Keyword advertising: Geldend Europees recht en daaruit volgende systematiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Keyword advertising: Geldend Europees recht en daaruit volgende systematiek"

Transcriptie

1 346 bulletin industriële eigendom oktober 2010 Keyword advertising: Geldend Europees recht en daaruit volgende systematiek Martin Senftleben* Het zogenoemde keyword advertising roept de vraag op of merken door online adverteerders en zoekmachines in verband met gesponsorde zoekresultaten mogen worden gebruikt. 1 Het Europese Hof had in de zaken Google/Louis Vuitton et al., 2 Bergspechte 3 en Portakabin/Primakabin 4 de gelegenheid om de regels betreffende deze vorm van merkgebruik nader te bepalen. Verdere prejudiciële vragen zijn inmiddels op basis van deze arresten beslist. Een verdere uitspraak is nog op komst. 5 In de gewezen arresten komen de contouren van het geldende Europese recht duidelijk naar voren. Natuurlijke en gesponsorde zoekresultaten In de digitale omgeving is het gebruik van zoekmachines van groot belang voor adverteerders. Wie op internet niet makkelijk kan worden gevonden heeft nauwelijks de kans om zijn aanbod onder de aandacht van consumenten te brengen. Daarbij blijkt uit onderzoek dat 90% van de informatiezoekers niet verder kijkt dan de eerste drie bladzijden met resultaten, 62% de resultaten van de eerste pagina aanklikken en dat 36% ervan uitgaat dat de eerstgenoemde onder nemingen * Prof. dr. M.R.F. Senftleben is hoogleraar Intellectuele eigendom aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Rechtsanwalt te Den Haag en redacteur van Bulletin Industriële Eigendom. 1 Moeilijke vragen kunnen voorts ontstaan ten aanzien van het gebruik van merken als metatags die de natuurlijke zoekresultaten van zoekmachines kunnen beïnvloeden. 2 HvJ EU 23 maart 2010, zaken C-236/08 tot en met C-238/08. (zie nr. 79, blz. 354 indit blad) Voor een bespreking van de daaraan voorafgaande discussie in Frankrijk zie C. Well-Szönyi, Adwords: Die Kontroverse um die Zulässigkeit der Verwendung fremder Marken als Schlüsselwort in der französischen Rechtsprechung, GRUR International 2009, HvJ EU 25 maart 2010, zaak C-278/08. Vgl. Oberster Gerichtshof 20 mei 2008, zaak 17 Ob 3/08b, GRUR International 2009, HvJ EU 8 juli 2010, zaak C-558/08.(zie nr. 80, blz.363 in dit blad) 5 Zie de beschikking HvJ EU 26 maart 2010, zaak C-91/09, Eis.de/ Bananabay. Vgl. Bundesgerichtshof 22 januari 2009, zaak I ZR 125/07, Juristenzeitung 2009, 856. Zie verder High Court (Chancery Division), [2009] EWHC 1094 (Ch), 384, verzoek van 12 augustus 2009, zaak C-324/09, L Oréal/eBay. Een overzicht van de problematiek en de gestelde vragen geven A. Ohly, Keyword-Advertising auf dem Weg van Karlsruhe nach Luxem - burg, GRUR 2009, 709; R. Knaak, Keyword Advertising Das aktuelle Key-Thema des Europäischen Markenrechts, GRUR International 2009, 551.

2 oktober 2010 bulletin industriële eigendom 347 in de zoekresultaten de belangrijkste en meest toonaangevende bedrijven zijn op hun ge bied. 6 Het is dus niet voldoende om door een zoekmachine te worden gevonden. Online adverteerders dienen veeleer ervoor te zorgen dat hun reclame boven aan de lijst met zoekresultaten komt te staan. In dit verband bestaan in beginsel twee mogelijkheden. Aan de ene kant kunnen de houders van een website proberen om de natuurlijke resultaten van een online search te beïnvloeden. Hiervoor dienen bij het programmeren van een website keywords te worden opgenomen die de inhoud van de website aanduiden en door zoekrobots opgespoord kunnen worden. 7 Zoekmachines gebruiken deze metatags om de relevantie van de website voor een bepaalde zoekopdracht vast te stellen. Het concrete zoekresultaat blijft echter afhankelijk van de algemene, door de zoekmachine gehanteerde indexeringscriteria. Deze criteria worden geheim gehouden en verschillen van zoekmachine tot zoekmachine. Het gebruik van metatags biedt daarom niet de mogelijkheid om direct invloed uit te oefenen op de volgorde van de getoonde zoekresultaten. Aan de andere kant bieden zoekmachines specifieke advertentiediensten aan die het mogelijk maken om reclame aan bepaalde zoekwoorden te koppelen. In dit geval garandeert de zoekmachinedienst het tonen van de gewenste reclame zodra de gebruiker een door de adverteerder geselecteerde zoekterm opgeeft. De reclame verschijnt vervolgens meestal in een bijzondere rubriek naast de natuurlijke zoekresultaten. Mochten meerdere adverteerders hetzelfde trefwoord hebben gekozen, dan is de volgorde van de gesponsorde advertenties afhankelijk van het bedrag dat de adverteerder voor het tonen van de reclame heeft aangeboden. Wie het meest betaalt, komt bovenaan de lijst met gesponsorde zoekresultaten te staan. 8 Het probleem De twee geschetste vormen van keyword advertising het beïnvloeden van natuurlijke zoekresultaten en het betalen van advertentielinks kunnen tot conflicten met merkrechten leiden. Mocht de adverteerder in plaats van eigen onderscheidingstekens of beschrijvende trefwoorden het merk van een concurrent als metatag of gesponsord trefwoord selecteren, dan rijst de vraag of het gebruik van andermans merk als een inbreukmakende handeling valt te beschouwen. De adverteerder gebruikt immers het merk als een middel om de gebruikers van zoekmachines op zijn waren en diensten te attenderen. 6 Zie A. van der Beek, Zoekmachines, een tour d horizon van mogelijke mededingingsrechtelijke aspecten, Computerrecht 2008, 27 (32). 7 Aan een website gekoppelde metatags kunnen zichtbaar worden gemaakt door op een webpagina de rechte muisknop te drukken. 8 In het geval van de door Google aangeboden advertentiedienst AdWords is de adverteerder bijvoorbeeld een vergoeding per klik op de advertentielink verschuldigd. Bij het aangaan van de overeenkomst met Google dient de adverteerder de maximale prijs per klik op te geven die zij bereid is te betalen. Focus op gesponsorde zoekresultaten Alle bovengenoemde arresten betreffen de commerciële advertentiedienst AdWords die door Google wordt aangeboden. 9 AdWords biedt adverteerders de mogelijkheid om een aantal zoekwoorden te selecteren en vervolgens te koppelen aan een korte reclameboodschap en een link naar de website van de adverteerder. Een dergelijke advertentie verschijnt bij Google in een afgescheiden, geel gemarkeerde rubriek gesponsorde links die boven of rechts van de natuurlijke zoekresultaten wordt weergegeven. Aanleiding voor de Franse zaak Google/Louis Vuitton et al. was onder meer 10 het gebruik van de bekende merken Vuitton, Louis Vuitton en LV voor advertentielinks die betrekking hadden op namaakversies van de prestigieuze producten. Louis Vuitton vond het met name onredelijk dat Google adverteerders de mogelijkheid bood om haar merken te combineren met woorden die op imitatie duiden, zoals namaak en kopie. 11 In Bergspechte ging het om het gebruik van de merkbestanddelen Edi Koblmüller en BergSpechte door een concurrent die net zoals de houder van het Oostenrijkse merk outdoor-reizen organiseert. 12 De Nederlandse zaak Portakabin/Primakabin betrof naast het merk Portakabin de varianten portacabin, portokabin en portocabin. Voorts voerde Primakabin verweer door een beroep te doen op beperkingen van het merkenrecht en uitputting. 13 Het Europese Hof had dus gelegenheid om diverse aspecten van het merkenrecht merkgebruik, inbreukcriteria, bescherming van bekende merken en beperkingen onder de loep te nemen. Aangezien de zaken uitsluitend betrekking hadden op Google AdWords heeft het Hof echter alleen de regels voor betaalde advertentielinks kunnen verduidelijken. Het beïnvloeden van natuurlijke zoekresultaten door metatags is op Europees niveau nog niet aan de orde geweest. In de zaken Bergspechte en Portakabin/Primakabin hebben de verwijzende rechters wel de vraag gesteld of het bij de beoordeling van keyword advertising een rol zou spelen of de reclame in de lijst van natuurlijke zoekresultaten dan wel in een afgescheiden advertentieveld verschijnt. 14 Een antwoord op deze vraag zou naast criteria voor de beoordeling van gesponsorde reclame mogelijkerwijs houvast hebben geboden voor de 9 Hetzelfde geldt voor de boven vermelde zaken waarin de Duitse en Engelse rechter prejudiciële vragen heeft gesteld die tot nu toe nog niet door het Europese Hof zijn beantwoord. 10 De verdere zaken die het HvJ EU samen met de Louis Vuitton zaak (C-236/08) heeft onderzocht hadden betrekking op de Viaticum merken Bourse des Vols, Bourse des Voyages en BDV (zaak C-237/08) en voorts op het Thonet merk Eurochallenges (C-238/08). Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punten 33 en Zie HvJ EG, ibid., punt Zie HvJ EU, Bergspechte, supra noot 3, punten Zie HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punten Zie HvJ EU, Bergspechte, supra noot 3, punt 15 (prejudiciële vraag 2a); HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt 21 (prejudiciële vraag 1b).

3 348 bulletin industriële eigendom oktober 2010 beoordeling van het gebruik van merken als metatags. Aangezien de gesponsorde reclame bij Google AdWords in een afgescheiden veld naast de natuurlijke zoekresultaten verschijnt, zag het Europese Hof echter geen aanleiding om in te gaan op de bredere, door de Oostenrijkse en Nederlandse rechter gestelde vraag. 15 Gebruik in het economisch verkeer Van gebruik in het economisch verkeer is volgens het Europese Hof sprake zodra het aan het merk gelijke teken wordt gebruikt in het kader van een handelsactiviteit, waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet in de particuliere sfeer. 16 Deze formule leidt in Google/Louis Vuitton et al. tot de conclusie dat het kiezen van andermans merk als trefwoord voor de eigen reclame, merkenrechtelijk relevant gebruik in het economisch verkeer oplevert. Het verlenen van een dienst die deze keuze mogelijk maakt valt daartegenover niet als gebruik in het economisch verkeer te beschouwen. Slechts in het geval van de adverteerder is dus voldaan aan het basisvereiste van gebruik in het economisch verkeer. 17 De zoekmachine die een advertentiedienst zoals AdWords ter beschikking stelt maakt daarentegen niet zelf gebruik van het conflicterende teken en valt daarom buiten het directe toepassingsgebied van de in art. 5 leden 1 en 2 Merkenrichtlijn verleende merkrechten. 18 Twijfels aan deze redenering zouden kunnen ontstaan omdat de advertentiediensten van zoekmachines commercieel van aard zijn en uiteraard worden aangeboden om winst te maken. Het gaat zelfs om een centrale bron van inkomsten. 19 In zoverre verwijst het Hof echter terecht naar de vrijwaringsbepalingen onder meer voor hosting van de Richtlijn elektronische handel. 20 Het enkele oprichten van een online platform waarop naast andere trefwoorden ook merkenrechtelijk problematische tekens gebruikt kunnen worden, levert als zodanig geen gebruik van deze tekens in het economisch 15 Zie HvJ EU, Bergspechte, supra noot 3, punten 42-43; HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt 38. Ten aanzien van mogelijke verschillen in de beoordeling van gesponsorde zoekwoorden enerzijds en metatags anderzijds zie G. Engels, Keyword Advertising Zwischen beschreibender, unsichtbarer und missbräuchlicher Verwendung, Markenrecht 2009, 289; O. Sosnitza, Adwords = Metatags? Zur marken- und wettbewerbsrechtlichen Zulässigkeit des Keyword Advertising über Suchmaschinen, Markenrecht 2009, 35; Ch. Gielen, Van adwords en metatags, in: N.A.N.M. van Eijk et al. (eds.), Dommeringbundel, Amsterdam: Cramwinckel 2008, 101; O. van Daalen/A. Groen, Beïnvloeding van zoekresultaten en gesponsorde koppelingen. De juridische kwalificatie van onzichtbaar merkgebruik, BMM Bulletin 2006, Zie HvJ EG, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punt 50. Deze formule heeft het Hof reeds in eerdere uitspraken ontwikkeld. Zie bijvoorbeeld HvJ EG 12 november 2002, zaak C-206/01, Arsenal/Reed, punt Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton, supra noot 2, punt 51; HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punten en Zie Ohly, supra noot 5, Zie artt. 12 tot 15 van Richtlijn 2000/31 en HvJ EU, ibid., punten 57, 107 en 109. verkeer op. Een andere conclusie zou een einde maken aan het aanbod van hostingdiensten op internet. Merkgebruik Het begrip merkgebruik wordt door het Europese Hof traditioneel ruim uitgelegd. 21 Merkgebruik gebruik van een teken ter onderscheiding van waren of diensten markeert de scheidslijn tussen de in art. 5 leden 1 en 2 Merkenrichtlijn verleende geharmoniseerde merkrechten (art lid 1 sub a, b en c BVIE) en de volgens art. 5 lid 5 Merkenrichtlijn niet geharmoniseerde nationale bepalingen betreffende bescherming tegen het gebruik van een teken anders dan ter onderscheiding van waren of diensten (art lid 1 sub d BVIE). Mocht een uniform antwoord op een merkenrechtelijk probleem voor de gehele Unie nodig zijn, dan dient het Hof het begrip merkgebruik dus ruim op te vatten. Anders zou het probleem niet in het licht van het geharmoniseerde art. 5 leden 1 en 2 kunnen worden beoordeeld. In BMW/Deenik heeft het Europese Hof onder deze omstandigheden refererend merkgebruik als gebruik ter onderscheiding van waren of diensten bestempeld. 22 In O2/Hutchison kwam het Hof voorts tot de conclusie dat gebruik van andermans merk in vergelijkende reclame gebruik van dat merk voor de waren en diensten van de adverteerder zelf oplevert. 23 Tegen deze achtergrond is het niet verbazingwekkend dat het Hof ook ten opzichte van het gebruik van andermans merk als zoekwoord voor online reclame oordeelt dat sprake is van merkgebruik in de zin van art. 5 leden 1 en 2 Merkenrichtlijn. 24 Opmerkelijk is in dit verband echter dat het Hof in Google/Louis Vuitton et al. een formule gebruikt die wellicht als algemene definitie van het geldende begrip merkgebruik kan worden opgevat: Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, is dat immers hoe dan ook het geval wanneer de derde het aan het merk gelijke teken op zodanige wijze gebruikt, dat een verband ontstaat tussen dit teken en de waren die hij in de handel brengt of de diensten die hij verricht. 25 Voor merkgebruik is dus niet vereist dat een marktdeelnemer het merk van een concurrent direct als onderscheidingsteken voor de eigen waren of diensten gebruikt. Het is veeleer voldoende dat een verband ontstaat met deze waren of diensten. Op basis van dit flexibele concept heeft het Europese Hof geen moeite om het gebruik van andermans merk in verband met gesponsorde zoekresultaten als merkgebruik in de zin van art. 5 leden 1 en 2 te kwalificeren. Het hiervoor vereiste verband met de producten van de adverteerder ontstaat in het geval van AdWords door het gebruik 21 Een uitvoerige bespreking van deze problematiek levert A. Kur, Confusion Over Use? Die Benutzung als Marke im Lichte der EuGH-Rechtsprechung, GRUR International 2008, Zie HvJ EG 23 februari 1999, zaak C-63/97, punt Zie HvJ EG 12 juni 2008, zaak C-533/06, punt Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., punten 69 en Zie HvJ EU, ibid., punt 72.

4 oktober 2010 bulletin industriële eigendom 349 van het merk als trefwoord voor de productreclame. In Portakabin/Primakabin voegt het Hof hieraan toe dat juist sprake is van merkgebruik wanneer de adverteerder niet alleen van de merkhouder afkomstige waren aanbiedt maar daarnaast ook alternatieven, zoals eigen producten of producten van concurrenten. 26 De weg voor een Europees antwoord op keyword advertising is dus geëffend. Voor de Benelux-praktijk betekent dit dat het gebruik van merken als zoekwoorden in het kader van commerciële advertentiediensten getoetst dient te worden aan art lid 1 sub a, b en c BVIE. Art lid 1 sub d betreft alleen het Europees niet geharmoniseerde gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten en is dus slechts van toepassing in gevallen waarin het Europese Hof tot de slotsom komt dat van merkgebruik in de zin van art. 5 leden 1 en 2 Merkenrichtlijn geen sprake is. 27 Identieke tekens, identieke waren of diensten Het gebruik van identieke tekens voor identieke waren of diensten speelt een centrale rol in de tot nu toe gewezen arresten van het Europese Hof. Adverteerders die het merk van een concurrent als trefwoord voor hun reclame willen gebruiken zullen meestal een teken kiezen dat gelijk is aan het merk. In Bergspechte en Portakabin/Primakabin heeft het Hof bovendien duidelijk gemaakt dat merk en teken reeds dan als gelijk kunnen gelden wanneer het teken in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen. 28 Ook in het geval van kleine verschrijvingen, zoals de varianten portacabin, portokabin en portocabin, dient dus rekening te worden gehouden met de regels betreffende tekens die gelijk zijn aan een beschermd merk. De beoordeling van de concrete afwijkingen laat het Europese Hof uiteraard aan de nationale rechter over. In het geval van zowel identieke tekens alsook identieke waren of diensten volgen de toepasselijke inbreukcriteria uit art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn (art lid 1 sub a BVIE). Deze bepaling vereist volgens de rechtspraak van het Europese Hof dat afbreuk wordt gedaan aan één van de beschermde functies van het merk. In L Oréal/Bellure heeft het Hof het toepassingsgebied van art. 5 lid 1 sub a aanzienlijk vergroot door te oordelen dat de bepaling niet alleen de traditionele herkomstfunctie van het merk maar tevens de kwaliteitsfunctie, de communicatiefunctie, de investeringsfunctie en de reclamefunctie beoogt te beschermen Zie HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt Vgl. D.J.G. Visser, Noot bij HvJ EU 23 maart 2010, (zaken C-236/08 t/m C-238/08), Google France, B9 8696, 1 (1). In het verleden heeft de onzekerheid betreffende de toepasselijkheid van art lid 1 sub a BVIE deels tot gebruik van sub a, deels tot gebruik van sub d, geleid. Zie het overzicht dat AG Verkade geeft in zijn conclusie in HR 12 december 2008, Portakabin/ Primakabin, IER 2009, 34, onder 5.C. 28 Zie HvJ EU, Bergspechte, supra noot 3, punt 25; HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt Zie HvJ EG 18 juni 2009, zaak 487/07, punt 58. Deze rechtspraak lijkt diverse aanknopingspunten te bieden om afbreuk aan een beschermde merkfunctie aannemelijk te maken. De traditionele herkomstfunctie leidt tot de vraag of de adverteerder verwarring sticht. De communicatiefunctie roept de vraag op of de adverteerder de communicatie stoort die via het merk tussen de merkhouder en de consument plaatsvindt. 30 In het licht van de investeringsfunctie zou het kiezen van andermans merk als zoekwoord voor de eigen reclame mogelijkerwijs beschouwd kunnen worden als een aantasting van het merkimago dat de merkhouder door investeringen heeft gecreëerd. De bescherming van de reclamefunctie kan aanleiding zijn om de vraag te onderzoeken of de wervingskracht van het merk wordt verminderd. 31 De arresten van het Hof laten echter zien dat de Europese rechter in het geval van keyword advertising terughoudend omgaat met de nieuwe, in L Oréal/Bellure erkende merkfuncties. De communicatiefunctie en de investeringsfunctie stelt het Hof niet eens aan de orde. 32 Van afbreuk aan de reclamefunctie is volgens het Hof geen sprake omdat de homepage van de merkhouder gewoonlijk als een van de eerste natuurlijke zoekresultaten zal verschijnen: Door deze, overigens gratis, weergave is verzekerd dat de waren of diensten van de merkhouder zichtbaar zijn voor de internetgebruiker, ongeacht of deze houder er al dan niet in slaagt om ervoor te zorgen dat ook een advertentie in het veld gesponsorde links, ergens bovenaan, wordt getoond. 33 Het Hof achtte in dit verband ook irrelevant het feit dat de merkhouder een hogere prijs voor zijn eigen gesponsorde advertentielinks zou moeten betalen indien hij alsnog ervoor zou willen zorgen dat zijn reclame ondanks het gebruik van zijn merk als trefwoord door concurrenten boven aan de lijst met gesponsorde zoekresultaten komt te staan. 34 Bescherming van de reclamefunctie in de zin van art. 5 lid 1 sub a betekent dus in feite dat de merkhouder met een (door het Hof veronderstelde) prominente positie binnen de natuurlijke zoekresultaten tevreden moet zijn. Tegen de achtergrond van het arrest L Oréal/Bellure zou deze rechtspraak voor merkhouders teleurstellend kunnen zijn. Vanuit systematisch oogpunt was de erkenning van verdere functies naast de traditionele herkomstfunctie in het kader van art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn echter vanaf het begin een vergissing. In het 30 Zie M.R.F. Senftleben, The Trademark Tower of Babel Dilution Concepts in International, US and EC Trademark Law, IIC 40 (2009), 45 (46-50). 31 Het Hof beschouwt het merk in dit verband als een element ter bevordering van de verkoop of als handelsstrategisch instrument. Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punt 92. Vgl. M. Schubert/S. Ott, AdWords Schutz für die Werbefunktion einer Marke?, Markenrecht 2009, Zie samenvattend HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt Zie HvJ EU, ibid., punt Zie HvJ EU, ibid., punten

5 350 bulletin industriële eigendom oktober 2010 algemeen zullen slechts bekende merken over een beschermingswaardige communicatie-, investerings- en reclamefunctie beschikken. Het is daarom consistent om met deze merkfuncties alleen in het kader van het specifiek hiervoor ontworpen art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn (art lid 1 sub c BVIE) rekening te houden. Art. 5 lid 2 biedt in het bijzonder de mogelijkheid om de ruime bescherming van bekende merken middels het geldige reden verweer terug te brengen naar redelijke proporties. Door de communicatie-, investerings- en reclamefunctie tevens op basis van art. 5 lid 1 sub a te willen beschermen heeft het Europese Hof dit centrale balansinstrument in L Oréal/Bellure buiten spel gezet. Deze ontwikkeling kan zeer nadelige gevolgen hebben vooral voor de artistieke en commerciële vrijheid van meningsuiting. 35 Om deze reden is het gerechtvaardigd dat het Hof voorbijgaat aan de communicatie- en investeringsfunctie, en de reclamefunctie door een verwijzing naar de natuurlijke zoekresultaten marginaliseert. Het zou zelfs wenselijk zijn om deze functies in het kader van art. 5 lid 1 sub a in het algemeen te negeren. Des te meer aandacht verdient de traditionele herkomstfunctie. In dit opzicht oordeelt het Hof dat afbreuk aan de herkomstfunctie wordt gedaan wanneer de advertentie het voor de normaal geïnformeerde en redelijk oplettende internetgebruiker onmogelijk of moeilijk maakt om te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft, afkomstig zijn van de merkhouder of een economisch met hem verbonden onderneming, dan wel, integendeel, van een derde. 36 Aan dit vereiste is niet alleen voldaan wanneer de adverteerder de indruk wekt dat een economische band bestaat met de merkhouder. Van afbreuk aan de herkomstfunctie is veeleer tevens sprake wanneer de advertentie zo vaag blijft over de herkomst van de betrokken waren of diensten dat de gebruiker van de zoekmachine op basis van de advertentielink en de reclameboodschap niet kan weten of de adverteerder en de merkhouder economisch met elkaar verbonden ondernemingen zijn. 37 De adverteerder heeft dus de verplichting om duidelijkheid te creëren betreffende de oorsprong van de aangeboden waren of diensten. Mocht de adverteerder geen band hebben met de merkhouder, dan mag hij het bestaan van een band ook niet in het midden laten. Hij dient door de inhoud van de reclameboodschap ervoor te zorgen dat geen onzekerheid ontstaat betreffende zijn relatie met de merkhouder. Het Europese Hof hanteert dus wellicht ter compensatie voor de marginalisering van de overige, nieuwe functies een ruim begrip van afbreuk aan de herkomstfunctie. 35 Zie M.R.F. Senftleben, Overprotection and Protection Overlaps in Intellectual Property Law the Need for Horizontal Fair Use Defences, in: A. Kur (ed.), Horizontal Issues in Intellectual Property Law, Uncovering the Matrix, ATRIP Conference 2009, Cheltenham: Edward Elgar Publishing 2010, online available at Zie HvJ EU, ibid., punt Zie HvJ EU, ibid., punten Dit ruime begrip wordt begrijpelijk in het licht van het aan art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn ten grondslag liggende concept. Wanneer een identiek teken voor identieke waren of diensten wordt gebruikt ligt merkinbreuk meestal voor de hand. Identiteit van tekens en producten is bijvoorbeeld kenmerkend voor klassieke gevallen van counterfeiting. Op internationaal niveau is om deze reden erkend dat in gevallen van double identity verwarringsgevaar kan worden verondersteld. 38 Degene die een identiek teken gebruikt voor dezelfde waren of diensten heeft dus in beginsel de schijn van merkinbreuk tegen zich. Onder deze omstandigheden eist het Europese Hof terecht dat de adverteerder actief ervoor moet zorgen dat de consument makkelijk kan vaststellen of een AdWord afkomstig is van de merkhouder of van een andere marktdeelnemer. Samenvattend is bij de beoordeling van gesponsorde advertentielinks op basis van art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn dus de vraag beslissend of afbreuk wordt gedaan aan de herkomstfunctie van het merk. Hiervan is reeds sprake wanneer de advertentie zo vaag blijft dat de gebruiker van een zoekmachine niet zeker kan weten of de adverteerder en de merkhouder met elkaar samenwerken. Overeenstemmende tekens, identieke waren of diensten Mochten de verschillen tussen het merk en het door de adverteerder geselecteerde zoekwoord te groot zijn om van identieke tekens te kunnen spreken, dan rijst de vraag hoe gesponsorde advertentielinks op basis van art. 5 lid 1 sub b Merkenrichtlijn (art lid 1 sub b BVIE) te beoordelen zijn. In dit opzicht ontstaat een overzichtelijke situatie door de beperking van het toetsingskader van art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn tot de herkomstfunctie: Dezelfde maatstaf die het Hof onder sub a voor het vaststellen van afbreuk aan de herkomstfunctie heeft ontwikkeld, dient tevens onder sub b te worden gehanteerd om de vraag te beantwoorden of sprake is van verwarringsgevaar. Een te vaag blijvende advertentie leidt dus naast afbreuk aan de herkomstfunctie in de zin van sub a tevens tot verwarringsgevaar in de zin van sub b. 39 Ook deze redenering van het Hof is vanuit systematisch perspectief opmerkelijk. Tussen de aantasting van de herkomstfunctie en het criterium van verwarringsgevaar bestaat uiteraard een directe verbinding. Indien sprake is van verwarringsgevaar ligt ook afbreuk aan de herkomstfunctie voor de hand. 40 Desalniettemin is het verbazingwekkend dat het Hof ten aanzien van gesponsorde zoekresultaten de inbreukcriteria van art. 5 lid 1 sub a en sub b Merkenrichtlijn over 38 Zie de tweede zin van art. 16 lid 1 TRIPS: In case of the use of an identical sign for identical goods or services, a likelihood of confusion shall be presumed. 39 Zie HvJ EU, Bergspechte, supra noot 3, punten en 36; HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punten en Zie in die zin HvJ EG 18 juni 2009, zaak C-487/07, L Oréal/ Bellure, punt 59.

6 oktober 2010 bulletin industriële eigendom 351 één kam wil scheren. Zoals boven benadrukt is voor sub a constituerend dat zowel de tekens alsook de waren en diensten identiek zijn. Deze bijzondere situatie ( double identity ) impliceert merkinbreuk. Daarom is het begrijpelijk dat het Hof van de adverteerder verwacht dat hij actief maatregelen neemt om zijn relatie met de merkhouder voor de consument inzichtelijk te maken. In het geval van sub b is echter juist geen sprake van double identity. Merkinbreuk ligt in mindere mate voor de hand. Verwarringsgevaar kan niet zonder meer worden verondersteld. Tegen deze achtergrond rijst de vraag of in het geval van art. 5 lid 1 sub b Merkenrichtlijn daadwerkelijk dezelfde maatstaf kan worden gehanteerd die op gevallen onder sub a van toepassing is. Volgens het Europese Hof is van verwarringsgevaar sprake wanneer het publiek kan menen dat de betrokken waren of diensten van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn. 41 Op basis van deze definitie zou het eigenlijk voldoende moeten zijn dat de adverteerder in gevallen van slechts overeenstemmende tekens niet de indruk wekt dat een economische band met de merkhouder bestaat. Het aanvullende vereiste dat de adverteerder vaagheid dient te voorkomen is vanuit systematisch oogpunt in vergelijking met sub a moeilijk te rechtvaardigen. Tussen sub a en sub b zou eigenlijk een nuancering in die zin moeten bestaan dat afbreuk aan de herkomstfunctie onder sub a sneller kan worden aangenomen dan verwarringsgevaar onder sub b. De beperking van het criterium van vaagheid tot gevallen van identieke tekens en identieke waren of diensten zou voor de nodige nuancering kunnen zorgen. Bekende merken Met betrekking tot de bescherming van bekende merken leveren de AdWords arresten van het Europese Hof geen nieuwe inzichten. Het Hof bevestigt de in L Oréal/ Bellure ontwikkelde kielzogformule. Van ongerechtvaardigd voordeel trekken in de zin van art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn (art lid 1 sub c BVIE) is dientengevolge sprake wanneer een derde door het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een bekend merk, in het kielzog van dit merk probeert te varen om van de aantrekkingskracht, de reputatie en het prestige ervan te profiteren alsmede om zonder enige financiële vergoeding en zonder daarvoor passende inspanningen te moeten leveren, voordeel te halen uit de commerciële inspanning die de houder van het merk heeft gedaan om het imago van dat merk te creëren en te onderhouden In die zin bijvoorbeeld reeds HvJ EG 22 juni 1999, zaak C-342/97, Lloyd s/loints, punt Zie HvJ EG 18 juni 2009, zaak C-487/07, L Oréal/Bellure, punt 49, enerzijds en HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punt 102, anderzijds. In het geval van het gebruik van een bekend merk als zoekwoord voor een gesponsorde advertentielink is het dus oppassen geblazen. Op basis van de ruime kielzogformule ( in het kielzog probeert te varen ) kan snel sprake zijn van inbreukmakend gebruik. De adverteerder dient dus vooraf te onderzoeken of hij verweer kan voeren op basis van een geldige reden in de zin van art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn. Hiervoor komt vooral een beroep op de bepalingen betreffende geoorloofde vergelijkende reclame in aanmerking. 43 De ruimere beschermingsomvang voor bekende merken berust vooral op een belangrijk verschil in het perspectief dat voor de beoordeling van merkinbreuk dient te worden ingenomen. In het geval van art. 5 lid 1 sub a en b Merkenrichtlijn (art lid 1 sub a en b BVIE) staat de vraag centraal of de adverteerder afbreuk doet aan het merk. Dit kan het gevolg zijn van afbreuk aan één van de functies van het merk (sub a) of het stichten van verwarring (sub b). Voor art. 5 lid 1 sub a en b is het echter niet voldoende dat de adverteerder voordeel haalt uit het merk. In het kader van sub a heeft het dus weinig zin om het argument aan te voeren dat de adverteerder beoogt mee te liften op het prestigieuze imago dat de merkhouder door investeringen in het merk heeft weten te creëren. Uit dit argument zou weliswaar kunnen worden afgeleid dat sprake is van voordeel halen uit de investerings- of reclamefunctie van het merk. Dit betoog is voor een beroep op sub a echter niet voldoende. Voordeel halen doet niet tevens afbreuk aan de investerings- of reclamefunctie. Dit zou mogelijkerwijs kunnen verklaren waarom het Europese Hof de investeringsfunctie in het kader van sub a tot nu toe buiten beschouwing heeft gelaten en een aantasting van de reclamefunctie met een verwijzing naar de natuurlijke zoekresultaten heeft afgewezen. Art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn (art lid 1 sub c BVIE) impliceert daartegenover een ruimere benadering. Niet alleen afbreuk doen aan het merk maar ook voordeel halen uit het merk is voldoende om inbreuk op een bekend merk te kunnen constateren. Dit ruimer perspectief bevestigt het Hof door de verwijzing naar de kielzogformule. Het argument dat de adverteerder beoogt mee te liften op het prestigieuze imago van het merk is dus anders dan in het kader van art. 5 lid 1 Merkenrichtlijn in verband met art. 5 lid 2 wel relevant. Het verschil tussen de scope van art. 5 lid 1 sub a en b Merkenrichtlijn (alleen afbreuk relevant) en de reikwijdte van art. 5 lid 2 (naast afbreuk ook voordeel relevant) is een belangrijke nuancering binnen het systeem van de Europese inbreukcriteria. 44 Slechts het bijzondere onderscheidende vermogen en de bijzondere reputatie van bekende merken rechtvaardigen de cumu- 43 Zie over de maatstaf voor de beoordeling van de geoorloofdheid van vergelijkende reclame HvJ EG 18 juni 2009, zaak C-487/07, L Oréal/Bellure, punten Zie in die zin ook Ohly, supra noot 5, 712.

7 352 bulletin industriële eigendom oktober 2010 latieve bescherming tegen afbreuk doen en voordeel halen op basis van art. 5 lid 2. In het geval van gewone merken ontbreekt de nodige goodwill om van voordeel halen te kunnen spreken. Om deze reden is het consistent dat de algemene, alle merken betreffende bepalingen van art. 5 lid 1 Merkenrichtlijn slechts in gevallen van afbreuk doen worden toegepast. Beperkingen en loyaliteitsverplichting In Portakabin/Primakabin maakt het Europese Hof duidelijk dat de adverteerder die het merk van een concurrent als trefwoord voor gesponsorde zoekresultaten gebruikt zich meestal niet op de beperkingen van het merkenrecht ten gunste van het gebruik van beschrijvende benamingen en de aanduiding van de bestemming van een product of dienst zal kunnen beroepen (art. 6 lid 1 sub b en c Merkenrichtlijn). 45 Een wederverkoper mag echter, zoals reeds beslist in Dior/Evora, 46 het merk gebruiken om de verdere verhandeling van door de merkhouder in de handel gebrachte waren onder de aandacht van het publiek te brengen (art. 7 Merkenrichtlijn). 47 Het centrale punt in Portakabin/Primakabin is echter de met deze beperkingen gepaard gaande loyaliteitsverplichting. In beide gevallen de beperkingen in eigenlijke zin (art. 6 Merkenrichtlijn) en uitputting (art. 7 Merkenrichtlijn) gaat het Hof ervan uit dat de adverteerder in het algemeen niet aan zijn loyaliteitsverplichting zal voldoen. Immers, de vraag of de adverteerder zich op een beperking kan beroepen rijst pas nadat vaststaat dat sprake is van een inbreukmakende handeling. Zoals boven besproken is hiervoor in de gevallen van art. 5 lid 1 Merkenrichtlijn vereist dat de adverteerder een economische band met de merkhouder suggereert. Een dergelijke advertentie is volgens het Hof echter in strijd met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel, en sluit derhalve als gevolg van ontbrekende loyaliteit een beroep op art. 6 Merkenrichtlijn uit. 48 Voorts geeft een advertentie die de indruk van een economische band kan wekken de merkhouder een gegronde reden om zich ondanks uitputting tegen de advertentie te verzetten (art. 7 lid 2 Merkenrichtlijn). 49 Ook deze overwegingen van het Hof zijn vanuit systematisch perspectief opmerkelijk. In wezen leidt het Hof uit dezelfde omstandigheden die voor het aannemen van merkinbreuk beslissend zijn tevens af dat geen beroep op beperkingen van het merkrecht mogelijk is. Dit komt neer op een cirkelredenering: Omdat sprake is van een inbreukmakende handeling is ook een beroep op beperkingen niet mogelijk. Door dergelijke redeneringen worden de beperkingen van het merkrecht de facto uitgehold. Het is uiteraard denkbaar dat een inbreukmakende handeling ook in het licht van de beperkingen van het merkrecht niet valt te 45 Zie HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra not 4, punten 61 en Zie HvJ EG 4 november 1997, zaak C-337/95, punt Zie HvJ EU, Portakabin/Primakabin, supra noot 4, punt Zie HvJ EU, ibid., punten Zie HvJ EU, ibid., punt 80. rechtvaardigen. Idealiter loopt het antwoord op de inbreukvraag echter niet reeds vooruit op de beslissing inzake beperkingen. Anders verliezen de beperkingen hun betekenis binnen het systeem van het Europese merkenrecht. 50 Aansprakelijkheid van zoekmachines Door het selecteren van een merk voor gesponsorde zoekresultaten toe te laten maakt een zoekmachine, zoals boven uiteengezet, geen gebruik van dat merk in het economisch verkeer. Van directe merkinbreuk is dus geen sprake. Dit laat echter de vraag onbeantwoord of de zoekmachine aansprakelijk kan worden gesteld voor het inbreukmakende gedrag van adverteerders die de advertentiedienst gebruiken. In dat opzicht gaat het Europese Hof ervan uit dat een zoekmachine ten aanzien van commerciële advertentiediensten in beginsel aangemerkt kan worden als een hostingdienst in de zin van art. 14 Richtlijn elektronische handel (art. 6:196c lid 4 BW). 51 Dit geldt ondanks het feit dat de advertentiedienst moet worden betaald, dat de zoekmachine de wijze van vergoeding bepaalt en dat zij algemene inlichtingen aan de adverteerders verstrekt. Een beroep op art. 14 Richtlijn elektronische handel is dus mogelijk alhoewel de zoekmachine een direct financieel belang heeft bij haar advertentiedienst. 52 Het Europese Hof vergt echter neutraliteit in die zin dat de handelingen van de zoekmachine louter technisch, automatisch en passief dienen te zijn. Dit impliceert dat de zoekmachine noch kennis noch controle mag hebben ten aanzien van de gegevens die gebruikers van de advertentiedienst opslaan. 53 In het geval van AdWords dient in dit verband wel rekening te worden gehouden met de rol van Google bij het schrijven van de reclameboodschap die de advertentielink begeleidt, en bij de vaststelling of de selectie van trefwoorden Het gaat hierbij uiteraard om een systematisch argument. De overweging dat onduidelijkheid betreffende een economische band met de merkhouder in strijd is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel (art. 6 Merkenrichtlijn) en de merkhouder een gegronde reden voor verzet geeft (art. 7 lid 2 Merkenrichtlijn) is als zodanig zonder meer begrijpelijk. Vergelijkbare overwegingen zijn bijvoorbeeld te vinden in HvJ EG 11 juli 1996, zaken C-427/93, C-429/93 em C-436/93, BMS/Paranova, en HvJ EG 17 maart 2005, zaak C-228/03, Gillette/LA-Laboratories. In het geval van de nieuwe regels betreffende AdWords komt het daaruit volgende dilemma echter duidelijker naar voren omdat de door het Hof ontwikkelde inbreuk- en loyaliteitscriteria congruent zijn. 51 Zie HvJ EU, Google/Louis Vuitton et al., supra noot 2, punten Zie HvJ EU, ibid., punt 116. In tegenstelling tot het Hof wilde AG Poiares Maduro op grond van dit financiële belang geen beroep op de vrijwaring voor hosting toelaten. Zie HvJ EU, ibid., conclusie AG Poiares Maduro van 22 september 2009, punten Zie HvJ EU, ibid., punt Zie HvJ EU, ibid., punt 118.

8 oktober 2010 bulletin industriële eigendom 353 Conclusie De AdWords arresten van het Europese Hof bieden een overzichtelijk toetsingskader voor het gebruik van merken als trefwoorden voor gesponsorde zoekresultaten. In de gevallen van art. 5 lid 1 Merkenrichtlijn (art lid 1 sub a en b BVIE) is sprake van inbreuk wanneer de adverteerder de indruk wekt dat hij een economische band heeft met de merkhouder. Hiervan kan reeds worden uitgegaan wanneer de advertentie zo vaag blijft dat de consument niet kan weten of een dergelijke band bestaat. In het geval van art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn (art lid 1 sub c BVIE) is reeds sprake van inbreuk wanneer de adverteerder probeert in het kielzog van een bekend merk te varen om voordeel te halen uit de bijzondere inspanningen die de merkhouder heeft geleverd. Art lid 1 sub d BVIE is niet van toepassing op gesponsorde zoekresultaten. Een beroep op de beperkingen van het merkenrecht (artt. 6 en 7 Merkenrichtlijn) zal meestal geen succes hebben omdat de inbreukmakende handeling impliceert dat de adverteerder niet voldoet aan de loyaliteitsverplichting die voortvloeit uit het gebruik van merken op basis van een beperking van het merkenrecht. De AdWords arresten bieden daartegenover niet de nodige nuancering tussen gevallen van identieke tekens en identieke waren of diensten (art. 5 lid 1 sub a Merkenrichtlijn) en gevallen van slechts overeenstemmende tekens en identieke waren of diensten (art. 5 lid 1 sub b Merkenrichtlijn). Men zou eigenlijk verwachten dat in het eerste geval sneller sprake kan zijn van afbreuk aan de herkomstfunctie van het merk. Het Hof hanteert echter in beide gevallen dezelfde maatstaf. Voorts is het niet overtuigend dat het Hof uit de inbreukmakende handeling het creëren van onduidelijkheid betreffende een economische band met de merkhouder tevens afleidt dat een beroep op beperkingen van het merkenrecht (artt. 6 en 7 Merkenrichtlijn) meestal geen succes zal hebben. Reeds de inbreukmakende handeling impliceert in dit geval dat beperkingen niet toepasselijk zijn. Als gevolg van deze cirkelredenering zullen de beperkingen van het merkenrecht ten aanzien van gesponsorde zoekresultaten de facto leeg lopen. Den Haag oktober 2010 Ondanks het aanbieden van een online platform voor advertentielinks maken zoekmachines geen gebruik van met merken overeenstemmende tekens in het economisch verkeer. Om deze reden komt directe merkinbreuk niet in aanmerking. Voor inbreukmakende handelingen van de adverteerders kan een zoekmachine in beginsel op grond van art. 14 Richtlijn elektronische handel niet aansprakelijk worden gesteld. Dit kan anders zijn indien de zoekmachine bij het schrijven van de reclameboodschap of bij de selectie van trefwoorden een dermate actieve rol speelt dat van neutraliteit betreffende de door adverteerders opgeslagen gegevens geen sprake meer is. Vanuit systematisch perspectief overtuigen de Ad- Words arresten vooral door de beperking van relevante merkfuncties tot de traditionele herkomstfunctie in het geval van identieke tekens en identieke waren of diensten. Door deze beperking ontstaat een duidelijke scheidslijn tussen bescherming tegen verwarring op basis van art. 5 lid 1 Merkenrechtlijn en bescherming tegen verwatering op basis van art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn. In de gevallen van art. 5 lid 1 is vereist dat afbreuk wordt gedaan aan (de herkomstfunctie van) het merk. Slechts in de context van art. 5 lid 2 rijst de aanvullende vraag of voordeel wordt gehaald uit het merkimago. Deze scheiding is consistent omdat de vraag van verwatering en ongerechtvaardigd voordeel slechts in het geval van bekende merken relevant wordt. Bovendien biedt het specifieke art. 5 lid 2 met het geldige reden verweer een doelmatig instrument om de ruime bescherming tegen verwatering en ongerechtvaardigd voordeel trekken binnen redelijke grenzen te houden.

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 maart 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 maart 2010 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 maart 2010 * In zaak C-278/08, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Google en E-Bay. Luxemerken onder bedreiging?

Google en E-Bay. Luxemerken onder bedreiging? Google en E-Bay Luxemerken onder bedreiging? IE Symposium Zeist 17 maart 2011 Eric De Gryse www.simontbraun.eu 1 Merkgebruik en internet -A.G. in Google zaak (punt 50): het Hof wordt dus gevraagd om de

Nadere informatie

Google adwords: zoekmachineadvertentiediensten en merkinbreuk

Google adwords: zoekmachineadvertentiediensten en merkinbreuk Google adwords: zoekmachineadvertentiediensten en merkinbreuk In maart 2010 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) de eerste twee belangrijke arresten gewezen over Google adwords. 1 Het

Nadere informatie

Het merk van je concurrent als AdWord? Er mag veel, maar zeker niet alles

Het merk van je concurrent als AdWord? Er mag veel, maar zeker niet alles Het merk van je concurrent als AdWord? Er mag veel, maar zeker niet alles Matthijs Marell * Op 21 mei 2013 heeft het Hooggerechtshof in het Verenigd Koninkrijk een uitspraak gedaan in de zaak tussen Interflora

Nadere informatie

Adverteren op Google met het merk van een concurrent als AdWord

Adverteren op Google met het merk van een concurrent als AdWord verdieping Ars Aequi oktober 2010 703 arsaequi.nl/maandblad Adverteren op Google met het merk van een concurrent als AdWord Jesse Hofhuis* Iemand die op Google naar een BlackBerry zoekt, zou wel eens ook

Nadere informatie

The clash of the Bulls. The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU. I. Inleiding

The clash of the Bulls. The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU. I. Inleiding The clash of the Bulls The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU I. Inleiding Met de uitspraak van het Europese Hof op 6 februari jongstleden is het dan zo ver...

Nadere informatie

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 1. Deze zaak draait om de vraag of het zonder toestemming van de merkhouder weghalen van een merk van een product, het zogenaamde debranding,

Nadere informatie

M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME

M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME 145 M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME Charles GIELEN 1 Op vergelijkende reclame rustte lange tijd een stevige merkenrechtelijke vloek. Wie herinnert zich nog de tijd dat het oude artikel 13A lid 2 Benelux

Nadere informatie

Google AdWords: het Hof maakt veel duidelijk, maar we zijn er nog niet

Google AdWords: het Hof maakt veel duidelijk, maar we zijn er nog niet Intellectuele eigendom Google AdWords: het Hof maakt veel duidelijk, maar we zijn er nog niet Mr. M.J Heerma van Voss en mr. V.A. Zwaan* De kogel is door de kerk voor Google; zij maakt geen inbreuk op

Nadere informatie

http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/gettext.pl?where=&lang=nl&num=79899291c19080558&doc=t&ouvert=t&seance=arret

http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/gettext.pl?where=&lang=nl&num=79899291c19080558&doc=t&ouvert=t&seance=arret BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Eerste

Nadere informatie

MARTISZ CHECKLIST ADWORDS

MARTISZ CHECKLIST ADWORDS MARTISZ CHECKLIST ADWORDS Martisz Checklist Adwords Copyright 2015 Martisz Alle rechten voorbehouden 1 e versie, 2015-06-09 Adres: KvK nr: BTW nr: IBAN: BIC: Rekening nr: Tel: WhatsApp: E- mail: Websites:

Nadere informatie

Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser

Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser HvJ EG 20 september 2007 Benetton/G-star De vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft kan geen merk zijn. (art. 3 lid 1 sub e Mrl.

Nadere informatie

Merkenrecht Oefenexamenvragen AcademicStore website

Merkenrecht Oefenexamenvragen AcademicStore website AcademicStore Merkenrecht Oefenexamenvragen AcademicStore website Casus 1 Pleasure BV, een Nederlands postorderbedrijf voor erotische massageoliën, lustopwekkende geurtjes en andere genotsmiddelen heeft

Nadere informatie

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk?

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Wim Maas en Charlotte de Boer Onzuivere vergelijkende reclame leidt regelmatig tot juridische geschillen. Deze zaken zijn vaak

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

pagina 1 van 15 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 2011 (*) Merken Reclame op internet op basis van trefwoorden ( keyword advertising ) Adverteerder die trefwoord kiest dat met bekend merk

Nadere informatie

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk?

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Deterink Advocaten en Notarissen mr. W.J.G. Maas/mr. C. de Boer Kennedyplein 201 5611 ZT Eindhoven Telefoon: +31 (0)40 26 26 774

Nadere informatie

ZOEKMACHINEMISLEIDING

ZOEKMACHINEMISLEIDING ZOEKMACHINEMISLEIDING Mr F.J. Van Eeckhoutte ICT/IE-advocaat 20 juni 2006 zoekmachines Nemen alles mee met webcrawlers: www.google.nl : nl: 68%, mondiaal: 35-56% www.alttheweb.com www.altavista.com www.vindex.nl

Nadere informatie

25 jaar Merkenrecht Zeist 11 maart 2009 Prof. Mr. Charles Gielen

25 jaar Merkenrecht Zeist 11 maart 2009 Prof. Mr. Charles Gielen 25 jaar Merkenrecht 1984-2009 Zeist 11 maart 2009 Prof. Mr. Charles Gielen Le Menu Le lunch distinctif Le pâté des mots La forme du soufflé Entremet exceptionnel de la technique Le diner etendu La soupe

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/438805 / KG ZA 13-267

zaaknummer / rolnummer: C/09/438805 / KG ZA 13-267 vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/438805 / KG ZA 13-267 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 23 maart 2010 (*)

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 23 maart 2010 (*) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Grote kamer)

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Wat is een geldige reden?

Wat is een geldige reden? annotatie Ars Aequi september 2014 647 Annotatie Wat is een geldige reden? Prof.mr. Ch. Gielen Hof van Justitie EU 6 februari 2014, ECLI:EU:C:2014:49, C-65/12 (Leidseplein Beheer/ Red Bull), (A. Tizzano,

Nadere informatie

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van 01-02-2012 Richtlijnen van de Europese Commissie betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de douaneautoriteiten van de EU met betrekking tot goederen, met name geneesmiddelen,

Nadere informatie

Vertaling C-772/18-1. Zaak C-772/18. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-772/18-1. Zaak C-772/18. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-772/18-1 Zaak C-772/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 december 2018 Verwijzende rechter: Korkein oikeus (Finland) Datum van de verwijzingsbeslissing: 28 november

Nadere informatie

Annotatie bij Hof van Justitie EG 7 januari 2004 (Gerolsteiner Brunnen / Putsch)

Annotatie bij Hof van Justitie EG 7 januari 2004 (Gerolsteiner Brunnen / Putsch) Annotatie bij Hof van Justitie EG 7 januari 2004 (Gerolsteiner Brunnen / Putsch) Verschenen in IER 2004-2, p. 150-153. J.J.C. Kabel In een conflict tussen twee overeenstemmende merken voor dezelfde waren,

Nadere informatie

Enkele tekstfragmenten ten behoeve van de gesprekken over beslissen in IE-zaken

Enkele tekstfragmenten ten behoeve van de gesprekken over beslissen in IE-zaken Bijlage 2 Enkele tekstfragmenten ten behoeve van de gesprekken over beslissen in IE-zaken Inhoudsopgave 1. Het marktonderzoek en het dienstmeisje... 1 2. Persoonlijke smaak... 2 3. Is het eigenlijk nog

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 266427 / HA ZA 06-1854 Vonnis van in de zaak van 1. de rechtspersoon naar buitenlands recht PORTAKABIN LIMITED, gevestigd te Huntington,

Nadere informatie

Verwatering: de grote boze wolf qua bewijs?!

Verwatering: de grote boze wolf qua bewijs?! Verwatering: de grote boze wolf qua bewijs?! Beschouwing na uitspraak HvJ EU 14 november 2013, C-383/12 P (Environmental Manufacturing vs. OHIM) door Henrike Bongers I. Inleiding Over de bewijsregels bij

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

HvJEU Rechtspraak over handhaving

HvJEU Rechtspraak over handhaving HvJEU Rechtspraak over handhaving Stefan Kulk, docent en onderzoeker Universiteit Utrecht VVA Studiemiddag, 8 februari 2019 Copyright and the European Charter: A Balancing Act Grondrechten en handhaving

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-223/15-1 Zaak C-223/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 mei 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

VERLEDEN. verleden. heden. toekomst. Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht

VERLEDEN. verleden. heden. toekomst. Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht PFO Merken Masterclass Den Haag 26 november 2015 Erwin Haüer verleden. heden. toekomst. VERLEDEN. WAT IS EEN MERK? Als individuele merken

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

@Bavariababe: Zo, nu eerst een Twitter account

@Bavariababe: Zo, nu eerst een Twitter account Dinsdag 26 juli 2011 - IEF 10001 @Bavariababe: Zo, nu eerst een Twitter account S. Hagen, E. Swart, @ Bavariababe: Zo, nu eerst een Twitter account, IEF 10001. Met dank aan Steffen Hagen en Ewoud Swart,

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 380445 / KG ZA 10-1425

zaaknummer / rolnummer: 380445 / KG ZA 10-1425 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 380445 / KG ZA 10-1425 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TEMPUR

Nadere informatie

L Oréal/eBay-arrest, genoeg voer voor nieuwe merk-jurisprudentie en aansprakelijkheid voor ISPs een stap dichterbij?

L Oréal/eBay-arrest, genoeg voer voor nieuwe merk-jurisprudentie en aansprakelijkheid voor ISPs een stap dichterbij? Vrij verkeer van goederen en diensten L Oréal/eBay-arrest, genoeg voer voor nieuwe merk-jurisprudentie en aansprakelijkheid voor ISPs een stap dichterbij? Mr. M.J. Heerma van Voss en mr. V.A. Zwaan* Het

Nadere informatie

Functies merken. Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl

Functies merken. Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl 1 Merken spelen een zeer grote rol in het economische verkeer. Ze zijn onmisbaar en het gebruik ervan is zo vanzelfsprekend, dat ondernemers zich soms onvoldoende realiseren van hoeveel betekenis merken

Nadere informatie

www.asylumlawdatabase.eu

www.asylumlawdatabase.eu Funded by the European Commission Achtergrond De European Database of Asylum Law (EDAL) is een online database met jurisprudentie uit 11 EUlidstaten, die vluchtelingen- en asielwetgeving uitlegt. De EDAL

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Naam spreker

Naam spreker IE rechtspraak in Europa: lessen uit het merken-, modellen- en auteursrecht Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht

Nadere informatie

Verweerder is V.O.F. Aquacombi, gevestigd te Oudehaske, Nederland.

Verweerder is V.O.F. Aquacombi, gevestigd te Oudehaske, Nederland. General Electric - Aquacombi DomJur 2009-468 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaak-/rolnummer: DNL2008-0042 Datum: 26 november 2008 1. Partijen Eiser is General Electric Company, gevestigd te New

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/416090 / HA ZA 12-423 Vonnis van 23 januari 2013 in de hoofdzaak en in het incident

zaaknummer / rolnummer: C/09/416090 / HA ZA 12-423 Vonnis van 23 januari 2013 in de hoofdzaak en in het incident vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team Handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/416090 / HA ZA 12-423 Vonnis van in de hoofdzaak en in het incident in de zaak van 1. de besloten vennootschap

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 380699 / KG ZA 10-1438

zaaknummer / rolnummer: 380699 / KG ZA 10-1438 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 380699 / KG ZA 10-1438 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TEMPUR

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-637/16-1 Zaak C-637/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Verweerder is Lotom Group S.A. ( Verweerder ), gevestigd te Panama City, Panama.

Verweerder is Lotom Group S.A. ( Verweerder ), gevestigd te Panama City, Panama. ADP Nederland - Lotom Group S.A. DomJur 2009-483 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaak-/rolnummer: DNL2009-0009 Datum: 6 april 2009 UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER 1. Partijen Eiseres in deze procedure

Nadere informatie

Debat II Schiet het merkenrecht te kort in de economische werkelijkheid?

Debat II Schiet het merkenrecht te kort in de economische werkelijkheid? Debat II Schiet het merkenrecht te kort in de economische werkelijkheid? Gregor Vos 16 maart 2016 Stelling 1 De hogere drempel voor bescherming van vormen, kleuren en andere kenmerken die samenvallen met

Nadere informatie

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier Journaal Warenwet 2009-8 Martin Hemmer AKD Prinsen Van Wijmen Geografische oorsprongsaanduidingen Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier Jurisprudentie Het recht om merken te gebruiken

Nadere informatie

Stichting VVV Groep Nederland v. Verweerder. Zaaknr. DNL2009-0026

Stichting VVV Groep Nederland v. Verweerder. Zaaknr. DNL2009-0026 Stichting VVV Groep Nederland - verweerder DomJur 2010-559 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaak-/rolnummer: DNL2009-0026 Datum: 24-06-2009 UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER Stichting VVV Groep Nederland

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-622/18-1 Zaak C-622/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 oktober 2018 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht Prof. dr. Martin Senftleben Vrije Universiteit Amsterdam Bird & Bird, Den Haag Exclusieve rechten flexibel genoeg? Art. 13 Aw: Verveelvoudigen

Nadere informatie

LRC Products Limited - AlleslsOnline DomJur

LRC Products Limited - AlleslsOnline DomJur LRC Products Limited - AlleslsOnline DomJur 2019-1325 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaaknr. DNL2019-0001 Datum: 29 maart 2019 1. Partijen Eiser is LRC Products Limited uit Slough, Verenigd Koninkrijk,

Nadere informatie

Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen

Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen Whitepaper Alles wat u moet weten over SEO Pagina overzicht Als ondernemer wilt u een goede website. Een website die voor uw doelgroep makkelijk vindbaar is en

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Antwoorden op de vragen Serie Recht in Hoofdlijnen www.academicstore.nl/rechten Merkenrecht Mr. F.G.M.M. Alsters Antwoorden op de vragen Hoofdstuk 1 en 2 1. Antwoord C: intellectuele eigendomsrechten beschermen

Nadere informatie

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda.

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer / rolnummer: C/09/435163 / HA ZA 13-76 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAJESTIC PRODUCTS B.V., gevestigd

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Recht en Informatica HC5 (deel 1):

Recht en Informatica HC5 (deel 1): Recht en Informatica HC5 (deel 1): Databankenrecht, Bescherming domeinnamen, Henry Prakken 28 mei 2018 1 Databankenrecht Absoluut recht van producent van databank waarin substantieel geïnvesteerd is Beschermt

Nadere informatie

III. beschermingsomvang

III. beschermingsomvang beschermingsomvang 1 de merkhouder kan actie ondernemen tegen het gebruik van: i. een identiek teken voor identieke producten of diensten ii. een identiek of overeenstemmend teken voor identieke of soortgelijke

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Het Beleidsdocument: Naamgeving farmaceutische producten bekeken vanuit merkenrechtelijk perspectief

Het Beleidsdocument: Naamgeving farmaceutische producten bekeken vanuit merkenrechtelijk perspectief Het Beleidsdocument: Naamgeving farmaceutische producten bekeken vanuit merkenrechtelijk perspectief Marloes Meddens-Bakker Klos Morel Vos & Reeskamp Introductie Bij de naamgeving van farmaceutische producten

Nadere informatie

SEA. Doelgericht en efficiënt online adverteren met Google AdWords TM

SEA. Doelgericht en efficiënt online adverteren met Google AdWords TM SEA Doelgericht en efficiënt online adverteren met Google AdWords TM Gebruikers doorzoeken het internet naar producten en diensten zoals de uwe. Maar vinden ze u? 92% van de Belgen gebruikt zoekmotoren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 januari 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 januari 2004 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 januari 2004 * In zaak C-100/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesgerichtshof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Van adwords en metatags

Van adwords en metatags Van adwords en metatags Charles Gielen* I n l e i di ng Egbert Dommering s activiteiten concentreren zich rond informatie in ruime zin. Natuurlijk is zijn focus gericht op de juridische aspecten van informatie,

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº 2002174 Opposant: Frigor A/S Holstebrovej 101 8800 Viborg Denemarken Gemachtigde: Novagraaf Belgium S.A./N.V.

Nadere informatie

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-208 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars R.A., leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Evonik Röhm GmbH [Persoonsnaam] DomJur 2014-1072

Evonik Röhm GmbH [Persoonsnaam] DomJur 2014-1072 Evonik Röhm GmbH [Persoonsnaam] DomJur 2014-1072 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaak-/rolnummer: DNL2014-0019 Datum: 8 juli 2014 Uitspraak Geschillenbeslechter 1. Partijen Eiseres is Evonik Röhm

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Search Engine Optimalization (SEO)

Search Engine Optimalization (SEO) Opdracht 1 Organische zoekresultaten zijn de resultaten die weergeven worden onder en naast de gesponsorde (betaalde) koppelingen. Deze positie is gratis en wordt bepaald door het algoritme van de zoekmachine

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Noot voor Ars Aequi onder Intel/Intelmark en L'Oreal/Bellure Prof. mr. Charles Gielen. Inleiding en historie niet-verwarringsbescherming

Noot voor Ars Aequi onder Intel/Intelmark en L'Oreal/Bellure Prof. mr. Charles Gielen. Inleiding en historie niet-verwarringsbescherming Noot voor Ars Aequi onder Intel/Intelmark en L'Oreal/Bellure Prof. mr. Charles Gielen Inleiding en historie niet-verwarringsbescherming 1. Beide arresten gaan over de bescherming van bekende merken tegen,

Nadere informatie

Door de Eerste Merkenrichtlijn van de EG

Door de Eerste Merkenrichtlijn van de EG MR. E.R.VOLLEBREGT Verwarring en associatie onder de Benelux Merkenwet na Adidas/Marca 82 Associatie nog steeds niet toepasbaar zonder verwarring Door de Eerste Merkenrichtlijn van de EG ( Merkenrichtlijn

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

The Consumer Benchmarks in the Unfair Commercial Practices Directive B.B. Duivenvoorde

The Consumer Benchmarks in the Unfair Commercial Practices Directive B.B. Duivenvoorde The Consumer Benchmarks in the Unfair Commercial Practices Directive B.B. Duivenvoorde The Consumer Benchmarks in the Unfair Commercial Practices Directive B.B. Duivenvoorde Proefschrift, 2014 Centre for

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Het aanbiedingsbegrip nader verkend. Kort commentaar bij Vzr. Rb. Den Haag 4 oktober 2011, B (PTC S.A./Ape Holland B.V.):

Het aanbiedingsbegrip nader verkend. Kort commentaar bij Vzr. Rb. Den Haag 4 oktober 2011, B (PTC S.A./Ape Holland B.V.): Het aanbiedingsbegrip nader verkend. Kort commentaar bij Vzr. Rb. Den Haag 4 oktober 2011, B9 10221 (PTC S.A./Ape Holland B.V.): Charlotte de Boer, Wim Maas (Deterink Advocaten en Notarissen) Inleiding

Nadere informatie

Herkomst- en goodwillinbreuk in het merkenrecht na INTEL en L Oréal

Herkomst- en goodwillinbreuk in het merkenrecht na INTEL en L Oréal verdieping Ars Aequi december 2009 799 arsaequi.nl/maandblad AA20090799 Herkomst- en goodwillinbreuk in het merkenrecht na INTEL en L Oréal A.A. Quaedvlieg* * Prof.mr. A.A. Quaedvlieg is hoogleraar industrieel

Nadere informatie

The Right to be Forgotten

The Right to be Forgotten The Right to be Forgotten Een fundamenteel recht of fictie? 27-10-2014 Boukje Stoelinga ING Bank Data Protection Officer Agenda 1. Context: heden versus toekomst 2. De Google case 3. Verwijderen of vergeten;

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat door toedoen van de vreemdelingendienst van het regionale politiekorps Midden en West Brabant de Spaanse

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden '" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER Lululemon Athletica Canada, Inc. v. A. Bronkhorst Zaaknr. DNL2012-0073

UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER Lululemon Athletica Canada, Inc. v. A. Bronkhorst Zaaknr. DNL2012-0073 ARBITRATION AND MEDIATION CENTER UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER Lululemon Athletica Canada, Inc. v. A. Bronkhorst Zaaknr. DNL2012-0073 1. Partijen Eiser is Lululemon Athletica Canada, Inc. uit Vancouver,

Nadere informatie

Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent

Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent Prof. mr. G-J. (Gerrit-Jan) ZWENNE Leiden Het recht om te worden vergeten ( right to be forgotten ) Wat is dat eigenlijk? 1 Mario COSTEJA GONZÁLEZ

Nadere informatie

natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31).

natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31). Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 70/14 Luxemburg, 13 mei 2014 Pers en Voorlichting Arrest in zaak C-131/12 Google Spain SL, Google Inc / Agencia Española de Protección de Datos,

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam?

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam? Bescherm uw handels -, vennootschaps - en merknaam Naambekendheid is voor de handelaar van onschatbare waarde. Consumenten, klanten en leveranciers kopen producten van een bepaald merk of drijven handel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Zaak C-377/98 Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Nietigverklaring Richtlijn 98/44/EG Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen Rechtsgrondslag Artikel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

domeinnamen Mr F.J. Van Eeckhoutte 8 oktober 2003 mr. F.J. Van Eeckhoutte, ICT/IE- advocaat, www.vaneeckhoutteadvocaten.nl

domeinnamen Mr F.J. Van Eeckhoutte 8 oktober 2003 mr. F.J. Van Eeckhoutte, ICT/IE- advocaat, www.vaneeckhoutteadvocaten.nl domeinnamen Mr F.J. Van Eeckhoutte 8 oktober 2003 Wat is een domeinnaam? IP IP-adres (9.9.39.255) Aanduiding alfanumerieke tekens Identificatie organisatie merk Handelsnaam Top-level (.com/.nl) Second-level

Nadere informatie

User-Generated Content na Deckmyn

User-Generated Content na Deckmyn User-Generated Content na Deckmyn Prof. Dr. P. B. Hugenholtz VVA, 13 februari 2015 Wat is User-generated Content? Wat is UGC? [volgens de Commissie Auteursrecht] Het moet gaan om een bewerking van bestaande

Nadere informatie

Verweerder is M. Kerst uit Enschede, Nederland, vertegenwoordigd door Parick advocatuur, Nederland.

Verweerder is M. Kerst uit Enschede, Nederland, vertegenwoordigd door Parick advocatuur, Nederland. Herbalife International - verweerder DomJur 2011-646 WIPO Arbitration and Mediation Center Zaak-/rolnummer: DNL2010-0066 Datum: 31-01-2011 1. Partijen Eiser is Herbalife International, lnc., gevestigd

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/05/2015

Datum van inontvangstneming : 29/05/2015 Datum van inontvangstneming : 29/05/2015 Vertaling C-179/15-1 Zaak C-179/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 april 2015 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie