Gemeenteraad 23 februari 2016

Transcriptie

1 Gemeenteraad 23 februari 2016 STEDELIJK SUBSIDIEREGLEMENT INZAKE HET SAMENVOEGEN VAN HANDELSPANDEN WAARVAN TEN MINSTE ÉÉN HANDELSPAND EEN LEEGSTAAND HANDELSPAND IS HOOFDSTUK 1. BEGRIPPENKADER Artikel 1. Definities Voor de toepassing van dit reglement verstaan we onder: Handelszaak Elke commerciële onderneming waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is vereist en die de uitoefening van een kleinhandel tot hoofddoel heeft. Handelspand Het onroerend goed waarin de handelszaak wordt uitgebaat met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak. Handelaar De uitbater, natuurlijke of rechtspersoon, van de handelszaak. Eigenaar Hij/zij die kan aantonen, door aflevering van een kopie van de notariële akte, of onderhandse koopovereenkomst dat hij eigenaar is van het bewuste pand. Gebruiksrecht Het wettelijk regelmatig recht tot gebruik van het handelspand, voor een periode van minstens 9 jaar, dat bestaat in hoofde van de handelaar, op grond van volle eigendom, wettelijk of conventioneel vruchtgebruik, recht van erfpacht of recht van opstal, voor zover deze rechten kunnen worden aangetoond aan de hand van een authentieke akte, of op grond van een aantoonbare en geldige handelshuurovereenkomst. Zakelijk gerechtigde De houder van een van de volgende zakelijke rechten: (a) de volle eigendom (b) het recht van opstal of van erfpacht (c) het vruchtgebruik Commerciële ruimte (of netto handelsoppervlakte) De oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet overdekte oppervlakten. Leegstaand handelspand Elk handelspand dat op het ogenblik van de aanvraag sedert minstens 12 opeenvolgende maanden niet voor handelsdoeleinden werd gebruikt. Het bewijs wordt geleverd door het leegstandsregister zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, of via een bewijs door de aanvrager zelf. In het tweede geval worden dezelfde criteria in overweging genomen die worden gehanteerd bij opname in het leegstandsregister. In het geval van een nieuw leegstaand handelspand, waarvoor het 7 jaar duurt vooraleer dit pand op de leegstandslijst terecht komt, is een schriftelijke verklaring op eer van de eigenaar voldoende. Samenvoeging De werkzaamheden verricht door erkende ambachtslui en/of geregistreerde aannemers, die tot doel hebben het samenvoegen van twee of meerdere panden met minstens één gemeenschappelijke muur, tot één groot geheel om alzo een grotere verkoopsoppervlakte te realiseren op het gelijkvloers voor zover minstens één van de panden een bestaand leegstaand handelspand is. Vergunningsplichtige werken (codex Ruimtelijke Ordening) Sectie 1. Vergunningsplichtige handelingen Artikel Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning: 1 de hiernavolgende bouwwerken verrichten, met uitzondering van onderhoudswerken: (a) het optrekken of plaatsen van een constructie; (b) het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat; (c) het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie; Publiciteit: Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van de volgende publiciteitsinrichtingen of uithangborden: de bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende uithangborden, met een totale oppervlakte van maximaal 4 vierkante meter; HOOFDSTUK 2. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 2. Algemeen Binnen de perken van het in de begroting voorziene krediet kan het college van burgemeester en schepenen van de stad Landen een subsidie verlenen gericht op de creatie van grotere handelsruimtes door middel van samenvoeging van leegstaande handelspanden of door middel van samenvoeging van een in gebruik zijnde handelspand met een leegstaand handelspand. De subsidie kan toegekend worden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het betreft investeringssubsidies met een maximum bedrag zoals bepaald in artikel 9, voor kosten door de

2 aanvrager gemaakt in functie van de uitbating van een detailhandelszaak binnen het kernwinkelgebied. Het kernwinkelgebied is bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2012 vastgelegd. De volgende straten zijn opgenomen in het kernwinkelgebied: (a) Stationsstraat; (b) Bondgenotenlaan nummers 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14; (c) Stationsplein; (d) Marktplein. HOOFDSTUK 3. TOEPASSINGSGEBIED Artikel 3. Begunstigden De subsidie kan enkel worden aangevraagd door een handelaar. Deze handelaar kan huurder zijn van de commerciële ruimte in het handelspand of houder zijn van het zakelijke recht. De handelaar kan onder toepassing van onderhavig reglement in aanmerking komen voor bovenvermelde subsidie voor elke kost gemaakt voor de samenvoeging van leegstaande handelsruimtes of een leegstaande en een in gebruik zijnde handelszaak, op voorwaarde dat de eigenaars van de betrokken panden hiertoe hun schriftelijke toestemming verlenen. Artikel 4. Algemene voorwaarden 1. De subsidie betreft enkel handelspanden: (a) die gelegen zijn in het kernwinkelgebied van Landen, zoals in artikel 2 opgesomd; (b) die een kleinere netto winkelvloeroppervlakte dan 700 m² hebben; (c) die stedenbouwkundig vergund zijn als handelszaak; (d) die in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften; (e) die indien vereist over een sociaaleconomische vergunning beschikken; (f) die conform zijn met alle wettelijke verplichtingen voor de uitoefening van de handelszaak; (g) waar momenteel één of meerdere handelspanden leegstaan en deze kunnen worden samengevoegd met een ander leegstaande of bestaande handelszaak om te komen tot een groter geheel; 2. Het handelspand moet ten minste vijf jaar na uitkering van de subsidie zonder onderbreking van meer dan drie maanden, een actieve handelszaak herbergen, tenzij er sprake is van schade of vernietiging door: (a) overstromingen; (b) brand; (c) natuurrampen in het algemeen; (d) langdurige openbare werken waardoor de handelszaak niet bereikbaar is; (e) andere oorzaken waardoor de handelszaak niet of niet veilig toegankelijk is voor het publiek; (f) of een handelszaak na een brand of een natuurramp toegankelijk is voor het publiek wordt door de groep Ruimte & Omgeving, dienst Ruimtelijke Ordening & Stedenbouw of de plaatselijke brandweer beslist. Na het samenvoegen van de handelspanden worden deze beschouwd als één handelspand. In de periode van vijf jaar na uitbetaling van de subsidie moet de handelszaak ten minste vijf dagen per week geopend zijn, met een minimum gemiddelde van zeven uren per dag. 3. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover; (a) ze in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften; (b) de noodzakelijke vergunningen er voor verkregen zijn; (c) ze in overeenstemming zijn met onderhavig reglement. Artikel 5. Uitgesloten van de subsidie Komen expliciet niet in aanmerking: (a) eigenaars die zelf geen handelszaak in het handelspand uitbaten; (b) panden waarin een handelszaak wordt uitgebaat zoals: i. kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimte; ii. nachtwinkels, callshops, automatenshops, goktenten, sexshops, peepshows, dancings; (c) handelspanden waarvan de vloeroppervlakte van de commerciële ruimte meer dan 700 m² bedraagt; (d) grootwarenhuizen; (e) lunaparken en privé-clubs; (f) groothandel (bij gemengde activiteit is de ingeschreven hoofdactiviteit in de Kruispuntbank voor ondernemingen doorslaggevend); Artikel 6. Gebiedsomschrijving Als toepassingsgebied voor de subsidiemogelijkheid komen de panden in aanmerking die gelegen zijn in het afgebakende kernwinkelgebied in Landen, zoals vermeld in artikel 2 van dit reglement. HOOFDSTUK 4. SUBSIDIEERBARE WERKEN Artikel 7. Samenvoeging van de leegstaande handelspanden Kosten gemaakt voor de uitvoering van werken door ambachtslui en/of aannemers, die door hun bestemming onroerend worden voor het samenvoegen van twee of meer leegstaande panden met minstens één gemeenschappelijke muur om tot één groter geheel te komen om alzo een grotere verkoopoppervlakte te realiseren. De twee of meer panden die deel uitmaken van de

3 samenvoeging worden beschouwd als één handelspand en komen bijgevolg in aanmerking voor de subsidie. Artikel 8. Bijkomende voorwaarden Eigen prestaties, erelonen en kosten van architecten of veiligheidscoördinatie of andere studiebureaus komen niet in aanmerking voor terugbetaling, officiële facturen voor goederen die betrekking hebben op de werken komen wel in aanmerking. HOOFDSTUK 5. SUBSIDIE Artikel 9. Subsidiebedrag 1. De uit te voeren werken moeten minimaal 2500,00 EUR (exclusief btw) bedragen. De subsidie wordt vastgelegd op maximaal ,00 EUR en wordt uitbetaald op basis van de bewezen, aanvaardbare kosten maar kan nooit meer bedragen dan de bewezen kosten. 2. De subsidie bestaat uit een tussenkomst van maximum 4000,00 EUR subsidie per pand dat wordt aangesloten aan een reeds bestaand leegstaand handelspand: bijvoorbeeld pand 1 (bestaande handelszaak) en pand 2 (leegstaande handelszaak) worden samengevoegd tot één handelspand, de maximale subsidie bedraagt 4000,00 EUR subsidie. Aan pand 1 en pand 2 wordt nog een 3 de handelspand toegevoegd, de maximale subsidie bedraagt 8000,00 EUR. voorbeeld: Pand 1 + pand 2 maximaal 4000,00 EUR subsidie. Pand 1 + pand 2 + pand 3 maximaal 8000,00 EUR subsidie. Pand 1 + pand 2 + pand 3 + pand 4 maximaal ,00 EUR subsidie, dit bedrag geldt ook voor eventuele volgende handelspanden die bijkomend worden gekoppeld. 3. De subsidie is van toepassing in het doelgebied zoals gedefinieerd in artikel 2 en rekening houdend met de beperkingen zoals omschreven in artikel 10; Artikel 10. Beperkingen 1. Werken aan handelspanden waarvoor in de afgelopen vijf jaren onder een ander stedelijk subsidiereglement subsidies werden uitbetaald voor gelijkaardige werken (te rekenen vanaf de datum van uitbetaling ervan), komen niet in aanmerking. 2. Deze subsidie kan slechts éénmaal verkregen worden binnen de looptijd van dit reglement. De maximale toegekende subsidie per handelspand, zoals beschreven in artikel 9 blijft dezelfde ongeacht de eventuele spreiding van aanvragen. 3. De dossiers worden behandeld in chronologische volgorde van indiening en tot uitputting van het goedgekeurde krediet. HOOFDSTUK 6. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE Artikel 11. Aanvraagdossier 1. Een aanvraag tot het verkrijgen van hoger vermelde subsidie dient vóór het beëindigen van de werken ingediend te worden bij: stad Landen college van burgemeester en schepenen cel Communicatie & Lokale Economie Stationsstraat Landen Het indienen kan zowel schriftelijk als ter plaatse bij het onthaal in het stadhuis tegen een ontvangstbewijs. 2. De aanvraag moet de volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn: (a) het behoorlijk ingevulde en door de aanvrager ondertekende aanvraagformulier; (b) een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst of andere akte met betrekking tot het zakelijk recht; (c) een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder; (d) een bewijs van een stedenbouwkundige vergunning, indien vereist voor de uit te voeren werken; (e) een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een bestek met een beschrijving of procedé, materialen, kleuren, aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken; (f) een nauwkeurige prijsraming of offerte(s); (g) zes genummerde foto s van de bestaande toestand en indien van toepassing, ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto s; (h) een overzicht van de geplande openingsdagen- en uren. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er in de periode van vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie effectief een uitbating is die ten minste vijf dagen per week geopend is, met een minimum gemiddelde van zeven uren per dag. Artikel 12. Ontvankelijkheid De aanvraag is pas ontvankelijk indien alle benodigde documenten, zoals beschreven in artikel 11 in het dossier aanwezig zijn. De aanvrager wordt hiervoor op de hoogte gebracht door de cel Communicatie & Lokale Economie. HOOFDSTUK 7. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG Artikel 13. Beslissing

4 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de bevoegde stedelijke diensten de aanvraag principieel goed te keuren of te weigeren. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de aanvrager. Bij de beoordeling van het dossier, zowel bij de aanvraag als bij de uitbetaling, staat de kwaliteit van materialen en de uitvoering centraal: (a) de gesubsidieerde werken moeten de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en straatbeeld bevorderen; (b) de gesubsidieerde werken moeten zich ruimtelijk inpassen in architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van het geheel waar ze deel van uitmaken; (c) de gesubsidieerde werken moeten worden uitgevoerd in kwalitatieve en esthetische verantwoorde materialen die voldoende duurzaam en stevig zijn voor het bedoelde gebruik; (d) de werken moeten voldoende bijdragen tot een integrale verbetering van het handelspand; 2. Het stadsbestuur behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te voeren die vereist zijn voor de behandeling van de aanvraag. Indien de aanvrager zijn medewerking weigert, vervalt elk recht op subsidie. Artikel 14. Verval van recht op subsidie Afgezien van eventuele rechtsvervolging, kunnen vastgestelde misbruiken aanleiding geven tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie, verhoogd met de wettelijke intrest. Het recht op de subsidie vervalt van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie één van de volgende feiten worden vastgesteld: (a) het overlijden, de ontbinding of het faillissement van de aanvrager, rekening houdend met de mogelijkheid tot overdraagbaarheid uit artikel 23; (b) de onteigening van de houders van zakelijke rechten op het handelspand; (c) het volledig of gedeeltelijk teniet gaan van de commerciële ruimte van het handelspand; HOOFDSTUK 8. AANVANG VAN DE WERKEN Artikel 15. Aanvang der werken Om voor de subsidie in aanmerking te komen, mogen de werken gestart maar niet zijn beëindigd vóór de principiële goedkeuring van de aanvraag door het college van burgemeester en schepenen. HOOFDSTUK 9. UITBETALING VAN DE SUBSIDIE Artikel De aanvraag voor uitbetaling van de subsidie dient, met voorlegging van de nodige bewijsstukken door de subsidiegerechtigde ten laatste op 31 maart 2017 worden ingediend bij het stadsbestuur van Landen. De desbetreffende handelszaak dient binnen deze termijn effectief in uitbating te zijn. Desgevallend moet deze termijn ook vallen binnen de termijn van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning. 2. Alle facturen mogen enkel prestaties betreffen die geleverd werden vóór 31 januari Alle facturen moeten gedateerd zijn vóór 28 februari Alle facturen moeten betaald zijn vóór 31 maart Slechts in volgende gevallen van overmacht kan uitstel verkregen worden: (a) problemen met aannemers: i. slecht of niet uitgevoerde werken; ii. faling of faillissement; iii. juridische conflicten; (b) juridische conflicten tussen aanvragers onderling of tussen aanvrager en eigenaar; (c) uitzonderlijke omstandigheden te beoordelen door het college van burgemeester en schepenen; Indien de aanvrager uitstel wenst aan te vragen, dient hij/zij de redenen van uitstel te bewijzen aan de hand van officiële bewijsstukken. Hij/zij richt hiertoe een aangetekend schrijven aan het stadsbestuur van Landen, cel Communicatie & Lokale Economie. Het uitstel kan maximaal zes maanden bedragen per ingewilligd verzoek tot uitstel. Na deze uitstelperiode vervalt de subsidie onherroepelijk. Artikel 17. Aanvraagdossier De aanvraag tot uitbetaling van de subsidie bestaat minimaal uit de volgende documenten: (a) kopieën van de rechtsgeldige facturen betreffende de werkzaamheden, met duidelijke vermelding van de locatie van de werken, op naam van de aanvrager en voor voldaan ondertekend of vergezeld van een geldig betalingsbewijs; (b) foto s van na de werken; (c) gunstig advies van de stedenbouwkundig ambtenaar in geval van vergunningsplichtige werken; Artikel 18. Berekening van de subsidie 1. Het te ontvangen bedrag wordt berekend op basis van de gedetailleerde ingediende facturen exclusief de belasting op de toegevoegde waarde, na voltooiing van de subsidiabele werken, zoals beschreven in hoofdstuk 4.

5 2. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan het niet af te leiden valt over welke werken het precies gaat worden onontvankelijk verklaard. 3. Kastickets, bestelbons, enz. worden niet aanvaard. Als men daarover beschikt, wordt er aangeraden bij betreffende leverancier hiervan een factuur te vragen. Artikel 19. Uitbetaling van de subsidie 1. De subsidie wordt betaald indien aan elke van de onderstaande voorwaarden werd voldaan: (a) het verrichten van een geldige aanvraag, op basis van het officiële aanvraagformulier en zoals omschreven in artikel 11, principieel goedgekeurd vóór het beëindigen van de werken; (b) controles ter verifiëring van de uitgevoerde werken werden toegelaten; (c) de uitvoering van de werken gebeurd is volgens de goedkeuring en de geldende bepalingen van het reglement; (d) subsidies kunnen enkel worden uitbetaald voor uitgevoerde werken, indien dit noodzakelijk is conform de stedenbouwkundige vergunning, door middel van een gunstig advies van de groep Ruimte & Omgeving. Er kan enkel een subsidie worden betaald op voorwaarde dat de aanvrager ook in overeenstemming is met andere reglementen en regelgeving die van toepassing zijn op de voorgestelde aanvraag en het desbetreffende pand. Het niet in overeenstemming zijn met andere toepasselijke reglementen kan aanleiding geven tot een weigering van de subsidie. De aanvrager dient zich te informeren bij de stedelijke diensten in verband met de toepasselijke reglementen en regelgeving; (e) het college van burgemeester en schepenen beslist over de goedkeuring tot uitbetaling van de subsidie op basis van de adviezen van de stedelijke diensten; 2. Na een positieve beslissing wordt de subsidie binnen de dertig dagen uitbetaald door middel van een overschrijving op het rekeningnummer van de gerechtigde. HOOFDSTUK 10. SANCTIES Artikel 20. Sancties 1. Het college van burgemeester en schepenen zal de terugvordering van de subsidie eisen, vermeerderd met de wettelijke intrest: (a) indien de subsidie toegekend en uitbetaald werd op basis van onjuiste gegevens of valse verklaringen afgelegd met het oog op het onrechtmatige genieten van de subsidie; (b) indien de wettelijke verplichtingen, zoals bijvoorbeeld af te wijken van de stedenbouwkundige vergunning, met inbegrip van de verplichtingen die voortvloeien uit dit reglement, niet worden nageleefd; (c) wanneer achteraf blijkt dat de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend; 2. Het college van burgemeester en schepenen kan de terugvordering van de subsidie eisen, pro rata van het aantal overblijvende jaren en verhoogd met de wettelijke intresten op deze sommen, vanaf de datum van ingebrekestelling met aanmaning van terugbetaling in de volgende gevallen: (a) indien niet langer voldaan is aan de voorwaarde van het uitbaten van een handelszaak gedurende ten minste vijf jaar, onder andere: i. indien de eigenaar van het handelspand die de handelszaak in het pand zelf uitbaat, binnen de vijf jaren na uitkering van de subsidie de handelszaak verkoopt enerzijds of stopzet zonder terug te verhuren voor een andere handelsactiviteit die zich binnen de drie maanden ontplooit anderzijds; ii. indien de huurder van het handelspand die de handelszaak uitbaat, binnen de vijf jaren na uitkering van de subsidie de handelszaak stopzet zonder dat er binnen de drie maanden een nieuwe handelsactiviteit ontplooid wordt in het handelspand; (b) wanneer de gesubsidieerde samenvoeging binnen de vijf jaren na toekenning van de subsidie wordt opgeheven; (c) wanneer niet meer wordt voldaan aan de vereiste om ten minste vijf dagen per week, met een minimum van zeven uren per dag geopend te zijn; 3. De voorwaarde van vijf jaren vervalt indien: (a) het stadsbestuur zelf aan de basis zou liggen van een kortere uitbatingsperiode; (b) indien de stopzetting van de handelsactiviteit het gevolg is van overmacht (bv. langdurige werken, geen andere mogelijke oplossingen, alles werd gedaan om tot een oplossing te komen). Het college van burgemeester en schepenen oordeelt of een situatie als overmacht kan worden bestempeld; De handelaar heeft bovendien het recht om zijn handelszaak voor maximaal en in totaal drie maanden te sluiten zonder gevolgen. HOOFDSTUK 11. SLOTBEPALINGEN Artikel 21. Cumuleerbaarheid De aanvrager verbindt zich ertoe, door de ondertekening van het aanvraagdossier, om de ingediende facturen voor deze subsidie niet meer te gebruiken voor het verkrijgen van andere toelagen van de stad. Artikel 22. Overdraagbaarheid

6 Toegekende subsidies voor werken die niet of geheel konden uitgevoerd worden in opdracht van de aanvrager kunnen in uitzonderlijke gevallen worden overgedragen naar een overnemende handelaar op voorwaarde dat: én de aanvraag tot overdracht aangetekend wordt ingediend bij het stadsbestuur van Landen, cel Communicatie & Lokale Economie, met opgave van reden en voorzien van officiële bewijsstukken; én de voorwaarden van toekenning van toepassing blijven en de werken verder worden uitgevoerd zoals oorspronkelijk aangevraagd; Artikel 23. Toepasselijke wetgeving en bevoegdheden De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenningen en de aanwending van sommige toelagen is van toepassing op onderhavig reglement. In geval van betwisting is het college van burgemeester en schepenen bevoegd kennis te nemen van het geschil. Geen beroep is mogelijk behoudens bij wet voorzien. Artikel 24. Geldigheidsduur Dit reglement treedt in werking op 01 maart Geldige aanvragen tot uitbetaling conform artikel 16 van dit reglement worden aanvaard tot en met 31 maart 2017.