Werkplan 2011 Onderzoek en onderwijs Centrum voor Energievraagstukken UvA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkplan 2011 Onderzoek en onderwijs Centrum voor Energievraagstukken UvA"

Transcriptie

1 Centrum voor Energievraagstukken Werkplan 2011 Onderzoek en onderwijs Centrum voor Energievraagstukken UvA Document: Werkplan 2011

2 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1.1 Het Centrum voor Energievraagstukken 1.2 Voortzetting onderzoek in Centrale onderzoeksonderwerpen en thema s voor Doelstellingen van het Centrum Algemeen Discussieplatform Maatschappelijk belang en toepassing van wetenschappelijk onderzoek 1.5 Onderwijs 1.6 Kernwerkzaamheden; aanvullend derdegeldstroomonderzoek 1.7 Derdegeldstroomonderzoek 2. Onderzoek en onderwijs in Algemeen 2.2 Consumenten en andere eindverbruikers Inleiding Een goede marktwerking; met als einddoel het belang van consumenten Toezicht op de energiesector mede in relatie tot bescherming van consumentenbelangen Aansluiting op het net De rol van consumenten in relatie tot klimaat- en milieudoelstellingen 2.3 Smart grids: modernisering en herinrichting van het transport- en distributiestelsel Algemeen Promotieonderzoeken naar smart grids Smart grids en marktordening Smart grids en netbeheer Smart grids en financiering 2.4 Lokale duurzame energievoorzieningen Algemeen Het onderzoek naar (diverse aspecten en deelonderwerpen) betreffende LDE s Specifiek: LDE s als decentrale geïntegreerde energievoorziening 3. Organisatie Centrum Partners van het Centrum 3.2 Medewerkers van het Centrum Centrum voor Energievraagstukken 2

3 1. Algemeen 1.1 Het Centrum voor Energievraagstukken Dit werkplan bevat een omschrijving van de geplande activiteiten van het Centrum voor Energievraagstukken voor onderzoek en onderwijs in Het Centrum is primair een onderzoeks- en onderwijsorganisatie, die onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek verricht op basis van een meerjarig onderzoeksprogramma (zie het werkplan van het Centrum voor , juni 2009), daartoe in staat gesteld door verstrekking van subsidies en fondsen. Het onderzoek van het Centrum is voor een groot deel fundamenteel en voor een deel toegepast wetenschappelijk van aard. Het onderzoek heeft voorts een interdisciplinair karakter. Het onderzoeksprogramma van het Centrum heeft betrekking op energiebeleid en - regelgeving, de daarbij betrokken belangen en het daarvoor te hanteren afwegingskader. De daarbij betrokken wettelijk verankerde algemene belangen zijn in de eerste plaats de leverings- en voorzieningszekerheid van huishoudelijke en (groot)zakelijke eindverbruikers. Ook bescherming van het milieu en klimaat vormt een algemeen belang. Daarnaast geldt het algemeen belang van goed functionerende interne energiemarkten binnen de EU. In het onderzoek worden deze algemene doelstellingen van het Europees en nationaal energiebeleid en Europese en nationale energiewetgeving betrokken. Het Centrum is officieel van start gegaan in januari De officiële opening vond plaats met een inleiding van de Minister van Economische Zaken tijdens het congres De consument en de andere kant van de elektriciteitsmarkt d.d. 27 januari Het Centrum is gevestigd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA en is voortgekomen uit een publiek-private samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en Juritas Economisch ordeningsrecht energie. Tevens wordt onderzoek in opdracht van derden uitgevoerd (contractonderzoeken of derdengeldstroomonderzoek). Dit betreft meestal overheden. Centrum voor Energievraagstukken 3

4 1.2 Voortzetting onderzoek in 2010 Het Centrum bouwt bij zijn voor 2011 geplande activiteiten voort op onderzoek dat in 2010 is verricht. Op diverse plaatsen zal daarom ook naar het onderzoek in 2010 worden verwezen. Het verslag van activiteiten in 2010 is in een bijlage bij deze notitie opgenomen. Deze notitie fungeert daarmee tevens als verslaglegging voor Centrale onderzoeksonderwerpen en thema s voor 2011 Het onderzoeksprogramma voor 2011 kent drie centrale onderzoeksonderwerpen: 1) de energieconsument; 2) smart grids; 3) lokale duurzame energievoorzieningen (LDE s). Energievraagstukken worden in het onderzoek en bij andere activiteiten van het Centrum vooral bezien vanuit het perspectief van de andere kant van de elektriciteitsmarkt. Met de andere kant van de elektriciteitsmarkt wordt gedoeld op de positie van verbruikers, met een centrale plaats voor energieconsumenten, alsmede op decentrale energievoorzieningen die zich lokaal en op het niveau van distributienetten ontwikkelen. De energieconsument (in ruime zin) bevindt zich heden in het algemeen aan de andere kant van de energiemarkt, namelijk aan het einde van de energiewaardeketen, met tegenover zich de producent, leverancier en netbeheerder. De consument vervult in het algemeen geen rol bij levering aan anderen, de energiehandel, bij beheer van netten en in het algemeen ook niet bij productie van energie. In zoverre kan zijn rol als passief worden beschouwd. Mogelijk gaat dit in de toekomst veranderen als hij steeds meer ook als prosument aan de elektriciteitsmarkt gaat deelnemen. De volgende thema s lopen als een rode draad door het onderzoek naar deze drie onderwerpen: marktordening, toezicht, milieu- en klimaat en Europeanisering. Het thema van Europeanisering is van toenemend belang geworden door het Verdrag van Lissabon, de inwerkingtreding van het Derde Energiepakket en met het in het Centrum voor Energievraagstukken 4

5 leven roepen van het Europese Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER). Een discussie die voor het onderzoek van het Centrum van belang is, is of bevordering van marktwerking een goed en toereikend middel is om milieu- en klimaatdoelstellingen te realiseren. Dit wordt bij Europese en nationale wetgeving veelal expliciet verondersteld. Een andere vraag is in hoeverre marktwerking correctie door regulering behoeft om deze steeds meer prangend wordende doelstellingen van milieu- en klimaat goed te dienen. Deze kwestie betreft alle schakels van de energiewaardeketen: productie, het transport- en distributiestelsel, levering, handel en verbruik. De activiteiten van het Centrum hadden in 2010 vooral betrekking op de elektriciteitsmarkt. Naar verwachting is dit ook het geval voor het onderzoek in Het is wel de bedoeling in 2011 wat betreft het onderzoek naar LDE s meer dan in 2010 een vergelijking te maken tussen de gas- en de elektriciteitssector. Zo is een volgende masterclass in 2011 gepland met het onderwerp Gasrondjes ; opwek van duurzame gas en lokaal verbruik als decentrale duurzame energievoorziening. 1.4 Doelstellingen van het Centrum Algemeen De doelstelling van het Centrum is een wetenschappelijk gefundeerde lange termijnvisie te ontwikkelen, op basis waarvan prioriteiten kunnen worden gesteld ten aanzien van de uitgangspunten van het Nederlandse en communautaire energiebeleid. Dit is vooral voor de energiesector van belang vanwege de grote veranderingen die zich in deze sector voltrekken, samenhangend met de liberalisering daarvan, maar ook met andere ontwikkelingen met betrekking tot milieu en klimaat en technische innovaties. Beleid en regelgeving zijn van invloed op het verloop van deze ontwikkelingen. In het onderzoek wordt steeds bekeken in hoeverre beleid en regelgeving zijn afgestemd op ontwikkelingen in de sector. Het Centrum heeft zich daarbij in 2010 in belangrijke mate op landelijke overheden gericht. Het onderzoek door het Centrum zal naar verwachting in 2011 in toenemende mate, met name wat betreft smart grids en LDE s, ook betrekking hebben op beleid en beslissingen van (organen van) gemeenten en provincies. Centrum voor Energievraagstukken 5

6 1.4.2 Discussieplatform Ter realisatie van de in paragraaf genoemde doelstelling organiseert het Centrum onder meer een continu discussieplatform waarbij diverse overheden, universitaire en andere onderzoeksinstellingen en afwisselend marktpartijen betrokken zijn. In dat kader worden bijvoorbeeld jaarlijks verscheidene masterclasses en andere discussiebijeenkomsten georganiseerd. Dat zal ook het geval zijn in De masterclasses en te organiseren congressen in 2011 zullen betrekking hebben op de genoemde centrale onderzoeksonderwerpen. De eerste masterclass in 2011 heeft als onderwerp Decentrale duurzame energievoorzieningen. Deze is georganiseerd op 20 januari Volgende masterclasses zullen (onder meer) betrekking hebben op lokale gasvoorzieningen ( Gasrondjes ) en prijs- en tariefregulering. Evenals in 2010 zullen in 2011 alle masterclasses worden voorbereid met onderzoek en een onderzoeknotitie, met daarop volgende publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en andere uitgaven. Op 9 februari 2011 is bovendien het congres Financieel toezicht op de energiesector georganiseerd, met als belangrijkste invalshoek de bescherming van de energieconsument en marktwerking. Dit congres vormde een vervolg op de in 2009 en 2010 georganiseerde masterclasses Financieel toezicht op energiebeurzen d.d. 21 januari 2009 en Toezicht Europa-proof?, d.d. 2 september Maatschappelijk belang en toepassing van wetenschappelijk onderzoek Bij marktpartijen en betrokken organisaties - groot, klein, met veel of beperkte invloed en zeggenschap - en diverse overheden is sprake van (veronderstelde) onzekerheid en onduidelijkheid over hoe de energiemarkt zich ontwikkelt. Het is bovendien onduidelijk wat betrokken belangen, behoeften en machts-, vermogens-, verdien- en investeringsposities zijn. Tenslotte is de inhoud van beleid en regelgeving (op hoger overheidsniveau) hun niet altijd helder. De ervaren complexiteit en ondoorzichtigheid betreffen niet alleen de juridische mogelijkheden en belemmeringen, maar ook de betrokken partijen en hun belangen, Centrum voor Energievraagstukken 6

7 het toekomstige overheidsbeleid, mogelijkheden tot financiering en te verwachten inkomsten. Kort gezegd, in de sector wordt dus vaak een tekort aan kennis en overzicht ervaren betreffende mogelijke veranderingen in de energiesector en wegen waarlangs doelstellingen van energiebeleid en -regelgeving zich (kunnen) realiseren. Doel van het onderzoek en onderwijs van het Centrum is dan ook tevens om de kennis te ontwikkelen en bijeen te brengen en om een overzicht daarvan te bieden, om (veronderstelde) complexe energievraagstukken tot in de kern helder en compact terug te brengen. Het is de bedoeling dat onderzoeksresultaten van het Centrum ook hun weg vinden naar de samenleving en zodanig worden verwerkt dat deze zich voor toepassing in de praktijk lenen. Het Centrum verzorgt met oog daarop in 2011 bijvoorbeeld in opdracht van Agentschap NL een uitgave over het bestaande juridische kader voor smart grids; Handvatten voor toepassing van Wet- en Regelgeving in smart grid pilots. Bij dit onderzoek staat het type smart grids centraal dat is bedoeld om LDE s te faciliteren. Dit onderzoek zal het Centrum de eerste vier maanden van 2011 verrichten in samenwerking met TNO en het Europa instituut van de Universiteit Utrecht. Het Centrum beoogt ter realisatie van zijn doelstelling tot toepassing van zijn wetenschappelijk onderzoek, onder meer een substantiële uitbreiding van de bestaande samenwerking met TNO voor 2011 en de jaren daarna. Daarover zijn inmiddels afspraken op hoofdlijnen gemaakt. Ook regelmatige ontmoetingen met een groot aantal uiteenlopende organisaties en marktpartijen dragen ertoe bij dat binnen het Centrum verworven kennis naar de praktijk vloeit. Andersom leiden deze contacten voor het Centrum tot nieuwe onderzoeksplannen en beter begrip van urgente energievraagstukken. Deze aanpak is vruchtbaar gebleken bij de oprichting van het Centrum in 2009 en voor het onderzoek en andere activiteiten in Voorts moet de publicatie in 2011 van diverse onderzoeken op de website van het Centrum ervoor zorgen dat zijn onderzoek de weg naar de praktijk vindt. Het Centrum kan daarbij putten uit de voor 2011 geplande activiteiten, alsmede uit verscheidene onderzoeken die in 2009 en 2010 zijn verricht. Inmiddels is op de Centrum voor Energievraagstukken 7

8 website van het Centrum de congresbundel De consument en de andere kant van de elektriciteitsmarkt verschenen. Deze bundel bevat wetenschappelijke bijdragen geschreven vanuit verschillende disciplines, te weten de juridische, economische, politieke en gedragswetenschappelijke wetenschappen. Ook de onderzoeksresultaten van het genoemde onderzoek naar het juridisch kader voor smart grids zullen op de website van het Centrum worden geplaatst. Dit geschiedt naar verwachting in de loop van het voorjaar van Het is bovendien de bedoeling dat ook andere publicaties in 2011 op de website verschijnen. 1.5 Onderwijs Tevens is het Centrum opgericht om onderwijs over energievraagstukken aan studenten en professionals te verzorgen. Het onderwijs aan studenten betreft een kernwerkzaamheid van het Centrum en staat in 2011 centraal. In beperkte mate zal daarnaast postacademisch onderwijs worden aangeboden. Het profiel van het mastervak Energierecht is bij dit onderzoeksplan gevoegd. Dit onderwijs is gebaseerd op het wetenschappelijk onderzoek van het Centrum. Het onderwijsmateriaal zal in belangrijke mate worden ontleend aan de voorbereidende onderzoeken voor de masterclasses en de diverse publicaties van het Centrum in 2009 (tijdens de oprichtingsfase) en Casus en vragen zullen grotendeels zijn gestoeld op de derdengeldstroomonderzoek dat het Centrum het afgelopen jaar heeft verricht. Het is de bedoeling om het mastervak na afloop te evalueren en voor het komend studiejaar 2011/2012 na de eerste ervaringen met dit vak daarvoor vervolgens breed aandacht te vragen onder de studenten. 1.6 Kernwerkzaamheden; aanvullend derdengeldstroomonderzoek Een groot deel van de genoemde activiteiten wordt gevormd door de zogeheten kernwerkzaamheden van het Centrum: het genoemde discussieplatform, het daartoe te verrichten onderzoek, de diverse wetenschappelijke publicaties, organisatie van congressen en onderwijs voor studenten. Deze worden gefinancierd met fondsen en subsidies die door de externe partners van het Centrum ter beschikking zijn gesteld. Centrum voor Energievraagstukken 8

9 De externe partners van het Centrum zijn: - Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie - TNO, Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek - VEMW, kenniscentrum en belangenbehartiger voor de zakelijke energie- en watergebruikers - Vereniging Eigen Huis - Consumentenbond Ook het opzetten van een onderzoekpoot voor toegepast wetenschappelijk onderzoek in wat zal geschieden in samenwerking met TNO - valt tot de kernwerkzaamheden van het Centrum te rekenen. Deze onderzoekpoot zal, zo is de bedoeling, vorm krijgen door onder meer de organisatie van een Kennisbureau waar al het relevante van het onderzoek van het Centrum en TNO inzake LDE s wordt verzameld en maatschappelijk toegankelijk wordt gemaakt. 1.7 Derdengeldstroomonderzoek Daarnaast verricht het Centrum een deel van zijn onderzoek in opdracht van derden (derdegeldstroomonderzoek of contractonderzoek). In het kader van deze activiteiten wordt vaak samengewerkt met deskundigen vanuit de verschillende rechtsgebieden en andere wetenschappelijke disciplines. In 2010 heeft het Centrum onder meer samengewerkt met TNO en de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam. Naar verwachting zal in 2011 deze samenwerking worden voortgezet. In 2011 wordt bijvoorbeeld in het kader van het genoemde onderzoek naar het juridisch kader voor smart grids samengewerkt met TNO en het Europa Instituut van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht. Een uitgangspunt voor dit derdengeldstoomonderzoek is dat dit kennis genereert die ten dienste staat van het wetenschappelijk onderzoek en ten behoeve van de masterclasses en wetenschappelijke publicaties. Voorts is uitgangspunt voor het aantrekken van dit onderzoek het innovatieve karakter daarvan betreffende onder meer (vooral) juridische, beleidsmatige en economische vragen. Centrum voor Energievraagstukken 9

10 2. Onderzoek en onderwijs in Algemeen Hierna worden eerst de in paragraaf 1.2 genoemde centrale onderzoeksonderwerpen nader beschreven. De thema s marktordening, toezicht en milieu en klimaat die als een rode draad door het onderzoek van het Centrum lopen, worden nader toegelicht in relatie tot deze drie onderwerpen: 1) de energieconsument (paragraaf 2.2); 2) smart grids (paragraaf 2.3); 3) lokale duurzame energievoorzieningen (paragraaf 2.4). 2.2 Consumenten en andere eindverbruikers Inleiding Wetgevers en beleidsmakers blijken al dan niet expliciet aan verbruikers voor realisatie van hun beleidsdoeleinden, betreffende bijvoorbeeld een goede marktwerking en milieu en klimaat, bepaalde rollen toe te bedelen. In het kader van onderzoek naar de energieconsument is het nodig na te gaan wie deze consument precies is. Dit kan afhankelijk zijn van de doelstellingen van regels die zijn positie betreffen en daarnaast ook van ontwikkelingen in de sector en welke rol hij vervult. Zijn rollen, positie(s) en belangen verschillen al naar gelang de betrokken invalshoek; bijvoorbeeld die van een universele dienstverlening, een goede marktwerking of klimaat- en milieudoelstellingen. Voor het onderzoek van het Centrum wordt uitgegaan van een ruim consumentenbegrip. Daarbij gaat het zowel om huishoudens, andere kleinverbruikers (midden- en kleinbedrijf) als om grootzakelijk verbruikers; tezamen ook als verbruikers aangemerkt. Onderzoek naar energieconsumenten in 2010 heeft inmiddels zijn weerslag gekregen in januari 2011 uitgegeven congresbundel De consument en de andere kant van de elektriciteitsmarkt. Het onderzoek uit 2010 dat onder meer tot deze uitgave heeft geleid, zal in 2011 worden voortgezet met betrekking tot in de volgende paragrafen te beschrijven deelonderwerpen (paragrafen t/m 2.2.5). Centrum voor Energievraagstukken 10

11 Voorts vinden in het kader van deze uitgave in 2011 diverse bijeenkomsten en afspraken met overheden, organisaties en marktpartijen plaats om tot nadere kennisuitwisseling te komen. Onderzoek naar de energieconsument zal daarbij vanaf 1 september 2011 in belangrijke mate plaatsvinden in het kader van de leerstoel Consument en energie Dit zal in 2011 betrekking hebben op overheidstoezicht en Europeesrechtelijke en mededingingsrechtelijke vraagstukken. Deze leerstoel zal worden bekleed door Saskia Lavrijssen. Voorts is het de bedoeling dat het in het kader van deze leerstoel in 2011 op te zetten onderzoek ook behaviourial economics-onderzoek omvat Een goede marktwerking; met als einddoel het belang van consumenten Een goede marktwerking en een interne markt is een van de centrale doelstellingen van Europese en nationale energieregelgeving en Europees en nationaal toezicht. De gedachte is dat een goede marktwerking leidt tot optimalisatie van ketenefficiëntie: van het aanbod en de prijsvorming. Een goede marktwerking zou tevens een stimulans opleveren voor verbetering van een goede dienstverlening; en het doel is dat de eindverbruiker daarvan uiteindelijk de voordelen geniet. Wat betreft de marktwerking wordt daarbij uitgegaan van een energieconsument die welbewust keuzes maakt ten aanzien van zijn leverancier, daarvan wisselt, op basis van toegankelijke, voor hem hanteerbare, juiste informatie, de door de leverancier te leveren diensten en te hanteren prijzen vergelijkend. Met betrekking tot wat een goed functionerende markt is en wanneer er sprake is van marktfalen, bestaat echter alles behalve een duidelijk, laat staan eensluidend beeld. In Europees beleid en adviezen van bijvoorbeeld de European Regulators Group for Electricity and Gas (ERGEG) wordt marktwerking vaak zonder nadere toelichting en schijnbaar als een doel op zich genoemd. Veelal blijken deze onderwerpen bovendien in energiebeleid en energieregelgeving zowel op nationaal als op Europees niveau nauwelijks te zijn uitgewerkt. In het kader van heroriëntatie op Europees en nationaal beleid en regelgeving is het uitwerken daarvan en onderzoek naar achterliggende doelen van deze uitgangspunten van Europese en nationale wetgeving echter relevant. Deze problematiek maakt bijvoorbeeld deel uit van het promotieonderzoek van Gerrit Buist Tekort van de stroomvoorziening dat in 2011 zal worden voortgezet. Centrum voor Energievraagstukken 11

12 Een graadmeter voor een goede marktwerking is (ook) de prijsvorming. Consumenten maken rechtens aanspraak op een redelijke prijs. Met de energieprijs wordt hier de totaalprijs bedoeld, dus niet alleen de redelijke leveringsprijs die de Derde Elektriciteitsrichtlijn ten behoeve van huishoudens voorschrijft. Deze prijs wordt door tal van factoren beïnvloed. Naar verwachting zal de energieprijs verder stijgen, onder meer door stijging van tariefprijzen voor distributie- en transportdiensten van netbeheerders. De vraag is of zo n tariefstijging gerechtvaardigd is. Deze vraag is onder meer van belang voor verder onderzoek naar smart grids (paragraaf 2.3) en is mede aan de orde gesteld in de publicatie van Annelies Huygen, De consument en de (on)vrije elektriciteitsmarkt in de bundel De consument en de andere kant van de energiemarkt (januari 2011). Een andere prijsfactor die bijvoorbeeld van invloed kan zijn en in ieder geval in 2010 op de politieke agenda stond, is een eventueel in te voeren leveranciersverplichting. Leveranciers dienen een bepaald percentage aan duurzame energie te leveren. Een vraag die daarbij opkomt is of zo n verplichting tot prijsverhoging kan leiden, mede ten gevolge van windfall problematiek. Deze problematiek is vergelijkbaar met die welke aan de orde is geweest bij de implementatie van het CO2- emissiehandelsstelsel. Deze energieprijs wordt daarnaast bijvoorbeeld ook bepaald door het Europese CO2-emissiehandelsstelsel. Door het Centrum is in 2010 een eerste onderzoek verricht naar een redelijke energieprijs en door welke factoren deze wordt beïnvloed. Het is de bedoeling om in 2011 en de daaropvolgende jaren onderzoek met betrekking tot de energieprijs voort te zetten, onder meer in relatie tot het onderwerp LDE s. Voor 2011 is voorts een publicatie gepland als een vervolg op de masterclass CO2- handel is energiehandel van 18 maart 2009, die plaatsvond in de oprichtingsfase van het Centrum Toezicht op de energiesector mede in relatie tot bescherming van consumentenbelangen Het onderzoek van het Centrum naar toezicht dat in 2010 is verricht, zal in 2011 worden voortgezet met daarbij ook specifiek aandacht voor de positie van de energieconsument. In dat verband is onder meer van belang dat voor het wettelijk overheidstoezicht op de energiesector een onderscheid wordt gemaakt tussen de retailmarkt en de Centrum voor Energievraagstukken 12

13 wholesalemarkt. Ofschoon daartussen, ook wat betreft prijsvorming, een sterke wisselwerking bestaat, zijn betrokken belangen, posities, betekenissen van de grondslagen van energiewetgeving en taken en bevoegdheden van de toezichthouder wat betreft deze markten verschillend. Onderzoek van het Centrum heeft onder meer op deze kwesties betrekking. In het kader van het onderzoek van het Centrum naar (financieel) toezicht op de energiesector wordt bovendien een vergelijking getrokken met de financiële en bancaire sector, met name wat betreft verschillen en overeenkomsten die tussen beide sectoren bestaan op het gebied van consumentenbescherming. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om onderzoek naar systeemrisico s, zoals bij energiederivatenpakketten, een verkeerde waardering, afwaardering etc. Daarbij wordt aan de orde gesteld of risico s bestaan die terug kunnen slaan op de consument in een prijsverhoging of zelfs betreffende de leveringszekerheid. In 2010 is onderzoek verricht naar toezicht op de energiesector dat onder meer tot de volgende (nog in 2011 te verschijnen) artikelen heeft geleid: Simone Pront-van Bommel Supervision of Financial Trade Instruments in Energy Markets among EU Energy and Financial Legislation: laps, gaps and overlaps, in: Financial Aspects in Energy (editorial board: André B. Dorsman en Wim Westerman), uitgever Springer, Spring 2011, Chapter 10 en Financieel toezicht op de elektriciteitssector, Tijdschrift voor Financieel recht, maart 2010, p Deze publicaties vormen een vervolg op het onderzoek ter voorbereiding van de masterclasses Financieel toezicht op energiebeurzen.d.d. 21 januari 2009 en Toezicht Europa proof? d.d. 2 september Voorts is op 9 februari 2011 het congres Financieel toezicht op de energiesector georganiseerd. Dit congres heeft mede plaatsgevonden als een vervolg op deze masterclasses. Het is de bedoeling dat in 2011 naar aanleiding van dit congres en de eerdere masterclasses een uitgave verschijnt over toezicht, waaraan naar verwachting diverse auteurs een bijdrage zullen leveren. Hierin zal ook aandacht worden besteed aan de wettelijke bescherming van consumentenbelangen. Centrum voor Energievraagstukken 13

14 De planning voor 2011 is bovendien om nader onderzoek te verrichten naar toezicht op de wholesalemarkt enerzijds, in het bijzonder financieel toezicht, en de retailmarkt anderzijds. Bovendien zal gekeken worden naar hoe beide vormen van toezicht zich tot elkaar verhouden. Aanleiding daarvoor is onder meer de recente publicatie van Europese wetsvoorstellen: Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on energy market transparency (COM(2010) 726 final). Dit geschiedt mede in het kader van het genoemde onderzoek van Gerrit Buist Aansluiting op het net Bescherming van consumentenbelangen en de Europees wettelijk verankerde aanspraak van huishoudens op een universele dienstverlening betreffen ook het recht op aansluiting op het distributienet en het gereguleerde tariefstelsel daarvoor. Het recht op aansluiting en het tariefstelsel zijn reeds in diverse publicaties van het Centrum van de afgelopen periode aan de orde gesteld. Het recht op aansluiting zal ook in komend onderzoek in 2011 een prominente plaats in nemen, bijvoorbeeld bij onderzoek naar aansluiting op het gasnet en warmtenet. Deze studie vindt plaats onder meer in het kader van het genoemde onderzoek naar het juridisch kader voor smart grids, alsmede in het kader van diverse andere derdengeldstroomonderzoeken De rol van consumenten in relatie tot klimaat- en milieudoelstellingen Voor het onderzoek naar energieconsumenten zijn daarnaast in toenemende mate milieu- en klimaatdoelstellingen van belang, de welbekende 20%-20%-20% doelstellingen. Wat betreft het milieu en klimaat wordt aan de verbruiker de rol toebedeeld om steeds meer, al dan niet daartoe (wettelijk) verplicht, op energieefficiëntie te letten, duurzame energie in te kopen en zelf te produceren of in de productie daarvan te participeren. De invulling van deze rol is mede afhankelijk van het voor beleid en regelgeving te hanteren scenario of scenario s voor ontwikkelingen in de energiesector. De aandacht verschuift daarmee naar hun (mogelijk toekomstige) positie als producent, actief handelende marktpartij en bewaker van milieu- en klimaatdoelstellingen; naar de consument als de prosument. Centrum voor Energievraagstukken 14

15 Of deze milieu- en klimaatdoelstellingen worden gerealiseerd, is in belangrijke mate afhankelijk van de keuzen die consumenten/prosumenten zullen maken ten aanzien van hun mate van verbruik, leverancier en eigen opwek. Die keuzen worden bepaald door diverse factoren en instrumenten : institutioneel, gedragsmatig, juridisch en economisch van aard. Het onderzoek van het Centrum in 2011 zal als vervolg op het onderzoek in 2010 betrekking hebben op een deel van deze factoren. Wat betreft juridische en economische factoren zal het onderzoek voor 2011 zich in het bijzonder concentreren op het tarievenstelsel. Tariefdifferentiatie zou mogelijk zijn op basis van gedrag van verbruikers en de mate van efficiëntie van het distributienetwerk. Deze doelstellingen zijn betrokken in het onderzoek naar de in de volgende paragrafen nader toe te lichten centrale onderzoeksonderwerpen: smart grids en LDE s 2.3 Smart grids: modernisering en herinrichting van het transport- en distributiestelsel Algemeen Met een oog op diverse doelstellingen van Europees en nationaal energiebeleid, onder meer die van leveringszekerheid en klimaat- en milieudoelstellingen, dient de inrichting van het transport- en distributiestelsel fundamenteel te worden herzien. Deze aanname ligt ten grondslag aan de beleids- en regelgevingagenda van Europese en nationale overheden. Als concept wordt daartoe het begrip smart grids gehanteerd. Dit begrip is multi-interpretabel. Er bestaat geen eensluidende definitie. Het gaat veeleer om een (vaag) concept, maar dit concept blijkt in toenemende mate de (politieke) agenda te beheersen, niet alleen voor verdeling van onderzoeks- en subsidiegelden voor innovaties, maar (uiteindelijk) ook voor aanpassing van beleid en regelgeving. Naar verwachting is vooral van belang dat voor toekomstige energievoorzieningen voldoende ruimte bestaat voor flexibiliteit. Deze flexibiliteit heeft betrekking op productie van duurzame energie in kleine installaties (op grote schaal) en op invoeding op en afname van het distributienetten van (duurzame) energie. Dit kan al dan niet gepaard gaan met flexibiliteit in prijzen, tarieven, contracten en dergelijke. Met behulp van toepassing van nieuwe ICT- en andere technieken zou deze Centrum voor Energievraagstukken 15

16 flexibiliteit, afhankelijk van de aan deze technieken toe te kennen functies, gefaciliteerd kunnen worden. Smart betekent in dit verband niet alleen toepassing van nieuwe technieken maar ook en mogelijk vooral nieuwe samenwerkingsvormen, nieuwe energievoorzieningen, nieuwe spelers en nieuwe contracten en markten. Deze flexibiliteit betreft met name de distributienetten/systemen (midden- en laagspanningsnetten). Daar zullen de grote veranderingen optreden. Mogelijk zullen distributienetten/systemen in toenemende mate (nieuwe) lokale markten en energiegemeenschappen - op maat - gaan faciliteren. Opwek van energie geschiedt nu veelal in grote installaties. Invoeding vindt vervolgens plaats op het hoogspanningsnet, dat nu al smart fungeert. Uitwerking van het concept smart grids in combinatie met onderzoek naar bepaalde aspecten daarvan, vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, is noodzakelijk om gefundeerd te kunnen aangeven wat de rol van diverse betrokken partijen kan zijn of zou moeten zijn in de implementatie ervan. Betrokkenen zijn verbruikers/aangeslotenen, beheerders van de distributie en -transportsystemen en diverse overheden op nationaal en Europees niveau. Het draait daarbij om thema s zoals (voorwaarden voor) netbeheer, rechten, belangen en posities van aangeslotenen. Meer specifiek gaat hem om onderwerpen als de leveringszekerheid en veiligheid van het net, gewaarborgde toegang tot de markt en de verwerking van informatiestromen over afname en invoeding van energie (vergaren, beheren, autoriseren en distribueren van meetgegevens). Wat betreft de verwerking van deze gegevens gaat het niet alleen om inzage in verbruik, prijs, keuzemogelijkheden en toegang tot de markt voor eindverbruikers, maar bijvoorbeeld ook om privacy. In 2010 heeft uitgebreid een algemeen onderzoek plaatsgevonden naar de diverse uitwerkingen van het concept smart grids, de kenmerken daarvan en relevante maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen. Dit onderzoek is onder meer verricht ter voorbereiding van de masterclass Smart grids d.d. 29 april Dit onderzoek heeft geleid tot het artikel van Simone Pront-van Bommel Smart energy grids within the framework of the Third Energy Package, dat naar verwachting in de loop van 2011 zal verschijnen. In 2011 zullen naast de voortzetting op dit algemene onderzoek naar smart grids diverse andere onderzoeken naar specifieke deelonderwerpen plaatsvinden. Deze worden hierna besproken. Centrum voor Energievraagstukken 16

17 2.3.2 Promotieonderzoeken naar smart grids Diepgaand vervolgonderzoek naar deelonderwerpen zal naar verwachting onder meer plaatsvinden in het kader van promotieonderzoek naar smart grids van Robin Hoenkamp en Ewout Doorman, dat mede door TNO gefinancierd wordt. Deze onderzoeken die zijn aangevangen per 1 september 2010 en worden zowel aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid als bij TNO uitgevoerd. Het onderzoek van Robin Hoenkamp ziet op standaardisatie betreffende smart grids; naar de relatie tussen enerzijds noodzaak, doel, aard en inhoud van standaardisatie en anderzijds de grondslagen van Europees en nationaal energierecht. De aandacht gaat daarbij onder meer uit naar de positie van de verbruiker en zijn rol bij realisatie van substantiële toename van opwek en verbruik van duurzame toegang en energieefficiëntie. In het bijzonder gaat het daarbij om de actieve (rol) die consumenten kunnen vervullen bij realisatie van klimaat- en milieudoelstellingen (zie paragraaf 2.2.5). In dat verband zijn onder meer van belang hoe standaardisatie tot stand komt, de taken van betrokken overheden en de rollen die marktpartijen daarbij vervullen. De onderzoekster hanteert daarbij (vooralsnog) het uitgangspunt dat standaardisatie door techniek gedreven is, maar dat techniek uiteindelijk niet de geldende standaarden bepaalt of dient te bepalen. Haar onderzoek heeft daarbij ook betrekking op ook enkele concrete voorzieningen waarvoor standaardisatie in het bijzonder van belang is. Die voorzieningen kunnen bijvoorbeeld zijn de laadpaal voor elektrische auto s of de implementatie, inrichting, functies en toepassingen van de slimme meter. Wat betreft de implementatie van smart grids zijn diverse scenario s denkbaar, variërend van Powerhouse tot Smart City. Ewout Doorman doet onderzoek daarnaar en naar welke instituties van invloed zijn bij de transitie van de energiesector. Deze instituties worden in belangrijke mate bepaald door formele en informele regels. Het is de vraag of deze aanpassing respectievelijk beïnvloeding behoeven om een bepaald (beleidsmatig gewenst) scenario voor smart grids te realiseren. In dat verband zal hij onder meer de rol van netbeheerders onderzoeken en volgens welke formele en informele regels deze handelen. Zijn onderzoek concentreert zich daarbij op distributiestelsels (en niet op het hoogspanningsnet). De invalshoek is bestuurskundig en politicologisch van aard. Centrum voor Energievraagstukken 17

18 2.3.3 Smart grids en marktordening De ontwikkeling van smart grids wordt in het onderzoek van het Centrum onder meer vanuit het perspectief van de markordening bezien. Toepassing van innovaties bij de implementatie van smart grids zal naar verwachting leiden tot nieuwe vormen van dienstverlening voor distributie van energie. Daarbij ligt de vraag voor of die dienstverlening deel kan (blijven) uitmaken van het bestaande wettelijk verankerde monopolie van netbeheerders. Voor dit monopolie dient immers op grond van de Europese beginselen voor een interne markt een specifieke rechtvaardigingsgrond te bestaan die inbreuk op deze beginselen legitimeert. En de vraag is of deze bestaat, mede gelet de technologische ontwikkelingen. Deze problematiek betreft in het bijzonder het digitale netwerk dat deel uitmaakt van smart grids. Onderzoek naar dit aspect van smart grids is verricht in 2010 en heeft geresulteerd in het genoemde artikel Smart energy grids within the framework of the Third Energy Package. Dit onderzoek wordt in 2011 voortgezet, onder meer in het kader van het eerder genoemde onderzoek naar het juridisch kader voor smart grids Smart grids en netbeheer Voorts zal in het kader van ontwikkeling en implementatie van smart grids en de daarvoor benodigde regulering nader moeten worden onderzocht wat beheer van een distributiestelsel inhoudt en wie daarvoor (wettelijk) verantwoordelijk is. Nu wordt in bestaande wetgeving verondersteld dat verantwoordelijkheid daarvoor geheel bij de aangewezen netbeheerders ligt, die belast zijn met wettelijk omschreven taken. Het onderwerp smart grids en netbeheer, dat nauw verband houdt met de in de vorige paragraaf aan de orde gestelde marktordeningsvragen, wordt in de voormelde publicatie naar de betekenis van de Derde Elektriciteitsrichtlijn voor smart grids aan de orde gesteld. Ook zal dit naar verwachting uitgebreid in het promotieonderzoek van Ewout Doorman aan bod komen. Centrum voor Energievraagstukken 18

19 2.3.5 Smart grids en financiering Om te voorzien in de grootschalige noodzakelijke modernisering van distributie- en transportnetwerken en productiefaciliteiten voor opwek van duurzame energie, zijn enorme investeringen nodig. De (beoogde) veranderingen met betrekking tot het distributiestelsel kunnen echter volgens de huidige regels en afspraken gepaard gaan met een dusdanige verdeling van investeringen en opbrengsten, dat investeringen in de moderne infrastructuur nu niet als economisch verantwoord worden ervaren. Dit geldt voor investeerders, maar ook voor netbeheerders en opdrachtgevers. Nieuwe financierings- en investeringsmodellen zijn nodig om tot een evenwichtige verdeling van lusten en lasten te komen, dit met in achtneming van het waarborgen van de positie van de consument/prosument. Binnen de financiële sector en ook bij betrokken ministeries is een duidelijke behoefte aanwezig naar onderzoek inzake deze onderwerpen. (Vervolg)onderzoek naar het deelonderwerp financiering van smart grids zal naar verwachting vooral plaatsvinden in 2011 in relatie tot de diverse derdengeldstroomonderzoeken. 2.4 Lokale duurzame energievoorzieningen Algemeen Eén van de voorwaarden voor de overgang van een centraal, fossiel systeem van energievoorziening naar een decentrale, duurzame energievoorziening is een daarop afgestemde infrastructuur. Infrastructuur moet hier worden begrepen zowel in de enge zin van transport en distributie als in de ruime zin van de benodigde productieinstallaties en handelsvoorzieningen (platforms) die de afstemming tussen opwek en verbruik mogelijk maken. Het gaat om de beoogde mogelijke ontwikkeling van elektriciteitssector naar een efficiënte, duurzame energievoorziening binnen een geliberaliseerde sector, waarin verbruikers een centrale rol kunnen vervullen. Deze nieuwe infrastructuur (in brede zin) zal naar verwachting in belangrijke mate (verder) gestalte kunnen krijgen in LDE s. LDE s betreffen een fundamentele verandering van de energievoorziening op lokaal en decentraal niveau. Diverse Centrum voor Energievraagstukken 19

20 decentrale overheden hebben aangekondigd LDE s te zullen realiseren. LDE s staan ook hoog op de Europese beleidsagenda. Een LDE is meer dan alleen een technisch lokale toepassing. Techniek is weliswaar een onmisbare schakel voor de ontwikkeling van LDE s, maar uiteindelijk is vooral van belang ten behoeve van wie en met welk doel die techniek wordt ingezet. Alleen technologie is niet genoeg: de commerciële, economische en regelgevende kaders alsmede de gedragsaspecten zijn eveneens van invloed. De ontwikkeling van LDE s is dus afhankelijk van vele factoren. LDE s kennen diverse verschijnselen, zoals stroom die duurzaam lokaal wordt opgewekt; warmte-/koudeopslag en gebruik van warmtenetten; een verminderde inzet van gaspijplijnen; zonnecollectoren en windmolens in grote en kleine varianten; verwerking van afval en omzetting in warmte en stroom; vermindering van verbruik; verbetering van de voorspelbaarheid van het verbruik. Deze veranderingen zullen mogelijk in de toekomst leiden tot de aanpassing van de verticale waardeketen van weleer. Afspraken tussen partijen voorzien dan in prijsvariatie. Dat is anders dan de geldende centrale tariefstructuur en vaste leveringsprijs. Niet langer bepalen dan het tarief op basis van capaciteit van een fysieke verbinding en de vaste leveringsprijs de rekening, maar de energieprijs zal worden bepaald door de toepassing van een groot aantal rekenvariaties en toepassingen met daadwerkelijk (vermeden) gebruik als uitgangspunt. Duurzaamheid komt mede tot stand als resultaat van een individuele prijsafweging. Een LDE kan diverse delen van de energiewaardeketen omvatten: productie, levering, handel (ook op onbalansmarkten), distributie en verbruik. Distributie vindt daarbij plaats met behulp van een slim en groen lokaal net, het smart grid. Een intelligent functionerend distributienetwerk vormt een essentiële schakel om vraag en aanbod in het kader van een LDE bij elkaar te brengen. Maar een LDE is echter veel meer dan het fysieke smart grid. Het gaat bij een LDE vooral om de achterliggende voorzieningen die dit fysieke net koppelt: aangeslotenen moeten vrijelijk energie en energiediensten van de markt kunnen betrekken, danwel kunnen leveren aan de markt. Een smart grid is niet meer en minder dan één van de essentiële voorwaarden om tot een goed functionerende LDE te komen. Centrum voor Energievraagstukken 20

21 2.4.2 Het onderzoek naar (diverse aspecten en deelonderwerpen) betreffende LDE s Het Centrum verricht diverse (derdegeldstroom)onderzoeken naar LDE s. Een algemeen (inventariserend) onderzoek daarnaar heeft in 2010 plaatsgevonden als onderdeel van de kernwerkzaamheden van het Centrum. Daartoe hebben onder meer gesprekken met vele marktpartijen plaatsgevonden. Diverse voorbeelden zijn en worden in kaart gebracht en vergeleken. Een deel van de resultaten van dit onderzoek uit 2010 is vastgelegd in een onderzoeksnotitie ten behoeve van de masterclass Decentrale duurzame energievoorzieningen; van net naar gebruik d.d. 21 januari In dat onderzoek staan vragen centraal als: Wat zijn LDE s en hoe zien deze eruit? Welke factoren zijn voor de totstandkoming, inrichting en exploitatie van LDE s bepalend? Dit onderzoek heeft geleid tot een overzicht van de diverse kenmerken van een LDE. Verder zijn ontwikkelingen en overwegingen in kaart gebracht die verondersteld worden van invloed te zijn op de totstandkoming van LDE s. In dat onderzoek zijn voorts (markt)partijen, posities en betrokken belangen betrokken. In dat verband is in kaart gebracht wat betrokken partijen veelal ervaren als belangrijke voorwaarden om in een LDE te participeren. Planning is dat delen van dit onderzoek zullen worden meegenomen in enkele in 2011 en 2012 te publiceren artikelen, alsmede in het hierna in samenwerking met TNO tot stand te brengen handboek Decentrale energievoorzieningen; een interdisciplinaire studie; verscheidenheid, verbinden en faseren. Het onderzoek naar LDE s houdt overigens nauw verband met het onderzoek naar smart grids, afhankelijk van het daarvoor te hanteren scenario. In het kader van het onderzoek van het Centrum wordt vooral uitgegaan van het zogeheten Smart City scenario dat betrekking heeft op slimme distributienetten ten behoeve van integratie van duurzame lokale energievoorzieningen. Het onderzoek ten behoeve van het genoemde handboek zal naar verwachting in 2012 en volgende jaren worden voortgezet en gefaseerd tot stand worden gebracht en gepubliceerd. Centrum voor Energievraagstukken 21

22 Deelonderwerpen die in de loop 2011 als vervolg op deze masterclass over LDE s naar verwachting (nader) worden onderzocht zijn: 1. het reguleringskader voor (stads)warmtenetten; 2. mogelijkheden en beperkingen voor samenwerking tussen diverse marktpartijen betreffende verbruik, productie of levering en daarbij behorende prijsafspraken; 3. de ruimtelijke inpassing van LDE s en de daarbij betrokken instrumenten die betrokken Europese, landelijke en decentrale overheden (niet) ter beschikking staan; onder meer ruimtelijke ordenings- en grondexploitatiemiddelen en eigendomsrechten. Binnen dit onderzoek komt de rol van verbruikers aan de orde, onder meer hun rol als prosument en welke factoren hun keuzen ten aanzien van verbruik en opwek van duurzame energie beïnvloeden. Voorts is een relevant onderdeel van het onderzoek naar LDE s de mogelijke totstandkoming van nieuwe deelenergiemarkten en marktmodellen voor lokale afstemming van vraag en aanbod. Dit spitst zich onder meer toe op het functioneren van de onbalansmarkten en de rollen van betrokken overheden. Onderzoek van het Centrum in 2011 inzake LDE s betreft ook het stelsel van programmaverantwoordelijkheid en onbalansmarkten. Onderzoek daarnaar vindt onder andere plaats in het kader van het genoemde onderzoek van Gerrit Buist Specifiek: LDE s als decentrale geïntegreerde energievoorziening Deze ontwikkelingen inzake LDE s nopen tot het heroriëntatie op essentiële onderwerpen, waaronder de wettelijk verplichte splitsing van energiebedrijven en het monopolie van netbeheer in handen van overheden. In Nederlandse energiewetgeving is vastgelegd dat het energietransport- en distributiestelsels (economisch) eigendom zijn van overheden (rechtspersonen) en gesplitst moeten zijn van energiebedrijven die zich met productie en levering bezig houden. Deze zeggenschap van overheden betreffende het netbeheer en ook de voorgeschreven splitsing zijn echter, mede gelet op het energiestelsels in andere lidstaten, geen vanzelfsprekendheid en behoeven nadere analyse en fundering. Europees recht verplicht immers niet tot volledige afsplitsing van distributiebeheer Centrum voor Energievraagstukken 22

23 van de overige energiebedrijfsactiviteiten en laat in bepaalde gevallen volledige integratie (optioneel) toe. Aan deze twee onderwerpen is in diverse publicaties van het Centrum van de afgelopen tijd aandacht besteed, onder meer met betrekking tot particuliere netten, bijvoorbeeld in het artikel van Simone Pront-van Bommel, Particuliere elektriciteitsnetten onder communautair vuur? Sociaal-Economische Wetgeving 2009, p Het is de bedoeling dat in 2011 aan dit onderzoek een vervolg wordt gegeven bijvoorbeeld in nader onderzoek naar een gedifferentieerd stelsel van netbeheer binnen de kaders van het Derde Energiepakket. 3. Organisatie Centrum Partners van het Centrum In 2010 hebben diverse ontmoetingen en bijeenkomsten met de partners van het centrum plaatsgevonden. Deze waren een belangrijke inspiratiebron voor te agenderen onderzoeksonderwerpen. Tevens vindt tijdens deze overleggen en bijeenkomsten discussie plaats naar aanleiding van verricht onderzoek. Het is de planning dat deze ontmoetingen voor 2011 met (tenminste) met dezelfde frequentie plaatsvinden. 3.2 Medewerkers van het Centrum Aan het Centrum zijn per 1 januari a.s. verbonden: - Sanne Akerboom, onderzoeksassistente - Gerrit Buist, counsel - Ewout Doorman, promovendus - Robin Hoenkamp, promovenda - Annelies Huygen, onderzoeker - Saskia Lavrijssen (per 1 september 2011), hoogleraar Consument en energie - Adrienne de Moor-van Vugt, bestuurslid Simone Pront, directeur en bestuurslid - Anne van Toor, onderzoeksassistente - Luuk Nijman, onderzoeksassistent - Eva Winters (tot 1 maart 2011) Centrum voor Energievraagstukken 23

24 Het Curriculum Vitae van de medewerkers en bestuursleden van het Centrum wordt in de loop van maart op de website van het Centrum geplaatst. Centrum voor Energievraagstukken 24

Leeswijzer Smart Grid Pilots. Handvatten voor toepassing wet- en regelgeving

Leeswijzer Smart Grid Pilots. Handvatten voor toepassing wet- en regelgeving Leeswijzer Smart Grid Pilots. Handvatten voor toepassing wet- en regelgeving Deze leeswijzer geeft een overzicht van de inhoud van het rapport Smart Grid pilots. Handvatten voor toepassing wet- en regelgeving.

Nadere informatie

Verslag Centrum voor Energievraagstukken UvA

Verslag Centrum voor Energievraagstukken UvA Verslag 2011 Centrum voor Energievraagstukken UvA Inhoudsopgave 1. Algemeen...1 2. Masterclasses...2 3. Congressen en seminars...3 4. Promotieonderzoek...4 5. Lezingen...5 6. Derde geldstroomonderzoek/onderzoeken

Nadere informatie

Inventarisatie juridische vragen en belemmeringen IPIN-projecten

Inventarisatie juridische vragen en belemmeringen IPIN-projecten Inventarisatie juridische vragen en belemmeringen IPIN-projecten Inventarisatie juridische vragen en belemmeringen IPIN-projecten Conclusies en aanbevelingen (uit Rapport TNO september 2013 in opdracht

Nadere informatie

Bouwstenen voor een duurzaam reguleringskader perspectief van zakelijke energiegebruikers. Tilburg, 17 juni 2016 Hans Grünfeld

Bouwstenen voor een duurzaam reguleringskader perspectief van zakelijke energiegebruikers. Tilburg, 17 juni 2016 Hans Grünfeld Bouwstenen voor een duurzaam reguleringskader perspectief van zakelijke energiegebruikers Tilburg, 17 juni 2016 Hans Grünfeld AGENDA 1. Introductie VEMW 2. Noodzaak duurzaam reguleringskader 3. Benodigde

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019 Memorandum Vlaamse verkiezingen 2019 Missie: De VREG is de onafhankelijke autoriteit van de energiemarkt in Vlaanderen: we reguleren, controleren, informeren en adviseren. Visie: Het energiesysteem is

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Samenwerkingsverbanden en de AVG Realisatie Handreiking Samenwerkingsverbanden en de AVG Deel 1 - Verwerkingsverantwoordelijke Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Verwerkingsverantwoordelijke...4 2.1 Wat zegt de AVG?...4 2.2 Wat betekent

Nadere informatie

Uitdagingen van de energie transitie

Uitdagingen van de energie transitie Uitdagingen van de energie transitie Presentatie Congres Energy Next Dordrecht 10 december 2015 Remko Bos Directeur Energie ACM Vicepresident CEER 1 ACM als toezichthouder ACM bevordert kansen en keuzes

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Regulering van en toezicht op het distributienetbeheer

Regulering van en toezicht op het distributienetbeheer Regulering van en toezicht op het distributienetbeheer Duurzame energienetten in Vlaanderen 23/03/2010 Dirk Marginet Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Inhoudsopgave Rol decentrale

Nadere informatie

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Advisory Klankbordgroep -onderzoek:visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Agenda Pagina 1 Introductie 1 2 Aanpak en proces 5 3 Ontwikkelingen in de energiesector 12 4 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 1e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU XX-XX-XXXX De 'verantwoordelijke' voor

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen. 3e Concept

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen. 3e Concept De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 3e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU 4-3-2016 De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie

Nadere informatie

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief NeVER/VMR 18 juni 2019 Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief Waar energie- en omgevingsrecht elkaar ontmoeten Ollongren ziet ruimte voor gemeenten om stoppen met aardgas

Nadere informatie

Roadmap Smart Grids Mar$jn Bongaerts Frits Verheij 12 februari 2014

Roadmap Smart Grids Mar$jn Bongaerts Frits Verheij 12 februari 2014 1 Roadmap Smart Grids Mar$jn Bongaerts Frits Verheij 12 februari 2014 Inhoud 2 1. Innovatietafel aanloop naar TKI Switch2SmartGrids 2. Actieplan Duurzame Energievoorziening link naar E-akkoord 3. Toekomstbeelden

Nadere informatie

Smart Grids. Ernst ten Heuvelhof 10-1-2011. Challenge the future. Delft University of Technology

Smart Grids. Ernst ten Heuvelhof 10-1-2011. Challenge the future. Delft University of Technology Smart Grids Ernst ten Heuvelhof Smart Grids Twee-richtingsverkeer stroom in laagspanningsnet Real time prijzen stroom zichtbaar voor afnemers Taskforce Smart Grids Ingesteld door Minister van EZ Secretariaat

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Lokale Energievoorziening

Lokale Energievoorziening een strategische verkenning Annelies Huygen TNO/CvE UvA Energieke Bottom Up in de Lage Landen Anne Marie Schwencke Inventarisatie Anne Marie Schwencke 16 windprojecten en nog 5 kleinschalige windprojecten

Nadere informatie

Decentrale Energievoorzieningen: van Net naar Gebruik: bezien vanuit het gebruikersperspectief Buist, G.; Pront-van Bommel, S.

Decentrale Energievoorzieningen: van Net naar Gebruik: bezien vanuit het gebruikersperspectief Buist, G.; Pront-van Bommel, S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Decentrale Energievoorzieningen: van Net naar Gebruik: bezien vanuit het gebruikersperspectief Buist, G.; Pront-van Bommel, S. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

allander Gesprek met Friese Statenleden over groeistrategie Alliander Leeuwarden, 5 maart 2014

allander Gesprek met Friese Statenleden over groeistrategie Alliander Leeuwarden, 5 maart 2014 Gesprek met Friese Statenleden over groeistrategie Alliander ] allander Leeuwarden, 5 maart 2014 Ir. Peter Molengraaf Voorzitter Raad van Bestuur Raad van Bestuur Alliander 1 Toename decentrale opwek de

Nadere informatie

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht februari 2017 position paper regietafel energietransitie utrecht 2/6 Regietafel Energietransitie Utrecht Hieronder treft u informatie over de Regietafel

Nadere informatie

Decentrale Energievoorzieningen

Decentrale Energievoorzieningen Decentrale Energievoorzieningen: van Net naar Gebruik Bezien vanuit het gebruikersperspectief Masterclass 20 januari 2011 Van: Centrum voor Energievraagstukken Mr. Gerrit Buist Dr. Simone Pront-van Bommel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Projectnaam: Handvatten wet- en regelgeving intelligente netten Referentienummer: IPIN100004 Kenmerk Agentschap NL: IPIN1003G1BRU

Projectnaam: Handvatten wet- en regelgeving intelligente netten Referentienummer: IPIN100004 Kenmerk Agentschap NL: IPIN1003G1BRU : i Dit rapport is geschreven in opdracht van Agentschap NL. In dit rapport worden vragen over realisatie van slimme netten uiteengezet. Daarnaast worden belemmeringen in de huidige wet- en regelgeving

Nadere informatie

Figuur 1: De ontwikkeling van de kostprijs van zonne-energie en batterijen versus de consumentenprijs van elektriciteit

Figuur 1: De ontwikkeling van de kostprijs van zonne-energie en batterijen versus de consumentenprijs van elektriciteit Energiebedrijven op zoek naar toegevoegde waarde De transitie naar een hernieuwbaar en deels decentraal energielandschap zal zich doorzetten. De vervanging van de centrale elektriciteitsproductie door

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Een energiebeleid voor

Nadere informatie

De opkomst van all-electric woningen

De opkomst van all-electric woningen De opkomst van all-electric woningen Institute for Business Research Jan Peters Directeur Asset Management Enexis Inhoud Beeld van de toekomst Veranderend energieverbruik bij huishoudens Impact op toekomstige

Nadere informatie

Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d.

Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d. E10046-TB10.16 GEN 2010-005 Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d. 4 december 2010 1 Inleiding Op 4 december 2009

Nadere informatie

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis INHOUD 1. Inleiding 2. Pilot laadinfrastructuur Brabant 3. Overwegingen 4. Doelstellingen 5. Gefaseerde

Nadere informatie

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6.1 Aanpassingen van de infrastructuur in Nederland De energietransitie kan ingrijpende gevolgen hebben voor vraag en aanbod van energie en voor de netwerken

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Resultaten en vooruitzichten voor het Vlaamse beleidsplatform Slimme netten

Resultaten en vooruitzichten voor het Vlaamse beleidsplatform Slimme netten Resultaten en vooruitzichten voor het Vlaamse beleidsplatform Slimme netten Thierry Van Craenenbroeck First Belgian Smart Grid Day 18/10/2012 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Kader

Nadere informatie

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016 De ontwikkeling van Smart grids Our common future Prof.dr.ir. Han Slootweg 30 september 2016 Agenda Het energiesysteem Verduurzaming van het energiesysteem De energietransitie Smart Grids 2 Energievoorziening

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

Smart Grid. Verdiepende opdracht

Smart Grid. Verdiepende opdracht 2015 Smart Grid Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over het onderwerp Smart Grid. Pagina 1 Inhoud 1. Smart Grid... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 8 Pagina

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 542 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Memo. Informatienotitie stand van zaken aandeelhouderschap Eneco, Inleiding

Memo. Informatienotitie stand van zaken aandeelhouderschap Eneco, Inleiding Centrale Staf Bestuurlijke processturing Doorkiesnummers: Telefoon 015 2602545 Aan College van B & W Van S. Bolten Afschrift aan Memo Datum 04-11-2008 Opsteller M.R.Ram Bijlage Onderwerp Stand van zaken

Nadere informatie

Decentrale energievoorziening onder lokaal beheer. Visie VREG

Decentrale energievoorziening onder lokaal beheer. Visie VREG Decentrale energievoorziening onder lokaal beheer Visie VREG 30/03/09, IST Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Bedenkingen bij eindrapport Inhoud Analyse van marktrollen en

Nadere informatie

Duurzame energie Juridische kansen en belemmeringen. Onder redactie van drs. B. Krot en mr. L. Smorenburg-van Middelkoop

Duurzame energie Juridische kansen en belemmeringen. Onder redactie van drs. B. Krot en mr. L. Smorenburg-van Middelkoop Duurzame energie Juridische kansen en belemmeringen Onder redactie van drs. B. Krot en mr. L. Smorenburg-van Middelkoop Inleidingen op en verslag van een studiedag georganiseerd door het Centrum voor Milieurecht

Nadere informatie

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006). RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 februari 2006 (16.03) (OR. en) 6682/06 ENER 61 NOTA Betreft: Werking van de interne energiemarkt - Ontwerp-conclusies van de Raad De delegaties treffen in bijlage

Nadere informatie

De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie. Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011

De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie. Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011 De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011 TenneT TSO Elektriciteitstransporteur in Nederland en een deel van Duitsland In Nederland: Alle netten op

Nadere informatie

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015 Enexis De veranderende rol van de netbeheerder Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis 12 november 2015 Rol Enexis in de elektriciteitsketen Elektriciteitscentrale voor de opwek van elektriciteit

Nadere informatie

Energie- en Klimaatdag 2017: Netbeheer van de toekomst. Welkom

Energie- en Klimaatdag 2017: Netbeheer van de toekomst. Welkom Energie- en Klimaatdag 2017: Netbeheer van de toekomst Welkom 1 Eandis in de energiemarkt CREG / VREG Decentrale producenten elektriciteit Centrale producenten elektriciteit Invoerders aardgas Elia Distributienetbeheerders

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

Alliander DGO, Hoom etc.) De wetstekst bleek onvoldoende duidelijk om deze ontwikkeling een halt toe te roepen.

Alliander DGO, Hoom etc.) De wetstekst bleek onvoldoende duidelijk om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. WAAROM WET VET? In 2006 is de Wet onafhankelijk netbeheer, (ook wel de splitsingswet genoemd) aangenomen die geleid heeft tot een wijziging van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Deze wetswijziging verplichtte

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Gebruikers en smart grids

Gebruikers en smart grids Gebruikers en smart grids KIvI NIRIA 23 Juni Gorinchem Geert Verbong Inhoud Belofte van Smart Grids: de actieve gebruiker Verschillende rollen Homo economicus De groene consument Nieuwe diensten De lastige

Nadere informatie

10 jaar vrijmaking energiemarkt

10 jaar vrijmaking energiemarkt 2013-450-N 10 jaar vrijmaking energiemarkt SERV_17 april 2013 Basisprincipes liberalisering gerealiseerd Snelle start in Vlaanderen Vrijheid van leverancierskeuze voor de consument. In januari 2013 wisselde

Nadere informatie

Spreektekst Technische Briefing Tweede Kamer, 30 november 2017.

Spreektekst Technische Briefing Tweede Kamer, 30 november 2017. Spreektekst Technische Briefing Tweede Kamer, 30 november 2017. Remko Bos: Geachte leden van de Tweede Kamer, Allereerst wil ik u hartelijk danken voor de uitnodiging voor deze technische briefing. Als

Nadere informatie

Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain. Samenvatting marktmodel

Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain. Samenvatting marktmodel Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain Samenvatting marktmodel Mei 2017 Stedin: Energy21: Jan Pellis Michiel Dorresteijn Stedin en Energy21 hebben een duurzaam, lokaal marktmodel ontworpen.

Nadere informatie

Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte

Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Pagina 2 van 8 Inleiding Deze Richtlijn is opgesteld door de warmteproducenten en -leveranciers

Nadere informatie

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Mark Frequin. Voormalig Directeur-Generaal Energie en Telecom Ministerie van Economische Zaken

Mark Frequin. Voormalig Directeur-Generaal Energie en Telecom Ministerie van Economische Zaken Mark Frequin Voormalig Directeur-Generaal Energie en Telecom Ministerie van Economische Zaken Energiebeleid: van context tot acties. Mark Frequin Rijks Universiteit Groningen Inhoud 1. Context 2. Richting

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2016 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Roadmap naar Smart Grids ECN s visie

Roadmap naar Smart Grids ECN s visie Roadmap naar Smart Grids ECN s visie Martin Scheepers Program Manager Intelligent Electricity Grids Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland, Utrecht, 19 oktober 2009 www.ecn.nl Inhoud Waarom slimme

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Geachte Tweede Kamerleden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Geachte Tweede Kamerleden, Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 0 Contactpersoon Doorkiesnummer Mailadres 1/5 Geachte Tweede Kamerleden, U heeft op 5 december de

Nadere informatie

Decentrale energieopwekking en slimme netten vanuit het perspectief van de regulator

Decentrale energieopwekking en slimme netten vanuit het perspectief van de regulator Decentrale energieopwekking en slimme netten vanuit het perspectief van de regulator Energie in de Noorderkempen 29/05/2010 Thierry Van Craenenbroeck Directeur netbeheer Vlaamse Reguleringsinstantie voor

Nadere informatie

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Samen werken aan goed openbaar bestuur Samen werken aan goed openbaar bestuur SAMEN WERKEN AAN GOED OPENBAAR BESTUUR Gemeenten, provincies, waterschappen, het Rijk, de EU en hun samenwerkingsverbanden vormen samen het openbaar bestuur in ons

Nadere informatie

Position paper regietafel energietransitie utrecht

Position paper regietafel energietransitie utrecht Position paper regietafel energietransitie utrecht februari 2017 position paper regietafel energietransitie utrecht 2/6 Regietafel Energietransitie Utrecht Dit document beschrijft de opzet van de Regietafel

Nadere informatie

Private elektriciteitsnetten

Private elektriciteitsnetten Private elektriciteitsnetten Masterclass 2 april 2008 Van: Centrum voor Energievraagstukken Mr. Gerrit Buist Dr. Simone Pront-van Bommel Datum: 2 april 2008 Document: Private elektriciteitsnetten Bijeenkomst:

Nadere informatie

Juridisch kader lijnen/netten Vlaanderen - Europa. 28 maart 2019

Juridisch kader lijnen/netten Vlaanderen - Europa. 28 maart 2019 Juridisch kader lijnen/netten Vlaanderen - Europa 28 maart 2019 Wils Huidig wetgevend kader VL - soorten lijnen of netten 5 vormen van elektrische lijnen of netten Elektriciteitsdistributienet Plaatselijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 663 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Energizing the city: Almere energy axis

Energizing the city: Almere energy axis Inhoud Energizing the city: Almere energy axis... 3 Van Noord/West naar Zuid/Ooost... 4 Energie die stroomt door de as... 5 Focus on knowledge & education... 6 Focus on innovation & experiments... 7 Focus

Nadere informatie

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving Enexis: energie in goede banen Even if you doubt the evidence, providing incentives for energy-efficiency and clean energy are the right thing to do

Nadere informatie

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Programma Idensys Contactpersoon Huub Janssen Aantal pagina's 5 Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Naar aanleiding van het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN)

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten

Nadere informatie

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad Delft, 9 maart 2018 Sander Fijn van Draat, Mark Jurjus, Hans Schneider Beheert het netwerk voor gas en stroom Inhoudsopgave

Nadere informatie

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bestuur, Democratie & Financiën Europa en Binnenlands Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus

Nadere informatie

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Bonaire, 26 augustus 2013 Betreft: internetconsultatie Wet elektriciteit en drinkwater BES Status: openbaar Geachte heer,

Nadere informatie

Van consumer naar prosumer - het juridische kader Prof. Dr. Hans Vedder

Van consumer naar prosumer - het juridische kader Prof. Dr. Hans Vedder 16-11-2011 1 Van consumer naar prosumer - het juridische kader Prof. Dr. Hans Vedder 16-11-2011 2 Overzicht Van Consumer naar Prosumer De beschermde afnemer die een actieve gebruiker van het net wordt

Nadere informatie

Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015

Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015 Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015 De laatste tijd worden we overspoeld door marketing verhalen over de slimme meter en het slimme energienet. Men stelt dat met de komst van de slimme meter

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie 9.12.2015 A8-0341/45 45 Overweging H H. overwegende dat klimaatverandering, niet-concurrerende energieprijzen en de bijzonder grote afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers uit derde landen een bedreiging

Nadere informatie

Privacy by Design bij Enexis

Privacy by Design bij Enexis Privacy by Design bij Enexis Boas Bierings Privacy Officer Enexis 7 november 2017 Bijeenkomst Privacy by Design III Georganiseerd door Privacy en Identity lab (PI.Lab) en ECP Platform voor de Informatie

Nadere informatie

WERKGEBIED. Elektriciteitsgebied Stedin. Gasgebied Stedin

WERKGEBIED. Elektriciteitsgebied Stedin. Gasgebied Stedin Bart Smakman Stedin WERKGEBIED Elektriciteitsgebied Stedin Gasgebied Stedin 2 STEDIN IN CIJFERS 2018 Elektriciteit Gas 2.063.255 Aansluitingen elektriciteit 19.984 GWh Getransporteerde hoeveelheid elektriciteit

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2018 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Meest materiële emissies (2014)

Meest materiële emissies (2014) Meest materiële emissies (2014) 1 Versie Datum Wijzigingen 1.0 2 november 2015 Vrijgave voor publicatie 0.1 26 oktober 2015 Initiële versie Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Doelstellingen... 3 2. Uitgangspunten...

Nadere informatie

Rendement en risico Fonds Regionaal Duurzaam 1

Rendement en risico Fonds Regionaal Duurzaam 1 Rendement en risico Fonds Regionaal Duurzaam 1 Rendement Via het Meewind-fonds Regionaal Duurzaam 1 kunt u beleggen in duurzame energie in de regio. Daarmee levert u een bijdrage aan de overgang naar duurzame

Nadere informatie

Grip op Regionale Samenwerking! Provinciale Staten Friesland. Rob de Greef en Roeland Stolk

Grip op Regionale Samenwerking! Provinciale Staten Friesland. Rob de Greef en Roeland Stolk Grip op Regionale Samenwerking! Provinciale Staten Friesland Rob de Greef en Roeland Stolk Doelstelling en agenda Doelstelling Zicht krijgen op wat gemeenschappelijke regelingen zijn Zicht krijgen op hoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 814 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Energie voor morgen, vandaag bij GTI Energie voor morgen, vandaag bij GTI Jet-Net docentendag 5 juni 2008 GTI. SMART & INVOLVED GTI is in 2009 van naam veranderd: GTI heet nu Cofely SLIMME ENERGIENETWERKEN, NU EN MORGEN 2008 2010 Centrale

Nadere informatie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/207112 Zaaknummer: 15.0656.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet. 1 Inleiding 1. Met dit besluit geeft

Nadere informatie

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik ENGIE Infra & Mobility De daad bij het woord, de techniek bij de plannen Over een aantal jaren ziet de energievoorziening in Nederland er geheel anders

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000 Capaciteitsplan ONS Netbeheer BV 2001 2007 30-11-2000 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie 3. Modellen 3.1. Model 1 Belasting, invoeden en uitwisselen in knooppunten bij verschillende transportscenario's

Nadere informatie

Startnotitie. Procedure vervreemding aandelen Essent. 1 Context

Startnotitie. Procedure vervreemding aandelen Essent. 1 Context Startnotitie 1 Context Op 1 juli 2008 is het groepsverbod uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in werking getreden. Als gevolg daarvan dient het beheer en eigendom van energienetwerken en de productie

Nadere informatie

Na aardgas komt zonneschijn

Na aardgas komt zonneschijn Economisch Bureau Na aardgas komt zonneschijn Hans van Cleef, sr. sectoreconoom energie 17 november 2016 @hansvancleef De uitdagende overgang naar een duurzame energievoorziening Mondiaal Europees Nederland

Nadere informatie

Maatschappelijke aspecten van decentrale energievoorziening onder lokaal beheer in Vlaanderen. Peter Van Humbeeck (SERV)

Maatschappelijke aspecten van decentrale energievoorziening onder lokaal beheer in Vlaanderen. Peter Van Humbeeck (SERV) Maatschappelijke aspecten van decentrale energievoorziening onder lokaal beheer in Vlaanderen Peter Van Humbeeck (SERV) Inhoud Wat vinden we goed? Wat vinden we minder goed? Aanvullingen Besluit slimme

Nadere informatie

Nieuwsbrief Energie april 2013

Nieuwsbrief Energie april 2013 b6agina 1 van 6 Nieuwsbrief Energie april 2013 Inhoud Nieuws Duurzame energieveiling van start Nieuwe visie ontwikkeling biogas Algen en zeewier: hoe duurzaam is de productie? Kwaliteitsborging helpt bij

Nadere informatie

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN)

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Innovatieprogramma Intelligente Netten - IPIN Presentatie geleerde lessen: 1. Vanuit proeftuinen en IPIN programma 2. Voor het innovatiesysteem

Nadere informatie

ENERGIE IN EIGEN HAND

ENERGIE IN EIGEN HAND Zonne-energie voor bedrijven? ENERGIE IN EIGEN HAND De Stichting Beheer Bedrijvenpark Merm, heeft een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor bedrijven om d.m.v. aanbrengen van zonnepanelen op het

Nadere informatie

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016 Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016 Waarom zijn we bijeen? Verduurzaming energievoorziening Samenwerking om de NL ambitie te verwezenlijken Samenwerking vanaf de start van initiatieven Draagvlak

Nadere informatie

Slimme netten net wel, of net niet? Presentatie Smart Grids MVO Bijeenkomst Oostburg Zeeland. Cofely Energy & Infra

Slimme netten net wel, of net niet? Presentatie Smart Grids MVO Bijeenkomst Oostburg Zeeland. Cofely Energy & Infra Slimme netten net wel, of net niet? Presentatie Smart Grids MVO Bijeenkomst Oostburg Zeeland Cofely Energy & Infra INHOUD Voorstellen Waarom eigenlijk Smart Grids? De transitie naar Smart Grids Verschillende

Nadere informatie

NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING

NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING 1. Inleiding In het wetgevingsoverleg van 13 februari jl. over het Voorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met nadere regels

Nadere informatie