In deze bijdrage worden de belangrijkste resultaten uit de literatuurstudie gepresenteerd.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In deze bijdrage worden de belangrijkste resultaten uit de literatuurstudie gepresenteerd."

Transcriptie

1 De impact van een (echt)scheiding op kinderen en ex-partners Christine Van Peer Het thema echtscheiding draagt al geruime tijd de belangstelling van onze beleidsmensen weg, en dit niet in het minst van de Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge Vervotte. In het voorjaar van 2005 vroeg zij het toenmalige Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies (CBGS) om te onderzoeken hoe kinderen een echtscheiding van de ouders beleven, en welke impact een echtscheiding op het verdere leven van kinderen kan hebben. Een geheel terechte vraag, toen uit een analyse van Rijksregistergegevens door Edith Lodewijckx immers bleek dat naar schatting 20 à 25% van de kinderen in Vlaanderen ooit een scheiding of echtscheiding van de ouders meemaakt. Vanzelfsprekend dus dat een dergelijke grote (en groeiende) groep kinderen de aandacht van onze beleidsmakers verdient. Binnen het CBGS werd een onderzoekteam opgericht, bestaande uit junior én senior onderzoekers uit diverse disciplines: Joost Bronselaer, Valérie Carrette, Kim Craeynest, Benedicte de Koker, Marjolijn Plompen, Martine Corijn en Christine Van Peer vormden samen het team Echtscheiding 1. De onderzoeksgroep oordeelde in eerste instantie dat het nuttig zou zijn om alle bestaande wetenschappelijke bevindingen inzake de impact van een scheiding te inventariseren en te synthetiseren. Het team was daarbij van oordeel dat naast het Vlaams-(Belgisch) onderzoek ook het buitenlands onderzoek onder de loep moest worden genomen. De redenering daarbij was: of het nu om Amerikaanse, Britse of Vlaamse kinderen gaat, de impact van een breuk tussen de ouders op hun leefwereld vertoont hoedanook universele facetten. Het onderzoeksteam was ook van mening dat de ex-partners, de volwassenen, de ouders van de kinderen, niet uit het beeld mochten blijven. De manier waarop ex-partners en ouders een echtscheiding afhandelen is namelijk rechtstreeks gelieerd aan de impact van diezelfde scheiding voor het kind/de kinderen in het gezin. Al vlug bleek dat er een overvloed aan onderzoeksmateriaal bestond over de impact van een scheiding op het leven van alle betrokkenen. Het resultaat van het teamwerk is dan ook een lijvige literatuurstudie: deze studie verscheen in januari 2007 De impact van een (echt)scheiding op kinderen en ex-partners, Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2007/1. Voor een meer uitgebreid overzicht en voor een duiding van het begrippenkader dat we hanteren, verwijzen we naar de publikatie In deze bijdrage worden de belangrijkste resultaten uit de literatuurstudie gepresenteerd. De doorgenomen literatuur situeert zich tussen 1995 en Ook voor een beschrijving van de methode van literatuurverzameling verwijzen we naar de vernoemde SVR-studie. 1. De impact van een (echt)scheiding op kinderen : welke invloeden ondergaan kinderen die een ouderlijke scheiding meemaken? Het welzijn van kinderen na een scheiding ondergaat invloeden op verschillende levensdomeinen: hun psychologisch welbevinden, mogelijke gedragsproblemen, hun presteren en functioneren op school, de nieuwe gezinsstructuren waarin kinderen terecht komen en de sociale relaties die 1 Sedert april 2006 is tengevolge van de algemene bestuurlijke reorganisatie van de Vlaamse overheid (BBB) de CBGS-expertise verdeeld over de Studiedienst van de Vlaamse Regering en het Kenniscentrum in het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De onderzoekers van het team Echtscheiding werkten nadien verder samen vanuit de twee nieuwe entiteiten: Joost Bronselaer, Valérie Carrette en Kim Craeynest vanuit het Kenniscentrum WVG, Martine Corijn en Christine Van Peer vanuit de Studiedienst van de Vlaamse Regering. Een aantal lopende subonderzoeken verdween evenwel tengevolge van de transitie, o.m. een doorlichting van echtscheidingsvonnissen in samenwerking met de rechtbanken, en een Delphi-onderzoek met interviews met bevoorrechte getuigen over onder meer het spanningsveld tussen welzijnswerk en justitie.

2 kinderen aangaan, verliezen of behouden, binnen en buiten het nieuwe gezin. We schetsen hieronder de krachtlijnen uit het onderzoek tot op heden. Een lager psychologisch welbevinden In vergelijking met kinderen die in een traditioneel gezin opgroeiden, hebben kinderen die een ouderlijke scheiding meemaakten meer kans op een lager psychologisch welbevinden in de kinderjaren, in de adolescentie en in de (jong)volwassenheid. Kinderen die een scheiding meemaakten hebben meer kans op depressie- en angstsymptomen; dit blijkt ook uit Vlaams onderzoek: dubbel zoveel kinderen in éénoudergezinnen (10%) rapporteren heel vaak tot altijd depressieve gevoelens te hebben in vergelijking met kinderen die bij beide ouders wonen (5%) (Kind en Jongerenonderzoek CBGS, 2000). Kinderen die een scheiding meemaakten hebben vaker een lager gevoel van eigenwaarde en een minder positief zelfbeeld. Ze lopen een verhoogd risico op emotionele problemen en suïcidale gedachten/gedrag. Wat dit laatste betreft, is het niet zozeer de ouderlijke scheiding op zich, maar de gelijktijdige aanwezigheid van risicovolle gezins-, sociale, persoonlijkheids- en gezondheidsfactoren die leidt tot een verhoogde kans op suïcidaal gedrag. Gedragsproblemen, delinquent en antisociaal gedrag De onderzoeksresultaten wijzen uit dat kinderen die een scheiding meemaakten, meer kans hebben om gedragsproblemen, delinquent, antisociaal en agressief gedrag te vertonen. Kinderen uit éénoudergezinnen plegen meer delicten en komen vaker in aanraking met de politie. Voor sommige gedragsproblemen is er echter een zwakke of geen relatie tussen gezinsstructuur en probleemgedrag. Dit wijst erop dat andere factoren aan het werk zijn, soms zelfs al aanwezig vóór de scheiding. Er is longitudinaal onderzoek dat uitwijst dat sommige gedragsproblemen bij kinderen reeds vóór de ouderlijke scheiding aanwezig zijn: kinderen die op ouderlijke scheiding afstevenen waren al meer agressief, meer ongehoorzaam, kenden een hoger druggebruik, meer psychologische problemen en slaapproblemen. Dit problematische gedrag van kinderen in preechtscheidingsgezinnen zijn wordt dan toegeschreven aan meer gezinsconflicten, meer middelenmisbruik bij de ouders, meer fysiek en emotioneel misbruik en een lagere ouderlijke betrokkenheid. Maar er is ook onderzoek dat vindt dat gedragsproblemen zelf van de kinderen het gezin verder onder druk kunnen plaatsen en op termijn doen uitlopen op een scheiding. Er is onderzoek dat gedragsproblemen vaststelt bij zowel jongens als meisjes, maar over het algemeen worden bij jongens meer gedragsproblemen en delinquent gedrag vastgesteld dan bij meisjes. Jongens, zo wordt gesuggereerd, zijn biologisch uitgerust én gesocialiseerd om op stressvolle gebeurtenissen te reageren met agressief gedrag. Tevens wordt aangehaald dat de problemen bij meisjes pas op langere termijn tot uiting komen. Een andere verklaring wordt gezocht in de teloorgang van een sterkere vader-zoon relatie voorafgaand aan de scheiding. De kans op gedragsproblemen zou ook groter zijn voor kinderen die jonger dan 6 jaar zijn op het ogenblik van de ouderlijke scheiding, maar de kritieke leeftijden verschillen in diverse onderzoeken en de onderzoeken zijn hier niet eenduidig. Er wordt gesuggereerd dat jonge kinderen minder realistisch kunnen omgaan met een scheiding, meer verlatingsangst hebben, de oorzaak vaker bij zichzelf zoeken en minder actief op zoek kunnen gaan naar beschermers buiten het gezin in vergelijking met oudere kinderen. Enkele onderzoeksresultaten suggereren dat kinderen in recent gescheiden gezinnen meer gedragsproblemen vertonen, en meer drugs gebruiken dan kinderen wier ouders al langer dan 2 jaar gescheiden zijn. Het consumeren van alcohol en (illegale) drugs, en problematische vormen van alcohol en drugsgebruik

3 De kans op alcoholgebruik (en dus op alcoholgerelateerde problemen) en cannabisgebruik ligt hoger bij kinderen uit éénoudergezinnen en nieuwsamengestelde gezinnen. Vooral kinderen die op korte termijn meerdere transities (qua gezinsstructuur) meemaken, hebben een verhoogd risico op alcohol- en drugsmisbruik. Een minder kwaliteitsvolle huisvesting Over de huisvestingssituatie van kinderen na een ouderlijke scheiding is weinig gekend. Niettemin is er een duidelijke tendens vast te stellen dat kinderen na een ouderlijke scheiding naar achtergestelde buurten verhuizen en in minder kwaliteitsvolle woningen terechtkomen. Cijfers voor Vlaanderen tonen aan dat alleenstaande moeders en hun kinderen in sterkere mate in een stedelijke omgeving terug te vinden zijn (Lodewijckx, 2005). Lagere schoolresultaten In vergelijking met kinderen uit tweeoudergezinnen, halen kinderen uit éénoudergezinnen en nieuwsamengestelde gezinnen minder goede schoolresultaten. De kans dat een ouderlijke scheiding een negatieve invloed heeft op de schoolresultaten, is het grootst twee tot drie jaar na de ouderlijke scheiding. Vooral kinderen die een scheiding meemaken tijdens belangrijke overgangsjaren in hun schoolloopbaan (bijvoorbeeld bij de overgang van de lagere school naar het secundair onderwijs), hebben minder goede schoolresultaten. Dit geldt zowel voor jongens als voor meisjes. Over verschillen in schoolprestaties naar leeftijd worden geen eenduidige vaststellingen gedaan. Niettemin, verschillen in schoolprestaties blijven gemiddeld genomen relatief klein. Een minder goed functioneren op school Een ouderlijke scheiding kan aanleiding geven tot een lagere betrokkenheid bij het schoolgebeuren. Dit uit zich onder meer in een minder goede concentratie, meer dagdromen op school, meer afwezigheid, vaker te laat komen en meer spijbelgedrag. Kinderen uit gescheiden gezinnen voelen zich ook vaker verdrietig en ongelukkig op school. Jongeren uit gescheiden gezinnen stellen meer probleemgedrag op school, en worden ook vaker geschorst. Een kortere schoolloopbaan Kinderen die een ouderlijke scheiding meemaakten, haken significant sneller af in het secundair onderwijs en starten minder vaak een opleiding in het hoger onderwijs. De kans is dus groter dat ze op een lager opleidingsniveau blijven hangen dan kinderen wier ouders niet scheidden. Complexere familiale en sociale netwerken Na een scheiding maken kinderen in mindere of meerdere mate deel uit van verschillende gezinnen - het moedergezin en het vadergezin. De kinderen worden daarenboven op korte termijn vaak geconfronteerd met nieuwe gezins- en familieleden. Vooral jonge kinderen die na de scheiding bij de vader blijven wonen, wonen enkele jaren na de echtscheiding significant vaker in een stiefgezin: ruim acht op tien jonge kinderen in Vlaanderen woont binnen de vier jaar na de scheiding in een stiefgezin samen met vader en een stiefmoeder. Dit is maar de helft het geval voor kinderen die bij de moeder blijven inwonen: slechts vier op tien van deze jonge kinderen woont binnen de vier jaar in een stiefgezin samen met moeder en een stiefvader. Veranderingen in de ouder-kindrelatie Tengevolge van een scheiding en de transities die een scheiding meebrengt (nieuwe gezinsstructuur, verhuis, verblijfsregeling, ) is de aard, intensiteit en kwaliteit van de relatie tussen ouders en kinderen ook onderhevig aan veranderingen. Vaak blijft deze gewijzigde ouder-

4 kindrelatie ook op lange termijn bestaan, wat leidt tot minder wederzijdse hulp en ondersteuning tussen ouders en hun volwassen kinderen. Veranderingen in de relaties tussen broers en zussen De invloed van een scheiding op de relatie tussen broers en zussen gaat in twee richtingen. Enerzijds kan een scheiding aanleiding geven tot competitie tussen broers en zussen voor het krijgen van aandacht en ouderlijke liefde. Anderzijds zijn broers en zussen belangrijke steunfiguren en vertrouwenspersonen voor elkaar, vooral onmiddellijk na de scheiding. Minder contact met grootouders Een ouderlijke scheiding blijkt bepalend voor de frequentie en de kwaliteit van het contact tussen kleinkinderen en grootouders. De relatie en de contactfrequentie tussen kinderen en hun grootouders is in grote mate afhankelijk van de ouder bij wie het kind verblijft. De relatie met de grootouders van de kant van de inwonende ouders wordt vaak intenser omdat alleenstaande ouders terugvallen op hun ouders voor hulp en ondersteuning bij de opvoeding en opvang van hun kinderen. Kwaliteit van de relaties met vrienden Uit onderzoek komt naar voor dat vrienden belangrijke vertrouwenspersonen zijn voor kinderen die een scheiding meemaken. De impact van een ouderlijke scheiding vertaalt zich niet noodzakelijk in een minder omvangrijk vriendschapsnetwerk van kinderen. Een aantal onderzoeken wijst erop dat een ouderlijke scheiding wel een impact heeft op de kwalitatieve dimensie van de vriendschapsrelaties (minder steun geven, minder steun/vertrouwen krijgen). Het verlaten van het ouderlijke huis op jonge leeftijd, het vroeger aangaan van seksuele relaties, en het krijgen van een kind op jonge leeftijd De onderzoeksresultaten zijn hier gelijklopend in verschillende Europese landen, maar worden in een recente Nederlandse studie niet bevestigd. Er is wel consensus over de grotere kans dat kinderen die een scheiding tussen hun ouders meemaakten, zelf ook een scheiding of relatieverbreking zullen meemaken. Hetzelfde geldt voor kinderen wier ouders meer conflicten hebben. Dit doet vermoeden dat er zowel sprake is van een intergenerationele overdracht van een scheiding als van intergenerationele overdracht van conflictueuze relaties. Intermediërende factoren bij de impact van een scheiding op de leefsituatie van kinderen Het denken over scheiding als een geïsoleerde gebeurtenis en als centrale oorzaak van een verminderd welbevinden bij kinderen evolueerde naar een denken waarin ook plaats werd gemaakt voor een veelheid van beïnvloedende factoren buiten de scheiding om: factoren die mogelijk al vóór de scheiding aanwezig waren, dan wel door een scheiding uitgelokt of versterkt worden. Scheiding wordt vandaag meer beschouwd als een proces dat gekenmerkt wordt door verschillende stressvolle gebeurtenissen die beginnen vóór en voortduren nà de scheiding. In het onderzoek naar de complexe interactie tussen echtscheiding en dit netwerk van beïnvloedende factoren ( intermediërende factoren ) bestaat minder consensus. Er bestaat discussie over de richting van de verbanden (de selectie- en causatiediscussie): bijvoorbeeld voelen kinderen zich slecht door de scheiding of voelen zij zich slecht doordat hun ouders ruziën? Ook de keuze van de factoren en het gewicht dat eraan toegemeten wordt is nog stof voor discussie onder wetenschappers. Sommige studies stellen een negatieve invloed van deze bijkomende factoren vast maar wijzen tegelijk op een blijvende autonome invloed van de scheiding op zich. Andere studies benadrukken de gecombineerde impact van de scheiding en bijkomende factoren. Nog andere studies beklemtonen de autonome invloed van de bijkomende factoren, onafhankelijk van het meemaken van een ouderlijke scheiding.

5 Toch bracht het echtscheidingsonderzoek onmiskenbaar al verschillende factoren aan het licht die de impact van een scheiding op het welzijn van kinderen kunnen verzwakken of net versterken. De aanwezigheid van ouderlijke conflicten voor, tijdens en/of na de scheiding en van blijvende vijandigheid tussen de ouders Conflicten tussen de ex-partners geven aanleiding tot meer depressieve symptomen, meer angstgevoelens, meer eenzaamheid, meer gedragsproblemen en lagere schoolprestaties bij kinderen. Vele onderzoeken tonen aan dat conflicten in (scheidende) gezinnen een grote invloed hebben op het welzijn van kinderen, meer dan de ouderlijke scheiding zelf. Kinderen die opgroeiden in conflictueuze gezinssituaties hebben een lager psychologisch welbevinden - ook als volwassenen - dan kinderen die in een harmonieus gezin opgroeiden, ongeacht of ze nu in een intact of een gebroken gezin opgroeiden. Tot op zekere hoogte heeft het leven in een intact gezin voordelen. Maar deze voordelige effecten van een intacte gezinssituatie verdwijnen wanneer er sprake is van frequente, intense en persisterende ruzies. Vooral conflicten met een grote intensiteit en frequentie, met veel verbale en fysieke agressie, en die inhoudelijk betrekking hebben op het kind, hebben een negatieve invloed op het psychologisch welbevinden van kinderen en leiden tot meer gedragsproblemen. In deze situaties kan een ouderlijke scheiding voordelen opleveren (minder probleemgedrag, meer psychologisch welbevinden, ), op voorwaarde dat door de scheiding een einde wordt gesteld aan de conflictrijke relatie tussen de ouders. Kinderen halen dan duidelijk voordeel uit ontbinding van een zeer conflictgeladen huwelijk. Wanneer conflicten echter blijven voortduren, nemen de voordelen van een huwelijksontbinding voor kinderen dan weer af. Een scheiding heeft de meest ingrijpende gevolgen op verschillende gedragsdimensies bij kinderen bij een laag ouderlijk conflictniveau vóór de scheiding. Maar er is ook onderzoek dat uitwijst dat een ouderlijke scheiding bij afwezigheid van ouderlijke conflicten geen aanleiding hoeft te vormen tot het ontwikkelen van gedragsproblemen; kinderen uit conflictvrije éénoudergezinnen zouden minder gedragsproblemen hebben dan kinderen uit conflictrijke eenoudergezinnen. Maar er is ook onderzoek dat, na controle van de factor ouderlijk conflict, een significante autonome invloed vindt van de echtscheiding op zich op gedragsproblemen bij kinderen. De oplossingsstrategieën die ouders hanteren bij conflictsituaties beïnvloeden eveneens het welzijn van kinderen. Vermijdende en verbaal of fysiek agressieve oplossingsstrategieën hebben een negatieve impact op het psychologisch welzijn van kinderen. Ook de oplossingsstrategieën van kinderen spelen een intermediërende rol. Kinderen die zich inhoudelijk buiten het conflict houden, maar toch het bestaan ervan erkennen en het op een actieve wijze een plaats en betekenis geven in hun leefwereld, hebben een hoger psychologisch welzijn dan kinderen die dit niet doen. De impact van ouderlijke conflicten op het psychologisch welzijn van kinderen en op gedragsproblemen verdwijnt (bijna volledig), indien ouders - ondanks het bestaan van ouderlijke conflicten - een hechte, sensitieve en op elkaar betrokken ouder-kindrelatie kunnen in stand houden. Tegelijk stellen verschillende studies vast dat een conflictueuze relatie tussen de ouders de kans op een meer negatieve ouder-kindrelatie vergroot. Ouders die na een scheiding een kwaliteitsvolle ouder-kindrelatie onderhouden, vergroten dan weer de kans op een steunende relatie tussen broers en zussen op lange termijn. De kwaliteit van het opvoedend handelen en van de ouder-kindrelatie vóór, tijdens en na de ouderlijke scheiding Deze heeft een impact op het psychologisch welbevinden, de aanwezigheid van gedragsproblemen en het functioneren en presteren op school. Ouderlijke betrokkenheid (in het bijzonder ook van de vader) en kwaliteitsvol opvoedend handelen, gekenmerkt door supervisie, sensitiviteit, grenzen stellen, verantwoordelijkheid geven, participatie en een goede ouder-

6 kindrelatie leiden tot minder gedragsproblemen en antisociaal gedrag: ze fungeren als beschermende factoren. Kinderen die opgroeien in gezinnen waar het opvoedend handelen niet aan deze kwaliteiten voldoet én een negatieve communicatie hebben met één van de ouders, hebben meer kans op depressieve symptomen, op impulsief of hyperactief gedrag, op slechtere schoolprestaties en een minder goed functioneren op school. Ook de opvoedingsstijl en de kwaliteit van de relatie met de stiefouders is van belang: kinderen die steun, vertrouwen en betrokkenheid ervaren in hun relatie met de stiefouders hebben minder kans op gedragsproblemen, delinquent gedrag, en lage schoolprestaties. De verschillen in de kwaliteit van het opvoedend handelen en in de ouder-kindrelatie zijn vaak al vóór de scheiding aanwezig. De meerderheid van de ouders zijn competente opvoeders, ook na de ouderlijke scheiding. Een scheiding - in het bijzonder een scheiding met veel conflicten - verhoogt wel de kans op een (tijdelijke) vermindering van de kwaliteit van het opvoedend handelen. Dit herstelt zich over het algemeen als er enige stabiliteit in het nieuwe (gezins)systeem is gekomen. Onderzoekers rapporteren dat ouders gemiddeld twee jaar na de scheiding een nieuw evenwicht in hun gezinsleven en hun opvoedend handelen vinden. Totaalherstel van evenwicht op álle vlakken (onder meer het sociaal-economische) kan evenwel langer duren of zich in sommige gevallen nooit helemaal voltrekken. Economische deprivatie en financiële problemen van ouders Deze hebben een negatieve invloed op het psychologisch welbevinden van kinderen. Over de mate waarin kinderen meer depressieve symptomen vertonen, zijn de onderzoeksresultaten niet eenduidig. Dit gebrek aan eenduidigheid is onder meer te verklaren door verschillen in het sociale vangnet tussen de verschillende landen waarin het onderzoek plaatsvond, in het bijzonder wat de steun aan gezinnen met een lage sociaal-economische status betreft. Een lage sociaaleconomische status en financiële problemen verklaren ook gedeeltelijk de aanwezigheid van gedragsproblemen. Een verklaring wordt o.a. gezocht in het feit dat jongeren uit lagere sociale milieus zich bewust zijn van hun lagere sociale status en dit vertalen in meer baldadig gedrag. De samenhang tussen gedragsproblemen en het wonen in verpauperde buurten wordt verklaard door een zwakkere informele sociale controle en onvoldoende motiverende sociale bindingen, een verhoogde opportuniteit om delinquent gedrag te stellen en het bestaan van jeugdsubculturen. Onderzoeksresultaten geven aan dat het betalen van een financiële bijdrage (alimentatie) door de niet-inwonende ouder ter compensatie van een gedaalde levensstandaard van de inwonende ouder na een scheiding, een gunstige invloed heeft op het probleemgedrag van kinderen. Er wordt ook een samenhang vastgesteld tussen sociaal-economische achteruitgang en lagere schoolprestaties van kinderen na een ouderlijke scheiding. Psychologische problemen bij ouders Kinderen wier ouders psychologische problemen hebben, hebben meer kans op het ontwikkelen van psychologische problemen en gedragsproblemen. Dit geldt ook voor kinderen die een ouderlijke scheiding meemaakten. Onderzoeksresultaten stellen immers vast dat het psychologisch welbevinden van ouders onafhankelijk van de sociaal-economische status en de gezinsstructuur het welzijn van kinderen beïnvloedt. De invloed van de mentale gezondheid van ouders op het welzijn van kinderen is zowel direct als indirect (bijvoorbeeld via een verminderde kwaliteit van het opvoedend handelen). Een cumulatie van gezinstransities en van stressvolle gebeurtenissen Het meemaken van opeenvolgende transities in de gezinsstructuur heeft een negatieve impact op het welzijn van kinderen. Het afbrokkelen van het oorspronkelijke gezin, het terechtkomen in één of meer nieuwe éénoudergezinnen, hertrouw, het deel uitmaken van nieuw samengestelde gezinnen, gezinsuitbreiding in de nieuwe gezinnen, leiden bij kinderen tot een lager psychologisch welzijn. Stiefgezinnen zijn bijzonder complexe gezinsvormen, waarbij kinderen vaak

7 geconfronteerd worden met stiefbroers en/of -zussen en hun rol en plaats moeten gaan herdefiniëren, wat een bijkomende bron van stress en aanpassingsproblemen kan zijn. Hertrouw ontneemt ook de hoop bij kinderen dat hun ouders nog opnieuw bij elkaar komen. Ook al verhoogt hertrouw het gezinsinkomen, wijst onderzoek toch uit dat hertrouw eerder een risico dan een beschermende factor is. Kinderen die opeenvolgende transities in de gezinsstructuur meemaken hebben een verhoogd risico op depressieve symptomen en zelfmoordgedachten. Opeenvolgende transities maken kinderen ook kwetsbaar voor gedragsproblemen en problematisch gebruik van alcohol en drugs. Maar op langere termijn verdwijnt het gestegen, soms problematische, gebruik van alcohol en drugs grotendeels. Dit komt vermoedelijk door een toegenomen stabiliteit in de nieuwe gezinnen waarvan de kinderen deel uitmaken. Ook de sociale en familiale relaties ondervinden vaak een negatieve invloed van opeenvolgende veranderingen in de gezinsstructuur. Zo heeft het aantal relationele transities van de moeder een negatieve invloed op het contact en de relatie die kinderen met hun grootouders (aan moederszijde) kunnen onderhouden. Waar het scheidingsonderzoek zich aanvankelijk beperkte tot transities in de gezinsstructuur, wordt recent ook de impact nagegaan van extra veranderingen die met transities in de gezinsstructuur gepaard gaan (bijvoorbeeld verhuizen naar een nieuwe buurt, naar een nieuwe school, het verlies van een deel van het familiale en sociale netwerk, werkloosheid van de ouder). Vooral kinderen die op een relatief korte termijn met een combinatie van veranderingen op verschillende terreinen (gezin, huis, buurt, sociaal-economische terugval) geconfronteerd worden, hebben een toegenomen kans op psychologische problemen, gedragsproblemen en lagere schoolresultaten. Sociale steun De aanwezigheid van sociale ondersteuning van de ouders, broers, zussen, grootouders, vrienden wordt aangeduid als een belangrijke beschermende factor voor het welzijn van kinderen. Kinderen die geconfronteerd worden met een ouderlijke scheiding en die kunnen rekenen op steun binnen hun sociaal en familiaal netwerk hebben minder depressieve symptomen, minder gedragsproblemen en hebben ook betere schoolprestaties. Vrienden worden door kinderen als zeer ondersteunend ervaren, maar kinderen hebben niet steeds de behoefte om met vrienden gesprekken over de scheiding van hun ouders te voeren. Wanneer de school de ouders ondersteunt, heeft dit een positieve invloed op het schools functioneren en de schoolprestaties van kinderen. Een school die een autoritatieve omgeving aanbiedt en die een beleid voert dat gericht is op het stimuleren van participatie en betrokkenheid (van leerkrachten, gezinnen en gemeenschappen) draagt bij tot het schoolsucces van kinderen. Vooroordelen van leerkrachten en ouders ten aanzien van ouders die een scheiding meemaakten, hebben dan weer een negatieve invloed op het schools functioneren en de schoolprestaties. Uit onderzoek blijkt dat kinderen uit tweeoudergezinnen minder negatieve en meer positieve beoordelingen krijgen van de leerkracht dan kinderen uit éénoudergezinnen. In dit verband wijzen we op het onderzoek van Vettenburg (2005): zij stelde vast dat probleemgedrag op school sterker samenhangt met schoolfactoren dan met gezinsfactoren. Structurele kenmerken van het gezin, die vaak wijzigen naar aanleiding van een scheiding (zoals inkomen, buurt, enz.) zouden maar een rol spelen bij probleemgedrag in zover de leerkracht er (al dan niet bewust) rekening mee houdt. Persoonlijkheidsfactoren en coping Factoren zoals het temperament van kinderen spelen een niet onbelangrijke intermediërende rol tussen een ouderlijke scheiding en de impact ervan op het welzijn van kinderen. Kinderen die snel geïrriteerd geraken, die een laag aanpassingsvermogen hebben, die impulsief reageren, zijn meer geneigd om gedragsproblemen te ontwikkelen. Kinderen die verlegen zijn en zich terugtrekken, hebben eerder een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychologische problemen. De wijze waarop ouders met hun kinderen omgaan, is hierbij echter op zich weer een intermediërende

8 factor. Naast het temperament van kinderen, is de manier waarop ze op een scheiding reageren ( coping ) even belangrijk. Kinderen die de scheiding erkennen en op zoek gaan naar oplossingsstrategieën die hen helpen om op een positieve manier met deze scheiding om te gaan, hebben minder kans op de ontwikkeling van psychologische en gedragsproblemen. 2. De impact van een (echt)scheiding op de leefsituatie van ex-partners: een overzicht van de belangrijkste onderzoeksbevindingen De impact van een scheiding voor volwassenen of ex-partners manifesteert zich op vele aspecten van hun leefsituatie. Een verminderd psychologisch welbevinden Uit het onderzoek komt systematisch en vrij consistent naar voor dat personen die een echtscheiding achter de rug hebben, in vergelijking met gehuwde personen, over een lager psychologisch welbevinden beschikken. Gescheiden personen rapporteren meer depressieve symptomen, meer psychologische spanningen en meer vijandige gevoelens. Onderzoek toont verder aan dat gescheiden personen vaker in behandeling zijn voor mentale ziekten en psychiatrische stoornissen, en dat zij vaker een beroep doen op professionele hulpverlening. Wie een scheiding achter de rug heeft, is minder tevreden met het leven en heeft het gevoel minder gelukkig te zijn. Gescheiden personen hebben ook minder het gevoel controle te hebben over hun omgeving. Zij ervaren een lager niveau van zelfaanvaarding en hebben minder doelen in het leven. Hoewel de resultaten met betrekking tot genderverschillen niet eenduidig zijn, wordt wel een tendens vastgesteld dat vrouwen een groter risico lopen op een lager psychologisch welbevinden dan mannen. Een slechtere fysieke gezondheid en meer negatief gezondheidsgedrag Verschillende decennia van onderzoek hebben aangetoond dat gehuwden over het algemeen een betere lichamelijke gezondheid hebben dan niet-gehuwden en gescheidenen. Vele onderzoeken bevestigen dat de algemene gezondheidstoestand van gescheiden personen minder goed is, en dat zij vaker gezondheidsklachten en chronische aandoeningen rapporteren. Gescheiden personen stellen ook meer negatief gezondheidsgedrag en houden er een minder gestructureerde levensstijl op na. Het meemaken van een scheiding leidt zowel voor mannen als voor vrouwen tot een grotere consumptie van alcohol en tabak, minder slaap, ongezonder eetgedrag en een lagere Body Mass Index (BMI), in vergelijking met gehuwden. Ook hier zijn de resultaten met betrekking tot genderverschillen niet helemaal eenduidig, maar toch lijken de gezondheidsrisico s die gepaard gaan met een huwelijks- of relatieontbinding hoger te zijn voor mannen dan voor vrouwen. Een hoger sterfterisico en zelfdoding Gescheiden personen laten een hoger sterfterisico optekenen dan gehuwden. Vooral de kans op zelfdoding neemt sterk toe bij gescheiden mannen, maar vooral bij sociaal geïsoleerde mannen en mannen die wonen in een verstedelijkte omgeving. Een frequenter en intensiever gebruik van hulpverlening Uit onderzoek blijkt dat gescheiden personen, vergeleken met gehuwden, vaker hulp zoeken om emotionele redenen, sterker vertegenwoordigd zijn in ziekenhuispopulaties, meer gebruik maken van eerstelijnsgezondheidszorg, vaker een specialist consulteren en vaker gehospitaliseerd zijn. Gescheiden vrouwen consulteren vaker een psychiater vergeleken met gehuwde vrouwen. Uit

9 Nederlands onderzoek (Ten Have, 2005), blijkt dat éénoudergezinnen meer gebruik maken van het aanbod in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en van de maatschappelijke of sociale dienstverlening. Een inkrimping van het sociale netwerk Een echtscheiding wordt door sommige onderzoekers beschreven als een netwerkcrisis. Voor Vlaanderen bleek op basis van de Panel Studie Belgische Huishoudens (PSBH, Speltincx & Jacobs, 2000) dat 86% van de personen met een echtscheidingservaring een inkrimping van het sociaal netwerk ervoer. Deze afbrokkeling van sociale relaties ervaart men nog sterker in het geval dat de scheiding moreel wordt afgekeurd door (een gedeelte van) het sociale netwerk. Ook uit veel internationaal onderzoek blijkt dat het sociale netwerk van gescheiden personen over het algemeen kleiner is dan dat van gehuwden. De sociale inbedding van gescheidenen neemt aanzienlijk af, en dit betekent ook dat gescheiden personen voor zowel emotionele als instrumenteel-praktische steun op minder netwerkleden een beroep kunnen doen. Een scheiding verbreekt vooral de contacten met de netwerkleden die men kent via de partner, zowel leden uit het familiale als het bredere netwerk. De band met de schoonfamilie gaat sterk achteruit. De band met de eigen familieleden ondergaat in de meeste gevallen geen verandering of wordt zelfs versterkt. Vooral de eigen ouders kunnen een belangrijke bron van steun en hulp zijn na de scheiding, in het bijzonder wanneer er kinderen bij betrokken zijn. Ook de contacten met vrienden veranderen: sommige vrienden (vaak via de ex-partner of gemeenschappelijke vrienden) vallen weg, nieuwe vrienden komen in de plaats. Gescheiden personen hebben meer kans om relaties te onderhouden of aan te gaan met andere gescheiden personen. Uit het hoger vermelde PSBH-onderzoek bleek dat slechts 2,5% van de gescheiden personen nooit vrienden of kennissen ontmoet, een zeer klein aandeel dus, maar toch lag dat aandeel drie keer hoger dan bij gehuwden. Tevens verschillen de contacten met buren. Gescheiden personen hebben in het PSBHonderzoek vier keer meer kans om geen contact te hebben met buren, vergeleken met gehuwden. De sociale participatie van gescheiden personen is hoger naarmate men tijdens het huwelijk meer eigen sociale contacten onderhield. Gescheidenen met een nieuwe partnerrelatie eravaren beduidend meer emotionele steun dan gescheiden personen zonder een nieuwe partner, maar nog steeds minder dan gehuwden. Veranderingen in de ouder-kindrelatie Kinderen blijven na de scheiding veel vaker (overwegend) exclusief bij de moeder wonen terwijl de vader een omgangsrecht krijgt, hoewel het verblijfsco-ouderschap de laatste jaren opgang maakt. Veel ouders ervaren een negatieve invloed van de scheiding op de relatie met hun kinderen. Kort na de scheiding heeft 23% van de ouders (cijfers uit het PSBH-onderzoek) het gevoel dat de band met de kinderen minder sterk is geworden, vooral bij vaders; vaders ervaren vier keer vaker een minder sterke band dan moeders (veelal omdat het kind bij de moeder verblijft). Op langere termijn heeft 50% van de ouders het gevoel dat de band met de kinderen te lijden heeft gehad onder de scheiding. Opnieuw zijn het de mannen die het vaakst negatieve gevolgen ondervinden. Twee op drie vaders menen dat de ouder-kind band te lijden heeft gehad onder de scheiding. Hoe minder vaak de vaders hun kinderen zien, hoe ontevredener ze zijn over de omgangsregeling. De contactfrequentie tussen de vader en zijn kind(eren) vermindert gevoelig kort na de scheiding, maar ook op lange termijn - wanneer de kinderen volwassen zijn - is het contact minder intensief dan tussen gehuwde vaders en hun kinderen. Uit de meeste studies komt consistent naar voor dat de negatieve invloed van een scheiding op band tussen ouders en kinderen ook op langere termijn blijft doorwerken. Gescheiden ouderen beschikken dan ook over minder en minder intense ondersteunende relaties met volwassen kinderen.

10 Niet bij moeders, maar bij vaders is er over de hele lijn sprake van een groot en negatief echtscheidingseffect. Een steeds lagere contactfrequentie met de ex-partner Indien er geen kinderen bij de breuk betrokken waren, heeft de meerderheid van de ex-partners na de ontbinding van de relatie of het huwelijk nog zelden tot geen contact met elkaar. Indien er kinderen zijn, dan is de kans groot dat het contact niet volledig wordt verbroken. Toch biedt het hebben van gemeenschappelijke kinderen geen garantie voor een regelmatig contact: bijna één op drie heeft zelden contact en 14% heeft nooit contact, zo bleek uit het PSBH-onderzoek. De contacten tussen ex-partners met kinderen verlopen soms neutraal of zeer weinig vriendschappelijk. Bij de meerderheid zijn de contacten eerder conflictueus of zelfs vijandig van aard, in het bijzonder de eerste twee jaar na de scheiding. Naarmate de scheiding langer geleden is, neemt het contact met de ex-partner af en indien het contact blijft bestaan, krijgt dit weer een iets positievere inslag. Een lagere sociaal-economische status en een lagere koopkracht De meeste studies tonen aan dat vrouwen en alleenstaande moeders er kort na de scheiding economisch en financieel sterk op achteruit gaan. Sommige studies tonen aan dat de negatieve economische gevolgen van een scheiding op langere termijn verminderen. Recent illustreren heel wat studies dat op langere termijn hertrouwen een belangrijke manier is om de economische situatie na de (echt)scheiding te verbeteren. Opnieuw samenwonen met een partner na een scheiding heeft vanuit financieel oogpunt duidelijk voordelen voor vrouwen, veel meer dan voor mannen. Volgens een Nederlandse studie (Manting & Bouman, 2005) ondervinden vrouwen die binnen de vijf jaar na de scheiding niet met een nieuwe partner samenwonen ook vijf jaar nadien nog steeds zware financiële gevolgen van de scheiding. Op nog langere termijn - tien jaar na de scheiding herwinnen gescheiden vrouwen en mannen de koopkracht die ze vóór de scheiding hadden. Enkel gescheiden vrouwen die niet opnieuw met een partner samenwonen, blijven ook na tien jaar een sterk verlies aan koopkracht ervaren. De evolutie van de koopkracht van de ex-partners wordt onder meer bepaald door de het type van samenwonen (gehuwd, ongehuwd) en door aanwezigheid van kinderen. Uit de aangehaalde Nederlandse studie blijkt dat vrouwen kort na de scheiding het meest aan koopkracht verliezen als ze geen kinderen hebben, iets minder als hun kinderen bij hen wonen en nog iets minder als hun kinderen bij de vader wonen. Koopkrachtverlies bij vrouwen is blijvend indien vrouwen/moeders - op korte of iets langere termijn - niet hertrouwen of met een nieuwe partner gaan samenwonen. Mannen ervaren na de scheiding over het algemeen een geringere daling van de koopkracht en soms zelfs een lichte stijging van hun koopkracht. Globaal genomen winnen gescheiden mannen kort na de scheiding aan koopkracht. Maar ze winnen vooral aan koopkracht als hun kinderen bij de moeder blijven inwonen. Dit geldt minder als mannen kinderen hebben die (soms) bij hen inwonen. Ook de bijdrage aan het gezinsinkomen van de ex-partners vóór de scheiding blijkt bepalend voor de evolutie van de koopkracht na de scheiding. Indien beide partners vóór de (echt)scheiding ongeveer evenveel bijdroegen tot het gezinsinkomen, dan verliezen zowel mannen als vrouwen kort na de scheiding aan koopkracht, maar verliezen vrouwen iets meer dan mannen. Indien de man meer bijdroeg aan het gezinsinkomen dan de vrouw, dan wint de man aan koopkracht en verliest de vrouw nog meer. Voor Vlaanderen zijn op basis van de PSBH-studie enkele resultaten voorhanden omtrent de subjectieve perceptie van de financiële gevolgen van een echtscheiding (Speltincx & Jacobs, 2000). Ooit-gescheidenen vinden dat ze een lager vermogen hebben dan gehuwden (33% versus 9%). Ze zijn minder tevreden met hun financiële situatie (9% versus 3%). Binnen de groep ooitgescheidenen vindt 62% dat kort na en als gevolg van de echtscheiding het totaal beschikbare gezinsinkomen lager was. Vijf jaar na de echtscheiding is volgens één op vier ooit-gescheidenen

11 het beschikbare gezinsinkomen nog steeds lager dan vóór de echtscheiding; dit vinden vooral vrouwen, ouderen en lager opgeleiden. Diegenen die opnieuw samenwonen met een partner gaan er vaker financieel op vooruit dan diegenen die niet opnieuw samenwonen met een partner. Arbeidsmarktdeelname van vrouwen Na de echtscheiding behouden mannen doorgaans het volume van hun professionele arbeid, zo blijkt uit het PSBH-onderzoek. Gescheiden vrouwen - vooral wanneer zij kinderen hebben wijzigen vaker het volume van hun professionele arbeid: 13% gaat meer werken en 10% gaat minder werken. Vrouwen worden actiever op de arbeidsmarkt rond de scheiding, maar de arbeidsmarktdeelname en het arbeidsvolume dalen opnieuw wanneer vrouwen met een nieuwe partner gaan samenwonen of hertrouwen. Een nieuwe relatie, samenwonen en wonen in een stiefgezin na de scheiding Vrouwen gaan na de scheiding minder snel een nieuwe partnerrelatie aan en gaan ook minder vlug opnieuw samenwonen. De meerderheid van de ex-partners, zowel mannen als vrouwen, heeft wel na vijf jaar een nieuwe partnerrelatie. Mannen wonen dan meer en sneller dan vrouwen in een (stief)gezin. Oudere personen en personen met kinderen zijn minder geneigd om opnieuw te huwen. De kans op hertrouw is de voorbije jaren sterk gedaald. Bovendien zijn tweede huwelijken minder stabiel dan eerste huwelijken, wat de complexiteit van de verdere partner- en relatievorming nog verder vergroot. Intermediërende factoren bij de impact van een scheiding op de leefsituatie van ex-partners Onderzoekers zien scheiding steeds meer als een continu proces dat gekenmerkt wordt door een reeks van stressvolle gebeurtenissen, en richten zich zowel op factoren aanwezig vóór de scheiding, maar recent ook op factoren die zich voordoen nà de scheiding. De selectie- en causatiediscussie speelt zich, net als bij het onderzoek naar de impact van een scheiding op kinderen, ook af onder onderzoekers die zich focussen op het welzijn van volwassenen na een scheiding. Volgens de selectiehypothese ligt de sleutel ter verklaring van het verminderd welzijn bij de betrokkenen zelf (met andere woorden wijzend op een factor die meestal al aanwezig is vóór de scheiding) en niet bij de scheiding zelf. Personen die zich mentaal minder goed voelen, zouden volgens deze hypothese meer moeilijkheden ondervinden om een relatie of huwelijk aan te gaan en zouden, indien ze een huwelijk of een relatie aangaan, geselecteerd worden in meer risicovolle persoonlijke relaties en huwelijken. Tevens is er onderzoek dat aantoont dat ook de fysieke gezondheidstoestand, en ook het gezondheidsgedrag als selectiemechanismen fungeren om mensen in en uit de huwelijksstatus te selecteren. Analoog aan personen die zich mentaal minder goed voelen, zouden ook personen die een slechtere fysieke gezondheid hebben uit de huwelijksstatus worden geselecteerd: minder gezonde mensen zouden minder geneigd zijn om te huwen, maar indien deze minder gezonde mensen toch huwen, zouden ze een hogere scheidingskans hebben. Onderzoekers die uitgaan van de selectiehypothese beklemtonen het belang van andere factoren dan de scheiding zelf. Er zijn onderzoekers die dan liever spreken over vroege effecten van scheiding of van huwelijksproblemen als voorbode van een echtscheiding, omdat er onderzoek is dat aantoont dat precies in de jaren vóór de scheiding het (mentaal en fysiek) welbevinden lager is. De causatiehypothese stelt daarentegen dat het meemaken van een scheiding zelf leidt tot een lager welbevinden. Een scheiding gaat namelijk gepaard met spanningen en allerhande veranderingen die ervoor zorgen dat men zich, al dan niet tijdelijk, slechter gaat voelen. Er zijn ook onderzoekers die selectie- en causatiemechanismen terzelfdertijd in hun verklaringsmodellen opnemen: dit zijn de studies die de nadruk leggen op de gecombineerde impact van de scheiding

12 en bijkomende factoren. De weinige longitudinale studies die bestaan tonen aan dat zowel de selectie- als de causatiehypothese steek houden. Wauterickx en Bracke bijvoorbeeld (2004) vinden dat gescheiden personen in vergelijking met gehuwden niet enkel een lager welbevinden rapporteren nà, maar ook vóór de scheiding. De scheiding zelf blijft echter ook na controle voor dit effect een onafhankelijke negatieve invloed uitoefenen op het psychologisch welbevinden. Selectie- en causatiemechanismen kunnen ook interageren, bijvoorbeeld doordat personen die reeds gevoeliger zijn voor psychologische problemen meer negatieve effecten van een scheiding op het welbevinden ondervinden. Veel studies gaan na welke factoren de impact van een echtscheiding versterken of verzwakken. De literatuur onderkent een aantal intermediërende factoren die het welzijn van ex-partners mee beïnvloeden. De mate waarin een individu zich aanpast aan de scheiding wordt mede bepaald door kenmerken van het individu, zijn/haar interpersoonlijke relaties en de sociale steun die hij/zij heeft, alsook door omgevingskenmerken (beschikbaarheid van hulpverlening, ondersteunend beleid, ). Individuele kenmerken van ex-partners Veel onderzoek suggereert dat een (echt)scheiding meer negatieve gevolgen heeft voor het (mentale) welbevinden van vrouwen dan van mannen. Genderverschillen zouden bestaan doordat mannen meer geneigd zijn spanningen te manifesteren in externaliserend gedrag, terwijl vrouwen spanningen vaker internaliseren en sneller depressieve klachten rapporteren na een scheiding. Verschillende onderzoeken tonen daarnaast dat de gezondheidsverschillen tussen gehuwden en niet-gehuwden groter zijn voor mannen dan voor vrouwen, wat laat veronderstellen dat de selectieve en/of beschermende invloed van het huwelijk sterker werkzaam is bij mannen dan bij vrouwen. Het huwelijk biedt een groter gezondheidsvoordeel voor mannen dan voor vrouwen. Een verklaring luidt dat mannen meer negatief gezondheidsgedrag en risicogedrag stellen dan vrouwen. De huwelijksstatus zou mannen behoeden tegen risicogedrag zoals bijvoorbeeld roken, overmatig drankgebruik en te snel rijden. Het negatief gezondheidsgedrag van mannen komt na de scheiding (opnieuw) naar boven. Mannen blijken niet alleen gezondheidsvoordelen maar ook meer sociale voordelen te halen uit het huwelijk dan vrouwen. Ook hier gaan onderzoekers uit van de hypothese dat tijdens het huwelijk mannen meeliften met de sociale contacten van de vrouw. Als traditionele kinkeepers doen vrouwen meer moeite om relaties met familieleden te onderhouden, maar ook met nietverwanten hebben zij meer steunrelaties. Tijdens het huwelijk halen mannen mee voordeel uit de sociale integratie van hun echtgenote. Onderzoek wijst ook op genderverschillen in de omvang en aard van sociale netwerken nà de scheiding. Gescheiden mannen hebben een kleiner netwerk dan gescheiden vrouwen. Vrouwen zijn beter sociaal geïntegreerd na de scheiding, zoeken meer sociale steun na de scheiding en vinden ook meer emotionele steun in hun netwerk. Het sociaal verlies na een echtscheiding is groter bij mannen dan bij vrouwen. Mannen ontwikkelen dan weer sneller nieuwe (intieme) relaties na een scheiding dan vrouwen. Individuele kenmerken spelen een rol in hoe mannen en vrouwen een scheiding ervaren en ermee omgaan. Persoonlijkheidskenmerken zoals het gevoel van controle te hebben over zichzelf en over de omgeving vermindert de kans op de ontwikkeling van psychologische klachten, op vijandigheid en een laag zelfvertrouwen. Extraverte personen hebben een groter steunnetwerk en zijn meer sociaal actief dan personen die eerder introvert van aard zijn, en hebben zodoende meer sociale steunbronnen. Ook de waarden en opvattingen die mensen hebben over relaties, huwelijk en scheiding beïnvloeden het psychologisch welbevinden na een scheiding. Een huwelijksbreuk leidt tot meer depressieve klachten bij personen die vasthouden aan en geloven in de duurzaamheid van het huwelijk.

13 Huwelijks- en scheidingsgerelateerde factoren Kenmerken van het huwelijk en van de scheiding beïnvloeden het verband tussen een scheiding en verschillende factoren van het welzijn van ex-partners. De kwaliteit van het huwelijk of van de relatie heeft een belangrijke invloed, maar deze is niet eenduidig. Wanneer de echtscheiding een vlucht uit een problematisch huwelijk is, kan deze het welbevinden verbeteren of alleszins minder negatief beïnvloeden. In geval van een erg slechte relatiekwaliteit kan het effect van een echtscheiding zelfs positief worden. Er zijn aanwijzingen dat een echtscheiding minder psychologische spanningen veroorzaakt bij personen die veel huwelijksproblemen kenden en dat een scheiding bij deze personen zelfs kan leiden tot een verbetering van het psychologisch welbevinden. Het ontbinden van een gezond en harmonieus huwelijk daarentegen lijkt psychologische problemen op te leveren. In dezelfde lijn ligt het resultaat dat hoe minder harmonieus vrouwen hun huwelijk hebben ervaren, hoe kleiner de kans dat de scheiding een negatieve impact heeft op de lichamelijke gezondheid. Anderzijds blijkt dat een hoge relatiekwaliteit vóór de echtscheiding ook een positieve invloed kan hebben op een snel herstel van het welbevinden na de scheiding en de gevoelens van depressiviteit na de scheiding kan milderen. Daarnaast stelt onderzoek vast dat een blijvende emotionele betrokkenheid bij de ex-partner een succesvolle aanpassing na de scheiding kan bemoeilijken: hoe meer gescheiden personen mentaal en emotioneel nog bezig zijn met de expartner, hoe lager hun psychologisch welbevinden. Deze preoccupatie kan zowel vriendschappelijk als vijandig zijn. In het onderzoek wordt tevens een samenhang gevonden tussen de huwelijkskwaliteit en de gezondheidstoestand. Er is sprake van een wederzijdse beïnvoeding: problematisch alcoholgebruik heeft zowel bij mannen als vrouwen een negatief effect op de huwelijkskwaliteit. Omgekeerd is de huwelijkskwaliteit en de kwaliteit van de partnerrelatie tevens van invloed op de fysieke gezondheidstoestand. Ook hier geldt dat het beëindigen van een zeer problematisch huwelijk de gezondheid opnieuw kan verbeteren. Maar wanneer er sprake was van een grote huwelijkstevredenheid en het ontbinden van een harmonieus lijkt dit vooral bij vrouwen tot een slechtere gezondheid na de scheiding te leiden. Wie neemt het initiatief? Enkele onderzoeksgegevens duiden op het belang van wie het initiatief neemt tot het ontbinden van de relatie evenals de wijze waarop de scheiding gebeurt - met name de gekozen scheidingsprocedure - als factoren die de impact van een scheiding op het welbevinden intermediëren. Een scheiding op grond van feiten zorgt bijvoorbeeld voor een grotere inkrimping van het sociale netwerk, waardoor de potentiële sociale ondersteuning vermindert. Sociale relaties en sociale steun. Het belang van sociale steun om de gevolgen van scheiding op het psychologisch welbevinden te verzachten wordt herhaaldelijk bevestigd. Het is ook geweten dat sociale steun en vriendschap in verband worden gebracht met een goede fysieke gezondheid. Vooral de sociale ondersteuning die mensen tijdens de scheiding van vrienden of van nabije volwassen personen ervaren draagt bij tot het psychologisch welbevinden én de fysieke gezondheid. Een nieuwe partnerrelatie doet de negatieve gevolgen van een scheiding op sociaal vlak verminderen of volledig verdwijnen, maar heeft niet consequent of blijvend een positieve invloed op het psychologisch welbevinden. Tewerkstelling, financiële situatie en huisvesting Dit zijn factoren die nauw met elkaar samenhangen en die het welbevinden van gescheiden personen sterk beïnvloeden. Een scheiding leidt vaak tot een lagere sociaal-economische status van de ex-partners. Uit verschillende studies blijkt het groot belang van een verslechterde

14 financiële positie ter verklaring van een verminderd welbevinden na een scheiding. Vooral vrouwen ervaren na een scheiding een (sterke) verslechtering van hun sociaal-economische positie en hebben vaker financiële problemen. Bijgevolg verhoogt de kans dat vrouwen depressieve symptomen ontwikkelen en een zwakkere gezondheidstoestand hebben. De impact van de financiële positie op het welbevinden is groter bij vrouwen, wat impliceert dat dit hoedanook meer een issue bij vrouwen is. Met economische deprivatie gaat ook de kwaliteit van de woonomstandigheden voor veel ex-partners achteruit, hetgeen eveneens de kans op depressiviteit vergroot. Een goed betaalde baan, een betere financiële positie en een hoger opleidingsniveau hebben een positieve invloed op de omvang van het sociaal netwerk, een sociaal netwerk dat ook meer toegang biedt tot diverse resources. Betaald werk vormt een buffer tegen inkomensverlies en verlies van sociale steun. Tevens zijn er aanwijzingen dat het uitoefenen van een betaalde baan de negatieve impact van een scheiding op het psychologisch welbevinden van gescheiden personen kan temperen. Speltincx en Jacobs (2000) vinden voor Vlaanderen (België) dat personen wier beschikbaar maandelijks inkomen na de scheiding verminderde, meer af te rekenen kregen met een krimpend sociaal netwerk. Dit suggereert dat net deze mensen die het meest behoefte hebben aan materiële steun en hulp binnen hun netwerk minder beroep kunnen doen op potentiële steunverleners. Een vermindering van materiële middelen (inkomen en huisvesting) beïnvloedt ook de lichamelijke gezondheid van gescheiden personen en draagt dus mee bij tot de verklaring van het gezondheidsnadeel of het gezondheidsdeficit van gescheiden versus gehuwden. Een lage sociaal-economische status gaat gepaard met hogere ziektecijfers, meer chronische aandoeningen, een zwakkere zelf gerapporteerde gezondheidstoestand, een kortere levensverwachting en hogere sterftecijfers. Vooral bij vrouwen verklaren materiële omstandigheden de gezondheidstoestand. Cumulatie van veranderingen en van stresserende gebeurtenissen Personen die ten gevolge van de scheiding simultaan of opeenvolgend geconfronteerd worden met verschillende veranderingen en verschillende stresserende gebeurtenissen ervaren, hebben meer kans op depressiviteit. Dit effect zwakt af naarmate de tijd vordert, maar dit gebeurt langzamer naarmate er zich meer stresserende gebeurtenissen hebben voorgedaan rond de scheiding. 3. Besluit De onderzoeksliteratuur geeft aan dat het meemaken van een ouderlijke scheiding in de kinderjaren een impact heeft op de levenskwaliteit en het welzijn van kinderen in hun kindertijd, in hun adolescentie en/of in hun (jong)volwassenheid. Uit veel studies blijkt dat een aantal specifieke factoren, al dan niet gerelateerd aan de echtscheiding zelf, het welzijn van kinderen mee beïnvloeden. Een minderheid van de kinderen die een ouderlijke scheiding meemaakten, ontwikkelt ernstige problemen tijdens hun verdere levensloop. Toch blijven de eerste 2 jaar na de ouderlijke scheiding voor de meeste kinderen een moeilijke en stressvolle periode die hun welzijn vaak negatief beïnvloedt. Een (echt)scheiding heeft ook op korte termijn gevolgen voor het de levenskwaliteit en het welzijn van volwassenen. Kenmerken op het niveau van de betrokkenen, van het oude gezin en het nieuwe gezin en van de omgeving beïnvloeden de relatie tussen een echtscheiding en de gevolgen voor kinderen. Conflict tussen ouders, vóór en na de scheiding, is in veel onderzoek een steeds weerkerende variabele die een vernietigend effect heeft op het welzijn van kinderen. Goede relaties met vertrouwenspersonen vormen een buffer en kunnen zo krachtig werken dat ze de impact van de scheiding temperen of zelfs teniet doen.

15 Ook in het onderzoek bij volwassenen worden enkele factoren aangeduid die het negatieve effect nog versterken. Vooral de verminderde beschikbaarheid van sociale steun en de slechtere financiële situatie bepalen in heel belangrijke mate de negatieve gevolgen van een scheiding. De aanwezigheid van een nieuwe partner kan het negatieve effect doen verminderen of doen verdwijnen. Verder speelt de voorbije huwelijkskwaliteit een rol, alsook wie het initiatief neemt tot de scheiding. Over de impact van een scheiding voor kinderen op langere termijn bestaan nog maar weinig onderzoeksgegevens. De meeste gegevens die voorhanden zijn, zijn van cross-sectionele aard en kunnen geen uitspraak doen over de effecten van een scheiding overheen de hele levensloop van een kind dat een scheiding meemaakt. Maar het beperkte aantal longitudinale studies (waarbij kinderen over hun levensloop gevolgd worden) dat wel bestaat, geeft voeding aan de stelling dat een ouderlijke scheiding zowel op korte als op lange termijn tot aanpassingsmoeilijkheden kan leiden, maar of en hoe lang een ouderlijke scheiding tot aanpassingsmoeilijkheden leidt, varieert van onderzoek tot onderzoek. Onderzoekers zijn het er nog niet over eens of een (echt)scheiding ook gevolgen heeft op langere termijn voor volwassenen. Resultaten over de duur van de impact van een echtscheiding zijn uiteenlopend. Verschillende studies vinden dat naarmate de scheiding langer geleden is, het negatieve effect op het welbevinden verzwakt. Maar andere studies rapporteren geen significante daling in de (psychologische) spanningen over de tijd. Meer longitudinaal onderzoek is wenselijk, ook omdat de oorzaken en gevolgen dan beter in kaart kunnen worden gebracht. Dit soort onderzoek zou veel discussies onder wetenschappers overbodig maken. Ook in het scheidingsonderzoek bij volwassenen of ex-partners is meer longitudinaal onderzoek wenselijk, omdat dan meer zicht wordt verkregen op de langetermijneffecten, de effecten van het hebben van een nieuwe partner bijvoorbeeld, op de precieze oorzaken en gevolgen en de richting van de verbanden. In toekomstig onderzoek mag ook de ruimere maatschappelijke context niet worden genegeerd. Colpin et al. (2001) wijzen in dit verband op misvattingen en vooroordelen ten aanzien van éénoudergezinnen. De maatschappelijke reactie op echtscheiding vormt een belangrijk aandachtspunt omdat ze verdergaat dan enkel het stigmatiseren van de gezinsvorm stigmatiseert: de maatschappelijke reactie heeft bij sommige ouders een weerslag op hun handelen en kan uiteindelijk ook negatieve gevolgen hebben voor de kinderen. Tot slot is er een sterke nood aan Vlaams onderzoek waarbij de determinanten en gevolgen van scheiding en echtscheiding op de hele leefsituatie van mannen, vrouwen en kinderen geïntegreerd in kaart worden gebracht. Literatuur Colpin, H., J. Verhaeghe, L. Vandemeulebroecke, P. Ghesquière, K. Janssen, V. Amerlinckx, E. Cocquyt & H. De Vos (2001), Nieuwe gezinsvormen en onderwijsparticipatie in Vlaanderen, Tussentijds rapport. K.U.Leuven, Leuvens onderzoeksinstituut voor de Gezinsopvoeding en Opvoedingsproblemen & UGent, Vakgroep Onderwijskunde. Lodewijckx, E. (2005), Kinderen en scheiding bij hun ouders in het Vlaamse Gewest, een analyse op basis van Rijksregistergegevens. Onderzoeksproject Scheiding. Brussel: CBGS- Werkdocument 7. Speltincx, E. & T. Jacobs (2000), Gezinsontbinding in Vlaanderen. Boek 2: Gevolgen van echtscheiding. Antwerpen: Steunpunt Gezinsdemografisch panel. Ten Have, M., V. Meertens, P. Scheepers, P. Te Grotenhuis, M. Beekman, A. & W. Vollebergh (2005), Demand for mental health care and changes in service use patterns in the Netherlands. Psychiatric Services, 56, pp

16 Van den Bergh, B., L. Ackaert & L. De Rycke, Tienertijd, Communicatie, opvoeding en welzijn in context: 10- tot 18-jaringen, ouders en leerkrachten bevraagd. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, pp Van Peer, C. (red.), De impact van een (echt)scheiding op kinderen en ex-partners. Studiedienst van de Vlaamse Regering. SVR-studie 2007/1. Vettenburg, N. (2005), Maatschappelijk kwetsbare jongeren op school. Nova et Vetera, 83, 1-2, pp Wauterickx, N. & P. Bracke (2004), Echtscheiding, attitudes en welbevinden. Een longitudinale studie. In: D. Mortelmans, M. Casman, R. Doutrelepont (red.), Elf jaar uit het leven in België: Socio-economische analyses op het Gezinsdemografisch Panel PSBH. Gent: Academia Press.

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen?

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? ONDERZOCHT Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Ik ben ervan overtuigd dat het echt de moeite loont om dieper in te

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Cruciale vragen Verschillen in psychisch welbevinden ts. personen uit gescheiden en nietgescheiden gezinnen?

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind?

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? ONDERZOCHT Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Je opvoedingsstijl

Nadere informatie

ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT

ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT INHOUD Families in transitie, transities in families Facts & Figures: Wat weten we? Maatschappelijke context FiTTiF Goed Gezin(d) Projectdoelstellingen Toolbox Voorbeeld

Nadere informatie

Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1 Vrije Universiteit Brussel, 2 Katholieke Universiteit Leuven Wanneer ouders scheiden, gaan grootouders mogelijk een

Nadere informatie

Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 1990 en 2008

Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 1990 en 2008 2/14 Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 199 en 28 Edith Lodewijckx D/2/3241/326 Vraagstelling Maatschappelijke en culturele ontwikkelingen hebben ingrijpende

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970 Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 197 Edith Lodewijckx Departement Kanselarij en Bestuur, Studiedienst Vlaamse Regering 1 Vijftig jaar evolutie van huishoudens in Vlaanderen: 197-22. Edith

Nadere informatie

Webinar. Thema: conflictscheiding

Webinar. Thema: conflictscheiding Webinar Thema: conflictscheiding Welkom Cindy de Rijke Kompaan en De Bocht Ouderschapsbemiddelaar Peter Verbeeten Instituut voor Maatschappelijk werk medewerker kinderen en scheiden Tijdens de webinar

Nadere informatie

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s) A. Ouderfactoren: gegeven het feit dat de interventies van de gezinscoach en de nazorgwerker gericht zijn op gedragsverandering van de gezinsleden, is het zinvol om de factoren te herkennen die (mede)

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. huiselijkgeweldwb.nl. 0900 126 26 26 5 cent per minuut

Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. huiselijkgeweldwb.nl. 0900 126 26 26 5 cent per minuut Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26 Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld Kinderen die getuige zijn van geweld tussen hun

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Nog steeds liever samen

Nog steeds liever samen Nog steeds liever samen Steeds meer alleenstaanden 20 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder alleenstaand Momenteel zijn er 486 duizend eenoudergezinnen 16 Trouwen niet uit de gratie Ongeveer drie

Nadere informatie

Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk

Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk Enkele trends Bij 2 op 3 echtscheidingen zijn kinderen betrokken Bijna 1 op 4 kinderen heeft gescheiden ouders Gescheiden ouders gaan sneller een

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 167 1 Introductie Zogeheten transnationale gezinnen, gezinnen waarvan de leden in verschillende landen woonachtig zijn, zijn het onderwerp van deze studie.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 2010/19 De leefvorm van bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 Martine Corijn D/2010/3241/451 Samenvatting In het Vlaamse Gewest nam tussen 1999 en 2007 het aandeel

Nadere informatie

echtscheidingsrecht Gegevens uit sociaal wetenschappelijk onderzoek

echtscheidingsrecht Gegevens uit sociaal wetenschappelijk onderzoek Kinderen en het echtscheidingsrecht Gegevens uit sociaal wetenschappelijk onderzoek Amsterdam, 23 mei 2006 Ed Spruijt 1 1 2 Hoofdartikel in Trouw, vorige maand: Veel kinderen slechts één ouder Vooral contact

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

Week tegen de kindermishandeling. Thema: conflictscheiding

Week tegen de kindermishandeling. Thema: conflictscheiding Week tegen de kindermishandeling Thema: conflictscheiding Welkom Cindy de Rijke Kompaan en De Bocht Ouderschapsbemiddelaar Peter Verbeeten Instituut voor Maatschappelijk werk medewerker kinderen en scheiden

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Begeleiding van jongeren met gescheiden ouders: Beslisboom voor professionals

Begeleiding van jongeren met gescheiden ouders: Beslisboom voor professionals Klein Velderman, M. & Pannebakker, F.D. (2016). Begeleiding van jongeren met gescheiden ouders. Beslisboom in het kader van het INBOX project. [ZonMw dossiernummer 729102004] Leiden: TNO, Child Health.

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen. 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen

Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen. 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Scheiding in Vlaanderen onderzoek Team van

Nadere informatie

Jongeren en diversiteit in gezinsvormen. Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen

Jongeren en diversiteit in gezinsvormen. Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen Jongeren en diversiteit in gezinsvormen Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen In welke gezinnen groeien kinderen op? Kinderen geboren buiten huwelijk Bron: FOD Economie 4 Scheiding: belangrijke transitie

Nadere informatie

Lezing, 10 december 2004. Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte

Lezing, 10 december 2004. Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte Lezing, 10 december 2004 Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte Dr. Ludwien Meeuwesen, Sociaal psychologe verbonden aan de Universiteit Utrecht, Afdeling Algemene Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Scheiding en kinderen

Scheiding en kinderen Scheiding en kinderen Dat ik van mijn vader hou, Doet moeder soms verdriet En dat ik van mijn moeder hou Dat weet mijn vader niet. Zo draag ik mijn geheimen mee En loop van hier naar daar. Nog altijd hou

Nadere informatie

Wat betekent scheiden voor een kind?

Wat betekent scheiden voor een kind? Wat betekent scheiden voor een kind? Je hebt besloten om niet meer samen verder te gaan. Een scheiding kan veel gevolgen hebben: het verlies van je partner, contact met vrienden en/of familie, verandering

Nadere informatie

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur 2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur Martine Corijn D/2011/3241/019 Inleiding FOD ADSEI-cijfers leidden tot de krantenkop Aantal

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Eén hart, twee huizen

Eén hart, twee huizen Eén hart, twee huizen Wat (ge)scheiden(de) ouders kunnen doen voor het welzijn van hun kind Annelies Geraets Eén hart, twee huizen Wat (ge)scheiden(de) ouders kunnen doen voor het welzijn van hun kind.

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

Het gezin van morgen. Rood of blauw?

Het gezin van morgen. Rood of blauw? Het gezin van morgen. Rood of blauw? OUTLINE Lessen voor de 21 ste eeuw Maandag 16 november 2015 Koen Matthys & Sofie Vanassche Family and Population Studies Structuur Historische aanloop Van standaardgezin

Nadere informatie

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Financiers: Gemeente Rotterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Utrecht Gemeente

Nadere informatie

Armoede en gevolgen voor kinderen

Armoede en gevolgen voor kinderen Armoede en gevolgen voor kinderen Hilde Kalthoff Zie ook Opgroeien en opvoeden in armoede, Kalthoff 2018 Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Armoede en opvoeden Gevolgen

Nadere informatie

LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD

LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD Matthijs Kalmijn, Katya Ivanova, Ruben van Gaalen, Suzanne de Leeuw, Kirsten van Houdt, Maaike Hornstra NVD/CBS Seminar over Familiecomplexiteit,

Nadere informatie

SIGNAALLIJST KINDERARMOEDE

SIGNAALLIJST KINDERARMOEDE SIGNAALLIJST KINDERARMOEDE 1 Inleiding Als hulpverlener kom je regelmatig situaties tegen waarin je signalen opneemt die erop kunnen wijzen dat een kind in een maatschappelijke kwetsbare positie verkeert.

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 42 JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Onderzoeker: Promotor:

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis Mijn wil is sterker dan mijn grens. (Paula Niestadt) Definitie kwaliteit van leven/qol

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september 2015 Ruben van Gaalen Vooraf (1) Wat is een gezin? Definitie Rijksoverheid (1996) Elk leefverband

Nadere informatie

Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018

Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018 Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018 Opzet Introductie GGD Hollands Midden Relatie tussen armoede, schulden

Nadere informatie

Iene miene mutte. Kinderen, ouders en (echt)scheiding

Iene miene mutte. Kinderen, ouders en (echt)scheiding Iene miene mutte Kinderen, ouders en (echt)scheiding Scheiding Herbekeken Beslissing Man/vrouw/ samen? Scheiding Toename/ afname? Verblijfsregeling? Bilocatie/ moeder/vader Inleiding - 16.000 scheidingen

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

PROTOCOL. School en echtscheiding 2013-2017

PROTOCOL. School en echtscheiding 2013-2017 PROTOCOL School en echtscheiding 2013-2017 De Malelande Juttepeergaarde 2 3824 BE Amerfoort 033-4564410 malelande@kpoa.nl Inleiding Dit protocol is geschreven om ouders en leerkrachten een handreiking

Nadere informatie

scheiding Ouders blijven ouders Recht van spreken

scheiding Ouders blijven ouders Recht van spreken Het is niet niks als je ouders gaan scheiden. Misschien verschiet je er geweldig van. Misschien vind je de nieuwe duidelijkheid juist wel goed. Hoe dan ook, bij zo n scheiding moet er van alles worden

Nadere informatie

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen Hilde Kalthoff Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Eerste jaren hersenontwikkeling, armoede en hechting Armoede,

Nadere informatie

De stad maakt het verschil

De stad maakt het verschil De stad maakt het verschil De Stadsmonitor onder de loep: analyses op de Stadsmonitor Studiedag 16 december 9, Sint-Pietersabdij Gent Leefvormen in de steden, 1995-7 Edith Lodewijckx(SVR) 1 Inhoud 1. Waarom

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen

Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen Ed Spruijt Scheidingsonderzoeker Universiteit Utrecht 32e symposium jeugd- en gezinsonderzoek Nijmegen 15 oktober 2015 Cijfers:

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11 Inhoud Voorwoord bij de 24 e druk 11 1 Inleiding Marcel van Aken en Wim Slot 13 1.1 Adolescentie: een eerste typering 13 1.2 Puberteit en adolescentie 14 1.2.1 Oorsprong van de begrippen puberteit en adolescentie

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België 2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België Martine Corijn D/2011/3241/020 Inleiding Het dalende aantal huwelijken en het stijgende aantal echtscheidingen maakt dat langdurende huwelijken soms minder

Nadere informatie

Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed

Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed dem s Jaargang 8 Mei ISSN 69-47 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving inhoud Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET AANMELDINGSFORMULIER VOOR HET CASUS-OVERLEG

TOELICHTING OP HET AANMELDINGSFORMULIER VOOR HET CASUS-OVERLEG TOELICHTING OP HET AANMELDINGSFORMULIER VOOR HET CASUS-OVERLEG Een casus wordt ingebracht in het casus-overleg door middel van het formulier Schriftelijke aanmelding casus-overleg. Dit formulier wordt

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

Ouders, kinderen & scheiding. Mie Jacobs VCOK

Ouders, kinderen & scheiding. Mie Jacobs VCOK Ouders, kinderen & scheiding Mie Jacobs VCOK Deze workschop Juridische bril: ouders, kinderen & scheiding Hulp- en dienstverlening, informatie Conflictueuze scheiding: vaak voorkomende vragen Uw vragen

Nadere informatie

vervolgonderwijs na de lagere school, waar men tot 14 jaar verblijft. Deze scholen zijn gelegen in Kosice, een stad in Oost-Slowakije met 240.

vervolgonderwijs na de lagere school, waar men tot 14 jaar verblijft. Deze scholen zijn gelegen in Kosice, een stad in Oost-Slowakije met 240. SAMENVATTING De aanwezigheid van sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV) is bevestigd in bijna alle West Europese landen. Gedurende de vroege kinderleeftijd zijn de SEGV groot; ze blijven gedurende

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders.

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders. Protocol omgaan met gescheiden ouders April 2015 We praten over een scheiding; hiermee bedoelen we zowel de ontbinding van een huwelijk, van een geregistreerd partnerschap als het uit elkaar gaan van ouders

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Artikelen. Empty nest-moeders. Ingeborg Deerenberg en Anouschka van der Meulen

Artikelen. Empty nest-moeders. Ingeborg Deerenberg en Anouschka van der Meulen Artikelen Empty nest-moeders Ingeborg Deerenberg en Anouschka van der Meulen Jaarlijks komen ongeveer 8 duizend vrouwen in de fase van het empty nest : hun laatste of enig kind verlaat het ouderlijk huis.

Nadere informatie

PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS

PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS 1. ALGEMEEN. Als ouders van een kind gaan scheiden is dat een zeer ingrijpende gebeurtenis. Dat geldt voor de ouders, maar in nog sterkere mate voor hun kinderen.

Nadere informatie

Samenwoonrelaties stabieler

Samenwoonrelaties stabieler Anouschka van der Meulen en Arie de Graaf Op 1 januari 25 telde Nederland bijna 75 duizend paren die niet-gehuwd samenwonen. Ten opzichte van 1995 is dit aantal met bijna 45 procent toegenomen. Van de

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Uitdagingen voor voorzieningen en beleid

Uitdagingen voor voorzieningen en beleid Uitdagingen voor voorzieningen en beleid Dirk Luyten Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen 1. Hoe zien partnerrelaties van ouders er vandaag uit? 2. Welke uitdagingen zijn er voor partnerrelaties

Nadere informatie

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Sociaal kapitaal en gezondheid Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Inhoudstafel Sociaal kapitaal: definitie Sociaal kapitaal bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Nadere informatie

Opgroeien in gebroken gezinnen:

Opgroeien in gebroken gezinnen: Opgroeien in gebroken gezinnen: Hebben kinderen van hoger opgeleide ouders meer te verliezen? Sue Westerman, Ruben van Gaalen Inleiding Ouderlijke structuur INTACT Niet-INTACT + - Sociaaleconomische en

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie