NATUUR. Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NATUUR. Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland"

Transcriptie

1 NATUUR Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland natura

2 ATLAS VAN DE NATURA 2000 DUINGEBIEDEN VAN NOORD-HOLLAND Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus MD Haarlem Tel.: Fax: Eindredactie Provincie Noord-Holland Directie Beleid Sector Natuur, Recreatie en Landschap Redactie Ron van t Veer & Dorien Hoogeboom Auteurs Dorien Hoogeboom - inleiding, GIS analyse, fauna,habitattypen, projectcoördinatie Ron van t Veer - GIS analyse, habitattypen, tabellen Frank Visbeen - vogels Theo Baas - vogels Fotografie Koos Leek. Verbrande Pan (Bergen) - omslag Peter Melman, Linda Koopman, Onno Steendam, Do van Dijck, Foto Vilda, Ger Tik, Jan Rijnders Topografie Topografische Dienst Kadaster, Emmen Grafische verzorging Provincie Noord-Holland, MediaProductie Oplage 50 exemplaren Haarlem, december 2012

3 2 6 1 Inleiding NHOUD 6 Toponiemenkaart 13 Leeswijzer 15 2 Vogelrichtlijn 16 A017 Aalscholver 18 A021 Roerdomp 20 A034 Lepelaar 22 A041 Kolgans 24 A042 Dwerggans 26 A043 Grauwe gans 28 A045 Smient 30 A056 Slobeend 32 A183 Kleine mantelmeeuw 34 A275 Paapje 36 A277 Tapuit 38 3 Habitatrichtlijn 40 H1014 Nauwe korfslak 42 H1042 Gevlekte witsnuitlibel 44 H1903 Groenknolorchis 46 Zilte pionierbegroeiingen 46 H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) 48 H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) 50 H1330B Schorren en zilte graslanden (binnendijks) 52 Open duin en dwergstruwelen 52 H2110 Embryonale duinen 54 H2120 Witte duinen 56 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 60 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 64 H2130C Grijze duinen (heischraal) 66 H2140A Duinheiden met kraaihei (vochtig) 68 H2140B Duinheiden met kraaihei (droog) 70 H2150 Duinheiden met Struikhei 72 Duinvalleien en schraallanden 72 H2170 Kruipwilgstruwelen 76 H2190A Vochtige duinvalleien (open water) 80 H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 84 H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) 88 H2190D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten)

4 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 3 92 H6230 Heischrale graslanden 94 H6410 Blauwgraslanden 96 H7210 Galigaanmoerassen 98 Duinbeken INHOUD 98 H3260 Beken en rivieren met waterplanten (waterranonkels) 100 Doornstruwelen en duinbossen 100 H2160 Beken en rivieren met waterplanten 102 H2180A Duinbossen (droog) 106 H2180B Duinbossen (vochtig) 108 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) Verklarende woordenlijst Bronnen Literatuurlijst Register Bijlagen Geraadpleegde bronnen Kenmerkende soorten per habitat

5 4

6 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 5 DANKWOORD Deze atlas had niet tot stand kunnen komen zonder de medewerking van verschillende personen en organisaties. Het beschikbaar stellen van gegevens over vegetatie, vogels en macrofauna was essentieel voor de realisering van deze atlas. Daarvoor willen wij Waternet, Natuurmonumenten, het Zuidhollands Landschap, Provincie Zuid-Holland, PWN, Staatsbosbeheer en SOVON bedanken. Stichting Anemoon heeft gegevens en geleverd en de tekst opgesteld voor de Nauwe korfslak. Tevens zijn wij Koos Ballintijn (FLORON) en Jaco Diemeer (Vrienden van het Kennemerstrand) erkentelijk voor het aanleveren van gegevens en informatie. Jaco Diemeer heeft tijdens een veldbezoek de achtergrond en de ontwikkeling van het Kennemerstrand extra toegelicht. Bij een speciale bijeenkomst over habitattypen waren Dick Bal (ministerie van LNV) en John Janssen (Alterra) aanwezig om gezamenlijk met de betrokkenen knelpunten op te lossen en onduidelijkheden aangaande de vertaling naar habitattypen, te verhelderen. Tevens waren zij hulpvaardig om aanvullende informatie en advies te geven over habitattypenkaarten van specifieke gebieden. Hubert Kivit (PWN), Mark van Til (Waternet) en Hans Wondergem (Staatsbosbeheer) bedanken we speciaal omdat wederzijdse ondersteuning eveneens heeft bijgedragen aan het totstandkomen van de habitattypenkaarten. Nic Grandiek heeft het project begeleid vanuit de opdrachtgever. Het ontvangen van zijn advies heeft mede geleid tot de voltrekking van deze atlas. Voorts willen wij alle onderstaande deelnemers aan de bijeenkomsten bedanken voor het geven van commentaar en opmerkingen over de atlas. D. van Dijck (Landschap Noord-Holland) L. Geelen (Waternet) M. van der Heiden (Natuurmonumenten) A. van Hoofden (Provincie Zuid-Holland) H. Kivit (PWN) R. Leguijt (Landschap Noord-Holland) R. Luntz (Natuurmonumenten) E. Menkveld (Natuurmonumenten) C. Mostert (Provincie Zuid-Holland) B. Oosterbaan (Van der Goes en Groot) B. Sijtsma (Natuurmonumenten) A. Smit (Staatsbosbeheer) R. Slings (PWN) M. van Til (Waternet) H. Wondergem (Staatsbosbeheer)

7 6 INLEIDING

8 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 7 Bijzondere natuur in Noord-Holland De provincie Noord-Holland is ondanks de vrij grote mate van verstedelijking een provincie die zeer rijk is aan natuur. Tot de meest kenmerkende natuur behoren de duinen, duinvalleien en schorren, de brakke binnendijkse wateren, het veenweidegebied en de moeras- en heidegebieden rondom het Gooi. Deze bijzondere natuurgebieden herbergen een groot aantal bijzondere soorten en levensgemeenschappen. Verschillende van deze soorten en levensgemeenschappen hebben een zwaartepunt in de provincie Noord-Holland en zijn op Europese schaal bedreigd. De Nederlandse duinen zijn binnen Europa bijzonder omdat het een groot aaneengesloten gebied is met van oorsprong duinvalleien, en ongereptheid. Binnen het internationale natuurbeleid bezit Noord-Holland daarom een grote verantwoordelijkheid voor het behoud en beheer van deze zeldzame soorten en levensgemeenschappen. Bijzondere natuur is het behouden waard Elke soort, plant of dier, heeft zijn rol in een ecosysteem, bijvoorbeeld in schraalgrasland of heide. Als de samenstelling van soorten in een ecosysteem verandert, zoals door het verdwijnen van een soort, verandert de toestand van het ecosysteem en kan het uit balans raken. Daarom is het belangrijk om de biodiversiteit, de verscheidenheid aan soorten, te behouden. Een belangrijke stap om natuurlijke habitats en wilde flora en fauna goed te beschermen is het aanwijzen van gebieden. Europese lidstaten hebben dit geconcretiseerd door het aanwijzen van Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijngebieden. De Vogel- en Habitatrichtlijn richten zich zowel op de (directe) bescherming van soorten als op de instandhouding van hun leefgebieden. Aan de hand van de Vogel- en Habitatrichtlijn ontstaat zo een Europees netwerk van gebieden: de Natura 2000 gebieden. Elke lidstaat is verplicht de aangewezen gebieden te beschermen en de bodem-, lucht- en waterkwaliteit op orde te brengen. Natuurbescherming met een schaduwzijde? De aanwijzing van grote delen van de Noord-Hollandse natuurgebieden als Natura2000 gebied is op te vatten als een erkenning van de bijzondere natuurwaarde. Natuurorganisaties zijn dan ook enthousiast. Er is richting en duidelijkheid gegeven over de belangrijkste waarden en er is een juridisch kader om deze waarden te behouden, te ontwikkelen en te herstellen. Toch is de internationale waardering van natuurwaarden niet overal met gejuich ontvangen. Met de aanwijzing als Natura 2000 gebied, werd duidelijk dat ingewikkelde en mogelijk beperkende regels kon worden opgelegd aan bedrijven en particulieren. In de maatschappij ontstond het idee dat vanwege de strikte bescherming van de natuurwaarden, de omgeving in en rondom Natura2000 gebieden geheel op slot zouden gaan. Agrarische bedrijven die wilden uitbreiden kregen te maken met mogelijke beperkingen in hun bedrijfsvoering omdat ze in de buurt van een Habitatrichtlijngebied stonden. Omdat de regelgeving (vast gelegd in de Natuurbeschermingswet) uiterst complex is en op punten nog moet worden uitgewerkt riep de aanwijzing van de Natura2000 gebieden steeds meer weerstand op. Middels gerichte communicatie, doelgroepbijeenkomsten en een gerichte procesaanpak bij het schrijven van de Beheerplannen wordt gepoogd de negatieve sfeer en weerstand die is ontstaan rondom de bescherming van de Natura-2000 gebieden om te buigen naar een meer positieve grondhouding. Uitgangspunt daarbij is dat de Natura-2000 gebieden niet op slot gaan maar juist open staan om ze te beleven en van de waarden te genieten. Medegebruik is geen probleem mits ze niet ten koste gaan van de waarden van de gebieden. Ten tijde van het schrijven van de atlassen wordt er nog gewerkt aan het schrijven van de beheerplannen en een vergunningenkader voor stikstof. In de Beheerplannen worden de doelen die zijn vastgelegd voor de gebieden in de aanwijzingsbesluiten 1) in ruimte en tijd uitgewerkt. Per doel wordt aangegeven of er maatregelen nodig zijn voor behoud of uitbreiding. Daarnaast wordt het beheerplan gebruikt als vergunningskader. Bestaande activiteiten die geen invloed hebben op de natuurwaarden van de gebieden en zijn opgenomen in het beheerplan zijn vergunningvrij. Deze houdt namelijk eenvoudigweg in dat bijzondere natuur een duidelijke plaats in het beleid krijgt en het behouden waard is. Het vergunningenkader voor stikstof wordt landelijk uitgewerkt in de z.g. Programatische Aanpak Stikstof 2). Alle Noord-Hollandse duingebieden zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. Deze keuze is niet toevallig, de bijzondere natuur in de duinen vervult aanvullende functies, zoals recreatie, veiligheid en drinkwater. De natuurwaarden van de duingebieden kunnen alleen behouden blijven als ze beheerd worden. Daarom maken gemeenten, natuurorganisaties, agrarische bedrijven, burgers en particulieren zich samen sterk in het beheer en behoud van deze bijzondere gebieden. Doel en opzet van de atlas Deze atlas vormt een belangrijke basis voor het Beheerplannen voor de Noord-Hollandse duingebieden. nulsituatie Het is in eerste instantie beschrijft deze atlas de nulsituatie van de instandhoudingsdoelen. Waar liggen de specifieke habitats, waar broeden of fourageren de vogels? In welke 1) aspx?subj=digitaalinzien 2)

9 8 hoeveelheden en wat is de kwaliteit van de habitats? Met behulp van de overzichtskaarten en detailkaarten ontstaat een helder overzicht waar natuurwaarden wel en niet voorkomen. Op basis van deze informatie kan in het beheerplan worden aangegeven of er extra inspanningen noodzakelijk zijn om de doelen te halen. vergunningverlening Daarnaast vormt de atlas de leidraad/basis bij vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet Op basis van de kennis van het voorkomen van de aangewezen natuurwaarden kan beoordeeld worden of een vergunning kan worden afgegeven of op grond van significant negatieve invloed op de aanwezige natuurwaarden wordt geweigerd. ontwikkeling van de atlas De natuur staat nooit stil en is altijd in ontwikkeling. De afgelopen twintig jaar zijn er veel acties en programma s ontwikkeld die een positieve uitwerking hebben gehad op de natuurwaarden in Noord-Holland en Utrecht. Het inrichten van de EHS, het aanleggen van verbindingszones, de verbetering van de waterkwaliteit hebben in grote lijnen bijgekragen aan de verbetering van natuurwaarden. Daarnaast zijn er ook tal van nationale- en internationale ontwikkelingen die nog altijd een druk op de natuurwaarden (biodiversiteit) leggen. Denk alleen al aan de te hoge depositie van stikstof en de gevolgen die dat heeft voor de natuurlijke habitats. Maar ook de natuurlijke successie (van open water naar veenbos) en het gevoerde beheer maken dat natuur alles behalve statisch is. Dit geeft dat de natuurwaarden van gebieden aan veranderingen onderhevig zijn, soms positief en soms negatief. De veranderingen die plaatsvinden worden zo goed mogelijk bijgehouden door middel van monitoringsprogramma s en periodieke inventarisaties. Gestreeft wordt om de resultaten van dergelijke programma s mee te nemen in deze atlas en, indien dat nodig is, deze een keer per jaar te actualiseren. Om zo de ontwikkeling van de natura-2000 instandhoudingsdoelen actueel in beeld te houden. Daarmee wordt dit ook een levende atlas. Welke Natura 2000 duingebieden? De gebieden die in deze atlas zullen worden besproken zijn: Duinen Den Helder en Callantsoog Zwanenwater en Pettemerduinen Schoorlse duinen Noordhollands Duinreservaat Kennemerland-Zuid Duinlandschap (Foto: Johan Stuart)

10 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 9 VHR-gebied Overzicht van de Natura 2000 gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijn) in Noord-Holland (m.u.v. Duinen en Lage Land Texel, IJs-selmeer en Noordzeekustzone). Laag Holland (A.) en Naardermeer & Oostelijke Vechtplassen (B.) zijn eerdere deelpublicaties.

11 10 De Provincie Noord-Holland is geen voortouwnemer voor het opstellen van een beheerplan van de Natura 2000 gebieden Duinen en Lage Land Texel en Schoorl. Voor de overige Natura 2000 gebieden duingebieden in Noord- Holland is deze atlas gemaakt (zie Figuur 1). Zoals vermeld zijn de de Natura 2000 gebieden voortgekomen uit de Vogelrichtlijn en/of Habitatrichtlijn. Beide richtlijnen worden hierna beknopt behandeld. Korte toelichting op Vogel- en Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn richt zich op de bescherming van alle in het wild levende vogels. Om duidelijk te maken welke soorten echt belangrijk zijn, is een speciale lijst opgesteld van alle zeldzame en bedreigde vogelsoorten van Europa. Deze lijst staat bekend als Bijlage I van de Vogelrichtlijn. Voor de vogelsoorten die op deze lijst staan dienen beschermde gebieden te worden aangewezen. Bij de selectie van Vogelrichtlijngebieden wordt onderscheid gemaakt tussen kwalificerende soorten en begrenzingsoorten. Kwalificerende soorten zijn soorten uit Bijlage I van de VR en trekkende watervogels van artikel 4.2. Deze soorten dragen bij aan de aanwijzing van het gebied. Begrenzingssoorten spelen een rol in de begrenzing van het gebied. Vogelsoorten kunnen als broed vogel, niet-broedvogel of als beide relevant zijn voor een gebied. Dit onderscheid wordt meegewogen in de aanwijzing en begrenzing (zie ook tabel). Een gebied komt voor aanwijzing in aanmerking als het behoort tot een van de vijf belangrijkste gebieden van vogels van Bijlage I. Voor broedvogels van Bijlage I geldt dat 1% van de Nederlandse populatie in het gebied regelmatig aanwezig moet zijn, waarbij een ondergrens 2 broedparen is. Voor trekkende watervogels van Bijlage 1 geldt dat geregeld 0,1% van de biogeografische populatie in het gebied moet voorkomen, met een ondergrens van 5 individuen. Daarnaast worden voor trekkende watervogels die niet op Bijlage I voorkomen maar wel in art. 4.2, gebieden geselecteerd waar 1% van de biogeografische populatie geregeld aanwezig is. Een aanvullende voorwaarde voor de aanwijzing van een VR-gebied is, dat het tenminste uit 100 hectare aaneengesloten gebied met officiële natuurstatus moet bestaan. Voor de begrenzing van gebieden zijn iets andere criteria gehanteerd. Voor soorten van Bijlage I moet geregeld tenminste 1% van de Nederlandse broedpopulatie aanwezig zijn, 0,1% van de biogeografische populatie van trekkende watervogels en 1% van overige trekvogels die ook op de Nationale Rode Lijst vermeld staan. Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn richt zich op de bescherming van levensgemeenschappen (habitats) en bijzondere soorten. Bijzondere vogelsoorten staan echter niet op de lijst, want deze worden via de Vogelrichtlijn beschermd. Net als bij de Vogelrichtlijn zijn lijsten opgesteld met te beschermen dier- en plantensoorten (Bijlage II). Ook is er een lijst met te beschermen habitattypen opgesteld (Bijlage I). Voor de genoemde soorten en habitattypen dienen vervolgens gebieden aangewezen te worden die een hoge mate van bescherming kennen. Sommige habitattypen en soorten zijn prioritair. Nederland heeft daar speciale verantwoorde lijkheid voor, er is extra beschermings inspanning vereist. In de lijsten die door de Europese Commissie zijn opgesteld, staat vermeld wat het relatieve belang van de lidstaat binnen Europa is voor de instandhouding van een soort, en de staat van instandhouding van een soort. Het relatieve belang van Nederland binnen Europa voor habitattypen en soorten wordt in 3 categorieën verdeeld: zeer groot, groot en aanzienlijk. De staat van instandhouding van een soort kan gunstig, matig ongunstig of zeer ongunstig zijn. De relatieve bijdrage van een gebied aan de Nederlandse populatie, is in 3 klassen ingedeeld: geringe- (< 2%), gemiddelde- (2-15%) en grote relatieve bijdrage (>15%). De regels en voorschriften in de Vogel- en habitatrichtlijn zijn in 2005 vastgelegd in de Natuurbeschermingswet Alle vogel en habitatrichtlijngebieden zijn in de wet aangeduid als Natura-2000 gebieden. De atlas Voor elk Natura 2000 gebied worden natuurdoelen opgesteld die borg dienen te staan voor het behoud en het beheer van de te beschermen soorten en habitattypen. Deze doelen worden instandhoudingsdoelen genoemd. Ook kunnen voor een gebied zogenaamde complementaire doelen worden geformuleerd. Complementaire doelen zijn doelen voor Vogelrichtlijnsoorten in een Habitatrichtlijngebied, of andersom. Om beide typen doelen te kunnen formuleren is informatie nodig over het voorkomen van habitattypen en de relevante soorten. Ook is een inschatting nodig of een gebied een bijdrage levert of kan leveren aan de bescherming of het herstel van deze soorten en habitattypen. In de duinen komen tal van bijzondere soorten voor. Om het overzicht beperkt te houden wordt in deze atlas alleen ingezoomd op de soorten en levensgemeenschappen (habitattypen) die relevant zijn voor de Natura 2000 gebieden. In de atlas wordt op uniforme en gestandaardiseerde wijze een overzicht gegeven van soorten en levensgemeenschappen waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd en waarvoor geen instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd maar die wel in drempeloverschrijdende aantallen in het gebied voorkomen (zie Tabel 1.1 voor een overzicht). Beschermde dier- en plantensoorten in het kader van de Flora- en Faunawet zijn niet opgenomen. Soorten van de Habitatrichtlijn waarvoor alleen beschermingsmaatregelen en geen gebieden aangewezen hoeven te

12 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 11 worden, zijn eveneens niet opgenomen (zogenaamde Bijlage IV-soorten). Overzicht vegetatiegegevens t.b.v. habitattypenkaarten. De atlas wordt digitaal beschikbaar gesteld, en kan worden geraadpleegd via de website van Provincie Noord- Holland ( Kaarten en gegevens worden in de atlas periodiek geactualiseerd. Herkomst gegevens Vogels Gegevens over vogels zijn verkregen van SOVON en inventarisaties van terreinbeheerders en provincie Noord- Holland. De kaarten van broedvogels zijn gemaakt aan de hand van provinciale inventarisaties en inventarisaties van terreinbeheerders (Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Zuidhollands Landschap, PWN, Waternet). De gegevens dateren van 2000 tot Van niet-broedvogels zijn voor aantallen en trends rapporten van SOVON geraadpleegd. Tellingen komen uit de periode 1999 tot Habitatrichtlijnsoorten Gegevens van de Nauwe korfslak zijn afkomstig van Stichting Anemoon, evenals de teksten. Voor de verspreidingsgegevens van de Gevlekte witsnuitlibel is het Natuurloket en waarneming.nl geraadpleegd. Informatie over het voorkomen van de Groenknolorchis is verkregen uit inventarisaties van terreinbeheerders. Habitattypen Voor het in kaart brengen van habitattypen zijn vegetatiekarteringen van terreinbeheerders, lokale karteringen en provinciale inventarisaties gebruikt. Voor Natura 2000 dienen gegevens niet ouder te zijn dan 5 jaar. De meeste vegetatiekarteringen dateren uit de jaren 2000 tot In 2010 en 2011 zijn habitattypenkaretringen uitgevoerd om de habitattypenkaarten compleet gemaakt. Voor de vertaalslag van vegetatie naar habitattype is gebruik gemaakt van de Interpretation manual of European Union habitats en de interne vertaaltabel van LNV (september, 2008).

13 12 Tabel 1.1 Natura 2000 waarden 84. Duinen Den Helder en Callantsoog 85. Zwanenwater en Pettemerduinen 86. Schoorlse duinen 87. Noordhollands Duinreservaat 88. Kennemerland-Zuid 162. Abtskolk en de Putten Vogelrichtlijnsoorten A017 Aalscholver b A021 Roerdomp b A034 Lepelaar b k- A041 Kolgans nb A042 Dwerggans n k- A043 Grauwe gans nb A045 Smient nb A056 Slobeend n A183 Kleine mantelmeeuw b A275 Paapje b A277 Tapuit *b c c Habitattypen H1310B Zilte pionierbegroeiingen x H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) x H1330B Schorren en zilte graslanden (binnendijks) H2110 Embryonale duinen H2120 Witte duinen H2130A Grijze duinen (kalkrijk)* H2130B Grijze duinen (kalkarm)* H2130C Grijze duinen (heischraal)* H2140A Duinheiden met kraaihei (droog)* H2140B Duinheiden met kraaihei (vochtig)* H2150 Duinheiden met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2170 Kruipwilgstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180B Duinbossen (vochtig) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190A Vochtige duinvalleien (open water) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) H2190D Vochtige duinvalleien (hogere moerasplanten) H3260A Beken en rivieren met waterplanten (klimopwaterranonkel) H6230 Heischrale graslanden* H6410 Blauwgraslanden H7210 Galigaanmoerassen* Habitatrichtlijnsoorten H1014 Nauwe korfslak H1042 Gevlekte witsnuitlibel c c H1903 Groenknolorchis De tabel geeft een overzicht van de Vogelrichtlijnsoorten, habitattypen en Habitatrichtlijnsoorten waarvoor de betreffende gebieden zijn aangewezen. De hoofdletters bij habitattypen geven aan voor welke subtypen het gebied is aangewezen. =instandhoudingsdoel, =geen instandhoudingsdoel, wel voorkomend, X=instandhoudingsdoel, niet voorkomend, *= prioritair, b=broedvogel, n=niet-broedvogel, k=kwalificerend, c=complementair doel

14 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 13 Leeswijzer In de atlas wordt elke soort en habitattype afzonderlijk behandeld. Eerst komen Vogelrichtlijnsoorten aan bod, gevolgd door de Habitatrichtlijnsoorten en habitattypen. Bij de habitattypen wordt beknopt ingegaan op kenmerkende plantensoorten en planten gemeen schappen, in de Bijlagen zijn complete lijsten opgenomen met kenmerkende plantensoorten, typische soorten en indicerende plantengemeenschappen. Toelichting kaartinformatie De kaarten geven uitsluitend informatie over de Natura 2000 gebieden zelf. Waarnemingen die buiten de gebieden liggen zijn buiten beschouwing gelaten. Eveneens zijn buiten beschouwing gelaten, soorten of habitattypen waarvoor geen kernopgave geldt voor het Landschap Duinen waaronder de geselecteerde Natura 2000 gebieden vallen (zie het Doelendocument). Vogels Van broedvogels zijn de territoria in stippen op de kaart weergegeven. Van niet-broedende vogels, in dit geval Dwerggans en Slobeend, zijn de verspreidingsgegevens aanwezig in de vorm van een seizoensmaximum per Natura 2000 gebied. In de atlas worden kaarten getoond met stippen in de telgebieden. De grootte van de stip geeft aan waar de grootste concentraties zich bevinden. Daarnaast geven teksten en tabellen aanvullende uitleg over het voorkomen van deze soorten. In de tabel wordt informatie gegeven over de status van een soort, de instandhoudingsdoelen, aantallen en trends in dat gebied. Aan de hand van deze informatie wordt eventueel een opmerking toegevoegd met noemenswaardige conclusies over het gebied. Van sommige vogels zijn gegevens bekend over de trends in bepaalde Natura 2000 gebieden, deze zijn in de grafieken weergegeven. Macrofauna De kaart van de Nauwe korfslak is in kilometerhokken weergegeven. Deze soort komt waarschijnlijk veel meer verspreid voor dan nu bekend, ook kilometerhokken waarin verder onderzoek gewenst is, zijn afgebeeld. De verspreiding van de Gevlekte witsnuitlibel is in kilometerhokken afgebeeld. Dat geldt ook voor de Groenknolorchis. Noordduinen 2006 Jan Zijp (Foto: Jan Zijp)

15 14 Habitattypen De habitattypen en subtypen worden apart behandeld en zijn afzonderlijk in kaarten weergegeven. In de kaarten is geen onderscheid gemaakt tussen de mate van ontwikkeling (Goed of Matig). In de oppervlaktegrafieken is dit wel meegenomen. In de Bijlagen worden alle habitattypen tezamen in de kaart weergegeven. In sommige vlakken komen meerdere habitattypen voor, zogenaamde complexen. Een habitattype kwalificeert als het oppervlakte groter is dan 100 m 2. Wanneer kleinere oppervlakten functioneel samenhangen met voldoende oppervlak van het habitattype in naastgelegen vlakken, kwalificeert het ook. In de bijlagekaarten zijn alleen de dominante habitattypen afgebeeld, om de kaarten niet onnodig ingewikkeld te maken. Bij het berekenen van de totale oppervlakte van een habitattype worden deze oppervlakten vanzelfsprekend wel meegenomen. Het beoordelen van de staat van instandhouding van een habitattype op landelijk niveau vindt plaats aan de hand van vijf aspecten, waarvan de typische soorten er één is. Met deze soorten wordt, in aanvulling op de samenstellende vegetatietypen, de kwaliteit van het habitattype beoordeeld. Deze typische soorten zijn dus geen soorten die om zichzelf beschermd worden, dit in tegenstelling tot de soorten van bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn en soorten van de Vogelrichtlijn. In de teksten zijn de betreffende typische flora- en faunasoorten opgenomen in de paragraaf over Soorten, aangeduidt met (*), en Kwaliteit.

16 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 15 Vogelrichtlijnsoorten 2 A017 Aalscholver 16 A021 Roerdomp 18 A034 Lepelaar 20 A041 Kolgans 22 A042 Dwerggans 24 A043 Grauwe gans 26 A045 Smient 28 A056 Slobeend 30 A183 Kleine mantelmeeuw 32 A275 Paapje 34 A277 Tapuit 36

17 16 A017 - Aalscholver Vogelrichtlijn De Aalscholver is opgenomen in Bijlage 1 van de Vogel richtlijn. Alleen Natura 2000 gebied Zwanenwater & de Pettemerduinen is voor deze soort aangewezen. De Aalscholver is als broedvogel een begrenzings soort van dit gebied. Er wordt gestreefd naar het behoud van de omvang en kwaliteit van het leefgebied, zodat er draagkracht is voor een populatie van minstens 300 broedparen. Broedlocaties van Aalscholver in de Natura 2000 duingebieden in Broed- en foerageerbiotoop Aalscholvers broeden in kolonies in de buurt van grotere wateren. Zij gebruiken voor hun nesten nog levend hout van bomen als wilgen, elzen en populieren. Als er nauwelijks sprake is van predatie broeden ze ook wel op de grond. In dat geval gebruiken ze voor hun nesten meestal Riet. De broedkolonie is alleen van belang voor het broeden. Buiten het broedseizoen gebruiken Aalscholvers dijken, hoogspanningsmasten, dammen en zandplaten als rust- en slaapplaats. De grootte van een broedkolonie kan per locatie zeer uiteenlopen. In de buurt van belangrijke voedselgebieden, zoals het IJsselmeer, de Waddenzee of de Noordzee kunnen kolonies bestaan uit honderden tot duizenden Aalscholvers. In gebieden met minder grote wateroppervlakten, bijvoorbeeld langs de rivieren en plassen zijn kolonies aanzienlijk kleiner en bestaan uit tientallen dieren. Aalscholvers kunnen grote afstanden afleggen tussen de broedkolonie en het foerageergebied, soms wel 60 kilometer. Naarmate de afstand tussen broed- en foerageergebied groter wordt, neemt het energieverbruik van de vogels sterk toe. In jaren met een lage visproductie neemt het broedsucces dan ook aanzienlijk af omdat ze grotere afstanden af moeten leggen voor het zoeken naar voedsel. De Aalscholvers langs de kustzone foerageren voornamelijk op de Noordzee. Net als meeuwen lijken Aalscholvers ook gebruik te maken van visserijschepen. Daarbij vangen ze vermoedelijk door de netten opgejaagde vissen en teruggeplaatste bijvangst en foeragren ze niet op visafval. Vrijwel alle vissoorten kunnen tot een bepaalde maat worden gegeten. Tot de belangrijkste voedselbronnen voor op de kustzee foeragerende Aalscholvers, behoren platvissen en Zeespiering. De overvloed aan voedsel is erg gunstig. Wat in de kustzeezone wel een belemmerende factor is, in tegenstelling tot het IJsselmeer, is de waterdiepte. Omdat de Noordzee een essentieel foerageer- slaap-, en rustgebied is, is dit Vogelrichtlijngebied onder andere voor de Aalscholver aangewezen.

18 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 17 Aantallen 1400 Aalscholver De laatste jaren is het totaal aantal broedparen Aalscholvers in Nederland toegenomen. In de duinen zijn vanaf de jaren negentig op een aantal locaties langs de Noordzeekust kolonies ontstaan. De aantallen nemen in tegenstelling tot grote kolonies zoals het Naardermeer en t Ven bij Enkhuizen, waar sterke afname is vastgesteld, toe. In het Zwanenwater & Pettemerduinen werden in 2007 maar liefst 899 broedparen geteld. De aantallen broedparen in dit gebied nemen de laatste jaren rap toe. In het infiltratiegebied Castricum zijn in broedparen vastgesteld, hier is de afgelopen drie jaar een lichte daling in het aantal vastgesteld. In Amsterdamse Waterleidingduinen is ook een Aalscholverkolonie aanwezig. Deze kolonie bevindt zich sinds 1993 op het Renbaanveld, en breid zich met enkele broedparen ook uit buiten het Renbaanveld in het noordelijke infiltratiegebied (2010). De kolonie nam de eerste jaren toe, nu is de trend redelijk stabiel. In 2007 werden 388 broedparen geteld. De vogels uit de kolonies in de duinen foerageren voornamelijk op Noordzee. aantal broedparen Aantalsontwikkeling Aalschover in het Zwanenwater en Pettemerduinen (standaardfout te groot voor betrouwbare trendclassificatie). (Bron: Sovon en CBS) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing, incl. drempelwaarde* Instandhoudingsdoel (broedparen) Broedparen in 2007 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen begrenzingssoort Voldoet aan instandhoudingsdoel Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen, 700 bp geen Kennemerland-Zuid geen, 700 bp geen Abtskolk & de Putten geen *drempelwaarde waarvoor een gebied in aanmerking komt voor aanwijzing, 1% van de Nederlandse broedpopulatie (zie Inleiding)

19 18 A021 - Roerdomp Vogelrichtlijn Roerdomp is opgenomen in Bijlage 1 van de Vogel richtlijn. Als broedvogel is het een begrenzingssoort voor het Zwanenwater & Pettemerduinen. Voor dit gebied geldt een instandhoudingsdoel van behoud van omvang en kwaliteit van het gebied om draagkrachtig te zijn voor twee broedparen. Broedlocaties van Roerdomp in de Natura 2000 duingebieden de periode Broed- en foerageerbiotoop De Roerdomp heeft een voorkeur voor overjarige rietvegetaties van stilstaand ondiep water in halfopen tot open waterrijke landschappen. Het broedbiotoop is veelal 0,5 tot 5 ha groot, maar onder bijzondere omstandigheden kunnen ook kleine rietlandjes als broedgebied fungeren. Het nest wordt doorgaans gemaakt in nat overjarig rietland, waarin vaak een kniklaag (een laag van geknikte rietstengels) en een onderlaag van grote zeggen (oeverzegge) aanwezig is. Natte rietlanden behoren tot de meest optimale broedlocaties omdat ze slecht toegankelijk zijn voor predatoren. Niet ver van de broedplaats liggen de foerageergebieden die worden gevormd door rustige ondiepe wateren met een ruim aanbod rietoevers. Vooral wateren met een waterdiepte van cm zijn ideaal. Als foerageergebied is per broedpaar ongeveer m lengte aan oevers met nat rietland nodig. Ook plas-dras overgangen van grasland naar rietland en oevers van ondiepe petgaten zijn geschikt. Het voorkomen van zowel optimaal broedgebied als optimaal foerageergebied is de sleutelfactor voor het aantal territoria dat een gebied kan herbergen. Vooral percelen met afwisselend nat en droog overjarig rietland en hier en daar ondiepe plasjes of slootjes, vormen een ideaal biotoop. Verdroging van het broed- en/of foerageerbiotoop, of het jaarlijks maaien hiervan, leidt tot lagere broedaantallen of een afnemende broedpopulatie. Aantallen In het Zwanenwater & Pettemerduinen werd in het verleden niet of wisselend gebroed. De laatste jaren echter wordt er jaarlijks gebroed door Roerdompen. In 1995 werd het hoogste aantal Roerdompen geteld, namelijk 6 paar. In 2003 was dit aantal afgenomen tot 2 broedparen en in 2007 ging het om één broedpaar. Vanwege de landelijke zeer ongunstige staat van instandhouding, is een instandhoudingsdoel geformuleerd. Tevens vormt deze geïsoleerde populatie een schakel tussen de Zaanstreek en de Waddeneilanden.

20 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 19 De afgelopen jaren zijn ook op andere locaties in de duinen territorria van de Roerdomp vastgesteld, zoals in 2006 in het Noordhollands Duinreservaat. In 2002 is de Roerdomp weer voor het eerst broedend vastgesteld in de Amsterdamse Waterleidingduinen, en broedt er sinds 2005 jaarlijks (Kennemerland-Zuid). aantal broedparen Roerdomp Aantalsontwikkeling Roerdomp in het Zwanenwater en Pettemerduinen (standaardfout te groot voor betrouwbare trendclassificatie). (Bron: Sovon en CBS) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing, incl. drempelwaarde* Instandhoudingsdoel (broedparen) Broedparen in 2007 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen begrenzingssoort, 2 bp Voldoet niet aan instandhoudingsdoel Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen, 2 bp geen 0-0 +/- Opmerking: 2006 een broedpaar Kennemerland-Zuid geen, 2 bp geen 0-8** +/- Abtskolk & de Putten geen *drempelwaarde waarvoor een gebied in aanmerking komt voor aanwijzing, 1% van de Nederlandse broedpopulatie (zie Inleiding) ** 2009

21 20 A034 - Lepelaar Vogelrichtlijn De Lepelaar is opgenomen in Bijlage 1 van de Vogelrichtlijn. Als broedvogel is de soort kwalificerend voor het Zwanenwater en de Pettemerduinen. Dit Natura 2000 gebied is destijds aangewezen omdat het behoorde tot één van de vijf belangrijkste gebieden voor de Lepelaar van Nederland. Recent zijn de aantallen afgenomen en broeden steeds meer Lepelaars op de Waddeneilanden. Voorts heeft de soort als niet-broedvogel een rol gespeeld als begrenzingssoort voor hetzelfde Natura 2000 gebied. Omdat uit recente gegevens blijkt dat het Zwanenwater & Pettemerduinen van marginale betekenis is voor de Lepelaar als niet-broedvogels, is hiervoor geen instandhoudingsdoel geformuleerd. Locatie van de Lepelaarkolonie in de Natura 2000 kustduinen in Broed- en foerageerbiotoop De Lepelaar komt voor in dynamische milieus, zoals uitgestrekte moerassen met wisselende waterpeilen. In het voorjaar foerageren de vogels vooral in open zoetwatergebieden zoals ondiepe poldersloten, ondiepe oeverzones en moeras, waar een hoog voedselaanbod is van kleine vissen, als Driedoornige stekelbaars, en garnalen. Lepelaars van het Zwanenwater foerageren behalve in de omliggende polders, mogelijk ook op Balgzand. Het voedselgebied kan 40 kilometer van de broedkolonie liggen. De Lepelaar nestelt in kolonies in nat overjarig rietland met riet en lisdodde, waarin een grote ophoping van oude rietstengels aanwezig is. Deze dienen voor de ondergrond van het nest. Als nestplaats worden ook struiken gebruikt, zoals Vlier en Meidoorn. De laatste jaren is ook vastgesteld dat Lepelaars in bomen nestelen, onder andere in het oosten van Kennemerland-Zuid. Grotere wateren met veilige rustplaatsen en een goed voedselaanbod worden in het najaar opgezocht, zoals het Lauwersmeer en de Oostvaardersplassen. De Lepelaar is gebaat bij gebieden met een afwisseling van rietvegetaties en waterrijke terreinen. Aantallen In het Zwanenwater is het aantal broedende Lepelaars door predatie en vervuiling sterk achteruitgegaan. Het aanbrengen van electrische afrastering rondom het broedeiland, heeft de Vos geweerd. Tijdelijk heeft dit geleid tot een toename. De recente negatieve trend is waarschijnlijk het gevolg van de groeiende kolonie Aalscholvers. In 2002 betrof de populatie 75 dieren, in 2006 slechts 7. In 2007 nam het aantal broedparen weer iets toe, tot 19 broedparen. Het voorkomen van verstoring op de broedplaatsen door recreatie en predatie heeft een belangrijk negatief effect op het voortbestaan van de broedkolonie. Minstens even belangrijk is het foerageergebied, wat grotendeels buiten het Natura 2000 gebied ligt. Lepelaars uit het Zwanenwater foerageren onder andere in De Putten, wat behoort tot Natura 2000

22 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 21 Abtskolk & De Putten, in omliggende polders en mogelijk ook Balgzand. De algemene trend van Lepelaars vanaf 1990 is zeer positief. Het landelijke aantal broedparen in 2006 wordt geschat op 1875 waarvan het grootste deel in het Waddengebied (70%). aantal broedparen Lepelaar Aantalsontwikkeling van Lepelaar in het Zwanenwater en Pettemerduinen (standaardfout te groot voor betrouwbare trendclassificatie). (Bron: Sovon, 2005) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing, incl. drempelwaarde* Instandhoudingsdoel (broedparen) Broedparen in 2007 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen kwalificerende soort, 8 bp 70 bp instandhoudingsdoel wordt niet gehaald Schoorlse duinen Noordhollands Duinreservaat Kennemerland-Zuid Abtskolk & de Putten geen geen geen geen *drempelwaarde waarvoor een gebied in aanmerking komt voor aanwijzing, 1% van de Nederlandse broedpopulatie (zie Inleiding) ** 2009

23 22 A041 - Kolgans Vogelrichtlijn Voor de Kolgans is Abtskolk en de Putten aangewezen, waar bij het instandhoudingsdoel betrekking heeft op de Kolgans als niet-broedvogel. Omdat de landelijke staat van instandhouding gunstig is, is het voldoende om de omvang en kwaliteit van het leefgebied te handhaven. De kwaliteit en omvang van het leefgebied in Abtskolk en de Putten dient behouden te blijven zodat er draagkracht is voor een gemiddeld seizoensmaximum van 1000 vogels. Het instandhoudingsdoel is met name geformuleerd om de bescherming van de veel gelijkende Dwerggans te waarborgen. Relatieve aantalsuiding van Kolgans in de Natura 2000 kustuinen in de hoofdtelgebieden (in grijs en transparant weergegeven) in periode 99/00-03/04. Slaap- en foerageerbiotoop De foerageergebieden worden gevormd door grasland en akkerland met bijvoorbeeld aardappel, wintergraan, biet en koolzaad. Allerlei wateren kunnen dienst doen als slaapplaats, ook slapen de vogels in de foerageergebieden en op zand- en modderbanken. Soms liggen slaapplaatsen op enkele tientallen kilometers van het foerageergebied. De laatste jaren verblijven in de winter Kolganzen in ons land, afhankelijk van het broedsucces in de broedgebieden. Aantallen De Kolgans gebruikt het gebied vooral als foerageergebied. Aan het begin van het winterseizoen is de soort met name aanwezig in Polder Q en de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder. Aan het eind van de winter concentreert de populatie zich juist in Polder L.

24 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland Kolgans 400 gemiddeld aantal /91 91/92 92/93 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 Landelijke aantalsontwikkeling van Kolgans. (Bron: Sovon, 2005) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing Instandhoudingsdoel (Seizoensmaximum) Seizoensmaximum periode 07/08-08/09 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen geen Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen Kennemerland-Zuid geen Abtskolk & de Putten begrenzingssoort 1000

25 24 A042 - Dwerggans Vogelrichtlijn De Dwerggans is een soort van Bijlage 1 van de Vogel richtlijn en wordt meegewogen als niet-broedvogel. De soort is een kwalificerende soort voor Abtskolk & de Putten. In dit gebied bevindt zich s winters 21% van de landelijke winterpopulatie. De landelijke winterpopulatie bestaat uit 100 vogels (minimum aantal). De instandhoudingsdoelstelling is het behoud van omvang en kwaliteit van het leefgebied, zodat draagkracht is voor een populatie van 20 vogels (gemiddeld seizoens maximum). Dit instandhoudingsdoel geldt ook voor het Zwanenwater & Pettemerduinen. De Dwerggans in de Natura 2000 kustuinen in de hoofdtelgebieden (in grijs en transparant weergegeven) in periode 99/00-03/04. Slaap- en foerageerbiotoop De Dwergganzen die in Nederland overwinteren zijn afkomstig van een Zweeds herintroductie programma. Bijna alle vogels van dit programma overwinteren in Nederland, waardoor Nederland een grote internationale verantwoordelijkheid heeft. Dwergganzen foerageren s winters op gras. Ze komen vooral voor op structuurrijke graslanden, waarin genoeg voedingsstoffen aanwezig zijn. In het najaar bezoeken ze ook wel akkerlanden om daar op oogstresten te foerageren Aantallen Het aantal Dwergganzen is enorm afgenomen, namelijk 90 tot 95%. Dit had voornamelijk te maken met een afname aan broedbiotoop in Scandinavië en pleisterplaatsen in Hongarije. Bij het herintroductie programma van Zweden werden Brandganzen gebruikt om eieren uit te broeden. Het doel hiervan was dat Dwergganzen Brandganzen volgen naar overwinterings gebieden langs de Noordzeekust, in plaats van de voor Dwergganzen gebruikelijke trekroute richting oost-europa als Hongarije. In deze gebieden zijn Dwergganzen namelijk kwetsbaar door afname aan winterhabitat en jacht. Het programma lijkt geslaagd. Sindsdien worden langs de kust overwinterende Dwergganzen waargenomen. Tussen half oktober en half maart worden de meeste Dwergganzen geteld in Nederland. In het ganzenbeleid van LNV en de provincie overigens, is afschot op bepaalde soorten ganzen in sommige gebieden toegestaan, onder meer bij aantoonbare schade. Dit is onder andere toegestaan op de Kolgans. De Dwerggans loopt hierbij risico omdat deze soort gemakkelijk wordt verward met de Kolgans. Een van de pleisterplaatsen van de Dwerggans ligt in Abtskolk & de Putten en het Zwanenwater & Pettemerduinen. Abtskolk & de Putten worden als rust- en poetsplek gebruikt en het Zwanenwater & Pettemerduinen als slaapplaats. De Vereenigde Harger- en Pettemerpolder, Polder Q en Polder L behoort tot het vaste

26 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 25 foerageergebied. Het betreffen over het algemeen graslanden. In polder L worden in het najaar de akkerlanden geregeld bezocht. De Vereenigde Harger- en Pettemerpolder is het belangrijkste foerageergebied van januari tot maart. In Abtskolk & de Putten werd in de periode 1999/ /2004 een seizoensmaximum van twintig individuen vastgesteld en in de periode 2007/ /2009 een maximum van 66 individuen. seizoensmaximum Dwerggans Aantalsontwikkeling Dwerggans in Abtskolk en De Putten. (Bron: Sovon 2005) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing Instandhoudingsdoel (Seizoensmaximum) Seizoensmaximum periode 07/08-08/09 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen begrenzingssoort Voldoet aan instandhoudingsdoel Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen Kennemerland-Zuid geen Abtskolk & de Putten kwalificerende soort

27 26 A043 - Grauwe gans Vogelrichtlijn De Grauwe gans telt mee als niet-broedvogel. Alleen Abtskolk en de Putten is aangewezen voor de Grauwe gans, de overige duingebieden dragen niet bij aan de instandhouding. De landelijke staat van de Grauwe gans is gunstig, daarom is handhaving van de huidige stiuatie voldoende. Als instandhoudingsdoelstelling geldt het behouden van omvang en kwaliteit van het leefgebied met een draag kracht voor een populatie van 600 vogels (gemiddeld seizoensmaximum). Het gebied fungeert als foerageer gebied, en de instandhoudingsdoelstelling geldt niet voor een eventuele functie als broedgebied. Relatieve aantalsduiding van Grauwe gans in de Natura 2000 kustuinen in de hoofdtelgebieden (in grijs en transparant weergegeven) in periode 99/00-03/04. Slaap- en foerageerbiotoop Grauwe gans is in Nederland een broedvogel en wintergast. Grote concentraties verzamelen in de ruiperiode aan het eind van het voorjaar. Tijdens de ruiperiode wordt vooral op riet gefoerageerd, ervoor en erna ook wel op gras. In augustus concentreren trekkers zich in grootschalige landbouwgebieden. In oktober en november worden de grootste aantallen gezien. Er wordt vooral gefoerageerd op oogstresten en stoppelvelden. Slaapplaatsen van de Grauwe gans liggen vaak op enkele tientallen kilometers van de foerageergebieden, op zoet of zout water en zand- of modderbanken. Grauwe ganzen komen s winters vooral voor in agrarisch goed onderhouden graslanden met een matige tot intensieve bemesting. Ook wat ruigere graslanden worden door Grauwe gans s winters begraasd. Aantallen Abtskolk en de Putten fungeren vooral als foerageergebied voor de Grauwe gans. Naarmate het winterseizoen vordert verplaatst de populatie zich van Polder Q en de Vereenigde Harger- en Pettemerploder en Polder L.

28 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland Grauwegans gemiddeld aantal /91 91/92 92/93 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 Landelijke aantalsontwikkeling van Grauwe gans. (Bron: Sovon, 2005) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing Instandhoudingsdoel (Seizoensmaximum) Seizoensmaximum periode 07/08-08/09 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen geen Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen Kennemerland-Zuid geen Abtskolk & de Putten begrenzingssoort 600

29 28 A045 - Smient Vogelrichtlijn Voor de Smient is Abtskolk en de Putten aangewezen. In dit gebied dienen de omvang en kwaliteit van het leefgebied behouden te blijven, zodat er de draagkracht van 1600 vogels (gemiddeld seizoensmaximum) behouden blijft. Relatieve aantalsduiding van Kolgans in de hoofdtelgebieden (in grijs en transparant weergegeven) in periode 99/00-03/04. Slaap- en foerageerbiotoop De Smient is in Nederland vooral doortrekker- en wintergast met de hoogste concentraties van oktober tot maart. Vooral in zachte winters verblijven veel Smienten in Nederland. Natte veenweidegebieden met gras en ondiep water hebben de voorkeur. In het najaar foerageerden Smienten vroeger op zoutminnende planten, vooral in de duingebieden. Later in de winter vond er een verschuiving plaats naar de binnenlandse natte graslanden. Tegenwoordig kunnen Smienten al vanaf oktober massaal op de binnenlandse natte graslandgebieden foeragerend worden aangetroffen. De Smient foerageert hier zowel overdag als s nachts. Overdag worden rustplaatsen opgezocht in open water. In de rustige gebieden wordt ook overdag gefoerageerd. Rustplaatsen bevinden zich doorgaans binnen een straal van 10 á 15 kilometer van het foerageergebied. De soort foerageert s winters vooral in agrarisch goed onderhouden graslanden met een matige tot intensieve bemesting. Gebieden met rietlanden en moerasvegetatie zijn minder in trek als foerageergebied. Grote open wateren zijn belangrijke slaap- en rustplaatsen. Aantallen De Smient gebruikt Abtskolk en de Putten zowel als foerageer- en als rustgebied.

30 Atlas van de Natura 2000 duingebieden van Noord-Holland Provincie Noord-Holland 29 gemiddeld aantal Smient 91/92 92/93 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 Landelijke aantalsontwikkeling van Smient. (Bron: Sovon, 2005) Natura 2000 gebied Status binnen de aanwijzing Instandhoudingsdoel (Seizoensmaximum) Seizoensmaximum periode 07/08-08/09 Trend Instandhoudingsdoel Duinen Den Helder en Callantsoog geen Zwanenwater en Pettemerduinen geen Schoorlse duinen geen Noordhollands Duinreservaat geen Kennemerland-Zuid geen Abtskolk & de Putten begrenzingssoort 1600

31 30 A056 - Slobeend Vogelrichtlijn De Slobeend is als niet-broedende soort (watervogel) in het kader van artikel 4.2 van de Vogelrichtlijn aangewezen voor het gebied Zwanenwater & Pettemerduinen. Het instandhoudingsdoel luidt de omvang en de kwaliteit van het leefgebied te behouden, zodat een draagkracht is voor een seizoensmaximum van 90 vogels. Relatieve aantalsduiding van Slobeend in de Natura 2000 kustduinen in de hoofdtelgebieden (in grijs en transparant weergegeven) in periode 99/00-03/04. Slaap- en foerageerbiotoop Slobeend foerageert op dierlijk en plantaardig plankton dat met de speciaal gebouwde snavel uit het water wordt gefilterd. Daarom is de Slobeend gebonden aan ondiep water. Geschikte foerageergebieden worden gevormd door waterrijke polders.slobeenden hebben de voorkeur voor stille beschutte poldervaarten en beschutte plas-dras gebieden om te overnachten en te rusten. Hoewel de Slobeend als niet-broedvogel beschermd is volgens de Europese Vogelrichtlijn, broedt deze soort ook in Nederland. Met name in gebieden met een structuurrijk karakter en voldoende stilstaande eutrofe wateren met een goed ontwikkelde oever- of slootkantvegetatie. De soort broedt daar vooral in graslandgebieden en in kleinere aantallen in moerasgebieden. De Slobeend is vooral gebonden aan Laag Nederland. De hoogste aantallen Slobeenden worden in het najaar vastgesteld. Overwinteraars uit Scandinavië arriveren dan in Nederland, terwijl de broedvogels hier dan vertrekken naar het zuiden. Belangrijke gebieden zijn ondermeer het IJsselmeergebied en de Oostvaardersplassen. Tijdens vorst trekken Slobeenden zuidwaarts. Aantallen Slobeend komt verspreid voor in de betreffende Natura 2000 gebieden, met een zwaartepunt in het Zwanenwater. In het Zwanenwater is het gemiddelde seizoensmaximum 90 individuen (1999/ /2004). In andere delen van de vastelandsduinen van Noord- Holland komen kleine aantallen overwinterende slobeenden voor. In de Amsterdamse Waterleidingduinen werden in en in Slobeenden geteld.

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3000016 + NL9910002 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De resultaten

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura essentietabellen Leeswijzer Natura 2000- essentietabellen Leeswijzer Ministerie van LNV, juni 2009 Inleiding In diverse Natura 2000-documenten staat informatie over Natura 2000-doelen die sturend is voor het opstellen van beheerplannen.

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003057 + NL9802001 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013. Natura 2000-gebieden. Oktober 2009

Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013. Natura 2000-gebieden. Oktober 2009 Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013 Natura 2000-gebieden Oktober 2009 2 3 4 INLEIDING...7 1 INHOUD VAN DE ANALYSE...8 2 NATURA 2000-GEBIEDEN IN NOORD-HOLLAND...9 3 MOGELIJKE EFFECTEN OP HABITATTYPEN

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801080 Beschermd natuurmonument: Duinen bij Bergen BN Beheerder:

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid (Zie leeswijzer) Kenschets 088_gebiedendocument_Kennemerland-Zuid_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000012 Beschermd

Nadere informatie

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U kan dit document en voor de onderbouwing van depositie onder de drempelwaarde (0.05 mol/ha/j) in het kader van

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Programma publieke avond 26 januari 2012

Programma publieke avond 26 januari 2012 Informatie avond Beheerplan Natura2000 Ameland 26 januari 2012 1.Piet op t Hof 2.Sies Krap DLG Natura 2000 26 januari 2012 Programma publieke avond 26 januari 2012 1. Opening,Piet Dijkstra (DLG) 2. Presentatie

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Hoogvenen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801007 + NL9801007 Beschermd natuurmonument: -

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3000036 + NL9801063

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP 1 NATURA 2000 IN NIEUWKOOP Gebiedsanalyse Aanvulling en wijziging van gegevens in verband met de publicatie van het Ontwerpbesluit INCAconsult 16 september 2008 2 Aanvulling en wijziging van gegevens in

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802054 Beschermd natuurmonument: Oostvaardersplassen

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003058 + NL9802001 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 4 Duinen Terschelling

Natura 2000 gebied 4 Duinen Terschelling Natura 2000 gebied 4 Duinen Terschelling 004_gebiedendocument_Duinen Terschelling_maart 2007.doc (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site

Nadere informatie

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS projectnr. 249939 rev. 00 13 augustus 2012 auteur ir. M. Korthorst Opdrachtgever Blauwhoed Eurowoningen B.V. Piet Heinkade 201 1019 HC Amsterdam datum vrijgave beschrijving revisie 0.0 goedkeuring Vrijgave

Nadere informatie

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout)

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout) Hoofdzaken Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog Informatiebijeenkomst juni 2014 (handout) Informatieavond Natura 2000 Schiermonnikoog Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog 3 juni 2014 Programma van

Nadere informatie

Ontwerp-besluit Aanwijzing Abtskolk & De Putten Vogelrichtlijn

Ontwerp-besluit Aanwijzing Abtskolk & De Putten Vogelrichtlijn Ontwerp-besluit Aanwijzing Abtskolk & De Putten Vogelrichtlijn Kennisgeving van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Natuur, betreffende het ontwerp-besluit tot aanwijzing van

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802035/NL3009011/NL9902008 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Concept a Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de provincie

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel

Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003060 + NL9802001 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Aan het Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v. gebied 79 (Lepelaarplassen) Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Almere, 15 februari

Nadere informatie

Atlas Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer

Atlas Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer vogel- en NATUUR Atlas Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer ATLAS NATURA 2000 OOSTELIJKE VECHTPLASSEN EN NAARDERMEER Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.:

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Lepelaar (Platalea leucorodia) (A034) 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De lepelaar

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003062 + NL9802001 Beschermd

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-12-2-b Lepelaars - informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 38 tot en

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus 12.011 maart 2012 Gedeelte van het

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998., Kenmerken Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over

Nadere informatie

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland (Begrenzingen Programma Beheer) 6.080 ha begrensd waarvan: - 2.121 ha in de Zeevang - 2.497 ha in Waterland-oost - 1.462 ha in de Vechtstreek Gedeputeerde

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Dhr. J.G. Schuijt Grote Sloot 1 54 1 752 JP Sint Maartensbrug Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon Ir. M. Korthorst SHT/VT/OMG Doorkiesnummer 06 46806228

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijlage, Vergunningaanvraag Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten

Nadere informatie

PlanMER Bestemmingsplan Landelijk Gebied Gemeente Schagen Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998, artikel 19j

PlanMER Bestemmingsplan Landelijk Gebied Gemeente Schagen Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998, artikel 19j PlanMER Bestemmingsplan Landelijk Gebied Gemeente Schagen Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998, artikel 19j projectnr 243078 versie 1 6 november 2012 auteur Martijn Korthorst

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-015534 - gemeente Ede Activiteit : Verbreding

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 30 mei 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002095 - gemeente Ede Activiteit : sloop en bouw van nieuwe

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland.

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 6109 15 november 2016 Provincie Noord-Holland; Verordening Natura 0-gebieden Noord-Holland. Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Grote zilverreiger (Egretta

Nadere informatie

Duinen en Lage Land Texel

Duinen en Lage Land Texel Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 2 Duinen en Lage Land Texel innen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het

Nadere informatie

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: Niet in Bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogel zoals bedoeld in artikel 4. 2 van de Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000 relevant als broedvogel

Nadere informatie

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4 Gebiedsrapportage 20 Natura 2000 gebied nr. 4 Duinen Terschelling Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014232 - gemeente Apeldoorn Activiteit : faunabeheer

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014232 - gemeente Apeldoorn Activiteit : faunabeheer aan

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 92 Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske

Natura 2000 gebied 92 Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske Natura 2000 gebied 92 Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003023

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek

Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801079 + NL2000006 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijlage, Prioritair project Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen van

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus 40225 8004 DE Zwolle Middelburg, 17 oktober 2017 Onderwerp: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Krammer-Volkerak

Nadere informatie

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000?

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000? Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000? Gedeputeerde Staten van Noord-Holland maart 2008 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1. Doel van

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland. Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelezen de voordracht van

Nadere informatie

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN GANZEN IN NEDERLAND Nederland is met zijn laaggelegen graslanden, veel water en zachte winters een ideaal gebied voor vele ganzensoorten. Veel ganzen die Nederland aandoen zijn afkomstig uit het hoge noorden;

Nadere informatie

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx). U heeft op grond van artikel 2.7 van de Regeling natuurbescherming een melding ingediend voor uw initiatief. Deze bevestiging van uw melding is voor uw eigen administratie en toont aan dat de melding is

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT DUINEN VLIELAND

ONTWERPBESLUIT DUINEN VLIELAND ONTWERPBESLUIT DUINEN VLIELAND Gelet op artikel 3, eerste lid en artikel 4, vierde lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 123 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010 Nr. 150 BRIEF

Nadere informatie

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Unieke samenwerking resulteert in een reddingsplan 1. Een noodplan voor realisatie van grote karekieten hotspots Dankzij een unieke samenwerking tussen

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit grasland, braakliggend terrein en enkele bomen en struiken.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit grasland, braakliggend terrein en enkele bomen en struiken. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx). U heeft op grond van artikel 8 van de Regeling Programmatische aanpak stikstof een melding ingediend voor uw initiatief. Deze bevestiging van uw melding is voor uw eigen administratie en toont aan dat

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000005 + NL9902003 Beschermd

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort

Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Tennisvereniging Zandvoort 13.024

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Grevelingen

Natura 2000 gebied Grevelingen Natura 2000 gebied 115 - Grevelingen CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 115_gebiedendocument_Grevelingen_november 2007 Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen

Nadere informatie

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Het Kenniscentrum Weidevogels 1 heeft in 2008 het initiatief genomen in Noord-Holland het gehele weidevogelseizoen onderzoek te

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Natura 2000-gebieden

Achtergrondinformatie Natura 2000-gebieden BIJLAGE 1 Achtergrondinformatie Natura 2000-gebieden Toelichting op bijlage In deze bijlage per Natura 2000-gebied achtergrond informatie weergegeven die is gebruikt om de effectbeoordelingen te kunnen

Nadere informatie