Vuil- en Rioolwaterunits

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vuil- en Rioolwaterunits"

Transcriptie

1 Vuil- en Rioolwaterunits Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuil- en Rioolwaterunits 200 (MDVST DN80) (SPARING) 700 (SPARING)

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord Pictogrammen en symbolen Identificatie, service en technische ondersteuning 2.1 Identificatie, service en technische ondersteuning Aanvullende documentatie Garantie 3.1 Garantievoorwaarden Veiligheid en milieu 4.1 Algemeen Gebruikers Veiligheidsvoorzieningen Veiligheidsmaatregelen Milieuaspecten Introductie 5.1 Algemeen Gebruik volgens bestemming Werkbereik Werking Transport 6.1 Transport Opslag Installatie 7.1 Mechanische installatie Montagevoorschriften specifieke onderdelen Montagevoorschriften vuil- en rioolwaterunits Elektrische installatie In bedrijf stellen Bediening 8.1 Bediening Handbediening van de pompen Vastleggen van de niveaus (alleen samen met de drukopnemer) Bevestiging van actieve storingen Storingsuitgangen Reserve-ingang Reserve-uitgang RW / VW -Unit configuratie 9.1 Eén pomp met 2 vlotterschakelaars, 1 vlotter voor pomp aan/uit Twee pompen met 2 vlotterschakelaars, 1 vlotter voor pomp aan/uit Eén pomp met 3 vlotterschakelaars, 2 vlotters voor pomp aan/uit Twee pompen met 3 vlotterschakelaars, 2 vlotters voor pomp aan/uit Eén pomp met (hydro-statische) drukopnemer en 1 vlotter alarm Twee pompen met hydro-statische drukopnemer en 1 vlotteralarm... 29

3 10 Onderhoud 10.1 Onderhoud Langdurig buiten bedrijf stellen Storingen 11.1 Storingstabel schakelpaneel met DP-Levelcontrol Storingstabel pomp Uitvoeringen 12.1 Typeverklaring Schakelpanelen DKVO Bijlagen 13.1 Onderdelen omschrijving Inbouwvoorbeelden vuil- en rioolwaterunits Elektrische aansluitingen Elektrische schema s Parameter lijst Conformiteitsverklaring

4 1 Inleiding 1.1 Voorwoord De handleiding bevat belangrijke informatie voor betrouwbare, juiste en efficiënte werking. Het is van cruciaal belang om de bedieningsinstructies op te volgen om betrouwbaarheid en een lange levensduur van het product te verzekeren en risico s te vermijden. De eerste hoofdstukken bevatten informatie over deze handleiding en veiligheid in het algemeen. De volgende hoofdstukken geven informatie over normaal gebruik, installatie, onderhoud en reparaties van het product. In de bijlagen staan de technische gegevens, de onderdelentekeningen en de conformiteitsverklaring(en). Wordt gebruikt voor het introduceren van veiligheidsinstructies die, indien zij niet worden opgevolgd, kunnen leiden tot schade aan het product en de functies hiervan. MILIEU-INSTRUCTIE Opmerkingen met betrekking tot het milieu. LEES DE (AANVULLENDE) DOCUMENTATIE Lees het bedienings- en bedrijfsvoorschrift. Raak vertrouwd met de inhoud. Volg de aanwijzingen en instructies nauwgezet. Wijzig nooit de volgorde van de te verrichten handelingen. Bewaar deze handleiding of een kopie daarvan samen met het logboek op een voor alle personeel toegankelijke, vaste plaats in de nabijheid van het product. 1.2 Pictogrammen en symbolen In deze handleiding en in alle bijbehorende documentatie worden de volgende pictogrammen en symbolen gebruikt. WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische spanning. Veiligheidsaanduiding voor IEC WAARSCHUWING Handelingen of procedures die, indien onvoorzichtig uitgevoerd, persoonlijk letsel of schade aan het product tot gevolg kunnen hebben. Algemene gevaaraanduiding voor ISO

5 2 Identificatie, service en technische ondersteuning 2.1 Identificatie, service en technische ondersteuning De identificatiesticker vermeldt de typeserie / afmetingen, de belangrijkste bedrijfsgegevens en het serienummer. Vermeld deze gegevens in alle vragen om inlichtingen, herhalingsorders en in het bijzonder bij het bestellen van reserveonderdelen. Neem als u enige extra gegevens of instructies nodig heeft die niet in deze handleiding worden gegeven of in geval van schade contact op met het dichtstbijzijnde klantenservicecentrum van Duijvelaar Pompen. 2.2 Aanvullende documentatie Behalve deze handleiding is aanvullend ook de onderstaande documentatie beschikbaar: Tabel 3: aanvullende documentatie Document Codering Algemene leveringsvoorwaarden 119 / 1998 Vuil- en rioolwaterinstallaties Vuil- en rioolwaterpompen Dompelpompen DVV BE Dompelpompen DRV / DRS / DRSK BE ID4487 duijvelaar pompen dp pumps RW2 DRV Art. Nr: Prod. Nr: 6B Ord. Nr: 11/2015/123456/01 Figuur 1: identificatiesticker Tabel 1: stickerverklaring Aanduiding RW2 DRV Art.nr: Prod. Nr: Ord. Nr: Betekenis Installatie type Artikelnummer Productie week/jaar en nummer Ordernummer Voor service en technische ondersteuning zijn de volgende adresgegevens beschikbaar: Tabel 2: adres serviceafdeling Duijvelaar Pompen Serviceafdeling Kalkovenweg LJ Alphen aan den Rijn Telefoon: Fax: Internet: service@dp.nl 5

6 3 Garantie 3.1 Garantievoorwaarden De garantieperiode wordt bepaald door de voorwaarden in uw contract of ten minste door de algemene leveringsvoorwaarden. Overige garantiebepalingen zijn opgenomen in de algemene leveringsvoorwaarden, die op verzoek beschikbaar zijn. Aanpassingen of wijzigingen met betrekking tot het geleverde product zijn alleen toegestaan na overleg met de fabrikant. Originele reserveonderdelen en accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd garanderen de veiligheid. Door gebruik van andere onderdelen kan iedere aansprakelijkheid van de fabrikant voor gevolgschade komen te vervallen. De garantie met betrekking tot de betrouwbare werking en veiligheid van het geleverde product is alleen geldig als het product volgens de hiervoor bedoelde toepassingen zoals deze in de onderstaande paragrafen van deze handleiding worden beschreven wordt gebruikt. De in het informatieblad genoemde limieten mogen onder geen enkele omstandigheid worden overschreden. De garantie vervalt als van één of meer van onderstaande punten sprake is. De afnemer brengt zelf wijzigingen aan. De afnemer voert zelf reparaties uit of laat die door derden uitvoeren. Het product is onoordeelkundig behandeld of onderhouden. Op het product zijn geen originele Duijvelaar Pompen reserveonderdelen gemonteerd. 6 Duijvelaar Pompen verhelpt defecten onder garantie als aan onderstaande punten voldaan wordt. Defecten die het gevolg zijn van gebreken in het ontwerp, de materialen of de uitvoering. Het defect binnen de garantietermijn is gemeld.

7 4 Veiligheid en milieu 4.1 Algemeen Dit Duijvelaar Pompen product is ontwikkeld volgens de allernieuwste technologie; het is gefabriceerd met de uiterste zorg en onderworpen aan constante kwaliteitscontrole. Duijvelaar Pompen aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade en letsel die veroorzaakt worden door het niet opvolgen van de voorschriften en instructies in deze handleiding. Dit geldt eveneens in gevallen van onachtzaamheid gedurende installatie, gebruik en onderhoud van het product. Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies kan de veiligheid van personeel, het milieu en het product zelf in gevaar brengen. Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies kan ook leiden tot het verlies van alle rechten op schadeclaims. Het niet opvolgen kan in het bijzonder leiden tot bijvoorbeeld: het uitvallen van belangrijke functies van het product of het systeem, het niet uitvoeren van voorgeschreven onderhouds- en servicewerkzaamheden, gevaar voor personen door elektrische, mechanische en chemische invloeden, gevaar voor het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen, explosies. Afhankelijk van specifieke werkzaamheden kunnen aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Neem contact op met Duijvelaar Pompen als tijdens het gebruik een potentieel gevaar naar voren komt. 4.2 Gebruikers Alle medewerkers die betrokken zijn bij de bediening, het onderhoud, de inspectie en installatie van het product moeten volledig zijn opgeleid om de betreffende werkzaamheden uit te voeren. Verantwoordelijkheden, vaardigheden en toezicht moeten duidelijk door de bediener worden gedefinieerd. Als de betreffende medewerker nog niet de vereiste kennis heeft, moeten hiervoor geschikte training en instructies worden aangeboden. Indien nodig kan de bediener de fabrikant / leverancier opdracht geven om deze training te verzorgen. Daarnaast is de bediener verantwoordelijk voor het verzekeren dat de verantwoordelijke medewerkers de inhoud van de bedieningsinstructies volledig hebben begrepen. 4.3 Veiligheidsvoorzieningen Het product is met de grootst mogelijke zorg ontworpen. Originele onderdelen en accessoires voldoen aan de veiligheidsvoorschriften. Constructiewijzigingen of het gebruik van niet originele onderdelen kunnen leiden tot een veiligheidsrisico. Zorg dat het product binnen het werkbereik werkt. Alleen dan kan de goede werking van het product worden gegarandeerd. De eigenaar van het product is verantwoordelijk voor de naleving van lokale veiligheidsvoorschriften en interne bedrijfsrichtlijnen. Niet alleen moeten de algemene veiligheidsvoorschriften die in dit hoofdstuk over veiligheid worden beschreven worden opgevolgd, maar ook de veiligheidsvoorschriften die onder de specifieke hoofdstukken worden uiteengezet Labels op het product De op het product aangebrachte pictogrammen, waarschuwingen en instructies maken deel uit van de getroffen veiligheidsvoorzieningen. De labels mogen niet worden verwijderd of afgedekt. Labels moeten gedurende de hele levensduur van het product leesbaar blijven. Vervang beschadigde labels direct. 7

8 4.4 Veiligheidsmaatregelen Tijdens installatie, onderhoud en reparatie Alleen bevoegd personeel mag het product installeren, onderhouden, inspecteren en elektrische componenten repareren. Neem de plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht Ontmanteling De eigenaar is verantwoordelijk voor de ontmanteling en milieuvriendelijke afvoer van het product. MILIEU-INSTRUCTIE Informeer bij de lokale overheid naar hergebruik of milieuvriendelijke verwerking van afgedankte materialen. WAARSCHUWING Ontkoppel altijd eerst de energietoevoer naar het product, voorafgaande aan installatie, onderhoud en reparatie. Beveilig deze ontkoppeling. WAARSCHUWING Na continue bedrijf kunnen de oppervlakken van een pomp heet zijn. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat niemand in de buurt van draaiende componenten aanwezig kan zijn bij het starten van een pomp. WAARSCHUWING Alle veiligheids- en beschermende voorzieningen moeten direct na afronding van de werkzaamheden terug worden geplaatst en/of weer in werking worden gesteld. WAARSCHUWING Neem alle instructies die in het hoofdstuk Inbedrijfstelling/Opstarten worden beschreven in acht voordat het product weer in werking wordt gesteld. 4.5 Milieuaspecten Algemeen De producten van Duijvelaar Pompen zijn ontworpen om gedurende de gehele levensduur milieuvriendelijk te kunnen functioneren. Gebruik daarom indien toepasselijk altijd biologisch afbreekbare smeermiddelen voor het onderhoud. MILIEU-INSTRUCTIE Handel altijd volgens de wetten, voorschriften en instructies inzake gezondheid, veiligheid en milieu.

9 5 Introductie 5.1 Algemeen 5.2 Gebruik volgens bestemming 200 (MDVST DN80) (SPARING) 700 (SPARING) 71-7 De vuil- en rioolwaterunits zijn geschikt voor het verpompen van onderstaande substanties, binnen het aangegeven werkbereik (zie Werkbereik ). Water met fecaliën. Water met vaste of vezelachtige bestanddelen. Slib of brijachtige vloeistoffen. Schoon of licht verontreinigd afvalwater. Regenwater. Figuur 2: Installaties van het type vuil- en rioolwaterunits Installaties van het type vuil- en rioolwaterunits worden geproduceerd door Duijvelaar Pompen B Elk ander of verdergaand gebruik van de installatie is niet conform de bestemming. Duijvelaar Pompen aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor hieruit voortvloeiende schade of letsel. De installatie is geproduceerd in overeenstemming met de geldende normen en richtlijnen. Gebruik de installatie uitsluitend in een technisch perfecte conditie, conform de hieronder beschreven bestemming. Het Gebruik volgens bestemming, zoals vastgelegd in ISO 12100:2010, is het gebruik waarvoor het product volgens de opgave van de fabrikant geschikt is. Het gebruik van het product is beschreven in de beschikbare documentatie / informatie. Volg altijd de instructies op zoals beschreven in de bedienings- en bedrijfsvoorschriften. Bij twijfel moet het product gebruikt worden zoals dat blijkt uit de constructie, uitvoering en functie van het product. 5.3 Werkbereik Het werkbereik van de vuil- en rioolwaterinstallaties kan als volgt worden samengevat: Tabel 4: Specificatie van het werkbereik Type dompelpomp: Vloeistoftemperatuur: [ C] Vrije doorlaat: [mm] DVV DRV DRS DRSK geen

10 Type dompelpomp: Waaiertype: Vortexwaaier met zuigkorf Veiligheidsklasse: Isolatieklasse: Afdichting: Mechanical seal / simmering Toepassingsgebied: DVV DRV DRS DRSK Grond- en regenwater uit putten, kruipruimtes etc. Vortexwaaier Versnijder (gehard RVS) IP68 Dubbele mechanical seal met tussenliggende oliekamer Verpompen van sterk verontreinigde vloeistoffen met vaste en langvezelige bestanddelen zoals rioolwater F Versnijden en verpompen van vloeistoffen met fecaliën en huishoudelijk afvalwater Schroefkanaalwaaier Verpompen van sterk verontreinigde vloeistoffen met vaste en langvezelige bestanddelen zoals ongezuiverd rioolwater 5.4 Werking De volgende beveiligingen zijn ingebouwd. Een keerklep, zodat geen vloeistof in de put terug kan stromen; Hoogwateralarm (vlotterbesturing): - Bij een éénpompsinstallatie wordt er via het schakelpaneel een waarschuwing gegeven voor hoogwater; - Bij een tweepompsinstallatie wordt de tweede pomp bijgeschakeld en wordt er een waarschuwing gegeven voor hoogwater; Hoogwateralarm (hydrostatische drukopnemer): - geeft een Hoogwateralarm bij ingegeven niveau Vlotter volgorde fout Als de vlotter in een verkeerde volgorde ingeschakeld wordt, zal de pomp blijven werken en wordt een alarm genegeerd; hydrostatische drukopnemer fout bij een kabelbreuk wordt deze fout doorgegeven. Figuur 3: In- en uitstroom riool- of vuilwaterput A B Toevoeraansluiting Persaansluiting 10 De put is voorzien van twee aansluitingen. Afvalwater komt via de toevoeraansluiting (A) de put binnen en verlaat de put onder verhoogde druk via de persaansluiting (B). De dompelpomp in de put wordt aangestuurd via een automatische niveaubesturing.

11 6 Transport 6.1 Transport 1. Vervoer de box met installatiemateriaal in de positie zoals aangegeven op het pallet of verpakking. 2. Controleer of de box met installatiemateriaal stabiel staat. 3. Houd (wanneer aanwezig) rekening met de aanwijzingen welke zijn aangebracht op de installatie en / of verpakking. 6.2 Opslag Inspectie tijdens opslag 1. Draai de waaier elke drie maanden. Dit voorkomt verkleving van de afdichtingen. 2. Laat de installatie, na een opslagperiode van 6 maanden of langer, inspecteren alvorens deze wederom in gebruik wordt genomen. 11

12 7 Installatie 7.1 Mechanische installatie Haal de pomp uit de verpakking en controleer op eventuele transportschade. Controleer of de levering compleet is aan de hand van de bijgevoegde Verzamellijst Productie-Orders. Neem contact op met Duijvelaar Pompen indien de levering beschadigd en/of incompleet is Installatie unit WAARSCHUWING Laat de pomp nooit aan de motorkabel in de put zakken. WAARSCHUWING Verwijder alle kabels en hijskettingen uit de pompput. Voorkom hiermee dat deze door de pomp worden aangezogen en de pomp daardoor beschadigd. 7.2 Montagevoorschriften specifieke onderdelen Montage van de voetbocht 1 Selecteer de juiste plaats voor de voetbocht en bepaal waar de tapeinden dienen te komen. 2 Boor de gaten waarin de chemische ankers en de tapeinden dienen te komen. Zie tabel voor de juiste boordiameters. 3 Verwijder vuil en stof uit de geboorde gaten. 4 Plaats de chemische ankers. 5 Plaats al draaiend de tapeinden. 6 Laat het geheel uitharden volgens de uithard tijden aangegeven in tabel 5 7 Bevestig de voetbocht. Tabel 5: Boordiameter voor het chemisch anker: Boor diameter voor chemisch anker + 2mm + 5mm Tabel 6: Uithardtijden voor chemisch anker: Schroefdraad diameter M8 t/m M16 M20 t/m M30 Omgevingstemperatuur Uithardtijd [min] [ C] -5 t/m t/m t/m > Montage van het haakanker 1 Boor een gat met voldoende diepte en de juiste diameter voor de bijgeleverde plug. 2 Plaats de plug in de muur. 3 Bevestig het haakanker. 12 Figuur 4: Montage haakanker Figuur 5: Montage van geflensde voetbocht

13 7.2.3 Montage van de vlotterophanging 1 Boor twee gaten met voldoende diepte en de juiste diameter voor de bijgeleverde pluggen. 2 Plaats de pluggen. 3 Plaats de vlotterophanging en bevestig deze met de bijgeleverde bouten. Figuur 6: Montage vlotterophanging Figuur 7: Afstellen van de vlotters Afstellen van de vlotters 1 Monteer de vlotters zoals aangegeven op de tekening. 2 Stel de eerste vlotter af op uitschakelniveau X wanneer de pomp langdurig in bedrijf is. De pomp dient dan ten alle tijde ondergedompeld te blijven! Wanneer de pomp intermitterend in bedrijf is, is het toegestaan dat het uitschakelniveau XX wordt aangehouden. Hierbij dient de pomp minimaal voor de helft ondergedompeld te zijn. 3 Stel de tweede vlotter af op het inschakelniveau. Het inschakelniveau dient zich onder de toevoerleiding van de put te bevinden, mits de toevoerleiding als buffer gebruikt mag worden. 4 Stel de laatste vlotter af op het hoogwaterniveau. Het hoogwaterniveau dient een bereikbaar niveau te zijn. Wanneer de toevoerleiding een te grote buffer vormt, of niet als buffer gebruikt mag worden dient het hoogwaterniveau onder de toevoerleiding van de put te liggen. Wanneer de toevoerleiding als buffer dient welke niet te groot is, mag het hoogwaterniveau ook boven de toevoerleiding liggen Montage ophanging hydrostatische drukopnemer 13 Figuur 8: Ophanging vlotter en hydrostatische drukopnemer

14 7.2.6 Montagerichting van de balkeerklep De balkeerklep in de persleiding van de vuil- of rioolwater unit dient in de juiste richting gemonteerd te worden! Op de bijgeleverde balkeerkleppen is een pijl aangegeven waarop de juiste montagerichting is aangegeven. WAARSCHUWING Monteer de balkeerklep altijd met de pijl in dezelfde richting als de stromingsrichting van het afvalwater! Voorbeeld van de RW1 met snelkoppeling en vlotterbesturing. Zie fig. 10 Voorbeeld RW1 met snelkoppeling en vlotterbesturing De pomp hangt met de ketting aan de onderzijde van de snelkoppeling. De pomp mag niet aan de slang hangen. De bovenzijde van de snelkoppeling hangt met een ketting aan het haakanker. Zie fig. 10 Voorbeeld RW1 met snelkoppeling en vlotterbesturing Figuur 9: Montagerichting van de balkeerklep ANKERHAAK TBV HIJSKETTING OM DE POMP UIT DE PUT TE LICHTEN 14 VRIJE DOORLAAT min. 800 POMP HANGT AAN KETTING AISI316 SLANG 2000 Figuur 10: Voorbeeld RW1 met snelkoppeling en vlotterbesturing

15 7.3 Montagevoorschriften vuil- en rioolwaterunits VW1 SL GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie VW1 SL GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 73-4 dubbele nippel 1 Hennep/teflon 747 keerklep knie / slangbocht 3 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen 655 pomp 4 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht verloopnippel 5 Hennep/teflon 544 sok 6 Hennep/teflon 73-3 slangpilaar 7 Hennep/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem slangkoppeling 7 Hennep/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 8 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem pakking Pompketting 11 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer VW2 SL GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie VW2 SL GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 73-4 dubbele nippel 1 Hennep/teflon 747 keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 3 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen - verloopnippel 4 Hennep/teflon 71-7 T - stuk 5 Hennep/teflon 73-4 dubbele nippel 6 Hennep/teflon draadflens 7 Bevestigen met bouten/moeren/ringen 655 pomp 8 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht verloopnippel 9 Hennep/teflon 544 sok 10 Hennep/teflon 73-3 slangpilaar 11 Hennep/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem slangkoppeling 11 Hennop/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem pakking slang 13 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem Pompketting 15 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer

16 7.3.3 RW1 SN GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW1 SN RVS GEFIT TNR/ Omschrijving TEAQ vast gedeelte snelkoppeling Montage volgorde Wijze van monteren 1 Aan flenskant bevestigen met bouten/moeren/ringen. 747 keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon bocht 3 Bevestigen met bouten, aan slangkant gebruik maken van slangklem pomp 4 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht pakking los gedeelte snelkoppeling 6 Aan vaste gedeelte bevestigen, denk aan de pakking! Aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 7 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem Pompketting 9 Bevestig de pompketting aan de pomp en in gat 2 aan de onderzijde het losse gedeelte van de snelkoppeling, Bevestig hierna een ketting aan de bovenzijde van het losse gedeelte van de snelkoppeling en aan het haakanker muurdoorvoer RW2 SN GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW2 SN RVS GEFIT 16 TNR/ Omschrijving TEAQ vast gedeelte snelkoppeling Montage volgorde Wijze van monteren 1 Aan flenskant bevestigen met bouten/moeren/ringen. 747 keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie 3 Hennep/teflon - verloopnippel 4 Hennep/teflon 71-7 T - stuk 5 Hennep/teflon - dubbele nippel 6 Hennep/teflon draadflens 7 Bevestigen met bouten/moeren/ringen bocht 8 Bevestigen met bouten, aan slangkant gebruik maken van slangklem pomp 9 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht pakking los gedeelte snelkoppeling 11 Aan vaste gedeelte bevestigen, denk aan de pakking! Aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 12 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem Pompketting 14 Bevestig de pompketting aan de pomp en in gat 2 aan de onderzijde het losse gedeelte van de snelkoppeling, Bevestig hierna een ketting aan de bovenzijde van het losse gedeelte van de snelkoppeling en aan het haakanker muurdoorvoer - -

17 7.3.5 RW1 VB GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW1 VB RVS GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 72-1 voetbocht 1 Bouten/chemische ankers, zie hoofdstuk pijp 2 Op maat zagen, bevestigen met hennep/teflon 747 keerklep 3 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 4 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen 852 koppeling 5 Bevestigen met hennep/teflon geleidebuis 6 Op maat zagen, bevestigen met geleidebuis bevestiging geleidebuis 7 Bevestigen door middel van bouten/pluggen bevestiging 732 klauwplaat 8 Aan pompkant bevestigen met bouten 655 pomp 9 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht Pompketting 10 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer RW2 VB GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW2 VB RVS GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 72-1 voetbocht 1 Bouten/chemische ankers, zie hoofdstuk pijp 2 Op maat zagen, bevestigen met hennep/teflon 747 keerklep 3 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 4 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen - verloopnippel 5 Hennep/teflon 852 koppeling 6 Bevestigen met hennep/teflon 71-7 T - stuk 7 Hennep/teflon - dubbele nippel 8 Hennep/teflon draadflens 9 Bevestigen met bouten/moeren/ringen geleidebuis 10 Op maat zagen, bevestigen met geleidebuis bevestiging geleidebuis 11 Bevestigen door middel van bouten/pluggen bevestiging 732 klauwplaat 12 Aan pompkant bevestigen met bouten 655 pomp 13 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht Pompketting 14 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer

18 7.3.7 RW1 KL GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW1 KL GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 739 slangkoppeling 1 Hennop/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie 3 Hennep/teflon bocht 4 Bevestigen met bouten, aan slangkant gebruik maken van slangklem pomp 5 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht slangpilaar 6 Hennep/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 7 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem Pompketting 9 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer RW2 KL GEFIT Voor inbouwvoorbeeld: zie RW2 KL GEFIT TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 739 slangkoppeling 1 Hennop/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie 3 Hennep/teflon - verloopnippel 4 Hennep/teflon 71-7 T - stuk 5 Hennep/teflon - dubbele nippel 6 Hennep/teflon draadflens 7 Bevestigen met bouten/moeren/ringen bocht 8 Bevestigen met bouten, aan slangkant gebruik maken van slangklem pomp 9 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht slangpilaar 10 Hennep/teflon, aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 11 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem Pompketting 13 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer

19 7.3.9 RW1 SN GEFLENSD Voor inbouwvoorbeeld: zie RW1 SN GEFLENSD TNR/ Omschrijving TEAQ vast gedeelte snelkoppeling Montage volgorde Wijze van monteren 1 Aan flenskant bevestigen met bouten/moeren/ringen. 747 keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 3 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen 655 pomp 4 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht los gedeelte snelkoppeling 5 Aan vaste gedeelte bevestigen, denk aan de pakking! Aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 6 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem pakking Pompketting 9 Bevestig de pompketting aan de pomp en in gat 2 aan de onderzijde het losse gedeelte van de snelkoppeling, Bevestig hierna een ketting aan de bovenzijde van het losse gedeelte van de snelkoppeling en aan het haakanker muurdoorvoer RW2 SN GEFLENSD Voor inbouwvoorbeeld: zie RW2 SN GEFLENSD TNR/ Omschrijving TEAQ vast gedeelte snelkoppeling Montage volgorde Wijze van monteren 1 Aan flenskant bevestigen met bouten/moeren/ringen. 747 keerklep 2 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 3 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen 655 pomp 4 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht los gedeelte snelkoppeling 5 Aan vaste gedeelte bevestigen, denk aan de pakking! Aan slangkant gebruik maken van slangklem slang 6 Op maat zagen, bevestigen met slangklem slangklem pakking Pompketting 9 Bevestig de pompketting aan de pomp en in gat 2 aan de onderzijde het losse gedeelte van de snelkoppeling, Bevestig hierna een ketting aan de bovenzijde van het losse gedeelte van de snelkoppeling en aan het haakanker muurdoorvoer broekstuk - Bevestigen met bouten/moeren/ringen 19

20 RW1 VB GEFLENSD Voor inbouwvoorbeeld: zie RW1 VB GEFLENSD TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 72-1 voetbocht 1 Bouten/chemische ankers, zie hoofdstuk flens - spie stuk 2 Bevestigen met bouten/moeren/ringen 722 overgangsstuk 3 Knel verbinding 747 keerklep 4 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 5 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen geleidebuis 6 Op maat zagen, bevestigen met geleidebuis bevestiging geleidebuis 7 Bevestigen door middel van bouten/pluggen bevestiging 732 klauwplaat 8 Aan pompkant bevestigen met bouten 655 pomp 9 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht Pompketting 10 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer RW2 VB GEFLENSD Voor inbouwvoorbeeld: zie RW2 VB GEFLENSD TNR/ TEAQ Omschrijving Montage volgorde Wijze van monteren 72-1 voetbocht 1 Bouten/chemische ankers, zie hoofdstuk flens - spie stuk 2 Bevestigen met bouten/moeren/ringen - overgangsstuk 3 Knel verbinding 747 keerklep 4 Geflensde uitvoeringen bevestigen met bouten/moeren/ringen. Gefitte uitvoeringen bevestigen met hennep/teflon knie / slangbocht 5 Hennep/teflon, geflensde uitvoeringen met bouten/moeren ringen geleidebuis 6 Op maat zagen, bevestigen met geleidebuis bevestiging geleidebuis 7 Bevestigen door middel van bouten/pluggen bevestiging 732 klauwplaat 8 Aan pompkant bevestigen met bouten 655 pomp 9 Afhankelijk van unit type bevestigd aan klauwplaat 732/ dubbele nippel / knie/ slangbocht 13.18/ bocht Pompketting 10 Bevestig de pompketting aan de pomp, De resterende lengte van de ketting bevestigen aan het haakanker muurdoorvoer broekstuk - Bevestigen met bouten/moeren/ringen 20

21 7.4 Elektrische installatie WAARSCHUWING Het elektrisch aansluiten van de motor is voorbehouden aan bevoegd personeel en moet in overeenstemming met de lokale voorschriften plaatsvinden. WAARSCHUWING Aansluiting op een apart afgezekerde groep, bevestigd met een aardlek automaat van 30mA Elektrische verbindingen: Let erop dat de elektrische gegevens overeenkomen met de spanning waarop de installatie wordt aangesloten. Sluit de motor aan volgens het elektrische schema welke zich in de schakelpaneel bevindt. Zorg voor voldoende lengte van de kabel tussen de pomp en de kabelinvoeropening. De pomp kan dan makkelijk uit de pompput worden opgehaald, voor onderhoudswerkzaamheden. Het gebruik van lasdozen brengt op termijn storingen met zich mee, tengevolge van de inwerking van vocht op de elektrische aansluitingen. 1 Controleer of de installatie automatisch inschakelt. 2 Controleer of de installatie automatisch uitschakelt, nadat de put is leeggepompt. 3 Controleer of er geen vloeistof terugstroomt vanuit de persleiding in de put. In het geval er lucht blijft ingesloten in het pomphuis, boor dan een klein gaatje ter ontluchting op het hoogste punt van het leidingsysteem (vlak voor de terugslagklep) Resetten na een storing WAARSCHUWING Het opheffen van storingen is uitsluitend voorbehouden aan bevoegd personeel, nadat de oorzaak is vastgesteld. Als de pomp overbelast is wordt de installatie door de motorbeveiliging automatisch uitgeschakeld. Handel als volgt om de installatie te resetten: WAARSCHUWING Wanneer vanaf het bedienings paneel de put niet zichtbaar is, dienen er werkstekkers in de put te worden geplaatst. 7.5 In bedrijf stellen WAARSCHUWING Zonder vloeistof mag de installatie nooit worden ingeschakeld. Let op de juiste draairichting, zie de pijl op de pomp. Bij een driefasenmotor kan de draairichting veranderd worden door het wisselen van twee van de drie fasedraden. Figuur 11: motorbeveiligingschakelaar 1. Hoofdschakelaar op OFF/Uit 2. Open het schakelpaneel. 3. Draai de knop van de motorbeveiliging terug naar 0 (OFF) De beveiliging wordt gereset. 4. Hef de storing op. 5. Draai de knop met de wijzers van de klok naar 1 (ON). 6. Sluit het schakelpaneel. 21

22 8 Bediening 8.1 Bediening De basisbediening van de DP-Levelcontrol geschiedt d.m.v. één multifunctionele knop. Het status verkeerslicht geeft de actuele bedrijfs- en storingsinformatie weer. ID3054 dp-levelcontrol 8.2 Handbediening van de pompen Pomp 1 en 2 kunnen elk afzonderlijk worden gestart door knop 1 of 2 maal in te drukken en vervolgens de knop ingedrukt te houden. De pomp draait zolang de knop wordt ingedrukt. De groene LED knippert respectievelijk 1of 2 keer tijdens handmatig bedrijf. Deze functie is alleen actief als de groene LED continue brand (bedrijfsgereed / geen storingen). 8.3 Vastleggen van de niveaus (alleen samen met de drukopnemer) Figuur 12: Front level control 3054 Wanneer de hoofdstroom ingeschakeld wordt en gelijktijdig de multifunctionele knop wordt ingedrukt, zal de DP-Levelcontrol in de configureermode komen te staan. Alle drie de LEDs branden continue. 22 WAARSCHUWING Wanneer de installatie wordt ingeschakeld door middel van de hoofdschakelaar, zullen alle LEDs gelijktijdig gaan branden gedurende 2 seconden (LED test) Multifunctionele knop Handbediening van de pompen. Bevestiging van actieve storingen. Afstellen niveaus Status verkeerslicht Het status verkeerslicht geeft de bedrijfsstatus aan: Rood: voor urgente storingen. Oranje: voor niet-urgente storingen. Groen: voor normale bedrijfsstatus. De LEDs knipperen een aantal keren om een bedrijfsstatus of type storing aan te geven. Voor de verklaring van de knipperritmen zie storingstabel. Groen - Oranje - Rood 1 zorg ervoor dat de drukopnemer een signaal met de waarde gelijk aan het hoogwater alarm (D) geeft, en druk op de knop. Het hoogwateralarm is nu ingesteld en er branden nu alleen nog de groene en oranje LED GROEN - ORANJE 2 zorg ervoor dat de drukopnemer een signaal met de waarde gelijk aan het inschakelniveau voor de 2e pomp (C) geeft, en druk op de knop. Het inschakelniveau voor de 2e pomp is nu ingesteld en er branden nu alleen nog de groene en rode LED GROEN - ROOD 3 zorg ervoor dat de drukopnemer een signaal met de waarde gelijk aan het inschakelniveau voor de 1e pomp (B) geeft, en druk op de knop. Het inschakelniveau voor de 1e pomp is nu ingesteld en er branden nu alleen nog de oranje en rode LED ORANJE - ROOD 4 zorg ervoor dat de drukopnemer een signaal met de waarde gelijk aan het uitschakelniveau van de pomp(en) (A) geeft, en druk op de knop.

23 Het uitschakelniveau van de pomp(en) is nu ingesteld en er brandt nu alleen nog de groene LED, de DP-Levelcontrol is nu ingesteld GROEN (bedrijfsgereed) Als tijdens het opstarten de knop wordt ingedrukt, en er wordt 5 minuten niets gedaan zal deze terug vallen naar de oude waarden, voorafgaand aan deze reset zal de oranje led 5 s knipperen Wanneer men een configureer mode opstart en de drukopnemer is niet aangesloten zal de rode led 5 s knipperen en de instelling niet worden gedaan. Als na het instellingen van de niveaus, de volgorde van de niveaus niet onder elkaar liggen zal de rode led ook 5 s knipperen en zullen de waarden niet worden weg geschreven. 8.4 Bevestiging van actieve storingen Wanneer er zich een storing voordoet kan de multifunctionele knop ingedrukt worden om de actieve storing te bevestigen en om de storingsuitgang te deactiveren. Wanneer een storing niet opgelost is zal de storingsuitgang actief blijven, en zal de LED blijven branden totdat de storing geheel verholpen is. 8.5 Storingsuitgangen De DP-Levelcontrol is uitgerust met twee potentiaalvrije contacten voor de storingsmeldingen. Deze twee contacten schakelen tegelijk, bij zowel een urgente als een niet urgente storing. De rode (urgent) en oranje (niet-urgent) LED s zullen gaan branden bij iedere storingsmelding. Raadpleeg voor details de storingstabel. WAARSCHUWING Op beide contacten dient dezelfde spanning te worden aangeboden Instelwaarden niveau ID Reserve-ingang De DP-Levelcontrol is uitgerust met een reserveingang, die op de volgende optie kan worden ingesteld (zie ook Instellingen). Bevestig alle storingen Externe storing 8.7 Reserve-uitgang D C De DP-Levelcontrol is uitgerust met een reserveuitgang die de reserve-ingang kan volgen. (zie Instellingen). Figuur 13: schema level afstel peilen B A 3066 WAARSCHUWING De spanning van dit contact is gelijk aan de spanning gebuikt voor het pomp-relais. 23 A = Uitschakelniveau pomp(en) B = Inschakelniveau grondlast (1e) pomp C = Inschakelniveau pieklast (2e) pomp 1 D = Hoogwateralarm 1. C & D zo dicht mogelijk bij elkaar brengen.

24 9 RW / VW -Unit configuratie 9.1 Eén pomp met 2 vlotterschakelaars, 1 vlotter voor pomp aan/uit Aansluiting 1 en 2 NIET doorverbinden op de klemmenstrook X. Aansluiting 7 en 9 doorverbinden op de klemmenstrook X. ID Klemmenstrook X ID C B A Figuur 14: schema 1 pomp 2 vlotters 3067 Figuur 15: klemmenstrook 2 vlotters Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 1 Type niveaubesturing 2 vlotters zonder hysterese maximale kabellengte 20 meter. 24 Vlotter Niveau Functie Aansluiting op klemmenstrook X, zie DP Levelcontrol, zie A schakelniveau pomp uit 7 (grijs) 14 B schakelniveau pomp aan 3 C hoogwateralarm doorverbinden 8 (zwart) (grijs - zwart) 7-9 (grijs - grijs)

25 9.2 Twee pompen met 2 vlotterschakelaars, 1 vlotter voor pomp aan/uit Klemmenstrook X ID ID C Figuur 17: klemmenstrook met 2 vlotters B maximale kabellengte 20 meter. A Figuur 16: schema 2 pompen met 2 vlotters 3451 Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 2 Type niveaubesturing 3 vlotters zonder hysterese Vlotter Niveau Functie Aansluiting op klemmenstrook X, zie DP Levelcontrol, zie A schakelniveau pomp uit 7 (grijs) 14 B schakelniveau pomp aan 3 C hoogwateralarm (2e pomp aan) doorverbinden 8 (zwart) (grijs - zwart) 7-9 (grijs - grijs) Aansluiting 1 en 2 NIET doorverbinden op de klemmenstrook X. Aansluiting 7 en 9 doorverbinden op de klemmenstrook X. 25

26 9.3 Eén pomp met 3 vlotterschakelaars, 2 vlotters voor pomp aan/uit Klemmenstrook X ID ID C B Figuur 19: klemmenstrook met 3 vlotters maximale kabellengte 20 meter A Figuur 18: schema 1 pomp met 3 vlotters 3068 Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 1 Type niveaubesturing 3 vlotters zonder hysterese Vlotter Niveau Functie Aansluiting op klemmenstrook X, zie A schakelniveau pomp uit 2 B schakelniveau pomp aan 3 C hoogwateralarm 7-8 (grijs - zwart) 9-10 (grijs - zwart) (grijs - zwart) DP Levelcontrol, zie Aansluiting 1 en 2 NIET doorverbinden op klemmenstrook X.

27 9.4 Twee pompen met 3 vlotterschakelaars, 2 vlotters voor pomp aan/uit Klemmenstrook X ID ID C Figuur 21: klemmenstrook met 3 vlotters B maximale kabellengte 20 meter. A Figuur 20: schema 2 pompen met 3 vlotters 3069 Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 2 Type niveaubesturing 3 vlotters zonder hysterese Vlotter Niveau Functie Aansluiting op klemmenstrook X, zie A schakelniveau pomp(en) uit 2 B schakelniveau 1ste pomp aan 3 C hoogwateralarm (2de pomp aan) 7-8 (grijs - zwart) 9-10 (grijs - zwart) (grijs - zwart) DP Levelcontrol, zie Aansluiting 1 en 2 NIET doorverbinden op de klemmenstrook X. 27

28 9.5 Eén pomp met (hydrostatische) drukopnemer en 1 vlotter alarm Hydrostatisch wordt niet overal gebruikt. Aansluiting 1 en 2 doorverbinden op de klemmenstrook X, om de hydrostatische drukopnemer actief te maken. WAARSCHUWING Let op polariteit drukopnemer bij aansluiten, + = zwart, - = wit ID Klemmenstrook X ID C B Figuur 22: 1 pomps in- en uitschakelniveaus A 3311 Figuur 23: klemmenstrook met hydrostatische drukopnemer Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 1 Type niveaubesturing hydrostatische drukopnemer In geval van een drukopnemer, zie: Bedienings- en Bedrijfsvoorschriften van de Hydrostatische Drukopnemer BE Aansluitingen (zie 13.1) Aansluiting op klemmenstrook X Hydrostatische drukopnemer 13(+) - 14(-) 1(-) - 2(+) DP Levelcontrol Vlotter Niveau Functie 4 C hoogwateralarm Aansluiting op klemmenstrook X, zie (grijs - zwart) DP Levelcontrol, zie 13.4 Hydrostatische drukopnemer in combinatie met een hoogwater vlotter. Zie voor de aansluiting hiervan het elektro-schema van het schakelpaneel. Niveau A B C Functie schakelniveau pomp uit schakelniveau pomp aan hoogwateralarm

29 9.6 Twee pompen met hydrostatische drukopnemer en 1 vlotteralarm Aansluiting 1 en 2 doorverbinden op de klemmenstrook X, om de hydrostatische drukopnemer actief te maken. ID4489 WAARSCHUWING Let op polariteit drukopnemer bij aansluiten, + = wit, - = bruin Klemmenstrook X D ID C 4 B A Figuur 24: schema level afstel peilen 4489 Instellingen in software (standaard instellingen) Aantal pompen 2 Type niveaubesturing hydrostatische drukopnemer Figuur 25: klemmenstrook met hydrostatische drukopnemer Aansluitingen (zie 13.1) Aansluiting op klemmenstrook X, zie DP Levelcontrol Hydrostatische drukopnemer 13(+) - 14(-) 1(-) - 2(+) In geval van een drukopnemer, zie: Bedienings- en Bedrijfsvoorschriften van de Hydrostatische Drukopnemer BE Vlotter Niveau Functie 4 C hoogwateralarm (2e pomp aan) Aansluiting op klemmenstrook X, zie (grijs - zwart) DP Levelcontrol, zie 13.4 Hydrostatische drukopnemer in combinatie met een hoogwater vlotter. Zie voor de aansluiting hiervan het elektro-schema van het schakelpaneel. 29 Niveau A B C D Functie schakelniveau pompen uit schakelniveau 1ste pomp aan schakelniveau 2de pomp aan hoogwateralarm

30 10 Onderhoud 10.1 Onderhoud WAARSCHUWING Ontkoppel voorafgaande aan onderhoudswerkzaamheden de energietoevoer naar het systeem en beveilig deze ontkoppeling. WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de motor heet kan zijn wanneer deze net is uitgeschakeld. WAARSCHUWING Reinig de pomp met schoon water alvorens onderhoud te plegen. WAARSCHUWING Zorg er voor dat de geleider niet klem komt te zitten op de geleidestangen, indien gebruik wordt gemaakt van een takel om de pomp uit de put te verwijderen. Regelmatig onderhoud bevordert een blijvend goede werking van de installatie. Duijvelaar Pompen beschikt over een eigen onderhoudsdienst met gespecialiseerde monteurs. Een concept onderhoudscontract is op aanvraag beschikbaar Controle en reiniging snijinrichting (DRS) Zie voor de controle en het reinigen van de snijinrichting van de DRS het bediening- en bedrijfsvoorschrift Dompelpompen: BE Langdurig buiten bedrijf stellen Draai de waaier elke drie maanden. Dit voorkomt verkleving van de afdichtingen. Bescherm de pomp tegen bevriezing bij dreigend vorstgevaar. Neem daartoe onderstaande maatregelen: 1. Sluit alle afsluiters. 2. Verwijder de pomp uit de put. 3. Spuit met een krachtige waterstraal de pomp goed schoon. 4. Bewaar de pomp in een vorstvrije ruimte op een droge plaats Onderhoudsschema In zware bedrijfsomstandigheden dient het onderhoudsinterval aangepast te worden. De lagers van de pomp zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en behoeven daarom geen onderhoud. 30 De isolatieweerstand dient getest te worden met behulp van testen op maximaal 500 V. De afkeurnorm is 1 kω/v. Veiligheidsmarge afkeur vanaf 1 MΩ

31 11 Storingen 11.1 Storingstabel schakelpaneel met DP-Levelcontrol Beschrijving van de storing Signalen Storingsuitgang Opstarten / LED test. Alle LED's kort AAN Rode LED Pomp 1 thermische storing. 1 puls, 2 s UIT Hoog Pomp 2 thermische storing. 2 pulsen, 2 s UIT Hoog Hoogwateralarm. 3 pulsen, 2 s UIT Hoog Vlottervolgorde fout. 4 pulsen, 2 s UIT Hoog Hydrostatische drukopnemer niet aangesloten. 5 pulsen, 2 s UIT Hoog Hydrostatische drukopnemer buiten bereik. 6 pulsen, 2 s UIT Hoog Andere storing. AAN, kort UIT, AAN Hoog Tijdens het opstarten van de configureer mode is de drukopnemer niet aangesloten 5 s knipperen De volgorde van ingestelde schakelniveaus tijdens het configuren klopt niet 5 s knipperen Oranje LED Pomp 1 thermische storing geweest, automatische reset. 1 pulse, 2 s UIT Hoog Pomp 2 thermische storing geweest, automatische reset. 2 pulsen, 2 s UIT Hoog Onderhoudstijd verstreken van pomp 1, onderhoud uitvoeren of service dienst bellen. 3 pulsen, 2 s UIT Hoog Onderhoudstijd verstreken van pomp 2, onderhoud uitvoeren of service dienst bellen. 4 pulsen, 2 s UIT Hoog Externe storing (reserve-ingang actief). 5 pulsen, 2 s UIT Hoog Inspectie vereist gehele installatie. Continu pulsen Hoog De configureer mode is geactiveerd geweest en er is 5 minuten geen actie geweest. Installatie is terug gekeerd in normale automatische stand. 5 s knipperen Groene LED Klaar voor gebruik / geen storingen Pomp 1 in bedrijf / controle werking Pomp 2 in bedrijf / controle werking Pomp 1 en pomp 2 in bedrijf Continu AAN 1 puls, 2 s UIT 2 pulsen, 2 s UIT 3 pulsen, 2 s UIT 31

32 11.2 Storingstabel pomp WAARSCHUWING Houd rekening met de algemene veiligheidsmaatregelen voor installatie, onderhoud en reparatie. 32 Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Controlepunten De pomp start niet Geen spanning op de aansluitklemmen Controleer de stroomvoorziening Controleer de motorbeveiliging Stroomkring Hoofdschakelaar Hand-0-Aut schakelaar Zekeringen Aardlekschakelaar Beveiligingsrelais Motortemperatuur Watervoeler (optie) Controleer het startsignaal Medium niveau Niveauschakeling Start-stop verwisseling schakelpaneel Motorstoring Controleer de motor Isolatietest De pomp stopt niet Geen stopsignaal Controleer de niveauschakeling Lucht in het pomphuis Haal de pomp tijdelijk uit de koppeling De pomp start en stopt snel achter elkaar Verkeerd start/stop signaal Controleer de niveauschakelaars Stroomvoorziening is instabiel Controleer de stroomvoorziening Pomp stroom is te hoog Stroomstoring Controleer de stroomvoorziening Fase weerstand Niveau schakeling schakelpaneel Inschakelniveau pomp Niveauschakeling Afstelling schakelaars Stroomkring Onderspanning 3-fase beschikbaar? Afstelling motorbeveiliging Zekeringen Zekeringen Onderspanning Pompstoring Controleer de pomp Verstopping waaier Viscositeit van het medium De draairichting is verkeert De capaciteit is te hoog Draai de draairichting om Verhoog de tegendruk

33 Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Controlepunten Te weinig of geen pompcapaciteit Verstopping of een luchtbel in de pomp Controleer de persleiding en de pomp Persleiding (verstopping) Afsluiter (half of geheel gesloten) Luchtinsluiting Verstopping (waaier) Controleer niveauschakeling Verkeerde draairichting Keer de draairichting om Draairichting Pompstoring Controleer de pomp Koppeling (lek) Waaier (losgeraakt of beschadigd) Waaier of pomphuis (verstopping) Stroomvoorziening is labiel Controleer de stroomvoorziening Lagers beschadigd schakelpaneel Zekeringen Onderspanning Hoogwateralarmering Te weinig pompcapaciteit Controleer de persleiding Persleiding (verstopping) Afsluiter (half of geheel gesloten) Luchtinsluiting Pompstoring Controleer de pomp Waaier of pomphuis (verstopping) Waaier (losgeraakt of beschadigd) Stroomstoring Controleer de stroomvoorziening Lagers beschadigd Zekeringen Onderspanning Motorstoring Controleer de motor Schakelpaneel Isolatietest 33

34 12 Uitvoeringen 12.1 Typeverklaring Afk. Installatietype: RW 2 DRV KL2 NW80 DKVO 720 3x400V+N 3 VL BIW 3000mm RW Rioolwater VW Vuilwater Aantal pompen: Pomptype SN droge snelkoppeling VB voetbochtkoppeling SL slangkoppeling KL kamlockkoppeling Appendage uitvoering: DKVO Schakelkast 6 Kunststof 7 Staal 10 1 pomp 20 2 pompen Voedingspanning: VL Vlotterbesturing EP Besturing middels elektrode pennen LT+1VL hydrostatische drukopnemer + 1 vlotter BIW Binnen wandmontage BUW Buiten wandmontage IS Ingraaf sokkel BW Beton sokkel Lengte persleiding: 12.2 Schakelpanelen DKVO 34 Figuur 26: DKVO 710/ Figuur 27: DKVO 610/620 DPLC

Besturingsunits Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Levelcontrol

Besturingsunits Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Levelcontrol Besturingsunits Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Levelcontrol Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Besturings-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DP-Messenger

Besturings-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DP-Messenger Besturings-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DP-Messenger Inhoudsopgave 1: Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2: Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Riool- en Vuilwater installaties. Technische data serie: RW en VW installaties

Riool- en Vuilwater installaties. Technische data serie: RW en VW installaties Riool- en Vuilwater installaties Technische data serie: RW en VW installaties Inhoudsopgave 1 Riool en vuilwater installaties 1.1 Introductie... 3 1.2 Grafieken... 6 1.3 Bouwkundige installaties... 20

Nadere informatie

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV Dompelpompen Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning 2.1 Het

Nadere informatie

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV Dompelpompen Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DVV Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1: Voorwoord... 3 1.2: Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning 2.1: Identificatie,

Nadere informatie

Vuilwater-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1

Vuilwater-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1 Vuilwater-Units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Vuilwater-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1

Vuilwater-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1 Vuilwater-Units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Vuilwater-Unit VUN1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Eco Break-units

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Eco Break-units Hydro-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Eco Break-units Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 1.3 Identificatie, service en technische ondersteuning...

Nadere informatie

Rioolwatermodulen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Rioolwatermodulen

Rioolwatermodulen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Rioolwatermodulen Rioolwatermodulen edienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Rioolwatermodulen Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-units - DPVME PW

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-units - DPVME PW Hydro-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-units - DPVME PW Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DRV / DRK / DRS / DRSK

Dompelpompen. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DRV / DRK / DRS / DRSK Dompelpompen Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: DRV / DRK / DRS / DRSK Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 1.3 Identificatie, service en technische ondersteuning...

Nadere informatie

Hydro units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Home-Unit Pro

Hydro units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Home-Unit Pro Hydro units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Home-Unit Pro Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

de dynamiek van water vuil- en rioolwaterpompen

de dynamiek van water vuil- en rioolwaterpompen de dynamiek van water vuil- en rioolwaterpompen 2 breed inzetbaar De ene keer is het een complete gemeente die voor z n afvoer van afvalwater vertrouwt op Duijvelaar Pompen, de andere keer een woonboot.

Nadere informatie

Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1 PB Eco Line

Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1 PB Eco Line Brand-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1 PB Eco Line Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC wandmodel met plug and play stysteem 1 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW Hydro-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 1.3 Identificatie, service en technische ondersteuning...

Nadere informatie

de dynamiek van water vuil- en rioolwaterinstallaties

de dynamiek van water vuil- en rioolwaterinstallaties de dynamiek van water vuil- en rioolwaterinstallaties 2 compleet betrouwbaar Efficiënte afvoer van afvalwater is net zo belangrijk als de aanvoer van schoon drinkwater. Duijvelaar Pompen heeft al meer

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Besturingsunits. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control

Besturingsunits. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control Besturingsunits Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

Break-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-Units - DPV(M)E AB onderbreker

Break-Units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-Units - DPV(M)E AB onderbreker Break-Units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-Units - DPV(M)E AB onderbreker Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische

Nadere informatie

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW

Hydro-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW Hydro-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: Break-unit - DW Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK VOERTUIGEN HANDLEIDING Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC laadzuil met plug and play systeem 1 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Hydro-units / Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU1 / FU1 PS Eco Line

Hydro-units / Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU1 / FU1 PS Eco Line Hydro-units / Brand-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU1 / FU1 PS Eco Line Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie, service en technische

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Riool- en Vuilwater installaties

Riool- en Vuilwater installaties Riool- en Vuilwater installaties Technische data type: VUN 2 Vuilwater Unit 2.1 Introductie 2.1.1 Afkortingen Aanduiding Betekenis VUN Vuilwater Unit DVV Vuilwater pomp met vortex waaier 3 EP Uitgevoerd

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

US 73 HE/103 HE. Controleerbaar oliereservoir SIC-mechanische asafdichting Verwisselbare, vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT

US 73 HE/103 HE. Controleerbaar oliereservoir SIC-mechanische asafdichting Verwisselbare, vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT JUNG PUMPEN US 73 HE/103 HE JUNG PUMPEN US 73 HE/103 HE Droogloopveilig 30 mm vrije doorlaat Water tot 90 C Controleerbaar oliereservoir SIC-mechanische asafdichting Verwisselbare, vochtdichte gegoten

Nadere informatie

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp 15-11-2016 Versie 2.0 Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp Pagina 1 van 9 blz.1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Uitvoeringen... 3 3. Installatie... 3 4. Inbedrijfstelling... 5 4.1.

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1

Brand-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1 Brand-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: FU 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 1.3 Identificatie, service en technische ondersteuning... 3 1.4

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

staal Dubbele terugslagklep Reservoir van PE 350 l Smart home mogelijkheid CAPACITEIT

staal Dubbele terugslagklep Reservoir van PE 350 l Smart home mogelijkheid CAPACITEIT JUNG PUMPEN COMPLI 1200 Aansluitklaar Geschikt voor onderdompeling In hoogte verstelbare inlaat Inlaatklemflens van roestvrij staal Dubbele terugslagklep Reservoir van PE 350 l Smart home mogelijkheid

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING NL DRAAITAFEL DT-1000 / DT-1200 / DT-1500 INOX/ALU handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007 Pagina : 1 van 5 Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007 Smit Polyweb Boerkensleen 23 b 4705 RL Roosendaal The Netherlands T +31 (0)165-544770 F +31 (0)165-565244 Pagina : 2 van

Nadere informatie

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving PAC-LBK-KIT Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving 1 Index 1- Veiligheid voorschriften 2-2.1 Specificaties 2.2 Afstandbediening 3-3.1 Aansluitingen klemmen strook 3.2

Nadere informatie

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie

Nadere informatie

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 1.0 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een scorebord optie 7 van Data Display. We hopen dat er veel plezier aan beleefd zal

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Jaarlijks onderhoud verplicht conform Europese norm EN14637! Voor meer informatie zie pag. 3 GEBRUIKERSHANDLEIDING Brand- en/of rookwerend rolscherm + Firescreen Control Type: Bouwjaar: Fabrikant / leverancier

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te installeren

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings-

Nadere informatie

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x 2x 3x [5] De stekkerdoos schakelt ter bevestiging 2x in en uit. De code van de zender is in het geheugen van de stekkerdoos opgeslagen en het product is klaar voor gebruik. Er kunnen maximaal 6 verschillende

Nadere informatie

Installatie en gebruik

Installatie en gebruik Installatie en gebruik 1. Gebruik Het apparaat is bestemd voor gebruik in particuliere zwembaden en niet voor gebruik in openbare zwembaden en soortgelijke faciliteiten. De aanbevelingen die in dit document

Nadere informatie

Besturings-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control

Besturings-units. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control Besturings-units Bedienings- en bedrijfsvoorschriften Serie: DP-Control Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie, service en technische ondersteuning

Nadere informatie

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De fabrikant adviseert een juiste toepassing van de verlichtingsarmaturen!

Nadere informatie

Bedieningsmodule Type ABS CP 151-254

Bedieningsmodule Type ABS CP 151-254 15975197NL (12/2014) Installatie- en bedieningsinstructies www.sulzer.com 2 Installatie- en bedieningsinstructies Bedieningsmodule Type ABS CP 151 153 253 254 Inhoud 1 Algemeen... 3 1.1 Schakelkast...

Nadere informatie

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker.  Verwarming Koeling Ventilatie Filtering Hoofdbediening RF en Uitbreidingssensor RF Handleiding voor de gebruiker In de Kasbah geplaatst in het voorjaar 2015 Verwarming Koeling Ventilatie Filtering www.dekasbah.nl Inhoudsopgave 1. Introductie

Nadere informatie

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE AC Bepalen van de installatie mode van de FOREST SHUTTLE AC De Shuttle AC motor kan op twee manieren aangesloten worden: 1. Remote control mode. Beide draden bruin en

Nadere informatie

Draairichtingsonafhankelijke SiC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer Ingebouwde motorbeveiliging CAPACITEIT

Draairichtingsonafhankelijke SiC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer Ingebouwde motorbeveiliging CAPACITEIT JUNG PUMPEN Snijrotor met roerfunctie Insteekbare kabelverbinding Verstelbaar snijsysteem Controleerbaar oliereservoir Draairichtingsonafhankelijke SiC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer

Nadere informatie

KAPTIV-CS SERVICE KIT

KAPTIV-CS SERVICE KIT Installatie & onderhouds instructies KAPTIV-CS SERVICE KIT Electronisch niveaugestuurde condensaataftap ALGEMENE BESCHRIJVING 11/12 De KAPTIV-CS (Compact Solution) is een compacte elektronisch niveaugestuurde

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

Gebruikershandleiding:

Gebruikershandleiding: Gebruikershandleiding: Dompomp LANDY DEC 24-08. Landustrie Sneek BV Tel. 0515-486888 Pieter Zeemanstraat 6 Fax 0515-412398 Postbus 199 info@landustrie.nl 8600 AD Sneek www.landustrie.nl Landustrie versie

Nadere informatie

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015 Installatie & Onderhoudsinstructies 1 10-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES 01/18 INSTALLATIE- 1 EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

Droogloopveilig EIP-technologie Vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT

Droogloopveilig EIP-technologie Vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT JUNG PUMPEN Koelmantel Ingebouwde vlakafzuiging door afneembare korf Spoelinrichting Variabele persaansluiting Droogloopveilig EIP-technologie Vochtdichte gegoten kabelinvoer GEBRUIK De (S) is een buitengewoon

Nadere informatie

B08 DOMPEL- EN BRONPOMPEN. Tsurumi dompelpompen Serie: OMU, KTZ en BE

B08 DOMPEL- EN BRONPOMPEN. Tsurumi dompelpompen Serie: OMU, KTZ en BE B08 DOMPEL- EN BRONPOMPEN Tsurumi dompelpompen Serie: OMU, KTZ en BE Tsurumi dompelpompen voor industrieel afvalwater, rioolwater en voor de aannemerij. Pomptypen voor schoon en verontreinigd water Afvalwater

Nadere informatie

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Voor gebruik aandachtig lezen Alle veiligheidsvoorschriften nakomen Voor toekomstig gebruik bewaren Deze montagehandleiding bevat belangrijke

Nadere informatie

Hydro-Unit Premium Line 2.0. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU 2/3 DPV(M)E 2, 4, 6, 10 DP-Control

Hydro-Unit Premium Line 2.0. Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU 2/3 DPV(M)E 2, 4, 6, 10 DP-Control Hydro-Unit Premium Line 2.0 Bedienings- en bedrijfsvoorschriften serie: HU 2/3 DPV(M)E 2, 4, 6, 10 DP-Control Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord... 4 1.2 Pictogrammen en symbolen... 4 2 Identificatie,

Nadere informatie

LAADZUIL ELEKTRISCHE. MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS

LAADZUIL ELEKTRISCHE.  MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS LAADPAS LAADPAS LAADPAS LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK VOERTUIGEN HANDLEIDING Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem INHOUDSOPGAVE DIC laadzuil met passysteem 1

Nadere informatie

Elektra H ... 13 ... 7 GB... 9 NO... 11 ... 15 ... 21 ... 23 ... 27 ... 25

Elektra H ... 13 ... 7 GB... 9 NO... 11 ... 15 ... 21 ... 23 ... 27 ... 25 SE... 7 GB... 9 NO... 11 FR... 13 RU... 15 DE... 17 PL... 19 FI... 21 NL... 23 ES... 25 IT... 27 ELH623, ELH633, ELH933 445 375 430 min 300 mm min 300 mm min 500 mm Fig. 1 2 c-c 350/274 9 50 16 10 405/465

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit / Dimmen * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 4 RTS

Afstandsbediening Telis 4 RTS Afstandsbediening Telis 4 RTS Bedieningshandleiding Telis 4 RTS Pure Art.nr. 8063 Telis 4 RTS Silver Art.nr. 80638 Telis 4 RTS Patio Art.nr. 80644 Telis 4 RTS Lounge Art.nr. 8065 Afstandsbediening Telis

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29,

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, GEBRUIKERSHANDLEIDING Bell-control (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, NL-2801DA Gouda The Netherlands Tel.: +31-85-4868530 e-mail: info@bellmarine.nl www.bellmarine.nl Copyright 2016 IDTechnology,

Nadere informatie

F O R E S T S H U T T L E S / L

F O R E S T S H U T T L E S / L 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L 1 Assembleer de rail 2 Installeer de steunen en monteer de rail in de steunen 3 Hang de gordijnen pas na het instellen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Inhoud 1 Veiligheid 2 Uitleg toetsen 3 Instellingen parameters 4 Basis functies 5 Technische gegevens 6 Afmetingen 7 Foutmeldingen 8 Garantie 1.

Nadere informatie

MIDDENSPANNINGSBORD HET MODULAIR CONCEPT

MIDDENSPANNINGSBORD HET MODULAIR CONCEPT MIDDENSPANNINGSBORD HET MODULAIR CONCEPT Hijs- & transporthandleiding MEDIUM VOLTAGE SWITCHGEAR, BUILT TO LAST SGC nv - SwitchGear Company - Moorstraat 24 - B-9850 Nevele, BELGIE Tel: +32 (0)9/321.91.12

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

Handleiding. Pompsturing 1 pomp

Handleiding. Pompsturing 1 pomp Handleiding Pompsturing 1 pomp Pompensturing 1 pomp Deze handleiding is voor de pompsturing van volgende types pompputten: - PP850/1/TOP 2 PP850/1/TOP 5 - PP850/1/RXm 2/20 PP850/1/RXm 5/40 - PP850/1/MCm

Nadere informatie

Horizontale meertrapscentrifugaalpompen. Installatie- en bedieningsvoorschriften series: DPHM(C)

Horizontale meertrapscentrifugaalpompen. Installatie- en bedieningsvoorschriften series: DPHM(C) Horizontale meertrapscentrifugaalpompen Installatie- en bedieningsvoorschriften series: DPHM(C) Inhoudsopgave 1 Inleiding van de handleiding 1.1 Voorwoord... 3 1.2 Pictogrammen en symbolen... 3 2 Identificatie,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Flowhaspel 1 Empas B.V. Kruisboog 43 3905 TE Veenendaal 0318-525888 www.empas.nl Technische gegevens Afmetingen (lxbxh), cm... 55x39x109 Gewicht, kg...36 Motor vermogen, W....300

Nadere informatie

Droogloopveilig EIP-technologie SIC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT

Droogloopveilig EIP-technologie SIC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT JUNG PUMPEN Voor waterige oplossingen tot een zoutgehalte van 10% Koelmantel Ingebouwde vlakafzuiging door afneembare korf Droogloopveilig EIP-technologie SIC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten

Nadere informatie

W & K LEVEL CONTROL SYSTEMS

W & K LEVEL CONTROL SYSTEMS W & K LEVEL CONTROL SYSTEMS --------------------------------------------------------------------------------------------------------- NIVEAUREGELSYSTEEM NSPN(4)R 1 W & K LEVEL CONTROL SYSTEMS Wethouder

Nadere informatie

regenwater Reni START pakket inbouw- en bedieningsvoorschriften

regenwater Reni START pakket inbouw- en bedieningsvoorschriften regenwater Reni START pakket inbouw- en bedieningsvoorschriften 1 Index 1. Algemeen 4 2. Veiligheid 4 3. Transport en opslag 5 4. Omschrijving van het Reni START pakket 5 5. Plaatsingsvoorschriften 6

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Montage Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

DROOGPLATEAU. Handleiding

DROOGPLATEAU. Handleiding DROOGPLATEAU PRGHO Handleiding Rhima-webshop.nl 1 Rhima-webshop.nl Rhima-webshop.nl 2 Rhima-webshop.nl Inhoudsopgave Pagina 1. Belangrijke informatie. 4 2. Algemeen. 5 3. Installeren. 6 4. Instructie voor

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017 1 INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Dompelpompen type LANDY DTP. Landustrie Sneek BV Tel. 0515-486888 Pieter Zeemanstraat 6 Fax 0515-412398 Postbus 199 info@landustrie.nl 8600 AD Sneek www.landustrie.nl 1 / 16 Inhoudsopgave:

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES 6/2019

INSTALLATIE INSTRUCTIES 6/2019 1 INSTALLATIE INSTRUCTIES 6/2019 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX/MINIMATIC INHOUDSOPGAVE GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX/MINIMATIC... 1 INHOUDSOPGAVE... 1 1. ALGEMENE INFORMATIE...

Nadere informatie

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver.

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver. LivingLight COLOR PLAYER 2 EN COLOR PLAYER 2 RECEIVER VERSIE 1.0 Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver. De LivingLight producten zijn speciaal

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie