Transcriptie

1 aan De Gemeenteraden van de Gemeentes in de Stadsregio Amsterdam datum : 14 mei 2007 uw kenmerk : n.v.t. ons kenmerk : 2007/535/MKG bijlage(n) : geen onderwerp : Toelichting activiteiten en resultaten Openbaar Vervoer inlichtingen : Machiel Kouwenberg, of m.kouwenberg@stadsregioamsterdam.nl Geachte Raad, Met deze brief willen wij u informeren en onszelf verantwoorden over de acties en resultaten die de stadsregio als opdrachtgever voor het regionale openbaar vervoer in 2006 en het begin van 2007 heeft gerealiseerd, en voor de komende periode heeft gepland. U kunt de brief lezen als een beknopt jaarverslag en actieprogramma. In de brief komen de verschillende activiteiten aan de orde waarmee wij het openbaar vervoer in de regio een kwaliteitsimpuls willen geven. Bij deze activiteiten werken wij samen met de gemeentes en stadsdelen in de regio, met de provincie Noord-Holland, en uiteraard met de vervoerders. Wij gaan in onze brief in op de behaalde resultaten en op de doelen waaraan wij op dit moment werken. Wensen, eventuele knelpunten en mogelijke oplossingen daarbij noemen wij ook, in de verwachting dat wij deze in de komende tijd gezamenlijk kunnen aanpakken. Vier concessiegebieden, één opdrachtgever en één Reizigersadviesraad Sinds 1 januari 2006 is de stadsregio de directe opdrachtgever voor al het openbaar vervoer in het gebied, dat bestaat uit de vier concessies Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Waterland en Zaanstreek. Doordat wij nu ook direct verantwoordelijk zijn voor de aansturing van het vervoer in het concessiegebied Amsterdam, is de samenhang in het beleid voor de verschillende concessies toegenomen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de prestaties van de vervoerders in de verschillende concessiegebieden beter vergelijken en de ervaringen uit het ene gebied benutten in het andere. Dit past binnen ons doel om de basiskwaliteit van het openbaar vervoer in het hele stadsregiogebied op een vergelijkbaar hoog niveau te brengen en te handhaven. Per 1 januari 2006 zijn ook de twee afzonderlijke Reizigersadviesraden voor stad en regio gefuseerd. De Reizigersadviesraad bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende consumentenorganisaties en adviseert de stadsregio en de vervoerders over onder andere concessieverlening, programma s van eisen en andere beleidsmatige zaken zoals tariefwijzigingen, toegankelijkheid en sociale veiligheid. De Reizigersadviesraad vergadert in principe iedere maand.

2 Aanbestedingen Door middel van aanbesteding wil de stadsregio voor het beschikbare budget een zo goed mogelijk openbaar vervoer realiseren. De vervoerder met de beste aanbieding krijgt het exclusieve recht om gedurende een bepaalde periode in een concessiegebied het openbaar vervoer te verzorgen. Het programma van eisen speelt een belangrijke rol bij de concessieverlening. Hierin legt de stadsregio vast aan welke eisen het openbaar vervoer in het gebied minimaal moet voldoen. Bij het opstellen van het programma van eisen voert de stadsregio overleg met de Reizigersadviesraad en de gemeentes binnen het concessiegebied. Hiertoe zijn voor elk concessiegebied adviescommissies ingesteld. Ons Dagelijks Bestuur beoordeelt de inschrijvingen en verleent de concessie uiteindelijk aan de beste aanbieder. Als de concessie naar een andere vervoerder gaat, gaat het personeel mee naar de nieuwe vervoerder. Dit is bij wet geregeld om te voorkomen dat bijvoorbeeld buschauffeurs en tramconducteurs hun baan kwijtraken als hun werkgever een concessie verliest. Overigens blijken de aanbestedingen vooral meer werk voor chauffeurs op te leveren. Na de recente aanbesteding in Amstelland-Meerlanden werden bijvoorbeeld 250 chauffeurs gezocht. Deze nieuwe achtjarige concessie voor Amstelland-Meerlanden is op 15 maart 2007 aan Connexxion gegund. Hiermee zijn drie van de vier concessiegebieden binnen de stadsregio aanbesteed, alleen de concessie Amsterdam is nog verstrekt op basis van onderhandse gunning. Wij constateren met tevredenheid dat de resultaten van de tot nu uitgevoerde aanbestedingen gunstig zijn voor de kwaliteit van het openbaarvervoeraanbod. Bij elke aanbesteding bood de winnende vervoerder een aanzienlijke uitbreiding van het aantal dienstregelinguren, in Amstelland-Meerlanden zelfs 60 %. Ook zijn verschillende nieuwe verbindingen in het netwerk opgenomen. De winnende vervoerbedrijven vragen dankzij een grotere efficiency lagere tarieven voor hun dienstregelinguren. Zo konden zij de uitbreiding van het vervoeraanbod realiseren terwijl het budget voor openbaar vervoer als gevolg van de bezuinigingen door het Rijk in de afgelopen jaren juist afgenomen is. Dit houdt in dat de aanbestedingen hebben geleid tot meer kilometers voor minder geld (zie de tabel voor een vergelijking van de resultaten voor de verschillende concessiegebieden). Concessie Zaanstreek Waterland Amstelland- Amsterdam Meerlanden Aanbesteed? Ja Ja Ja Nee (onderhands gegund) Startdatum en concessieduur December jaar December jaar December jaar Januari jaar Vervoerder Connexxion Arriva Connexxion GVB Budget per jaar en ontwikkeling budget 7 mln (- 16%) 10 mln (- 10%) 32 mln (- 5%) 136 mln (- 11% over 3 jaar) Ontwikkeling aantal + 30 % + 50 % + 60 % +/- 0 % dienstregelinguren Toegezegde > 25 % > 35 % > 50 % +/- 0 % reizigersgroei Nieuw materieel? 100 % 100 % 95 % Gedeeltelijk Positie in OVklantenbarometer 2006 (van 86 gebieden in heel NL) Tram 66 Bus 72 Metro 77 Naast de uitbreiding van dienstregeling en lijnennet hebben wij met de winnende vervoerders goede afspraken gemaakt over de groei van het openbaar vervoergebruik en over de kwaliteit van de dienstverlening, zoals de stiptheid en de reisinformatie. In de concessie Zaanstreek heeft Connexxion bijvoorbeeld geïnvesteerd in een systeem met actuele reisinformatie op belangrijke haltes. Pagina 2

3 Door de goede ervaringen met de aanbestedingen in Amstelland-Meerlanden, Waterland en Zaanstreek verwachten wij dat een aanbesteding ook in het concessiegebied Amsterdam zal leiden tot beter en meer openbaar vervoer. De Wet Personenvervoer schrijft voor dat de provincies en stadsregio s in ieder concessiegebied in Nederland het openbaar vervoer moeten aanbesteden. In 2005 heeft het Rijk toegezegd dat de aanbesteding van het openbaar vervoer in de vier grote steden later mag plaatsvinden dan in de rest van Nederland. Aan die toezegging stelde het Rijk wel de voorwaarden dat de doelmatigheid van het GVB tot 2012 moet toenemen en dat het GVB per 1 januari 2007 extern verzelfstandigd moet zijn. Deze verzelfstandiging heeft op die datum plaatsgevonden, en ook de efficiency van het GVB is de laatste jaren vergroot. Dit komt tot uitdrukking in onze overeenkomst met het GVB over dalende tarieven gedurende de huidige concessie. De huidige concessie loopt t/m eind In principe willen wij de concessie na een evaluatie en tussentijdse contractonderhandelingen verlengen t/m eind Concessiebeheer Concessiebeheer betekent samenwerking met vervoerders om de uitvoering van de dienstverlening zo goed mogelijk te laten verlopen. Tegelijk zien wij een scherp toezicht op de prestaties van de vervoerders als een essentieel onderdeel van een goed concessiebeheer. Op die manier willen we de vervoerders houden aan de verbeteringen voor de reiziger, die wij op basis van hun meerjarige aanbiedingen met hen zijn overeengekomen. In de praktijk houdt dit toezicht in dat wij de verrichtingen van de vervoerders volgen door middel van gerichte monitoring. De monitoring vindt plaats door de prestaties te meten aan de hand van waarnemingen in het veld, en aan de hand van informatie die wij van de vervoerders vragen. Onderwerpen als stiptheid, reisinformatie en daadwerkelijke uitvoering van ritten geven wij daarbij veel aandacht omdat dit basisbehoeftes van elke reiziger zijn. Daarbij willen we de prestaties in de concessies zo goed mogelijk kunnen vergelijken. Naast de monitoring door de stadsregio zelf voert het Ministerie van Verkeer en Waterstaat jaarlijks de OVklantenbarometer uit. Dit is een vergelijkend onderzoek naar het reizigersoordeel over het openbaar vervoer in alle 86 concessies in Nederland. De resultaten van de OVklantenbarometer over 2006 laten zien dat het openbaar vervoer in de concessies Waterland (7 e plaats) en Zaanstreek (3 e plaats) qua reizigersoordeel een hoge plek op de ranglijst heeft behaald, en een verbetering ten opzichte van Een andere indicator voor de waardering van het openbaar vervoer door de reiziger is voor ons de ontwikkeling in de verkoop van vervoerbewijzen in de regio. De opbrengst hieruit steeg in 2006 in de hele stadsregio met gemiddeld 4,3 % ten opzichte van 2005 (waarbij invloeden door tariefwijziging zijn gecorrigeerd). Hierin zien wij een duidelijke aanwijzing voor een toename van het aantal reizigers. De groei in de stadsregio is bovendien twee keer zo hoog als het gemiddelde van 2 % voor heel Nederland samen. De eerste helft van 2006 stond voor de gebieden Amsterdam en Waterland in het teken van een nieuwe concessie en een nieuw programma van eisen. In Waterland begon Arriva als nieuwe vervoerder. Aanvankelijk zorgden onder andere een gebrek aan materieel en personeel voor veel vertraging, uitval en klachten. Door intensief contact met Arriva, extra monitoring en het opleggen van een boete is het gelukt om de dienstuitvoering zo snel mogelijk op een hoger niveau te krijgen. Dit blijkt een duurzaam resultaat, wat wordt bevestigd door de reeds genoemde OVklantenbarometer. In Amsterdam introduceerde het GVB op 28 mei 2006 een sterk vernieuwde lijnvoering en dienstregeling. De basis hiervoor is het programma van eisen voor Amsterdam Pagina 3

4 waarin wij hebben ingezet op een uitbreiding en versnelling van directe en gestrekte verbindingen met het CS, met behoud van een goede ontsluiting in alle wijken. Het nieuwe vervoeraanbod van het GVB leidde tot de nodige klachten en protesten, onder andere in Amsterdam West, Buitenveldert en Diemen, omdat sommige vertrouwde verbindingen waren geknipt of vervallen ten gunste van nieuwe verbindingen of frequentieverhogingen op andere lijnen. Wij hebben besloten om enkele vervallen verbindingen opnieuw bij het GVB in te kopen, waaronder de buslijn tussen Amsterdam Noord, Diemen, Duivendrecht en het AMC. De communicatie van het GVB over de nieuwe dienstregeling verliep niet naar behoren, waarop wij het GVB een boete hebben opgelegd. Bij de invoering van de winterdienst in september 2006 heeft het GVB de informatievoorziening vervolgens beter uitgevoerd. In de al langer lopende concessies Zaanstreek en Amstelland & Meerlanden veranderde in 2006 relatief weinig. Acties en ontwikkelingen in 2007 en de komende jaren In de onderstaande paragrafen schetsen wij de belangrijkste acties en ontwikkelingen in het openbaar vervoer waaraan wij in 2007 en de komende jaren werken. OV-chipkaart, wijziging tariefsysteem en gratis openbaar vervoer De gezamenlijke openbaarvervoerbedrijven voeren landelijk de OV-chipkaart in. De OVchipkaart is een contactloos elektronisch vervoerbewijs dat het reizen voor de klant makkelijker, sneller en eerlijker moet maken. De kaart zal straks in al het openbaar vervoer (inclusief de trein) te gebruiken zijn en biedt voor de reiziger onder meer de mogelijkheid tot het automatisch opladen van het saldo. Vervoerders en decentrale overheden krijgen de mogelijkheid om tariefdifferentiatie toe te passen (verschillende tarieven bijvoorbeeld op basis van traject, tijdstip of vervoermiddel). Ook biedt de OV-chipkaart aan vervoerders en decentrale overheden veel meer inzicht in de reizigersstromen in het openbaar vervoer. Er zijn verschillende soorten chipkaarten te koop, waaronder persoonsgebonden kaarten en kaarten voor eenmalig gebruik. In 2006 is de OV-chipkaart in gebruik genomen in de Amsterdamse metro. De planning is dat de OV-chipkaart in de loop van 2008 in alle concessiegebieden van de stadsregio is ingevoerd. Naar verwachting zal de strippenkaart uiterlijk per 1 januari 2009 worden afgeschaft en zal het niet meer mogelijk zijn om met een ander vervoerbewijs dan de OV-chipkaart te reizen. Samenhangend met de introductie van de OV-chipkaart zal ook het tariefsysteem in de stadsregio veranderen. Het huidige zonesysteem wordt vervangen door een tarief op basis van gereisde kilometers. Daarbij is het onvermijdelijk dat sommige reizigers erop vooruitgaan en andere op achteruit, ten opzichte van de huidige situatie. Uitgangspunt is echter dat door de invoering van het nieuwe tariefsysteem de opbrengsten voor alle vervoerders, en de kosten voor alle reizigers als geheel per saldo gelijk blijven. Sinds enkele jaren is gratis openbaar vervoer een belangrijk aandachtspunt. Er wordt en is inmiddels een aantal experimenten met gratis openbaar vervoer uitgevoerd in Nederland, met verschillende doelstellingen en resultaten. De stadsregio is op grond van haar OV-Visie geen voorstander van een permanent gratis openbaar vervoer voor alle groepen reizigers. Wel ontwikkelen wij momenteel een beleidskader om initiatieven voor gratis openbaar vervoer op tijdelijke basis of voor bepaalde doelgroepen te kunnen beoordelen. De stadsregio is betrokken bij twee experimenten met tijdelijk gratis openbaar vervoer op filegevoelige trajecten. Het gaat om de Nieuwkomerkaart Waterland, die is bedoeld voor nieuwe inwoners van de Waterlandgemeenten van 16 Pagina 4

5 jaar en ouder, en om de Schiphol Forenskaart, die aan werknemers van deelnemende bedrijven op Schiphol gratis openbaar vervoer biedt in ruil voor hun reiskosten- of parkeervergoeding. Het experiment met de Nieuwkomerkaart start op 1 juli 2007 en het experiment met de Schiphol Forenskaart uiterlijk eind augustus De stadsregio onderzoekt met deze twee initiatieven vooral het reismotief van de betreffende reizigers. Reisinformatie In maart 2007 heeft het Dagelijks Bestuur van de stadsregio een bedrag van ,- gereserveerd met het doel om voor 2012 in de hele stadsregio panelen te plaatsen met dynamische reisinformatie, zoals actuele vertrektijden. De ambitie is om deze service aan 95 % van de reizigers in de stadsregio te bieden. De stadsregio is zelf geen wegbeheerder en is daarmee voor de realisatie afhankelijk van de medewerking van de wegbeheerders en de vervoerbedrijven. Daarom hebben wij aan de gemeentes in de stadsregio verzocht om medewerking te verlenen aan het programma zodat dit een succes wordt. Momenteel verkennen wij samen met de gemeentes en met de Reizigersadviesraad wat de wensen zijn op het gebied van actuele reisinformatie op straat. Tegelijkertijd doen wij kennis en ervaring op met de technische kant van het project, onder andere door onze betrokkenheid bij een vergelijkbaar informatiesysteem in Alkmaar, dat in september gaat draaien. Onlangs is op het busstation van Zaandam een paneel geplaatst waarop de actuele tijden van de treinen worden weergegeven. Dit is een goed voorbeeld van samenwerking in reisinformatie tussen NS, Connexxion, de stadsregio en de gemeente Zaanstad. Bij de tot nu toe verrichte aanbestedingen in de stadsregio speelt reisinformatie een steeds grotere rol. Wij constateren dat vervoerbedrijven in het kader van aanbestedingen bereid zijn om meer te investeren in reisinformatie. Toegankelijkheid Zowel in landelijke wetgeving als in het beleid van de stadsregio is het verbeteren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer een belangrijk speerpunt. In de afgelopen jaren heeft de stadsregio via de aanbestedingen van de concessies Zaanstreek, Waterland en Amstelland-Meerlanden, en de onderhandse gunning van de concessie Amsterdam door middel van een ambitieus eisenpakket voor de toegankelijkheid van materieel en reisinformatie een aanzienlijke verbetering gerealiseerd. Om het openbaar vervoer optimaal toegankelijk te maken zal echter ook de halte-infrastructuur moeten worden aangepast. Dit vergt medewerking van de betrokken wegbeheerders en een aanzienlijke financiële investering. In mei 2006 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat 9 miljoen aan de stadsregio beschikbaar gesteld, bovenop de bestaande middelen uit de Brede Doeluitkering, onder de voorwaarde dat de stadsregio zou meewerken aan het behalen van de nationale doelstelling: in 2010 moeten circa 50% van alle bushaltes toegankelijk zijn, waardoor circa 68 % van alle busreizigers een volledig toegankelijke reis kan maken. De stadsregio heeft zelf ook nog eens 10 miljoen vrijgemaakt voor dit doel en dus is in onze regio een kleine 20 miljoen beschikbaar voor het verbeteren van de toegankelijkheid van bushaltes. De komende tijd zullen de wegbeheerders hard aan de slag moeten gaan met het aanpassen van de bushaltes in hun gebied. Dit moet leiden tot een concreet uitvoeringsprogramma voor in eerste instantie de komende twee jaar. Sociale veiligheid De stadsregio heeft verschillende rollen op het gebied van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Een van deze rollen is de coördinatie van activiteiten tussen de Pagina 5

6 verschillende partijen die betrokken zijn bij de sociale veiligheid. In dit verband was een belangrijke mijlpaal in de concessie Amsterdam onlangs de oprichting van het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer, dat bij de politie wordt ondergebracht. Een andere belangrijke taak van de stadsregio is het inkopen van diensten van conducteurs, controleurs en toezichthouders in het openbaar vervoer. Zij verrichten onder andere de kaartcontrole in de voertuigen en leveren service aan reizigers. Sociale veiligheid in het openbaar vervoer heeft grote raakvlakken met diverse beleidsterreinen waarvoor de gemeentes in de stadsregio verantwoordelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn het beleid voor de horeca, de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte, en het toezicht in de openbare ruimte. De stadsregio wil in samenwerking met de gemeentes graag een verbeteringsslag realiseren. Het beleid voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer, dat in 2005 is vastgelegd in het Beleidskader Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer, heeft in 2006 zijn vruchten afgeworpen. Een belangrijke indicator hiervoor zijn de scores voor sociale veiligheid, zoals deze in de landelijke jaarlijkse rapportages aan de concessies in de stadsregio zijn toegekend. Niet alleen is het aantal incidenten duidelijk gedaald, ook het veiligheidsgevoel bij de reizigers is verbeterd. Deze resultaten zijn een reden om de bestaande inspanningen voort te zetten. Een punt van extra aandacht is de veiligheid in de Amsterdamse metro, inclusief de metrostations. Het veiligheidsgevoel wordt hier als lager ervaren dan in de directe omgeving. Er wordt echter wel vooruitgang geboekt, wat we terugvinden in de beoordeling van de veiligheid door GVB-reizigers. Hiervoor heeft het GVB een bonus gekregen. De bus en tram in Amsterdam scoren in het algemeen beter qua veiligheidsgevoel. In de streekconcessies is de score van het veiligheidsgevoel goed, ondanks enkele incidenten met uitgaanspubliek. Innovatiefonds De stadsregio staat achter vernieuwingen die de kwaliteit en belevingswaarde van het openbaar vervoer ten goede komen, en nieuwe reizigers trekken. Daarom hebben wij begin 2007 het Innovatiefonds ingesteld, vooralsnog voor een proefperiode van twee jaar. Het Innovatiefonds is bedoeld om kansrijke vernieuwingen te ondersteunen of uit te voeren op het gebied van marketing, tarieven, kwaliteit, telematica en infrastructuur. Voorstellen kunnen bij de stadsregio worden ingediend door individuele reizigers, de Reizigersadviesraad, gemeentes, vervoerders en andere partijen die bij het regionale openbaar vervoer zijn betrokken. De voorstellen worden vervolgens door de stadsregio en de Reizigersadviesraad getoetst op winst voor de reiziger, op realiteitswaarde en op uitvoerbaarheid. Het Innovatiefonds wordt gevormd door boetes, die aan vervoerders worden opgelegd wanneer zij niet volgens de afspraak presteren. Op deze manier wil de stadsregio de boetes op een zinvolle manier opnieuw investeren in het openbaar vervoer. Omdat wij er uiteraard naar streven om zo weinig mogelijk boetes te hoeven opleggen, is het beschikbare bedrag in het Innovatiefonds niet constant. Het fonds is daarom alleen bestemd voor eenmalige investeringen en uitgaven. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling om nieuwe lijnen uit het fonds te financieren. Zo willen we voorkomen dat een voorziening in het leven wordt geroepen, die verwachtingen wekt bij reizigers, en waarvoor vervolgens geen structurele dekking bestaat. Op 1 mei jongstleden sloot de termijn voor het indienen van voorstellen voor Er zijn 30 voorstellen ingediend. Wij verwachten na de zomer een keuze te maken uit de ingediende voorstellen. Pagina 6

7 Onderzoeken en toekomstvisies Naast de dagelijkse aansturing van het openbaar vervoer in de vier concessies voert de stadsregio onderzoeken en visies uit over het openbaar vervoer op de middellange en lange termijn. Daarbij is onze inzet dat de continuïteit en kwaliteit van het openbaar vervoer kan worden gewaarborgd, en dat wordt gewerkt aan gerichte verbeteringen. Een van onze aandachtsgebieden is de ontwikkeling van de netwerkopbouw in het openbaar vervoer op langere termijn. In dat kader loopt het onderzoek Exploitatieve Effecten Noord/Zuidlijn (EENZ). In deze studie wordt onderzocht hoe de Noord/Zuidlijn zo goed mogelijk kan worden geïntegreerd binnen het regionale openbaar-vervoernetwerk. Ook werken wij momenteel aan de Visie Openbaar Vervoer Hierin formuleren wij onze ambitie en ons toekomstbeeld voor het regionale openbaar vervoer en de bereikbaarheid in de komende decennia. In deze visie staat een zorgvuldige afstemming tussen openbaar vervoer en ruimtelijke, maatschappelijke en technische ontwikkelingen centraal. Door een goede afstemming van wonen, werken, recreatie en openbaar vervoer kunnen draagvlak en gebruik van het openbaar vervoer, en daarmee ook de betaalbaarheid op langere termijn worden vergroot. Zowel het onderzoek EENZ als de Visie Openbaar Vervoer zijn naar verwachting eind 2007 gereed. Ook bij de ontwikkeling van openbaar vervoer in specifieke gebieden is de stadsregio betrokken. Een belangrijk voorbeeld daarvan is de Zuidas, die in het komende decennium zal uitgroeien tot één van de belangrijkste openbaar vervoerknopen van Nederland. Luchtkwaliteit De stadsregio zet zich in voor een verbetering van de luchtkwaliteit. Wij kunnen hierop directe invloed uitoefenen door het ondersteunen en voorschrijven van maatregelen die de schadelijke uitstoot van bussen zo veel mogelijk beperken. Inmiddels zijn de bussen in de concessiegebieden Amsterdam en Zaanstreek volledig uitgerust met roetfilters. Deze roetfilters zorgen voor een vermindering tot circa 95 % van de roetdeeltjes en fijnstof in de uitstoot van bussen. Hiermee voldoen de bussen aan de nieuwe Euro V norm. In de concessie Waterland wordt in 2007 begonnen met het plaatsen van roetfilters. Bij de aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden hebben wij in de aanbesteding eisen gesteld aan de uitstoot van de bussen. In mei 2008 zal hier een vrijwel geheel nieuwe busvloot in dienst worden gesteld die voldoet aan de Euro V norm. Ongeveer de helft van de bussen zal zelfs worden uitgerust met zogenaamde EEV-motoren (Enhanced Environmentally friendly Vehicle), waarbij nog minder schadelijke stoffen worden uitgestoten. Al met al zullen in 2007 ruim 400 bussen in het vervoergebied van de stadsregio milieuvriendelijker zijn geworden. Spoorvervoer Hoewel de stadsregio geen opdrachtgever is voor het openbaar vervoer per trein, zijn wij wel betrokken bij verschillende ontwikkelingen in het spoorvervoer. Wij adviseren NS over hun plannen voor de dienstregeling in de regio. Ook werken wij mee aan een aantal studies naar de gewenste ontwikkeling van het spoorvervoer in de regio op de langere termijn. Een voorbeeld hiervan is de planstudie OV SAAL, over de verbetering van de verbinding tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad via onder meer het spoor. In 2006 hebben wij met onze partners in de Noordvleugel en met de spoorsector een samenwerkingsovereenkomst gesloten over de verbetering van het regionaal spoorvervoer en de aanwending van het BOR/Regionet-budget van 170 miljoen voor onder meer de realisatie van diverse nieuwe stations, waaronder Purmerend Weidevenne, Krommenie - Assendelft (verplaatsing), Sloterdijk Hemboog, Pagina 7

8 Watergraafsmeer en Holendrecht. Deze stations worden vanaf eind 2007 tot eind 2014 opgeleverd. Rond verschillende van deze stations zullen de betrokken gemeentes investeren in woningbouw, en in parkeervoorzieningen, fietsstallingen, P&R-plekken en bushaltes. Infrastructuur voor openbaar vervoer Reizigers verlangen dat hun reis per bus, tram of metro snel en betrouwbaar verloopt. Om stipt en snel te rijden, moet het openbaar vervoer voldoende kunnen doorstromen. Een goed functionerende infrastructuur is daarom heel belangrijk. Met voorzieningen zoals vrije banen, prioriteit bij kruispunten en goed aangelegde haltes kan bovendien op iedere rit tijd worden gewonnen. Omdat op elke lijn een groot aantal ritten per jaar wordt gereden, kan binnen een heel netwerk een aanzienlijke tijdwinst worden geboekt en met hetzelfde aantal mensen en voertuigen dus meer openbaar vervoer aan de reiziger worden geboden. Omgekeerd kan het vervoeraanbod negatief worden beïnvloed als de doorstroming verslechtert. Naast doorstroming op de route zien wij de afwikkeling van het openbaar vervoer op knooppunten als een belangrijk aandachtspunt. Verschillende trein- en busstations in de regio fungeren als openbaar vervoerknooppunten. Op de knooppunten komen diverse bus-, tram- en metrolijnen samen en bieden overstapmogelijkheden onderling en op de trein. Wij constateren de positieve tendens dat openbaar vervoerknooppunten in trek zijn als locatie om te investeren in de ontwikkeling van werk- en woongelegenheid. Dit zorgt weer voor een groei van het openbaar vervoer naar deze knooppunten. Soms komt de ruimte voor een goede afwikkeling van het openbaar vervoer onder druk te staan, bijvoorbeeld door een gebrek aan haltecapaciteit. Ons uitgangspunt is dat er voldoende ruimte en voorzieningen op knooppunten moeten worden geboden om een groei en een goede afwikkeling van het openbaar vervoer op lange termijn te waarborgen. Dit draagt bij aan het behoud van de attractiviteit als ontwikkelingslocatie. De stadsregio is zelf geen beheerder van infrastructuur in de regio. Uiteraard hebben wij als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wel belang bij een goede infrastructuur. Wij vragen de wegbeheerders in de regio dan ook om bij het ontwerp en beheer van hun infrastructuur in te zetten op verbetering of behoud van de doorstroming en afwikkeling van het openbaar vervoer. Voor bepaalde investeringen stelt de stadsregio subsidies beschikbaar. Nadere toelichting? Wij kunnen ons voorstellen dat u over één of meer onderwerpen in deze brief nadere toelichting wilt krijgen. Uiteraard zijn wij graag bereid om deze te geven. Hiervoor kunt u contact opnemen met de afdeling Openbaar Vervoer van de stadsregio via het telefoonnummer of adres zoals genoemd boven deze brief. Hoogachtend, L. Verbeek Portefeuillehouder Openbaar Vervoer en Financiën Pagina 8