Middelen om aan de druk te ontsnappen. inaugurele rede door prof. dr. a.c. huizink

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Middelen om aan de druk te ontsnappen. inaugurele rede door prof. dr. a.c. huizink"

Transcriptie

1 Middelen om aan de druk te ontsnappen inaugurele rede door prof. dr. a.c. huizink

2 inaugurele rede prof. dr. a.c. huizink De adolescentie is bij uitstek een fase waarin voor het eerst wordt geëxperimenteerd met het gebruik van tabak, alcohol en cannabis. Op zeer jonge leeftijd al experimenteren met deze middelen en een snelle overgang naar regelmatig gebruik, kan gezien worden als riskant middelengebruik. Sommige jongeren zijn kwetsbaarder voor het ontwikkelen van riskant middelengebruik. Dit kan afhangen van hun genetische aanleg en van de interactie met bepaalde omgevingsfactoren. Daarnaast speelt mogelijk een bepaald endofenotype, iemands stressgevoeligheid, een rol. Er bestaan verschillende theorieën en empirische studies bij dieren en volwassenen die stress aan verslaving koppelen. Onder stressvolle condities lijkt het belonende effect van middelengebruik versterkt aanwezig te zijn en gedragen mensen zich impulsiever. Mogelijk zijn jongeren gevoeliger voor deze effecten van stress. Tot op heden is grotendeels onbekend hoe stressreactiviteit in de adolescentie samenhangt met riskant middelengebruik. Door biomarkers toe te voegen aan lopend en nieuw orthopedagogisch onderzoek naar riskant middelengebruik bij jongeren, wordt beoogd een vollediger beeld te krijgen van wat ten grondslag ligt aan riskant middelengebruik. Anja Huizink (1969) studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 2000 promoveerde zij aan het Universiteit Medisch Centrum Utrecht op een proefschrift over de relatie tussen prenatale stress en de ontwikkeling van kinderen na de geboorte. Van deed zij bij de afdeling Kinder-en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus Medisch Centrum onderzoek naar risicofactoren voor middelenmisbruik bij jongeren. Sinds 2009 werkt zij bij de Universiteit van Amsterdam, waar zij binnen het onderzoeksinstituut Child Development & Education haar onderzoek verder voortzet. Daarnaast is zij sinds juli 2009 hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

3 middelen om aan de druk te ontsnappen

4

5 Middelen om aan de druk te ontsnappen Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Biologisch-psychologisch onderzoek naar verslaving bij jeugdigen voor de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen op vrijdag 19 maart 2010 door prof. dr. A. (Anja) C. Huizink

6 4 Vormgeving en opmaak: Nies en Partners bno, Nijmegen Fotografie omslag: Gerard Verschooten Drukwerk: Drukkerij Roos en Roos, Arnhem isbn Prof. dr. A. (Anja) C. Huizink, Nijmegen, 2010 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt middels druk, fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthouder.

7 middelen om aan de druk te ontsnappen 5 Mijnheer de rector magnificus, Zeer gewaardeerde toehoorders, Onze wereld is een drukke wereld. Voor adolescenten, jongeren in de leeftijd van grofweg 12 tot 18 jaar, is de wereld van nu misschien wel drukker dan de wereld die volwassenen van nu meemaakten in die levensfase. Denk alleen maar aan de diverse vormen van continue communicatie die wij tegenwoordig tot onze beschikking hebben waarmee vooral jongeren als uitgesproken experts omgaan. Stil zal het weinig zijn in het leven van een gemiddelde puber: via msn, sms, hyves, facebook, twitter en de meer ouderwetse methodes van mobiel bellen en gewoon en, kun je steeds in contact blijven met je echte en virtuele vrienden en vriendinnen. Het hoort erbij, je hoort erbij als je meedoet, en je ontwikkelt er ongetwijfeld vaardigheden mee die ertoe doen in je volwassen leven. Het levert prikkels genoeg, voor jongeren in deze tijd, zou je denken. grenzen verleggen en op zoek naar prikkels In de adolescentie wordt verwacht dat je je als kind los gaat maken van je ouders, je eigen identiteit en interesses gaat ontwikkelen, leert ontdekken waar je talenten liggen en wat voor beroep je zou willen uitoefenen. Van groot belang in deze fase is ook het aangaan van relaties met leeftijdsgenoten. Alle nieuwe communicatiemethodes helpen daar zeker bij. Ouders worden vaak, per definitie, als ouderwets gezien, hoe hip ze ook zijn, want zelfs dat is dan zo passé - hoewel ze dat zelf niet door lijken te hebben. De adolescent staat voor een nieuwe wereld, een wereld met meer mogelijkheden dan zijn of haar ouders inzien. Een wereld die overweldigend is, en het helpt om je daarbij duidelijk voor ogen te houden wat goed is en wat fout, in een duidelijke tweedeling. Idealisten en wereldverbeteraars worden geboren in de adolescentie, en veel energie wordt gestoken in de groep of de beweging waartoe je je het meest voelt behoren. Dat kan een sportclub zijn, of een groep hangjongeren, die hetzelfde denken en willen als jij. Emoties worden intens beleefd, onrecht voelt als een persoonlijke aanval. Het opzoeken van de grenzen is bijna per definitie een onderdeel van de adolescentie, het hoort erbij en is normaal, tot op zekere hoogte, of misschien moet je juist zeggen: tot een bepaalde grens. Ouders worden getest op hun discipline en regels, die vrijwel altijd als stom en beperkend worden gezien. Vrienden en vriendinnen worden uitgeprobeerd, tot een goede fit wordt gevonden, met een groep of groepje waar je je echt bij voelt horen. Ervaringen worden opgezocht die een kick geven, en dat kan van alles zijn, als het maar samengaat met iets wat tenminste een beetje angst oproept, door het vreemde en onbekende, of het illegale ervan. De kick ontstaat als je die angst dan overwint door het gewoon te doen, vaak ook nog in groepsverband, want dan durf je veel meer. Dat kan variëren van tien keer achter elkaar in de engste achtbaan met je handen los, tot stenen gooien van een viaduct naar auto s. Natuurlijk hoort middelengebruik hier ook bij. De eerste sigaret, het eerste glas alcohol, de eerste joint, of misschien wel

8 6 door prof. dr. a.c. huizink een paddo - dit is de fase waarin daarmee wordt geëxperimenteerd door veel jongeren. Hoe vies die eerste sigaret ook smaakt, of dat glas zure rode wijn, het idee dat je het gewoon gedaan hebt, geeft al een kick. Adolescenten zijn gevoeliger voor deze kickervaringen. Hun hersenen zijn nog volop in ontwikkeling, dat weten we door huidige inzichten uit hersen onderzoek. Vooral bepaalde gebieden die te maken hebben met emoties zijn sterk onderhevig aan ontwikkeling in deze levensfase. De nucleus accumbens, een gebied dat diep in de hersenen ligt, en bij de basale ganglia hoort, is heel gevoelig voor beloning en ook voor de anticipatie op beloning. In de adolescentie, al op de leeftijd van jaar, en ook bij jarigen nog, is er een uitvergrote reactie te zien van dit hersengebied bij mogelijke beloning. Datzelfde geldt voor een gebied dat het gedrag stuurt richting het bereiken van die beloning: de orbitofrontale cortex. Dat kan mede verklaren waarom het thrill seeking gedrag zo bij de puberteit lijkt te horen. Naast de prikkels die horen bij het dagelijkse leven, worden nieuwe prikkels dus ook actief opgezocht. middelengebruik in de adolescentie Zoals gezegd, wordt in de adolescentie voor het eerst geëxperimenteerd met middelen: in eerste instantie vooral met sigaretten en alcohol, later ook met cannabis en andere coffeeof smartshopartikelen, hoewel dat voor een veel minder grote groep jongeren geldt. Alcohol wordt gedronken op feestjes, bij vrienden, in een indrinkkeet, ook onder toeziend oog van ouders, al lang voor de door reclames genoemde leeftijdsgrens van 16 jaar. Iets meer dan de helft van de jongeren onder de 16 geeft aan dat zij op schoolfeesten alcohol kunnen krijgen en ook drinken. In Nederland is de leeftijd waarop men voor het eerst alcohol heeft geproefd tussen de 11 en 14 jaar. Volgens cijfers van het Trimbos instituut was maar liefst 15 procent van de adolescenten 10 jaar of jonger toen zij hun eerste alcoholische drankje nuttigden. Uit landelijk onderzoek komt verder naar voren dat 56 procent van de 12-jarigen al eens alcohol heeft gedronken; op 14-jarige leeftijd is dit percentage toegenomen tot 81 procent (zie Figuur 1). In het weekend drinkt meer dan de helft van de 15-jarigen 5 glazen of meer per keer: het zogenaamde bingedrinken. U kent inmiddels de berichten vanuit de Figuur 1. Percentage van Nederlandse jongeren die bij een bepaalde leeftijd hun eerste alcoholische consumptie hebben genuttigd. krant over comadrinken, of-

9 middelen om aan de druk te ontsnappen 7 wel alcoholintoxicatie: het eerste woord is in 2007 opgenomen in de Dikke van Dale, wat iets zegt over de populariteit ervan. Er is een oplopende trend te zien van opnames van jongeren door alcoholintoxicatie: in 2008 waren dat er 337, in 2007 net geen 300, terwijl in 1999 het maar om 2 gevallen ging. De gemiddelde leeftijd van deze jongeren is 15 (van Laar e.a., 2007). Deze toename kan deels te maken hebben met een betere registratie, of het sneller naar een ziekenhuis gaan bij extreme dronkenschap van jongeren, maar hoe dan ook is elk geval er één te veel. Een nieuwe trend vanuit Amerika wordt ook al genoemd: slimmen. Dat wil zeggen dat een tampon doordrenkt met wodka of een andere sterke drank anaal of vaginaal wordt ingebracht. Jongeren, zo kunnen we wel stellen, zijn dus creatief in het bedenken van steeds iets nieuws om met middelen te experimenteren. We hebben verder in Nederland de twijfelachtige eer om met het drankgebruik van onze jonge adolescenten bovenaan de top te staan van omringende Europese landen. Opvallend is dat in Nederland ook het meest van alle Europese landen (vooral door meisjes) de zogenaamde alcopops, waar breezers een voorbeeld van zijn, worden gedronken. Hoe kunnen we verklaren waarom Nederland zo hoog scoort op deze vormen van alcoholgebruik? Heeft dat te maken met onze tolerantie ten aanzien van middelengebruik? Daar weten we momenteel nog te weinig van, maar het biedt een goede kans voor onderzoekers om dit verder uit te zoeken. Roken komt iets minder vaak voor dan alcoholgebruik. Hoewel veel jongeren wel eens een trekje van een sigaret proberen, voor de kick, gaat een kleinere groep ook daadwerkelijk roken. Uit ons eigen onderzoek binnen trails kwam naar voren dat een kwart van alle jongeren, al voor hun twaalfde jaar hun eerste sigaret opsteekt. In vergelijking met Europese cijfers, is dit ook aan de hoge kant. Gemiddeld rookt in Europa namelijk zo n 7 procent voor hun dertiende jaar voor het eerst. Ruim 60 procent van de Nederlandse jongeren steekt voor hun achttiende jaar wel eens een sigaret op. Dit komt aardig overeen met het Europese gemiddelde (Hibell e.a., 2009). Ongeveer een kwart van alle jongeren blijft roken, maar de mate waarin verschilt nogal. Bijna tien procent rookt dagelijks, en rookt dan gemiddeld 7 sigaretten per dag, de overigen doen het minder frequent. Cannabisgebruik valt niet los te zien van ander middelengebruik. Ongeveer één op de drie jongeren van 16 jaar heeft wel eens geblowd. Dit is iets boven het Europese gemiddelde, maar Nederland staat niet bovenaan. Ongeveer 9 procent van de jongeren geeft aan de laatste maand cannabis gebruikt te hebben, wat als indicatie voor regelmatiger gebruik geldt. Een minderheid van deze groep geldt als wekelijks gebruiker. Hoewel het gebruik van cannabis niet is toegenomen in de laatste jaren, is wel opvallend dat steeds meer jongeren worden aangemeld met, en behandeld voor, cannabisafhankelijkheid (van Laar e.a., 2007). Uit mijn eigen nwo vidi-onderzoek komt naar voren dat jongeren die al voor hun twaalfde jaar een sigaret hebben gerookt, een twintig keer zo grote kans hebben op het gebruik van cannabis (vaak ook op jonge leeftijd), dan jongeren die niet zo jong waren

10 8 door prof. dr. a.c. huizink begonnen met roken. Dit hebben wij gevonden bij Finse jongeren (Korhonen e.a., 2008) maar ook in een replicatiestudie bij Nederlandse trails-jongeren (Korhonen e.a., 2010), een resultaat dat veel mediabelangstelling opleverde bij het uitkomen van het artikel. Vaak wordt cannabis in Nederland ook gebruikt met tabak, en zo versterkt het weer de mogelijke afhankelijkheid van tabak. De verklaring voor deze sterke samenhang tussen tabaksgebruik en cannabisgebruik, staat nog niet vast. Mogelijk speelt de gedeelde manier van inname van de middelen, door inhalatie, wel een rol, zo bleek uit onderzoek van Agrawal en Lynskey (2009). Dit klopt met onze bevinding dat de relatie tussen alcohol gebruik op jonge leeftijd en cannabisgebruik wel aanwezig bleek te zijn, maar veel minder sterk was. Door eerst tabak te roken, worden bepaalde paden in de hersenen extra sensitief voor het inhaleren van een ander middel, waardoor het belonende effect daarvan mogelijk ook sterker is. Uit ons eigen onderzoek bij Finse tweelingen bleek dat genetische factoren ook voor een deel het samen voorkomen van vroeg gaan roken en vervolgens gaan blowen kunnen verklaren: ongeveer een kwart wordt hierdoor verklaard (Huizink e.a., 2010). Voor een deel spelen ook gedeelde omgevingsfactoren daarbij een rol: zo n 14 procent wordt hierdoor verklaard. Dat betekent echter ook dat meer dan de helft van de variatie in cannabisgebruik niet verklaard wordt door genetische en omgevingsfactoren die ook vroeg roken voorspellen. Het is natuurlijk zeer interessant om verder te onderzoeken hoe het dan toch komt dat jong roken zo n sterk verband heeft met blowen. De veelgehoorde opvatting dat externaliserende gedragsproblemen hieraan grotendeels ten grondslag kunnen liggen, bleek niet te kloppen met onze resultaten, want dat verband was niet heel sterk. Ook dat was een opmerkelijke bevinding. Het is goed mogelijk dat biologische factoren, zoals de genoemde sensitisatie in de hersenen, maar ook het kunnen verdragen van inhalatie van een middel doordat men al heeft leren roken, belangrijker zijn dan tot nu toe werd aangenomen. wat is normatief en wat is deviant? Uit bovenstaande cijfers valt op te maken dat experimenteren met middelen heel normaal is in de adolescentie. Ook wat regelmatiger alcoholgebruik komt vaak voor. Van alle volwassenen drinkt procent wel eens alcohol. Van alle jongeren tot 18 jaar is dat bijna 60 procent. Kun je dan nog spreken van afwijkend, of deviant gedrag, of hebben we hier te maken met normatief gedrag waar je je vooral niet druk over hoeft te maken? Roken lijkt in ieder geval tegenwoordig steeds meer als deviant te worden beschouwd. Het is niet meer gewoon of toegestaan om op veel openbare plaatsen te roken. Als u zich de oude tv-opnames en tv-series nog herinnert, waarin interviewers flink paffend in beeld zaten, of als u denkt aan een serie als Mad Men, waar constant iemand in beeld rookt, dan was dat vroeger wel anders. Wat als normatief en deviant wordt beschouwd is dus ook afhankelijk van de tijdsgeest. Dat bepaalt zeker ook de onderzoeksagenda, de focus die subsidiegevers en onderzoekers zelf leggen op onderzoek dat als noodzakelijk wordt gezien.

11 middelen om aan de druk te ontsnappen 9 Cannabis gebruik neemt nog een bijzondere plaats in, in dit verband. Tegenover de tendens van inmiddels jarigen om blowen niet als schadelijk te (willen) zien, omdat zij zelf tijdens de Flower Power-periode ook regelmatig mellow door het leven gingen, en het in hun eigen ogen ver Figuur 2. Gemiddelde concentratie THC in wiet en hasj hebben geschopt, staan de harde producten. feiten: er worden steeds meer jongeren opgenomen met een cannabisafhankelijkheid, die echt lijkt te bestaan, en de werkzame stof van cannabis (thc) is behoorlijk toegenomen in met name de Nederwiet en Nederhasj producten (zie Figuur 2). Als je nu een joint opsteekt, word je dus blootgesteld aan een grotere dosis dan in de jaren zeventig. Zo mellow is dat niet meer. Ik zal u niet vermoeien met een waslijst aan mogelijke schadelijke gevolgen van alcoholgebruik, roken en ander middelengebruik. U kunt dit zelf in alle rust nalezen op verschillende goede websites, zoals die van het Trimbos-instituut. In mijn ogen is het wel verwonderlijk dat een bepaalde generatie in het algemeen de neiging heeft eventuele negatieve gevolgen te ontkennen of te bagatelliseren, of zelfs te romantiseren als het beroemdheden als Herman Brood of Ramses Shaffy betreft. Wat heeft dat voor gevolgen voor hun manier van omgaan met het middelengebruik van hun kinderen? de rol van ouders Als we even doorgaan op het huidige leefklimaat, het huidige tijdsbesef waarin jongeren opgroeien, dan is de rol van ouders, die zelf opgroeiden in de jaren zeventig en tachtig, met de toen heersende tolerantie ten aanzien van drugsgebruik, het roken van hun ouders, en de borrels die vaak geschonken werden, interessant. Het lijkt erop dat vooral Nederlandse ouders vrij tolerant zijn wat het middelengebruik van hun kinderen betreft. Ze onderschatten ook sterk het werkelijke gebruik van hun kinderen. Zo weten de meeste ouders wel dat hun kind ooit wel eens alcohol heeft gedronken, vaak omdat zij zelf dat eerste slokje aanboden, maar drinken hun kinderen gemiddeld drie keer zoveel glazen alcohol als zij denken (Verdurmen e.a, 2007). Het idee dat sommige van deze, zelf soms vrij opgevoede ouders, hebben over het stellen van regels is vrij sceptisch: als je kinderen iets verbiedt, dan gaan ze het juist doen. Dus stellen ze maar geen duidelijke regels, of sterker nog: leren ze hun jonge kind, vaak nog onder de 15 jaar, om alcohol te drinken in een sociale context, in de hoop dat het kind vervolgens alleen in gecontroleerde situaties een glaasje zal drinken. Uit onderzoek blijkt echter dat het stellen van regels ten aanzien van het beginnen met drinken wel invloed heeft, en dat je daarmee de aanvangsleeftijd kunt uitstellen (van der Vorst e.a., 2006; 2007). Ook een

12 10 door prof. dr. a.c. huizink recent uitgevoerde randomized clinical trial (rct), liet zien dat het stellen van regels door ouders, in combinatie met het geven van voorlichting aan en het trainen van jongeren om een gezonde houding ten aanzien van alcoholgebruik te ontwikkelen en nee te leren zeggen, effectief is in het voorkomen van regelmatig alcoholgebruik (Koning e.a., 2009). Ouders spelen dus wel een rol bij het middelengebruik van hun kinderen, maar daarnaast zijn er natuurlijk allerlei andere factoren die daarmee samenhangen. middelengebruik, -misbruik en riskant middelengebruik Het onderzoek dat ik samen met mijn promovendi, postdocs en collega s doe, richt zich vooral op middelengebruik, middelenmisbruik, en riskant middelengebruik. Wat versta ik daar nu eigenlijk onder? Dit preciezer beschrijven van het gedrag waarin je als onderzoeker geïnteresseerd bent, wordt wel fenotypering genoemd. Als we het over middelengebruik hebben, is dat feitelijk een vrij letterlijk vertaling van het Engelse substance use. Middelen houden in: tabak, alcohol, cannabis, maar ook andere drugs kunnen hieronder vallen. Het is dus een vrij algemene vergaarterm. Omdat mijn eigen focus voorlopig vooral ligt op de adolescentie, is het logisch om te spreken van middelen in plaats van drugs. Onder drugs worden de wat hardere, of illegale middelen verstaan, zoals cocaïne, heroïne, en allerlei varianten van amfetaminegebruik, zoals pep en xtc. Gelukkig komt het gebruik van deze drugs nog niet veel voor onder jongeren in de leeftijd tot 18 jaar. De aanvangsleeftijd voor xtc gebruik ligt bijvoorbeeld iets boven de 17 jaar, terwijl de grootste groep gebruikers tussen de 25 en 44 jaar oud is (van Laar e.a., 2007). Roken, alcohol en cannabisgebruik komen echter wel veel voor onder jongeren, zoals ik zojuist heb laten zien. Deze vat ik samen onder middelengebruik. Men spreekt overigens ook wel over psychoactieve stoffen, omdat de middelen die men gebruikt, een activiteit veroorzaken in het centrale zenuwstelsel, die tot veranderingen in psychische functies kunnen leiden. Van middelenmisbruik is sprake zodra het gebruik van een bepaald middel, of genotsmiddel want het gebruik dient in eerste instantie voor het genot uit de hand loopt en tot beperkingen leidt. Men kan bijvoorbeeld niet meer voldoen aan verplichtingen op school, als we het over adolescenten hebben. Ondanks de aanhoudende problemen die het oplevert op het sociale vlak, gaat men toch door met het middelengebruik. Middelenafhankelijkheid is het volgende stadium, zo denkt men, en kenmerkt zich door een ontwikkelde tolerantie voor de werking van het middel: er is steeds meer nodig om hetzelfde en gewenste effect te verkrijgen, en zodra men stopt treden er onthoudingsverschijnselen op, die als sneeuw voor de zon verdwijnen zodra het middel weer gebruikt wordt. Daarnaast bestaat er wel een wens om te stoppen, maar lukt dat niet, en gaat veel van iemands tijd en energie zitten in het verkrijgen, gebruiken en herstellen van het middel. Men heeft steeds minder tijd en energie voor normale sociale activiteiten, hobby s, werk- of schoolverplichtingen.

13 middelen om aan de druk te ontsnappen 11 Deze twee vormen, middelenmisbruik en middelenafhankelijkheid, worden gehanteerd in het dsm-iv-tr, het psychiatrisch classificatiesysteem. De vraag is of misbruik altijd voorafgaat aan en minder ernstig is dan middelenafhankelijkheid. Voor cannabisgebruik bij jongeren gaan we dit onderzoeken in een grote studie, in samenwerking met het Erasmus mc in Rotterdam en onderzoekers van de Washington Universiteit in St. Louis, waarbij jongeren van diverse etnische afkomst, geslacht, en leeftijd uit Nederland worden onderzocht, maar ook uit Amerika en Australië. De vraag is of de criteria die nu gehanteerd worden, wel in dezelfde mate gelden voor elke cultuur, elke leeftijd en elk geslacht, en of er wel een duidelijk progressief verband bestaat tussen misbruik en afhankelijkheid. Over enkele jaren kan ik u daar meer over vertellen. Tot slot het door mij gebruikte riskante middelengebruik. Het was voor mijn onderzoek nodig om een overkoepelende term te gebruiken die aangeeft wanneer vroege vormen van middelengebruik, waaronder ook het experimenteergedrag, een vorm van deviantie in zich hebben, die misbruik of afhankelijkheid op latere leeftijd kan voorspellen. Om het ontstaan daarvan te voorkomen, wil je ook al bij jongeren weten wanneer hun middelengebruik mogelijk riskant is. Uit ons eigen onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat roken voor je twaalfde jaar een behoorlijk sterk risico met zich meebrengt op een (snelle) transitie naar cannabisgebruik (Korhonen e.a., 2010). U kunt zich voorstellen dat ook het op heel jonge leeftijd beginnen met drinken, en ook vrij snel overgaan tot veel drinken in een korte tijd, het zogenaamde bingedrinken, riskant kan zijn. Een zogenaamde early onset valt mijns inziens dus onder riskant middelen gebruik. Juist onder de Nederlandse jeugd lijkt een algemene tendens te bestaan om, in vergelijking met andere Europese landen, vroeg te beginnen met diverse middelen. Het is interessant om te achterhalen hoe het komt dat juist de Nederlandse jeugd zo jong begint. Gegeven de zich snel ontwikkelende hersenen in deze jonge leeftijdsfase, is het goed voor te stellen dat het uitstellen met enkele jaren van het experimenteren met middelen een gunstig effect kan hebben op verschillende ontwikkelings- en gezondheidsuitkomsten bij jongeren. Ook een snelle overgang naar regelmatiger gebruik vrijwel dagelijks roken, wekelijks blowen, ieder weekend drinken, en zeker comadrinken op jonge leeftijd kan een start zijn van een escalerend traject van gebruik. Opvallend is eigenlijk dat we nog niet heel veel weten over hoe je riskant middelengebruik bij jongeren nu het beste kunt definiëren. In mijn eigen onderzoek heb ik mij, samen met mijn promovendi, de laatste jaren vooral gericht op de early onset van gebruik, en de eerste stadia van voortgezet gebruik. Het is interessant om te kijken hoe we een onderscheid kunnen maken tussen gewoon gebruik en vormen van riskant gebruik die nog voorafgaan aan misbruik en afhankelijkheid. Als je weet wat riskant gebruik inhoudt, kun je daar ook je preventie en interventie op richten. Je hoeft dan ook niet al het experimenteergedrag van jongeren, wat nu eenmaal hoort bij hun levensfase, over één kam te scheren, maar kunt je richten op de echte risicogroepen.

14 12 door prof. dr. a.c. huizink druk van buitenaf Hoe komt het nu dat heel veel jongeren wel eens experimenteren met het ene of het andere middel, maar dat slechts een deel van hen ook doorgaat met het gebruik of riskant gebruik vertoont? Verschillende theorieën zijn daarover opgesteld en empirisch getoetst. Een alles verklarend model is nog niet gevonden, maar wel is er consensus over bepaalde factoren die een rol spelen. Veel van deze factoren lijken voor de hand te liggen. Zo moet een middel beschikbaar zijn en helpt het als je in je omgeving mensen ziet en kent die het ook gebruiken. Dat kunnen ouders zijn, die naast een modellerende rol ook hun eventuele genetische gevoeligheid aan hun kinderen overdragen; maar ook leeftijdgenoten die middelen gebruiken kunnen een rol spelen. Door peer-pressure of een behoefte om bij een groep te willen horen, kun je de neiging voelen om zelf ook te gaan roken of drinken. Uit eerder onderzoek van de afdeling Orthopedagogiek, Gezin & Gedrag onder leiding van Rutger Engels hier aan de Radboud Universiteit, is gebleken dat jongeren echter vaak vrienden selecteren die lijken op henzelf, waardoor je als roker sneller in een groepje vrienden terecht komt dat ook rookt. Aanwijzingen voor een directe invloed van leeftijdgenoten op het eigen middelengebruik zijn er veel minder. Wel lijkt het zo te zijn dat er sprake is van (onbewuste) imitatie, als je jongeren observeert in interactie met elkaar in een barlab (Larsen e.a., 2010). Als een jongere die undercover meedoet met het onderzoek de instructie heeft gekregen om zelf veel te drinken, in een redelijk tempo, dan zie je dat een andere jongere die van niks weet en aan het onderzoek meedoet, en stiekem geobserveerd wordt door verborgen camera s, het aantal slokjes vrij aardig kopieert. Hier is dus wel sprake van een directe, kortetermijninvloed van het drinken door een leeftijdgenoot op het eigen drinkgedrag (Larsen e.a., 2010). Je kunt deze factoren zien als druk van buitenaf die iemand ertoe kan aanzetten om zelf te gaan experimenteren. druk van binnenuit Niet iedereen is natuurlijk even gevoelig voor sociale druk. Ook de druk van binnenuit, door iemands gevoeligheid of aanleg, kan ervoor zorgen dat er misschien al op jonge leeftijd een eerste sigaret wordt opgestoken of een eerste glas wijn wordt gedronken. Deze individuele factoren betreffen bijvoorbeeld iemands persoonlijkheid, die ertoe kan leiden dat iemand meer geneigd is tot het experimenteren met nieuwe prikkels. Impulsiviteit en sensation seeking of novelty seeking wordt vaak in verband gebracht met middelengebruik. In recent onderzoek van Hanneke Creemers en collega s (2009), bleek dat de mate van high intensity pleasure, dat iets zegt over de mate waarin iemand op zoek gaat lichamelijke en sociale thrills, cannabisgebruik bij jongeren kon voorspellen. Uit haar onderzoek bleek verder dat jongeren met een hoge score op high intensity pleasure, en weinig verlegenheid en controle over het eigen gedrag, ook vaker vrienden hadden die cannabis gebruikten (Creemers e.a., 2010). Deze combinatie zorgde ervoor dat deze jongeren ook regelmatiger cannabis gingen gebruiken op jonge

15 middelen om aan de druk te ontsnappen 13 leeftijd. Ook gedragsproblemen, zoals adhd, antisociaal of agressief gedrag, ook wel samengevat onder de noemer van disruptief gedrag, kunnen middelengebruik voorspellen. Uit ons eigen onderzoek kwam recentelijk en herhaaldelijk naar voren dat deze gedragsproblemen bijvoorbeeld wel cannabisgebruik voorspellen, maar veel minder sterk dan je verwacht als je roken voor je twaalfde ook in het model meeneemt. Dat roken voor het twaalfde levensjaar hangt wel weer samen met wat meer gedragsproblemen. Het roken lijkt een cascade in gang te zetten, die in ons onderzoek leidt tot cannabisgebruik. aanleg voor verslaving Sommige mensen zijn gevoeliger dan anderen voor het gaan experimenteren met middelen, het vervolgens ontwikkelen van riskant middelengebruik, misbruik, en ten slotte verslaving. Genetische aanleg lijkt zeker een rol te spelen: alcoholisme komt bijvoorbeeld vaak voor in families. Uit tweelingonderzoek is gebleken dat veel vormen van afhankelijkheid sterk door de genen verklaard worden. Genen hebben zelden een groot direct effect op het fenotype, het gedrag waarnaar we onderzoek doen. Variaties in genen kunnen at random zijn, zonder een duidelijk doel, of juist functioneel. Dat laatste wil zeggen dat een bepaalde variant die voorkomt van het gen, samenhangt met een variatie in een fysiologische functie. Het is een logische stap om dan te kijken hoe een verandering in een fysiologische functie in het lichaam, door een bepaalde variatie in de genetische make-up, dan weer kan leiden tot het fenotype. Dat wordt gedaan door zogenaamde endofenotypes te onderzoeken. Dit zijn als het ware biologische mechanismen die kunnen verklaren hoe variatie in genen kunnen leiden tot ander gedrag (zie Figuur 3). Deze endofenotypes kun je meten, en zijn over het algemeen continu Figuur 3. Schematische weergave van de relatie tussen genetische verdeeld, wat de statistische aanleg (genotype), een biologisch mechanisme (endofenotype), analyse ten goede komt. en het gedrag dat onderwerp van onderzoek is (fenotype). stress als endofenotype Een endofenotype dat mijn bijzondere interesse heeft, en dat ik zie als een psychologisch-biologisch mechanisme dat mogelijk mede aan middelengebruik ten grondslag ligt, is stress. Over de definitie van stress is inmiddels een boekenkast vol geschreven, en ik volsta met het idee dat stress ertoe leidt tot iemands fysiologische homeostasis, iemands lichamelijke balans, verstoord wordt. Dit kan komen doordat een bepaalde gebeurtenis of stimulus als mogelijk schadelijk of bedreigend wordt waargenomen of gewaardeerd. Je kunt hierbij denken aan emotionele stressoren, zoals conflicten met

16 14 door prof. dr. a.c. huizink andere mensen, verlies van een belangrijke relatie, of een directe bedreiging door een agressief persoon. Ook lichamelijke stressoren bestaan: bijvoorbeeld voedseltekort, slaapdeprivatie of extreme onderkoeling. Het toedienen van psychoactieve stoffen aan het lichaam leidt ook tot een lichamelijke stressreactie. Over het algemeen is het zo dat interne of externe stimuli iets vragen van de persoon, of het lichaam, dat de draagkracht te boven lijkt te gaan, waardoor er stress ontstaat, en er een verstoring van de balans resulteert. Als het gaat om perceptie en waardering van psychische of emotionele stress, dan spelen bepaalde hersengebieden daar een belangrijke rol in: onder andere de amygdala, de hippocampus, orbitofrontale en mediale prefrontale gebieden. Deze gebieden zijn in de adolescentie nog sterk in ontwikkeling, en het is mede daarom interessant om juist in deze fase te kijken hoe blootstelling aan potentieel stressuitlokkende factoren leidt tot stressreacties en vervolgens mogelijk samenhangt met een toename in middelengebruik. fysiologische stressreacties Stressreacties van het lichaam kun je meten in verschillende stress-systemen van het lichaam, onder andere in de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (hpa-as in het Engels) en het autonome zenuwstelsel (Chrousos & Gold, 1992). Activatie van beide systemen zorgt ervoor dat een individu zich kan aanpassen aan een omgeving die iets van hem of haar eist. In eerste instantie is het stress systeem dus adaptief en dient een functie. Het autonome zenuwstelsel, de naam zegt het al, functioneert op een onbewust niveau, en reageert automatisch en snel. Zodra je een weg gaat oversteken, en je ziet nog net op tijd een grote vrachtwagen hard aan komen rijden, zal je hartslag direct toenemen, net als je bloeddruk, en stroomt er meer bloed naar je spieren, je bloedglucose neemt toe, je pupillen verwijden zich, en je gaat sneller ademhalen. Dat gaat buiten je controle om en dient om het lichaam gereed te maken om te vechten (wat niet heel verstandig is met een vrachtwagen als tegenstander) of te vluchten. Je kunt dus door deze snelle actie van het autonome zenuwstelsel een zeer snel sprintje naar de overkant trekken en zo aan de vrachtwagen ontkomen. De activiteit van het Figuur 4. Versimpelde weergave van de HPA as. autonome stelsel kun je onder

17 middelen om aan de druk te ontsnappen 15 andere bepalen door de hartslag en de bloeddruk te meten. De hpa-as is juist betrokken bij de langzamere reactie op stress. In de hersenen reageert de hypothalamus op een stressor, door Corticotropin Releasing Factor (crf) te produceren. Dit zet vervolgens de hypofyse aan tot de productie van acth, dat via het bloed aankomt bij de bijnierschors, waar het resulteert in de afgifte van cortisol (zie Figuur 4). Cortisol is een stresshormoon dat je vrij eenvoudig in speeksel kunt meten, en mede daarom wordt het veel in onderzoek gebruikt (Tsigos & Chrousos, 2002). Zo n minuten na het optreden van de stressor, zie je een cortisoltoename, terwijl de hartslag al direct kan reageren op de stressor. Eén van de adaptieve functies van de hpa-as is het dempen van de activatie van het autonome zenuwstelsel. Het is namelijk niet heel gezond om langdurig een verhoogde hartslag en bloeddruk te hebben. Een belangrijke nevenreactie van de activatie van de hpa-as, is dat de afgifte van crf in de hypothalamus ook hersengebieden die daar vlakbij liggen, zoals de corticostriate limbische gebieden, beïnvloedt, en daarmee de subjectieve en gedragsmatige reactie op stress mede bepaalt. Catacholaminen (met name noradrenaline en dopamine), die juist door activatie van het autonome zenuwstelsel in hoeveelheid toenemen, hebben invloed op de motivationele paden in het brein en beïnvloeden zo de ervaren mate van stress en de cognitieve en gedragsmatige controle over de reactie op de stressor. Bekend is inmiddels uit onderzoek, en misschien heeft u dat zelf ook wel eens ervaren, dat onder hoge druk en veel ervaren stress, mensen minder in staat zijn hun gedrag in goede banen te blijven leiden en impulsiever worden, dus minder goed nadenken over de verschillende mogelijke alternatieven. Door stress gaan bepaalde prefrontale hersengebieden minder goed functioneren: dat zijn juist de gebieden die verantwoordelijk zijn voor zelfcontrole, planning, en het werkgeheugen, en daarmee het maken van weloverwogen beslissingen. De kans op zogenaamd maladaptief gedrag wordt groter en dus ook de kans op misbruik van middelen. Dit effect zou mogelijk nog sterker kunnen opgaan bij adolescenten, omdat gebleken is dat zij vooral minder emotionele en gedragsmatige controle kunnen blijven uitoefenen na ernstige stress. Vanwege hun ontwikkelingsfase, zijn deze functiegebieden sowieso nog niet optimaal afgestemd. relatie tussen stress en verslaving: zelfmedicatie of stimulus-seeking Er zijn daarnaast nog andere theorieën die stress aan verslaving koppelen. De psychologische theorieën zien toegenomen en escalerend middelengebruik in stressvolle situaties als manier van coping, van omgaan met stress, doordat gevoelens van spanning door het middelengebruik tijdelijk verminderen. Uit dierstudies, en klinische studies bij volwassenen, komt naar voren dat er een duidelijk verband is tussen stress en verslaving. Dat verband lijkt ook op te gaan voor stress en (toegenomen) middelengebruik. Als u een roker bent, kunt zich hier vast iets bij voorstellen: in tijden van stress rookte u misschien meer, of u begon ooit weer met

18 16 door prof. dr. a.c. huizink roken nadat u daar eerder mee was gestopt. Ook degenen onder u met werkstress kennen het verlossende gevoel van een glaasje wijn bij thuiskomst om te ontspannen. Hiervoor wordt wel als verklaring gegeven dat men zogenaamde zelfmedicatie gebruikt: het gebruik van een middel als copingmechanisme om te kunnen omgaan met spanningen die ontstaan door het meemaken van vervelende gebeurtenissen of door dagelijkse spanning, en om gevoelens van angst en depressie te verminderen. Je dient jezelf een middel toe, dat je een beter gevoel geeft. Het paradoxale van deze handelswijze is dat de meeste middelen, waaronder nicotine en alcohol, juist op de korte termijn het stresssysteem activeren, aanjagen, en dus niet tot rust brengen. Je hartslag gaat omhoog, de stresshormonenproductie neemt toe, en het gevoel van stress, maar ook angst, kan dus juist toenemen door het gebruik. Vreemd genoeg wordt dat door de meeste mensen niet zo ervaren. Een bijkomend voordeel van deze activatie is namelijk dat je ook sensitiever lijkt te worden voor de belonende effecten die het middelengebruik oplevert, door onder andere de toename van dopamine in het brein wat een prettig gevoel geeft. Een alternatieve verklaring wordt onderzocht met de sensation-seeking, of beter misschien: de stimulus-seeking hypothese: hierbij wordt juist actief een toestand van arousal of stimulatie gezocht, door het middel te gebruiken (Huizink e.a., 2006a). Je wilt de kick ervaren, die het middel je geeft. Bij beide theorieën wordt verondersteld dat het actief en gecontroleerd stimuleren van de hpa-as als prettig wordt ervaren. In tegenstelling tot stress in dagelijkse situaties, die plotseling kan optreden, en vooral als stressvol wordt ervaren als er weinig eigen controle over is, geeft het gebruik van middelen weer controle over het gevoel van stimulatie. Diezelfde verklaring zou ook gelden voor mensen die onthoudingsverschijnselen ervaren van langdurig middelengebruik: die verschijnselen komen onverwacht en je kunt er niets aan doen, wat een akelig controleverlies over de eigen lichamelijke sensaties met zich mee kan brengen. Door weer zelf de activatie van onder andere de hpa-as te reguleren, door het roken van een sigaret, of het drinken van een glas alcohol, komt het gevoel van controle weer (tijdelijk) terug. Mensen doen dit vermoedelijk zelden bewust, maar hebben door hun ervaring met middelen geleerd hoe het voelt om iets te gebruiken. Hoe iemand de activatie van stress-systemen subjectief beleeft, is ook sterk afhankelijk van de context en de verwachting. Mensen die actief een kick opzoeken die het stress-systeem aanjaagt, bijvoorbeeld door in een enge achtbaan te gaan zitten, zullen hun toegenomen hartslag en droge mond beleven als een geweldige ervaring, die aangeeft hoe gaaf de rit wel was. Wanneer iemand diezelfde verhoogde hartslag en droge mond heeft bij het voor het eerst spreken voor een groot publiek, wordt als zeer onplezierig ervaren. Vandaar dat bovengenoemde verklaring over het zelf willen reguleren van de hpa-as activatie intuïtief wel aanspreekt. Vooralsnog ontbreken goede wetenschappelijke bewijzen voor deze stellingen. Evidentie komt wel voort uit dierstudies, die hebben aangetoond dat onder stressvolle omstandigheden, dieren zichzelf meer drugs toedienen. Veel onderzoek heeft zich

19 middelen om aan de druk te ontsnappen 17 hierbij vooral gericht op cocaïne. In stressvolle omstandigheden wordt een lagere dosis cocaïne sneller als een reinforcer, dus een beloning opleverend middel, herkend en vaker aan zichzelf toegediend. Dit effect is het sterkst als de stress oncontroleerbaar was voor de dieren. Vrijwel hetzelfde resultaat werd behaald indien er geen stressor, zoals een voetschok of sociale isolatie, werd toegepast, maar een stresshormoon, corticosterone, werd ingespoten. Ook toen was de gevoeligheid voor cocaïne veel sterker. Ratten waarbij vervolgens de bijnieras was verwijderd, die het stresshormoon corticosterone (cortisol bij mensen) produceert, dienden zichzelf helemaal geen cocaïne toe. Om zeker te weten dat dit vooral aan het gebrek aan corticosterone lag, deden de onderzoekers nog een studie, waarbij ze de natuurlijke synthese van corticosterone blokkeerden met injecties met een middel, ketoconazole. Deze ratten namen veel minder cocaïne. Hieruit blijkt wel dat stress en de activatie van de hpa-as een rol spelen in de gevoeligheid voor drugs (Goeders, 2002; Goeders & Guerin, 1996). Het lijkt erop dat de hpa-as vooral een rol speelt bij de eerste stadia van middelengebruik. Zodra hogere doses gebruikt moeten worden om hetzelfde effect te ervaren en er dus tolerantie is ontwikkeld, lijkt althans in dierstudies de hpa-as minder van belang te zijn. Het stress-systeem speelt echter wel weer een duidelijke rol bij de onthouding van drugs. Als je deze bevindingen vertaalt naar humaan onderzoek, zou dat pleiten voor onder andere het onderzoek naar de rol van de hpa-as bij de eerste fasen van het middelengebruik: vooral in de adolescentie dus. We weten nog heel weinig over hoe de hpa-as een rol speelt bij het gaan gebruiken van middelen door jongeren, en of de hpa-as ook van belang is bij het ontstaan van riskant middelengebruik door jongeren. Mogelijk zijn jongeren gevoeliger voor de effecten van stress, en dus van de hpa-as, op de prefrontale cortex, waardoor ze sneller impulsief gedrag vertonen en minder zelfcontrole hebben. De verwachting is dan dat jongeren van wie de hpa-as sterk reageert op stress, meer kans hebben op riskant middelengebruik. incentive sensitisatie Voor deze eerste fase van middelengebruik wordt ook wel de theorie van de incentive sensitisatie gebruikt, dat past bij een neurobiologische verklaring voor de relatie tussen stress en verslaving. Het meso-limbische dopaminerge systeem heeft hierbij een belangrijke functie: het representeert het belonings- en bekrachtigingssysteem in het brein, dat reageert op interne en externe stimuli (Berridge, 2007), en dat onze aandacht richt op voor ons belangrijke prikkels. Vooral de nucleus accumbens, een onderdeel van dit systeem, is betrokken bij de aandacht die gericht kan worden op drugs of een middel. De belonende effecten die het resultaat zijn van het gebruik van het middel, komen voor een groot deel voor de rekening van een toename in dopamine in dit breingebied, zo blijkt uit dieronderzoek. Ook in humaan onderzoek is aangetoond met pet-scans, een beeldvormende techniek van de hersenen, dat dit gebied geactiveerd wordt bij drugsgebruik

20 18 door prof. dr. a.c. huizink (Pruessner e.a., 2004). Uit dieronderzoek blijkt dat glucocorticoiden, stresshormonen die het resultaat zijn van een activatie van de hpa-as, deze positief belonende effecten in het meso-limbische dopaminerge systeem versterken. Het systeem wordt hiermee gevoeliger gemaakt. Dus juist in tijden van stress, heeft het middelengebruik mogelijk een sterker belonend effect, waardoor je er langer mee doorgaat. Daardoor loopt iemand ook meer risico op een escalerend patroon van middelengebruik. Bovengenoemde studies zijn veelal gericht op cocaïnegebruik. Of het ook opgaat voor andere middelen, zoals nicotine en alcohol, is nog veel minder duidelijk. Naar stress en alcohol is wel onderzoek gedaan met dieren. (Lee e.a., 2004). Acute alcoholinname activeert de hpa-as, door de vrijmaking van crf van de hypothalamus. Het lijkt erop dat activatie van de hpa-as, door toediening van een stressor, ook leidt tot een toename in alcoholgebruik. Bij apen is ook dergelijk onderzoek uitgevoerd. Hoger cortisol en angstiger geobserveerd gedrag hing samen met meer vrijwillige alcoholconsumptie. Hoe deze relatie met de hpa-as en alcoholgebruik bij mensen werkt, is nog nauwelijks onderzocht. Ook weten we bijzonder weinig of bij jongeren ook meer beloning van het gebruik van een middel wordt ervaren in tijden van stress. klinisch onderzoek bij mensen Bij mensen is vooral veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen het ervaren van ernstige stress, die tot Post Traumatische Stress Stoornis (ptss) hebben geleid bij oorlogsveteranen, of die seksueel misbruik, ernstige jeugdtrauma s of mishandeling betroffen (met name bij vrouwen), en middelenmisbruik en afhankelijkheid. ptss en ernstige trauma s, al dan niet opgedaan in de jeugd, lijken inderdaad vaak samen te gaan met middelenmisbruik en afhankelijkheid. Zo n procent van patiënten met ptss hebben ook een drugsprobleem, en andersom is bij drugsmisbruikers in procent van de gevallen ook sprake van ptss (Brady & Sinha, 2005; Donovan e.a., 2001). Voor deze relatie wordt ook vaak de zelfmedicatieverklaring genoemd: men gebruikt drugs om zichzelf, op de korte termijn althans, beter te voelen, en om aan de spanning en druk die ze voelen, te ontsnappen. Ook meer voorkomende vormen van stress, zoals die veroorzaakt worden door een echtscheiding, gepest worden op het werk of werkloosheid, hangt samen met meer alcoholgebruik (José e.a., 2000). Ook bleek uit onderzoek dat een cumulatief toegenomen aantal ingrijpende levensgebeurtenissen in iemands leven op een dosis-responsmanier samenhing met het risico op een alcohol- of drugsverslaving. Oftewel: hoe meer ellende, hoe meer kans op een verslaving. Je weet dan natuurlijk niet in hoeverre een familiaire aanleg voor verslaving een rol speelde bij dat aantal ingrijpende gebeurtenissen: als een van je ouders alcoholist is, zul je ongetwijfeld meer ellende meemaken, maar heb je ook een genetische kwetsbaarheid voor verslaving. In het laboratorium zijn ook experimenten uitgevoerd, waarbij acute stress, door bijvoorbeeld het geven van een presentatie voor een kritisch publiek, leidde tot een verhoogde alcoholinname. Een in-

21 middelen om aan de druk te ontsnappen 19 teressant experiment betrof ook een studie waarin ouders vergeleken werden die samen moesten werken met een kind, dat getraind was om over te komen als een adhd-kind, of juist met een normaal kind dezelfde taak moesten doen. Ouders die geconfronteerd werden met een hyperactief kind, dronken meer van hun alcoholhoudende voorkeursdrankje, dan de andere groep ouders (Pelham e.a., 1997). Mogelijk riep het samenwerken met zo n druk kind meer stress op, waardoor er meer alcohol werd geconsumeerd als zelfmedicatie. Vanuit kinderpsychiatrisch perspectief is het interessant om eens een beschrijvend onderzoek uit te voeren naar de mate van middelengebruik en de ervaren stress bij ouders wier kind onder psychiatrische behandeling is. Angst zou je kunnen zien als een intense vorm van stress. Naar de relatie tussen angst en met name alcoholgebruik is bij volwassenen al onderzoek gedaan. Uit groot longitudinaal onderzoek is gebleken dat angststoornissen vooraf kunnen gaan aan het ontwikkelen van een alcoholverslaving bij volwassenen (Marquenie e.a. 2007). Vooral sociale fobie wordt veel aangetroffen bij volwassenen die aan alcohol zijn verslaafd (Terra et al., 2006,) Het is echter lang niet altijd duidelijk of deze angststoornis voorafging aan de verslaving of een gevolg daarvan is. Zelf hebben we daarom prospectief onderzoek gedaan, waarbij we angst in de kindertijd hebben gemeten, en keken naar het middelengebruik veertien jaar later. Uit dit onderzoek bleek angst in de kindertijd voorspellend te zijn voor regelmatig xtc-gebruik veertien jaar later (Huizink e.a., 2006b). Ook hier leek een zelfmedicatietheorie mogelijk een rol te spelen, omdat xtc vooral aangrijpt op het serotonerge systeem, een neurotransmittersysteem dat minder actief is bij angst en depressie. Samenvattend is te stellen dat de stressoren die samen lijken te hangen met verslaving bij mensen over het algemeen sterk emotioneel van aard, oncontroleerbaar en onvoorspelbaar zijn. adolescenten, stress, en riskant middelengebruik Als we teruggaan naar de adolescenten, dan is te verwachten dat voor hen ook geldt dat traumatische levensgebeurtenissen zoals verlies van een ouder, scheiding van de ouders, of lichamelijke mishandeling, ervoor kunnen zorgen dat zij sneller en meer middelen gaan gebruiken. Heel recentelijk is aangetoond dat ook bij jongeren ptss samenhing met een hoger risico op cannabismisbruik (Cornelius e.a., 2010). Adolescenten lijken verder vooral ook gebukt te gaan onder sociale stress. Het is daarom interessant om te kijken welke aspecten bij jongens en meisjes in de adolescentie stress veroorzaken en in hoeverre dit dan weer samenhangt met een toename van middelengebruik. Onderzoek van collega Tineke Oldehinkel richt zich onder andere op de hypothese dat bij jongens vooral gebeurtenissen die samenhangen met een statusverlies of statusverlaging tot stress kan leiden. Misschien dat bij deze jongens het openlijk gaan gebruiken van middelen juist weer tot een statusverhoging kan leiden: over het algemeen wordt middelengebruik bij jongens in deze leeftijd immers wel als stoer gezien. Bij meisjes zouden

22 20 door prof. dr. a.c. huizink eerder relationele problemen tot stress leiden. Bij meisjes zou je daarom kunnen verwachten dat zij hun eigen middelengebruik synchroniseren met dat van hun vriendinnengroep, om conflicten te vermijden. Deze hypotheses zijn eenvoudig te onderzoeken met de juiste dataset, zoals die van trails, waarover later meer. vroege stress en later middelengebruik Stress in het vroege leven, zelfs al in de prenatale periode, kan leiden tot een gevoeliger afgestemd, of hyperactieve hpa-as. Daar heb ik tijdens mijn promotieonderzoek al naar gekeken. Met name uit dierstudies, en uit een paar humane studies (O Connor e.a., 2005; Gutteling e.a., 2005; Huizink e.a., 2008) blijkt dat de hpa-as sterker op stress reageert, als er in de prenatale fase ook veel maternale stress was. Eveneens lijkt een veel te laag geboortegewicht samen te hangen met een gevoeliger afstemde hpa-as. Ook is bekend dat stressoren heel vroeg in het leven, door bijvoorbeeld verwaarlozing in weeshuizen, de hpa-as functie verstoort. Dat kan er dus voor zorgen dat iemand al vroeg in het leven een kwetsbaarheid oploopt, die ook tot meer middelengebruik kan leiden (Huizink & Mulder, 2006; Huizink e.a., 2004). Dergelijk langlopend onderzoek, waarbij de rol van de hpa-as ook nadrukkelijk wordt onderzocht, is nog niet uitgevoerd. vernieuwend onderzoek naar stress en riskant middelengebruik bij jongeren Stress is in de net genoemde studies vaak gemeten door middel van het registeren van een aantal levensgebeurtenissen, het aantal meegemaakte trauma s, of de ervaren ptss of angstsymptomen, met vragenlijsten of uitgebreide interviews. Bovendien was er in eerdergenoemde studies over het algemeen al sprake van reeds aanwezige en min of meer duidelijke stress. Stress kun je echter ook meten door iemands lichamelijke reacties op stressvolle taken te registreren. Er is tot nu toe vrij weinig onderzoek gedaan bij volwassenen, en nog minder bij adolescenten, waarbij de individuele variatie in stressreactiviteit werd gemeten en in verband werd gebracht met riskant middelengebruik. Zou het ook zo kunnen zijn dat een algemene stressgevoeligheid, die aangeboren is, of bijvoorbeeld het gevolg is van blootstelling aan stress in de zwangerschap, een risico met zich meebrengt voor later middelengebruik, en misbruik? Om daar meer inzicht in te krijgen, is longitudinaal onderzoek nodig, waarin je al op jonge leeftijd, vóórdat er sprake is van regelmatig middelengebruik, de stressgevoeligheid van jongeren meet, en vervolgens kijkt in de daaropvolgende jaren of en wanneer deze jongeren voor het eerst middelen gaan gebruiken. Bovendien wil je weten hoeveel ze daarvan gaan gebruiken. Goede voorbeelden van dergelijke studies zijn de trails-studie en de join-studie. trails is een grote en langlopende studie onder jongeren uit de Noord- Nederlandse provinciën, die vanaf hun tiende levensjaar tot zeker in de vroege volwassenheid gevolgd worden. Bij de eerste meting is het basale functioneren van verschil-

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers 1. Bepaal uw standpunt. Eenduidigheid over de regels bij beide ouders is cruciaal. Tips: Kies als ouders samen regels voor het gezin. Bepaal als ouders vooraf

Nadere informatie

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1 zijn er altijd al geweest en zullen er ook altijd blijven. Veel jongeren experimenteren in de puberteit met roken, alcohol en drugs en een deel laat zich verleiden tot risicovol gedrag. Jongeren zijn extra

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Pubers en verleidingen

Pubers en verleidingen Pubers en verleidingen Hadewig Bijsterveld Ouderavond 25 september 2018 Puberteit: een turbulente periode Pubers vinden het moeilijk om - belangrijke zaken eerst te doen - doelen te stellen - gevoelens

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut Nee tegen alcohol (en drugs) schade Bert Vinken Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg Programma 19.30 uur 20.30 uur 20.45 uur 21.30 uur Presentatie Pauze vraag en antwoord Einde Drugs Definities

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol Kennisquiz Cannabis Weet u welke klachten het gevolg kunnen zijn van cannabisgebruik? Test uw eigen kennis door de antwoorden te omcirkelen. Aan het einde van de quiz geven we de juiste antwoorden en de

Nadere informatie

IN HET PERSPECTIEF VAN DE ANGST. Dr. Fabiënne Naber Pedagogische Wetenschappen

IN HET PERSPECTIEF VAN DE ANGST. Dr. Fabiënne Naber Pedagogische Wetenschappen IN HET PERSPECTIEF VAN DE ANGST Dr. Fabiënne Naber Pedagogische Wetenschappen naber@fsw.eur.nl Interactie tussen biologische en omgevingsfactoren ANGST Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen

Nadere informatie

Leeftijd eerste ervaring met alcohol 12-15 16-19 20-23. < 11 jaar 11-12 13-15 16-18

Leeftijd eerste ervaring met alcohol 12-15 16-19 20-23. < 11 jaar 11-12 13-15 16-18 Feiten over het Alcohol- en Drugsgebruik van jongeren in het district Rivierenland Gelderland-Midden Gebaseerd op het onderzoek: Lekker samen van de kaart (maart 27) Inleiding Het alcoholgebruik neemt

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie en angstklachten tijdens de zwangerschap komen regelmatig voor. Toch wordt dit onderwerp nog vaak als taboe ervaren en is niet duidelijk welke

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Dat doet mijn kind toch niet?!

Dat doet mijn kind toch niet?! Dat doet mijn kind toch niet?! Informatie over alcohol en drugs 17 maart 2016 marion.kooij@brijder.nl 088 3583 880 06 30 26 24 83 www.twitter.com/brijderjeugd Brijder jeugd Preventie Voorlichting (in de

Nadere informatie

21 mei 2015 marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83. www.twitter.com/brijderjeugd

21 mei 2015 marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83. www.twitter.com/brijderjeugd 21 mei 2015 marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83 www.twitter.com/brijderjeugd Brijder jeugd Preventie Voorlichting (in de klas en aan docenten) ABC gesprekken Aanwezig bij verschillende ZAT

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

27 mei 2015 Sanne Louw Kikid & marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83. www.twitter.com/brijderjeugd

27 mei 2015 Sanne Louw Kikid & marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83. www.twitter.com/brijderjeugd 27 mei 2015 Sanne Louw Kikid & marion.kooij@brijder.nl 08835 83880 06 30 26 24 83 www.twitter.com/brijderjeugd Kikid Het is als ouder jouw verantwoordelijkheid, dat je kind NEE kan zeggen tegen drank!

Nadere informatie

Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau

Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau Marlous Tuithof, Saskia van Dorsselaer, Karin Monshouwer Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau Kernpunten Roken Sinds 23 is de prevalentie van roken

Nadere informatie

Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep. Stress en gezondheid

Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep. Stress en gezondheid Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep Stress en gezondheid Acute stress Het stressmechanisme is een overlevingsmechanisme Stressor Het stressmechanisme: Een fysiologisch systeem dat functioneert

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9

Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9 Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9 Roken alcohol en drugs Roken, alcohol en drugs zijn schrikbeelden voor veel ouders. Dit geldt voor allochtone ouders én Nederlandse ouders. Sommige kinderen

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden Leerlijnen per graad : 3 de graad LO 10-12j Doelstelling: Versterken van de kennis en vaardigheden die kinderen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te roken, geen alcohol te drinken en op een

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De gevolgen van prenatale stress op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De ontwikkeling begint prenataal Dierstudies: prenatale stress Programmerend

Nadere informatie

INTRODUCTIE STRESSHORMONEN

INTRODUCTIE STRESSHORMONEN 8 Samenvatting INTRODUCTIE Cocaïne behoort tot de stimulerende middelen; stoffen die energie en alertheid verhogen en een kortstondig goed gevoel of zelfs euforie geven. Herhaaldelijk gebruik van cocaïne

Nadere informatie

Project Alcohol 2014

Project Alcohol 2014 Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier

Nadere informatie

speciaal onderwijs lesbrief drugs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL

speciaal onderwijs lesbrief drugs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL speciaal onderwijs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL inhoud LES 1: KENNISMAKING MET DRUGS 3 SOORTEN DRUGS 3 WAT DOEN DRUGS? 4 VERSLAAFD AAN DRUGS

Nadere informatie

Lezingen over verslaving tijdens de Night University op 5 oktober

Lezingen over verslaving tijdens de Night University op 5 oktober Lezingen over verslaving tijdens de Night University op 5 oktober 2016-10-09 Op 5 oktober vond tijdens de jaarlijkse Night University op de campus van de Universiteit van Tilburg een aantal lezingen plaats

Nadere informatie

Alcohol? Informatie voor ouders/verzorgers

Alcohol? Informatie voor ouders/verzorgers Alcohol? Informatie voor ouders/verzorgers Ziekenhuis Gelderse Vallei Alcohol drinken is een onderdeel van het sociale leven geworden. De Nederlandse jongeren behoren tot de grootste drinkers van Europa.

Nadere informatie

Hasj en wiet zijn drugs. Dat heet blowen. In deze folder vind je:

Hasj en wiet zijn drugs. Dat heet blowen. In deze folder vind je: Je hebt vast wel eens van hasj of wiet gehoord. Hasj en wiet zijn drugs. Hasj en wiet worden meestal gerookt. Er wordt een soort sigaret gedraaid met tabak en hasj of wiet. Dat heet blowen. In deze folder

Nadere informatie

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid Jongeren en alcohol Ouders aan het woord Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014 Utrecht.nl/volksgezondheid 2 Inleiding Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het in bezit hebben van alcohol

Nadere informatie

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies Achtergronden We beschouwen verslaving vandaag als een ziekte. Door veranderingen in de hersenen zijn verslaafden niet goed in staat om hun innamegedrag onder controle te houden. Een verslaafde drinker

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

HOE HELP IK MIJN KIND NEE ZEGGEN TEGEN ROKEN, DRINKEN EN BLOWEN?

HOE HELP IK MIJN KIND NEE ZEGGEN TEGEN ROKEN, DRINKEN EN BLOWEN? HOE HELP IK MIJN KIND NEE ZEGGEN TEGEN ROKEN, DRINKEN EN BLOWEN? UW KIND EN ROKEN, DRINKEN EN BLOWEN? U KUNT ER IETS AAN DOEN! Kinderen die opgroeien krijgen te maken met allerlei verleidingen. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen?

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen? Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen? Uw kind en roken, drinken en blowen? U kunt er iets aan doen! Kinderen die opgroeien krijgen te maken met allerlei verleidingen. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Jos van Erp Psycholoog / Beleidsadviseur De Hart&Vaatgroep / Hartstichting j.v.erp@hartstichting.nl. Stress en hart- en vaatziekten

Jos van Erp Psycholoog / Beleidsadviseur De Hart&Vaatgroep / Hartstichting j.v.erp@hartstichting.nl. Stress en hart- en vaatziekten Jos van Erp Psycholoog / Beleidsadviseur De Hart&Vaatgroep / Hartstichting j.v.erp@hartstichting.nl Stress en hart- en vaatziekten Indeling Het stressmechanisme Psychologische stress Stress en het ontstaan

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie

Bianca Wagenaar-Swart Preventiewerker

Bianca Wagenaar-Swart Preventiewerker Bianca Wagenaar-Swart Preventiewerker Tactus Verslavingszorg Stedendriehoek, Twente, Zwolle/Noord Veluwe en Flevoland Preventie Behandeling Nazorg Alcohol, roken, drugs, medicijnen, gamen, gokken Programma

Nadere informatie

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER kleuter 2,5-6j 1 ste graad LO 6-8j 2 de graad LO 8-10j 3 de graad LO 10-12j doelstelling doelstelling doelstelling doelstelling Versterken

Nadere informatie

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Betrokken bij Buiten Welkom Het puberbrein als basis 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Pubers Welk (puber)gedrag valt jou het meest op? We zijn allemaal puber geweest Leef je in!

Nadere informatie

speciaal onderwijs lesbrief alcohol UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL

speciaal onderwijs lesbrief alcohol UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL speciaal onderwijs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (00) 67 1 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL inhoud LES 1: KENNISMAKING MET ALCOHOL SOORTEN DRANK DE WERKING VAN ALCOHOL 4 DE GEVOLGEN VOOR

Nadere informatie

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling in de GGz dr. C.A. Loth Cijfers 1,2 miljoen alcoholisten/problematische drinkers 1,8 miljoen dagelijkse gebruikers benzo s, 22 % gebruikt

Nadere informatie

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen?

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen? Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen? Uw kind en roken, drinken en blowen? U kunt er iets aan doen! Kinderen die opgroeien krijgen te maken met allerlei verleidingen. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Bespreken van situaties

Bespreken van situaties Bespreken van situaties U heeft met de leerlingen de website over alcohol, roken en drugs doorlopen. Dit zijn onderwerpen die leerlingen bezighouden en waar ze onderling over praten. Toch is het goed om

Nadere informatie

Dat doet mijn kind toch niet?! Informatie over alcohol en drugs

Dat doet mijn kind toch niet?! Informatie over alcohol en drugs Dat doet mijn kind toch niet?! Informatie over alcohol en drugs 16 oktober 2012 marion.kooij@brijder.nl 023 5307400 www.twitter.com/brijderjeugd Hoeveel alcoholspelletjes kent u? Kingsen Boeren Zap een

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan ggz voor doven & slechthorenden Verslaving Als iemand niet meer zonder... kan Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving Herkent u dit? Veel mensen gebruiken soms

Nadere informatie

Eenzaamheid. Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek. Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen

Eenzaamheid. Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek. Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen Eenzaamheid Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen Stellingen Eenzaamheid staat gelijk aan veel alleen zijn Waar:

Nadere informatie

Liska Vulperhorst Preventiewerker

Liska Vulperhorst Preventiewerker Liska Vulperhorst Preventiewerker Tactus Verslavingszorg Vijf circuits Behandeling & Begeleiding Sociale Verslavingszorg Forensische Verslavingszorg Verslavingsreclassering Preventie & Consultancy Programma

Nadere informatie

Uitslagen leerlingen onderzoek (2003)

Uitslagen leerlingen onderzoek (2003) Uitslagen leerlingen onderzoek (00) Als onderdeel van het onderzoek naar het verslavingspreventieproject op scholen voor voortgezet onderwijs in Katwijk is een anonieme online-enquête afgenomen met behulp

Nadere informatie

Alcohol, Roken en opvoeding

Alcohol, Roken en opvoeding Alcohol, Roken en opvoeding Uw kind in klas 1 van het voortgezet onderwijs Als kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, verandert er veel in hun leven. Ze krijgen andere interesses en hun vriendengroep

Nadere informatie

Pubers. En de verleidingen van nu!

Pubers. En de verleidingen van nu! Pubers En de verleidingen van nu! PUBERTEIT/FUNCTIE Lichamelijke ontwikkeling ONTWIKKELING, HORMONEN, ONZEKERHEID + Cognitieve ontwikkeling DE GROEI VAN DE HERSENEN + Sociaal-emotionele ontwikkeling HOE

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Adverse Childhood Experiences:

Adverse Childhood Experiences: Adverse Childhood Experiences: Mentale en fysieke gevolgen bij jeugdigen met een verstandelijke beperking Jaarcongres Kinder- en jeugdpsychiatrie 30 oktober 2018 Esther Moonen, Verpleegkundig Specialist

Nadere informatie

Wat is het verband tussen ADHD en verslaving? Wat betekent dit? Hoe werken roesmiddelen in op ADHD- hersenen?

Wat is het verband tussen ADHD en verslaving? Wat betekent dit? Hoe werken roesmiddelen in op ADHD- hersenen? ADHD en verslaving Wat is het verband tussen ADHD en verslaving? 04 Wat betekent dit? 06 Hoe werken roesmiddelen in op ADHD- hersenen? 08 Gebruik en verslaving 10 Het leven van jongeren 12 Met wie praten?

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

OUDERAVOND FRISSE START. Het Hooghuis 31 januari Yvon Dieks Medewerker gezondheidsbevordering

OUDERAVOND FRISSE START. Het Hooghuis 31 januari Yvon Dieks Medewerker gezondheidsbevordering OUDERAVOND FRISSE START Het Hooghuis 31 januari 2017 Yvon Dieks Medewerker gezondheidsbevordering Programma Overgang van groep 8 naar de brugklas Het puberbrein Consequenties in gedrag (roken en alcohol)

Nadere informatie

Alcohol nuchter bekeken

Alcohol nuchter bekeken Alcohol nuchter bekeken Alcohol en kanker Vandaag zal kanker je misschien niet echt bezighouden. Het is wel een feit dat overdadig alcoholgebruik op termijn het risico op bepaalde soorten kanker verhoogt.

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Wat je moet weten over hasj en wiet

Wat je moet weten over hasj en wiet Wat je moet weten over hasj en wiet 1 2 Je hebt vast wel eens van hasj of wiet gehoord. Hasj en wiet zijn drugs. Hasj en wiet worden meestal gerookt. Er wordt een soort sigaret gedraaid met tabak en hasj

Nadere informatie

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl n Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid We slapen gemiddeld zo n zeven tot acht uur per nacht. Dat

Nadere informatie

Stressmanagement-training: Vaardig door ontspanning

Stressmanagement-training: Vaardig door ontspanning Stressmanagement-training: Vaardig door ontspanning Veel mensen met een hart- of vaatziekte (HVZ) en hun partners ervaren ook nog stress als ze thuis hun leven weer proberen op te bouwen. Dit is dus ná

Nadere informatie

nr 26 2013/2014 Twinfo

nr 26 2013/2014 Twinfo nr 26 2013/2014 Twinfo We kijken met heel veel plezier terug op het afgelopen jaar waarin we met NTR-deelnemers en collega s ons 25-jarig bestaan hebben gevierd. De aftrap was in januari met een bijeenkomst

Nadere informatie

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten Alcohol en opvoeding 15 Ouders rond 2008 onderschatten alcoholgebruik van hun kinderen

Nadere informatie

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut : Alcohol, roken en drugs Inleiding In onze maatschappij zijn het gebruik van alcohol en andere drugs heel gewoon geworden roken en het drinken van alcoholische dranken gebeurt op recepties, feestjes,

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut Geweld in huis raakt kinderen Informatie en advies voor ouders Grafisch ontwerp: Ontwerpstudio 2 MAAL EE Bij huiselijk geweld tussen (ex-)partners worden kinderen vaak over het hoofd gezien. Toch hebben

Nadere informatie

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Guus Smit Moleculaire & Cellulaire Neurobiologie. Vrije Universiteit Amsterdam

Guus Smit Moleculaire & Cellulaire Neurobiologie. Vrije Universiteit Amsterdam Guus Smit Moleculaire & Cellulaire Neurobiologie Vrije Universiteit Amsterdam Hersenen op sterk water ONDERWEPEN: 1. Jonge drinkers 2. Hersenen 3. Wat te doen? Percentage 15-16 jarige jongeren dat! 10

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

tot 24 jaar Monitor jongeren 12 Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Hersenstichting Nederland. Hersenen en verslaving

Hersenstichting Nederland. Hersenen en verslaving Hersenstichting Nederland Hersenen en verslaving 1 Hersenen en verslaving Veel mensen gebruiken wel één of meer verslavende stoffen zoals alcohol, tabak of koffie. Maar wanneer is iemand nu verslaafd?

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling De Jeugdpeiling is een instrument met als doel op systematische wijze ontwikkelingen en trends in riskante gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Hierbij is de aandacht gericht op gedrag met betrekking

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

De invloed van drugs op de geestelijke gezondheid van tieners. Bron:Verken je geest.

De invloed van drugs op de geestelijke gezondheid van tieners. Bron:Verken je geest. WAAROM PREVENTIE BELANGRIJK IS. De invloed van drugs op de geestelijke gezondheid van tieners. Bron:Verken je geest. Drugsgebruik onder tieners is de bron van veel problemen in de geestelijke gezondheid.

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging namens Jellinek dank voor uw uitnodiging Bani da Lima - Ahrendt Manager Behandelzaken JellinekMinnesota Franca Hasenbos Manager Bedrijfsvoering Jellinek Gooi- en Vechtstreek & JellinekMinnesota Onderwerpen

Nadere informatie

WIL JE MINDER BLOWEN?

WIL JE MINDER BLOWEN? WIL JE MINDER BLOWEN? Uitgave van Stichting Be Aware Maart 2015 Ik wil minderen. Je vindt dat je teveel wiet/hasj of cannabis rookt. Je beseft dat je hierdoor minder goed functioneert: je huiswerk lijdt

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

1Wat is examenvrees eigenlijk?

1Wat is examenvrees eigenlijk? 8 1Wat is examenvrees eigenlijk? Lars is bang voor spinnen. Toen hij de foto op dit werkboek zag, kreeg hij kippenvel en ging hij anders ademhalen. Toen we Lars vroegen of de spin hem kon bijten, riep

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie