F. Buijserd Burgemeester

Transcriptie

1 4öO).OQO ^OO gemeente nieuwkoop afdeling beheer openbare ruimte nieuwkoop raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door kenmerk/datum vergaderdatum raad jaar/nummer Henny Brouwer Jan van den Born / / 7 mei juni onderwerp Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1. Het "Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwkoop vast te stellen; 2. De financiële consequenties voor de periode vast te stellen conform het kostendekkingsplan ; 3. Af te wijken van de in de Nota activa en afschrijvingen Gemeente Nieuwkoop (februari 2007) genoemde afschrijvingstermijn voor het rioolstelsel. Deze afwijking behelst het toepassen van de afschrijvingstermijnen voor: Vrijvervalriolering 60 jaar in plaats van 30 of 50 jaar. Drukriolering leidingen 75 jaar in plaats van 30 of 50 jaar 4. Eén heffingstarief te hanteren conform scenario 2; 5. De 20 e wijziging van de begroting 2009 vaststellen. Burgemeester en wethouders van Nieuwkoop boters F. Buijserd Burgemeester Toelichting Inleiding In de programmabegroting 2008 is het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan opgenomen. Het opstellen van een Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP III) is verzorgd door het ingenieursbureau Tauw uit Capelle aan den IJssel. De afdeling BOR heeft als inputgegevens de plannen van de voormalige gemeenten als basismateriaal gebruikt voor het nieuwe GRP. Vervolgens is in het GRP III rekening gehouden met de recent gewijzigde wetgeving met betrekking tot hemelwater en grondwater. De beleidsuitgangspunten op het gebied van riolering in relatie tot de

2 belasting van het oppervlaktewater (overstorten) is in nauw overleg met de drie Waterschappen tot stand gekomen. In hoofdlijnen wordt in het nieuwe GRPIII aandacht besteed aan een evaluatie van de wettelijk opgelegde basisinspanning, toetsing huidige situatie, gewenste situatie, de opgave, plan van aanpak inclusief de financiële consequentie op de korte ( 2009 t/m 2013) en langere termijn. In hoofdlijnen kan gesteld worden dat de staat van onderhoud van de riolering voor de komende vijfjaren (behoudens gebieden waar herinrichtingsplannen zijn gepland) in voldoende staat is. Het accent van de maatregelen zal zich toespitsen op de veranderde wetgeving voor hemelwater en grondwater. Het afkoppelen van hemelwater zal hierbij extra aandacht verdienen. Voor wat betreft de afschrijving van de riolering worden andere afschrijvingstermijnen gehanteerd dan tot op heden gebruikelijk was. In de praktijk blijkt de riolering (leidingen) langer mee te gaan dan in de oude beheerplannen werd aangenomen. In de nieuwe situatie is de geschatte levensduur van riolering beoordeeld op basis van de plaatselijke ervaringen. Inmiddels zijn voor de levensduur van betonbuizen, PVC en HPE (drukrioolleidingen) nieuwe inzichten ontstaan over de levensduur van het rioleringsmateriaal. Afhankelijk van het zettinggedrag kan een rioolbuis of leiding 60 tot 100 jaar mee. Dit beeld zien we bevestigd in enkele wijken in onze gemeente die 55 jaar geleden zijn aangelegd, waarbij de riolering nog in goede staat verkeert. Vooral in de kernen die op veen/kleigrond zijn gelegen waar geen of nauwelijks verzakkingen meer plaats vinden kan de theoretische levensduur worden gehanteerd. In de kernen waar sprake is van zeer slappe ondergrond (Woerdense Verlaat en delen van Ter Aar) zijn andere afschrijvingstermijnen van toepassing. De gemiddelde levensduur voor beton en PVC wordt op basis van bovengenoemde bevindingen op 60 jaar bepaald en HPE voor drukriolering op 75 jaar. Deze verruiming van de levensduurverwachting geeft ook aanleiding om de financiële afschrijvingstermijnen tegen het licht te houden Algemeen Een goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Het rioolstelsel zorgt dat het afvalwater en het overtollige hemelwater uit de woonomgeving wordt verwijderd. De aanleg en het in stand houden van het rioolstelsel is een taak van de gemeente wat is geregeld in de Wet Milieubeheer. In deze wet is ook de verplichting vastgelegd, dat het inzichtelijk maken van de zorgplicht in het Gemeentelijk Rioleringsplan moet worden geregeld. Tevens zijn er wijzigingen opgetreden in de wettelijke verantwoordelijkheden van de gemeente die betrekking hebben op de zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Evaluatie realisatie basisinspanning In de afgelopen vijfjaren zijn veel middelen (globaal 9 mij) geïnvesteerd om aan de wettelijke eis, het terugdringen van de vuiluitstoot met circa 60%, op het oppervlaktewater terug te dringen. Hiervoor zijn riolen vergroot, bergbezinkbassins aangelegd, panden in het buitengebied voorzien van riolering of IBA's (individuele behandeling van afvalwater) en diverse overstorten dichtgezet of verhoogd. Vervolgens heeft de Provincie Zuid

3 Holland voor 84 panden in het buitengebied ontheffing van de zorgplicht afvalwater verleend. Afhankelijk van de smalle of brede zorgplicht zijn hieraan verschillende einddatums verbonden; In de komende jaren moeten nog: Een drietal woningen op het riool worden aangesloten Twee risicovolle overstorten worden gesloten (WVO verplichting); Water op straat in Nieuwveen worden aangepakt.(wvo verplichting); Voor het overige voldoet de onderhoudsstaat van de riolering op de onderdelen, inzameling afvalwater, transport afvalwater, emissie op oppervlaktewater, overige hinder en overlast van water op straat en doelmatig beheer. Gewenste situatie Vanuit de (nieuwe) Wet Verbrede watertaken (WvW) is de zorgplicht van de gemeente beschreven. Per zorgplicht wordt in het GRP III de doelstellingen voor de komende periode gedefinieerd. De beleidsomgevingen die betrekking hebben op de verbrede watertaken laten zich samenvattend in hoofdlijnen als volgt vertalen. Kaderrichtlijn Water (KRW) KRW richt zich op de kwaliteit van oppervlaktewateren en grondwater in de Europese Unie. De gemeente Nieuwkoop maakt deel uit van het Stroomgebied Rijn-West, één van de vier stroomgebieden in Nederland. In dit kader maakt de zorg om de kwaliteit van de Nieuwkoopse en Langeraarse plassen onderdeel uit van KRW. De coördinatie voor het tot stand komen van de plannen en uitvoering hiervan ligt in handen van de Waterschappen. Wet Verbrede Watertaken De wet "gemeentelijke watertaken" is ter vervanging van een aantal bestaande wetten. Vervolgens is in deze nieuwe wet naast de zorgplicht van stedelijk afvalwater, de zorgplicht van en bevoegdheden voor hemelwater en grondwater bijgekomen. Tevens voorziet de wet in een bekostigingssysteem waarbij maximaal twee heffingen mogelijk zijn. Vooralsnog wordt hiervoor nog geen initiatief ondernomen. Wel zal in de komende exploitatiebegroting onderscheidt gemaakt worden in de kosten voor de watertaken en het stedelijk afvalwater. Gemeenten moeten uiterlijk voor 2013 beleid ontwikkeld hebben over de invulling van de zorgplicht. Inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater. Het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater (huishoudelijkafvalwater bedrijfsafvalwater en grondwater) is een voortzetting van het huidige beleid. In hoofdlijnen moet aan de navolgende taakvelden voldaan worden: 1. De mate en wijze waarop de bebouwing is aangesloten op de riolering; 2. De mate en wijze waarop voorkomen wordt dat schadelijke stoffen in het riool komen; 3. Het voorkomen en beperken van wateroverlast in het stedelijk gebied;

4 4. Het voorkomen en beperken van riooloverstorten. Zorgplicht hemelwater Formeel bestaat nu een zorgplicht door de gemeente voor de inzameling van hemelwater voor zover de perceelseigenaar het regenwater redelijkerwijs niet zelf kan verwerken. De hemelwaterzorgplicht is een inspanningsverplichting. Gemeenten kunnen niet (direct) het hemelwater van alle extreme buien inzamelen. Hierin hebben gemeenten ook een keuze: hoe vaak vinden we water op straat aanvaardbaar? Hiervoor zijn in de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) vergunning landelijke richtlijnen opgenomen. 1. Afkoppelen hemelwater Uit milieuoogpunt en voorkomen van overbelasting van het afvalwaterriool is het scheiden van hemelwater en afvalwater een belangrijk onderdeel van de zorgplicht. 2. Afkoppelbeleid hemelwater Binnen onze gemeente zijn, als onderdeel van de basisinspanning, veel resultaten behaalt met het afkoppelen van verharde oppervlakten. Voor de afvoer van regenwater van particuliere percelen kan de gemeente hiervoor voorzieningen treffen als zij redelijkerwijs geen mogelijkheden op eigen terrein vinden. Voor nieuwbouw en herinrichtingplannen zijn voor het afkoppelen van hemelwater in het PVE beleidregels vastgesteld. Inhoudelijk betekent dit dat hemelwater gescheiden van afvalwater wordt aangeboden. 3. Inzameling regenwater Op dit moment wordt verhard oppervlak binnen grootschalige nieuwbouw/reconstructieprojecten al aangesloten op het oppervlaktewater, conform de gestelde wettelijke richtlijnen. 4. Verplichting afkoppelen hemelwater (opgenomen in de WVO vergunning) In de wijken Rietlanden en Noorden moeten nog twee risicovolle overstorten worden gesaneerd. De oplossing wordt gezocht in het afkoppelen van verhard dakoppervlak waardoor de capaciteit van het afvalwaterriool wordt ontlast en de overstorten kunnen worden opgeheven. Deze maatregel moet voor 1 januari 2010 worden uitgevoerd. In deze twee wijken ligt al een hemelwaterriool voor de straatkolken. Met een betrekkelijk kleine ingreep kan het hemelwater van de daken op de hemelwaterleiding aangesloten worden. Volgens de nieuwe zorgplicht kunnen wij kiezen uit de navolgende aansluitmogelijkheden. 1. De particulier wordt gedwongen op eigen kosten aan te sluiten op de op de gemeentelijke hemelwaterleiding; 2. De gemeente sluit aan op kosten van de particulier; 3. De gemeente sluit aan en neemt de kosten voor zijn rekening.

5 In dit specifieke geval hebben wij een wettelijk verplichting om het overstorten te voor 1 januari 2010 te saneren waarbij de oplossing gevonden wordt in het ontlasten van het vuilwaterriool middels het afkoppelen van verhard oppervlak (dakoppervlakte). Beleidslijnen conform verbreed GRP Bij nieuwbouwactiviteiten wordt een gescheiden stelsel voorgeschreven (is WVO plichtig); 2 In het verlengde van de wettelijke verplichting om het risicovolle overstorten in de wijken Rietlanden en Noorden te sluiten, wordt voorgesteld, de zorg en de kosten voor het afkoppelen van dakoppervlakten (verplichting voorzijde woning) voor rekening van de Gemeente Nieuwkoop uit te laten voeren. 3 Mogelijkheden onderzoeken waar met beperkte middelen (verstrekken subsidie door waterschappen) afkoppelen van hemelwater kansen bied. Bijvoorbeeld aan waterpartij en waar al een hemelwaterafvoer in de openbare ruimte ligt. 4 Bij een reconstructie van een weg of herinrichting van de buitenruimte wordt bij vervanging van een riolering een gescheiden systeem (afvalwater regenwater van verhardoppervlakte) voorgeschreven. Zorgplicht grondwater Deze nieuwe (per 1 januari 2008) gemeentelijke zorgplicht is beschreven in de Wet op de Waterhuishouding. Deze zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting. De gemeente is niet per definitie verantwoordelijk voor handhaving van het grondwaterpeil in het bebouwde gebied. De particulier is in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Overtollig grondwater dat de particulier redelijkerwijs niet zelf kan afvoeren, moet hij kwijt kunnen bij de gemeente, mits dit doelmatig is en er sprake is van een structureel probleem. In de praktijk zijn er weinig problemen met grondwater bekend (2008). Omdat de omliggende gemeenten met dezelfde vraagstelling geconfronteerd worden is in een "werkgroep samenwerking grondwater veengebieden" opgericht. Zowel de waterschappen en de Provincie Zuid-Holland zijn betrokken bij deze werkgroep. In hoofdlijnen wordt gestreefd naar het opstellen van een grondwatermeetnet om het gedrag van de grondwaterstand in de diverse kernen te kunnen monitoren. Aan de hand van deze gegevens zal worden bezien of naast mogelijke maatregelen, verdere beleidsformulering over loket- en regiefunctie noodzakelijk is. Beleidslijnen conform verbreed GRP Gemeente Nieuwkoop samen met omliggende gemeente deel laten nemen met de "werkgroep samenwerking grondwater veengebieden"; 2. Als speerpunt hierbij beleid formuleren op het gebied van grondwater conform de richtlijnen van de wet, inclusief het opzetten van een grondwatermeetnet om te monitoren.

6 Inzameling ongezuiverde lozingen Volgens de wettelijke eis moeten alle panden binnen de gemeente gevrijwaard zijn van ongezuiverde lozingen. In de Gemeente Nieuwkoop zijn (per ) aangesloten op de riolering waarvan voor 84 percelen in het buitengebied ontheffing van de zorgplicht is aangevraagd bij de Provincie Zuid Holland. 13 percelen moeten nog worden voorzien van een IBA II of IBA III. Toekomstige ontwikkelingen Voor de belasting van het rioleringsnet wordt rekening gehouden met een minimale uitbreiding van 100 woningen per jaar. Via maatwerk zal bezien moeten worden of de toename van stedelijk afvalwater past binnen capaciteitvoorziening van de zuiveringsinstallaties. Daarnaast zal de voorgenomen sanering van de glastuinbouw een belangrijke wissel trekken op de belasting van de riolering. Hierbij geld als uitgangspunt dat de bestaande glastuinbouw op termijn verdwijnt ten koste van nieuwbouw. De nieuwe locatie kassenbouw "project GZ 28 Nieuw Amstel III" krijgt een centrale functie. Deze nieuwe glastuinbouw zal aan strikte eisen moeten voldoen met betrekking tot de verwerking van hemelwater en stedelijk afvalwater. Voor de bestaande kassenbouw ligt een inspanningsverplichting om het proceswater aan te sluiten op de riolering. De gemeente Nieuwkoop ziet dit probleem graag opgeloste in relatie met de nieuwbouwactiviteiten. Een oplossing in de bestaande situaties is geen oplossing omdat de capaciteit van de drukriolering hierop niet berekend is. De opgave periode Beleidsuitgangspunten zijn vertaald in een plan van aanpak voor de komende vijf jaar. Deze aandachtspunten zijn in het GRP III onder hoofdstuk vijf verder uitgewerkt. De opgenomen externe kosten die aan deze maatregelen verbonden zijn maken onderdeel uit van het kostendekkingplan. In hoofdlijnen betreffen het de navolgende onderzoeken en of maatregelen te weten: Grondroedersregeling (Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten WION) Planning & Control cyclus (opstellen jaarprogramma's en verantwoording); Meten en sturen riolen (hydraulische berekeningen uitvoeren); Toezicht en handhaving (met de Waterschappen een werkprotocol opstellen); Klachten en meldingen (grondwatercoördinator benoemen); Vergunningen (ontzorgen IBA's in overleg met Waterschappen); Rioolheffing (onderzoeken voor het toepassen van twee rioolheffingen); Plantoetsing nieuwbouw (consequenties toename nieuwbouw uitwerken); Inspectieprogramma (achterstanden wegwerken); Benchmark waterketen (deelnemen aan landelijke Bechmark riolering); Afkoppelkansenkaart (randvoorwaarden nader uitwerken); Grondwateronderzoek (monitoren en beleid formuleren); Gemeentelijk waterplan (rioolprocessen betrekken bij waterplan);

7 Storingsanalyse pompen (functie pompcapaciteit optimaliseren); Nieuw gemeentelijk rioleringsplan (in jaarplan 2012 nieuw GRP opstellen); Uitvoeringsplan vervanging riolering Voor de vervanging van de vrijvervalriolering zijn de theoretische afschrijvingstermijnen bepaald waarbij met een bandbreedte van 10 jaar wordt gehanteerd (niet elk deel houdt het 60 jaar vol, of is aan vervanging toe). Op basis van deze aanname is een totaalbedrag van , - inclusief de vervanging van de riolering in de Molenstraat voor de planperiode opgenomen. Vervangen riolering Voorweg - Simon van Capelweg De Voorweg staat op de nominatie om gelijktijdig met het deel van de Provincialeweg in 2012 te worden gerehabiliteerd. Midden onder de wegconstructie ligt een zogenaamde vacuümriolering die zeer storingsgevoelig is. Vooral bij ernstige verzakkingen werkt het systeem onvoldoende. Omdat de leiding onder de één meter dikke wegconstructie ligt is bij eventuele breuk reparatie niet mogelijk. Het vacuümsysteem zal bij vervanging, vervangen worden door drukriolering. De ombouw van het vacuümsysteem is alleen mogelijk als gelijktijdig het vacuümsysteem in de Simon van Capelweg en het vacuümgemaal vervangen wordt door het drukrioleringssysteem. Met het vervangen van de 4,5 kilometer lange vacuümriolering en de 114 vacuümputten is een bedrag gemoeid van globaal 3 miljoen euro. Dit bedrag maakt onderdeel uit van het kostendekkingsplan. Beoogd effect Het inzichtelijk maken van de benodigde maatregelen inclusief de financiën consequenties hiervan voor het in stand houden van het rioolstelsel op de korte en langere termijn. Argumenten Rioolbeheer verwoord in Wet Milieubeheer Het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan is een wettelijk taak zoals verwoord in de wet Milieubeheer. In de programmabegroting 2008 is het opstellen van gemeentelijk rioleringsplan opgenomen. In de voorgaande gemeenten had alleen de oude gemeente Nieuwkoop een geldig GRP wat overigens in 2005 afliep. In het nieuwe GRP III is rekening gehouden met de gewijzigde wetgeving met betrekking tot hemelwater en grondwater die per 1 januari 2008 van kracht is geworden. Was de gemeente in het verleden verantwoordelijk voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, daar is nu dus de zorgplicht voor hemel - en grondwater bijgekomen. De gemeente heeft de verplichting om tot uiterlijk 2013 een verbreed GRP te laten vaststellen. Het moge voor zich spreken dat om deze reden in het in dit nieuwe GRP extra aandacht geschonken is aan de zorg voor hemel en grondwater. Vervolgens is in het nieuwe GRP rekening gehouden met de opdracht van de raad om de tarieven binnen 4 jaar kostendekkend te maken. In dit plan wordt hieraan voldaan. Rekening is gehouden met een kostendekkingsplan voor de korte en de lange termijn (60

8 jaar). Hierbij maakt het uitgangspunt, het handhaven van een evenwichtige rioolheffing voor de burger, een belangrijk onderdeel uit. Bij het opstellen van het GRP maken de belangen van de Waterschappen (HHR, AGV, HDSR) verwoord in de Keur en/of WVO vergunningen, een belangrijk onderdeel uit van de beleidsuitgangspunten. Vervolgens zal de Provincie Zuid - Holland hieraan zijn goedkeuring moeten geven. Financiële consequenties Huidige situatie De huidige begroting van de riolering 2009 en verder is gebaseerd op reguliere kosten inclusief kapitaalslasten voor gemaakte investeringen. Naast deze kosten wordt jaarlijks een storting in de voorziening gedaan (ca , -) voor onderhoud en tariefsegalisatie. De kapitaallasten zijn gebaseerd op lineaire afschrijving met maximale afschrijving en financieringstermijn van 30 jaar. Nieuwe situatie Volgens de richtlijnen van de BBV moeten vaste activa met een beperkte gebruiksduur, zoals riolering, worden afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwacht toekomstige gebruiksduur. Het vaststellen van een andere afschrijvingsduur betreft een schattingswijziging. In dat geval kan worden volstaan met de bestaande boekwaarde gedurende de nieuwe resterende afschrijvingstermijn af te schrijven. De kapitaallasten van de investeringen uit het verleden, die nu een langere afschrijvingstermijn hebben, zijn in het kostendekkingsplan op basis van dit uitgangspunt herberekent. In de bijlagen zijn twee scenario's opgenomen met berekening van het tarief van de rioolheffing. In onderstaand overzicht worden kort de kernpunten aangegeven. Scenario 1 Tarief Jaar kostendekkend (baten en lasten in evenwicht) Maximale stand van de voorziening Voorziening negatief in Scenario 2 Tarief met ingang van 2010 Jaar kostendekkend (baten en lasten in evenwicht) Maximale stand van de voorziening Voorziening negatief in 234, » , , Gelet op de maximale stand van de voorziening en de tijdspanne waarop de voorziening is uitgeput, wordt geadviseerd te kiezen voor scenario 2. Toelichting Bij het eerste scenario wordt uitgegaan van een gelijkblijvend tarief van 234,02 in de komende jaren.

9 Bij het tweede scenario wordt uitgegaan van een tariefsverlaging met 10% tot 210,62. Uitgangspunt is om op langere termijn met een gelijkblijvend tarief een kostendekkendheid van maximaal 100% te realiseren. Het jaarlijkse exploitatieresultaat wordt toegevoegd of onttrok aan de Egalisatievoorziening Riolering. Hierdoor worden schommelingen in het tarief opgevangen. In de eerste jaren wordt een 'buffer' opgebouwd om de hogere kapitaallasten van de toekomstige noodzakelijke (vervanging)investeringen op te vangen. De tariefsdaling van 10% bij scenario twee is mogelijk door de herberekening van de kapitaallasten, als gevolg van de langere afschrijvingstermijnen bij vrijverval- en drukriolering. Daarnaast wordt de voorziening slechts gebruikt voor egalisatie van het tarief en niet voor onderhoud. Daardoor zit de storting in de voorziening niet meer in de tariefsberekening. Scenario twee laat zien dat na 2024 de kostendekkendheid minder dan 100% wordt. Hier wordt het omslagpunt bereikt waarop uit de voorziening wordt onttrokken om de kapitaallasten van de (vervanging)investeringen te kunnen dekken. Het maximale saldo dat in de voorziening wordt opgebouwd bedraagt ca , -. Bij gelijkblijvend tarief zal in 2040 de 'bodem' van de voorziening bereikt zijn en is er geen dekkingsmogelijkheid meer. Als gevolg van het nieuwe GRP zijn in de exploitatiebegroting van 2009 kosten voor maatregelen (nieuw beleid) opgenomen. Deze kunnen kostenneutraal worden uitgevoerd, doordat de kapitaallasten lager uitvallen evenals de begrote storting in de voorziening. De begrote btw in de begroting 2009 is niet correct berekend, waardoor de kostendekkendheid voor 2009 (92%) te laag is geschat. Kanttekeningen: Gehanteerde richtlijnen Ingenieursbureau Tauw Het ingenieursbureau Tauw heeft aanvankelijk voor de vervanging van de riolering 30 jaar aangehouden en voor de eenheidsprijzen de landelijke richtlijnen (RIONED) gehanteerd. Tevens werd er vanuit gegaan dat alle riolen bij vervanging ten lasten zouden komen van de exploitatie van de riolering. Deze berekening laat een verhoging van de lasten zien die uiteindelijk in de komende vijftig jaren op zou lopen van 250, - naar 1250, - - per aansluiting, (exploitatielasten van 2 mij naar 10 mij per jaar exclusief inflatie) Visie richtlijnen College Het college is van mening dat in deze gemeente lagere eenheidsprijzen gehanteerd kunnen worden (op basis van nacalculaties). De leeftijd van riolering afhankelijk van de soort, voor vrijverval op 60 jaar en drukriolering op 75 gesteld kan worden. Tevens zijn zij van mening dat bij vervanging van riolering in herinrichtinggebieden door het grondbedrijf meegefinancierd (zie Langeraar, Achterweg in Nieuwkoop en delen van Ter Aar) moet worden. Vooralsnog wordt een percentage van 50% gehanteerd (50% grondbedrijf en

10 50% exploitatie riolering). Dit laatste standpunt is ook als uitgangspunt in het beheerplan wegen gehanteerd voor wegen binnen de bebouwde kom. De verwachte levensduurverwachting van vrijvervalriolering is gebaseerd op de huidige onderhoudsstaat en relatie tot de huidige leeftijd. De betonnen riolering in de vogelbuurt (kern Nieuwkoop) verkeert in goede onderhoudsstaat en is 55 jaar oud Deze onderhoudsstrategie leidt tot een verhoging van de tarieven oplopend van 250, - naar 500, - per aansluiting per jaar in de komende vijftig jaar. Richtlijnen BBV Door de langere afschrijvingsduur zullen er ook een langere tijd rentekosten moeten worden toegerekend in de kapitaallasten. De jaarlijkse lasten voor de burgers zullen echter lager blijven omdat zij anders feitelijk vooruitbetalingen op het rioolgebruik doen. Pas na dertig jaar vooruitbetalen kunnen zij vervolgens 'gratis' van hun dan al geheel en te vroeg afgeschreven riool genieten. Dat riool is dan nog wel zo'n 45 jaar bruikbaar, Zij verliezen dus "onzichtbaar" hun eigen rentebaten op de aan de gemeente vooruitbetaalde rioolrechten. Bovendien zullen de toekomstige "gratis" rioolgebruikers waarschijnlijk andere inwoners zijn dan de in eerste instantie vooruitbetalende burgers. De jaarlijkse storting in de voorziening de komende jaren is afhankelijk van de realisatie in desbetreffend jaar. Communicatie Het Verbreed gemeentelijk rioleringsplan is in overleg met de Hoogheemraadwaterschappen, Rijnland, Amstel Gooi en Vecht en de Stichtse Rijnlanden tot stand gekomen. Achterliggende stukken die ter inzage liggen Notitie Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwkoop Advies meningsvormende raad 3 juni 2009 Het voorstel kan naar de besluitvormende raadsvergadering van 25 juni 2009 als discussiestuk. 10