Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe. T.J. Boudewijn H.A.M. Prinsen H. Vonk M.L. Braad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe. T.J. Boudewijn H.A.M. Prinsen H. Vonk M.L. Braad"

Transcriptie

1 Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe T.J. Boudewijn H.A.M. Prinsen H. Vonk M.L. Braad

2

3 Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe T.J. Boudewijn H.A.M. Prinsen H. Vonk M.L. Braad opdrachtgever: Rijksinstituut voor Kust en Zee 1 juli 2004 rapport nr

4 Status uitgave: eindrapport Rapport nr.: Datum uitgave: 1 juli 2004 Titel: Samenstellers: Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe drs. T.J. Boudewijn drs. H.A.M. Prinsen H. Vonk drs. M.L. Braad Aantal pagina s inclusief bijlagen: 30 Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: drs. T.J. Boudewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus 8039, 4330 EA Middelburg Referentie opdrachtgever: Overeenkomst RKZ-1397/2 april 2004 Akkoord voor uitgave: Hoofd Sector Vogelecologie drs. S. Dirksen Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Rijksinstituut voor Kust en Zee Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2000 / ISO 9001:

5 Inhoud Samenvatting Inleiding Materiaal en methoden Algemeen Waarnemingen Bewerking veldgegevens Tellingen Westerschelde Resultaten Aantallen vogels Verdeling over het dijktraject Vergelijking dichtheden Discussie Conclusies Dankwoord Literatuur

6 4

7 Samenvatting Een groot deel van de dijken langs de Westerschelde wordt gekarakteriseerd door een glooiing met een toplaag van steen. Deze steenbekleding is echter in veel gevallen te licht en dient vervangen te worden. De voorgenomen vervanging van de steenbekleding dient getoetst te worden aan de Habitat- en Vogelrichtlijn aangezien de Westerschelde is aangewezen als Vogelrichtlijngebied en aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Voor deze natuurtoets is het belangrijk om inzicht te hebben in het gebruik van het gebied door watervogels en steltlopers. Het gebied kan een functie als hoogwatervluchtplaats hebben en/of als foerageergebied. Dit laatste geldt met name indien binnen 200 m van de dijk slik aanwezig is. In de voorliggende rapportage worden de resultaten gepresenteerd van onderzoek naar het gebruik tijdens laagwater van de 200 m brede stroken aan weerszijden van de dijktrajecten Emmapolder en Saeftinghe 2. Hierbij zijn in de periode tussen 1,5 uur voor laagwater tot 1,5 uur na laagwater de aanwezige eenden en ganzen gekarteerd en is tevens vastgelegd of de vogels al dan niet foerageerden. Het bleek goed mogelijk om zonder grote verstoring de groepen eenden en ganzen aan weerszijden van de dijk binnen een straal van 200 m te karteren en te tellen. Bergeend en wilde eend waren zowel in april als in mei de talrijkste soorten. De dichtheid van de bergeend op de dijktrajecten blijkt vergelijkbaar te zijn met gemiddelde, berekende dichtheden op slik in het gehele oostelijke deel van de Westerschelde en in het Verdronken Land van Saeftinghe. Aangezien een groot deel van de dijktrajecten uit schor bestaat, betekent dit dat de dichtheid van bergeenden relatief hoog is op de dijktrajecten. Op het dijktraject Saeftinghe 2 was de dichtheid van de wilde eend vergelijkbaar met de dichtheden in slikgebieden. Zowel in april als mei werden er duidelijk relatief hoge dichtheden op het traject Emmapolder gevonden. Bij de bergeend lag het aandeel foeragerende dieren in mei op het dijktraject Emmapolder duidelijk lager dan op het traject Saeftinghe 2. Het schor is op dit laatste traject op enkele plaatsen smal, zodat de vogels de mogelijkheid hebben om met laagwater op droogvallend slik te foerageren, terwijl de bergeenden bij de Emmapolder waarschijnlijk vooral foerageren in de plasjes op het schor en daardoor minder getijafhankelijk zijn. De wilde eenden op het dijktraject Saeftinghe 2 foerageerden in beide maanden nauwelijks, terwijl in april op het dijktraject Emmapolder bijna de helft van de vogels foerageerde. In mei was het aandeel foeragerende vogels hier laag. Vermoedelijk foerageren deze vogels s nachts binnendijks en gebruiken ze het dijktraject overdag als rustgebied. 5

8 6

9 1 Inleiding Een groot deel van de dijken langs de Zeeuwse wateren wordt aan de zeezijde gekarakteriseerd door een glooiing met een toplaag van zetsteen. Uit waarnemingen van het waterschap en onderzoek van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen is naar voren gekomen dat in Zeeland deze steenbekleding onvoldoende tegen zeer zware stormen bestand is. Anders gezegd: de steenbekleding is in veel gevallen te licht en voldoet niet aan de veiligheidsnorm. Om dit probleem op te lossen is in 1996 het project Zeeweringen gestart. Hierin werken Rijkswaterstaat, de Zeeuwse waterschappen en de Provincie Zeeland samen. Daarvoor is het Projectbureau Zeeweringen in het leven geroepen. Het doel is de met steen beklede delen van het buitentalud van de dijk te verbeteren op de plaatsen waar dat nodig is. Andere aspecten van de sterkte van de dijk worden buiten beschouwing gelaten. In 1997 is het Projectbureau Zeeweringen gestart met het opknappen van de dijkbekledingen langs de Westerschelde. Inmiddels is men een heel eind gevorderd met deze werken, hoewel er nog steeds aanzienlijke trajecten zijn die moeten worden aangepakt. In verband met de voorgenomen verbetering van de dijkbekleding dient toetsing van deze ingrepen plaats te vinden in de vorm van een zogenaamde natuurtoets in het kader van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Voor de natuurtoets is het belangrijk om inzicht te hebben in het gebruik van het gebied door watervogels (o.a. steltlopers). Enerzijds betreft dit de functie van de oeverzone met dijk als hoogwatervluchtplaats en anderzijds de functie van het schor voor de dijk als foerageergebied. Daarnaast is er weinig bekend over het effect van de uitvoeringsfase van dijkverbeteringprojecten op het gebruik van gebieden door watervogels. Tevens worden dijkverbeteringprojecten veelal gecombineerd met de aanleg van een onderhoudsstrook aan de buitenkant van de dijk, die na de dijkverbeteringswerken geheel of gedeeltelijk wordt opengesteld voor de recreatie. Dit kan effect hebben op de functie van de dijk en aanliggende voorland voor vogels. Eén van de dijktrajecten waar het Projectbureau in 2005 dijkverbeteringswerkzaamheden wil laten uitvoeren zijn de dijktrajecten Emmapolder en Saeftinghe 2. Om inzicht te krijgen in de aantallen watervogels, die van het schor voor de desbetreffende dijktrajecten gebruik maken, en in de wijze waarop deze vogels van het gebied gebruik maken, heeft het RIKZ aan Bureau Waardenburg opdracht gegeven om hier in de hoogen de laagwaterperiode tellingen van de aantallen watervogels te verrichten. Tijdens de hoogwatertellingen werden alle watervogels (inclusief steltlopers) geteld, terwijl bij de laagwatertellingen alleen de eenden en ganzen werden geteld. Tevens werd tijdens deze laatste telling vastgelegd of de vogels al dan niet foerageerden. Indien het gebied gebruikt wordt om te foerageren kan deze functie tijdens de dijkverbeteringswerkzaamheden gedeeltelijk of geheel verloren gaan. Ook zijn mogelijk effecten te verwachten van recreatief medegebruik van een verharde onderhoudsstrook. 7

10 8 In deze rapportage worden de resultaten van de laagwatertellingen gerapporteerd. Op basis hiervan wordt aangegeven welk gebruik de vogels van het gebied maken en welk belang het gebied als foerageergebied heeft voor watervogels. Tevens vindt een vergelijking plaats van het belang van het onderhavige gebied als foerageergebied met het verwachte belang van het oostelijk deel van de Westerschelde als foerageergebied voor deze watervogels.

11 2 Materiaal en methoden 2.1 Algemeen Het Verdronken Land van Saeftinghe is een uitgestrekt schorren- en slikkengebied in de Westerschelde. Het gebied is in beheer bij Stichting Het Zeeuwse Landschap. Het gebied is rijk aan vogels en vormt in de winter een zeer belangrijk overwinteringsgebied voor grauwe ganzen. Voor de dijkverbeteringstrajecten Emmapolder en Saeftinghe 2 ligt over het algemeen een uitgebreid voorland bestaande uit schorren. Bij de Emmapolder ligt tussen de dijk en het slik een schor van minimaal 160 m breed, maar over een grote lengte is het schor kilometers breed. Bij Saeftinghe 2 varieert de breedte van het schor sterk: bij Paal is de breedte ongeveer 20 m, maar halverwege Paal en Baalhoek bedraagt de breedte ruim 300 m. Alleen bij Baalhoek grenst de dijk direct aan het slik. Tijdens de dijkverbeteringswerken kan er verstoring van vogels langs het dijktraject optreden. Verstoringsgevoelige soorten, zoals wulp en bergeend, vliegen bijvoorbeeld al op enkele honderden meters van een wandelaar op en keren gedurende de resterende laagwaterperiode niet meer terug. Andere soorten houden slechts tijdelijk op met foerageren of keren terug na het verdwijnen van de verstoringsbron (Van de Kam et al. 1999, Meininger 2001). De verstoringsafstand is soortafhankelijk: kleine soorten (b.v. strandlopers) vliegen minder snel op, dat wil zeggen op een kortere afstand van de verstoringsbron, dan grote soorten (b.v. wulp) (Van de Kam et al. 1999, Rodgers & Schwikert 2002, Krijgsveld et al. 2004). De verstoringsafstand varieert bovendien met het type verstoringsbron en verschillende omgevingsvariabelen (Krijgsveld et al. 2004). Op basis van gegevens in Wolff et al. (1982), Van der Meer (1985), Spaans et al. (1996) en Van de Kam et al. (1999) is voor alle soorten gerekend met een verstoringsafstand van ongeveer 200 m. Dit betekent dat de dijkverbeteringswerkzaamheden verstoring kunnen veroorzaken tot op een afstand van 200 m. Om inzicht te verkrijgen in het verstorend effect van de dijkverbeteringswerkzaamheden dient vastgesteld te worden welke soorten in de strook binnen een afstand van 200 m langs de dijk aanwezig zijn en hoe ze van het gebied gebruik maken. Aangezien op beide dijktrajecten voor de dijk schor aanwezig is, is er voor gekozen om met hoogwater alle watervogels en steltlopers te karteren binnen 500 m aan weerszijden van de dijk, terwijl tijdens laagwater in een strook van 200 m aan weerszijden van de dijk alle eenden en ganzen zijn gekarteerd. In deze rapportage wordt alleen ingegaan op de laagwaterkartering van eenden en ganzen. 2.2 Waarnemingen De veldwaarnemingen zijn verricht op 15 april 2004 en 13 mei Op deze dagen was het tijdstip van laagwater resp. 19:46 h en 18:00 h. De karteringen hebben plaats gevonden in de periode van 1,5 uur voor laagwater tot 1,5 uur na laagwater. 9

12 Langs de dijk lopend werden de locaties van alle eenden en ganzen aan weerszijden van de dijk in een 200 m brede zone zo nauwkeurig mogelijk op kaart ingetekend. Indien niet zeker was of de afstand minder dan 200 m bedroeg, werd de locatie voor de zekerheid ingetekend. Per locatie werd de soort genoteerd, het aantal dieren en de activiteit. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen foerageren en niet-foerageren. Het gehele traject werd met drie tellers geteld. Hierbij werd de volgende opzet gehanteerd. Teller 1 liep van de uitkijktoren bij het Sieperdaschor naar Emmadorp, teller 2 van Paal naar Emmadorp en teller 3 van Paal naar Baalhoek. Figuur 1 geeft een overzicht van de twee dijktrajecten en de daarbinnen onderscheiden dijkstukken (zie ook tabel 2). Figuur1. Overzicht van de twee teltrajecten. Met rood is aangegeven de Emmapolder en met blauw Saeftinghe 2. Zowel de binnen- als de buitendijkse zone van 200 m is aangegeven. Tevens is de indeling in dijkstukken weergegeven (zie tabel 2). Bij de eerste telling in april werd gebruik gemaakt van kaarten waarop de hectometerpaaltjes op de dijk niet aangegeven stonden. Vooral in het oostelijk deel bleek oriëntatie in het veld moeilijk te zijn door het ontbreken van goed herkenbare delen in het veld. Bij de tweede telling in mei werden kaartjes met daarop de hectometerpaaltjes gebruikt. Dit bleek in het veld goed te werken. 10

13 2.3 Bewerking veldgegevens Alle gegevens van de locaties (soort, aantal en activiteit) zijn in een bestand ingevoerd. Vervolgens werd gecontroleerd of de locatie zich binnen 200 m van de dijk bevond. Bij de invoer van de gegevens werd onderscheid gemaakt tussen locaties buitendijks (Z), locaties binnendijks (L) en locaties op de dijk (LZ). Op de dijk bevinden zich hectometerpaaltjes. Deze werden gebruikt om de dijk in dijkstukken van 500 m in te delen. Hiertoe werd loodrecht op de dijk bij het begin van een dijkstuk en aan het eind een lijn getrokken. Locaties binnen de lijnen horen bij een bepaald dijkstuk, mits de afstand tot de dijk niet groter is dan 200 m. De totale buitendijkse oppervlakte van het 200 m brede strook aan de buitenzijde van het dijktraject Emmapolder bedraagt m 2 en het gebied voor Saeftinghe m 2. De gehanteerde indeling in dijkstukken wordt weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Gehanteerde indeling in dijkstukken voor de twee dijktrajecten. Zie ook figuur 1. Emmapolder Saeftinghe 2 dijkstuk hm paal hm paal dijkstuk hm paal hm paal Tellingen Westerschelde Het RIKZ coördineert de maandelijkse hoogwatertellingen van watervogels in de Westerschelde. Deze tellingen worden verricht door zowel professionele tellers als door vrijwilligers. Deze tellingen maken deel uit van het Biologisch Monitoring Programma Zoute Rijkswateren, hetgeen onderdeel vormt van het Monitoring programma Waterstaatkundige Toestand van het Land (MWTL) van Rijkswaterstaat. De gegevens van de Westerschelde uit de periode zijn voor het onderzoek beschikbaar gesteld. 11

14 Met behulp van deze database is voor de verschillende jaren in de periode voor de maanden april en mei apart berekend hoeveel vogels van iedere soort in de Westerschelde aanwezig waren. Indien bekend is hoeveel tijd de vogels per soort per laagwaterperiode besteden aan foerageren, kan hieruit berekend worden hoeveel foerageerminuten de vogels van iedere soort per jaar in de maanden april en mei per laagwaterperiode in de Westerschelde hebben doorgebracht. Aangezien er geen volledig overzicht beschikbaar was van de gemiddelde foerageertijd per soort in de maanden april en mei is op basis van een korte literatuurstudie daarvoor een schatting gemaakt. De resultaten hiervan vormen onderdeel van hoofdstuk 3. Indien het aantal foerageerminuten bekend is per laagwaterperiode kan hieruit berekend worden hoeveel foerageerminuten er gemiddeld per ha worden doorgebracht. In deze rapportage wordt dit gedefinieerd als de foerageerintensiteit (minuten foerageren/ha) per laagwaterperiode. Op basis van het diepteprofiel van de Westerschelde en de gemiddelde getijcurve bij Hansweert (beschikbaar gesteld door Hydro Meteo Centrum Zeeland) is de totale oppervlakte met laagwater droogvallend slik vastgesteld. Vervolgens is op basis van de driedeling van de Westerschelde, die ook door het RIKZ wordt gehanteerd, berekend welke oppervlakte slikken en platen droogvalt met laagwater voor de verschillende delen (zie ook Poot et al. 2002). In tabel 2 worden de verschillende waarden gepresenteerd. Figuur 2 geeft een overzicht van de indeling van de Westerschelde in drie deelgebieden. Tabel 2. Oppervlakte van slikken en platen in de verschillende deelgebieden van de Westerschelde (bron: Poot et al. 2002). Voor de indeling zie figuur 2. west midden oost totaal slikken platen totaal Bij gebied oost kan het Verdronken Land van Saeftinghe nog als aparte eenheid worden onderscheiden. De oppervlakte hiervan bestaat uit 2000 ha schor en 900 ha slik en kreken (Lensink et al. 1997). 12

15 Figuur 2. Indeling van de Westerschelde in deelgebieden (west, midden en oost). 13

16 14

17 3 Resultaten 3.1 Aantallen vogels In tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de aantallen eenden en ganzen binnen 200 m van de twee dijktrajecten in april en mei In april is de wilde eend duidelijk de talrijkste soort op het dijktraject Emmapolder gevolgd door de bergeend, maar op het dijktraject Saeftinghe 2 is de bergeend de talrijkste soort. In mei liggen de aantallen van de wilde eend op beide trajecten lager maar voor de bergeend geldt dat op het dijktraject Emmapolder de aantallen zijn toegenomen. Andere soorten als grauwe gans, nijlgans, krakeend, slobeend en wintertaling zijn weinig talrijk. Op het dijktraject Saeftinghe 2 ontbreken nijlgans, krakeend en slobeend tijdens de tellingen zelfs volledig. Tabel 3. Aantallen ganzen en eenden tijdens tellingen in april en mei binnen 200 m aan weerszijden van de dijk bij de Emmapolder en Saeftinghe 2. soort Emmapolder Saeftinghe 2 april mei april mei grauwe gans 2 1 nijlgans 2 bergeend wilde eend krakeend 2 2 slobeend 2 10 wintertaling Voor de Emmapolder geldt dat er in april tijdens de telling in verhouding meer werd gefoerageerd dan tijdens de telling in mei (tabel 4). In mei bleek slechts een klein deel van de vogels tijdens de laagwaterkartering te foerageren. Tabel 4. Aantallen ganzen en eenden tijdens tellingen in april en mei binnen 200 m aan weerszijden van de dijk bij de Emmapolder, waarbij onderscheid is gemaakt tussen foerageren (F) en niet-foerageren (N). Tevens is het aandeel foeragerende vogels (%) weergegeven. soort april mei N F % N F % grauwe gans nijlgans 2 0 bergeend wilde eend krakeend slobeend wintertaling

18 Op het dijktraject Saeftinghe 2 werd door de bergeenden zowel in april als in mei in verhouding veel gefoerageerd (tabel 5), terwijl door de wilde eend in april niet werd gefoerageerd en in mei door 2 van de 8 vogels. Andere eenden- en ganzensoorten werden nauwelijks op dit traject waargenomen. Tabel 5. Aantallen ganzen en eenden tijdens tellingen in april en mei binnen 200 m aan weerszijden van de dijk bij Saeftinghe 2, waarbij onderscheid is gemaakt tussen foerageren (F) en niet-foerageren (N). Tevens is het aandeel foeragerende vogels (%) weergegeven. soort april mei N F % N F % grauwe gans 1 0 nijlgans bergeend wilde eend krakeend slobeend wintertaling Verdeling over het dijktraject Voor het dijktraject Emmapolder wordt de verdeling van foeragerende eenden en ganzen over de verschillende dijkstukken in figuur 3 weergegeven. Met name de dijkstukken 1-4 en worden gebruikt als foerageergebied. Deze dijkstukken zijn vogelrijker dan de andere delen. Dijkstuk 1 omvat ook een deel van de plas van het Sieperdaschor, hetgeen weerspiegeld wordt in de aantallen foeragerende bergeenden en wintertalingen. Figuur 3 laat zien dat in mei het foerageren vrijwel geheel beperkt blijft tot het Sieperdaschor. Vrijwel alle vogels werden buitendijks waargenomen. In april bevonden zich 5 wilde eenden, 2 bergeenden en 2 nijlganzen binnendijks, terwijl dit in mei voor 5 bergeenden en 4 wilde eenden gold. 16

19 Figuur 3. Verdeling van de verschillende soorten ganzen en eenden over het dijktraject Emmapolder, waarbij onderscheid is gemaakt in de activiteiten foerageren (F) en niet-foerageren (N). 17

20 Figuur 4. Verdeling van de verschillende soorten ganzen en eenden over het dijktraject Saeftinghe 2, waarbij onderscheid is gemaakt in de activiteiten foerageren (F) en niet-foerageren (N). Bij Saeftinghe 2 werd door de bergeend zowel in april als mei druk gefoerageerd, terwijl de wilde eend nauwelijks foerageerde. Vooral de dijkstukken 2 en 5-6 zijn het meest interessant als foerageergebied. Dit hangt ongetwijfeld samen met het feit dat op deze dijkstukken het schor relatief smal is, waardoor de kans toeneemt dat eenden binnen 200 m van de dijk op slik kunnen foerageren. In april werden geen eenden of ganzen binnendijks aangetroffen, terwijl in mei alleen 2 wilde eenden binnen 200 m van de dijk binnendijks werden waargenomen. 3.3 Vergelijking dichtheden Twee soorten eenden, bergeend en wilde eend, werden regelmatig tijdens de waarnemingen vastgesteld. Beide soorten bleken vooral in plasjes en op drooggevallen slik te foerageren. Zwarts (1974) geeft aan dat voor de afsluiting van het Haringvliet bergeenden op de brakke Ventjagersplaten per laagwaterperiode 8-10 uur in de foerageergebieden aanwezig waren, waarbij 60-75% van de tijd werd gefoerageerd. Uitgaande van gemiddelde waarden levert dit 9 x 60 x 0,675 foerageerminuten op. Dit komt neer op 364,5 minuten, hetgeen afgerond wordt op 6 uur. Op grond hiervan kan 18

21 voor bergeend en wilde eend een gemiddelde foerageertijd per laagwaterperiode van 6 uur worden aangehouden. De Emmapolder en Saeftinghe 2 liggen in deelgebied Oost van de Westerschelde. Hierbinnen kan Saeftinghe nog als apart gebied worden onderscheiden. In tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de aantallen bergeenden en wilde eenden in de Westerschelde, terwijl in tabel 7 de dichtheid op de slikken en platen is weergegeven. Tabel 6. Gemiddeld aantal in april en mei van bergeend en wilde eend in het Vogelrichtlijngebied Westerschelde in de periode soort gemiddeld aantal in april (periode ) Westerschelde west midden oost totaal april bergeend wilde eend mei bergeend wilde eend Tabel 7. Berekende gemiddelde dichtheid van bergeenden en wilde eenden op slikken en platen in april en mei voor het oostelijk deel van de Westerschelde soort dichtheid slik dichtheid plaat dichtheid totaal april bergeend 1,22 0,82 0,49 wilde eend 0,77 0,52 0,31 mei bergeend 1,24 0,84 0,50 wilde eend 0,52 0,35 0,21 Bij de dichtheden in tabel 7 wordt er vanuit gegaan dat alle bergeenden en wilde eenden zich met laagwater op slikken en platen bevinden. In werkelijkheid zijn tijdens de dijktellingen in april en mei nog veel eenden op het schor aanwezig, waardoor tabel 7 geen goed beeld van de dichtheid geeft. Het is zinvol om alleen van het Verdronken Land van Saeftinghe uit te gaan, aangezien dit zowel slik als schor omvat. In tabel 8 wordt het gemiddelde aantal eenden en ganzen in april en mei weergegeven. Soorten die tijdens de dijktellingen niet zijn vastgesteld, zijn niet in deze tabel opgenomen. Tabel 8. Gemiddeld aantal eenden en ganzen in april en in het Verdronken Land van Saeftinghe in de periode soort april mei grauwe gans nijlgans 1 2 bergeend wilde eend krakeend 18 7 slobeend wintertaling

22 Vergelijking van tabel 8 met tabel 3 laat zien dat tijdens de dijktellingen naar verhouding veel slobeenden werden gezien. Deze vogels bevonden zich grotendeels in de plasjes in de zuidwesthoek van het dijktraject Emmapolder. Om na te gaan of de aangetroffen dichtheden van ganzen en eenden op de dijkstukken relatief hoog, laag of normaal zijn, zijn drie mogelijke varianten ten aanzien van de verspreiding van de verschillende soorten onderzocht. Bij de eerste variant is aangenomen dat alle vogels met laagwater op slik foerageren, bij tweede variant dat alle vogels op het schor foerageren en bij de derde variant is aangenomen dat de vogels gelijkmatig verdeeld over schor en slik foerageren. Uitgaande van 2000 ha schor en 900 ha slikken (Lensink et al. 1997) is voor het Verdronken Land van Saeftinghe op basis van tabel 9 het gemiddelde aantal vogels per ha uitgerekend. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen slik en schor, terwijl ook de gecombineerde waarde is berekend (tabel 9). Tabel 9. Gemiddelde dichtheid van eenden en zwanen in n/ha voor het Verdronken Land van Saeftinghe april mei schor slik beide schor slik beide grauwe gans 0,23 0,51 0,16 0,06 0,14 0,04 nijlgans 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 bergeend 0,26 0,58 0,18 0,23 0,51 0,16 wilde eend 0,12 0,26 0,08 0,06 0,13 0,04 krakeend 0,01 0,02 0,01 0,00 0,01 0,00 slobeend 0,01 0,01 0,00 0,01 0,02 0,00 wintertaling 0,05 0,12 0,04 0,00 0,00 0,00 Tabel 10. Aantal en de gemiddelde dichtheid van eenden en ganzen per ha voor het dijktraject Emmapolder (boven) en Seaftinghe 2 (beneden) soort aantal april aantal mei dichtheid april dichtheid mei grauwe gans 2 0,02 0,00 nijlgans 0 0,00 0,00 bergeend ,37 0,56 wilde eend ,77 0,62 krakeend 2 2 0,02 0,02 slobeend ,02 0,08 wintertaling ,09 0,02 soort aantal april aantal mei dichtheid april dichtheid mei grauwe gans 1 0,02 0,00 nijlgans 0,00 0,00 bergeend ,53 0,36 wilde eend ,21 0,11 krakeend 0,00 0,00 slobeend 0,00 0,00 wintertaling 4 0,07 0,00 De dichtheden berekend in tabel 10 kunnen vergeleken worden met de dichtheden berekend voor de buitendijkse delen van de dijktrajecten. Tabel 3 is hier als uitgangspunt genomen en de binnendijkse eenden en ganzen zijn hierop in mindering gebracht. In tabel 10 worden de aantallen en dichtheden op het buitendijkse deel van de trajecten Emmapolder en Saeftinghe 2 gepresenteerd. 20

23 Vergelijking van tabel 9 en 10 moet met de nodige voorzichtigheid plaatsvinden, aangezien in tabel 9 op basis van bepaalde aannames onderscheid wordt gemaakt tussen slik en schor, terwijl in tabel 10 alleen gerekend is met de absolute buitendijkse oppervlakte. In hoeverre de kleine plasjes op het schor als slik worden meegerekend door Lensink et al. (1997) is niet bekend. Soorten als bergeend, wilde eend en wintertaling zullen in april en mei vooral in slikkige gebieden foerageren, daar er nauwelijks zaad als voedselbron op het schor aanwezig is. Wel kan er op grassen en andere planten gefoerageerd worden. Dit laatste is vooral voor de wilde eend van belang. Vergelijking van de dichtheden bij de Emmapolder in tabel 10 met de waarden in tabel 9 laat zien dat de bergeend langs de Emmapolder in vergelijkbare dichtheden voorkomt indien wordt uitgegaan van de aanname dat de bergeend zich in zijn voorkomen met laagwater beperkt tot de slikgebieden in het Verdronken Land van Saeftinghe. Aangezien het dijktraject slechts voor een klein deel uit slik bestaat, kan geconcludeerd worden dat de bergeenden hier in relatief hoge dichtheden voorkomen. De dichtheden van de wilde eend op de dijktrajecten zijn eveneens beduidend hoger dan de gemiddelde dichtheden op de slikken en het schor in tabel 9. Ook wintertaling en slobeend komen in april meer op het dijktraject voor dan op basis van de dichtheden weergegeven in tabel 9 verwacht wordt. Voor Saeftinghe 2 komt voor de bergeend naar voren dat in verhouding met het gehele Verdronken Land van Saeftinghe de bergeend dichtheden bereikt die vergelijkbaar zijn met de situatie op het slik. Aangezien slechts een deel van het gebied uit slik bestaat, geeft dit aan dat de dichtheid van bergeenden hier hoog is. De dichtheid van wilde eenden is vergelijkbaar met de dichtheden op slik. Aangezien een deel van het gebied ook uit schor bestaat, betekent dit dat de dichtheden ook relatief hoog zijn. Echter, in vergelijking met de Emmapolder zijn de dichtheden een factor 4 lager. Dit geeft aan dat de dichtheden van de wilde eend bij de Emmapolder opvallend hoog zijn. In tabel 4 wordt de verhouding tussen foerageren en niet-foerageren van de verschillende watervogels bij de Emmapolder weergegeven. In april blijkt ruim 60% van de bergeenden te foerageren, terwijl dit in mei slechts 38% is. Voor de wilde eend is dit verschil nog sterker: 48% in april en 14% in mei. Ook andere soorten foerageren nauwelijks in mei. Voor bergeend en wilde eend geldt waarschijnlijk dat in mei een deel van de vogels territoriaal is, waardoor ze minder getij-afhankelijk zijn bij het foerageren. Voor de wilde eend geldt dat een deel van de vogels mogelijk s nachts binnendijks gaat foerageren en het dijktraject Emmapolder overdag vooral als rustplaats gebruikt. De aanwezigheid van territoriale vogels (bergeend) en rustende vogels (wilde eend) verklaart vermoedelijk voor een belangrijk deel de hoge dichtheden van deze soorten op het dijktraject Emmapolder. Op het dijktraject Seaftinghe 2 wordt door vrijwel alle bergeenden in zowel april als mei gefoerageerd, terwijl de wilde eenden in beide maanden niet of beperkt foerageren. Het schor is hier relatief smal, zodat territoriale bergeenden hier wel de mogelijkheid hebben 21

24 22 om tijdens laagwater op het slik te foerageren. Tijdens de telling in mei werden hier ook verschillende territoriale interacties vastgesteld. De wilde eenden bestonden hier vooral uit mannetjes, die op het schor lagen te slapen.

25 4 Discussie Het intekenen van groepen eenden en ganzen binnen een straal van 200 m is met een gedetailleerde kaart goed mogelijk. Over het algemeen ging van de telling weinig verstoring uit. Alleen wilde eenden die op de dijk rustten in mei werden tijdens de telling verstoord. Voor zowel het oostelijk deel van de Westerschelde als voor het Verdronken Land van Saeftinghe is de dichtheid van bergeend en wilde eend op slikgebieden in april en mei berekend. Voor de bergeend kwamen hier vergelijkbare dichtheden uit, zodat dit waarschijnlijk een redelijk beeld geeft. Voor de wilde eend werden bij het Verdronken Land van Saeftinghe lagere dichtheden gevonden dan voor het oostelijk deel van de Westerschelde. De dichtheid van de bergeend ligt zowel in april als in mei op de twee dijktrajecten op hetzelfde niveau als de berekende dichtheid voor de slikgebieden in geheel Saeftinghe en duidelijk hoger dan op het schor. Aangezien de dijktrajecten voor een deel ook uit schor bestaan, betekent dit dat de dijktrajecten relatief hoge dichtheden bergeenden hebben. De wilde eend bereikt op het dijktraject Saeftinghe 2 vergelijkbare dichtheden als op de slikken in het gehele Verdronken Land van Saeftinghe, maar de dichtheden op het dijktraject langs de Emmapolder zijn beduidend hoger. De slobeend wordt in het oostelijk deel van de Westerschelde in zeer lage dichtheden waargenomen. De dichtheid in mei langs het dijktraject Emmapolder kan ook als relatief hoog worden beschouwd. Gemiddeld worden in het oostelijk deel van de Westerschelde in april en mei resp. 12 en 14 vogels van deze soort geteld, terwijl er nu op het dijktraject Emmapolder in april en mei al resp. 2 en 10 vogels werden waargenomen. De bergeend foerageert in een slikkig milieu. Dit verklaart ook het verschil tussen het aantal foeragerende dieren op het traject Emmapolder en Saeftinghe 2 in mei. Op het traject Saeftinghe 2 is het schor relatief smal. Territoriale dieren kunnen met laagwater op het slik foerageren, terwijl dit voor dieren op het dijktraject Emmapolder, en dan met name in het oostelijk deel, vaak niet mogelijk is door het ontbreken van slikgebieden. Deze dieren zijn voor hun foerageren minder getij-afhankelijk: ze kunnen in de ondiepe plassen op het schor zowel met hoog- als laagwater foerageren. De wilde eend foerageert in april nog wel op het dijktraject Emmapolder, maar in mei zijn de vogels nauwelijks actief. De wilde eend kan zowel dierlijk als plantaardig materiaal benutten en in mei neemt het aanbod aan plantaardig materiaal op het schor toe, waardoor de vogels minder tij-afhankelijk zijn. Daarnaast kunnen wilde eenden ook s nachts binnendijks foerageren. De vogels concentreren zich dan overdag in rustige gebieden en vertrekken in de schemering naar geschikte binnendijkse foerageergebieden. Waarschijnlijk wordt het traject Emmapolder, dat niet vrij toegankelijk is voor mensen, in mei vooral als rustgebied gebruikt. Dit verklaart de hoge dichtheid aan wilde eenden en de geringe activiteit van deze soort overdag. Met de waarnemingen lijkt een goed beeld van het gebruik van de dijkverbeteringtrajecten en de aangrenzende 200 m door eenden en ganzen verkregen 23

26 24 te zijn voor de maanden april en mei. Slechts twee soorten, bergeend en wilde eend, blijken in deze maanden in relatief hoge dichtheden van deze gebieden gebruik te maken. In nazomer, herfst en winter kunnen ook andere soorten van het gebied gebruik maken. In de herfst kunnen vermoedelijk ook soorten als wintertaling en smient in hoge aantallen in het gebied foerageren en rusten, waar ze dan vooral s nachts op zaden kunnen foerageren, zoals ze in het verleden ook in het Lauwersmeer deden (Van Eerden 1984). Daarnaast in Saeftinghe in het najaar en winter een belangijke pleisterplaats voor de grauwe gans. Hier kunnen in deze periode vogels verblijven (Berrevoets et al. 2003).

27 5 Conclusies Het was goed mogelijk om groepen eenden en ganzen aan weerszijden van de dijk binnen een straal van 200 m te karteren en te tellen. Bergeend en wilde eend waren zowel in april als in mei op beide dijktrajecten de talrijkste soorten. Bij vergelijking van de gevonden dichtheden van de bergeend op de dijktrajecten met de gemiddelde berekende dichtheden op slik in het gehele oostelijke deel van de Westerschelde en in het Verdronken Land van Saeftinghe blijken deze in dezelfde orde van grootte te liggen. Aangezien een groot deel van de dijktrajecten uit schorren bestaat, betekent dit dat de dichtheid van bergeenden relatief hoog is op deze trajecten. Op het dijktraject Saeftinghe 2 was in april en mei de dichtheid van de wilde eend vergelijkbaar met de berekende dichtheden in de slikgebieden van het Verdronken land van Saeftinghe. Zowel in april als in mei werden er duidelijk verhoogde dichtheden op het traject Emmapolder gevonden. De dichtheid van de slobeend was relatief hoog in mei langs het dijktraject Emmapolder. Bij de bergeend lag het aandeel foeragerende dieren in mei op het dijktraject Emmapolder duidelijk lager dan op het traject Saeftinghe 2. Op het traject Saeftinghe 2, waar het schor smal is, hebben de vogels wel de mogelijkheid om met laagwater op droogvallend slik te foerageren, terwijl de bergeenden bij de Emmapolder waarschijnlijk vooral foerageren in de plasjes op het schor en daardoor minder getij-afhankelijk zijn. Bij de wilde eend lag op het dijktraject Emmapolder het aandeel foeragerende dieren in april aanzienlijk hoger dan in mei. Op het dijktraject Saeftinghe 2 werd nauwelijks door wilde eenden gefoerageerd in april en mei. 25

28 26

29 6 Dankwoord Door Cor Berrevoets van het RIKZ te Middelburg zijn de vogelgegevens van de Westerschelde uit de periode uit het Biologisch Monitoring Programma Zoute Rijkswateren, hetgeen onderdeel uitmaakt van het Monitoring Programma Waterstaatkundige toestand van het Land (MWTL) van Rijkswaterstaat, aangeleverd. Het RIKZ draagt geen verantwoordelijkheid voor de in deze rapportage vermelde conclusies op basis van het door haar aangeleverde materiaal. Van Cor Berrevoets en Peter Meininger, beiden RIKZ Middelburg, werd opbouwend commentaar op het concept ontvangen. Hein Prinsen, Lieuwe Anema en Peter van Horssen, allen Bureau Waardenburg, hebben een bijdrage geleverd aan de rapportage. Gert Jan Buth van Stichting Het Zeeuws Landschap zorgde voor de vergunning om de dijk tijdens de tellingen te mogen betreden. Wij willen alle bovengenoemde personen van harte bedanken voor hun bijdrage. 27

30 28

31 7 Literatuur Berrevoets C.M., R.C.W. Strucker, F.A. Arts & P.L. Meininger Watervogels in de zoute Delta 2001/2002. Rapport RIKZ/ RIKZ, Middelburg. Eerden M.R. van Waterfowl movements in relation to food stocks. In: P.R. Evans, J.D. Goss-Custard & W.G. Hale (eds.). Coastal waders and waterfowl in winter. Cambridge University Press, Cambridge. Kam J. van de, B. Ens, T. Piersma & L. Zwarts Ecologische atlas van de Nederlandse wadvogels. Schuyt & Co, Haarlem. Krijgsveld, K.L., S.M.J. van Lieshout, J. van der Winden & S. Dirksen, Verstoringsgevoeligheid van vogels. Literatuurstudie naar de reactie van vogels op recreatie. Bureau Waardenburg/Vogelbescherming, Culemborg/ Zeist. Lensink R., A.J.M. Meijer & J.M. reitsma Beheersplan Verdronken Land van saeftinghe Rapport Bureau Waardenburg, Culemborg. Meininger, P.L., Nieuwe dijkbekleding Westerschelde en vogels. Werkdocument RIKZ X. RIKZ, Middelburg. Poot M.J.M., K.L. Krijsveld, S.L.G.E. Burgers, P.W. van Horssen & T.J. Boudewijn nadere analyse van de effecten van de vaargeulverruiming in de Westerschelde op het voorkomen van watervogels. Aantalsontwikkelingen gerelateerd aan hydrologische, morfologische en ecologische veranderingen. rapport Bureau Waardenburg, Culemborg. Rodgers, J.A. & S.T. Schwikert, Buffer-zone Distances to Protect Foraging and Loafing Waterbirds from Disturbance by Personal Watercraft and Outboard- Powered Boats. Conservation Biology 16 (1): Spaans, B., L. Bruinzeel & C.J. Smit, Effecten van verstoring door mensen op wadvogels in de Waddenzee en de Oosterschelde. IBN-rapport 202. Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO), Wageningen. Van der Meer, J., De verstoring van vogels op de slikken van de Oosterschelde. Nota Deltadienst Milieu en Inrichting, Middelburg. Wolff, W.J., P.J. Reijnders & C.J. Smit, The effects of recreation on the Wadden Sea Ecosystem: many questions, but few answers. In: Ecological effects of tourism in the Wadden Sea. Schriftenreihe des Bundesministers fur Ernahrung, Landwirtschaft und Forsten 275: Zwarts L Vogels van het brakke getijgebied. Jeugdbondsuitgeverij. 29

32 30

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Polder Vierbannen Klein Beijerenpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Polder Vierbannen Klein Beijerenpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Polder Vierbannen Klein Beijerenpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Collier Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Anna Vosdijkpolder - Moggershilpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Anna Vosdijkpolder - Moggershilpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Anna Vosdijkpolder - Moggershilpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Collier Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuwe Annex Stavenissepolder - Noordpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuwe Annex Stavenissepolder - Noordpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuwe Annex Stavenissepolder - Noordpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Collier Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Wilhelminapolder Leendert Abrahampolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Wilhelminapolder Leendert Abrahampolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Wilhelminapolder Leendert Abrahampolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R. Collier Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-Mariapolder (Oosterschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-Mariapolder (Oosterschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-Mariapolder (Oosterschelde) S.H.M. van Rijn C. Heunks T.J. Boudewijn Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Schorerpolder en Westhavendam Sloe (Westerschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Schorerpolder en Westhavendam Sloe (Westerschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Schorerpolder en Westhavendam Sloe (Westerschelde) Tellingen in mei 2005 en een vergelijking met tellingen in het voorgaande jaar C. Heunks T.J.

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 24) (Oosterschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 24) (Oosterschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 24) (Oosterschelde) T.J. Boudewijn L.S.A. Anema C. Heunks Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude

Nadere informatie

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder Watervogels Zeedijk St Pieterspolder F.A. Arts Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH Culemborg 1 Opdrachtgever RWS Zee en Delta Middelburg. 2 Inhoud Inleiding... 4 Werkwijze... 5 Resultaten...

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nijs- en Hooglandpolder (Westerschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nijs- en Hooglandpolder (Westerschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nijs- en Hooglandpolder (Westerschelde) Tellingen in april 2005 en een vergelijking met tellingen in het voorgaande jaar T.J. Boudewijn C. Heunks

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuweannex Stavenissepolder (Oosterschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuweannex Stavenissepolder (Oosterschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuweannex Stavenissepolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn D. Beuker S.H.M. van Rijn C. Heunks Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water op drie locaties langs de westerschelde

Vogeltellingen tijdens afgaand water op drie locaties langs de westerschelde Vogeltellingen tijdens afgaand water op drie locaties langs de westerschelde Dijktraject Zuidgors T.J. Boudewijn H. Vonk Vogeltellingen tijdens afgaand water op drie locaties langs de Westerschelde Dijktraject

Nadere informatie

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 23) (Oosterschelde)

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 23) (Oosterschelde) Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 23) (Oosterschelde) T.J. Boudewijn R.J. Jonkvorst D. Beuker C. Heunks Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER BIJLAGE I BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport UT615-24/14-002.688 d.d. 5 februari 2014 Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij

Nadere informatie

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp;:,g;';::;r:;',----~-4-! Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water T.a.v. de heer E.e. Stikvoort Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG 11:: E;CFlEiMIAAT ITECHiIIiSOJ MANIIGER I IOt!,Q0iINGS.\~I1;NAGER )CS i 1PR(M;::CTSSCRETARIS

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk: :A PZDB-M Kopieën aan:

Projectnummer: B Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk: :A PZDB-M Kopieën aan: Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan 4~8 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Uitloop werkzaamheden Wilhelminapolder,

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~ .~ \~ ij'. 4,' " t,,', (!If,.., Rijkswa terstaa t Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelbu,r~gl*~~~~~~~~ L[=±=t:J Ministerie van Landbouw, Economische

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur P::Inin:::a 1 \/::IIn., Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres pia Postadres: Postbus 10004330 ZW Middelburg Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directie

Nadere informatie

Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Voorhaven Hansweert. Aanvraag om vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet.

Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Voorhaven Hansweert. Aanvraag om vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. , o-x2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Aan het college van Gedeputeerde van Zeeland Postbus 6001 4330 LA MIDDELBURG Staten Contactpersoon A.H. Polfliet Datum 2 november 2005 Ons kenmerk AXE 7392 Doorkiesnummer

Nadere informatie

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 Lieuwe Dijksen & Frank Willems SOVON-inventarisatierapport 2007/49 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Het Groninger Landschap Colofon SOVON Vogelonderzoek

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 26

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan:

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan: r,. Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Voortoets natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Projectnummer: :0.4

Projectnummer: :0.4 Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Voortoets Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.

Nadere informatie

Projectnummer: Ons kenmerk: :0.8 PZDB-M Kopieën aan: Provincie Zeeland Waterschap Scheldestromen

Projectnummer: Ons kenmerk: :0.8 PZDB-M Kopieën aan: Provincie Zeeland Waterschap Scheldestromen '. Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 'sohertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Aanvullende toets natuurwetgeving

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

Vliegbewegingen van ganzen in plangebied Windpark IJsselwind

Vliegbewegingen van ganzen in plangebied Windpark IJsselwind Vliegbewegingen van ganzen in plangebied Windpark IJsselwind Veldonderzoek in winter 2015/2016 R.R. Smits Vliegbewegingen van ganzen in plangebied Windpark IJsselwind Veldonderzoek in winter 2015/2016

Nadere informatie

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl

Nadere informatie

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland

Nadere informatie

In het kader van dit verzoek vragen wij uw aandacht voor het volgende.

In het kader van dit verzoek vragen wij uw aandacht voor het volgende. Uw brief van Uw kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer Ons kenmerk Bijlagen Kopie aan Documentnaam Datum Verzonden Onderwerp : mw. mr. e.c. Hamelink-Wolters : (0115)641187 : 04044661 0404 & S 1- J : CWo/MStlAPr/PSt

Nadere informatie

Vogeltellingen in de Westerschelde. Meetverslag

Vogeltellingen in de Westerschelde. Meetverslag Vogeltellingen in de Westerschelde Meetverslag Vogeltellingen in de Westershelde Meetverslag in opdracht van RIKZ-Middelburg Uitvoering door Drs. Rienk Geene & Dr Stephan Groenewold namens opdrachtgever

Nadere informatie

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118)

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118) Memo Ministerie van Verkeer Rijkswaterstaat en Waterstaat Aan Ed Stikvoort (Provincie Zeeland) Van Joris Perquin Datum 27 februari 2008 Onderwerp Gebruik loswal bij Schelphoek Oost Doorkiesnummer 0118-62

Nadere informatie

Effectenbeoordeling heiwerkzaamheden

Effectenbeoordeling heiwerkzaamheden Effectenbeoordeling heiwerkzaamheden Steupel te Reeuwijk-Brug Watersnip-rapport 11A027 Colofon Titel Effectenbeoordeling heiwerkzaamheden Subtitel Steupel te Reeuwijk-Brug Status rapport Eindrapportage

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden Kusttellingen Telling januari 1990 de Noordkust slechts 2 januariwaarnemingen bekend, van resp. 5 en 2 kanoeten. Zie verder tabel 3. Jan van t Hoff De opvallendste waarnemingen uit de Dollard zijn de hoge

Nadere informatie

Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde

Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde Rapport 2007/16 December 2007 Ecologisch Adviesbureau Henk Baptist Brugweg 6 4756 SM Kruisland 0167 533272 henk@habitatrichtlijn.nl Aangesloten

Nadere informatie

Projectnummer: Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk:, PZDB-V-' Peter Meininger

Projectnummer: Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk:, PZDB-V-' Peter Meininger NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 MEMO Postbus 101 8 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Onderwerp: Ecologisch bezoek dijktraject Vierbannenpolder Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl 's-hertogenbosch, 4juni2009

Nadere informatie

Bergeenden in de Westerschelde

Bergeenden in de Westerschelde Een telling van ruiende Bergeenden in 2004 B.W.J. Oosterbaan R.E. Brouwer W.A. den Boer 2004 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot Ecologisch Onderzoeks- en

Nadere informatie

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen - Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Deelnemers H. Simons (Het Zeeuwse Landschap) C. de Groot (Het Zeeuwse Landschap) M. Berrevoets (provincie Zeeland) A. Beaufort (Waterschap

Nadere informatie

Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat , Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer Piet Hengst Postbus 114 Goes Rijksinstituut voor Kust en Zeel R' OJECTJUREAU

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2003

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 23

Nadere informatie

VERZONDEN 1 4 OKT 2005

VERZONDEN 1 4 OKT 2005 Waterschap Zeeuwse EHanden uw brief uw kenmerk ons kenmerk : 2005012277 bijlagen :2 behandeld door doorkiesnummer e-mail : W.Heldens@wze.nl onderwerp : vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet (staats)natuurmonument

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel is een natuurgebied op de linkerscheldeoever tegen de scheldedijk. Aan de grens met Nederland sluit het

Nadere informatie

Effectbepaling ganzengebied Oosteinde en Westeinde 76 te Nieuwleusen

Effectbepaling ganzengebied Oosteinde en Westeinde 76 te Nieuwleusen Notitie Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 29 oktober 2010 Effectbepaling ganzengebied Oosteinde 56-58 en Westeinde 76 te Nieuwleusen 1.1 Inleiding In het kader van de Rood voor Rood-regeling worden

Nadere informatie

~o\- S~ 23 Middelburg, 22 dec~~~ '::_ Jl.-.._j ONTVANGEN 2 2 DEC. 2011

~o\- S~ 23 Middelburg, 22 dec~~~ '::_ Jl.-.._j ONTVANGEN 2 2 DEC. 2011 Provincie Zeeland directie Ruimte, Milieu en Water T.a.v. de heer E.C. Stikvoort Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG uw brief uwkenmeril ons kenmer1t bijlagen onderwerp :. behandeld door :. : 2011030830 : 1

Nadere informatie

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R-11208 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 26 juli 2011 075616050:A.1 - Definitief C03011.000173.0100

Nadere informatie

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Nummer: INBO.A.2013.7 Datum advisering: 19 februari 2013

Nadere informatie

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2011

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2011 M inisterie van Infrastructuur en M ilieu W aterdienst Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2011 Floor A. Arts RWS Waterdienst BM 11.08 Dit rapport is

Nadere informatie

Robert Jentink juli

Robert Jentink juli Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Contactpersoon Telefoon Robert Jentink 0118-622290 Datum Bijlage(n)

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (sinds 2004). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als nietbroedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (sinds 2004). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als nietbroedvogel. Strandplevier (Charadrius alexandrinus) A138 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (sinds 2004). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als nietbroedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: Van de twee kleine,

Nadere informatie

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d.

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. 1..- re 'i.,\.> - > ~...c..0 :J :Jṟe Z ~' :J 0..0 "'0 cre Directie Zuidwest AANTEKENEN Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. Bosch Postbus 114 4460 A GOES....J

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016 Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016 Floor A. Arts, Sander Lilipaly, Pim A. Wolf en Lotte Wijnants Delta Project Management Midwintertelling

Nadere informatie

Watervogels in het Veerse Meer:

Watervogels in het Veerse Meer: Watervogels in het Veerse Meer: habitatgebruik en trends F.A. Arts & M.S.J. Hoekstein Delta Project Management INTERMEDIAIR ECOLOGIE EN MILIEU www.deltamilieu.nl Delta Project Management Watervogels in

Nadere informatie

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Vincent de Boer, Albert de Jong & Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/19 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Colofon SOVON

Nadere informatie

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.

Nadere informatie

M i d w i n t e r t e l l i n g v a n z e e - e i n d e W a d d e n z e e e n d e N e d e r l a n d s e k u s t w a t e r e n, j a n u a r i

M i d w i n t e r t e l l i n g v a n z e e - e i n d e W a d d e n z e e e n d e N e d e r l a n d s e k u s t w a t e r e n, j a n u a r i M inisterie van Infrastructuur en M ilieu W aterdienst M i d w i n t e r t e l l i n g v a n z e e - e i n d e W a d d e n z e e e n d e N e d e r l a n d s e k u s t w a t e r e n, j a n u a r i 2 0 1

Nadere informatie

Kort overzicht plan. Verbetering gezette steenbekleding Zuidwatering

Kort overzicht plan. Verbetering gezette steenbekleding Zuidwatering t- Kort overzicht plan PZST-P-01176 corn Verbetering gezette steenbekleding Zuidwatering Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Zuidwatering. De uitvoering hiervan is

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Vleermuisonderzoek. Monnickendam Vleermuisonderzoek Monnickendam 2 Colofon Status uitgave: Rapport nr.: Datum uitgave: Titel: Eindrapport 13.031 7 november 2013 Vleermuisonderzoek Monnickendam Auteurs Carola van den Tempel, Frank Visbeen.

Nadere informatie

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 in opdracht van Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 N. Beemster Foto Voorplaat Het optimale

Nadere informatie

P.W. Pastoor Blauwverversteeg 1 3841 DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk

P.W. Pastoor Blauwverversteeg 1 3841 DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk NOTITIE P.W. Pastoor Blauwverversteeg 1 3841 DX Harderwijk DATUM: 10 januari 2013 ONS KENMERK: 10-719/12.06097/IngHR UW KENMERK: uw mail dd. 18 december 2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1.0 CONTROLE:

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot

Nadere informatie

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik NOTA Bestemd voor: Afkomstig van: Golfclub De Haar Sovon Vogelonderzoek Nederland Datum: november 2016 Betreft: Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en

Nadere informatie

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan:

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan: '. Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Toetsing werkzaamheden schoraanvulling

Nadere informatie

Proef weren nachtelijk foeragerende smienten met een laser

Proef weren nachtelijk foeragerende smienten met een laser Proef weren nachtelijk foeragerende smienten met een laser T.J. Boudewijn D. Beuker D. Tanger Proef weren nachtelijk foeragerende smienten met een laser T.J. Boudewijn D. Beuker D. Tanger 1 1 Landschap

Nadere informatie

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Nummer: INBO.A.2010.197 Datum: 20/07/2010 Auteur(s): Contact: Frank Huysentruyt, Jim Casaer lon.lommaert@inbo.be Kenmerk aanvraag: e-mail

Nadere informatie

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Kort overzicht plan PZST-P-01144com Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Mosselbanken. De uitvoering hiervan

Nadere informatie

Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder. Ons kenmerk: :0.

Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder. Ons kenmerk: :0. NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 VERSLAG Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211

Nadere informatie

Dijkverbeteringswerken langs de Westerschelde: aantalsveranderingen van watervogels

Dijkverbeteringswerken langs de Westerschelde: aantalsveranderingen van watervogels Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Dijkverbeteringswerken langs de Westerschelde: aantalsveranderingen van watervogels Cor M. Berrevoets & Peter L. Meininger Rijkswaterstaat,

Nadere informatie

Internationaal belang Nederland voor watervogels

Internationaal belang Nederland voor watervogels Indicator 9 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland is internationaal gezien

Nadere informatie

Onderbouwing bij de ontheffingsaanvraag op de Flora- en Faunawet voor dijkverbeteringsprojecten langs de Westerschelde

Onderbouwing bij de ontheffingsaanvraag op de Flora- en Faunawet voor dijkverbeteringsprojecten langs de Westerschelde Onderbouwing bij de ontheffingsaanvraag op de Flora- en Faunawet voor dijkverbeteringsprojecten langs de Westerschelde Deel 1: Voorland Nummer Eén, gemeente Sluis L.O. Buren H.A.M. Prinsen 1.J. Boudewijn

Nadere informatie

Habitattoets voor effecten van een dijkverbeteringsproject langs de Westerschelde

Habitattoets voor effecten van een dijkverbeteringsproject langs de Westerschelde ~ 7 Habitattoets voor effecten van een dijkverbeteringsproject langs de Westerschelde Dijktraject Eilanddijk en Buitenhaven Vlissingen, Gemeente Vlissingen I. Hille Ris Lambers H.A.M. Prinsen E.J.F.de

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :0.14. Kopieën aan: Peter Meininger

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :0.14. Kopieën aan: Peter Meininger nfrastructuur MEMO ARCADS Water Milieu Gebouwen ARCADS NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Toetsing werkzaamheden

Nadere informatie

Interessante vogelkijk locaties

Interessante vogelkijk locaties Interessante vogelkijk locaties Hieronder staan enkele interessante gebieden in de kop van Noord-Holland om vogels te kijken. Zie ook nummeraanduiding op kaart. Verder is de locatie aangegeven met atlasblok

Nadere informatie

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk ,. Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Anna Jacobapolder eh Willempolder. op Sint-Philipsland Piet Hengst Vvo Provoost

Nadere informatie

Uitwerken case-studie Slijkplaat voor de Atlas vogelconcentraties en vliegbewegingen Deltagebied

Uitwerken case-studie Slijkplaat voor de Atlas vogelconcentraties en vliegbewegingen Deltagebied Uitwerken case-studie Slijkplaat voor de Atlas vogelconcentraties en vliegbewegingen Deltagebied Onderzoek naar de mogelijkheden om GIS te gebruiken als presentatiemedium M.J.M. Poot K. van Essen (RIKZ)

Nadere informatie

t 'AIICHIE~2.1)\ -'b..ct:3 e ~ X7

t 'AIICHIE~2.1)\ -'b..ct:3 e ~ X7 Q f,1's JMN' 1998 STICHTING HET ZEEUWSE Landgoed Landlust Postbus 25, 4450 AA Heinkenszand Telefoon 0113-569110; fax 0113-569111 ABN AMRO: 5103.36.167 Postbank: 245740 België: Kredietbank Geel: 414-4107601-75

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale

Nadere informatie

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 15 april 2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: PROJECTLEIDER: VELDBEZOEK: STATUS: 15-096/15.02410/PauBo

Nadere informatie

Integrale beoordeling van effecten van dijkverbetering op de natuurwaarden van de Oosterschelde (IBOS)

Integrale beoordeling van effecten van dijkverbetering op de natuurwaarden van de Oosterschelde (IBOS) Integrale beoordeling van effecten van dijkverbetering op de natuurwaarden van de Oosterschelde (IBOS) P. Schouten K.L. Krijgsveld L.S.A. Anema T.J. Boudewijn P.W. van Horssen J.M. Reitsma R.E. Kuil H.

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie

Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie Verleden Al sinds middeleeuwen dijkversterkingen Na 1953: Deltawerken In jaren 70-80: Partiële dijkversterking Oosterschelde

Nadere informatie

Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting

Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting Auteurs: J.E. Tamis, R.H. Jongbloed en T. Ysebaert Wageningen Marine Research Rapport

Nadere informatie

Revisie Detailadvies haven Walsoorden

Revisie Detailadvies haven Walsoorden Revisie Detailadvies haven Walsoorden Aan : Annette Kieftenburg, Quanduo Gao (Deltares) Van : Pol van de Rest Tweede lezer : Maarten Jansen Datum : 24 november 2009 Betreft : Opdracht RKZ-1906.023_ B_Revisie_haven_Walsoorden

Nadere informatie

Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander

Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander Inleiding Drie keer per week fiets ik van mijn huis in het zuidwestelijk deel van Wijchen naar mijn werk in het oostelijk deel

Nadere informatie

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen /,~ Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu memo Aanleg en onderhoud nestplaatsen Algemeen ("bijen hotels") voor Schorzijdebij Rijkswaterstaat Projectbureau pia Waterschap Scheldestromen

Nadere informatie

Bijlagen. Gemeente Arnhem. Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bijlage 2 Bestemmingsplan Elderveld voorschriften + plankaart

Bijlagen. Gemeente Arnhem. Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bijlage 2 Bestemmingsplan Elderveld voorschriften + plankaart Bijlagen Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bijlage 2 Bestemmingsplan Elderveld voorschriften + plankaart Gemeente Arnhem Datum ontvangst : Zaaknummer : 06 06 2013 2013 06 00450 Bijlage

Nadere informatie

onderwerp : zienswijzen planbeschrijvingen Hoedekenskerkepolder en Oost Inkelenpolder

onderwerp : zienswijzen planbeschrijvingen Hoedekenskerkepolder en Oost Inkelenpolder Kanaalweg 1 4337 PA Middelburg Postbus 1000 4330'ZW Middelburg Telefoon: 0118-621000 Fax: 0118-621990 Internetadres: www.wze.nl E-mail: info@wze.nl Postbank 258333/N'ed. Waterschapsbank 63.67.60.014 /...

Nadere informatie

Zwarte ruiter (Tringa erythropus) A Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten

Zwarte ruiter (Tringa erythropus) A Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Zwarte ruiter (Tringa erythropus)

Nadere informatie