Amroh retro mixer UN43

Transcriptie

1 Amroh retro mixer UN43 Copyright 2016, W.K. Verhoog, Hellevoetsluis Inleiding Hierbij de beschrijving van het AudioTubes project: Retro versie van de Amroh mengversterker voor 4 kanalen UN-43, zoals gepubliceerd in het boek Het ontwerpen van versterkers met schema s voor 2 tot 70 Watt. Een uitgave van de Muiderkring NV, 3 e druk, juni Het ontwerp zelf is al een aantal jaren eerder gepubliceerd. De mengversterker heeft 2 microfoon- en 2 lijningangen. Retro versie Omdat in het ontwerp voor die tijd moderne buizen werden gebruikt, zoals de EF86 en ECC82, die ook nu nog steeds opnieuw worden gefabriceerd, zal dit project met aanvullende AudioTubes retro componenten of andere alternatieven, niet moeilijk zijn om na te bouwen. Bij de retro versie is uitgegaan van twee AudioTubes UF 006 chassisdelen. Een stevige dubbelzijdige epoxy printplaat met twee kopervlakken, die de originele aluminium UF 006 kan vervangen. De chassisdelen UF 002 (2x nodig voor achterzijde) en UF 003 (2x nodig voor voorzijde) kunnen als één geheel worden vervaardigd uit 2 stuks blank geanodiseerde aluminium L-profielen van 40 x 10 mm en 246 mm lang 1. De hoogte is dan wel beperkt tot 40 mm. Een boortekening is ook in dit document opgenomen. Een wijziging t.o.v. het origineel, is dat voor de microfoonconnectoren XLR-D typen worden toegepast en voor de Radio en P.U. aansluiting stereo CINCH (tulp) connectoren. De connectoren zijn alleen stereo uitgevoerd voor het aansluiten van moderne apparatuur. De mengversterker zelf is mono. Voor de stereoliefhebbers kan voor de lijningangen een 1 Verkrijgbaar in lengtes van 1 en 2 meter bij de betere bouwmarkt

2 extra ECC82 worden toegevoegd en twee stereo potmeters worden gebruikt. Dit wordt verder niet omschreven. Oorspronkelijk had de UN-43 maar 3 volumeregelaars. Nu zijn er 4, omdat nu ook de 4 e (lijn)ingang regelbaar is. Voeding Als voedingstrafo kan een originele Amroh PC100 worden gebruikt. Houd er wel rekening mee dat de sec. 250 V spanning door de verhoogde netspanning in Europa van 220 naar 230 V, oploopt naar 261 V. Dit is dan ook de gelijkspanning over de bufferelco na de enkelfasige seleen gelijkrichtcel E250C80. De UN-43 is ontworpen voor een voedingsspanning van Vdc. Een moderne ringkerntrafo type 16VA of 17VA, die secundair resp. 185 V 40 ma/6,3 V - 1,4A of 240 V 30 ma/6,3v - 1,6A leveren, is een goedkoop alternatief. De UN-43 verbruikt ± 10 ma. Bij het type 16VA wordt een standaard diodebrug gevormd d.m.v. een brugcel of 4 diodes type 1N4007, bij de 17VA is dat (i.p.v. de Seleencel) een enkele diode type 1N4007. De voedingsspanning komt voor beide alternatieven uit op Vdc. De totale gloeistroom van de 3 buizen is ± 550 ma bij 6,3 Vac. Ook als er max. 300 ma voor het controlelampje bijkomt, is dit ruimschoots genoeg voor beide alternatieven. De relatief kleine Amroh ontbrompotmeter van 100Ω/1W is niet meer leverbaar. Als de gloeidraad bedrading goed is getwist, volstaan 2 weerstanden van 100Ω/1W om de gloeispanning symmetrisch aan aarde te leggen. Fronten Op onderstaande foto s is de eerste fase afgebeeld, nadat de fronten zijn geboord en een aantal connectoren zijn aangebracht. Een maattekening voor de boringen is in APPENDIX I opgenomen. Foto 1. Het geboorde fronten achterprofiel

3 Foto 2. Achteraanzicht UN43-N Monteren voeding Allereerst moeten 2 gaten in het UF006 frame uitgeboord worden b.v. met een tapboor of kegelfrees. Het centergat van de trafo wordt 5,5 mm en het buisvoetgat rechts van de trafo (Foto 2)wordt 14 mm. Daardoor worden de draden van de trafo gestoken. Dan wordt onder het chassis de 5-polige draadsteun (DS1) gemonteerd, waarop de bedrading van de secundaire wikkelingen wordt aangesloten. De primaire 230V wikkeling (zwarte draden) wordt aangesloten op de netschakelaar en de zekeringhouder, zie Foto 3. De rode draden is de 185 Volt en die worden samen met de blauwe draden van de 6,3V gloeispanning aangesloten op de draadsteun. De gloeidraden van de buizen en het controlelampje worden op de 6,3V aangesloten d.m.v. getwiste geel/blauwe draden. De ontbromweerstanden (100Ω/1W) worden ook op de 6,3V aangesloten waarbij de andere zijden worden samen gesoldeerd en verbonden met de middelste aardlip, zie Foto 3.

4 DS1 De rode 185V draden, afgewerkt op de draadsteun. De zwarte 230V draden (primair) aan de zekeringhouder en netschakelaar De 100Ω ontbromweerstanden en getwiste geel/blauwe gloeispanningsdraden aangesloten op de blauwe 6,3V draden. De middenpen van de draadsteun is de aarde. Foto 3. Aansluiten ringkerntrafo Primair en Secundair op DS1 Netsnoer Om het netsnoer niet te beschadigen moet eerst een tule in het chassis worden gemonteerd. De bruine of zwarte draad op de vrije pool van de netschakelaar solderen en de blauwe draad op de vrije pool van de zekeringhouder, zie Foto 4a. Als trekontlasting is een Ty-Rap zadel met Ty-Rap gemonteerd. Foto 4a. Aansluiten netsnoer en controlelamp

5 Gloeidraden De 6,3V gloeispanning is aanwezig op DS1 p4 en P5 (blauwe draden). De gloeidraden van de buizen worden aangesloten met getwiste geel/blauwe draden. Eerst de ECC82 aansluiten (geel op pen 4+5 en blauw op pen 9), daarna de EF86 buizen aansluiten, (geel op pen 4 en blauw op pen 5), zie Foto 4b. Op de 6,3V van DS1 wordt ook de controlelamp in het front aangesloten, zie Foto 3. Foto 4b. Bedrading gloeispanning HSP voedingscircuit Evenwijdig aan de draadsteun voor de secundaire spanningen wordt een tweede 5- polige draadsteun DS2 gemonteerd, zie Foto 5. De dubbele voedingselco uit het originele UN-43 ontwerp (C11 + C12 = 2x 8 µf/350v) wordt vervangen door 2 losse radiale elco s van 10 µf/400v en gesoldeerd aan de draadsteun. C12 (p2=+, p3= ) en C11 (p4= +, p3= ). Weerstand R21 (10kΩ/1W) monteren tussen p2 en p4. Daarna de brugcel 2KBP08 monteren zie Foto 5 met de ~/~ draden op de 185V (rood), de + op pen 2 en de op pen3 (aarde). De gelijkgerichte spanning over C12 is dan ± 260V.

6 C12 C11 Buisvoet V3 ECC82 Brugcel G 100Ω ontbromweerstanden DS2 DS1 R12 Foto 5. Componenten 260Vdc gelijkspanningsvoeding Voor de uitbreiding van de HSP-voeding moet DS3 worden gemonteerd, waarbij en extra 3,2 mm gat moet worden geboord, zie APPENDIX II. Foto 6, toont de montage van draadsteun DS3 en de 22 µf/350v voedingselco s C10 (p2=+, p3= ) en C3 (p4= +, p3= ). De twee voedingsweerstanden R19 en R20 van 10K/1W monteren, R19 (DS3 p1 en p4) en R20 (DS3 p1 en p2). Een rode draad aanbrengen tussen DS3 (p4) en de ECC82 buisvoet pen 6.

7 DS3 R20 C3 R19 C10 C8 ECC82 p6 R19 V3 Foto 6. Overige componenten van de gelijkspanningsvoeding Componenten rond V3 Zie foto 6: Rond de buisvoet V3 (ECC82) worden de volgende componenten aangebracht: - R14 = 100kΩ/1W tussen p1 en p6 - C8 = 10 nf/630v tussen p1 en p7 Zie foto 7: - Aardlip monteren bij buisvoet V3 - R15 = 2k2/1W tussenv3 p3 en aardlip (kan ook een ander type zijn als die op de foto) - R18 = 47kΩ/1W tussen aardlip en V3 middenpen - R17 = 1k5 tussen V3 middenpen en V3 p8 - R16 = 1MΩ tussen V3 middenpen en V3 p7 - DS4 monteren - C8 = 100nf/630V tussen V3 p8 en DS3 p5 (= 10nf op foto) - Rxx = 4M3 tussen aardlip en DS3 p5

8 C2 C6 R18 R17 R16 R15 V3 Rxx DS3 C8 P5 V2 V1 R5 R1 R3 R19 R12 C4 DS4 C7 R7 R2 C12 P5 R21 C11 P1 R6 R19 R12 Foto 7. Componenten rond V1 t/m V3 C12 R21 C11

9 Componenten rond V1 & V2 (2x EF86) Zie foto 7: Rond de buisvoet V1& V2 worden de volgende componenten aangebracht: - 2x2 aardlippen bij de bevestigingsschroeven van de NOVAL buisvoet V1 en V2 - DS4 monteren - C2 en C6 = 100 nf/630v bij V1 en V2 tussen p1 en de aardlip - R2 = 1M2 bij V1 tussen p1 en DS4 p5 - R7 = 1M2 bij V2 tussen p1 en DS4 p1-2x Zwarte aarddraad tussen onderste aardlip en p8, middenpen en p2 - R1 = 4M3 bij V1 tussen p9 en middenpen - R5 = 4M3 bij V2 tussen p9 en middenpen - R3 = 220 kω tussen V1 p6 en DS4 p5 - R6 = 220 kω tussen V2 p6 en DS4 p1 - C4 = 22 nf tussen V1 p6 en DS4 p4 (met oranje draad verlengen) - C7 = 22 nf tussen V2 p6 en DS4 p2 (met oranje draad verlengen) - Rode draad aanbrengen tussen DS4 p1 en p5 - Rode draad (+2 HSP)aanbrengen tussen DS4 p1 en p5 - Monteer de 4 potentiometers R4, R8, R13 en R101 (470 kω log) in het front. P4 is er bij dit ontwerp bijgekomen als volumeregelaar voor de [Radio] ingang

10 Signaalkabels, zie foto 8. - Monteer een blauwe afgeschermde signaalkabel tussen DS3 (p5), wit+blauw (afscherming op de aarde soldeerlip bij V1) en de CINCH OUTPUT chassisdelen (wit is links en blauw is rechts), afscherming op de samengestelde, geïsoleerde aardlip Aansluitpunten Uit Radio Pick-up Microfoon 2 Microfoon 1 M2 M1 DS3 C5 P2 P5 P4 P4 R13 R8 R4 Foto 8. Aansluiten interne bedrading Monteer blauwe afgeschermde signaalkabels tussen de Radio- en Pick-Upingangen en de potentiometers P4 en R13 Monteer twee blauwe afgeschermde signaalkabels 2x wit+blauw parallel aan p2 van buisvoet V1, afscherming aan aardlip bij V1 Van elke kabel de witte en blauwe draad via een mengweerstand (470 kω) verbinden met de loper (p2) van potentiometer R4, R8, R13 en P4 De afscherming middels 2x2 zwarte draden verbinden met p1 (gnd) van voornoemde potentiometers R8 en R4 (pen 1) middels één afgeschermde kabel (witte en blauwe draad) verbinden met uitgangen V2 + V3 (C4 + C7 op DS4 pen 2 en 4). Afscherming alleen aan één zijde verbinden met pen 3 van potentiometer R8

11 Microfooningang M2 (asymmetrisch), XLR-connector pen 1+3, blauwe draad, verbinden met gnd (middenbus of pen 2) bij buisvoet V3. C4 (1nf) aanbrengen tussen XLR-connector pen 2 en pen 9 (stuurrooster) van buisvoet V3 Microfooningang M1 is symmetrisch gemaakt d.m.v. een aanpassingstrafo 1:10, primair ± 20Ω en secundair ± 235Ω XLR-connector M1, pen 2+3, witte en blauwe draad, verbinden met de aanpassingstrafo primaire zijde. De secundaire zijde met een witte en blauwe draad, verbinden met pen 9 (wit) en de middenbus (gnd) bij V2

12 APPENDIX I Maten boorgaten van het ftront- en achterprofiel (L-profielen 10 x 40 mm)