1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
|
|
- Stefanie Vedder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand synthetisch peptide. Het bevat het aminozuur ornithine, een intermediair in de biosynthese van arginine, welke normaal gesproken niet in natuurlijke eiwitten voorkomt. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in dit peptide, hopelijk relevant voor de komende maand.(4p) HOLIDAY b. Een peptide hoofdketen bevat 3 verschillende bindingen. Welke van deze drie bindingen bezit de minste rotationele vrijheid. Leg uw antwoord uit met een (chemische) tekening van het onderliggende moleculaire fenomeen (tip: resonantie structuren). (4P) Amide binding c. Welke binding(en) wordt (worden) gehydrolyseerd als bovenstaand peptide wordt behandeld met het enzym trypsine? Geef dit aan in het peptide bovenaan de pagina, of geef onderstaand aan welke binding(en) dat is (zijn). (2P) Amide binding tussen O en L
2 d. Verwacht u dat de in 1c gevraagde reactie(s) langzamer, gelijk snel of sneller verloopt (verlopen) als in het peptide de ornithine vervangen zou worden door een arginine? Verklaart u uw antwoord en gaat u daarbij in op de moleculaire structuur van het trypsine enzym. (4P) De reactie zal sneller verlopen omdat ornithine niet zo diep in de S1 pocket van trypsine past (arginine is langer en maakt een betere match met de diep gelegen negatieve lading in de S1 pocket van trypsine). e. U heeft bovenstaand peptide gekristalliseerd en middels een X-ray diffractie patroon de structuur bepaald. De Ramachandran Plot laat zien dat de meeste torsion angles (torsie hoeken) van de bindingen in het peptide waarden hebben rond: Phi = -90, Psi = 120. Maak een schets van de Ramachandran Plot voor dit peptide. (4P) De plot plus het aangeven van het rode gebied. f. In welke secundaire structuur is het peptide gekristalliseerd, gebaseerd op de data van 1e? (2P) Beta-sheet
3 2 Enzymactiviteit (~30 minuten; 20 punten) a. Cysteine proteasen hebben een cysteine en een histidine in de actieve site. Maak met behulp van een aantal tekeningen duidelijk hoe het mechanisme van peptide-binding hydrolyse door een cysteine protease verloopt. Teken hierbij de aminozuren van de actieve site (en natuurlijk het substraat en water) en laat duidelijk zien wat hun rol is. Denk ook aan de intermediairen / overgangstoestand(en) en product(en) die er gevormd worden. (10P) Zonder de aspartaat en met cysteine ipv serine. Een ongeveer 4-tal schetsen van de reactie (intermediairen) volstaat normaal gesproken
4 b. U voert een 1-substraat, enzym gekatalyseerde reactie uit (een enzym reactie waarbij er slechts 1 reactant is) bij drie verschillende enzym concentraties. Hoe veranderen de K M en V max, afhankelijk van de enzym concentraties? (2P) De K M blijft gelijk (is een parameter onafhankelijk van substraat of enzym concentratie) De V max wordt groter bij toenemende enzym concentratie (want V max = k 2 * [E] T ) c. Schets de overeenkomstige dubbel-reciproke plots (Lineweaver-Burk plots) van de drie reacties bij verschillende enzym concentraties, zoals genoemd in 2b, in 1 grafiek. Geef aan welke lijn bij welke enzym concentratie hoort (laag, middel, hoog). (5P) Blauw: laag Zwart: middel Rood: hoog Let even op coherentie met antwoord 2b d. U voert dezelfde 1-substraat, enzym gekatalyseerde reactie nogmaals uit. Echter nu met drie verschillende concentraties van een non-competitieve inhibitor bij een constante enzym concentratie. Schets de overeenkomstige dubbel-reciproke plots van de drie reacties in 1 grafiek. Geef aan welke lijn bij welke inhibitor concentratie hoort (laag, middel, hoog). (3P) Blauw: hoog Zwart: middel Rood: laag
5 3 Membranen en hun eiwitten (~15 minuten; 15 punten) a. De temperatuur van een groeiende bacteriecultuur wordt verlaagd van 37 C naar 25 C. Hoe verandert de vetzuursamenstelling van de membraan phospholipiden van de bacterie? Leg uw antwoord uit. (5P) Bacterien regeluren de fluiditeit van hun membraan door veranderingen in de lengte en verzadigingsgraad van de vetzuurstaarten. Hoe korter de vetzuurstaarten, hoe lager de smelttemperatuur door de verminderde vanderwaalsinteracties en slechtere pakking tussen de staarten. Cis-dubbele bindingen hebben een gekinkte/gebogen conformatie welke de pakking van de vetzuurstaarten in het membraan verstoord en daarmee de fluïditeit van het membraan controleert en een verlaging van de smelttemperatuur veroorzaakt. Bacterien maken dus phospholipiden met kortere vetzuurstaarten en met meer cisdubbele bindingen. b. De hoeveelheid ionen die van de ene kant van een bilaag membraan naar de andere kant worden gebracht door een antibioticum blijkt zeer significant af te nemen bij een verlaging van de temperatuur van 40 C naar 36 C. Heeft u hier te maken met een antibioticum dat fungeert als iontransporteur (Engels: carrier) molecuul of als ionkanaal vormend molecuul? Leg uw antwoord uit. (5P) Het antibioticum fungeert als iontransporteur molecuul. De fluiditeit van het membraan wordt verlaagd door de temperatuur verlaging. Een ion transporteur molecuul (carrier) kan alleen efficiënt ionen over het membraan transporteren als de bilaag voldoende fluïde is (om de beweging van de carrier mogelijk te maken). Een kanaal daarentegen kan ook open staan als de bilaag rigide is (niet noodzakelijk voor antwoord). (Eventueel is een antwoord mogelijk dat het hier gaat om een ionkanaal. In dat geval moet duidelijk aangegeven worden dat de functie van het kanaal temperatuurafhankelijk is, als reguleringsmechanisme voor de activiteit van kanalen.) c. Naast ATP hydrolyse bestaat er nog een tweede vorm van energie welke gebruikt kan worden om actief verbindingen over het membraan heen te transporteren / pompen. Geef aan welke vorm van energie dit is en leg het principe kort uit. (5P) De concentratiegradiënt van een andere verbinding kan ook dienen als drijvende kracht, door deze te koppelen met het transport van de beoogde verbinding. Hiervoor wordt de andere verbinding (bijvoorbeeld een ion) getransporteerd naar de lagere concentratie (levert energie) om de beoogde verbinding tegen de concentratiegradiënt in te transporteren (kost energie) met hetzelfde transmembraaneiwit / pomp. (symporters of antiporters). Eventueel licht /hv ook goed keuren, indien correct uitgelegd.
6 4 Over DNA (~25 minuten; 20 punten) a. Teken de volledige moleculaire structuur van dctp. (6P) Of andere protoneringstoestand b. De bijgevoegde grafiek laat de relatie zien tussen het percentage GC baseparen in DNA en de smelttemperatuur van het DNA. Verklaart u zo specifiek mogelijk deze relatie. (4P) GC base paren hebben 3 waterstofbruggen en AT base paren hebben er slechts twee. Het hogere percentage GC betekent dus dat er meer secundaire interacties zijn tussen de twee ketens en de dubbelhelix daardoor stabieler is (waardoor er een hogere smelttemperatuur is.
7 c. Noem tenminste drie enzymen die betrokken zijn bij de replicatie van DNA in de cel en leg uit welke rol deze enzymen hebben / wat ze doen. (6P) bijvoorbeeld (maar meer antwoorden mogelijk): DNA polymerase: adderen de monomeren (dntps) aan de nieuwe DNA keten DNA helicase: trekt de dubbel helix uit elkaar, zodat de enkele strands beschikbaar geraken als templaat Topoisomerase: ontvouwt de supercoiling die ontstaat door de separatie van de DNA dubbel helix d. De restrictie enzymen KpnI en Acc65I herkennen en knippen dezelfde sequentie van 6 baseparen (zie figuur). Echter, het product van de uiteinden (sticky ends) gevormd door knippen met KpnI kan niet geligeerd (geplakt) worden aan de uiteinden gevormd door knippen met Acc65I. Leg uit hoe dit komt. (4P) Alhoewel de twee enzymen dezelfde sequentie knippen, breken ze verschillende bindingen. Knippen met KpnI of met Acc65I geeft overhangen aan verschillende strands (3 versus 5 ). Deze uiteinden zijn niet complementair / vertonen geen overlap.
8 5 Van DNA naar RNA (~15 minuten; 10 punten) a. De sequentie van een gedeelte van een mrna is 5 AUGGGGAACAGCAAGAGUGGGGCCCUGUCCAAGGAG 3 Geef de sequentie van de coderende DNA streng en van de DNA templaat streng. (4P) Coderende DNA streng: 5 ATGGGGAACAGCAAGAGTGGGGCCCTGTCCAAGGAG 3 DNA templaat: 3 -TACCCCTTGTCGTTCTCACCCCGGGACAGGTTCCTC-5 b. mrna wordt na transcriptie gemodificeerd. Wat voor functies heeft de 5 -modificatie? Noem er twee. (4P) Verhoogt de stabiliteit van het mrna. Dient als herkenningspunt/startpunt voor het binden van het ribosoom aan mrna. c. RNA is chemisch instabiel bij hogere ph (basisch), zeker in vergelijking met DNA. Leg met behulp van een moleculaire tekening uit, wat hiervan de reden is. (2P) volstaat. Een gecondenseerde versie hiervan
9 6 Van RNA naar eiwit (~20 minuten; 15 punten) a. Een transfer RNA (trna) met een anticodon tegen UGU wordt enzymatisch geconjugeerd aan zijn natuurlijk aminozuur cysteine. Vervolgens wordt deze cysteine chemisch gemodificeerd tot alanine (met behulp van Raney nickel). Dit synthetische aminoacyltrna wordt toegevoegd aan een eiwitsynthese systeem dat alle noodzakelijke componenten bevat, behalve dit trna. Er wordt mrna aan het mengsel toegevoegd om getranslateerd te worden. Een gedeelte van de sequentie van dit mrna is: 5 UUUUGCCAUGUUUGUGCU 3 Wat is de sequentie van de overeenkomstige aminozuursequentie? De eerste drie basen zijn meteen een coderend triplet codon. (5P) Phe-Cys-His-Val-Ala-Ala (FCHVAA) b. Eiwitten hebben over het algemeen een laag percentage methionine en tryptophaan en hoge concentraties van leucine en serine. Legt u uit hoe de genetische code zich hierop heeft ingesteld. Geef tevens een voordeel van deze situatie. (6P) Veel voorkomende aminozuren hebben de meeste codons (e.g., Leu en Ser hebben er elk zes), terwijl weinig voorkomende aminozuren de minste codons hebben (Met en Trp hebben er elk slechts een). Voordelen (bijvoorbeeld) -Bij veel voorkomende aminozuren zal de kans dat een puntmutatie tot een ander aminozuur leidt kleiner zijn. -Veel voorkomende aminozuren moeten vaker ingebouwd worden. Om voldoende bouwstenen aan te kunnen leveren aan het ribosoom (in de vorm van beladen trnas) is het gebruik van meerdere codons gunstig.
10 c. Naast ATP als energiebron is GTP ook een belangrijke component in de eiwitsynthese in de cel. Geef de namen van twee eiwitten / processen waarbij GTP wordt gebruikt tijdens de eiwitsynthese. (4P) Bijvoorbeeld: Elongatie Factor Tu (EF-Tu of EF-1) of korte beschrijving van het proces. Elongatie Factor G (EF-G of EF-2) Initiation Factor 2 (IF-2) Bonusvraag (~1 minuut; max. 5 punten extra) Noem 1 van de winnaars van de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde van 2001, voor de ontdekking van de moleculen welke de celcyclus reguleren. Tip: een van de winnaars was recent nogal in het nieuws vanwege een vermeende seksistische uitspraak. Sir Richard Timothy (Tim) Hunt Of in het kort: Tim Hunt. Eventueel mag ook: Leland H. Hartwell of Paul Nurse
(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatieTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-01-2010 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie) 1 (~30 minuten; 20 punten) Onderstaand is een stukje
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) LLORETDEMAR (iedere fout -1P)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 28-06-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten (~15 minuten;
Nadere informatieOnderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus:
1 Onderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus: a. Geef de 1-lettercode van de 6 uitgeschreven aminozuren in de
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) WEETIKNIET
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
EINDTETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-06-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
1 2 3 4 5 6 B EINDTOETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 15-08-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag!
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT
ANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT ANTWOORDEN 6.5 /TM 6.8 Codering 1.een juiste aanvulling van het schema : nucleotiden in mrna juist nucleotiden in DNA juist 3 kant en 5 kant bij mrna en DNA juist
Nadere informatieChymotrypsine. Deze heeft een S1 pocket waarin grote, aromatisch zijstaarten passen. Waarschijnlijk past de zijstaart van X daar ook in.
1 Peptiden en eiwitten (~30 minuten; 20 punten) a. Geef de 1-lettercode van de volgende supersnelle, maar recent ook haperende, aminozuursequentie. De sequentie bevat een non-proteïnogeen aminozuur welke
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
HERTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 28-01-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode
Nadere informatieDe onderstaande aminozuursequentie maakt deel uit van een eiwit dat een rol speelt bij bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 31-10-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen!
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatieHetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatie94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten
94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie
Nadere informatie1. Welk(e) van de volgende baseparen komt(en) van nature voor in een DNA dubbele helix. Omcirkel deze. C-G
Tentamen Biochemie MST. Deel 2 29 oktober 201 1:0-1:0u (17:00u met handicap) Antwoorden invullen op dit vel. 90 punten is een Den, 0 punten is een 1 Naam: Studentnr: 1. Welk(e) van de volgende baseparen
Nadere informatieBIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6
BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieWe wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!
Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor
Nadere informatie1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand peptide, recent van ons heengegaan. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in dit peptide.(2p) PRINCE b. Bovenstaande aminozuursequentie
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Interactieve opgaven bij de hoofdstukken 5 t/m 8 van Biology, Campbell Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken van Campbell s Biology : Hoofdstuk 5.4, pagina 77-86:
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 7 en 8 van Biology, Campbell, 9 e druk Versie 2012-2013 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieTentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden
Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd
Nadere informatievan de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie
Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Michael Egmont-Petersen Watisdebetekenis [in brede zin] van het menselijk genome? Welke structuur hebben de
Nadere informatieHERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma
DNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je, als
Nadere informatiewww. Biologie 2001 Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G - A - C - T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één
Nadere informatieVoorblad bij tentamen
Voorblad bij tentamen (in te vullen door de examinator) Vaknaam: Biochemie Vakcode: 8RA00 toetscode 8RA09 Datum: 18-08-2017 Begintijd: 09:00 Eindtijd: 12:00; of 12:30 in geval van verlenging Aantal pagina
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 5, 6 en 7 van Biology, Campbell, 7 e druk juli 2007 Introductie Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken
Nadere informatieBiologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.
Biologie Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G A C T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één organisme. 4.
Nadere informatieAminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 6 en 7 van Biology, Campbell, 10 e druk Versie 2014-2015 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieComputer Ondersteund Onderwijs (COO).
Computer Ondersteund Onderwijs (COO). Over DNA en eiwit is er een computer praktikum. Bij dit COO leer je via een interactieve manier omgaan met de stof. Opstarten COO. Ga naar de site van het departement
Nadere informatieHumane levenscyclus 1
Humane levenscyclus 1 Genexpressie 2 8 september 2011 Doel: Genexpressie (via welke stappen de informatie die in het DNA is opgeslagen gebruikt kan worden om eiwitten te vormen. Differentiële genexpressie
Nadere informatieTentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:
CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.
Nadere informatieBiochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal
Biochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal Nora Goosen Moleculaire Genetica Leids Instituut voor Chemie Universiteit Leiden 1. Introductie Elke vorm van leven op aarde is opgebouwd uit
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatieSAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE
SAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE In dit proefschrift is de activiteit van het Escherichia coli UvrA eiwit bestudeerd met zgn. single-molecule microscopie technieken, waarmee individuele eiwit-complexen
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18950 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18950 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Velthuis, Arend Jan Wouter te Title: A biochemical portrait of the nidovirus RNA
Nadere informatieTentamen Biochemie MST 25 september 2015 deel 1
Tentamen Biochemie MST september 01 deel 1 Naam: 1:00 1: (1:00 met handicap) deel 1: Eiwi*en (Gesloten boek: alleen potlood/pen & gum, GEEN grafische rekenmachines) 100 punten 16 1a. Teken de chemische
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatiePeriode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA
Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk
Nadere informatieHand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.
Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie
Nadere informatieGENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING
GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING LEERLINGENHANDLEIDING GENOMISCH KOOKBOEK 1 HOOFDSTUK 1 DNA EN DE ROL VAN RNA BIJ TRANSCRIPTIE 1.1 Hieronder zie je een vak met daarin de begrippen DNA en RNA. Maak
Nadere informatie1 (~20 minuten; 15 punten)
HERTENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 20-04-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieDesoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom.
Desoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom. Afbeelding 2. DNA-nucleotide.1 Bij het aan elkaar koppelen van nucleotiden gaat het 3e C-atoom
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Om te kunnen overleven moeten micro-organismen voedingsstoffen opnemen uit hun omgeving en afvalstoffen uitscheiden. Het inwendige van een cel is gescheiden
Nadere informatie4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede
Nadere informatievwo eiwitsynthese 2010
vwo eiwitsynthese 2010 Aan- en uitzetten van genen Escherichia coli leeft in de dikke darm van onder andere de mens. Deze bacterie heeft vijf structurele genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn
Nadere informatieSamenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren.
152 Samenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren. Door een reactie met het DNA veranderen deze factoren de moleculaire
Nadere informatieFiguur 1. Representatie van de dubbele helix en de structuren van de verschillende basen.
Het DNA molecuul is verantwoordelijk voor het opslaan van de genetische informatie die gebruikt wordt voor de ontwikkeling en het functioneren van levende organismen. Aangezien het de instructies voor
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer
ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit
Nadere informatieProeMentamen Biochemie MST. DNA 90 punten is een Ien, 0 punten is een 1
ProeMentamen Biochemie MST. DNA 90 punten is een Ien, 0 punten is een 1 1. Welk(e) van de volgende baseparen komt(en) van nature voor in een DNA dubbele helix. Omcirkel deze. R R. Teken de chemische structuur
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieToelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieToelatingsexamen arts blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied
Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieIntracellulaire compartimenten en transport
Intracellulaire compartimenten en transport versie 2017-2018 Vragen bij COO over hoofdstuk 15 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier
Nadere informatieTentamen Celbiologie. DATUM TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Beantwoord elk onderdeel op een apart vel. Veel succes!
Tentamen Celbiologie DATUM 19-11-2004 TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Dit tentamen bestaat uit onderdelen: - Onderdeel 1 bestaat uit twee vragen (vraag 1-2) 20 punten - Onderdeel 2 bestaat uit
Nadere informatieTentamen Van Mens tot Cel
Tentamen Van Mens tot Cel 1. Hans en Tineke willen graag een kindje. Zowel de ouders van Hans als de ouders van Tineke zijn beide drager van een autosomaal recessieve ziekte. Wat is de kans dat Hans en
Nadere informatieOefenopgaven Biochemie
6VW efenopgaven Biochemie Parkinson De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening. Wanneer van een bepaalde soort hersencellen een aanzienlijk deel is afgestorven, komt deze ziekte tot uiting.
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011
HANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011 DNAbAND is aanvankelijk ontwikkeld voor 1 e jaars modules moleculaire biologie binnen de unit Life Sciences and Technology, een samenwerking tussen Hogeschool
Nadere informatie4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat
1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch
Nadere informatieTentamen Farll. 20 December 2006 15.15-17:15
Tentamen Farll 20 December 2006 15.15-17:15 zaal 5201/5203 Belangrijk: Beantwoord vragen 1 t/m 5 op dezelfde antwoordformulier~. Beantwoord vragen 6 t/m 8 op een.9q9i! antwoordformulier. let op etk antwoordformulier
Nadere informatieNaam : Examinator 100% = 10 = 63 punten
Celbiologie 2 (MIB 10306) Biochemie deel Maandag 18 december 2006, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier worden ingevuld.
Nadere informatieStudentnummer: Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord.
Naam: Studentnummer: FLP1 Tentamen 31 05 2013, 14:00 17:00h Dit tentamen bestaat uit 25 opgaven op 6 bladzijden. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord. Je mag boek,
Nadere informatieDeze drie stappen vormen een cyclus die 25-40 keer herhaald wordt (Fig. 7.1.).
Hoofdstuk 7 Polymerase ketting reactie De polymerase ketting reactie (PCR) is een snelle in vitro methode voor de selectieve amplificatie van een specifiek geselecteerd deel van een DNA-sequentie. Dit
Nadere informatieGEPE. Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016. 28 september 2015. 13.30-16.00 uur
GEPE Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016 28 september 2015 13.30-16.00 uur Naam: (in blokletters) Registratienummer 1. Begin met je naam en overige gegevens in te vullen. 2. Gebruik voor de beantwoording
Nadere informatieScheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18
Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.
Nadere informatie2,4. Samenvatting door R woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Stofwisseling Biologie. Atomen en Moleculen
Samenvatting door R. 1478 woorden 5 maart 2014 2,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling Biologie Atomen en Moleculen -Stof à moleculen à atomen (in kleine hoeveelheden
Nadere informatiescheikunde vwo 2017-I
PAL 1 maximumscore 1 NH 3 2 maximumscore 4 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de restgroepen juist weergegeven en 1 de peptidebindingen juist weergegeven en de rest van de structuurformule
Nadere informatieExamen structurele bioinformatica Naam:
1. Naast helices en beta strengen kunnen we nog een derde type van secundaire structuur onderscheiden in eiwitten. Welke, waar vinden we ze typisch in de 3D structuur en hoe worden ze nog verder onderverdeeld?
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend onder de naam bakkersgist. De bekendste toepassing van deze gist is het gebruik voor het rijzen van brood, maar
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Algemene structuur van een nucleotide (links) en de structuren van de verschillende basen (rechts).
DA is het molecuul dat in levende organismen alle genetische informatie bevat. et komt doorgaans voor als een dimeer van twee complementaire nucleotide-polymeren, waarbij de individuele nucleotiden in
Nadere informatieDNA, RNA en eiwitten: rules and regulations
DA, RA en eiwitten: rules and regulations met een uitgebreide toelichting VW, scheikunde Marnix College Ede DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 SAMEVATTIG AFSPRAKE DA, RA, AMIZURE
Nadere informatie4. Een heeft een zowel een gunstig patroon van waterstofbruggen en φ en ψ waarden die binnen het toegelaten gebied van een Ramachandran diagram vallen
1. Dialyse gebruikt een semipermeable membraan die: a. Kleine moleculen en water tegenhoudt maar eiwitten doorlaat b. Eiwitten scheidt op basis van hun lading c. Eiwitten scheidt op basis van hun densiteit
Nadere informatieSamenvatting Biologie B2
Samenvatting Biologie B2 Samenvatting door Jacco 2000 woorden 22 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat kun je doen met DNA DNA bevat eigenschappen over een organisme.
Nadere informatieProteomics. Waarom DNA alleen niet genoeg is
Proteomics Waarom DNA alleen niet genoeg is Reinout Raijmakers Netherlands Proteomics Centre Universiteit Utrecht, Biomolecular Mass Spectrometry and Proteomics Group Van DNA naar organisme Eiwitten zijn
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Gisten zijn ééncellige organismen. Er zijn veel verschillende soorten gisten, waarvan Saccharomyces cerevisiae, oftewel bakkersgist, de bekendste is. Gisten worden al sinds de
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Parkinson 1 CH 2 CH NH 2 O C CH 2 CH 2 NH 2 + CO 2 uitsluitend de structuurformule van L-dopa voor de pijl 1 CO 2 na de pijl 1 juiste structuurformule van dopamine na de pijl 1 2 Een
Nadere informatieVIII Samenvatting voor alle anderen
VIII Samenvatting voor alle anderen Voor het bestuderen van biologische processen, zoals die plaatsvinden in alle levende cellen van zowel flora als fauna, wordt vaak gebruik gemaakt van bacteriën. Bacteriën
Nadere informatieTranscriptie en de Genetische code
Transcriptie en de Genetische code DNA getranscripteerd tot RNA, 3 grote groepen mrna: codeert voor proteïnen rrna: onderdeel van de Ribosomen trna: koppeling tussen AZ en het mrna De informatieflow gaat
Nadere informatieStructuur, vorm en dynamica van biologische membranen
SAMENVATTING Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen Biofysica is de studie van de natuurkunde achter biologische processen. Haar werkterrein is voornamelijk de individuele cel. Cellen zijn
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De Gram-negatieve bacterie Escherichia coli wordt omgeven door twee membranen, namelijk een binnenmembraan en een buitenmembraan, die van elkaar gescheiden zijn door het periplasma (Fig. 1,
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo I
Beoordelingsmodel PKU 1 maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: CH 3 S H 2 N CH 2 CH 2 C H O C N H OH CH 2 C H O C N H HO CH 3 CH C H O C peptidebindingen juist getekend 1 het begin
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer. Zie voor de structuren van de gebruikte co- factoren de bijgevoegde appendix
Tentamen iomoleculaire Chemie Vrijdag 3 juli 2015, 14:00-17:00 Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer Zie voor de structuren van de gebruikte co- factoren de bijgevoegde appendix pgave 1
Nadere informatieMoleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen
Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken
Nadere informatieGENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)
GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) VAN DNA NAAR EIWIT GENETICA EN EVOLUTIE DNA Alle erfelijke informatie ligt opgeslagen in DNA in de vorm van genen.
Nadere informatieExamen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA
Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting 125 126 Samenvatting De familie van Nudix hydrolase enzymen omvat een groep verwante eiwitten die een specifieke chemische omzetting in nucleotieden kunnen faciliteren. In dit proefschrift
Nadere informatie