Adviesrapport. Universiteit Utrecht. Instellingstoets kwaliteitszorg 10 juli NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Adviesrapport. Universiteit Utrecht. Instellingstoets kwaliteitszorg 10 juli NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht"

Transcriptie

1 Adviesrapport Universiteit Utrecht Instellingstoets kwaliteitszorg 10 juli 2012 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht A

2 B NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

3 Adviesrapport Universiteit Utrecht Instellingstoets kwaliteitszorg 10 juli 2012 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 3

4 Inhoud

5 1 Samenvattend advies 6 2 Verantwoording Samenstelling van de commissie Instellingsaudit en werkwijze commissie Werkwijze commissie in het algemeen Opbouw adviesrapport en opzet hoofdstukken 12 3 Beschrijving van de instelling Algemene gegevens Profiel van de instelling Kengetallen 15 4 Beoordeling per standaard Standaard 1 Visie op de kwaliteit van het onderwijs Standaard 2 Beleid Standaard 3 Resultaten Standaard 4 Verbeterbeleid Standaard 5 Organisatie- en beslissingstructuur 24 5 Adviezen ter verbetering 28 6 Overzicht van het advies 30 Bijlage 1: Samenstelling van de commissie 32 Bijlage 2: Programma s van de locatiebezoeken 34 Bijlage 3: Overzicht van de bestudeerde documenten 40 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 50 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 5

6 Hoofdstuk 1 Samenvattend advies

7 De commissie oordeelt positief over de kwaliteitszorg van de Universiteit Utrecht. De commissie is van mening dat de Universiteit Utrecht voldoet aan de vijf standaarden van het beoordelingskader van de NVAO voor instellingen. De commissie heeft geconstateerd dat de Universiteit Utrecht over de volle breedte beschikt over een cultuur waarin de kwaliteit van onderwijs hoog op de agenda staat. De kritische reflectie die de Universiteit Utrecht ten behoeve van het onderzoek door de commissie heeft opgesteld moge daar een treffend voorbeeld van zijn. In deze zelfstudie heeft de instelling laten zien dat ze goed in staat is kritisch te reflecteren op de kwaliteit van het geboden onderwijs en daar waar nodig verbeteringen in gang te zetten en te effectueren. De commissie beschouwt de open opstelling van de Universiteit Utrecht gedurende de audit als een goed voorbeeld voor andere instellingen en mede als een uiting van een diep gewortelde kwaliteitscultuur. De commissie beoordeelt standaard 1 van het beoordelingskader als voldoende. De commissie is van mening dat de Universiteit Utrecht een duidelijk eigen profiel heeft, dat mede gebaseerd is op het Utrechtse onderwijsmodel. Dit model stelt de betrokkenheid en verschillende ambities van studenten centraal tegen de achtergrond van de vaststelling dat interdisciplinariteit op het snijvlak van de bestaande wetenschappelijke disciplines een belangrijk uitgangspunt is voor de inrichting van het onderwijs. Op dit moment werkt de Universiteit Utrecht in het project BaMa 3.0 aan een aanscherping en actualisering van het onderwijsmodel. De commissie ziet de wijze waarop binnen de instellingen op allerlei niveaus wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van dit nieuwe model als een duidelijk bewijs van een breed gedragen visie op de kwaliteit van onderwijs. De vaststelling dat goed onderwijs in hoge mate samenhangt met goede docenten is naar het oordeel van de commissie leidend geweest bij het ontwikkelen van de visie van de Universiteit Utrecht op de kwaliteit van haar onderwijs. Sinds het midden van de jaren negentig voert deze universiteit een systematisch beleid gericht op onderwijsverbetering en- innovatie waarbij de kwaliteit van de docenten mede centraal staat. De langjarige aandacht voor de professionalisering van docenten werpt ook vruchten af. De commissie constateert dat tijdens haar onderzoek is gebleken dat docenten vanuit een intrinsieke motivatie zelf werken aan de verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs. De commissie is samenvattend van mening dat de Universiteit Utrecht beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van het onderwijs. Deze visie laat voldoende ruimte voor accentverschillen tussen faculteiten of opleidingen. De commissie acht het van belang dat deze ruimte ook blijvend geboden wordt aangezien opleidingen grote verschillen vertonen in bijvoorbeeld omvang en cultuur. Standaard 2 wordt door de commissie met een voldoende beoordeeld. Het Utrechtse onderwijsmodel is vertaald in vraaggestuurde opleidingen in de bachelorfase en aanbod gestuurde opleidingen in de masterfase. Het onderwijsmodel wordt ondersteund door het universiteitsbreed onderwijschassis. Het onderwijschassis behelst een uniforme cursusomvang, een universitair timeslotmodel, een universitair jaarrooster en een vaste inschrijfperiode. De universiteit heeft op grond van haar onderwijsvisie een rijk geschakeerd palet van cursussen, kwalificaties en seminars ontwikkeld om de kwaliteit van het onderwijs en de docent te verbeteren. Zo is de instelling in 1997 gestart met de zogenaamde basiskwalificatie- en seniorkwalificatie onderwijs (BKO en SKO) en werd in 2000 het Centre for Excellence in University Teaching (CEUT) opgericht. De structurele en langjarige aandacht voor de kwaliteit van docenten is in de ogen van de commissie een systematische waarborg voor de kwaliteit van het onderwijs en een centrale peiler van de kwaliteitscultuur binnen de instelling. Ook op andere centrale punten heeft de commissie gezien dat het onderwijsmodel van de Universiteit Utrecht adequaat is doorvertaald naar de praktijk van de opleidingen. Zo heeft de commissie bijvoorbeeld onderzocht op welke wijze de begeleiding van studenten vorm krijgt. De commissie stelt vast dat dit bij de bestudeerde opleidingen gebeurt op een manier die in lijn is met de uitgangspunten van het Utrechtse onderwijsmodel. Ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs en de koppeling met actueel onderzoek waardeert de commissie maatregelen NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 7

8 zoals een verplichte inzet van hoogleraren in het eerste bachelorjaar en het feit dat onderzoekers zich niet kunnen uitroosteren voor onderwijs positief. De commissie heeft echter verder weinig expliciet beleid aangetroffen ten aanzien van de structurele en systematische verankering van actueel onderzoek in het bacheloronderwijs. In haar kritische reflectie heeft de universiteit hier zelf ook reeds opgewezen. De commissie acht het van belang dat de instelling op dit vlak een sterkere centrale regie gaat voeren. Voor de koppeling van onderwijs en het beroepenveld geldt eenzelfde aanbeveling. Weliswaar heeft de commissie tijdens de uitgevoerde audit trails bij een aantal opleidingen een duidelijke koppeling met het beroepenveld gezien, maar hier is het de commissie niet duidelijk geworden hoe het centrale beleid, dat er wel degelijk is, effectief in alle opleidingen wordt uitgevoerd. De commissie is van mening dat op deze twee punten meer beleid verwacht mag worden van het bestuur van de instelling. De commissie is van mening dat de Universiteit Utrecht een adequaat beleid ten aanzien van studenten met een studie beperking voert. De Universiteit Utrecht heeft een handboek voor studenten met een studiebeperking, speciale voorzieningen voor die studenten en professionele begeleiding. De studenten met een studiebeperking zijn echter niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden die hen ter beschikking staan. De studenten die de commissie heeft gesproken geven over het algemeen aan erg tevreden zijn over de begeleiding vanuit de Universiteit Utrecht. De commissie beoordeelt standaard 3 van het beoordelingskader met een voldoende. De commissie is van mening dat het kwaliteitszorgproces op opleidingsniveau goed op orde is. Zij heeft een goed werkend evaluatiesysteem aangetroffen. De instelling maakt gebruik van verschillende evaluatieinstrumenten, zoals enquêtes onder studenten, alumni en medewerkers. Studenten, medewerkers, alumni en werkveld worden op regelmatige basis bevraagd. Sinds 2007 is er ook voor de interne kwaliteitszorg een universitair model met minimumvereisten, het zogenaamde kwaliteitszorg chassis. De commissie stelt vast dat de Universiteit Utrecht vanaf 2009 extra aandacht heeft besteed aan de borging van de informatievoorziening tussen het facultaire niveau en het college van bestuur. De commissie waardeert dit positief en ziet ook de noodzaak van deze maatregelen. De commissie acht het van groot belang dat het college van bestuur goed geïnformeerd wordt door de afzonderlijke faculteiten over de kwaliteit van de opleidingen. De in 2008 ingevoerde interne audits en de bilaterale kwaliteitsgesprekken tussen decanen en college van bestuur waartoe in 2010 werd besloten zijn goede voorbeelden van deze ontwikkeling. De commissie heeft geconstateerd dat er slechts in zeer beperkte mate en incidenteel aandacht wordt besteed aan curriculumevaluaties anders dan bij de accreditatie van opleidingen. Een meer regelmatige interne evaluatie van de samenhang van individuele curricula van opleidingen is gewenst. Op deze wijze wordt het curriculum niet alleen om de zes jaar bij accreditatie onder de loep genomen. De commissie beoordeelt deze standaard als voldoende omdat ze overtuigd is dat de kwaliteitzorg of facultair- en opleidingsniveau goed is georganiseerd volgens een uniform model dat voldoende ruimte laat voor lokale verschillen. Met de aan het einde van het vorige decennium ingezette sterkere centrale aandacht voor kwaliteit op facultair niveau kan het college van bestuur bovendien zijn integrale verantwoordelijkheid voor kwaliteit beter waarmaken. De commissie beveelt het college van bestuur wel aan deze lijn met kracht door te zetten. Standaard 4 wordt door de commissie als voldoende beoordeeld. De commissie heeft geconstateerd dat de Universiteit Utrecht structureel werkt aan verbeteringen. Zo kent de Universiteit Utrecht bijvoorbeeld de jaarlijkse onderwijsconferentie die gericht is op verbetering van het onderwijs en wordt er actief beleid gevoerd ten aanzien van best practices. De commissie is van mening dat onder andere op deze wijze de kwaliteitscultuur binnen de instelling systematisch wordt bevorderd. De commissie is onder de indruk van het algemeen verbeterbeleid binnen de instelling. De commissie spreekt zelfs van een gedurfd beleid. Het algemeen verbeterbeleid wordt bijvoorbeeld goed zichtbaar in de wijze waarop instellingsbreed via het project BaMa 3.0 wordt gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe onderwijsvisie van de Universiteit Utrecht. Het is voor de commissie duidelijk zichtbaar geworden dat de instelling heel veel doet om docenten actief na te laten denken over onderwijsinnovaties en hen stimuleert verbeteringen in praktijk te brengen. De commissie is tot slot van oordeel dat het kritische gehalte van de zelfreflectie eens te meer aantoont dat de Universiteit Utrecht zelf in staat is om de vinger op de zere plek te leggen als dat nodig is. De commissie was onder de indruk van de openheid die de Universiteit Utrecht hier betracht heeft en waardeert dat positief. 8 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

9 Ook op het niveau van de opleidingen heeft de commissie tijdens haar trails kunnen vaststellen dat verbeteringen worden doorgevoerd indien daar aanleiding toe is. De commissie is van mening dat ten slotte ook standaard 5 voldoet. Zij is van mening dat de Universiteit Utrecht een duidelijke organisatie- en beslissingsstructuur kent. Er wordt op veel niveaus overlegd, zowel formeel als informeel. Er zijn overleggen van het college van bestuur met decanen (bestuursoverleg), rector met vicedecanen onderwijs (periodiek overleg), rector en decanen, ontbijtsessies en lunchsessies met o.a. rector, onderwijsdirecteuren, docenten, medewerkers. De commissie waardeert ook deze laatste, meer informele overleggen als positief. De overleggen zijn volgens haar effectief, gewenst en gewaardeerd. Op deze wijze is er vanuit het college van bestuur goed zicht op de kwaliteit en kwaliteitszorg van het onderwijs. De commissie heeft geconstateerd dat in de interne organisatie van het onderwijs de onderwijsdirecteur door de Universiteit Utrecht als de spin in het web is gepositioneerd. Zij is van mening dat die verantwoordelijkheid door de onderwijsdirecteuren goed wordt ingevuld en ook door hen gewaardeerd wordt. Het college van bestuur ondersteunt de onderwijsdirecteuren goed en voert ook direct en periodiek overleg met deze functionarissen. die dit orgaan vervult. Zij zou willen benadrukken dat de instelling meer verantwoordelijkheid kan nemen voor het aantrekken van voldoende goede kandidaten voor de deze commissies. De commissie heeft wel verschillende goede voorbeelden aangetroffen waarbij faculteiten of opleidingen actief de kwaliteit van het werk van de opleidingscommissie stimuleren. De commissie beveelt het bestuur van de Universiteit Utrecht aan hier een actievere rol te vervullen en ook hier aan de hand van best practices zelf bij te dragen aan een meer structurele borging van de kwaliteit van de opleidingscommissies. Op grond van bovenstaande afwegingen en motiveringen adviseert de commissie de NVAO de aanvraag voor de instellingstoets kwaliteitszorg van de Universiteit Utrecht positief te beoordelen. Den Haag, 10 juli 2012 Namens de commissie ter beoordeling van de Universiteit Utrecht Prof. dr. S.J.W. Lamberts (voorzitter) Mr. M.P. in t Veld (secretaris) In de eigen kritische reflectie signaleert de universiteit dat de vele overleggen en de diversiteit aan functionarissen soms onduidelijkheid scheppen over bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De commissie herkent dit beeld en beveelt op grond van haar onderzoek de universiteit aan de rol van de onderwijsdirecteur verder uit te werken. Ook de opleidingscommissies functioneren volgens de commissie binnen de Universiteit Utrecht goed. De commissie stelt vast dat de OC een belangrijke functie vervult in de kwaliteitszorg op het niveau van de opleiding. Dit is het orgaan waar klachten van studenten en docenten kunnen worden ingebracht en worden doorgezet naar een hoger niveau indien nodig. De inspraak van de studenten en medewerkers op het niveau van de OC is goed geregeld en er is ook hier sprake van een open cultuur waar in vrijheid gesproken kan worden over de kwaliteit van het onderwijs. De commissie is van mening dat de opleidingsverantwoordelijken zich nog meer bewust moeten zijn van de belangrijke rol NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 9

10 Hoofdstuk 2 Verantwoording

11 2.1 Samenstelling van de commissie De auditcommissie was als volgt samengesteld: > Prof. dr. S. (Steven) Lamberts (voorzitter); > Prof. dr. T. (Ton) van Haaften (lid); > Prof. dr. M. (Marc) Vervenne (lid); > T. (Thomas) Ziehmer (student-lid). De commissie werd ondersteund door: > Dr. S. (Stephan) van Galen, procescoördinator NVAO; > Mr. M. (Monique) in t Veld, secretaris. Daarnaast was als waarnemer bij het bezoek aanwezig: > Dr. B. (Bert) de Vries, van de Inspectie Hoger Onderwijs. In de bijlage 1 zijn de CV s van de commissieleden opgenomen. 2.2 Instellingsaudit en werkwijze commissie De basis voor deze audit vormde de kritische reflectie van de Universiteit Utrecht ( 21 december 2011) en het instellingsrapport van de Universiteit Utrecht opgesteld door de NVAO. Op 16 en 17 januari 2012 heeft de commissie een eerste bezoek gebracht aan de Universiteit Utrecht. Dit bezoek had een algemeen onderzoeksdoel waarbij het gehele kwaliteitssysteem van de Universiteit Utrecht in den brede is bestudeerd. De agenda van het vooroverleg op 16 januari 2012 zag er als volgt uit: 1. Procedure audit 2. Algemene bevinding en rolverdeling 3. Proces kwaliteitszorg 4. Keuze trails > studiebegeleiding studiekeuze > SKO-BKO > Toetsbeleid > Internationalisering > Kwaliteitscirkels 5. Voorbereiding gesprek raad van toezicht 6. Gesprek met een vertegenwoordiging van de raad van toezicht Op 17 januari 2012 heeft de commissie gesproken met verschillende vertegenwoordigers van de instelling. De commissie sprak met het college van bestuur, decanen,onderwijsdirecteuren, studenten, personeel en stafdienst. Op 20, 21 en 22 februari 2012 heeft de commissie een tweede bezoek gebracht aan de Universiteit Utrecht. De commissie heeft ervoor gekozen om zich te concentreren op: > Trail 1: studiekeuzebegeleiding > Trail 2: bestuurlijke hantering/proces van kwaliteitszorg > Trail 3: personeelsbeleid-onderwijs Ter aanvulling op de bovenstaande trails heeft de commissie extra schriftelijke informatie opgevraagd op het gebied van: > Bestuurlijke hantering, proces kwaliteitszorg. Opleidingen: Onderwijskunde en Pharmaceutical Sciences > Internationalisering (informatie over de in- en doorstroom van buitenlandse studenten, de begeleiding van studenten die naar het buitenland gaan en de keuze van de buitenlandse universiteiten) > Examencommissies > Opleidingscommissies De commissie heeft een bewuste keuze gemaakt voor de eerste drie trails naar aanleiding van het bestuderen van de kritische reflectie en het eerste bezoek aan de Universiteit Utrecht. 1. De commissie heeft voor de trail studiekeuzebegeleiding gekozen gezien het feit dat de Utrechtse student veel keuzeruimte heeft binnen zijn opleiding en hiermee samenhangend goede studiebegeleiding van essentieel belang is. Tijdens de trail is gekeken naar de beschikbaarheid van de verschillende studieadviseurs en de rol van de tutoren in de studie. De trail is uitgevoerd bij de opleidingen Taal en Cultuurstudies (Faculteit Geesteswetenschappen) en Wiskunde (Faculteit Bètawetenschappen). 2. De trail bestuurlijke hantering (proces kwaliteitszorg) is gekozen om meer zicht te krijgen op de exacte werking van het kwaliteitszorgsysteem en de bestuurlijke inbedding daarvan. De trail is uitgevoerd bij de opleidingen Economie (Faculteit REBO) en Kunstgeschiedenis (Faculteit Geesteswetenschappen). Bij de opleiding Economie heeft in 2010 een interne audit plaatsgevonden. Directe aanleiding voor de audit waren de resultaten uit de Keuzegids: studenten waren kritisch over de oriëntatie op de arbeidsmarkt en de kwaliteit van de docenten. De commissie heeft voor de NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 11

12 opleiding Kunstgeschiedenis gekozen op basis van de informatie van de NVAO. De NVAO nam in 2007 een accreditatiebesluit waarin ze haar zorgen uitte ten aanzien van de feitelijke studielast van deze opleiding, welke door de visitatiecommissie met een onvoldoende was beoordeeld. 3. De commissie heeft voor de trail personeelsbeleidonderwijs gekozen gezien het lage percentage docenten met een BKO (53%) en het lage aantal beoordelingsgesprekken (52%) zoals aangegeven in de kritische zelfreflectie. De trail is uitgevoerd bij de Faculteit Sociale Wetenschappen en Faculteit Geo-wetenschappen. Daarnaast heeft de commissie een aantal schriftelijke trails gehouden welke meegenomen zijn in de beoordeling bij de standaarden in het rapport. Bestuurlijke hantering, proces kwaliteitszorg. Opleidingen: Onderwijskunde en Pharmaceutical Sciences De commissie heeft vergelijkbare informatie als bij trail 2 opgevraagd voor de opleidingen Economie en Kunstgeschiedenis. Internationalisering De commissie heeft informatie opgevraagd over de in- en doorstroom van buitenlandse studenten, de begeleiding van studenten die naar het buitenland gaan en de keuze van de buitenlandse universiteiten. Examencommissies De commissie heeft informatie opgevraagd over de wijze waarop de Examencommissies op het instellingsniveau zijn voorbereid op hun nieuwe taak. Opleidingscommissies De commissie heeft informatie opgevraagd over het inwerktraject op instellingsniveau van opleidingscommissies. 2.3 Werkwijze commissie in het algemeen Voorbereiding 16 en 17 januari 2012 De commissie is voor het eerst bijeengekomen op 16 januari Tijdens deze bijeenkomst heeft de commissie de kritische reflectie van de Universiteit Utrecht besproken en de vragen en discussiepunten geïnventariseerd. Aan het einde van de dag heeft de commissie met de raad van toezicht gesproken. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling tijdens het bezoek aan de instelling. Op de tweede dag op 17 januari 2012 heeft de commissie gesproken met verschillende vertegenwoordigers van de instelling. De commissie sprak met het college van bestuur, decanen,onderwijsdirecteuren, studenten, personeel en stafdienst. Voor het open spreekuur, dat stond ingepland, zijn geen aanmeldingen gekomen. Bezoek 20, 21 en 22 februari 2012 Op de eerste dag heeft de commissie de ter inzage gelegde documentatie bestudeerd en de gesprekken voorbereid voor de verschillende trails. In de middag heeft de commissie gesproken met studenten, tutoren, studieadviseurs, vertegenwoordigers van de opleidingscommissie en examencommissie en de opleidingsdirecteur en de decaan in het kader van de trail studiekeuzebegeleiding. Op de tweede dag werd gesproken met het college van bestuur, studenten en docenten van de opleidingscommissies, onderwijsdirecteuren en decanen in het kader van de trail bestuurlijke hantering. Tenslotte werd op de derde dag gesproken met studenten met een studiebeperking, docenten, decanen, vicedecanen, hoofden P&O, departementshoofden en onderwijsdirecteuren in het kader van de trail personeelsbeleid-onderwijs. De commissie stelt met waardering vast dat de Universiteit Utrecht de audit goed heeft voorbereid, zowel in termen van de aangeleverde stukken als wat betreft de organisatie van de bezoeken aan de instelling. Op aanvullende vragen en wensen van de commissie heeft de Universiteit Utrecht steeds adequaat gereageerd. De commissie heeft met alle gesprekspartners in alle openheid kunnen spreken over de kwaliteitszorg binnen de Universiteit Utrecht. In bijlage 2 is een gedetailleerd overzicht van de locatiebezoeken en de gesprekspartners opgenomen. 2.4 Opbouw adviesrapport en opzet hoofdstukken Hoofdstuk 3 bevat algemene informatie over de Universiteit Utrecht. Vervolgens geeft de commissie in hoofdstuk 4 haar oordeel over de kwaliteitszorg van de instelling per standaard van het beoordelingskader. Bij elke standaard zijn de bevindingen, de overwegingen en oordelen opgenomen. De bevindingen naar aanleiding van de audittrails dienen hierbij steeds als casuïstische evidentie voor de wijze waarop het kwaliteitszorgsysteem als geheel functioneert binnen de Universiteit Utrecht. Het gaat daarbij dus niet om een 12 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

13 beoordeling van de in de audittrails betrokken opleidingen, maar om bepaalde aspecten daarvan op basis waarvan de commissie is kunnen nagaan of de instelling in control is. In hoofdstuk 5 zijn adviezen ter verbetering van het kwaliteitszorgsysteem opgenomen. Het rapport sluit af met een samenvattende tabel van de oordelen over de kwaliteitszorg van de instelling. Het rapport bevat verder vier bijlagen met: (1) informatie over de samenstelling van de commissie, (2) het programma van het locatiebezoek, (3) een overzicht van de bestudeerde documenten en (4) een lijst met afkortingen. NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 13

14 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de instelling 14 NVAO Adviesrapport Hanzehogeschool Groningen

15 3.1 Algemene gegevens Land Instelling Locaties Status Opleidingen 206 Nederland Universiteit Utrecht Utrecht bekostigd 3.2 Profiel van de instelling De uitvoering van het onderwijs van de Universiteit Utrecht is in handen van zeven faculteiten en drie onderwijsinstituten. De faculteiten van de Universiteit Utrecht zijn opgedeeld in departementen. Ieder departement coördineert het onderwijs en onderzoek voor een bepaald wetenschapsgebied. De departementen stellen de wetenschappelijke staf aan. De organisatie van het onderwijs in een faculteit is in handen van Undergraduate en Graduate Schools, onder leiding van een Board of Studies. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het bachelor-, master- en promotieonderwijs. De departementen werken samen met de Schools. Elke faculteit heeft één of meerdere Undergraduate Schools die samen met de facultaire departementen het bacheloronderwijs van de faculteit verzorgen. De masteropleidingen en promotieplekken zijn ondergebracht in zes Graduate Schools. Een School bestaat uit een aantal inhoudelijk verwante mastersopleidingen en PhD s. Hierdoor ontstaat een context waarin masterstudenten, promovendi en onderzoekers elkaar ontmoeten en stimuleren. De universiteit heeft naast de faculteiten ook drie onderwijsinstituten. Het betreft twee Engelstalige Undergraduate Honours-opleidingen (University College Utrecht, Roosevelt Academy in Middelburg) en het instituut voor de lerarenopleiding (Centrum voor Onderwijs en Leren). Het Centrum voor Onderwijs en Leren bundelt sinds 1 januari 2011 alle kennis en expertise van de Universiteit Utrecht op het terrein van educatie. De activiteiten van het voormalige IVLOS maken onderdeel uit van dit centrum. Elke faculteit heeft een ondersteunende dienst met daarin een afdeling Onderwijs Studenten Zaken (OSZ). Studenten en medewerkers kunnen bij OSZ onder andere terecht voor inschrijvingen voor cursussen en programma s, roosters, studiegidsen, studieadvies, studeren in het buitenland. De centrale directie Onderwijs & Onderzoek (O&O) is verantwoordelijk voor de begeleiding van studenten op universitair niveau (decanen, psychologen) en voor de contacten met studie- en studentenverenigingen. De afdeling Studentbegeleiding helpt studenten bij studiekeuze, studeeren persoonlijke problemen, en ondersteunt de faculteiten bij studentbegeleiding. Studentzaken & International Office beantwoordt vragen over studiegerelateerde onderwerpen als inschrijving en studiefinanciering, begeleidt studenten bij internationale uitwisseling, en ondersteunt de faculteiten bij de toelating van internationale studenten. De Universiteit Utrecht heeft in studenten waarvan eerstejaars studenten en buitenlandse studenten uit 110 landen. Door de NVAO zijn 45 bacheloropleidingen en 161 masteropleidingen beoordeeld. 3.3 Kengetallen per 1 januari 2011 Studentenaantallen Opleidingen Totaal aantal studenten Bachelorstudenten Masterstudenten 8359 Waarvan internationale studenten 2040 Totaal aantal opleidingen Bacheloropleidingen 45 Masteropleidingen 161 Waarvan Engelstalige opleidingen 4 (ba) 81(ma) Verleende diploma s Ba 4550 Ma 4486 Personeel Totaal (in fte) Wetenschappelijk personeel 2439 Financiën Totaal budget 767 miljoen NVAO Adviesrapport NVAO Adviesrapport Hanzehogeschool Universiteit Groningen Utrecht 15

