassen, meren en rivieren kan allerlei verschillende kleuren hebben door de stoffen die erin opgelost zijn. Meestal betekent helder en lichtgekleurd
Nadere informatieWerkblad bodem (vooraf)
Werkblad bodem (vooraf) Wat zit er in de bodem? In en op de bodem leven planten en dieren. Om te kunnen leven hebben ze licht, lucht, water en voeding nodig. Licht valt van boven op de bodem, de rest zit
Nadere informatieBiotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje
Biotoopstudie heide 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Veldwerk: onderzoek op de heide WAT? De heide is een bijzondere levensgemeenschap waar vele - meestal unieke - planten en dieren
Nadere informatieWat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En wat doen onze tuiniers met dode of planten of afgesnoeide takken?
De bodem doorgrond Wat? Voor Leeftijd wie? Duur: Prijs: begeleid actief atelier Basisonderwijs 2 uur 90 per groep van max. 20 lln. Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En
Nadere informatiebodem ph indicator ph-waarde van water = 7 = neutraal ph-waarde van citroen = 2 = zuur ph-waarde van cola = 3 = zuur
bodem ph indicator Met deze test meet ik hoe zuur of niet zuur (=basisch) de bodem is, uitgedrukt in een ph-getal. Hoe zuurder de grond hoe lager het getal. ph-waarde van water = 7 = neutraal ph-waarde
Nadere informatieBiotoopstudie THEMA 7
THEMA 7 Biotoopstudie In dit thema ga je op ontdekking in een biotoop. Door waarnemingen zoek je naar biotische factoren. Door metingen bepaal je enkele abiotische factoren van de lucht en de bodem. Je
Nadere informatieHoe werk je met het projectenboek?
Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met gewassen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe
Nadere informatieLeerlingenblaadjes Proefonderzoek van grondsoorten
1) Waterdoorlaatbaarheid grondsoorten 1. Werkwijze 1.1. Materialen & Middelen Grondstoffen - Staal zand - Staal leem - Staal klei (droog) Materialen - koffiefilter(3) - filterzakje(3) - recipiënt voor
Nadere informatieGrond onder je voeten
Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar
Nadere informatieBiotoopstudie: Bodemonderzoek in hoogstamboomgaard
Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be
Nadere informatieMINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden-
MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden- Aanwijzingen voor de leerkracht Kinderen willen doorgaans bij natuureducatieve activiteiten dieren zien. Aangezien de meeste dieren eerder zo snel
Nadere informatieOpdrachtkaarten Lente
Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de
Nadere informatieDe grond waarop wij wonen
GROEP 5/6 De grond waarop wij wonen Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de middenbouw.
Nadere informatieVELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje. Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap. Opdracht 1: bekijk het landschap
VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 1: bekijk het landschap OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 2: een eigen
Nadere informatieverwerking : wat is een bos?
verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke
Nadere informatieHoe een bodemboring uitvoeren en een bodemstaal bespreken?
Voorbeelden van VAARDIGHEIDSFICHES Hoe een bodemboring uitvoeren en een bodemstaal bespreken? Zie ook filmpje op https://youtu.be/np9f4fqd56g - Bodemboor - Lintmeter - Opnamefiche - Determineertabel voor
Nadere informatie2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.
Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,
Nadere informatieDe grond waarop wij wonen.
De grond waarop wij wonen. GROEP 7/8 Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de bovenbouw.
Nadere informatieDASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen
DASSENWERK werkbladen opdrachten Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2012 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je onderzoekt vandaag een klein gebied van Nationaal Park De
Nadere informatie... Lesfiche. Experimentjes met planten. graad 1, 2 en 3
Lesfiche Experimentjes met planten graad 1, 2 en 3 Wist je dat planten net als ons drinken, eten, zweten en ademen? En dat zaadjes geen licht nodig hebben om te ontkiemen? Via deze leuke experimentjes
Nadere informatieWATERKWALITEIT IN HET BEATRIXPARK
Klas: Groep: Vijver: namen van de groepsleden 1 2 3 4 5 Opdracht: WATERKWALITEIT IN HET BEATRIXPARK Je gaat in het Beatrixpark de waterkwaliteit bepalen van 1 of meerdere vijvers. Die kwaliteit zal niet
Nadere informatieOnderdeel 1: beschrijving en kartering van het gebied
Opdracht Aardrijkskunde Singraven Inleiding Dit veldwerk/practicum is een onderdeel van het onderwerp "het Nederlandse Landschap". D.m.v. veldwerk krijg je de kans om een landschap anders te ervaren dan
Nadere informatieOpdrachtkaarten Herfst
Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten
Nadere informatieOpdrachtkaarten heide
Opdrachtkaarten heide OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen
Nadere informatieDiertjes vangen en bekijken
Hossebos wateropdracht 1 Diertjes vangen en bekijken Zoek een plekje aan de waterkant, waar je goed bij het water kunt. Leg alle materialen klaar. Vul het aquarium half met water en zet het op een plekje
Nadere informatieLes 5 Een goede bodem
Pagina 1 Les 5 Een goede bodem 1 Bodemsoorten-/Composthooples Er zijn verschillende soorten grond in Nederland. Elke soort grond is anders. Sommige planten houden van arme, voedingsloze grond en anderen
Nadere informatieBodem, water en planten
Bodem, water en planten Doel : Bepalen van de hoeveelheden mineralen in de bodem en oppervlaktewater en leren interpreteren van deze waarden en hoe zij invloed hebben op de vegetatie. Tijd : In het veld
Nadere informatie01 De hut vol info. POSTENTOCHTantwoordblad. biotoopstudie. 4. ja/neen. 5. ja/neen GROEP
01 De hut vol info 1........ 2....... ha Het natuurreservaat is zo groot als.... voetbalvelden. 3......... 4. ja/neen 1...... 2...... 5. ja/neen een schildpad..... 6. 5 km 2 km 02 Vier landschappen op
Nadere informatieEen bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014
Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014 Doelgroep: groepen 5 t/m 8 Plaats: Zoek een interessant terrein. Vooral een plek met hoogteverschillen geeft leuke vergelijkingsmogelijkheden.
Nadere informatie01 De hut vol info. POSTENTOCHTvragenblad. biotoopstudie EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN
01 De hut vol info Je staat aan het infobord. Lees de tekst en kijk naar het plan. 1. Geef de volledige naam van het natuurreservaat. 2. Hoe groot is het reservaat in ha? Een voetbalveld is ½ ha. Hoeveel
Nadere informatieOPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND?
Opdrachtkaarten bos OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen
Nadere informatieLeg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.
GROND NADER BEKEKEN Opdracht 1. Kennismaken Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. We gaan de grondsoorten onderling vergelijken. De volgende vragen
Nadere informatieBilthoven aan Zee Bilthoven aan Zee
Bilthoven aan Zee 2016 1 3 4 5 2 6 1 7 Kaart heidepark Bilthoven 2 INLEIDING In het Bilthoven aan Zee project gaan jullie in groepjes aan de slag om het Heidepark, de Biltse Duinen en het Geuldal in kaart
Nadere informatieReflectiekaart. Wat moeten ze kunnen/kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen. Wat ga je evalueren? Hoe ga je evalueren?
Reflectiekaart 3.2.2.16 Proefondervindelijk vaststellen dat een plant water, lucht, licht, een geschikte temperatuur en voedingsstoffen nodig heeft om te kiemen en te groeien. Omschrijf wat kinderen volgens
Nadere informatieExperimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:
Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint
Nadere informatieWERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen
Dassenwerk WERKBLAD OPDRACHTEN Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je gaat een onderzoek doen in een klein gebied van Nationaal
Nadere informatieBloemen en hun bezoekers
INSTRUCTIEBOEKJE Bloemen en hun bezoekers Scala College Rietvelden 2013 BLOEMEN EN HUN BEZOEKERS a. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT In deze veldles ga je kijken naar bloemen en de insecten die op bloemen
Nadere informatiePLANTEN GROEIEN. Stappenplan. Benodigdheden. Apps. Tijd ZADENRACE
Stel 4 onderzoeksvragen op Maak een goede opstelling Noteer je resultaten in de tabel ZADENRACE Vooraleer we aan de grote opdracht beginnen moeten we planten hebben. Zoals je wel weet, gebeurt de voortplanting
Nadere informatieThema. 2Biotoopstudie
Thema 2Biotoopstudie Wegwijzer Leren waarnemen met al je zintuigen is een belangrijke opdracht tijdens een excursie in een biotoop. Je ontdekt dan de verscheidenheid aan organismen in de natuur en je krijgt
Nadere informatieNaverwerking in de klas
Naverwerking in de klas Inhoud 1. Inleiding 2. Speuren naar insecten 2.1 Inleiding 2.2 Voorbereiding 2.3 Opdracht 1: een bodemval plaatsen 2.4 Opdracht 2: insecten verzamelen en determineren 2.5 Afsluiter
Nadere informatieDoe- pad Watertorenweg
Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 3-4 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij
Nadere informatieBronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:
Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:
Nadere informatieONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...
Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,
Nadere informatieAanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011.
Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2010 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) ktober 2011 Inhoud - Practicumhandleiding Wat is een bodem P3 Practicum Wat is een bodem P3.1
Nadere informatieVOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand
VOEL! KLEUTERS Vlinderen kaart zon/wolk --> in zijvak hand De begeleider kiest een open plek met bloemen. De kinderen zijn vlinders die rondfladderen in het grasland. Vlinders hebben de warmte van de zon
Nadere informatieBiodiversiteit en netwerken
Basiscursus Ecologische Moestuin Biodiversiteit en netwerken Ecologisch tuinieren is 1. Niet destructief, maar constructief tuinieren; 2. Netwerken bevorderen 1. Destructief boeren/tuinieren Pesticiden
Nadere informatieJe onderzoekt de grond in jouw buurt. In de grond zitten miljoenen micro-organismen. Bijvoorbeeld
Hoe schoon is de lucht die je inademt? Is zwemwater hetzelfde als drinkwater? Zitten er veel of weinig microben in de grond? En wat betekent dat? Ontdek hoe gezond jouw buurt is en wat je zelf kan doen
Nadere informatieweinig microben vergelijk jouw data
vergelijk jouw data veel microben Microben zijn de allerkleinste levende wezentjes op aarde die je niet zomaar kunt zien. Bacteriën, micro-algen en schimmels zijn bijvoorbeeld zulke micro-organismen. In
Nadere informatieChemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad
Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren
Nadere informatieHandleiding Beestentoren
Handleiding Beestentoren Beestentoren De beestentoren is geïnspireerd op het model van Hans Carlier. De beestentoren moet zo weinig mogelijk in de schaduw staan. Naast nestgelegenheid is het erg belangrijk
Nadere informatieRaadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?
Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot? Loop een rondje om het ven; ga over het dammetje. Let ook op hoogteverschillen. Materialen: Neem het kompas. Raadsel
Nadere informatieIn de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.
Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen
Nadere informatieOpdrachtenboekje. Waterkant
enboekje Dit boekje is van Naam:... School:... Groep:... Waterkant - 1 - Dit heb je nodig Lichtgrensmeter 2 loeppotjes aquariumbakje plastic lepel of klein schepnetje groot schepnet zoekkaart waterdiertjes
Nadere informatieAchtergrondinformatie
1 Achtergrondinformatie Planten groeien niet willekeurig door elkaar. Afhankelijk van verschillende milieufactoren (grondsoort, waterstand, zon, schaduw, betreding, bemesting, enz.) kunnen we verschillende
Nadere informatieIdeeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo
Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo Om kinderen te interesseren voor kleine kriebelbeestjes is het doen van eigen waarnemingen zeer geschikt. Omdat
Nadere informatieKleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.
KB0 Tijdsinvestering: 60 minuten Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. 1. Inleiding Kleine beestjes vinden kun je overal en in elk
Nadere informatieAantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *
Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?
Nadere informatieMolsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie
Molsla Paardenbloem Achtergrondinformatie De paardenbloem is een zeer algemeen voorkomende plant. In gazons, graslanden, bermen en ruigten kun je hem vaak aantreffen. De paardenbloem behoort tot de familie
Nadere informatieBloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers
Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers veldwerk - bovenbouw Inhoudsopgave Korte omschrijving... 1 Organisatie... 3 Het leerlingenwerkboekje... 3 Lessuggesties ter voorbereiding
Nadere informatieUITBREIDING/ SEDIMENTATIEPROEF
UITBREIDING/ SEDIMENTATIEPROEF Oriënteren - onderzoeksvraag Onderzoeksvraag: Welk van de onderzochte stalen vertoont dezelfde sedimentatie als het staal dat gevonden werd in de buurt van het slachtoffer?
Nadere informatieDE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN
DE HERFST DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN vanaf 2de graad lager onderwijs. x vak: muzische vorming x duur: halve dag GRIEZELBOS HET KLEINE VIEZE BEESTJES- ONDERZOEK! verloop: x verdeel de klas in verschillende
Nadere informatie( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:
( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE ZOMER(beuk, esdoorn, berk) waarneemvel 1a WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. WELK SCHORSPLAATJE PAST BIJ JE BOOM? (kruis aan) hoe voelt deze schors?:
Nadere informatiePapier recyclen. Inlage
Inlage A1 Papier maken Voor deze opdracht heb je de volgende materialen nodig: A - 1 Drielenzige loep B - 3 Bladen viltpapier C - 1 Reinigingsdoek D - 1 Zeef E - 1 Scheprand F - Stapel oude kranten G -
Nadere informatieOude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden
Oude bomen meetlint In Amsterdam staan veel bomen. Sommige van die bomen zijn al heel oud en hebben veel meegemaakt. Bomen kunnen veel betekenen voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan de kastanjeboom in de
Nadere informatieBIOLABO. Voorbereiding in de klas
BIOLABO Voorbereiding in de klas INHOUD 1. Inleiding 2. Biodiversiteit in de schoolomgeving 2.1 materiaal 2.2 verloop 3. Biodiversiteit op aarde 3.1 materiaal 3.2 verloop 3.3 afsluiter 1. Inleiding Biolabo
Nadere informatieOntdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad
Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad Opdrachten voor de 3 de graad Wil je met je klas meer leren over vissen?
Nadere informatieLesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel
Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel
Nadere informatieDe bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011
De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma Ecotreffen 2011 1 To bee or not to bee? Bij enhotels.nl Blauwe ertsbij Maskerbij Zweefvlieg 2 Wespbij 2 Soorten bijen In Vlaanderen leven meer dan
Nadere informatieHet kiemen van zaden
Het kiemen van zaden Dit Werkblad is van... Bij deze opdrachten gaan we in een aantal weken het ontkiemen van zaden volgen. We hebben daarvoor bonen uitgekozen, omdat dit zaden zijn, waarbij de ontkieming
Nadere informatieDe meiklokjes, Hyacinten en Sleutelbloemen strijden tegen elkaar. Wie kan aan het einde van het spel het mooiste bloementapijt vormen?
Bloeiende bloemen 1 Leerdoel: De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillend ontdekken en op basis van minstens 1 criterium een eigen
Nadere informatie21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek
21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek Leeftijdsgroep Ongeveer 12-16 jaar Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 4: De leerlingen leren meten en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare
Nadere informatieOrganisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar
17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume
Nadere informatieHandleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Handleiding Naam opdracht De omgeving met andere ogen bekeken Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec zeer geschikt ongeschikt Benodigde materialen opdrachtenbladen pen
Nadere informatieBodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014
Bodem Bodemleven Composteren Bodemverzorging Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond. Bodem: leer je bodem kennen Bodemvoedselweb Composteren Bodem verbeteren en voeden
Nadere informatie1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.
1e klas BiNaSch slootwateronderzoek Deze reader is van: Klas:. Docent: Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas Waterkwaliteit In deze lessencyclus ga je naar de kwaliteit van het water van
Nadere informatieInstructieblad Aarde Activiteit 1.01: Grondsoorten
1. Wat ga je doen? Deze les gaat over grond en grondsoorten. Je gaat leren wat grondsoorten zijn, waar die in (de kop van) Noord-Holland te vinden zijn, wat het bijzondere aan deze grondsoorten is, en
Nadere informatieVeldwerkkist Bodem. docentenhandleiding
Veldwerkkist Bodem docentenhandleiding Uitg.: Amsterdams NME Centrum De veldwerkkist Bodem maakt onderdeel uit van een set van 7 kisten waarmee natuur-, milieu- en landschapsonderzoek gedaan kan worden.
Nadere informatiewerkbrief contractwerk
werkbrief contractwerk opdracht mag moet samenwerken? 1. over mensen, dieren en planten 30' 1-2-3 2. windkracht ' 1-2-3 3. geluid ' 1-2-3 4. licht ' 1-2-3 5. bodem ' 1-2-3 biotoopstudie : bos contractwerk
Nadere informatieAVONTURENPAKKET DE UITVINDERS
LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op
Nadere informatieZuurtegraad ph. Ammonium NH 4
Zuurtegraad ph Ammonium NH 4 + 1. Spoel het flesje met wit deksel met het te onderzoeken water en vul het daarna tot de 5ml-streep. 2. Voeg 3 druppels reagens 1 toe en schud. 3. Voeg 3 druppels reagens
Nadere informatieSpeurtocht in Wetland Passewaay
Speurtocht in Wetland Passewaay Naam:... School:... Groep:... Datum:... Informatieblad Wetland Passewaay Wetland Passewaay Sinds het voorjaar van 1996 is in de uiterwaarden van Tiel veel veranderd. Voor
Nadere informatieDoe- pad Watertorenweg
Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 1-2 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu in opdracht van gemeente Harderwijk. Wij hebben
Nadere informatie1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond 9 1.1 Bodem 9 1.2 Minerale bestanddelen 11 1.3 Organische bestanddelen 13 1.4 De verschillende grondsoorten 16 1.5 Afsluiting 17 2 Verzorging van de bodem 19 2.1
Nadere informatie2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Nadere informatieRivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen
Rivierenhof Ontdekkingstocht voor gezinnen t pech s e d e i k k a j T e lente ontdekt d INLEIDING TJAKKIE LENTE Tjakkie de specht voor gezinnen is een ontdekkingstocht met een bewegwijzerde route doorheen
Nadere informatieBOUW JE EIGEN WEERSTATION
BOUW JE EIGEN WEERSTATION Als je wilt weten wat voor weer het is, dan moet je de verschillende weerselementen kunnen meten. Met enkele heel gewone dingen kan je jouw eigen weerstation bouwen. De thermometer
Nadere informatieBODEMLEVEN, GROND & BEMESTING
BODEMLEVEN, GROND & BEMESTING Wat gaan we doen De bodem Bodemleven Voorstellen van verschillende groepen Wat doen deze beestjes in de bodem Goede bodemkwaliteit Regenwormen Petra van Vliet Blgg - Oosterbeek
Nadere informatieDocentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving
Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving Doelgroep: Groep 6,7 en 8 Leerstofgebied: Natuur en techniek Werkvorm: Buiten in groepjes van 3 leerlingen Duur: 45 minuten buiten + 30 minuten nabespreken in
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatieDe teelt van zonnebloemen
De teelt van zonnebloemen De zonnebloem heeft als wetenschappelijke naam: Helianthus annuus. Deze naam komt van de Griekse woorden voor zon (helios) en bloem (anthos). De plant behoort tot de grote familie
Nadere informatieKwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?
Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)
Nadere informatieHandleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Handleiding Naam opdracht Rupsen en andere insecten op bomen Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec zeer geschikt ongeschikt Benodigde materialen opdrachtblad pen en
Nadere informatie