Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra"

Transcriptie

1 Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra LNV «Meststoffenwet» Regeling houdende vrijstelling van de heffingen van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra 12 januari 1999/Nr. TRCJZ/1998/311 Directie Juridische Zaken De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 59, eerste lid en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit: 1 Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. wet: Meststoffenwet; b. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; c. niet-grondgebonden tuinbouw: vorm van tuinbouw waarbij de voedingsbodem voor de teelt van gewassen uitsluitend een groeimedium is; d. grondgebonden tuinbouw: vorm van tuinbouw in een tot het bedrijf behorend gebouw waarbij de voedingsbodem voor de teelt van gewassen geheel of gedeeltelijk bestaat in grond. 2 Vrijstelling voor kleine bedrijven Artikel 2 titels 1, 2 en 4 van hoofdstuk IV van de wet, zijn vrijgesteld bedrijven die in het betreffende kalenderjaar voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: a. de gemiddelde veebezetting is niet groter dan drie grootvee-eenheden; b. de gemiddeld tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond is niet groter dan drie hectare; c. er worden geen dierlijke en overige organische meststoffen aangevoerd. 2. De omrekening van dieren van de onderscheiden diercategorieën naar grootvee-eenheden geschiedt overeenkomstig de daarvoor in bijlage A bij de wet opgenomen normen. 3 Vrijstelling voor tuinbouw die niet plaatsvindt op landbouwgrond Artikel 3 wet, zijn vrijgesteld bedrijven waarop in het betreffende kalenderjaar uitsluitend niet-grondgebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw wordt uitgeoefend, die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, en waarvan: a. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor niet-grondgebonden tuinbouw, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld in het betreffende gebruik zijnde oppervlakte groeimedium, niet groter is dan 460, en b. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor grondgebonden tuinbouw, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat per kalenderjaar per hectare van de gemiddelde oppervlakte van het daadwerkelijk in gebruik is, niet groter is dan Op de vaststelling van de hoeveelheid aangevoerde dierlijke en overige organische meststoffen is artikel 17 van de wet van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 wet, zijn vrijgesteld bedrijven waarop in het betreffende kalenderjaar mede niet-grondgebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw wordt uitgeoefend, en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 38 van de wet, paragraaf 4 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet en artikel 7, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de wet, niet in aanmerking worden genomen: a. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor niet-grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 460 kilogram fosfaat per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld in het daadwerkelijk in gebruik zijnde oppervlakte groeimedium, en b. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 460 kilogram fosfaat per kalenderjaar per hectare van de gemiddelde oppervlakte van het 2. De omrekening van dieren van de onderscheiden diercategorieën naar grootvee-eenheden geschiedt overeenkomstig de daarvoor in bijlage A bij de wet opgenomen normen. Op de vaststelling van de hoeveelheid aangevoerde dierlijke meststoffen, de hoeveelheid aangevoerde overige organische meststoffen en de hoeveelheid geproduceerde dierlijke meststoffen is artikel 17 van de wet van overeenkomstige toepassing. 3. De regels gesteld bij of krachtens de wet en de Wet herstructurering varkenshouderij die betrekking hebben op bedrijven waarop de vrijstelling, bedoeld in artikel 38 van de wet van toepassing is, zijn van overeenkomstige toepassing op de bedrijven waarop de vrij-stelling, bedoeld in het eerste lid, van toepassing is. Artikel 5 wet, zijn bedrijven waarop de artikelen 3 en 4 niet van toepassing zijn en waarop in het betreffende kalenderjaar uitsluitend of mede niet-grondgebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw wordt uitgeoefend, en die aan de voorwaarden van artikel 7 voldoen vrijgesteld tot een overeenkomstig het tweede en derde lid bepaalde Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 1

2 belastbare hoeveelheid meststoffen, onderscheidenlijk mineralen, als bedoeld in artikel 15, onderscheidenlijk 23, van de wet. 2. De belastbare hoeveelheid meststoffen, onderscheidenlijk mineralen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, waarvoor de vrijstelling geldt, is de som van: a. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor niet-grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 460 kilogram per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld in het betreffende gebruik zijnde oppervlakte groeimedium, en b. de aangevoerde dierlijke en overige gebruikt voor grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 460 kilogram per kalenderjaar per hectare van de gemiddelde oppervlakte van het 3. De belastbare hoeveelheid meststoffen, onderscheidenlijk mineralen, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, waarvoor de vrijstelling geldt, is de som van: a. de aangevoerde dierlijke, overige organische en andere meststoffen die worden gebruikt voor niet-grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 800 kilogram per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld in het betreffende gebruik zijnde oppervlakte groeimedium, en b. de aangevoerde dierlijke, overige organische en andere meststoffen die worden gebruikt voor grondgebonden tuinbouw, tot ten hoogste 800 kilogram per kalenderjaar per hectare van het Artikel 6 Indien de niet-grondgebonden tuinbouw plaatsvindt in een gebouw, is de oppervlakte groeimedium, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, artikel 4, eerste lid, onderdeel a, en artikel 5, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, onderdeel a, de oppervlakte van het Artikel 7 1. Ten aanzien van het bedrijf wordt een administratie bijgehouden van de aangevoerde hoeveelheid fosfaat en stikstof in meststoffen die voor nietgrondgebonden en grondgebonden tuinbouw worden gebruikt, zodanig dat daaruit te allen tijde de in het betreffende kalenderjaar aan het bedrijf afgeleverde hoeveelheid fosfaat en stikstof in meststoffen die voor deze vormen van tuinbouw worden gebruikt, duidelijk blijkt. 2. Ten aanzien van het bedrijf wordt elke maand de oppervlakte bepaald van de groeimedia en de voor de nietgrondgebonden of grondgebonden tuinbouw daadwerkelijk gebruikte oppervlakte van het gebouw of de gebouwen die in het betreffende gebruik is, en onverwijld in de administratie opgenomen. 3. Met betrekking tot 1998 worden de gegevens, bedoeld in het eerste en het tweede lid, desgevraagd ten genoegen van de inspecteur van het Bureau Heffingen aannemelijk gemaakt uit de ten aanzien van het bedrijf gevoerde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. 4. De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden gedurende zeven jaren bewaard. Artikel 8 1. De gemiddeld in het betreffende kalenderjaar door het bedrijf gebruikte oppervlakte groeimedium, en de gemiddelde oppervlakte van het bedrijf voor grondgebonden en nietgrondgebonden tuinbouw daadwerkelijk in gebruik is, worden bepaald door de som van de ingevolge artikel 7, tweede lid, maandelijks bepaalde oppervlakten, te delen door Het gemiddelde in 1998 wordt bepaald op basis van de gegevens, bedoeld in artikel 7, derde lid. Artikel 9 De gemiddeld in het betreffend kalenderjaar door het bedrijf gebruikte oppervlakte groeimedium, de gemiddelde oppervlakte van het gebouw of de gebouwen die in het betreffende kalenderjaar bij het bedrijf voor grondgebonden en niet-grondgebonden tuinbouw daadwerkelijk in gebruik is, alsmede de totaal in het kalenderjaar aangevoerde hoeveelheid fosfaat en stikstof in meststoffen die voor nietgrondgebonden en grondgebonden tuinbouw zijn gebruikt, worden door degene die het bedrijf voert vóór 1 september van het jaar volgend op het betreffende kalenderjaar aan het Bureau Heffingen gemeld: a. indien op het bedrijf artikel 4 van toepassing is, door middel van het formulier, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet op de daartoe bestemde plaats; en b. indien op het bedrijf artikel 5 van toepassing is, door middel van het formulier, dat is vastgesteld op grond van artikel 41, tweede lid, van de wet in samenhang met artikel 7 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, op de daartoe bestemde plaats. 4 Vrijstelling voor tuincentra Artikel 10 Van de heffingen, bedoeld in de titels 1 tot en met 3 van hoofdstuk IV van de wet, zijn vrijgesteld tuincentra die in het betreffende kalenderjaar voldoen aan de volgende voorwaarden: a. de dierlijke meststoffen die worden aangeleverd zijn niet verpompbaar; b. de dierlijke meststoffen, compost en zwarte grond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen d en f, van het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen, worden aangeleverd in hoeveelheden van ten hoogste kilogram per vracht, de overige organische meststoffen, niet zijnde compost of zwarte grond, en andere meststoffen worden aangeleverd in verpakte eenheden van ten hoogste 25 kilogram per stuk; c. alle door het tuincentrum aangevoerde meststoffen worden uitsluitend afgeleverd aan derden, niet zijnde een bedrijf of een onderneming als bedoeld in artikel 29 van de wet; d. de meststoffen worden uitsluitend verkocht in een daartoe bestemde, voor het publiek toegankelijke ruimte, zijnde een onroerende zaak of een gedeelte daarvan; e. voor de meststoffen wordt door de derde, bedoeld in onderdeel c, aan het tuincentrum een bedrag betaald van ten minste nihil; Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 2

3 f. het aandeel van de verkoop van meststoffen in de jaarlijkse omzet van het tuincentrum is ten hoogste 20%; g. het tuincentrum is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Handelsregisterwet Artikel 11 Indien op het tuincentrum mede tuinbouw wordt uitgeoefend, en het tuincentrum daarvoor dierlijke of overige organische meststoffen aanvoert, zijn ten aanzien van deze aanvoer de voorwaarden, bedoeld in artikel 10, onderdelen a, b en c, niet van toepassing. Als aan-vullende voorwaarden voor de vrijstelling gelden in dat geval: a. indien er sprake is van tuinbouw die plaatsvindt op landbouwgrond, is de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond niet groter dan drie hectare, en is de som van de hoeveelheid aangevoerde dierlijke en overige organische meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, aangevoerd voor deze tuinbouw, per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het tuincentrum behorende oppervlakte landbouwgrond minder dan 100 kilogram fosfaat in de jaren 1998 en 1999, 85 kilogram fosfaat in de jaren 2000 en 2001 en 80 kilogram fosfaat in de jaren 2002 en volgende; b. indien er sprake is van niet-grondgebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw, de voorwaarden, bedoeld in artikel 3; c. het tuincentrum levert uitsluitend meststoffen af aan derden, niet zijnde een bedrijf of een onderneming als bedoeld in artikel 29 van de wet. Artikel 12 Van de verplichting tot het opmaken van een afleveringsbewijs, bedoeld in artikel 7 en artikel 13 van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet, zijn vrijgesteld het tuincentrum en derden, bedoeld in artikel 10, onderdeel c, voorzover het betreft de door het tuincentrum aan deze derden afgeleverde dierlijke, onderscheidenlijk overige organische meststoffen. 5 Slotbepaling Artikel 13 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. s-gravenhage, 12 januari De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, H.H. Apotheker. Toelichting 1. Algemeen In deze regeling zijn drie vrijstellingen neergelegd van bepalingen van de Meststoffenwet (hierna: wet) betreffende de mineralenheffingen, voor kleine bedrijven, de aanvoer van meststoffen voor tuinbouw die niet plaatsvindt op landbouwgrond, en voor tuincentra. Laatstgenoemde groep is in deze regeling bovendien vrijgesteld van de in het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet neergelegde verplichting tot het opmaken van een afleveringsbewijs bij aflevering van dierlijke of overige organische meststoffen. 2. Vrijstelling voor kleine bedrijven In paragraaf 2 worden de kleine bedrijven vrijgesteld van de mineralenheffingen en de bestemmingsheffing, die respectievelijk zijn geregeld in titel 1, 2 en 4 van hoofdstuk IV van de wet. Als kleine bedrijven worden in deze regeling aangemerkt bedrijven die in een kalenderjaar gemiddeld over niet meer dan drie grootvee-eenheden (hierna: gve) en drie hectare landbouwgrond beschikken, en die bovendien geen dierlijke en overige organische meststoffen aanvoeren. In artikel 38 van de wet is een vrijstelling neergelegd voor onder andere extensieve veehouderijen, omdat het beleid er de eerst komende jaren op is gericht om het mineralengebruik terug te dringen van de groep bedrijven met de grootste milieurisico s, waartoe extensieve veehouderijen waarvan het aantal gve per hectare niet groter is dan 2,5 in beginsel niet horen (kamerstukken II, 1995/96, , nr. 3, blz. 16). De reden om in deze regeling een aparte vrijstelling voor de kleine, extensieve veehouderijen op te nemen is om te voorkomen dat het bedrijf heffingplichtig is als gevolg van het feit dat niet voldaan wordt aan de voorwaarden voor de vrijstelling, bedoeld in artikel 38 van de wet. Een dergelijk bedrijf kan namelijk zo weinig, of helemaal geen landbouwgrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de wet, tot zijn beschikking hebben, dat alleen al de hoeveelheid meststoffen die wordt geproduceerd door de gehouden dieren, groter is dan de maximumaanvoer per hectare, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de wet. Ook het aantal gehouden dieren kan hierdoor, alhoewel in absolute zin laag, al hoger zijn dan 2,5 gve per hectare. Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, ondervangt dit probleem door als voorwaarde voor vrijstelling een hectare-onafhankelijke gve-norm te stellen. Op grond van artikel 3, vierde lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet, zijn de ingevolge paragraaf 2 vrijgestelde bedrijven niet administratieplichtig in het kader van de mineralenheffingen. 3. Vrijstelling voor tuinbouw die niet plaatsvindt op landbouwgrond In paragraaf 3 wordt de aanvoer van meststoffen die worden gebruikt ten behoeve van tuinbouw die niet plaatsvindt op landbouwgrond tot een bepaald maximum vrijgesteld van de mineralenheffingen, bedoeld in de wet. Twee vormen van tuinbouw vinden niet plaats op landbouwgrond. In de eerste plaats de niet-grondgebonden tuinbouw, die ook wel substraatteelt wordt genoemd. Hierbij is de voedingsbodem van de gewassen een groeimedium, zijnde blijkens artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de wet materiaal in vaste of vloeibare vorm, niet zijnde grond, dat wordt gebruikt of is bestemd om te worden gebruikt als voedingsbodem voor planten. Groeimedia zijn bijvoorbeeld potten met grond, of grondvervangende media zoals steenwol. De tweede vorm van tuinbouw die niet plaatsvindt op landbouwgrond is de grondgebonden tuinbouw in een gebouw (hierna: grondgebonden tuinbouw). Hierbij moet voornamelijk gedacht worden aan kassen waarin gewassen worden geteeld die wortelen in de grond. De reden om de aanvoer van meststoffen voor deze vormen van tuinbouw vrij te stellen is dat het systeem van de mineralenheffingen geen rekening houdt met de wijze waarop geteeld wordt bij niet-grondgebonden tuinbouw en grondgebonden tuin- Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 3

4 bouw. Bij niet-grondgebonden tuinbouw kunnen de groeimedia namelijk niet worden aangemerkt als tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de wet, omdat een groeimedium per definitie geen grond is in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de wet. Ook bij grondgebonden tuinbouw wordt de grond niet tot de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond gerekend, omdat de oppervlakte waarop een bedrijfsgebouw zich bevindt daarvan wordt uitgesloten in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de wet. De tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond is van wezenlijk belang voor het bepalen van de hoogte van de belastbare hoeveelheid meststoffen, dan wel mineralen. Bij de mineralenheffingen staat tegenover de aanvoer van meststoffen die gebruikt worden voor beide vormen van tuinbouw bovendien geen afvoerpost, omdat de relevante afvoerposten de verliesnorm, de onttrekking van meststoffen door het gewas bij de forfaitaire heffingen en de afvoer van akkerbouw- en tuinbouwproducten bij de verfijnde heffingen gerelateerd zijn aan de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond. Bij de vrijstelling voor extensieve veehouderijen en akker- en tuinbouwbedrijven, bedoeld in artikel 38 van de wet, geldt met betrekking tot de aanvoernorm voor meststoffen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b van dat artikel, hetzelfde. De hoeveelheid aangevoerde meststoffen die in het kader van deze regeling is vrijgesteld is gemaximeerd. Voor fosfaat geldt een maximum van 460 kilogram per kalenderjaar per hectare groeimedium dan wel gebouw dat door het bedrijf daadwerkelijk voor desbetreffende tuinbouw wordt gebruikt; voor stikstof geldt een maximum van 800 kilogram per hectare per kalenderjaar. Door de vrijgestelde aanvoer van meststoffen aan deze maxima te verbinden is de aanwending van de vrijgestelde hoeveelheid meststoffen niet groter dan de toekomstige emissiedoelstellingen voor de glastuinbouw, gemiddeld per hectare glas, neergelegd in het Convenant Glastuinbouw en Milieu. Indien wijzigingen van beleid tot een aanpassing van de maxima nopen, zal de onderhavige regeling daartoe worden gewijzigd. In artikel 54 van de wet wordt de hoeveelheid fosfaat in aangevoerde kunstmeststoffen tijdelijk uitgezonderd van de belastbare hoeveelheid meststoffen en mineralen. Om deze reden wordt vooralsnog in artikel 5, tweede lid, de aanvoer van kunstmeststoffen niet in aanmerking genomen bij de berekening of de hoeveelheid aangevoerde fosfaat in meststoffen groter is dan het fosfaatmaximum. De kunstmeststoffen zullen alsnog worden opgenomen in artikel 5, tweede lid, zodra de hoeveelheid fosfaat in kunstmeststoffen wel in aanmerking wordt genomen bij de bepaling van de belastbare hoeveelheid meststoffen en mineralen. 4. Vrijstelling voor tuincentra In paragraaf 4 zijn twee vrijstellingen neergelegd voor tuincentra. Tuincentra voeren meststoffen aan, om deze vervolgens als middel voor de plantenteelt te verkopen aan particulieren, niet zijnde bedrijven of intermediaire ondernemingen. De eerste vrijstelling ziet op de mineralenheffingen, bedoeld in hoofdstuk IV van de wet. De tweede vrijstelling betreft de verplichting van het tuincentrum als leverancier en de particulier als afnemer om bij aflevering van dierlijke of organische meststoffen een afleveringsbewijs op te maken als bedoeld in respectievelijk artikel 7 en 13 van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet. Het doel van de vrijstellingen is om onnodige administratieve lasten voor het tuincentrum te voorkomen. De aanvoer van meststoffen door een tuincentrum is immers in beginsel gelijk aan de afvoer van meststoffen, zodat de belastbare hoeveelheid nihil is, en bij de verkoop van meststoffen door tuincentra aan particulieren gaat het meestal om afleveringen in hoge frequentie van kleine hoeveelheden. Een tuincentrum is van de mineralenheffingen vrijgesteld indien het voldoet aan de voorwaarden van artikel 10. Deze voorwaarden hebben tot doel te voorkomen dat bedrijven en intermediaire ondernemingen voor toepassing van de vrijstellingen in aanmerking komen. Voor deze groepen zijn immers de verplichtingen waarvoor in deze paragraaf een vrijstelling is neergelegd, juist bedoeld. Een onderscheid moet worden gemaakt tussen twee situaties, namelijk het geval dat het tuincentrum alleen meststoffen aanvoert om te verkopen aan particulieren, niet zijnde een bedrijf of een intermediaire onderneming, en de situatie dat het tuincentrum zich naast de verkoop van meststoffen ook bezighoudt met tuinbouw en daarvoor meststoffen aanvoert. Artikel 10 ziet op de eerste situatie, en geeft een totale vrijstelling van de mineralenheffingen. Artikel 11 ziet op de tweede situatie. In dat geval is het tuincentrum aan te merken als een bedrijf in de zin van de wet. De voorwaarden, bedoeld in artikel 10, onderdelen a, b en c, zijn dan niet van toepassing op de aanvoer van meststoffen voor de tuinbouw. Voor deze aanvoer geldt een maximum, dat afhankelijk is van de aard van de tuinbouw waarvoor de meststoffen worden aangevoerd. Voorzover wordt aangevoerd ten behoeve van tuinbouw die plaatsvindt op landbouwgrond is in artikel 11, onderdeel a, eenzelfde aanvoernorm neergelegd als in artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de wet. Op grond van onderdeel b van artikel 11 gelden de voorwaarden van artikel 3 voorzover de aangevoerde meststoffen worden gebruikt voor grondgebonden of niet-grondgebonden tuinbouw. Overschrijding van de in één van beide onderdelen neergelegde grenzen heeft tot gevolg dat de vrijstelling niet op het tuincentrumbedrijf van toepassing is. Onderdeel c geeft tenslotte een op de situatie van artikel 11 aangepaste versie van artikel 10, onderdeel c. Op de drie vrijstellingen, neergelegd in onderhavige regeling, is artikel 2 van de wet de fraus-legisbepaling van toepassing. Met evidente schijnconstructies die tot doel hebben om in aanmerking te komen voor de in deze regeling neergelegde vrijstellingen zonder een wezenlijke verandering van de feitelijke omstandigheden tot gevolg te hebben, wordt in het kader van deze regeling geen rekening gehouden. Tot slot zij opgemerkt dat het ontwerp van de regeling gemeld is aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatie-procedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG nr. L. 204). Deze melding heeft betrekking op de eisen Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 4

5 die in artikel 10 van de regeling worden gesteld aan tuincentra. Nu deze eisen gesteld worden in het kader van een fiscale maatregel het stelsel van regulerende mineralenheffingen geldt ingevolge artikel 10, vierde lid, van de richtlijn, dat de inwerkingtreding van deze regeling niet drie maanden hoeft te worden uitgesteld. 5. Artikelsgewijs Artikel 1 Bij niet-grondgebonden tuinbouw is er volgens artikel 1, onderdeel c, sprake van een groeimedium. In de artikelen 3, 4 en 5 gaat het om bij het bedrijf in gebruik zijnde groeimedia. Naast de eis dat het bedrijf op grond van enige titel rechthebbende is van het groeimedium is ook vereist dat het groeimedium zich bevindt op tot het bedrijf behorende grond, of in een gebouw van het desbetreffende bedrijf. Het begrip gebouw, genoemd in artikel 1, onderdeel d, impliceert dat het als gebouw te kwalificeren object duurzaam verbonden is met de grond waarop het zich bevindt. Om deze reden zijn bijvoorbeeld rolkassen en tunnels niet als gebouw aan te merken. Deze ter bedekking van grondgebonden gewassen dienende objecten kunnen zonder meer verplaatst worden, en zijn dus niet duurzaam verbonden met de grond. Behalve in kassen kan grondgebonden tuinbouw plaatsvinden in gebouwen die geen licht doorlaten, zoals bij de teelt van eetbare paddestoelen en het trekken van witlof. In paragraaf 3 wordt telkens gesproken van de oppervlakte van het bedrijf voor grondgebonden of nietgrondgebonden tuinbouw daadwerkelijk in gebruik is. Delen van het gebouw die niet voor de tuinbouw zelf worden gebruik bijvoorbeeld kantoorruimten zijn daardoor niet van invloed op de totale hoeveelheid fosfaat en stikstof waarvoor op grond van paragraaf 3 vrijstelling wordt verleend. Artikel 3 Artikel 3 geeft een vrijstelling voor bedrijven die zich enkel bezig houden met niet-grond-gebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw. In dat geval geldt zowel voor niet-grondgebonden tuinbouw als grondgebonden tuinbouw een aanvoernorm voor fosfaat. Artikel 4 De vrijstelling, neergelegd in artikel 4, is bedoeld voor tuinbouwbedrijven en extensieve veehouderijen die, afgezien van de aanvoer van dierlijke en overige organische meststoffen voor nietgrondgebonden en grondgebonden tuinbouw, zouden voldoen aan de voor-waarden van artikel 38 van de wet. Ten aanzien van het aantal gve per hectare, de productie van dierlijke meststoffen en de aanvoer van dierlijke en overige organische meststoffen gelden dezelfde eisen als opgenomen in artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de wet. Ook is de vrijstelling, bedoeld in artikel 4, alleen op het bedrijf van toepassing als het is aangemeld overeenkomstig paragraaf 3 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet. In feite komt deze vrijstelling neer op de vrijstelling, bedoeld in artikel 38 (voor de hernummering: artikel 13x) van de wet, aangevuld met extra aanvoernormen voor niet-grondgebonden tuinbouw en grondgebonden tuinbouw. Omdat op deze bedrijven vele regels van toepassing zijn bij of krachtens de wet en de Wet herstructurering varkenshouderij, wordt in het derde lid bepaald dat die regels van overeenkomstige toepassing zijn op bedrijven waarop de vrijstelling, bedoeld in artikel 4 van toepassing is. Gedacht kan worden aan de artikelen 2 en 3 van het Besluit proviciale normen Meststoffenwet, de artikelen 4, vierde lid, en 8, vierde lid, van het Besluit voorraden Meststoffenwet, artikel 2 van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen, de artikelen 3 en 13 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet, en de artikelen 2, derde lid, en 3, tweede lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Wet herstructurering varkenshouderij. Dit betekent bijvoorbeeld dat naast de administratieve voorschriften, bedoeld in artikel 7, ook de administratieve verplichtingen betreffende de registratie van het aantal gehouden dieren en de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond ingevolge artikel 3 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet op de vrijgestelde bedrijven van toepassing zijn. Artikel 5 De vrijstelling, neergelegd in artikel 5, is bedoeld voor gemengde bedrijven die heffingplichtig zijn ingevolge titel 1 of 2 van hoofdstuk IV van de wet, en voor bedrijven waarvan de activiteiten alleen bestaan in niet-grondgebonden of grondgebonden tuinbouw, waarvan de hoeveelheid fosfaat in de aangevoerde dierlijke en overige organische meststoffen voor niet-grondgebonden tuinbouw of grondgebonden tuinbouw groter is dan de maximumaanvoer, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a of b. Voor deze bedrijven is de aanvoer van meststoffen ten behoeve van beide vormen van tuinbouw van de heffingen vrijgesteld tot een bepaald maximum fosfaat en stikstof. De vrijstelling komt in feite neer op een aftrekpost bij de bepaling van belastbare hoeveelheid meststoffen of mineralen, bedoeld in respectievelijk artikel 16 en artikel 24 van de wet, zowel met betrekking tot de kilogrammen fosfaat als stikstof. De voor deze aftrekpost in aanmerking komende hoeveelheid fosfaat en stikstof komt overeen met de daadwerkelijk ten behoeve van beide vormen van tuinbouw aangevoerde meststoffen voor fosfaat beperkt tot de dierlijke en overige organische meststoffen tenzij de aangevoerde hoeveelheid fosfaat en stikstof groter is dan de in artikel 5, tweede en derde lid, gestelde maxima. In dat geval wordt dit maximum als aftrekpost opgevoerd. Als voorwaarde voor de vrijstelling geldt de in artikel 7 neergelegde administratieve verplichting. Verwezen zij naar de toelichting bij dit artikel. Artikel 6 De maximumaanvoer van meststoffen bij niet-grondgebonden tuinbouw is in beginsel gerelateerd aan de oppervlakte groeimedium. Niet-grondgebonden tuinbouw kan echter ook in een gebouw plaatsvinden. In dat geval wordt ingevolge artikel 6 in plaats van de oppervlakte groeimedium de oppervlakte van de bij het bedrijf daadwerkelijk voor niet-grondgebonden tuinbouw in gebruik zijnde gebouwen in aanmerking genomen voor de bepaling of de aanvoer van meststoffen hoger is dan het maximum, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, derde lid, onderdeel a, en artikel 4, eerste lid, onderdeel a. Artikel 7 Een voorwaarde voor de vrijstelling, Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 5

6 bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5, is dat ten aanzien van het bedrijf een administratie wordt bijgehouden met betrekking tot de voor niet-grondgebonden tuinbouw en grondgebonden tuinbouw gebruikte oppervlakten, en de kilogrammen fosfaat en stikstof in de meststoffen die zijn aangevoerd ten behoeve van beide vormen van tuinbouw. Deze administratie dient zodanig te zijn dat daaruit te allen tijde de in het betreffende kalenderjaar aan het bedrijf afgeleverde hoeveelheid fosfaat en stikstof in meststoffen die voor deze vormen van tuinbouw worden gebruikt, duidelijk blijkt. Bovendien dienen elke maand, op een door het bedrijf zelf te bepalen dag, de gebruikte oppervlakten te worden bepaald, en onverwijld in de administratie te worden opgenomen. Met betrekking tot 1998 geldt in afwijking van de verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, dat deze gegevens desgevraagd ten genoegen van de inspecteur van Bureau Heffingen aannemelijk moeten worden gemaakt uit de ten aanzien van desbetreffend bedrijf bijgehouden administratie en de daarbij behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Het bedrijf is verplicht om de op een kalenderjaar betrekking hebbende gegevens gedurende zeven jaren te bewaren. Artikel 8 De maxima fosfaat en stikstof zijn gerelateerd aan de gemiddeld in het bedrijf voor niet-grondgebonden tuinbouw daadwerkelijk in gebruik zijnde oppervlakte groeimedium, en de gemiddelde oppervlakte van de in het bedrijf voor grondgebonden, en in voorkomend geval voor niet-grondgebonden tuinbouw daadwerkelijk in gebruik zijnde gebouwen. Op grond van artikel 8 wordt dit gemiddelde berekend door de ingevolge artikel 7, tweede lid, maandelijks geadministreerde gegevens van deze oppervlakten bij elkaar op te tellen en te delen door twaalf. Voor 1998 is een afwijkende bepaling opgenomen in het tweede lid. Artikel 9 In artikel 9 is neergelegd op welke wijze aan het Bureau Heffingen de gegevens moeten worden verstrekt die bij de vaststelling van de belastbare hoeveelheid mineralen dan wel meststoffen nodig zijn voor het berekenen van de hoeveelheid fosfaat en stikstof die op grond van deze vrijstelling kan worden afgetrokken van de totaal aangevoerde hoeveelheid mineralen. Bij heffingplichtige bedrijven, waarop artikel 5 van toepassing is, geschiedt dit door melding van de gegevens op het aangifteformulier voor de mineralenheffing. Bij bedrijven waarop artikel 4 van toepassing is, worden de gegevens ingevuld op het formulier dat vóór 1 september van het jaar volgend op het betreffende kalenderjaar aan het Bureau Heffingen moet worden ingediend op grond van artikel 4, derde lid, van deze regeling juncto artikel 11 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet. Artikel 11 Artikel 11 ziet op tuincentra die ook een bedrijf zijn omdat hun activiteiten mede bestaan in tuinbouw, en die hiertoe dierlijke of overige organische meststoffen aanvoeren. Indien deze tuinbouwactiviteit plaatsvindt op tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond, geldt dezelfde aanvoernorm als in artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de wet. Bovendien geldt als eis dat de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond niet groter is dan drie hectare. Hierdoor hoeft analoog aan artikel 3, vierde lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet geen administratie te worden bijgehouden van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond. Indien de tuinbouw plaatsvindt op substraat of in een gebouw, dat gelden de aanvoernormen van artikel 3. Bovendien is het tuincentrum in dat geval verplicht tot het bijhouden van een administratie als bedoeld in artikel 7. Ten aanzien van de aflevering van meststoffen geldt de eis dat alleen mag worden afgeleverd aan derden, niet zijnde bedrijven of intermediairen. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, H.H. Apotheker. Uit: Staatscourant 1999, nr. 9 / pag. 10 6

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2008/3190, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 328 Besluit van 2 juli 1999, houdende uitzonderingen op het ingevolge artikel 55, derde lid, van de Meststoffenwet geldende verbod dierlijke

Nadere informatie

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;.

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;. Wijziging van de Meststoffenwet (invoering stelsel verantwoorde mestafzet) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 360 Wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ.ENZ.ENZ. Ontwerp-Besluit houdende wijziging van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij Op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 538 Wet van 7 december 2000 tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van pluimveerechten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van 28 november 2003, nr. 03.003216 houdende wijziging van het Besluit voorraden Meststoffenwet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 645 Besluit van 9 november 2005, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet) Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

Toelichting bij Aangifte. MINAS 2005 Intermediairs

Toelichting bij Aangifte. MINAS 2005 Intermediairs Toelichting bij Aangifte MINAS 2005 Intermediairs 2 Inhoud 1 De Aangifte voor Over de aangifte voor intermediairs pag. 4 intermediairs 2005 Dienst Regelingen en één relatienummer pag. 4 Meer informatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 312 Wet van 28 juni 2001 tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 945 Wijziging van de Meststoffenwet (differentiatie fosfaatgebruiksnorm) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 2 juli 2009 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Toelichting bij Aangifte. MINAS 2005 Forfaitair

Toelichting bij Aangifte. MINAS 2005 Forfaitair Toelichting bij Aangifte MINAS 2005 Forfaitair 2 Inhoud 1 De forfaitaire aangifte Over de forfaitaire aangifte pag. 5 2005 Dienst Regelingen en één relatienummer pag. 5 MINAS voor akker- en tuinbouwbedrijven

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet.

Beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet. LNV Beleidsregel bestuurlijke s Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3706, omtrent vaststelling van de hoogte van de ingevolge de op

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 61 61 30 30maart 2009 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/372,

Nadere informatie

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Algemeen 1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Zodra u een MVO heeft ingestuurd kunt u deze niet meer corrigeren.

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van..., no...);

De Raad van State gehoord (advies van..., no...); WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2201 247 19 19december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008,

Nadere informatie

Besluit van. De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 2003, nr. W /V);

Besluit van. De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 2003, nr. W /V); Besluit van houdende vaststelling van regels met betrekking tot het beheer van autobanden, alsmede wijziging van een aantal besluiten in verband met het schrappen van bepalingen met betrekking tot de in

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. ONTWERP WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van..., houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit glastuinbouw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 229 Wet van 29 mei 2017 tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 979 Regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet verantwoorde groei melkveehouderij) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw VROM Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw 22 november 2006 De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Handelende in overeenstemming met de Minister

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit:

CONCEPT. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit: Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit houdende vrijstelling van het fosfaatrechtenstelsel voor jongvee in de zoogkoeienhouderij (Vrijstellingsregeling zoogkoeienhouderij)

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 517 Besluit van 12 oktober 2000, houdende wijziging van het Besluit stikstofcorrectie Meststoffenwet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 658 Besluit van 28 oktober 1997, houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met een correctie voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 172 Wet van 25 januari 1996 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de toevoeging van de

Nadere informatie

In hoofdstuk 10 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt na paragraaf 4a een paragraaf ingevoegd, luidende:

In hoofdstuk 10 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt na paragraaf 4a een paragraaf ingevoegd, luidende: Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, nr. WJZ/18017367, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet ten behoeve van de vaststelling van nadere regels voor de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 663 Besluit van 13 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 319 Wet van 16 mei 2002, houdende regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 425 Besluit van 22 juli 2002, houdende bepalingen inzake het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen, MKZ-geruimden

Nadere informatie

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Staatssecretaris van Defensie

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 2007, nr. SAS/2007, tot wijziging van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (formulier verslaglegging)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 004 Wijziging van de Meststoffenwet en intrekking van de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij (vereenvoudiging

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats RM16 - Meldingsformulier InfoMil Besluit mestbassins milieubeheer Vooraf Dit formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel de werking

Nadere informatie

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij) Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11054 30 april 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 577 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (tijdelijke overheveling Beleidsregel s Meststoffenwet)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 503 Besluit van 12 november 1999, houdende aanwijzing van andere taken van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Besluit andere

Nadere informatie

Regeling formulieren verpakkingen

Regeling formulieren verpakkingen VROM Regeling formulieren verpakkingen Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 juni 2007, nr. SAS 2007052674, houdende de vaststelling van formulieren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop

Nadere informatie

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT ONTWERP Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2008 TRCJZ/2008/2149 houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21101 29 december 2010 Vaststelling van de Uitvoeringsregeling investeringsaftrek Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 250 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 662 Wet van 13 december 1995 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte VROM Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 maart 2004, nr. MJZ2004029551, Centrale Directie Juridische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 619 Besluit van 15 november 2004 tot wijziging van enkele besluiten op het terrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet LNV Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 november 2005, nr. TRCJZ/2005/3295, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 840 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44795 11 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2015, nr. WJZ/15103002, tot

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 349 Beschikking van de Minister van Justitie van 12 juli 1995, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit kwaliteit en

Nadere informatie

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 ONTWERP De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de voorbereidingscommissie van 22 november 2004; gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5289 6 april 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 maart 2010, nr. 115877, houdende

Nadere informatie

(Regeling formulieren Leegstandwet)

(Regeling formulieren Leegstandwet) VROM Regeling formulieren Leegstandwet Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, van 3 mei 2005, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, nr. MJZ2005052804, houdende vaststelling van de modellen,

Nadere informatie

Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens.

Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens. LNV Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens. 5 maart 2002/Nr. TRCJZ/2002/3135 Directie Juridische Zaken De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Gelet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44665 8 december 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/161734,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15245 27 mei 2014 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 mei 2014, nr. WJZ/14059862, houdende de vaststelling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20510 30 december 2009 Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit

Nadere informatie

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding Toelichting I. Algemeen 1. Inleiding Aanleiding voor deze regeling is de wet van 21 juni 2001 houdende wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) (Stb. 346) die op 8 mei 2002 in

Nadere informatie

Regeling tachograafkaarten

Regeling tachograafkaarten Geldend van 02-03-2016 t/m heden Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking en het gebruik van tachograafkaarten () De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Sociale Zaken

Nadere informatie

Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet LNV Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Kennisgeving van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 september 2005, nr. TRCJZ/ 2005/2572, Directie Juridische Zaken, betreffende het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 443 Besluit van 19 augustus 2002, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, van het Warenwetbesluit Visserijproducten,

Nadere informatie

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij 1. Inleiding Met de Wet verantwoorde groei melkveehouderij (in werking getreden op 1 januari 2015) is het begrip melkveefosfaatoverschot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018 CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR478580_3 13 december 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018 De

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilvarenbeek. Nr. 185485 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 De raad der gemeente

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân Het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende dat het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 727 Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk

Nadere informatie

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw Zoals geldig vanaf november 2009 Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Handelende in overeenstemming met

Nadere informatie

Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015

Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015 Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015 Kenmerk: Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 28 oktober 2014; gelet op de

Nadere informatie

Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking en het gebruik van tachograafkaarten (Regeling tachograafkaarten)

Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking en het gebruik van tachograafkaarten (Regeling tachograafkaarten) (Tekst geldend op: 23-12-2010) Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking en het gebruik van tachograafkaarten (Regeling tachograafkaarten) De Minister van Verkeer en Waterstaat en de

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, CONCEPT Regeling nibm 01022007rev Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van (...), nr. DJZ/(...), houdende regels omtrent de aanwijzing van categorieën van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 233 Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem

Nadere informatie

Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning

Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning VROM Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 december 2003, nr. MJZ2003125642, Centrale

Nadere informatie

Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens

Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens (Tekst geldend op: 09-06-2008) Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, * Gelet op Verordening (EG) nr. 338/97

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12040 30 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 april 2015, nr. WJZ / 14188328, tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 337 Besluit van 25 juni 2002, houdende voorzieningen met betrekking tot het Faunafonds (Besluit Faunafonds) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 284 Besluit van 31 mei 2001, houdende wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 en het Besluit tegemoetkoming studiekosten in verband

Nadere informatie

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019.

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019. Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019. Het algemeen bestuur van Waterschap Rijn en IJssel; Op voordracht van het dagelijks bestuur van 9 oktober

Nadere informatie

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten LNV Wijziging Regeling handel Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 7 juli 2005, nr. TRCJZ/2005/2068, houdende wijziging van de Regeling handel ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Lisv Ziekengeldreglement 1997

Lisv Ziekengeldreglement 1997 Lisv Ziekengeldreglement 1997 Het Landelijk instituut sociale verzekeringen; Gelet op artikel 54 van de Ziektewet; Besluit het navolgende ziekengeldreglement vast te stellen: Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit beheer sociale-huursector

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit beheer sociale-huursector VROM Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit beheer sociale-huursector Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 17 juni 2007, nr. DJZ2007056508, Directie

Nadere informatie

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 19, vijfde lid, van de Werkloosheidswet;

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 19, vijfde lid, van de Werkloosheidswet; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december 2003, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/F&W/2003/90418, houdende vaststelling

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 667 Besluit van 30 november 2006, houdende wijziging van het Besluit herverkaveling reconstructie concentratiegebieden (nieuwe grondslag Wet

Nadere informatie