16 Hoofdstuk 4 Beoordeling per standaard

17 4.1 Standaard 1: Visie op de kwaliteit van het onderwijs De instelling beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van haar onderwijs en op het ontwikkelen van een kwaliteitscultuur A. Bevindingen De commissie heeft bij haar onderzoek op basis van deze standaard in het bijzonder gekeken naar de visie van de Universiteit Utrecht op de kwaliteit van het onderwijs en de daarbij aansluitende kwaliteitscultuur. Visie De Universiteit Utrecht heeft de volgende visie op de kwaliteit van het onderwijs: Het onderwijs aan de Universiteit Utrecht moet jonge mensen academisch vormen, hen in het onderwijs uitdagen om de grenzen van hun talent op te zoeken en hen goed voorbereiden op een vervolg na hun studie, hetzij in een vervolgopleiding, hetzij op de arbeidsmarkt. De Universiteit Utrecht heeft haar visie nader vormgegeven in het Utrechtse onderwijsmodel dat in de basis stamt uit Het onderwijsmodel gaat uit van een uitdagend studieklimaat en onderwijs en dat recht doet aan verschillende ambities en talenten van studenten. Het Utrechtse onderwijsmodel kent vier pijlers: 1. in bachelorfase opleiden van breed gevormde academici, die binnen de masterfase zich verder specialiseren (harde knip); 2. een vraaggestuurde bachelorfase: naast een verplicht gedeelte stellen studenten het onderwijsprogramma deels zelf samen; 3. kleinschalig en activerend onderwijs; 4. goede docenten: onderwijskwalificaties docenten zijn van belang en universiteitsbrede instrumenten worden geïntroduceerd die docentprofessionalisering en onderwijsinnovatie stimuleren en faciliteren. Het onderwijsmodel is in 2006 herzien na een evaluatie van het bachelor-masterstelsel. Ook de formulering van nieuwe ambities in het Strategisch Plan hebben geleid tot aanscherping en uitbouw van het Utrechtse onderwijsmodel. Het onderwijsmodel laat ruimte voor accent- en cultuurverschillen tussen faculteiten en opleidingen. Het model geeft daarmee de kaders aan waarbinnen een grote variëteit aan opleidingen kan gedijen. De commissie heeft geconstateerd dat de Universiteit Utrecht op dit moment aan de volgende herziening van het Utrechtse onderwijsmodel werkt in het project BaMa 3.0. Dit project heeft als doel te komen tot beter onderwijs met minder werkdruk en meer waardering voor docenten. De instelling verwacht dat de aanscherping van het onderwijsmodel zal leiden tot een groter studiesucces en tevens zal bijdragen aan het reduceren van het aantal langstudeerders. Het college van bestuur heeft op 15 september 2011 met alle decanen de plannen voor het vernieuwde Utrechtse onderwijsmodel besproken. Ook wordt er in de reguliere overleggen met decanen veel gesproken over hoe het model vorm kan krijgen binnen de verschillende faculteiten. Ten tijde van het bezoek van de commissie was de discussie over de precieze invulling van BaMa 3.0 nog niet afgerond. De commissie heeft geconstateerd dat het Utrechts onderwijsmodel diep is doorgedrongen in alle geledingen van de organisatie. De universiteit zorgt ervoor dat er op verschillende niveaus wordt bijgedragen aan de ontwikkeling en implementatie van het nieuwe onderwijsmodel. Kwaliteitscultuur Op meerdere plaatsen binnen de Universiteit Utrecht wordt aandacht besteed aan het stimuleren van de kwaliteit van het onderwijs. Zo hecht de Universiteit Utrecht veel waarde aan het professionaliseren van haar docenten. Een voorbeeld hiervan is de leergang onderwijskundig leiderschap van het Centre of Excellence in University Teaching (CEUT). Daarnaast heeft de commissie geconstateerd dat in het kader van het monitoren en stimuleren van de kwaliteit van het onderwijs er verschillende formele en informele overlegvormen zijn tussen college van bestuur en decanen, rector en vicedecanen onderwijs en rector en onderwijsdirecteuren. Tevens worden er periodiek lunchoverleggen georganiseerd met onder andere docenten en medewerkers. Ten slotte investeert de Universiteit Utrecht al lange tijd in programma s op het gebied van academisch leiderschap, onderwijskundig leiderschap, leergangen voor nieuwe decanen en vicedecanen, en leergangen management voor ondersteunend personeel. B. Overwegingen De commissie is van mening dat de Universiteit Utrecht een duidelijk eigen profiel heeft, dat mede gebaseerd is op het Utrechtse onderwijsmodel. Dit model stelt de betrokkenheid en verschillende ambities van studenten centraal tegen de NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 17

18 achtergrond van de vaststelling dat interdisciplinariteit op het snijvlak van de bestaande wetenschappelijke disciplines een belangrijk uitgangspunt is voor de inrichting van het onderwijs. Sinds de vaststelling van de Richtlijn Onderwijs in 2002 is het onderwijsmodel in 2006 na een evaluatie van de invoering van het bachelor-masterstelsel aangescherpt en aangepast op grond van het nieuwe strategisch plan voor de instelling voor Op dit moment werkt de Universiteit Utrecht in het project BaMa 3.0 aan een volgende aanpassing en actualisering van het onderwijsmodel. De commissie ziet de wijze waarop binnen de instelling op allerlei niveaus wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van dit nieuwe model als een duidelijk bewijs van een breed gedragen visie op de kwaliteit van onderwijs. De vaststelling dat goed onderwijs in hoge mate samenhangt met goede docenten is naar het oordeel van de commissie leidend geweest bij het ontwikkelen van de visie van de Universiteit Utrecht op de kwaliteit van haar onderwijs. Sinds het midden van de jaren negentig voert deze universiteit een systematisch beleid gericht op onderwijsverbetering eninnovatie waarbij de kwaliteit van de docenten mede centraal staat. De langjarige aandacht voor de professionalisering van docenten werpt ook vruchten af. De commissie constateert dat tijdens haar onderzoek is gebleken dat docenten vanuit een intrinsieke motivatie zelf werken aan de verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs. De commissie is samenvattend van mening dat de Universiteit Utrecht beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van het onderwijs. Deze visie laat voldoende ruimte voor accentverschillen tussen faculteiten of opleidingen. De commissie acht het van belang dat deze ruimte ook blijvend geboden wordt aangezien opleidingen grote verschillen vertonen in bijvoorbeeld omvang en cultuur. C. Oordeel De commissie is van oordeel dat de Universiteit Utrecht voldoet aan standaard 1, visie op de kwaliteit van het onderwijs. 4.2 Standaard 2 Beleid De instelling beschikt over een adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van haar onderwijs te realiseren. Dit omvat in elk geval: beleid op het gebied van onderwijs, personeel, toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een studiebeperking, verankering van onderzoek in het onderwijs, evenals de verwevenheid tussen onderwijs en het (internationale) beroepenveld en vakgebied. A. Bevindingen Onderwijs Het onderwijsbeleid van de Universiteit Utrecht is vastgelegd in verschillende documenten. Het strategisch plan is de basis voor de beleidsontwikkeling binnen de Universiteit Utrecht. Het plan geeft richting aan de bestuurlijke agenda s van het college van bestuur en de faculteiten en wordt vertaald in een strategisch programma waarin ambities zijn omgevormd tot concrete projecten en activiteiten. De uitgangspunten van het Utrechtse onderwijsmodel zijn vastgelegd in de richtlijn onderwijs. De richtlijn is opgesteld door het college van bestuur en werd zoals eerder gesteld sinds 2002 meerdere keren bijgesteld. Het studentenstatuut en de onderwijs- en examenregeling zijn afgeleid van deze richtlijn. Op deze wijze schrijft het college van bestuur dwingend voor op welke manier bepaalde onderdelen van het onderwijs moeten worden uitgevoerd. Daarnaast kent de Universiteit Utrecht ook een systeem van interne certificering van opleidingen dat mede als doel heeft de implementatie van de onderwijsvisie te borgen en te kunnen sturen op kwaliteit. Het Utrechtse onderwijsmodel heeft als uitgangspunt het breed opleiden van academici. De Universiteit Utrecht biedt brede bacheloropleidingen aan waarin studenten relatief veel keuzeruimte binnen het programma wordt geboden. Een kwart van de bacheloropleiding (45 ECTS) bestaat uit een profileringsruimte die door studenten op basis van hun interesses en ambities kan worden ingevuld. Binnen deze 45 ECTS heeft de student de mogelijkheid om zich te verdiepen of zich te verbreden. De flexibiliteit in de bachelorprogramma s zoals weergegeven in het Utrechtse onderwijsmodel vraagt om een goede onderwijsorganisatie. De Universiteit Utrecht kent daarom een universiteitsbreed onderwijschassis dat de mobiliteit van studenten en de interdisciplinaire samenwerking over grenzen van opleidingen en faculteiten heen faciliteert. Uitgangspunten voor dit chassis zijn: een uniforme cursusomvang van 7,5 ECTS; uniforme niveau-indeling voor bachelorcursussen (inleidend, gevorderd en verdiepend); universitair jaarrooster met twee semesters (onderverdeeld in twee blokken van 10 weken), uniforme inschrijfperiodes cursussen en roostering van cursussen in een universitair timeslotmodel. 18 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

19 De grote keuzevrijheid binnen de bacheloropleidingen vereist een goede begeleiding van studenten bij hun keuzes. De universiteit heeft daartoe een brede baaierd van mensen en middelen ter beschikking. Tutoren en studiebegeleiders adviseren de studenten gedurende de gehele bachelorfase en er is voor studenten op velerlei manieren studiekeuzeinformatie beschikbaar. De commissie heeft de studiekeuzebegeleiding als onderwerp voor een audit trail genomen. De commissie constateert dat het studiebegeleidingssysteem essentieel is voor een goede werking van het Utrechtse model en dat het systeem in principe goed werkt. De commissie stelt wel vast dat dit systeem op sommige plaatsen wellicht overbelast is. Onderzoek en onderwijs Volgens de instelling is het wetenschappelijk onderzoek leidend bij de inrichting van het onderwijs. Onderzoek is daarom op verschillende punten verankerd in het onderwijs. Dit is ten eerste zichtbaar doordat de onderzoekscomponent een verplicht onderdeel is van de bachelor- en masteropleidingen en deze in eindkwalificaties staat beschreven. Ten tweede worden zowel de bacheloropleiding als de masteropleiding afgesloten met een scriptie waarin de student laat zien in staat te zijn zelfstandig onderzoek te verrichten en verschillende disciplines te combineren. Ten derde hebben docenten een gecombineerde aanstelling als docent-onderzoeker. Ten slotte zijn door de organisatorische inbedding van de Utrechtse masterprogramma s de Graduate Schools ontstaan. De commissie heeft in de gesprekken met docenten vernomen dat in de beoordelingsgesprekken zowel de onderwijs- als de onderzoekcomponent in een evenwichtige verdeling als vast onderdeel worden meegenomen. Vanuit het college van bestuur wordt er tevens op aangestuurd dat hoogleraren worden ingezet in het eerste jaar van het bacheloronderwijs. Op deze wijze komen eerstejaars studenten al in aanraking met onderzoek. Daarnaast mag geen enkele onderzoeker worden uitgeroosterd voor het geven van onderwijs. Deze regel wordt door het college van bestuur dwingend opgelegd. Ten slotte wordt in het tweede jaar van het bacheloronderwijs 15 ECTS uitgetrokken voor onderzoeksmethoden. Niettegenstaande bovenstaande maatregelen komt de universiteit in haar kritische reflectie zelf tot de conclusie dat: resultaten van actueel onderzoek niet altijd in voldoende mate in de bacheloropleidingen aan bod komen, en dat docenten niet altijd in voldoende mate hun eigen onderzoek bij het onderwijs betrekken. De commissie constateert tevens dat college van bestuur en decanen dit een ongewenste situatie achten en aan de hand van een good practice bij de faculteit der Geowetenschappen maatregelen ontwerpen om betere waarborgen te bieden dat actueel onderzoek op zoveel mogelijk plekken in het onderwijs aan bod komt. Verwevenheid tussen onderwijs en het beroepenveld Het beleid van de Universiteit Utrecht is gericht op het creëren van betrokkenheid van het afnemend veld bij de kwaliteit en het niveau van de masterprogramma s. Bij opleidingen die voorbereiden op specifieke beroepen zoals farmacie, (dier) geneeskunde, klinische psychologie en rechtsgeleerdheid zijn de contacten met de beroepsverenigingen volgens de kritische zelfreflectie helder. Zij hebben een grote inspraak bij de eindtermen en vormgeving van de masterprogramma s. Ook wordt het werkveld regelmatig betrokken bij de kwaliteitszorg op curriculumniveau, hoewel dat nog niet bij alle opleidingen structureel gebeurt. Personeel De instelling doet veel aan docentprofessionalisering. In het Utrechtse onderwijsmodel spelen (basis- en senior) onderwijskwalificaties een belangrijke rol. Deze kwalificaties onderstrepen het belang dat de instelling hecht aan de kwaliteit van haar docenten. Voor docenten is het behalen of hebben van een BKO of SKO bepalend voor een academische carrière. Tijdens de audittrail personeelsbeleid heeft de commissie geconstateerd dat de overgrote meerderheid van de docenten aan de in de trail betrokken faculteiten tenminste beschikt over een basiskwalificatie onderwijs en een substantieel aantal docenten beschikt over de seniorkwalificatie onderwijs. De commissie heeft ook universitair docenten (UD s) gesproken met een SKO. Voor een vast dienstverband als UD is een basiskwalificatie onderwijs vereist. Universitair hoofddocenten en hoogleraren moeten ook aan de eisen van de seniorkwalificatie voldoen. De eisen die aan de basis- en seniorkwalificatie onderwijs worden gesteld zijn universiteitsbreed vastgelegd en kunnen per faculteit nader worden gespecificeerd. Naast deze kwalificaties bestaan ook de basiskwalificaties onderzoek en de seniorkwalificatie onderzoek. De commissie heeft tijdens haar bezoek geconstateerd dat een aantal docenten over deze kwalificaties beschikt. Om de kwaliteit van het personeel te consolideren of te verbeteren en iedereen alert te houden op de gestelde kwaliteitseisen, vindt jaarlijks een beoordelings- en ontwikkelingsgesprek plaats. Naast de introductie van de BKO- en SKO-regeling worden ook andere instrumenten ingezet om onderwijsinnovatie te stimuleren en te ondersteunen. Zo is bijvoorbeeld de profileringshoogleraar onderwijs geïntroduceerd. Volgens de zelfreflectie is een profileringshoogleraar onderwijs in het bezit van de NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 19

20 seniorkwalificatie onderwijs en excelleert in onderwijs. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door onderzoek te doen op het gebied van onderwijs, door een belangrijke rol te vervullen bij de ontwikkeling van onderwijs, of door een voorbeeldfunctie te vervullen als docent. Binnen elke faculteit is de functie van profileringshoogleraar onderwijs beschikbaar. Toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een studiebeperking De Universiteit Utrecht streeft ernaar dat studenten met een studiebeperking in zover hun handicap dat toelaat in dezelfde tijd en met dezelfde kans op succes hun opleiding kunnen afronden als studenten zonder studiebeperking. De Universiteit Utrecht stelt hiervoor verschillende voorzieningen beschikbaar die afhankelijk van de aard van de beperking kunnen worden gebruikt door de student. De toekenning van de voorzieningen wordt op aanvraag van de student vastgelegd in het contract onderwijsvoorzieningen. De commissie heeft een gesprek met studenten met studiebeperking gehad. Uit de gesprekken volgt dat de studenten over het algemeen tevreden zijn over de begeleiding vanuit de Universiteit Utrecht. Vooral de begeleiding van een van de contactpersonen van de Universiteit Utrecht wordt als erg positief ervaren. Twee studenten hadden minder goede ervaringen met de begeleiding van een studieadviseur. B. Overwegingen De Universiteit Utrecht beschikt over adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van haar onderwijs te kunnen realiseren. Het Utrechtse onderwijsmodel is vertaald in vraaggestuurde opleidingen in de bachelorfase en aanbodgestuurde opleidingen in de masterfase. Het onderwijsmodel wordt ondersteund door het universiteitsbreed onderwijschassis. Het onderwijschassis behelst een uniforme cursusomvang, een universitair timeslotmodel, een universitair jaarrooster en een vaste inschrijfperiode. De universiteit heeft een rijk geschakeerd palet van cursussen, kwalificaties en seminars ontwikkeld om de kwaliteit van het onderwijs en de docent te verbeteren. Zo is de instelling in 1997 gestart met de zogenaamde basiskwalificatie- en seniorkwalificatie onderwijs (BKO en SKO) en werd in 2000 het Centre for Excellence in University Teaching (CEUT) opgericht. De structurele en langjarige aandacht voor de kwaliteit van docenten is in de ogen van de commissie een systematische waarborg voor de kwaliteit van het onderwijs en een centrale pijler van de kwaliteitscultuur binnen de instelling. Ook op andere centrale punten heeft de commissie gezien dat het onderwijsmodel van de Universiteit Utrecht adequaat is doorvertaald naar de praktijk van de opleidingen. Zo heeft de commissie onderzocht op welke wijze de begeleiding van studenten vorm krijgt. De commissie stelt vast dat dit bij de bestudeerde opleidingen gebeurt op een manier die in lijn is met de uitgangspunten van het Utrechtse onderwijsmodel. Ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs en de koppeling met actueel onderzoek waardeert de commissie maatregelen zoals een verplichte inzet van hoogleraren in het eerste bachelorjaar en het feit dat onderzoekers zich niet kunnen uitroosteren voor onderwijs positief. De commissie heeft echter verder weinig expliciet beleid aangetroffen ten aanzien van de structurele en systematische verankering van actueel onderzoek in het bacheloronderwijs. In haar kritische reflectie heeft de universiteit hier zelf ook reeds opgewezen en verbeteringen aangekondigd. De commissie acht het van belang dat de instelling op dit vlak een sterkere centrale regie gaat voeren. Voor de koppeling van onderwijs en het beroepenveld geldt eenzelfde aanbeveling. Weliswaar heeft de commissie tijdens de uitgevoerde audit trails bij een aantal opleidingen een duidelijke koppeling met het beroepenveld gezien, maar hier is het de commissie niet duidelijk geworden hoe het centrale beleid, dat er wel degelijk is, effectief in alle opleidingen wordt uitgevoerd. De commissie is van mening dat op deze twee punten meer begeleiding verwacht mag worden van het bestuur van de instelling. De commissie is in algemene zin van mening dat de Universiteit Utrecht een adequaat beleid ten aanzien van studenten met een studiebeperking voert. De Universiteit Utrecht heeft een handboek voor studenten met een studiebeperking, speciale voorzieningen voor die studenten en professionele begeleiding. De studenten met een studiebeperking zijn echter niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden die hen ter beschikking staan. De studenten die de commissie heeft gesproken geven over het algemeen aan erg tevreden zijn over de begeleiding vanuit de Universiteit Utrecht. C. Oordeel De commissie is van oordeel dat de Universiteit Utrecht voldoet aan standaard 2, Beleid. 20 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

21 4.3 Standaard 3 Resultaten De instelling heeft zicht op de mate waarin haar visie op de kwaliteit van onderwijs wordt gerealiseerd; zij meet en evalueert regelmatig de kwaliteit van haar opleidingen bij studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het beroepenveld. A. Bevindingen De commissie heeft bij haar onderzoek op basis van deze standaard in het bijzonder gekeken naar a) meetinstrumenten en evaluaties, en b) managementinformatie. Het kwaliteitszorgsysteem van de Universiteit Utrecht kent verschillende soorten instrumenten. In de kritische zelfreflectie wordt uitgebreid stil gestaan bij het gehele instrumentarium. Het kwaliteitszorgproces binnen de Universiteit Utrecht is zodanig ingericht dat er een cyclisch systeem is op alle niveaus binnen de universiteit. Het kwaliteitszorgsysteem volgt de kwaliteitscirkel van Deming, die hieronder schematisch is weergegeven en uit vier activiteiten bestaat: ontwerpen (plan), uitvoeren (do), controleren (check) en bijstellen (act). De verschillende cycli zijn onderling met elkaar verbonden, en worden gevoed door informatie uit formele en informele circuits. Hierdoor heeft de universiteit zicht op de mate waarin haar visie op de kwaliteit van het onderwijs wordt gerealiseerd. Afbeelding 1 Act Plan Act Plan Act Plan Check Check Check Do Do Do universiteit faculteit opleiding NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht 21

22 Meetinstrumenten en evaluaties en managementinformatie Het college van bestuur meet periodiek de resultaten van het onderwijsbeleid aan de hand van diverse instrumenten, zoals opleidingsvisitaties, enquêtes onder studenten, alumni en medewerkers, en kwantitatieve gegevens over in-, door- en uitstroom (nationale studentenenquête, landelijke wo-monitor). Sinds 2007 is er voor de interne kwaliteitszorg een universitair model met minimumvereisten, het zogenaamde kwaliteitszorg chassis en in 2009 werd het instrument van de interne audit ingevoerd. De interne audit is een instrument waarmee het college van bestuur tussentijds beter zicht kan krijgen op de kwaliteit van een opleiding, of een aspect daarvan. In 2010 werd besloten tot bilaterale kwaliteitsgesprekken tussen decaan en college van bestuur. Om de verschillende kwantitatieve gegevens op een gebruiksvriendelijke en geaggregeerde manier beschikbaar te maken voor opleidingen en daarmee bij te dragen aan hun interne kwaliteitszorg, heeft het college van bestuur in 2009 de onderwijskaart ontwikkeld: een kaart waarop de belangrijkste kwantitatieve gegevens van een opleiding integraal worden weergegeven, te vergelijken met een balanced score card. Deze onderwijskaart voor bacheloropleidingen bevat verschillende indicatoren, zoals gegevens over de in-, dooren uitstroom, voorzieningen, personeel, resultaten van in- en externe evaluaties. De onderwijskaart is tevens input voor het jaarlijkse kwaliteitsgesprek van de rector met de decaan en wordt jaarlijks in januari opgemaakt. Nut en werking van de onderwijskaart worden op dit moment geëvalueerd. De commissie heeft een aantal onderwijskaarten tijdens haar bezoek ingekeken. De onderwijskaarten zijn nog in ontwikkeling maar kunnen als een goed instrument dienen om meer inzicht te krijgen in de gegevens van een specifieke opleiding en zorgen zo voor meer greep op de kwaliteit van het onderwijs. Het college van bestuur rapporteert over resultaten uit de verschillende enquêtes aan de universiteitsraad. Een selectie van de gegevens maakt onderdeel uit van de managementrapportage die het college van bestuur vier maal per jaar aan faculteiten aanlevert in het kader van de planning- en controlcyclus, en van de onderwijskaart. Het college van bestuur maakt ook gebruik van andere instrumenten, zoals focusgroeponderzoeken of afzonderlijke enquêtes voor incidentele aangelegenheden. Daarnaast ontvangt het college informatie uit de vele informele overleggen en kanalen die het college en de stafafdeling met de faculteiten hebben. In de audittrail proces kwaliteitszorg kwam naar voren dat de lage respons (mbt de evaluaties) onder de studenten een punt van aandacht is. Door de lage respons kan een vertekend beeld ontstaan over de uitkomsten van de verschillende evaluaties. Binnen sommige opleidingen is het invullen van de evaluaties verplicht gesteld. De Universiteit Utrecht maakt gebruik van verschillende databases voor informatie mbt het personeel. De commissie heeft geconstateerd dat de registratie van de B&O gesprekken niet up-to-date is. Op centraal niveau komt naar voren dat op instellingsniveau 52% functioneringsgesprekken (B&O) zijn geregistreerd terwijl het percentage gevoerde gesprekken op decentraal niveau bij de faculteiten die de commissie heeft onderzocht veel hoger lijken te zijn. Het college van bestuur is op de hoogte van deze discrepantie en heeft het probleem rondom de registratie bij de directie O&O en HRM belegd. B. Overwegingen De commissie is van mening dat het kwaliteitszorgproces op opleidingsniveau goed op orde is. Zij heeft een goed werkend evaluatiesysteem aangetroffen. De instelling maakt gebruik van verschillende evaluatie-instrumenten, zoals enquêtes onder studenten, alumni en medewerkers. Studenten, medewerkers, alumni en werkveld worden op regelmatige basis bevraagd. Sinds 2007 is er ook voor de interne kwaliteitszorg een universitair model met minimumvereisten, het zogenaamde kwaliteitszorg chassis. De commissie stelt vast dat dit chassis voldoende ruimte laat voor een gedifferentieerde invulling op het niveau van faculteit en opleiding. De commissie acht dit van groot belang omdat, zoals al eerder bij standaard 1 werd gesteld, cultuurverschillen tussen opleidingen vaak ook andere manieren van evaluatie en organisatie vereisen. Tegelijkertijd zorgt het kwaliteitszorg chassis voor een duidelijke structuur in de organisatie van de kwaliteitszorg. De commissie stelt vast dat de Universiteit Utrecht vanaf 2009 extra aandacht heeft besteed aan de borging van de informatievoorziening tussen het facultaire niveau en het college van bestuur. De commissie waardeert dit positief en ziet ook de noodzaak van deze maatregelen. De commissie acht het van groot belang dat het college van bestuur goed geïnformeerd wordt door de afzonderlijke faculteiten over de kwaliteit van de opleidingen. De in 2008 ingevoerde interne audits en de bilaterale kwaliteitsgesprekken tussen decanen en college van bestuur waartoe in 2010 werd besloten zijn goede voorbeelden van deze ontwikkeling. De commissie 22 NVAO Adviesrapport Universiteit Utrecht

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016 nuao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie 1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 19 maart 2018 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Universiteit

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016 nuao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 24 oktober 2017 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Radboud

Nadere informatie

esluit Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Open Universiteit Nederland : 16 januari 2015

esluit Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Open Universiteit Nederland : 16 januari 2015 nuao r nederlands - vlaam se accred itatieo rg an isatie esluit Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Open Universiteit Nederland Datum 23 januari 2017 Onderwerp Besluit Instellingstoets

Nadere informatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen Archeologie, het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Datum 6 april 2018 Onderwerp Besluit Instellingstoets Kwaliteitszorg van de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Zelfevaluatie Universiteit Utrecht Concept. Mei 2017 Versie 7.5

Zelfevaluatie Universiteit Utrecht Concept. Mei 2017 Versie 7.5 Zelfevaluatie Universiteit Utrecht Concept Mei 2017 Versie 7.5 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Maatregelen genomen naar aanleiding van de Instellingstoets 2012... 6 Hoofdstuk 1: Visie en beleid... 10 1.1

Nadere informatie

Kwaliteitskaart onderwijs Felipe Salve

Kwaliteitskaart onderwijs Felipe Salve Kwaliteitskaart onderwijs Felipe Salve Collega s aan het woord Aanleiding Deelprojecten Conclusies inventarisatie Verbeteracties Kwaliteitskaart Kwaliteitsproces Aanleiding Instellingsaccreditatie Onvrede

Nadere informatie

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. adviesraad: de Adviesraad van de Honours Academy zoals nader

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Eens per 6 jaar, voor visitatie. Evt.bijstelling bij mid-term

Eens per 6 jaar, voor visitatie. Evt.bijstelling bij mid-term Handreiking voor de adjunct-directeuren Iedere bachelor- of masteropleiding in de FWN wordt aangestuurd door een adjunct-directeur. Een adjunct-directeur kan meerdere opleidingen aansturen. Hij heeft hierbij

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden Herziene versie per 1 september 2018 Honours Academy Universiteit Leiden, september 2018 1 Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. adviesraad: de

Nadere informatie

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (opleidingen)

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (opleidingen) 00 Executive summary Geef een samenvatting op basis van de signalen uit de monitor en geef op hoofdlijnen aan welke acties er gepland zijn. 0 Inleiding Dit kader bestaat uit zeven paragrafen waarin de

Nadere informatie

Handleiding kwaliteitszorg informatica en informatiekunde

Handleiding kwaliteitszorg informatica en informatiekunde Handleiding kwaliteitszorg informatica en informatiekunde Universiteit Utrecht, Faculteit Bètawetenschappen, Departement Informatica Versie 1.2, 10 november 2005 1. Verantwoordelijkheden 1.1. Bacheloropleiding

Nadere informatie

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies.

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies. Beoordeling van het herstelplan van de Vrije Universiteit Amsterdam met betrekking tot de onderzoeksgerichte wo-masteropleiding Clinical and Developmental Psychopathology (research) van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies juni 2012 1 Inhoud 1 Opleidingscommissies (OC)... 3 1.1 Samenstelling... 3 1.2 Opleidingscommissies binnen de FEB vanaf september

Nadere informatie

Jan Vijge. Maastricht University. Maastricht University. Tijdpad. Oriëntatie en. Wat zijn de BSC, kwetsbaar, wat zijn de risico s?

Jan Vijge. Maastricht University. Maastricht University. Tijdpad. Oriëntatie en. Wat zijn de BSC, kwetsbaar, wat zijn de risico s? Even voorstellen: Ervaringen instellingstoets Universiteit Maastricht Door Alexandra Rosenbach en Jan Vijge Alexandra Rosenbach Beleidsmedewerker Office Jan Vijge Internal auditor / intern organisatieadviseur

Nadere informatie

Naar een facultair meerjarenplan Opbrengst visiebijeenkomsten

Naar een facultair meerjarenplan Opbrengst visiebijeenkomsten Naar een facultair meerjarenplan 2016-2021 Opbrengst visiebijeenkomsten Het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen heeft eind mei en begin juni visiebijeenkomsten georganiseerd voor respectievelijk

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie

Jaarverslag & Jaarplan

Jaarverslag & Jaarplan Jaarverslag 2016-2017 & Jaarplan 2018-2019 School/College: Onderwijsdirecteur: Overzicht Opleidingen/tracks:

Nadere informatie

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (facultair).

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (facultair). 00 Executive summary Geef een samenvatting op basis van de signalen uit de monitor en geef op hoofdlijnen aan welke acties er gepland zijn. 0 Inleiding Dit kader bestaat uit zeven paragrafen waarin de

Nadere informatie

Training examencommissies

Training examencommissies Training examencommissies N.a.v. midterm review instellingstoets kwaliteitszorg 5 maart 2015 Linda Verbeek 1 Voorstellen Drs Scheikunde (UU) MSc Onderwijskundig ontwerp en advisering (UU) Nu: Beleidsmedewerker

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen nvao r n e d e ria n d s- ulaamse a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. : Saxion Hogeschool : Enschede, Deventer en Apeldoorn : 3 maart 2017

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. : Saxion Hogeschool : Enschede, Deventer en Apeldoorn : 3 maart 2017 nuao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Datum 12 april 2018 Onderwerp Besluit Instellingstoets Kwaliteitszorg van de Saxion

Nadere informatie

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Welkom Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Expertisecentrum handicap + studie Lex Jansen www.handicap-studie.nl

Nadere informatie

SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam

SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam Alice van de Vooren en Gerard Baars Risbo, Erasmus Universiteit Rotterdam Versterking onderwijscarriere EUR EUR-speerpunt:

Nadere informatie

23 januari 2014 versie 0.2.

23 januari 2014 versie 0.2. Onderwijskwaliteit onze zorg (III) Rapportage interne audit kwaliteitszorg 2 januari 2014 versie 0.2. 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 2. Opzet derde interne audit... 5 2.1. Doelstelling en vraagstelling...

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Regeling Basiskwalificatie Onderwijs

Regeling Basiskwalificatie Onderwijs Regeling Basiskwalificatie Onderwijs Departement Farmaceutische Wetenschappen Faculteit Bètawetenschappen Januari 2017 Inleiding Sinds de jaren negentig is de Universiteit Utrecht een van de voorlopers

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur Manager natuur en recreatie Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening)

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg ,nuao w nederlands-vlaam se accreditatieorganisatie >es Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Gegevens Instelling Locaties datum Datum aanvraag 26 april 2016 Datum locatiebezoeken

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdagen november 2015 Opbouw presentatie Inleiding Kenmerken van de opleiding De studie

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Adviesrapport

Universiteit Utrecht Adviesrapport Universiteit Utrecht Adviesrapport NVAO Afdeling Nederland Instellingstoets Kwaliteitszorg 18 januari 2018 Inhoud 1 Samenvattend advies 4 2 Inleiding en verantwoording 6 2.1 Doel van de instellingstoets

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen Stagereglement masteropleidingen Inhoud Inleiding...3 Verantwoordelijkheid en taakverdeling...3 Aantal studiepunten...3 Plaats in de opleiding...3 Leerdoelen...3 Soort

Nadere informatie

Jl.{.Dlo. Nota Universiteitsraad. Aan 14.30033. universiteitsraad. College van Bestuur. de Bakker. Project vernieuwing masterfase.

Jl.{.Dlo. Nota Universiteitsraad. Aan 14.30033. universiteitsraad. College van Bestuur. de Bakker. Project vernieuwing masterfase. Nota Universiteitsraad UR nummer Jl.{.Dlo Corsanummer 14.30033 Aan Van Universiteitsraad College van Bestuur Opsteller MA de Bakker Onderwerp Status Project vernieuwing masterfase ter bespreking Behandeling

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg Plaats: Tilburg Brinnummer: 25LV Onderzoeksnummer: 278276 Datum onderzoek: Oktober en december

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdag maart 2016 Opbouw presentatie Inleiding Waarom kiezen voor Frans? De studie

Nadere informatie

Call for proposals. Teaching Fellow Programma 2017

Call for proposals. Teaching Fellow Programma 2017 Call for proposals Teaching Fellow Programma 2017 1 oktober 2016 1. Beschrijving van het Teaching Fellow programma 2. Richtlijnen voor aanvragen 3. Beoordelingsprocedure 1. Teaching Fellow Programma Inleiding

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Onderwijskwaliteitszorg TU Delft: hoe past de NSE hierin?

Onderwijskwaliteitszorg TU Delft: hoe past de NSE hierin? Onderwijskwaliteitszorg TU Delft: hoe past de NSE hierin? Jenny Brakels Onderwijs & Studentenzaken Delft University of Technology TU Delft 2 Vakbekwaam samenwerkingsbereid gericht op de verdere ontwikkeling

Nadere informatie

Adviesrapport. Universiteit Leiden. Instellingstoets kwaliteitszorg 24 mei 2013

Adviesrapport. Universiteit Leiden. Instellingstoets kwaliteitszorg 24 mei 2013 Adviesrapport Universiteit Leiden Instellingstoets kwaliteitszorg 24 mei 2013 Adviesrapport Universiteit Leiden Instellingstoets kwaliteitszorg 24 mei 2013 NVAO Adviesrapport Universiteit Leiden 3 Inhoud

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen)

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen) HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen) Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: faculteitsreglement:

Nadere informatie

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014 9nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n isa tie S I y 0 1 Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding wo-bachelor Archeologie en Prehistorie

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen

Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen Faculteitsraad Bètafaculteit ingekomen 15 mrt 2005 FRBF 05-014 Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen Vastgesteld in gezamenlijk overleg tussen het college van bestuur en het federatiebestuur. 15 maart

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen ,m)ao r nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 31 augustus

Nadere informatie

Kwaliteitsdefinitie. Analyse. Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie

Kwaliteitsdefinitie. Analyse. Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie Versie april 2008 1 Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie Afkortingen: OLC : opleidingscommissie OS : onderwijssecretaris (Olga Yates / Jaap Hoff) PO : portefeuillehouder onderwijs (Corinne

Nadere informatie

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Feiten en cijfers 40 (gemeenschappelijke) opleidingscommissies 280 studenten / 30 docenten Vergoeding: 40 euro per vergadering, max. 10 vergaderingen (studenten)

Nadere informatie

Borging kwaliteit en functioneren examencommissies

Borging kwaliteit en functioneren examencommissies Borging kwaliteit en functioneren examencommissies Wageningen University 20 mei 2015, Prof. Dr. Martin Kropff Rapport Verdere Versterking Aanleidingen voor mijn verhaal:! Rapport onderwijsinspectie Vraag:

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Studeren in een academische context

Studeren in een academische context Studeren in een academische context Jan van Rooij & Sinem Akgün 07-09-2017 - Organisatie van de Universiteit Leiden/ - CvB > Faculteit > Instituut (psychologie) - Bachelor opleidingscommissie - Honours

Nadere informatie

Studiekeuze & studeren Waar begint mijn kind aan?

Studiekeuze & studeren Waar begint mijn kind aan? 1 Studiekeuze & studeren Waar begint mijn kind aan? Hidde de Haas - Studieadviseur Faculteit der Letteren Geschiedenis & IRIO Naomi Schuitema & Vivien van Dongen 2 Rijksuniversiteit Groningen sinds 1614

Nadere informatie

Eindrapportage projectteam. Onderwijsorganisatie in de Science Faculteit

Eindrapportage projectteam. Onderwijsorganisatie in de Science Faculteit Faculteitsraad Faculteit Bètawetenschappen ingekomen 9 juni 2005 FRBF 05-033 Eindrapportage projectteam Onderwijsorganisatie in de Science Faculteit Concept: 11 mei 2005 1 Algemeen In deze eindrapportage

Nadere informatie

Directeur onderwijsinstituut

Directeur onderwijsinstituut Directeur onderwijsinstituut Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het facultair en uitvoering en organisatie van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande

Nadere informatie

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Economie en Bedrijfseconomie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde ( FEWEB) Opbouw van studie door prof. dr. Henri de Groot (programmadirecteur)

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018;

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018; Besluit Datum 27 november 2018 Kenmerk 2018-079129 Onderwerp VU-UvA Honoursregeling HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM; gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg

Nadere informatie

Vragenlijst opleidingsmanagers

Vragenlijst opleidingsmanagers De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 18 juni 2009 aan de Tweede Kamer een onderzoek toegezegd naar het functioneren van opleidingscommissies in het bekostigd hoger onderwijs. Centraal

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2016

Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2016 Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2016 Informatiebijeenkomst 24 Juni 2015 Presentatie aangevuld met vragen & opmerkingen vanuit de zaal prof. dr. Jan-Willem Lammers & prof. dr. Bert van de Brink Contact

Nadere informatie

(Format) Jaarverslag Examencommissie

(Format) Jaarverslag Examencommissie (Format) Jaarverslag Examencommissie Presentatie voor examencommissies Technische Universiteit Delft tijdens thematische lunchsessie OC Focus Datum : 20 januari 2015 Locatie : Cultuurcentrum, Pottenbakkerij

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor fnvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie @S 1(UI ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Telefoonnummer : Datum :

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut :   Telefoonnummer : Datum : PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Email : Telefoonnummer : Datum : 1 Inhoud Onderwijscv... 3 1. Onderwijsvisie... 7 2. Didactisch ontwerp en uitwerking

Nadere informatie

Voorstel voor een facultaire agenda kwaliteitszorg. Hans Romkema, 18 september 2009

Voorstel voor een facultaire agenda kwaliteitszorg. Hans Romkema, 18 september 2009 Inleiding Voorstel voor een facultaire agenda kwaliteitszorg Hans Romkema, 18 september 2009 Kwaliteitszorg is één van de terreinen waarvoor EWI gekozen heeft op faculteitsniveau meer afstemming te zoeken.

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor se a ccreditati eorganísati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum 23 januari 201 3 onderwerp Defìnitief

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen School/instelling : CSG Het Noordik Plaats : Vriezenveen BRIN-nummer : 0DO Onderzoeksnummer : HB756654 Onderzoek uitgevoerd :

Nadere informatie

Open Universiteit wo-bachelor M il ieu-natu un rretenschappen (1 80 ECTS) 1 6 december 201 3. deeltijd Heerlen (afstandsonderwijs) 7 mei2013

Open Universiteit wo-bachelor M il ieu-natu un rretenschappen (1 80 ECTS) 1 6 december 201 3. deeltijd Heerlen (afstandsonderwijs) 7 mei2013 G. nvqo n ed erl an ds - v I a a mse a ccreditati eor ga ni sati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor M i I ieu-natu urwetenschappen van de Open U

Nadere informatie

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Voorlichtingsdag Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde PROGRAMMA Bedrijfskunde@VU: hoe, wat en waarom? Prof. dr. W.E.H. Dullaert, Opleidingsdirecteur bachelor bedrijfskunde

Nadere informatie

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES Over het voorkomen van studieuitval bij een universiteitsbrede, interdisciplinaire bacheloropleiding SURF ACADEMY: MASTERCLASS STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België Yvette Michotte 27 februari 2016 10-3-2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

De studieloopbaanadviseur

De studieloopbaanadviseur De studieloopbaanadviseur Notitie Lijst Calimero, mei 2017 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Achtergrondinformatie 3. Voorstel 4. Conclusie 5. De studieloopbaanadviseur in beeld Inleiding De RUG stelt zich

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding. wo-ma Master in Managing Information and. Sustainable Change. Radboud Universiteit Nijmegen

Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding. wo-ma Master in Managing Information and. Sustainable Change. Radboud Universiteit Nijmegen Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding wo-ma Master in Managing Information and Sustainable Change Radboud Universiteit Nijmegen 12 juni 2017 NVAO Toets voorwaarde(n) nieuwe opleiding Adviesrapport

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

Studiesucces 2 Keuzeruimte 3 Verengelsing van het onderwijs 4 Interdisciplinariteit en brede opleidingen 4 Diversiteit 5 Werkgroepen 5 Huisvesting 6

Studiesucces 2 Keuzeruimte 3 Verengelsing van het onderwijs 4 Interdisciplinariteit en brede opleidingen 4 Diversiteit 5 Werkgroepen 5 Huisvesting 6 Partijprogramma TOF 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Onderwijskwaliteit eerst Studiesucces 2 Keuzeruimte 3 Verengelsing van het onderwijs 4 Interdisciplinariteit en brede opleidingen 4 Diversiteit

Nadere informatie

ICLON Powerpoint sjabloon

ICLON Powerpoint sjabloon ICLON Powerpoint sjabloon Een voorbeeld van een ICLON presentatie Piet Presentator & Co Copresentator (ICLON) Coby Collega (Leiden University) Max Medewerker (Instituut voor Cooperatie) [Congresnaam, Plaats,

Nadere informatie

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht ,wao F nederlands - viaamse accreditatieorganisatie uit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor se acqed tati eorgantsat e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie van de Universiteit Utrecht datum

Nadere informatie

Beleidsplan 2014-2015. Facultaire Studentenraad Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Beleidsplan 2014-2015. Facultaire Studentenraad Maatschappij- en Gedragswetenschappen Beleidsplan 2014-2015 Facultaire Studentenraad Maatschappij- en Gedragswetenschappen Voorwoord De Facultaire Studentenraad Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FSR FMG) 2014 2015 bestaat uit twaalf betrokken

Nadere informatie

Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht

Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht Definitieve versie Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Artikel 9.5 Het college van bestuur kan richtlijnen vaststellen met het oog op de organisatie

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie