Verslag van de activiteiten van het Fonds voor de analyse van aardolieproducten

Transcriptie

1 Verslag van de activiteiten van het Fonds voor de analyse van aardolieproducten 22 1

2 2

3 Inhoudstafel Activiteiten van Fapetro Resultaten van de monsternemingen De monsterneming 2.2. Resultaten van de analyses 2.3. Evaluatie van de resultaten 2.4. Resultaten van de analyses bij de pompen voor eigen gebruik 2.5. Bijkomende controles 3. Financiële balans van Ontvangsten van het Fonds 3.2. Uitgaven van het Fonds 4. Werkprogramma voor Bijlagen 3

4 1. Activiteiten van Fapetro in 22 De private pompen: van strategische beslissing naar praktische uitvoering Op 1 september 22 werd een nieuw hoofdstuk in het Fapetro logboek aangevat, met name de uitbreiding van de controleactiviteiten van het Fonds naar de private pompen. Aan deze nieuwe stap ging een voorbereiding vooraf die reeds aanving in 21 en die er in hoofdzaak uit bestond de pompen voor eigen gebruik op het Belgische grondgebied te lokaliseren en op te nemen in een databank. Voor de detectie van de private pompen werd vooreerst een beroep gedaan op de gegevens beschikbaar bij de diverse stads- en gemeentebesturen. De reacties bleken niet steeds even prompt en leverden ook niet altijd de adressen van de grote verbruikers, eerste doelgroep voor het Fonds, op. Na aanschrijving van verschillende consultancy firma s werd in april 22 een contract getekend met de firma Graydon. De overeenkomst met dit consultancy bedrijf verschafte Fapetro toegang tot een databank met alle geregistreerde transportbedrijven en alle taxi- en busvervoerdiensten in België. De drie bestanden samen leverden Fapetro meer dan 11. adressen op van grote verbruikers van motorbrandstoffen die mogelijk en zelfs waarschijnlijk in het bezit waren van een pomp voor eigen gebruik. Vermoedelijk bevat de databank van de private pompen momenteel 2% van het totale aantal pompen voor eigen gebruik. Het BTW register kan verdere adressen opleveren. In juni 22 startte het Fonds een rondvraag bij alle gedetecteerde potentiële bezitters van een private pomp teneinde het gegevensbestand te verbeteren en meer informatie te bekomen over de pompen. De kwaliteitscontrole op de private pompen werd dus gestart in september 22. Vandaag de dag worden dagelijks 1 stalen genomen bij private pompen. De praktijk wijst uit, dat er niet steeds iemand aanwezig is bij de pompen en dat ze zich soms op afgesloten terreinen bevinden. Om die redenen gebeurt de staalneming op een met de eigenaar afgesproken datum. Net als bij de publieke distributiepunten bestaat de monsterneming uit 3 stalen van elk drie liter aan elke pomp. De afgenomen hoeveelheden worden door het Fonds vergoed en gestort op het rekeningnummer van de eigenaar. 4

5 Gezien het feit, dat bij de private pompen vaak geen prijsaanduiding terug te vinden is, is de vergoeding per liter vastgesteld op de gemiddelde maximumprijs van de voorgaande week,25 euro. In de aanvangsfase worden de analysekosten van de labo s met slechte stalen ook door het Fonds gedragen. Wat dient te gebeuren met het slechte product moet nog worden uitgeklaard. Een verhoging van het kredietplafond Twee feiten, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van het Fonds naar de private pompen en de hogere laboratoriumkosten omwille van de inwerkingtreding van nieuwe Europese richtlijnen, verhogen de geschatte werkingskosten van Fapetro voor het jaar 22 tot euro. Op zich vormen de hogere uitgaven geen enkel probleem: het Fonds heeft het boekjaar 21 afgesloten met een reserve van euro. Bovendien verhoogt een ingediend koninklijk besluit (KB) tot wijziging van het KB van 8 februari 1995 de heffing van,25 euro / 1 liter naar,25 euro / 1 liter en breidt het de heffing uit naar gasolieverwarming. Evolutie inkomsten en uitgaven (in euro) Uitgaven Inkomsten 5

6 Aanvang 22 doet zich evenwel eenzelfde probleem voor als in 21: het Ministerie van Begroting kent een veel lager budget toe, met name euro. Ook nu weer dreigt Fapetro in een situatie terecht te komen waarbij facturen niet tijdig kunnen worden betaald en de goede werking van Fapetro in het gedrang kan komen. De situatie resulteert eind maart 22 in een schriftelijke vraag vanwege de Staatssecretaris voor Energie aan de Minister van Begroting om het kredietplafond te verhogen. In eerste instantie gaat deze laatste niet op het verzoek in: het KB tot verhoging van de heffing dient eerst gepubliceerd. Het KB tot wijziging van het KB van 8 februari 1995 tot vaststelling van de modaliteiten voor de werking van het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten wordt uiteindelijk ondertekend op 26 mei 22 en in het Belgisch Staatsblad van 19 juli 22 gepubliceerd. De goedkeuring van de verhoging van het kredietplafond wordt door de Minister van Begroting verleend op 5 september 22. Aangezien de wijziging van KB in werking treedt op de eerste dag van het eerste kwartaal na bekendmaking, betalen de aardolieverdelers een hogere bijdrage vanaf het vierde kwartaal 22, met een eerste verhoogde ontvangst in het eerste kwartaal 23. Verwelkoming van een nieuwe beroepsvereniging Op 5 februari 22 had de eerste vergadering plaats van het Beheerscomité van Fapetro met een vertegenwoordiger van de beroepsverenigingen van de vervoerders, en dit met het oog op de uitbreiding van de activiteiten van Fapetro tot de controle van de kwaliteit van de motorbrandstoffen bij de pompen voor eigen gebruik. In eerste instantie heeft de vertegenwoordiger van de beroepsverenigingen van vervoerders enkel het statuut van waarnemer. Later zal de vertegenwoordiger, mits een aanpassing van de statuten van Fapetro, een volwaardig lid worden. Tijdens de volgende vergadering van het Beheerscomité op 25 maart 23 zal een tweede vertegenwoordiger van de beroepsverenigingen van de vervoerders verwelkomd worden. Samenwerking met de Ondersteuningscel Minerale Olie Op vraag van de Administratie der Douane en Accijnzen op 1 oktober 22 heeft Fapetro samengewerkt met de Ondersteuningscel Minerale Olie (OCMO) van de Task Force Minerale Olie binnen het Ministerie van Financiën die een vergelijkende proef organiseerde m.b.t. de laboanalyses van illegaal gemengde olieproducten. 6

7 De proef bestaat hierin, dat de OCMO een aantal van dezelfde stalen geeft aan 3 verschillende laboratoria, met name het labo van Totalfina te Antwerpen, het Centraal Labo van Economische Zaken en het labo der Douane & Accijnzen, en dit met het doel de resultaten achteraf met elkaar te vergelijken. De stalen minerale olie werden door de OCMO zelf gemengd en in drie verdeeld. De juiste mengverhouding én de aard van de gemengde producten zijn de OCMO aldus op voorhand bekend. De opdracht voor de verschillende labo s is om zo exact en concreet mogelijk te bepalen welke producten werden gemengd én in welke verhoudingen. Tot op heden zijn de resultaten van deze vergelijkende test nog niet gekend. Nieuwe contracten en overeenkomsten Op 1 juli 22 werden de nieuwe contracten met de labo s ondertekend. Op de openbare aanbesteding van 6 juli 21, waarbij de analyses opgesplitst werden in 3 loten van 7 stalen per week, hebben slechts 3 labo s gereageerd die alle 1 offer per lot geboden hebben. De nieuwe contracten lopen van 1 juli 22 t.e.m. 3/6/23 en zijn verlengbaar met maximaal één jaar. Deze nieuwe overeenkomsten met de labo s hebben belangrijke meeruitgaven tot gevolg, o.m. door de uitbreiding van de bemonstering naar private pompen toe en in toepassing van de nieuwe Europese richtlijnen i.v.m. motorbrandstoffen. De nieuwe Europese richtlijnen vereisen de aanschaf van nieuwe, dure apparaten die de labo s willen afschrijven tijdens de looptijd van de contracten. Bovendien vereisen sommige nieuwe testen een langdurig toezicht. Op 23 december 22 werd een nieuwe resultaatsverbintenis tussen Fapetro en het Bestuur Economische Inspectie ondertekend. In analogie met de resultaatsverbintenis tussen Fapetro en het Centraal Laboratorium werd beslist dat Fapetro vanaf 1 januari 23 aan het Bestuur Economische Inspectie geen personeel of materiaal, maar in de plaats daarvan een vast bedrag ter beschikking zal stellen. Dit zal zo opgenomen worden in de begroting. De firma die belast was met de kwaliteitsbewaking van het toezichtsysteem ging op 23 augustus 22 failliet. Op 15 november 22 werd het contract voor de rest van de looptijd overgenomen door de maatschappij BE-Consult aan voor Fapetro iets gunstiger voorwaarden. 7

8 Nieuw bloed voor het Fonds Op 18 november 22 werd door Fapetro een expert aangeworven. In eerste instantie zal deze persoon de problemen betreffende de distillatie moeten aanpakken. Daarnaast moet de expert instaan voor het uittesten van de euromerker. Tevens moeten er nieuwe methodes uitgewerkt worden voor de meting van de aromatische producten. Tenslotte dient voor de dampspanning de zomer- en winterperiode herbekeken te worden. De meeste inbreuken betreffende de dampspanning zijn immers te wijten aan een mengeling van de zomer- en de winterkwaliteit. Aangezien dit probleem momenteel nog bestaat, werd op 21 november 22 beslist om voor de dampspanning toleranter te zijn en om de specificaties die zich voor de winterkwaliteit moeten situeren tussen 65 en 95 kpa uit te breiden tot 6-95 kpa. Op 1 augustus 22 werd een nieuwe chauffeur aangeworven in de hoedanigheid van contractueel geschoold arbeider met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur. En ook nog De aanpassing van het reglement van inwendige orde, waarbij alle bedragen nog enkel uitgedrukt worden in euros, werd ondertekend op 24 januari 22 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 22. Op 2 maart 22 werd het Ministerieel besluit betreffende de euromerker in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Vanaf 1 augustus 22 moet voldaan worden aan de voorwaarden van de euromerker, maar volgens de dienst Douane en Accijnzen mag men daarnaast nog vrijwillig furfurol bijvoegen teneinde de resterende voorraden furfurol te elimineren. 8

9 2. Resultaten van de monsternemingen 2.1. De monsterneming Teneinde de bemonstering optimaal te kunnen organiseren werd een register opgesteld van alle gekende benzinestations. Onderstaande tabel 1 geeft het aantal geopende stations per provincie. Tabel 1 Aantal stations per provincie op 1/1/23 PROVINCIES AANTAL PROCENTUEEL WEST-VLAANDEREN LIMBURG OOST-VLAANDEREN ANTWERPEN WAALS-BRABANT VLAAMS-BRABANT NAMEN HENEGOUWEN LUXEMBURG LUIK BRUSSEL ALGEMEEN TOTAAL De tendens van de voorbije jaren van minder verkooppunten zette zich ook in 22 door. Zo daalde het aantal stations van 4177 op 1/1/22 tot 3833 op 1/1/23, ofwel een daling met ongeveer 8,2% van het aantal verkooppunten in 22. Aantal verkooppunten in België op 1 januari

10 Hoofdoorzaak van het verdwijnen van vooral kleinere verdeelpunten is de strengere milieuwetgeving. De geografische ligging blijkt geen invloed te hebben op een sluiting van stations. Verwacht mag worden dat deze tendens zich in de toekomst nog verder zal doorzetten en dat opnieuw vooral de kleine en middelgrote benzinestations hiervan het slachtoffer zullen zijn. Er werden in monsters genomen aan diverse pompen bij de publieke distributiepunten. Het lager aantal monsters in 22 (9847 tegenover in 21) is te wijten aan het feit dat Fapetro op 1 september 22 begonnen is met de controle van de kwaliteit van de motorbrandstoffen bij de pompen voor eigen gebruik. Evolutie aantal stalen per jaar Aangezien de contracten met de diverse laboratoria voor de systematische analyses afgesloten waren voor 21 stalen per week in 3 loten van 7 monsters, diende het aantal staalnemingen bij de publieke pompen verminderd te worden. De plaats van monsterneming werd door loting bepaald. Zeven types brandstoffen worden geanalyseerd: - EURO 95 - SUPER + - SUPER + 5S - SUPER - SUPER 5S - GASOLIE - GASOLIE 5S 1

11 2.2. Resultaten van de analyses bij de publieke verdeelpunten Het pakket van 9847 stalen bestaat uit: stalen euro 95 ; stalen super+ waarvan 1598 stalen met stickersuper+ en 771 stalen met sticker super+ 5S; stalen super waarvan 879 stalen met sticker super en 276 stalen met sticker 5S; stalen gasolie waarvan 343 stalen met sticker gasolie en 1528 stalen gasolie met sticker 5S. De resultaten van de analyses tonen aan dat 536 (of 5,44%) van de onderzochte monsters niet voldeden aan de geldende reglementering. Dit is een verbetering t.o.v. het vorige jaar, maar nog niet zo goed als de periode , zoals blijkt uit tabel 2 en uit de hierna volgende grafiek. Tabel 2 Aandeel slechte stalen in het totale pakket Jaren Aantal genomen stalen Aantal slechte stalen Procentuele evolutie aandeel slechte stalen ,5 9,88 6,23 5,17 5,44 3,67 2,

12 Tabel 3 geeft een overzicht van de analyseresultaten. Brandstof Euro 95 Super + Super + 5S Super Super 5S Gasolie Gasolie 5S Tabel 3 Aandeel negatieve stalen in totale pakket per product in 22 Aantal genomen stalen Aantal stalen met negatieve resultaten % stalen met neg. Resultaten Totaal Opvallend bij deze tabel 3 is dat procentueel vooral de producten super 5S en gasolie in overtreding zijn. Het is tevens het tweede opeenvolgend jaar, dat het streefdoel van maximum 5% nietconforme stalen niet gehaald wordt. De hierna volgende grafiek geeft een overzicht van het percentage slechte analyseresultaten per kwartaal. Slechte analyseresultaten 22 per kwartaal ,8 6,23 5,7 4, e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt 12

13 Uit deze grafiek blijkt, dat vanaf het derde kwartaal 22 het aantal slechte analyses opnieuw daalt. De slechte resultaten in de eerste trimester waren hoofdzakelijk te wijten aan overtredingen i.v.m. het vlampunt bij de gasolie. In het tweede trimester betreffen de slechte analyses vooral de dampspanning bij de benzines, wat te wijten is aan de overgang van de winter- naar de zomerkwaliteit. De grafieken 1 tot 7, in bijlage aan het einde van het jaarverslag, geven een inzicht in de spreiding van de monsters over het jaar en over de verschillende merken. De grafieken 1 en 2 bevatten de verdeling van het aantal bemonsterde stations per maatschappij. Grafiek 1 bevat de resultaten van de merken van de zogenaamde grote maatschappijen of van de merken die door de zogenaamde grote maatschappijen gecontroleerd worden, terwijl grafiek 2 een samenvatting is van de resultaten van de analyses bij de kleine merken en de witte pompen. Uit grafiek 2 blijkt dat het merendeel van de kleine merken brandstoffen van goede tot uitstekende kwaliteit afleveren. Het algemeen beeld wordt evenwel negatief beïnvloed door de zogenaamde witte pompen (15 slechte analyses op 138 stalen of 1,12 %). 13

14 2.3. Evaluatie van de resultaten Het grote aantal geanalyseerde stalen laat toe een reeks algemene opmerkingen betreffende de kwaliteit van de benzine te formuleren: a) dichtheid : grafieken 8 tot 1 Men kan spreken van normale verdelingen. b) zwavelgehalte : grafieken 11 tot 13 De normen worden relatief goed nageleefd voor wat betreft het zwavelgehalte. Het is vooral bij de super met loodvervanger dat er problemen zijn. c) benzeengehalte : grafieken 14 tot 16 Hier zijn geen noemenswaardige problemen. d) dampspanning : grafieken 17 tot 19 Voor de eerste maal werden de grafieken opgesplitst naar zomer-, winter- en overgangsperiode. Uit de grafieken blijkt duidelijk, dat de meeste overtredingen gebeuren tijdens de zomerperiode. Er dient wel opgemerkt te worden, dat Fapetro op 18 november 22 beslist heeft om toleranter te zijn voor de dampspanning en om de specificaties die zich voor de winterperiode moeten situeren tussen 65 en 95 kpa uit te breiden tot 6 95 kpa. De inbreuken zijn hoofdzakelijk te wijten aan een mengeling van de zomer- en de winterkwaliteit. Dit is zeker het geval bij de benzine met loodvervanger, aangezien er weinig vraag is naar dit product en de brandstof dan ook langer in de tanks blijft zitten. Fapetro zal de winter- en zomerperiode herbekijken, alsmede de wijze waarop ze worden nageleefd. Er zal met de industrie gezocht worden op welke manier de zomerkwaliteit (vooral voor super en super plus) sneller in de stations kan gebracht worden. e) distillatie Er blijven een groot aantal overtredingen betreffende het eindpunt distillatie. Dit kan wijzen op de aanwezigheid van hoogkokende aromaten of zelfs op vermenging met diesel. 14

15 Superbenzine met loodvervanger Vanaf juli 22 werden de nieuwe contracten van kracht. Hierdoor was het mogelijk om lage waarden van zwavel te bepalen en een onderscheid te maken tussen superbenzine en superbenzine 5S. Er werden 879 stalen gecontroleerd van de superbenzine met loodvervanger, waarvan 47 stalen afwijkingen vertoonden. 4 monsters waren niet in orde met het octaangetal RON en 9 stalen waren in overtreding betreffende het octaangetal MON. 4 monsters waren niet in orde met de distillatie. Tevens waren er 46 overtredingen van de dampspanning. Daarnaast werden er 276 stalen superbenzine 5S genomen. Hiervan waren 22 monsters niet conform de normen. Het betreft hier 7 overtredingen van het octaangetal MON, 6 overtredingen betreffende de distillatie, 1 overtreding van het aromaatgehalte en 14 overtredingen betreffende de dampspanning. De grootste reden voor de overtredingen van de dampspanning is de te geringe verkoop van dit product. Het oude product blijft te lang in de tank, zodat de einddatums voor de zomer- en winterperiode niet kunnen gerespecteerd worden. In 23 zal dit product uit de markt gehaald worden. Er zal een uitzondering voorzien worden voor de oldtimers Loodvrije benzine 95 RON Er waren 56 slechte monsters op een totaal van 1752 stalen. 15 waren niet in orde betreffende de distillatie, 1 staal was niet reglementair wat betreft het octaangetal RON, 6 stalen wat betreft het octaangetal MON, 22 stalen waren slecht i.v.m. de dampspanning. Daarnaast waren er 22 overtredingen van het aromaatgehalte. Tenslotte was er 1 overtreding van de massadichtheid, het olefinengehalte, het loodgehalte en het zwavelgehalte Loodvrije benzine 98 RON Hier wordt eveneens sinds juli een onderscheid gemaakt tussen super + en super + 5S. Voor de super + waren er 71 slechte monsters op een totaal van 1598 stalen. Er waren 7 overtredingen i.v.m. de distillatie, 12 betreffende het octaangehalte RON, 23 betreffende het octaangehalte MON en 52 overtredingen van de dampspanning. Bij de super + 5 S waren er slechts 29 overtredingen op een totaal van 771 stalen. Het betrof de volgende overtredingen : - 8 betreffende de dampspanning; - 7 voor het octaangehalte RON; - 9 voor het octaangehalte MON; - 9 betreffende de distillatie; - 11 voor het aromaatgehalte; - 1 betreffende het gehalte aan ethers. 15

16 Voor de benzines kan opgemerkt worden dat momenteel de test voor het RON-gehalte in categorie 1 is (zie tabel in bijlage). Indien een product voor een bepaalde test van categorie 1 niet conform de normen is, wordt categorie 2 gecontroleerd. In deze categorie 2 wordt o.a. het octaangehalte MON getest. Meermaals blijkt het RON-gehalte in categorie 1 goed, maar is men in overtreding voor het MONgehalte, hetgeen er op wijst dat slechte producten opgeboost worden met additieven die het octaangehalte verbeteren. Men zou dan ook misschien beter in categorie 1 het RON-gehalte vervangen door het MON-gehalte Gasolie-diesel: Grafieken 2 tot 24 De meeste overtredingen hebben, zoals de voorgaande jaren, betrekking op de volgende twee kenmerken: de aanwezigheid van furfurol in gasolie-diesel; het vlampunt. Furfurol is een merker die men toevoegt aan de gasolie-verwarming, maar dat in geen geval in gasolie-diesel mag aangetroffen worden. De aanwezigheid van furfurol in gasolie-diesel kan verschillende oorzaken hebben, zoals het gebruik van dezelfde vrachtwagens voor het transport van verschillende producten en de aanwezigheid van residuele hoeveelheden van andere producten in de leidingen tijdens het leveren. De aanwezigheid van furfurol kan echter ook wijzen op een geval van fiscale fraude. Wanneer er furfurol in een staal aangetroffen wordt, wordt de Administratie van Douane en Accijnzen onmiddellijk verwittigd zodat zij ook eventueel tot een controle kunnen overgaan. Van de 311 slechte stalen gasolie-diesel waren er 96 die furfurol bevatten. Zoals reeds voorgaand opgemerkt werd op 1 augustus 22 overgeschakeld op de euromerker, maar was het nog toegestaan om vrijwillig furfurol bij te voegen teneinde de resterende voorraden furfurol te verbruiken. 16

17 Onderstaande tabel 4 geeft in detail de cijfers die gebruikt werden voor het opstellen van grafiek Tabel 4 Overzicht van het furfurolgehalte in gasolie Contaminatie in mg/l Aantal monsters Gasolie verwarming in gasolie voertuigen >=,1 1 l per 1 l >=,5 9 5 l per 1 l >=, l per 1 l >=, l per 1 l >=,2 2 2 l per 1 l >=, l per 1 l >=,4 7 4 l per 1 l Aantal overtredingen 96 Gewogen gemiddelde: 17,2l/1 l Er valt op te merken dat er drie afzonderlijke gebieden voor contaminatie zijn met furfurol, te weten : de eerste met 5 monsters, waarvan het furfurol gehalte lager ligt dan,1 mg/l, wat eventueel zou kunnen beschouwd worden als een onvrijwillige contaminatie door onzorgvuldige manipulatie; de tweede met een gemiddelde contaminatie van +/- 2 liter gasolie-verwarming per 1 liter gasolie-diesel. Deze contaminatie kan moeilijk nog als toevallig beschouwd worden en vormt een aanwijzing voor toevoeging van gasolie-verwarming. de derde met 2 monsters, waarvan de gemiddelde contaminatie hoger ligt dan 3 liter gasolie-verwarming per 1 liter gasolie-diesel. Deze contaminatie duidt op een moedwillige toevoeging van gasolie-verwarming. Het aantal overtredingen ligt iets hoger dan het voorgaande jaar (96 in 22 tegenover 9 in 21), maar de grootte van de overtreding is verkleind (gewogen gemiddelde van 17,2l/1l in 22 t.o.v. 19,5l/1l in 21). 17

18 Het vlampunt is de temperatuur vanaf dewelke een product (olie, benzine, diesel) dat geleidelijk verwarmd wordt voldoende dampen uitstoot om onder welbepaalde condities een ontvlambaar mengsel te vormen. Het vlampunt voor gasolie-diesel is minimaal 55 C. 171 analyses vertoonden vlampunten die lager waren dan deze norm tegenover 245 in 21. De gemiddelde waarde van de overtreding bedroeg 47,3 C. Dit te lage vlampunt is te wijten aan de aanwezigheid van andere petroleumproducten die vermengd zijn met gasolie-diesel, zoals benzine. Dit kan eventueel te wijten zijn aan de transportcontaminatie. Sommige vlampunten zijn evenwel zo laag dat het vermoeden bestaat dat deze producten gemengd zijn met derivaten of afvalproducten uit de petrochemische industrie. De frequentieverdeling van de dichtheid is normaal. Van 34 monsters was het zwavelgehalte te hoog (8 bij de gasolie en 26 bij de gasolie 5S). Tenslotte waren er 18 overtredingen voor het uitzicht, 11 overtredingen voor de distillatie, 3 voor de massa dichtheid, 1 voor de CFPP, 2 voor de cetaanindex, 1 voor het watergehalte en 1 voor het smerend vermogen. 18

19 2.4. Resultaten van de analyses bij de pompen voor eigen gebruik Sinds 1 september 22 werden er 627 stalen genomen bij de private pompen. Volgende types van brandstoffen werden geanalyseerd: - euro 95 - super + - super - gasolie - gasolie 5S Zoals te verwachten betreft het hier vooral monsters gasolie (568 van de 627 stalen). In tegenstelling tot de publieke verdeelpunten werden er dus geen monsters genomen van super + 5S en super 5S. Ook hier werd de plaats van monsterneming bepaald door loting. De onderstaande grafiek geeft een overzicht van de analyseresultaten Aantal stalen en aandeel niet conforme stalen private pompen in Euro 95 Super + Super Gasolie Gasolie 5S Slechte stalen Conforme stalen Opvallend hierbij is het groot percentage overtredingen bij de benzines. De meeste overtredingen betreffen hier de dampspanning. Identiek aan de super bij de publieke verdeelpunten is de hoofdoorzaak de beperkte roulatie van dit product, waardoor de winter- en de zomerperiode niet kan gerespecteerd worden. Vanaf volgend jaar is er een correcte regeling nodig om de dampspanning te respecteren. De raffinaderijen zullen vroeger moeten beginnen met de aanpassing van het raffinageproces. 19

20 De 4 negatieve analyses voor euro 95 betroffen 3 overtredingen van de damspanning en 1 overtreding van het benzeengehalte en de distillatie. De 6 slechte stalen voor super + waren allen niet conform de norm voor de dampspanning. Bovendien was 1 staal in overtreding voor de aromaten en het octaangehalte MON. Voor de super waren de slechte stalen eveneens allen in overtreding voor de dampspanning. Daarnaast was er 1 overtreding van het RON- en het MON-octaangehalte. Van de 568 geanalyseerde stalen gasolie bleken er 29 (of 5,11%) niet conform de normen. Volgende overtredingen werden geconstateerd: - 11 voor furfurol; - 8 voor het vlampunt; - 5 voor Cfpp; - 4 voor het uitzicht; - 4 voor het zwavelgehalte; - 2 voor de massadichtheid; - 1 voor het watergehalte; - 1 voor het cetaangetal; - 1 voor de distillatie. Meestal betrof het slechts lichte overtredingen dewelke vermoedelijk te wijten zijn aan een menging met gasolie verwarming. Slechts een paar maatschappijen hadden een zeer slecht product. Deze bedrijven zullen opnieuw bezocht worden. Alle bedrijven werden op de hoogte gebracht wanneer zij niet-conforme producten hadden. De voorlopige resultaten zijn dus verrassend laag en beter dan verwacht. Bij de publieke pompen was in de aanvangsfase 25% off-spec. De vrees dat de slechte producten afgeleid worden naar de pompen voor eigen gebruik blijkt voorlopig ongegrond. Er kan evenwel opgemerkt worden dat momenteel enkel personen en/of bedrijven zijn gecontroleerd die zich vrijwillig gemeld hebben. De echte fraudeurs zullen waarschijnlijk slechts gevonden worden wanneer de databank van Fapetro meer volledig zal zijn. 2

21 2.5 Bijkomende controles Wanneer er monsters met negatieve resultaten zijn, wordt er in de meeste gevallen overgegaan tot een tweede, en eventueel zelf derde, vierde... controle van dit product in het desbetreffende station. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de uitgevoerde bijkomende controles. Analyseresultaten bijkomende controles Euro 95 Super+ Super Gasolie Gasolie 5S Super 5S Super+ 5S Aantal stalen Negatieve stalen Aantal stalen Negatieve stalen Bij de bijkomende controles zijn nog steeds 14,65% van de stalen in overtreding. In 21 was dit 15,73%. Fapetro zal zich in de toekomst meer concentreren op deze recidivisten. Tabel 5 geeft een overzicht van de acties die in 22 door het Bestuur Economische Inspectie gevoerd werden. Tabel 5 Acties gevoerd door het Bestuur Economische Inspectie Behandeld Geklasseerd PV van Verzegeld Pro Justitia Klachten Dossiers in in 22 waarschuwing behandeling

22 Het aantal geopende dossiers is gedaald ten opzichte van 21 waarin 777 dossiers behandeld werden. Dit is te wijten aan het feit dat Fapetro sinds 1 september 22 gestart is met de controle van de kwaliteit van de motorbrandstoffen bij de pompen voor eigen gebruik. Deze controles hebben nog geen repressief karakter en worden dan ook niet meegedeeld aan het Bestuur Economische Inspectie waardoor de taak van dit Bestuur beperkt blijft tot de controle van de publieke verdeelpunten, ook genoemd pompstations. Alhoewel het aantal PVs van waarschuwing hierdoor gedaald is, 498 tegenover 612 in 21, is het aantal Pro Justitia hetzelfde gebleven, namelijk 79 tegenover 74 in 21. In 2 werd geen enkel Pro Justitia gemaakt tegen een grote maatschappij. In 21 daarentegen betroffen de meeste Pro Justitia grote maatschappijen. In 22 heeft men kunnen constateren dat er één maatschappij met een belangrijk netwerk van publieke verdeelpunten het onderwerp is geweest van 1 pro Justitia, maar dat de andere grote maatschappijen die in 21 geverbaliseerd werden, positief gereageerd hebben door de kwaliteit van hun motorbrandstoffen te verbeteren. Het Bestuur Economische Inspectie heeft, in tegenstelling tot 21 waarin het geen enkel station gesloten had, in 22 drie stations verzegeld als gevolg van dermate zware overtredingen betreffende de kwaliteit van de motorbrandstoffen dewelke in twee zaken zelfs geleid hebben tot pannes aan meerdere wagens. Het aantal behandelde klachten is in 22 gevoelig gestegen t.o.v. 21 (31 in 22 tegen slechts 14 in 21). Dit wijst op de vlotte samenwerking tussen het Bestuur Energie en het Bestuur Economische Inspectie voor de snelle en efficiënte aanpak van dergelijke klachten. 22

23 3. Financiële balans van Ontvangsten van het Fonds Geraamde en werkelijke ontvangsten Bij de oprichting van het Fonds baseerde men zich voor de ontvangstvooruitzichten op de statistische gegevens van de motorbrandstoffen die gedurende de laatste vijf jaar in verbruik werden gesteld. Die raming bedroeg liter per jaar, ofwel inkomsten van (21.. BEF) per kwartaal tegen een vergoeding van,25 (1 BEF) per 1. liter, ofwel (84.. BEF) per jaar. De vooruitzichten die werden uitgewerkt in samenwerking met het Ministerie van Financiën voorzagen een constante toename van de totale in verbruik gestelde motorbrandstoffen. Over een periode van 1 jaar, namelijk van 1998 tot 28, zien de gemiddelde ramingen er uit als volgt : Benzines Diesel Totaal Reële Cijfers <1997> Vooruitzichten Volgens deze cijfers zouden de ontvangsten van het Fonds tot in het jaar 28 dus met meer dan 1% moeten stijgen. De reële cijfers voor 1998 tot 22 tonen aan dat onze ramingen beneden de werkelijkheid lagen. Voor het jaar 22 hadden de ramingen betrekking op een totaal van liter, terwijl de reële cijfers die waren aangegeven bij de Administratie der Douane en Accijnzen een totaal weergeven van liter (Benzines: liter - Diesel: liter), hetzij een stijging met 8%. 23

24 Verplichte bijdrage die wordt betaald door de ondernemingen: Het voornemen om de verplichte bijdrage van,25 /1. liter te verminderen tot.25 /1. liter voor benzines en diesel wegverkeer is gerealiseerd met de publicatie van het koninklijk besluit (KB) van 16/11/99 in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2. Deze maatregel is dus van toepassing voor alle inverbruikstellingen van motorbrandstoffen vanaf het tweede kwartaal 2 die eind september 2 aan de ondernemingen gefactureerd zijn. In de loop van het boekjaar 22 is het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten overgegaan tot de wijziging van het koninklijk besluit dat de heffing van de bijdrage regelt om aldus te terug te keren naar de oorspronkelijke bijdrage van,25 /1. liter (KB van 26/5/22, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 19/7/22). Het toepassingsveld van deze heffing zal voortaan worden uitgebreid tot de benzines en tot diesel wegverkeer, alsook tot gasolie-verwarming. 24

25 Ontvangsten De ontvangsten die officieel aan het Rekenhof zijn overgemaakt, luiden als volgt: - Een eerste schijf van 15. euro in mei, - Een tweede schijf van 1. euro in oktober. - Totaal voor 22: 25. euro Globale balans sinds de oprichting van het Fonds Op 31 december 22 had het Fonds schuldvorderingen uitgeschreven voor een bedrag van euro (overdracht) euro = euro. Totaal ontvangen 1995 tot 22: (overdracht) = euro Ontvangsten van de benzinestations in overtreding Overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 februari 1995 is de administratie van het Fonds gestart met het terugvorderen van de kosten voor analyse en tegenanalyse bij de benzinestations die in overtreding waren: Tussen 1 juni 1998 en 31 december 22 heeft het Fonds aan de benzinestations een totaal bedrag gefactureerd van EUR (dit is inbegrepen in bovenvermeld totaal). Op 31 december 22 had het Fonds in totaal voor EUR kosten gerecupereerd bij de benzinestations; dit is 8% van de gefactureerde bedragen. 25

26 Niet ontvangen schuldvorderingen Overzicht ontvangsten t.o.v. nog te ontvangen schuldvorderingen in euro VASTGESTELDE RECHTEN ONTVANGSTEN NOG TE ONTVANGEN SCHULDVORDERINGEN Dit bedrag van is de som van : Nog te ontvangen schuldvorderingen in euro Facturen te ontvangen van de firma s die aangifte doen Facturen gestuurd naar benzinestations Facturen van het lopende kwartaal (3 de ) Facturen 4 de kwartaal 22 (schatting)

27 3.2. Uitgaven van het Fonds. De uitgaven van het Fonds kunnen in vijf categorieën worden onderverdeeld: Investering in duurzaam materieel: bestelwagens, informatica, G.S.M., Kosten voor bemonstering van motorbrandstoffen: aankoop recipiënten, zegels, brandstofonkosten bestelwagens, gebruiksonkosten bestelwagens, kosten G.S.M., Analysekosten van de laboratoria: analyses en tegenanalyses, kwaliteitscontrole (sedert 9/1997), Personeelskosten : wedden, overuren, Varia: verzekeringen, huur garage, aankoop klein kantoormateriaal,... De werkingskosten voor de werking van het Fonds bedroegen in de boekjaren van 1996 tot 22: ,32 27

28 De kosten worden onderverdeeld als volgt: TOTAAL CODE : RUBRIEK F-1 : AANKOOP MONSTERS 21.7, , , , , , , ,62 F-2 : ANALYSES LABO , , , , , , , ,66 F-3 : TEGENANALYSES 87.47, , , , , ,15, ,7 F-4 : KOSTEN AUTO 7.529, , ,5 1.2, , , , ,72 F-5 : KOSTEN AUTO 2.732, , , , , , , ,76 F-6 : HUUR GARAGES 327,22 656,92 28,12, 359,94,, 1.624,2 F-7 : VERZEKERINGEN 583, , , ,47 448, , , ,56 F-8 : PERSONEELSKOSTEN , , , , , , , ,4 F-9 : AANKOOP 53.83,94, , , ,53,, ,11 BESTELWAGENS F-1 : INFORMATICA , , , , , , , ,5 F-11 : 681, , , , , , , ,65 KANTOORMATERIEEL F-12 : MATERIEEL , , , , , , , ,18 F-13 : KLEINE 41,61 463, ,64 91, , , , ,82 UITGAVEN F-14 : AANKOOP GSM 5.431, ,81 743, , ,9 4.61, , ,14 F-15 : KOSTEN GSM 4.223, , , , , , , ,64 F-16 : FINANCIELE 93,75 451,19 3,64 4,66 49, , , ,22 LASTEN F-17 :, , , , , , , ,11 KWALITEITSCONTROL E F-18 : Controle PCB,,,, , ,22, 46.46,8 F-19 : MAT.,,,, , ,85, 19.35,7 LABORATORIUM F-2 : ZENDINGSKOSTEN,,,, 2.56,77 247,89 529, , , , , , , , , ,31 28

29 In 22 bedroegen de uitgaven van het Fonds in het totaal ,4. In vergelijking met het boekjaar 21 betekent dit een stijging met ,. Deze stijging is te wijten aan de hogere analysekosten van de labo s. De nieuwe overeenkomsten met de labo s die in voege traden op 1 juli 22, dienden te voldoen aan de nieuwe Europese richtlijnen in verband met motorbrandstoffen. De uitgaven voor de tegenanalyses, daarentegen, daalden tengevolge de resultaatsverbintenis met het Centraal Laboratorium van het Ministerie van Economische Zaken. De grafiek "kostenvergelijking 1996/22" geeft een beeld van de verschillende soorten kosten zoals voorgesteld in de ALGEMENE BOEKHOUDKUNDIGE BALANS in bijlage. 29

30 4. Werkprogramma voor 23 De nieuwe actiedomeinen Private pompen De databank van de pompen voor eigen gebruik dient verder uitgewerkt te worden. Daarnaast dient er een oplossing gevonden worden voor wat moet gebeuren met de slechte producten bij de private pompen. De eigenaars van de pompen voor eigen gebruik kunnen niet steeds, zoals voor de publieke pompen, terugvallen op hun leverancier. Momenteel geeft het Bestuur Economische Inspectie enkel een PV van waarschuwing, alhoewel nergens in de teksten een onderscheid gemaakt wordt tussen publieke en private pompen. Dit moet dus dringend aangepast worden, want het gaat hier anders om discriminatie. De Belgische Petroleum Federatie is trouwens voorstander van zo vlug mogelijk een gelijke behandeling te verkrijgen voor de publieke en private pompen en stelt voor om een datum te voorzien vanaf wanneer deze identieke behandeling in voege treedt. Het is wel zo, dat, wanneer Fapetro gestart is met de controle van de kwaliteit van de motorbrandstoffen bij de publieke pompen, er in het begin ook niet geverbaliseerd werd in geval van een slecht product. Er zijn dan ook voorstanders binnen de schoot van het Beheerscomité om dit systeem gedurende een bepaalde tijd toe te passen bij de private pompen. Een andere mogelijkheid is om bij een overtreding eerst een PV van waarschuwing te geven en bvb. na 3 maanden een nieuwe controle te doen. Indien het product dan nog niet conform de normen is, zijn de analysekosten, analoog aan de publieke pompen, ten laste van de verantwoordelijke van de pomp. Bij zware overtredingen kan eventueel ook de milieuambtenaar verwittigd worden. Uitbreiding actiedomein naar gasolie-verwarming Het Koninklijk besluit van 26 mei 22 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 8 februari 1995 tot vaststelling van de modaliteiten voor de werking van het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten voorziet ook een heffing voor de gasolie voor verwarming of huisbrandolie. Fapetro zal dan ook in 23 starten met de controle van de kwaliteit van deze producten. Er zal hiervoor een resultaatsverbintenis met de Dienst Metrologie opgesteld worden. Fapetro zal de Dienst Metrologie helpen met de controle van de temperatuurgecorrigeerde tellers bij de publieke verdeelpunten. De chauffeurs van Fapetro zullen hiervoor wel een bijkomende opleiding moeten krijgen. Als tegenprestatie zal de Dienst Metrologie monsters van de leveringen gasolie in bulk nemen. 3

31 Kredietplafond en juridische vorm Net als het voorgaande jaar dient een aanvraag ingediend te worden voor de verhoging van het kredietplafond van Fapetro. Zoals vorig jaar werd van de gevraagde 3.9. EUR voorlopig slechts 1.3. EUR aan Fapetro toegekend, hetgeen opnieuw kan leiden tot problemen voor het tijdig betalen van de facturen. Er zal nagegaan worden of het niet mogelijk is om een nieuwe juridische vorm voor Fapetro te vinden want het huidige systeem van kredietlijnen is onaanvaardbaar. De onafhankelijkheid en neutraliteit van Fapetro dienen wel gewaarborgd te blijven. Monsterneming Er dient een nieuwe openbare aanbesteding te gebeuren voor de levering van metalen recipiënten voor het vervoer en opslag van minerale oliën. De formulieren voor de staalnemingen zullen aangepast worden. Er zullen geen privégegevens van de chauffeurs meer op vermeld staan, want in het verleden zijn de chauffeurs thuis reeds lastig gevallen geweest. Analyse Er zal een studiegroep opgericht worden met vertegenwoordigers van de openbare macht, de labos en de petroleummaatschappijen voor het bestuderen van de preciesheid en de interpretatie van de resultaten van Fapetro. En dit meer bepaald wegens het belang van de maatregelen en de interpretatie van de tolerantie van de nieuwe en moeilijker te meten parameters (bvb. 1 ppm zwavel of % aromaten) met de zeer precies bepaalde waardelimieten. Rekening houdende met de verschillende accijnstarieven, naargelang het aromatengehalte, dient de huidige meetmethode voor aromaten die weinig betrouwbaar is, bestudeerd te worden. De aangeworven expert zal hiervoor verantwoordelijk zijn. Zoals reeds gemeld zal deze expert tevens het probleem van de distillatie onderzoeken en eveneens instaan voor het uittesten van de euromerker. Tenslotte zal zij voor de dampspanning de zomer- en winterperiode herbekijken. 31

32 Wanbetalers In 22 werd aan de Juridische Dienst van het Ministerie van Economische Zaken gevraagd om actie te ondernemen tegen de bedrijven die wanbetalers waren. De Juridische Dienst heeft hierop geantwoord dat zij het niet opportuun vond om juridische stappen te ondernemen voor de invordering van geringe aard, omdat de kosten van een procedure zouden oplopen tot een veelvoud van de gevorderde bedragen. Fapetro gaat hiermee niet akkoord omdat een dergelijke manier van handelen kan leiden tot een situatie waarbij ondernemingen van elkaar vernemen dat er in geval van wanbetaling, toch geen gerechtelijke vervolging komt, zodat het aantal gevallen van wanbetaling in de toekomst alleen maar zal toenemen. Fapetro zal dan ook bij de Juridische Dienst aandringen dat het noodzakelijk is om steeds tot een gerechtelijke vervolging over te gaan indien een ingebrekestelling geen succes oplevert. Eventueel kunnen meerdere gevallen samengebundeld worden om de kosten te drukken. Fapetro is trouwens bereid om de door de Juridische Dienst gemaakte kosten te vergoeden. Samenwerking met de administratie Douane & Accijnzen Fapetro zal samenwerken met de Administratie Douane & Accijnzen om een oplossing te vinden voor de opsporing van witgewassen gasolie verwarming in diesel wegvervoer. Materieel In 23 dient het wagenpark van Fapetro vernieuwd te worden. In het voorjaar zullen 2 nieuwe bestelwagens gekocht worden gevolgd door 2 andere in het najaar. Men zal trachten de huidige wagens door te verkopen. Door de uitbreiding van de taken van Fapetro is het noodzakelijk de bestelwagens uit te rusten met een GPS-timemonitoring systeem dat kan gekoppeld worden aan een planningsprogramma. Tevens moet er de mogelijkheid bestaan om een draagbare computer aan te sluiten op dit systeem om alle datasheets van de stations online bij te werken. Dergelijke set-up heeft volgende voordelen : tijdbesparend, zowel bij het maken van de planning als bij de steekproeven, tijdsduur berekening van de steekproeven = lager aantal overuren; meer steekproefgericht werken; kilometerbesparend, efficiëntere routing = verlaging van de reiskosten; verificatie van de gepresteerde uren; realtime weergave van de actuele positie en status; snellere en betere toewijzing van nieuwe opdrachten. 32

33 Een dergelijk systeem omvat dus 3 onderdelen, namelijk : planningsoftware communicatie navigatie. Al deze onderdelen dienen aan bepaalde eisen te voldoen. De routeplanner - moet kunnen draaien onder Windows NT, 2 of XP: - moet de meest efficiënte route geven tussen de gekozen stations; - moet communicatie toelaten met ons register US Access; - moet communicatie toelaten met het GPS-systeem. Voor de communicatie moet - GPS en Timemonitoring met elkaar kunnen communiceren; - de mogelijkheid bestaan tot aansluiting van een PC-portable = data-overdracht naar PC in bureau; - goede weergave van GPS zijn; - een goede dekking van België zijn; - data kunnen opslaan en ontvangen voor GPS. De navigatie tenslotte moet : - overzichtelijk zijn; - rekening houden met verkeerssituaties; - beschikken over meerdere talen; - veilig zijn. Momenteel zijn er voor wat betreft het GPS-systeem nog drie mogelijkheden, waarbij de hardware steeds dezelfde is. Wat de beste software is wordt nog onderzocht. Er bestaat één all-in-one systeem, maar dit is erg duur. Aangezien een doeltreffende planning én een controle op de chauffeurs noodzakelijk is, dient een tussenoplossing gevonden te worden. Daarnaast blijken palmcomputers beter geschikt dan laptops. Een industriële printer voor de PV s in elke bestelwagen is ook te prefereren voor de duurzaamheid. Tenslotte dienen alle wijzigingen (zoals uitbreiding van het Beheerscomité, verhoging van de heffingen, samenwerking met de Dienst Metrologie) opgenomen te worden in het huishoudelijk reglement van Fapetro. 33

34 Bijlagen aan het activiteitenverslag van het Fonds voor de Analyse van aardolieproducten 22 34

35 TABEL TESTEN PER CATEGORIE VOOR BENZINE Van jan t.e.m. juni Van juli t.e.m. dec. Categorie 1 Categorie 1 Uitzicht Uitzicht Dampspanning Dampspanning Octaangetal RON Octaangetal RON Massadichtheid Massadichtheid Distillatie Distillatie - bij 7 C - 5% overgedistilleerd bij - bij 1 C - 1% overgedistilleerd bij - bij 15 C - 2% overgedistilleerd bij - FBP - 3% overgedistilleerd bij - Residue - 4% overgedistilleerd bij VLI - index - 5% overgedistilleerd bij - 6% overgedistilleerd bij - 7% overgedistilleerd bij - 8% overgedistilleerd bij - 9% overgedistilleerd bij - 95% overgedistilleerd bij - bij 7 C - bij 1 C - bij 15 C - FBP - residu VLI-index Gehalte aan koolwaterstoffen - olefinen - aromaten Gehalte O2-houdende verb. - methanol - ethanol - isopropylalcohol - isobutylalcohol - tert. Butylalcohol - ethers (>= 5 C-atomen) - andere zuurstofverb. Categorie 2 Categorie 2 Zwavelgehalte Zwavelgehalte Benzeengehalte Benzeengehalte Octaangetal MON Octaangetal MON Oxidatiestabiliteit Categorie 3 Categorie 3 Koperkorrosie 3/5 Koperkorrosie 3/5 Aanwezige gom Aanwezige gom Loodgehalte Loodgehalte

36 TABEL TESTEN PER CATEGORIE VOOR DIESEL Van jan t.e.m. juni Van juli t.e.m. dec. Categorie 1 Categorie 1 Uitzicht Uitzicht Massadichtheid Massadichtheid Distillatie Distillatie - beginpunt - beginpunt - bij 25 C - bij 25 C - bij 35 C - bij 35 C - 95% (V/V) - 5% overgedistilleerd bij Zwavelgehalte - 1% overgedistilleerd bij CFPP - 2% overgedistilleerd bij Kleurstof - 3% overgedistilleerd bij Vlampunt - 4% overgedistilleerd bij Cetaanindex - 5% overgedistilleerd bij - 6% overgedistilleerd bij - 7% overgedistilleerd bij - 8% overgedistilleerd bij - 9% overgedistilleerd bij - 95% overgedistilleerd bij Zwavelgehalte CFPP Kleurstof Vlampunt Cetaanindex Aromaten Categorie 2 Categorie 2 Watergehalte Watergehalte Sedimentgehalte Sedimentgehalte Smerend vermogen Categorie 3 Categorie 3 Kopercorrosie 3/5 Kopercorrosie 3/5 Asgehalte Asgehalte Viscositeit bij 4 C Viscositeit bij 4 C Conradson 1% Conradson 1% Oxidatie

37 OVERZICHT KOSTEN FAPETRO CODE : RUBRIEK TOTAAL F-1 : Aankoop Stalen 21.7, , , , , , , ,62 F-2 : Analyses Labo , , , , , , , ,66 F-3 : Tegenanalyses Labo 87.47, , , , , ,15, ,7 F-4 : Brandstof & kosten Voertuigen 7.529, , ,5 1.2, , , , ,72 F-5 : Onderhoudskosten Voertuigen 2.732, , , , , , , ,76 F-6 : Huur Garages 327,22 656,92 28,12, 359,94,, 1.624,2 F-7 : Verzekeringen 583, , , ,47 448, , , ,56 F-8 : Personeelskosten , , , , , , , ,4 F-9 : Aankoop Voertuigen 53.83,94, , , ,53,, ,11 F-1 : Informaticamateriaal , , , , , , , ,5 F-11 : Kantoorbenodigdheden 681, , , , , , , ,65 F-12 : Materiaal (jerrycans, zegels) , , , , , , , ,18 F-13 : Kleine Uitgaven 41,61 463, ,64 91, , , , ,82 F-14 : GSM Aankopen 5.431, ,81 743, , ,9 4.61, , ,14 F-15 : GSM Kosten 4.223, , , , , , , ,64 F-16 : Bedrijfskosten 93,75 451,19 3,64 4,66 49, , , ,22 F-17 : Kwaliteitscontrole, , , , , , , ,11 F-18 : Bedrijfsverliezen,,,, , ,22, 46.46,8 F-19 : Contract Furfurol,,,, , ,85, 19.35,7 F-2 : Kosten Buitenlandse Zendingen,,,, 2.56,77 247,89 529, , , , , , , , , ,31

38 Tabel van de uitgaven van FAPETRO - Tableau des dépenses du FAPETRO 2.5., 2.., 1.5., 1.., 5.,, TOTAAL INVESTISSEMENTS: camionnettes, informatique, meuble , , , , , , , ,45 INVESTERINGEN : bestelwagens, informatica, meubelen LABORATOIRES: analyses, contre-analyses, contrôle PC 34.35, , , , , , , ,81 LABORATORIA : analyses, tegenanalyses, PCB-contrôle CONTRÔLE DE LA QUALITE: frais labos, frais société co, , , , , , , ,11 TOEZICHT OP DE KWALITEIT: kosten labos, kosten maatschap. PERSONNEL: salaires, indemnités , , , , , , , ,4 PERSONEEL : wedden, vergoedingen ECHANTILLONNAGE: échantillons, récipients, scellés , ,2 67.4, , , , , ,8 BEMONSTERING : monsters, recipiënten, zegels CAMIONNETTES: entretien + carburant , , , , , , , ,24 BESTELWAGENS : onderhoud + motorbrandstof DIVERS: frais bureau, frais gsm, divers 5.399, , , , , , , ,86 DIVERSEN : bureaukosten, gsm-kosten, diversen TOTAL , , , , , , , ,31 contrôle , , , , , , , ,31