Kopieerblad 1. Stel je voor: Jij bent Neil. Je gaat naar de maan, voor het eerst. Waar ben jij bang voor?

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Kopieerblad 1. Stel je voor: Jij bent Neil. Je gaat naar de maan, voor het eerst. Waar ben jij bang voor?"

Joke Brabander
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Kopieerblad 1 Dit is Neil Armstrong. (Je zegt: Niel.) Hij was de eerste mens op de maan. Toen Neil op de maan stapte, kon je dat op aarde zien. Zijn eerste stap werd gefilmd. Niemand wilde dat missen. Voor het eerst op de maan Zou er niets misgaan? Werkte dat maanpak wel goed? Woonde er geen monster op de maan? Niemand wist het. Er was nog nooit een mens geweest. Er ging niets mis. Neil liep een paar uur op de maan. En hij zette een vlag in de grond. Dat was de vlag van zijn land. Stel je voor: Jij bent Neil. Je gaat naar de maan, voor het eerst. Waar ben jij bang voor? Kleur Neils vlag zo: 1. Het kleine vak is blauw. Er staan kleine witte sterren in. 2. De streepjes zijn rood en wit. Neil kwam weer naar de aarde. Zijn vlag bleef op de maan. Die vlag viel na een poosje wel om, maar hij is nog steeds op de maan! Jij gaat ook naar de maan. Wat zet jij in de grond? Waarom?

2 Kopieerblad 2 Mars Mars staat ver van de aarde. Wil je er met een raket naartoe? Dan duurt je reis bijna een jaar. En wil je na een poosje naar huis? Dan zit je weer zo lang in de raket. Bij een reis door de ruimte neem je zuurstof mee. Maar er moet ook drinken mee. En brood en groente. Want in de ruimte is niets te koop. Op en neer naar Mars duurt twee jaar. Hoeveel eet en drink je in die tijd? En hoeveel zuurstof verbruik je? Dat past nooit in één raket. Daarom was er nog niemand op Mars. Mars is niet zo groot als de aarde. Mars is half zo groot. Er zijn veel bergen, maar er is geen zee. En er zijn ook geen slootjes. Er groeit niets groens op Mars. Er leeft niets. Alles is roodbruin. Het waait vaak hard op Mars. En het kan er heel erg koud zijn. Er wordt nu gewerkt aan een raket die sneller naar Mars kan. Dan kunnen er wel mensen heen! Je reist met een raket naar Mars. Wat neem je dan mee? zwembroek boomzaag zuurstof warm pak visnet geweer drankjes gedroogd fruit verband geld Draai straks dit blad om. Maak dan een plaatje. Laat zien dat je op Mars bent. Hoe kijk je daar? Waarom kijk je zo? blij boos bang

3 Kopieerblad 3 De aarde draait om de zon, maar blijft er wel een eind vandaan. Van een afstand is de zon erg fijn. Maar de zon is een vuurbal. Ga je erheen met een raket, dan smelt je raket. En jij zelf ook! De zon geeft ons licht en warmte. Zo groeit alles goed. Maar er is wel een verschil per land. Woon je op de Noordpool? Of op de Zuidpool? Dan is jouw woonplek niet zo warm. Daar zie je vooral ijs en sneeuw. Woon je midden tussen de Noordpool en de Zuidpool? Daar is het juist heel warm. Is er ook vaak neerslag? Dan groeit er een oerwoud. Is het altijd droog? Tja, dan wordt je land een woestijn. Dan groeit er juist bijna niets. En ons land? Dat ligt tussen de pool en het midden. Dus wij hebben van alles een beetje. Waar woon jij het liefst? Maak woorden van de losse letters van: op de Noordpool in het oerwoud in de woestijn in ons land Waarom kies je die plek? w oe s t ij n oe r w ou d touw en

4 Kopieerblad 4 Soms is de lucht blauw. Maar vaak zijn er wolken. Die wolken kunnen wit zijn. Dan zijn het net plukjes watten. De wind blaast ze vooruit. Wolken kunnen ook grijs zijn. Dan vallen er vaak druppels uit. Botsen koude wolken op warme lucht? Dan komt er onweer. Zie je de bliksem? Wacht dan kalm op de donder. Moet je lang wachten? Dan is het onweer nog ver weg. Hoor je de klap al snel? Dan is het onweer vlakbij. Soms hangt een wolk heel laag. Dan loop je er zo doorheen. Dat noem je mist. 1. Hoe beweegt een wolk? d Een wolk staat stil. l Door de wind. v Met eb en vloed. 3. Na de bliksem aa wordt het echt mooi weer. ch komt de donder. ng begint de nacht. 2. Hoe ontstaat onweer? r Door de maan. e Door wind die bevriest. u Doordat wolken botsen. 4. Als je door de mist loopt, t loop je door een wolk. j zie je lekker veel. b krijg je het heel heet. Waar staat een rondje om? Schrijf de letters in de hokjes Draai straks het blad om. Verdeel het blad in vier vakken. Zet daar 1, 2, 3 en 4 in. Maak in elk vak een plaatje: 1. een mooi wit wolkje. 2. een wolk vol druppels. 3. onweer. 4. een koe in de mist.

5 Kopieerblad 5 Dit is Isabel Versteeg. Zij schreef het verhaal van Lars in het pretpark. Isabel woont naast een weiland. Als Isabel uit haar raam kijkt, ziet ze koetjes staan. En er rennen ook haasjes op het gras. Daardoor verzon Isabel dit verhaal: Koe en Haas. En in jouw huis? Wat zie jij, als je uit het raam kijkt? Verzin daar in je hoofd een verhaal bij. Draai het blad om. Maak een plaatje van jouw verhaal.

6 Kopieerblad 6 Welk woord hoort waar? En welke zinnen zegt de bakker? Waar kan ik u mee helpen? Dag bakker. Ik wil graag vijf witte broodjes. Nou, hier liggen de witte broodjes. Nee bakker, u wilt me foppen. Maar ik let goed op, hoor. Ik sta niet heus te 1. Die broodjes zijn niet 2! Tja, het zijn witte broodjes met 3. O, komt dat zaad echt van de maan? Was het aan 4 van een raket? Dat is wel een hoop 5, zeg. Naar de maan voor een paar zaadjes! Nee, dat zaad komt niet van de maan. Dat zaad groeit gewoon op onze 6. Maar wilt u die broodjes wel of niet? Nou ja, 7 dan maar. Al snap ik de naam van de broodjes niet. Noem ze dan broodjes met aardzaad. En wat doet u nu, bakker? Dat zijn zes broodjes. Tja, ik raak 8 kwijt van dat geklets. Hou toch uw mond! Nou bakker, dat is 9 gezegd. Ik stop wel een broodje in mijn mond! 1 aa boord e spierwit aa de tel r gedoe d ferm m suffen z vooruit t maanzaad d planeet Wat koopt de klant? Vul in: broodjes m

7 Kopieerblad 7 Dit is een brief van prins Priks. Vertaal zijn brief zin voor zin. nijm maan si snirp skirp, mijn nav ed teenalp skarp. nijm teenalp si leeh neilk. re toeirg neella rod sarg. ki liw ed edraa nebbeh. ed nesnem negijrk skarp. si tad doeg? sejtoerg nav snirp skirp Wat is je antwoord aan prins Priks? ja nee Draai het blad om. Maak een plaatje van prins Priks op de planeet Praks.

8 Kopieerblad 8 Welk woord hoort bij de tekst? Maak er een plaatje van. Je ziet me in het donker. Hoog in de lucht. Ik sta op een vaste plek. Daar straal ik. 1 a filmster Ik ben beroemd. Je ziet me op een scherm. Daar maak ik van alles mee. En dat lijkt dan net echt. 2 n Poolster Ik kom soms in je droom. Ik zie er heel eng uit. Maar als je wakker schrikt, ben ik alweer weg. 3 t duister Ik kom na de dag, als al het licht weg is. Zie je niks meer? Dan ben ik er! 4 ch monster Schrijf de letters in de hokjes

9 Kopieerblad 9 Kijk je in de nacht naar de lucht? Dan zie je de sterren. Elke ster staat stil op zijn plek. En elke ster geeft licht. Beweegt er een lichtje in de lucht? Dan is dat een vliegtuig. Dat vliegt met zijn lampen aan. Beweegt het lichtje heel snel? Pijlsnel zelfs? In één tel ZOEF door de lucht? En daarna zie je het niet meer? Dan is het geen vliegtuig, maar een ster die valt. Dat zie je niet zo vaak. Mensen zeggen dan: Nu mag je een wens doen. Of die wens echt uitkomt? Tja, dat weet je nooit. Je mag de wens niet hardop zeggen. Het moet geheim zijn. 1. Wat beweegt het snelst? n een vliegtuig j een ster die valt p een koolmees 2. Je wens ee moet groot zijn. ie moet bekend zijn. a moet geheim zijn. Waar staat een rondje om? Schrijf de letters in de hokjes. Klopt het? 1 2 Wat zou jij wensen? (Zeg het niet hardop, maar schrijf het zachtjes op.) Wat zou je juf of meester wensen?

10 Kopieerblad 10 Zoek elk woord. Wat staat er bij het woord? Zet dat in het hokje na de zin. 1. Ga niet zonder jas de deur uit. maan v 2. Ik win die prijs wel! onweer o 3. Zes is minder dan acht. wind aarde n k 4. Waar gaat mama anders heen? v zon s 5. Dokter, waar is de zuster naartoe? ruimte e ster l 6. Is Ton weer ziek vandaag? wolk n 7. Die ring heeft heel veel waarde. nacht eeuw 8. Wat ga jij die middag doen? dag k 9. Nou, dat is wel een ruim tentje! 10. Die trui van wol kriebelt erg. Lees bij de pijl. Schrijf dat woord op.

Vergelijkbare documenten

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat 5.1 Wordt het warm vandaag Lees het verhaal Wat is het weer? Kijk naar de boom Kijk naar de muts en de wanten Wat denk jij? Is het koud? In de zomer is het warm In