DISCUSSIESTUK. Vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DISCUSSIESTUK. Vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming"

Transcriptie

1 DISCUSSIESTUK Vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan. Onderdeel daarvan is de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Daartoe zijn over verschillende onderwerpen uit het wetboek discussiestukken opgesteld waarin naar aanleiding van gesignaleerde knelpunten mogelijke oplossingen ter verbetering van de systematiek en hanteerbaarheid worden verkend. Op basis van deze stukken worden binnen en buiten het ministerie van Veiligheid en Justitie reacties verzameld. De reacties worden betrokken bij de afweging om nieuwe wetgeving tot stand te brengen, onderdelen van bestaande wetgeving te herzien of in stand te houden. De modernisering strekt niet tot een stelselherziening, maar tot een verhoging van de bruikbaarheid en inzichtelijkheid van het wetboek voor de praktijk en de burger. In de conceptfase wordt reeds zo veel mogelijk rekening gehouden met de opvattingen van de ketenpartners die in een zogenaamde preconsultatie worden besproken. De preconsultatiefase loopt door na het Congres, in expertmeetings zullen de conceptwetsvoorstellen met de rechtspraktijk en de wetenschap worden besproken. Hierna volgt de formele consultatie. De aangepaste conceptwetsvoorstellen worden voorgelegd aan de rechtspraktijk, gaan in (internet)consultatie, worden voorgelegd aan de Afdeling Advisering van de Raad van State en worden daarna in procedure gebracht bij Tweede en Eerste Kamer. Het voorliggende discussiestuk is bedoeld om reacties te verzamelen die als bouwstenen kunnen dienen voor het opstellen van conceptwetsvoorstellen in het kader van een nieuw Wetboek van Strafvordering. 1. Inleiding In het kader van het wetgevingsprogramma VPS worden ook de bepalingen van het voorbereidende onderzoek herzien, in het bijzonder de bepalingen betreffende de dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden. Deze bepalingen zullen neerslaan in Boek 2 (zie de Inleidende notitie). Het voorliggende discussiestuk behandelt het onderwerp vrijheidsbeneming en vrijheidsbeperking. Het onderwerp vrijheidsbeneming en vrijheidsbeperking kent vele raakvlakken met de algemene uitgangspunten die worden gehanteerd voor de herziening van de bevoegdheden in het voorbereidend onderzoek, zoals bijvoorbeeld de vraag naar de wenselijkheid van bepalingen over doelbinding, subsidiariteit en proportionaliteit bij de uitoefening van bevoegdheden. In het discussiestuk Algemene bepalingen en uitgangspunten van het voorbereidende onderzoek (Boek 2) zijn deze raakvlakken beschreven. 2. Kritiek op de huidige toepassing van voorlopige hechtenis De toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland wordt geregeld bekritiseerd, zowel nationaal (vanuit de rechtswetenschap, rechtspraktijk en politiek) als internationaal en Europees. Voorlopige hechtenis zou te veel en te gemakkelijk worden toegepast, het ultimum remedium karakter van de voorlopige hechtenis zou in de praktijk onvoldoende tot zijn recht komen, de toepassing van voorlopige hechtenis zou de uiteindelijk op te

2 leggen straf beïnvloeden in plaats van andersom, beslissingen over voorlopige hechtenis zouden niet of onvoldoende worden gemotiveerd en van alternatieven voor voorlopige hechtenis in het kader van de schorsing onder voorwaarden (gedragsinterventies, huisarrest, contactverbod, borgsom, elektronisch toezicht) zou te weinig gebruik worden gemaakt. In een recent artikel in het Strafblad spraken drie Rotterdamse strafrechters over de toepassing van voorlopige hechtenis als een efficiënte koekjesfabriek. 1 In de praktijk is het bevelen van voorlopige hechtenis de regel en het afwijzen of schorsen van voorlopige hechtenis de uitzondering, aldus deze rechters. In het Groenboek van de Europese Commissie over de toepassing van EU-strafwetgeving op het gebied van detentie van juni 2011 is een tabel opgenomen over de gevangenisbevolking in de EU, waarin Nederland hoogt scoort waar het gaat om het aandeel van voorlopig gehechten in de totale gevangenisbevolking (36,3%). In de reactie op het Groenboek geeft de regering aan dat dit cijfer in context moet worden bezien. Zo kent Nederland in vergelijking met andere lidstaten een gemiddelde gedetineerdenratio (het aantal gedetineerden per inwoners). Waar niet minder, maar doorgaans wel korte onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen worden gegeven, zal het aandeel van de voorlopige hechtenis groter zijn. De duur van de vrijheidsstraf is in Nederland in vergelijking met andere landen betrekkelijk kort, waarmee ook de duur van de voorlopige hechtenis beperkt uitvalt. Bijna alle insluitingen in het kader hiervan worden binnen 6 maanden beëindigd, aldus de regering (Kamerstuk , EI). Hoewel sprake is van brede kritiek op de huidige praktijk, is noch door de nationale rechter, noch door de Europese rechter geconstateerd dat sprake is van onverenigbaarheid met het EVRM of andere internationale verdragen. 2 Als u het met de genoemde kritiek eens bent, is de logische vervolgvraag hoe aan deze kritiek tegemoet zou kunnen worden gekomen. De hiervoor genoemde Rotterdamse rechters steken de hand in eigen boezem door te concluderen dat rechters voor het grootste deel zelf verantwoordelijk zijn geweest voor de huidige praktijk. Voor een herijking van die praktijk achten zij geen nadere wetgeving noodzakelijk. Hierbij dient overigens wel de kanttekening te worden gemaakt dat een wezenlijke verdieping van de toetsing van de voorlopige hechtenis logistieke en organisatorische consequenties meebrengt. Een wijziging van de praktijk heeft ook gevolgen voor het vorderingenbeleid van het openbaar ministerie. In het kader van de herijking van het Wetboek van Strafvordering kan dat spreekt voor zich de vraag niet achterwege blijven of ook de regeling inzake voorlopige hechtenis aanpassing behoeft. Daarbij moet dan wel de kanttekening worden geplaatst dat voor de huidige toepassingspraktijk breed politiek draagvlak bestaat. Recentelijk is nog in de Eerste Kamer een wetsvoorstel aanvaard dat voorziet in de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis in verband met de toepassing van snelrecht. 3 Hoewel de Eerste Kamer kritische opmerkingen maakte over de toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland, werd het wetsvoorstel met een ruime meerderheid aanvaard. 1. J.H. Janssen, F.W.H. van den Emster & T.B. Trotman, Strafrechters over de praktijk van de voorlopige hechtenis, in: Strafblad december 2013, blz. 430 e.v. 2. Er zijn door het EHRM wel schendingen van het EVRM geconstateerd die (enig) verband houden met de toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland, maar tot een verandering van de bestaande praktijk wordt de Nederlandse rechter door de [ ] grotendeels procedurele en tevens minimale toets [van het EHRM] echter geenszins gedwongen, aldus L. Stevens, De praktijk van de Nederlandse voorlopige hechtenis vanuit Straatsburgs perspectief: klaag niet te snel, in: Delikt en Delinkwent 2008, afl. 5/35, blz. 499 e.v. 3. Het wetsvoorstel is inmiddels tot wet verheven en in het Staatsblad gepubliceerd: wet van 14 mei 2014, Stb De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend

3 Vraag: Wat is uw oordeel over de toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland? Vraag: Acht u aanpassing van de huidige toepassingspraktijk van voorlopige hechtenis wenselijk en zo ja, hoe zou dat dan kunnen worden bereikt? 3. Slagvaardig strafrecht In een brief van 6 februari 2012 (Kamerstuk , nr. 132) hebben de bewindslieden van V&J een aantal voorstellen gedaan ter vergroting van de slagvaardigheid van het strafrecht. Met betrekking tot de voorlopige hechtenis komen zij met twee voorstellen: 1. De voorwaarden verbonden aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zullen wettelijk worden verankerd (zoals ook is gebeurd voor de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling). In flankerend beleid zal de toepassing van instrumenten ter handhaving van deze voorwaarden zoals de borgsom en het elektronisch toezicht worden bevorderd. 2. Door de rechter aan de verdachte op te leggen verplichtende maatregelen in het vooronderzoek (met een gedragsbeïnvloedend of strafvorderlijk doel), buiten de gevallen van voorlopige hechtenis, zullen in overleg met de praktijk worden uitgewerkt. Zowel bij de schorsingsvoorwaarden als de verplichtende maatregelen in het vooronderzoek denken de bewindslieden bijvoorbeeld aan contactverboden, locatieverboden/locatiegeboden, meldplichten, een verplichting zich onder behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling, het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, het gehoor geven aan oproepingen en andere voorwaarden, het gedrag van de verdachte betreffende Wettelijke verankering van de schorsingsvoorwaarden Algemeen In Nederland bestaan de alternatieven voor de voorlopige hechtenis in de voorwaarden die de rechter verbindt aan de opschorting of de schorsing van de voorlopige hechtenis (artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering). Aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn een aantal voorwaarden van rechtswege verbonden. Daarnaast kan de rechter andere voorwaarden aan de schorsing verbinden. De rechter is vrij in de voorwaarden die hij daarbij stelt deze kunnen vrijheidsbeperkend zijn of de verplichting tot deelname aan zekere activiteiten of programma s inhouden maar zal wel rekening moeten houden met het grondrechtelijk kader, zoals neergelegd in de Grondwet en de mensenrechtenverdragen. Uit de wetgeschiedenis blijkt voorts dat de voorwaarden moeten strekken tot verwezenlijking van het doel van de voorlopige hechtenis. Uit de jurisprudentie blijkt dat voorwaarden van verschillende aard worden opgelegd. De meest voorkomende voorwaarden zijn voorwaarden die de bewegingsvrijheid van de verdachte rechtstreeks beperken (b.v. locatieverboden en -geboden, contactverboden, inleveren paspoort) en voorwaarden die het gedrag van de verdachte raken (b.v. reclasseringstoezicht, verbod op het nuttigen van alcohol of drugs). De schorsingsvoorwaarden kunnen zo nodig worden gecombineerd met zekerheidsstelling in de vorm van een borgsom of met elektronisch toezicht

4 In de brief over de vergroting van de slagvaardigheid van het strafrecht geven de bewindslieden van V&J aan dat het zo mogelijk schorsen van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden niet alleen gewenst is in het licht van artikel 5 EVRM (om vrijheidsbeneming zo mogelijk te beperken), maar ook een sleutel biedt voor verdere versterking van het strafrecht omdat het gedrag van de verdachte direct en concreet kan worden beïnvloed. In de recente praktijk komt tot uitdrukking dat rechters vaker overgaan tot schorsing van de voorlopige hechtenis en daarbij gebruik maken van de voorwaarden die met het oog op voorwaardelijke strafoplegging door de reclassering worden geadviseerd en de prioriteit die de reclassering geeft aan het tijdig starten daarmee. Het doel dat wordt beoogd met voorwaardelijke strafoplegging wordt hiermee naar voren gehaald. In de fase van de voorlopige hechtenis zijn verdachten veelal het meest gemotiveerd en dat is een kritische succesfactor voor het welslagen van gedragsverandering. Juist met het oog op dit effect is er voor de schorsing van de voorlopige hechtenis bij jeugdigen reeds voorzien in een wettelijke verankering van de schorsingsvoorwaarden (Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994). Een wettelijke regeling van de schorsingsvoorwaarden bevordert de rechtszekerheid en vergroot de mogelijkheden van vroegtijdige gedragsbeïnvloeding en vroegtijdig optreden van de reclassering, aldus de bewindslieden. Vraag: Vindt u het een goed idee om de schorsingsvoorwaarden wettelijk te verankeren? Vraag: Denkt u dat met het wettelijk verankeren van de schorsingsvoorwaarden kan worden bijgedragen aan de schorsing van de voorlopige hechtenis en daarmee ook aan een effectievere gedragsbeïnvloeding? Schorsingsvoorwaarden Aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn thans van rechtswege de voorwaarden verbonden dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken, na het opheffen van de schorsing, en dat de verdachte, indien hij tot andere dan vervangende vrijheidsstraf wordt veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken. 4 Deze voorwaarden zien niet op de periode dat de voorlopige hechtenis is geschorst. Zij lijken (daarom) met name van symbolische betekenis. Vraag: Hebben volgens u de bestaande, van rechtswege aan de schorsing verbonden voorwaarden een meerwaarde? Vraag: Zijn er andere voorwaarden die volgens u van rechtswege aan de schorsing verbonden zouden moeten zijn? Voor de lijst van (andere) schorsingsvoorwaarden kunnen bestaande regelingen als voorbeeld dienen. Te denken valt aan voorwaarden als: een contactverbod; een locatieverbod / een locatiegebod; een meldplicht; 4. De derde voorwaarde die van rechtswege aan de schorsing is verbonden, is de voorwaarde dat de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt. Deze voorwaarde is echter alleen van toepassing als door de rechter aan de schorsing gedragsvoorwaarden zijn verbonden

5 een verbod op het gebruik van verdovende middelen en/of alcohol; een uitreisverbod; het inleveren van het paspoort of ander reisdocument; het verlenen van medewerking aan reclasseringsrapportages; het gehoor geven aan oproepingen en/of het verschijnen ter terechtzitting. Meer ter discussie staan mogelijk voorwaarden als een verplichting zich onder behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling, opneming in een zorginstelling, het deelnemen aan een gedragsinterventie en het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Met deze voorwaarden kan de door de bewindslieden genoemde gedragsverandering inderdaad vroegtijdig starten, maar zij lopen daarmee juist ook vooruit op de afhandeling van de strafzaak en de op te leggen straf. In de praktijk worden dit soort voorwaarden overigens wel opgelegd. Vraag: Welke schorsingsvoorwaarden zouden volgens u in de wet moeten worden opgenomen? Bij de regelingen van de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling gaat het bij de in de wet opgenomen voorwaarden niet om een limitatieve opsomming. Daartoe dient de in die regelingen opgenomen clausule andere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende. Deze clausule maakt het mogelijk dat iedere voorwaarde die passend en proportioneel is, kan worden opgelegd. Dit geeft de flexibiliteit die nodig is om de voorwaarden goed op de persoon van betrokkene af te stemmen. Voor de schorsingsvoorwaarden lijkt deze flexibiliteit eveneens aangewezen. Voor de formulering van deze clausule zal veroordeelde vanzelfsprekend moeten worden vervangen door verdachte. Denkbaar is ook dat de clausule meer wordt afgestemd op de doelen van de voorlopige hechtenis. De clausule zou dan als volgt komen te luiden: andere voorwaarden, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de voorlopige hechtenis. De vraag rijst dan wel of deze formulering niet in de weg staat aan gedragsvoorwaarden die vooruitlopen op de bestraffing, zoals hierboven aangegeven. Vraag: Bent u het ermee eens dat de in de wet op te nemen lijst met schorsingsvoorwaarden niet limitatief moet zijn? Vraag: Welke formulering voor de andere (gedrags)voorwaarden heeft uw voorkeur? 3.2. Invoering van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek In verschillende lidstaten van de EU bestaat naast de mogelijkheid van schorsing van de voorlopige hechtenis, de mogelijkheid om, ook in gevallen waarin (nog) geen voorlopige hechtenis mogelijk is, voorwaarden en verplichtingen aan een verdachte op te leggen in afwachting van het strafproces. Het niet-naleven daarvan kan vervolgens een zelfstandige grond zijn voor de toepassing van voorlopige hechtenis. In hun brief over slagvaardig strafrecht beargumenteren de bewindslieden van V&J de wenselijkheid om ook in Nederland over te gaan tot de invoering van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek als volgt: Ook in strafzaken waarin geen voorlopige hechtenis kan worden toegepast, kan het aangewezen zijn dat de rechter de verdachte verplichtende maatregelen kan opleggen, teneinde slachtoffers te vrijwaren van de vrees voor herhaling, dan wel anderszins het risico van recidive te beperken. Dit kan zich - 5 -

6 voordoen in geval van minder zware misdrijven waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegelaten, in gevallen waarin geen grond voor voorlopige hechtenis aanwezig is, dan wel in gevallen waarin de verdachte naar verwachting bij veroordeling geen vrijheidsbenemende straf of maatregel zal krijgen opgelegd, zodat om die reden voorlopige hechtenis niet aan de orde kan zijn. Het kan gaan om verdachten die relatief lichte delicten plegen, zoals diefstal of bedreiging waarvoor geen of slechts kortdurende vrijheidsstraffen worden opgelegd. Aan hen kunnen thans geen bindende voorwaarden worden gesteld. Bij de aanpak van criminele jeugdgroepen en overlast in wijken van buurtbewoners of multi-probleem gezinnen die kleine delicten plegen, kan dit als gemis worden ervaren. Hier kan er een groot belang zijn dat een gebieds- of contactverbod kan worden opgelegd of direct gedragsbeïnvloedend wordt optreden, dan wel een aanbod van zorg kan worden gedaan. [ ] Naast deze gedragsbeïnvloedende doelen, kunnen er ook strafvorderlijke doelen gediend zijn met het opleggen van verplichtende maatregelen aan de verdachte. Zo is het van belang dat de verdachte bereikbaar is voor afspraken en formele handelingen zoals de uitreiking van de dagvaarding, en zich houdt aan afspraken met de reclassering met het oog op het opstellen van een advies voor begeleiding en eventueel behandeling. Het kan daarom gewenst zijn de verdachte hieraan te binden door bijvoorbeeld een plicht voor de verdachte zich te melden op bepaalde momenten. Binnen het actieprogramma «Sneller recht doen, sneller straffen» [ ] wordt onder andere gewerkt aan het terugbrengen van de behandelingsduur van eenvoudige strafzaken naar één maand. Het kan van belang zijn dat in de aanloop naar de afdoening van die zaken en in andere strafzaken, verplichtingen opgelegd kunnen worden met het oog op de beschikbaarheid van de verdachte, om nieuwe strafbare feiten te voorkomen en om gedragsbeïnvloeding vorm te geven. In overleg met de praktijk en met inachtneming van de ervaringen die in het actieprogramma worden opgedaan, zal daarom worden nagegaan in welke vorm een wettelijke regeling van door de rechter te stellen voorwaarden buiten de gevallen van voorlopige hechtenis gewenst is. Vraag: Vindt u het invoeren van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek wenselijk? De toepassingsvoorwaarden van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek De eventuele invoering van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek vergt dat de toepassingsvoorwaarden ervan in de wet worden vastgelegd. Dat brengt mee dat de vraag moet worden beantwoord wat de gronden voor de toepassing van verplichtende maatregelen zouden moeten zijn, in welke gevallen verplichtende maatregelen zouden kunnen worden toegepast en welke mate van verdenking voor de toepassing nodig zou zijn. gronden De gronden die de toepassing van voorlopige hechtenis rechtvaardigen, zijn te onderscheiden in twee typen: 1) het realiseren van strafvorderlijke doeleinden (formele gronden): het beheersen van vluchtgevaar en collusiegevaar, en 2) het voorkomen van een mogelijke verstoring van de rechtsorde (materiële gronden): de ernstig geschokte rechtsorde bij twaalfjaarsfeiten en het gevaar van nieuwe feiten (recidive). De gronden vluchtgevaar en collusiegevaar kunnen de toepassing van voorlopige hechtenis rechtvaardigen maar hoeven daar niet toe te dwingen. Deze gevaren - 6 -

7 kunnen in beginsel ook met vrijheidsbeperkende maatregelen worden beheerst, zoals contactverboden, locatieverboden/locatiegeboden en meldplichten, zo nodig gecombineerd met een borgsom en/of elektronisch toezicht. Deze gronden lijken dus ook voor de toepassing van verplichtende maatregelen relevant. De vraag rijst of de toepassing van verplichtende maatregelen daarnaast nog kan worden gerechtvaardigd door andere strafvorderlijke doeleinden, zoals het belang dat de verdachte bereikbaar is voor afspraken, bijvoorbeeld met de reclassering, en formele handelingen zoals de uitreiking van de dagvaarding in persoon, het belang van de aanwezigheid van de verdachte ter terechtzitting en een snelle afdoening van de zaak. Blijkens de hierboven aangehaalde passage uit de brief over slagvaardig strafrecht hadden de bewindslieden van V&J met name de toepassing van verplichtende maatregelen op het oog in gevallen dat er sprake is van gevaar voor recidive. Ten behoeve van de formulering van de recidivegrond rijst de vraag of kan worden volstaan met een algemeen omschreven herhalingsgevaar of dat daarin nog nadere normering is aangewezen, bijvoorbeeld in de zin dat er vrees moet zijn voor herhaling van soortgelijke misdrijven. Vraag: Als verplichtende maatregelen mogelijk zouden worden gemaakt, welke gronden kunnen volgens u dan de toepassing van die maatregelen rechtvaardigen? gevallen De toepassing van voorlopige hechtenis is in de wet beperkt (met een aantal uitzonderingen) tot misdrijven waarop gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Nu de bewindslieden van V&J de toepassing van verplichtende maatregelen overwegen buiten de gevallen van voorlopige hechtenis, zou voor de toepassing van verplichtende maatregelen in een minder hoge drempel moeten worden voorzien. De vraag rijst welke drempel dit dan zou moeten zijn, de verdenking van een misdrijf of bijvoorbeeld de verdenking van een misdrijf waarop een strafmaximum van ten minste één jaar is gesteld? Vraag: Als verplichtende maatregelen mogelijk zouden worden gemaakt, vindt u dan dat zou moeten worden voorzien in een drempel van bijvoorbeeld misdrijven waarop een strafmaximum van ten minste één jaar is gesteld? ernstige bezwaren Voor de toepassing van voorlopige hechtenis geldt dat er sprake moet zijn van ernstige bezwaren. Dat is meer dan een verdenking (redelijk vermoeden van schuld) in de zin van artikel 27 Sv: er moet een redelijke mate van zekerheid zijn dat de verdachte schuldig is. De vraag rijst of voor de toepassing van verplichtende maatregelen dezelfde drempel zou moeten gelden of dat kan worden volstaan met de verdenking in de zin van artikel 27 Sv. In het algemeen kan wel worden volgehouden dat verplichtende maatregelen minder ingrijpend zijn dan voorlopige hechtenis (hetgeen zou pleiten voor een lagere drempel), maar niettemin kunnen verplichtende maatregelen in voorkomend geval voor betrokkene ingrijpende gevolgen hebben (hetgeen zou pleiten voor het handhaven van het ernstige- bezwaren-criterium)

8 Vraag: Als verplichtende maatregelen mogelijk zouden worden gemaakt, vindt u dan dat voor de toepassing daarvan sprake moet zijn van ernstige bezwaren of kan worden volstaan met een redelijk vermoeden van schuld? De sanctionering van het niet-naleven van verplichtende maatregelen in het vooronderzoek Een belangrijke vraag die de eventuele invoering van verplichtende maatregelen buiten de gevallen van voorlopige hechtenis oproept, is wat de gevolgen moeten zijn van het niet-naleven van die maatregelen. In de gevallen dat een borgsom is betaald, kan het niet-naleven van de verplichtende maatregelen het vervallen van de borgsom aan de Staat tot gevolg hebben. Maar vooralsnog is het opleggen van een borgsom in de Nederlandse rechtspraktijk uitermate uitzonderlijk. Eveneens kan het aanscherpen van de verplichtingen en het toepassen van elektronisch toezicht in sommige gevallen een adequate reactie zijn op het niet naleven van de verplichtende maatregelen. Maar blijven de verplichtende maatregelen niet tandeloos als ook niet vrijheidsbeneming als stok achter de deur kan fungeren in het geval dat de maatregelen niet worden nageleefd? Denkbaar is om de toepassing van enige vorm van vrijheidsbeneming mogelijk te maken in het geval dat opgelegde verplichtende maatregelen niet worden nageleefd. Een beperking van de duur van die vrijheidsbeneming ligt dan wel voor de hand. Het gaat immers om feiten waarvoor de wetgever in beginsel geen voorlopige hechtenis mogelijk heeft willen maken. Voorstelbaar is om in deze gevallen een zelfstandige vrijheidsbenemende titel te creëren, maar voorstelbaar is eveneens om het niet-naleven van een verplichtende maatregel een grond te laten zijn voor de toepassing van inverzekeringstelling (artikel 57 Sv) en mogelijk ook bewaring (artikel 63 Sv). Daarmee zou een in duur beperkte vrijheidsbeneming als sanctie op het niet-naleven van verplichtende maatregelen mogelijk worden gemaakt. Vraag: Als verplichtende maatregelen mogelijk zouden worden gemaakt, op welke wijze zou dan kunnen worden voorzien in garanties dat de maatregelen worden nageleefd? 4. Bevordering van de toepassing van de borgsom en elektronisch toezicht In de brief over slagvaardig strafrecht gaven de bewindslieden van V&J aan dat in flankerend beleid de toepassing van de borgsom en het elektronisch toezicht zouden worden bevorderd. De toepassing van elektronisch toezicht in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis vindt in de praktijk zeker plaats. Bekende voorbeelden zijn verdachten van zedenmisdrijven die een locatiegebod krijgen opgelegd in combinatie met een enkelband met GPS. Met betrekking tot de borgsom (zekerheidstelling door de storting van geldswaarden of door de verbintenis door een derde als waarborg) is het zo dat de wettelijke mogelijkheid ertoe wel bestaan, maar dat er in de praktijk vrijwel geen gebruik van wordt gemaakt. Dat roept de vraag op waarom dat zo is. Voldoet de wettelijke regeling niet, zijn er praktische obstakels of verdraagt de borgsom zich slecht met onze rechtscultuur ( rijke verdachten kunnen hun vrijheid kopen )? - 8 -

9 Vraag: Ziet u nog mogelijkheden voor het bevorderen van de toepassing van elektronisch toezicht in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis? Vraag: Vindt u dat de borgsom in Nederland meer zou moeten worden toegepast en zo ja, hoe kan dat dan worden bereikt? - 9 -

Aanvulling discussienota VPS-wetgevingsprogramma onderdeel RC en Raadkamer

Aanvulling discussienota VPS-wetgevingsprogramma onderdeel RC en Raadkamer Aanvulling discussienota VPS-wetgevingsprogramma onderdeel RC en Raadkamer In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan. Onderdeel daarvan is de modernisering

Nadere informatie

Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok, Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Onderwerp Advies conceptwetsvoorstellen Vaststellingswet Boek 1 en 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing 3.2 De bevoegdheid van de officier van justitie tot het geven van een gedragsaanwijzing 3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, kunnen bepaalde tot ernstige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 545 Wet van 17 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van regeling van de voorwaardelijke veroordeling

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Reclassering Nederland

Reclassering Nederland Reclassering Nederland Ministerie van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH Den Haag Reclassering Nederland Datum 30 maart 2015 Landelijk kantoor Onderwerp concept-contourennota

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3 Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling datum 7 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector straf- en sanctierecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Bijlage 1 Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Officier van justitie Strafvordering Toepassing bijzondere opsporingsbevoegdheden: o.m. observatie, infiltratie en stelselmatige informatieinwinning

Nadere informatie

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis SAMENVATTING Tekst en uitleg maart 2017 Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis 2 College voor de Rechten van de Mens Aanleiding Een verdachte die in voorlopige hechtenis zit, is nog niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv)

Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv) DISCUSSIESTUK Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv) In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan. Onderdeel daarvan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Gemeentelijke handhaving en strafrecht

Gemeentelijke handhaving en strafrecht Gemeentelijke handhaving en strafrecht Prof. mr.dr. A.R. Hartmann Erasmus Universiteit Rotterdam d.d. 14 april 2011 Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam Overzicht: 1 Inleiding 2 Strafrechtelijke afdoening

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Congres Modernisering Wetboek van Strafvordering

Congres Modernisering Wetboek van Strafvordering Congres Modernisering Wetboek van Strafvordering Tien minuten voor een inhoudelijk verhaal over de voorgenomen modernisering strafvordering is niet veel, maar in een tijd waarin commentaren op beleid en

Nadere informatie

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA)

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA) Hoofdstuk 16 Ordemaatregelen en disciplinaire straffen Voorblad A. Opmerkingen Artikel Wijzigingen (V) Communicatie Artikel 16.1 het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd

Nadere informatie

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379)

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Een waarschuwende strafrechter Mr. J. Janssen

Een waarschuwende strafrechter Mr. J. Janssen Platform Modernisering Strafvordering Een waarschuwende strafrechter Mr. J. Janssen 1 Inleiding De wetgever is al een aantal jaren aan de slag met een grote wetgevingsoperatie. Deze operatie moet leiden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 422 Implementatie van kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2009 inzake de toepassing tussen de lidstaten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de reactie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming op het Groenboek over de toepassing van EUstrafwetgeving

Hierbij zend ik u de reactie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming op het Groenboek over de toepassing van EUstrafwetgeving Raad vaar Strafrechtstoepassing \::::f ) } en jeugdbescherming Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 Ge Den Haag Telefoon (070) 3619300 Fax algemeen (070) 3619310 Fax rechtspraak (070)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 360 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

De hoofdvraag voor dit advies betreft de vraag of de wetswijziging daadwerkelijk zal leiden tot meer terughoudendheid in het opleggen van

De hoofdvraag voor dit advies betreft de vraag of de wetswijziging daadwerkelijk zal leiden tot meer terughoudendheid in het opleggen van Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 GC Den Haag Afdeling

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

CONCEPT. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [ ], directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. [ ]

CONCEPT. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [ ], directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. [ ] Bijlage bij de brief van 7 april 2014 (kenmerk: 502557) CONCEPT Besluit van [ ] houdende wijziging van de Penitentiaire maatregel en het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

Tekst en uitleg. Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis

Tekst en uitleg. Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis Tekst en uitleg Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis maart 217 2 College voor de Rechten van de Mens Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding 1 Aanleiding onderzoek 11 Context 12 Onderzoeksvraag

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag datum 13 november 2012 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 285931

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht (Tekst geldend op: 27-08-2014) Wet van 3 maart 1881 Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Nadere informatie

Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin, Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 9 juni 2009 doorkiesnummer 070-361 97 21 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Adviesaanvraag wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014 ... No.W03.14.0345/II 's-gravenhage, 28 november 2014 Bij Kabinetsmissive van 26 september 2014, no.2014001817, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Ministerie van Justitie

Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie a Aan de Koningin Onderdeel sector straf- en sanctierecht Contactpersoon F.J.E. Krips/B.F. Keulen Ons kenmerk 5357911/05/6 Datum 15 juni 2005 Onderwerp Nader rapport inzake het

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

No.W03.13.0354/II 's-gravenhage, 6 december 2013

No.W03.13.0354/II 's-gravenhage, 6 december 2013 ... No.W03.13.0354/II 's-gravenhage, 6 december 2013 Bij Kabinetsmissive van 3 oktober 2013, no.13.002060, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012 ... No.W03.12.0005/II 's-gravenhage, 2 maart 2012 Bij Kabinetsmissive van 6 januari 2012, no.12.000013, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 28 286 Dierenwelzijn Nr. 921 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

-------------------------------------------------------------------- ------

-------------------------------------------------------------------- ------ (Tekst geldend op: 15-12-2014) -------------------------------------------------------------------- ------ Wet van 3 maart 1881 Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Voorlopige hechtenis

Voorlopige hechtenis 2016 Voorlopige hechtenis EEN ONDERZOEK NAAR DE UITBREIDING VAN GRONDEN EN DE GERINGE TOEPASSING VAN SCHORSING ONDER ZEKERHEIDSTELLING Naam: Mats Groot Begeleider: Mw. mr. M. Steen Inleverdatum: 29 juli

Nadere informatie

Evaluatie Wvs & Wvm. - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg

Evaluatie Wvs & Wvm. - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg Evaluatie Wvs & Wvm Evaluatie Wvs & Wvm - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg Amsterdam, 7 juni 2018 Publicatienr. 17083 2018 Regioplan, in opdracht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 19-05-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 365458 - KG ZA 10-564 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Speech SG Riedstra op congres Modernisering Wetboek van strafvordering, Den Haag, Fokker Terminal, 14 september 2017

Speech SG Riedstra op congres Modernisering Wetboek van strafvordering, Den Haag, Fokker Terminal, 14 september 2017 Speech SG Riedstra op congres Modernisering Wetboek van strafvordering, Den Haag, Fokker Terminal, 14 september 2017 Welkom bij dit derde congres over de modernisering van het Wetboek van Strafvordering.

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 753 Rechtsbijstand Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation 1.7 Mediation in strafrecht, ervaringen in de pilots: aan tafel! Jent Bijlsma Trickster Toaufik Elfalah Politie Utrecht Klaartje Freeke Freeke & Monster Judith Uitermark Rechtbank Noord-Holland Gespreksleider:

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van );

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van ); BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; Gelet op de artikelen 151a, zesde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5390 27 februari 2015 Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie