Wijziging Renswoudsestraatweg II. van het bestemmingsplan Buitengebied GEMEENTE BARNEVELD Nr 563

Transcriptie

1 Wijziging Renswoudsestraatweg II van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 GEMEENTE BARNEVELD Nr 563

2 TOELICHTING Inhoud: Hoofdstuk I Hoofdstuk II Hoofdstuk III Aanleiding en beschrijving Economische uitvoerbaarheid Gevoerd overleg 1

3 HOOFDSTUK I AANLEIDING EN BESCHRIJVING 1. Aanleiding Op 11 september 2007 is een verzoek ingediend om naast het bestaande agrarische bedrijf op het perceel Renswoudsestraatweg 16 in Barneveld de niet-agrarische nevenactiviteit in de vorm van kinderopvang toe te staan. Het is de bedoeling een gedeelte van een bestaand agrarisch bedrijfsgebouw in gebruik te nemen voor deze nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit. Op 12 maart 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten in principe medewerking te verlenen aan het verzoek onder bepaalde voorwaarden met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO;oud). 2. Ligging en omvang van het plangebied Het onderhavige wijzigingsplan ex. Artikel 11 WRO betreft het perceel Renswoudsestraatweg 16 in Barneveld, kadastraal bekend, gemeente Barneveld, sectie E, nummer Het plangebied heeft een oppervlakte van m2. Het plangebied is gelegen ten zuidwesten van de kern Barneveld. Perceel Renswoudsestraatweg 16 te Barneveld Afbeelding: ligging plangebied 3. Bestemmingen volgens het geldende bestemmingsplan Buitengebied De betreffende gronden hebben in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2000 de bestemming agrarisch gebied I met een agrarisch bouwperceel. Het verzoek om op het perceel naast een agrarisch bedrijf kinderopvang toe te staan is in strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan. Op de kaart behorende bij de binnen het geldende bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingsvisie ligt het perceel in het gebied dat is aangemerkt als deelgebied 1: agrarisch ontwikkelingsgebied. In deze zone zijn volgens de beschrijving in hoofdlijnen c.q. ontwikkelingsvisie (artikel 38 van het vigerende plan, zie bijlage II van dit wijzigingsplan) mogelijkheden voor het toelaten van nevenactiviteiten bij een functionerend agrarisch bedrijf. Het toestaan van nevenactiviteiten vindt zijn beperking in het uitgangspunt dat de agrarische funktie de hoofdactiviteit moet blijven. 2

4 Afbeelding: Uitsnede plankaart bestemmingsplan Buitengebied 2000, omgeving Renswoudsestraatweg 16 in Barneveld 4. Aard en beschrijving van het plan. Het voorliggende wijzigingsplan is opgesteld om de nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit in de vorm van kinderopvang in een deel van de bestaande agrarische bebouwing op het perceel aan de Renswoudsestraatweg 16 in Barneveld mogelijk te maken. Het is daarbij de bedoeling dat het bestaande agrarische bedrijf dient te worden voortgezet. Het betreft immers een aan het agrarisch bedrijf ondergeschikte niet-agrarische nevenactiviteit. Op de nieuwe plankaart is de aanduiding Nki toegevoegd binnen het bestaande agrarische bouwperceel. De verzoeker is voornemens om bij het agrarische bedrijf in een gedeelte van een bestaand agrarisch gebouw te starten met de nieuwe niet-agrarische nevenactiviteiten in de vorm van kinderopvang. Een bestaande schuur binnen het agrarisch bouwperceel met een oppervlakte van 458 m2 (op afbeelding hiernaast gearceerd) zal voor een deel (300 m2) in gebruik worden genomen voor de nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit. Bekeken is of de nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit op de voorgestelde locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Afbeelding bestaande bebouwing, gedeelte schuur ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteit. Wijzigingsbepaling in verband met de ontwikkelingsvisie Het perceel ligt, zoals reeds eerder is aangehaald, in de ontwikkelingsvisie binnen het agrarisch ontwikkelingsgebied (deelgebied 1). Met de inwerkingtreding van het Reparatieplan Buitengebied 2004 van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 is er een wijzigingsbevoegdheid van toepassing voor nieuwe niet-agrarische nevenactiviteiten. Met toepassing van artikel 11 van de WRO kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen voor wat betreft het bestemmen van 'niet-agrarische nevenactiviteiten 'bij de bestemming 'agrarisch gebied I' en 'agrarisch gebied II' met in achtneming van diverse voorwaarden. 3

5 Planologische aanvaardbaarheid Om op het perceel een niet-agrarische nevenactiviteit mogelijk te kunnen maken dient voldaan te zijn aan de voorwaarden zoals deze zijn gesteld in de wijzigingsbepaling ex. artikel 39, lid 18 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 (zie bijlage II van dit wijzigingsplan), te weten: a. het betreft een reëel agrarisch bedrijf; b. de nevenactiviteit mag een activiteit betreffen zoals vermeld in bijlage 3 of zijn weergegeven in de tabel behorende bij artikel 39, lid 18, sub b; c. de niet-agrarische bedrijfsactiviteit dient te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing, met dien verstande dat ten behoeve van de nevenactiviteit maximaal 300 m2 mag woren gebruikt; d. aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden; e. buitenopslag is niet toegestaan. Het onderhavige verzoek voldoet aan deze voorwaarden. Reëel agrarisch bedrijf Op het perceel aan de Renswoudsestraatweg in Barneveld geldt een milieuvergunning voor het houden van leghennen. Er is op dit moment een vergunning verleend voor maximaal leghennen. (vergunning dateert van 2009). De bedrijfsomvang bedraagt daarmee 117,3 nge. Volgens de normen van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) is er dan sprake van een reëel agrarisch bedrijf, zo ook volgens de toelichting van het bestemmingsplan (minimaal 16 nge). Toelaatbare nevenactiviteit Verzoeker is van plan kinderopvang te realiseren. (De voorgenomen activiteit kan activiteit kan worden gerangschikt onder SBI-code 853 wat verwijst naar kinderopvang). Deze activiteit is opgenomen in bijlage 3 van het bestemmingsplan (zie bijlage III van dit wijzigingsplan voor deze bijlage) en is toegestaan binnen deelgebied 1. Maximale oppervlakte bedrijfsruimte voor nevenactiviteit De nevenactiviteit zal worden uitgeoefend in een bestaand bedrijfsgebouw. Deze heeft een oppervlakte van 458 m2. Van dit gebouw zal een gedeelte te weten 300 m2, in gebruik worden genomen voor de kinderopvang. De maximale oppervlakte die voor de nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit c.q. kinderopvang in gebruik kan worden genomen bedraagt volgens het bestemmingsplan maximaal 300 m2. Het verzoek voldoet daarmee aan het bestemmingsplan. Geen onevenredige verkeersaantrekkende werking De verkeersaantrekkende werking zal gering zijn. Het verkeer van en naar de inrichting bestaat uit het halen en brengen van kinderen. Dit zal ca. 20 keer per dag plaatsvinden. Het parkeren zal geheel op eigen terrein plaatsvinden. Gezien het geringe aantal verkeersbewegingen welke met de nieuwe funktie gepaard gaan, worden er vanuit verkeerskundig oogpunt geen extra voorwaarden gesteld. Op het terrein is voldoende ruimte voor auto's om te kunnen parkeren. Ook biedt het perceel voldoende ruimte voor het parkeren van overige voertuigen. Er is in ieder geval geen sprake van een toenemende parkeerdruik in de directe omgeving. Buitenopslag niet toegestaan Buitenopslag ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteit is niet toegestaan. Dit wordt door de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 dan ook uitgesloten. In het bestemmingsplan is binnen de vigerende bestemming 'agrarisch gebied I' dan ook aangegeven (artikel 7, lid 1, onder b) dat de gronden met deze bestemming zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch gebruik en uitsluitend waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid: aan de agrarische functie ondergeschikte niet-agrarische nevenactiviteiten met dien verstande dat buitenopslag ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteiten niet is toegestaan. Conclusie Het plan voldoet aan de voorwaarden zoals deze zijn gesteld met betrekking tot niet-agrarische nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf en aanvullend zijn gesteld door het college van burgemeester en wethouders. Voor het overige zijn er geen bestemmingsplantechnische en milieutechnische belemmeringen om de aanduiding 'Nki' op de nieuwe plankaart bij dit wijzigingsplan toe te voegen aan het agrarisch bouwperceel. In het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" wordt voor het bepalen van de maximale oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteiten verwezen naar bijlage 1 van het bestemmingsplan (lijst bestaande niet-agrarische nevenactiviteiten bij 4

6 agrarische bedrijven, zie bijlage III van dit wijzigingsplan). Renswoudsestraatweg 16 wordt aan die lijst toegevoegd en de toevoeging is in de voorschriften van dit wijzigingsplan opgenomen. 5. Milieu-aspecten bodemkwaliteit (nog aanpassen adhv het onderzoek dat wordt uitgevoerd) Voor het plan is een verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens de NEN 5740 vereist. In de toezeggingenbrief is aan verzoeker gevraagd om een dergelijk onderzoek te doen uitvoeren op het perceel. In juni 2008 is voor de beoordeling van de bodemkwaliteit door Grondvitaal een bodemonderzoek uitgevoerd volgens NEN 5470 voor het betreffende perceel. Uit de beoordeling van het onderzoek (zie bijlage IV) blijkt dat er geen aanleiding bestaat om te veronderstellen dat de bodem op de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu. In dat kader zijn er geen belemmeringen aanwezig voor het vastleggen van de nieuwe bestemming en/of voor de eventuele afgifte van een bouwvergunning. agrarische bedrijven In de directe omgeving van het plangebied zijn geen agrarische bedrijven gevestigd die belemmerend werken op het verzoek. Het op één nabij gevestigde bedrijf ligt op 110 meter afstand. Overige agrarische bedrijven liggen op grotere afstand en hebben op basis van vergunde rechten geen hindercircel die reikt tot het plangebied. De voorgenomen ontwikkeling vormt geen (extra) belemmering voor de agrarische bedrijven in de omgeving. Voor wat de geurhinder van het eigen bedrijf op de kinderopvang geldt een beperkte bescherming volgens de Wet geurhinder en veehouderij in die zin dat het kinderdagverblijf niet tegen geurhinder hoeft te worden beschermd. Het bedrijf moet namelijk als één inrichting worden gezien. milieuhinder Bij het vaststellen van de milieubelasting die de niet-agrarische nevenactiviteit kan veroorzaken en het ondervangen hiervan wordt onder andere uitgegaan van de richtlijn "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG. Aan kinderopvangactiviteiten (SBI-code 853: kinderopvang) zijn de indicatieve afstandsnormen gekoppeld voor geluid van 30 meter. De dichstbijzijnde woning ligt op een afstand van ca. 180 meter van de ruimte waarbinnen de nevenactiviteiten zullen plaatsvinden. Relevant voor deze situatie is dat het om een klein bedrijf c.q. nevenactiviteit naast het bestaande agrarisch bedrijf gaat en deze uitsluitend binnen de bestaande bedrijfsbebouwing zullen plaatsvinden. Dit biedt dus een marge met betrekking tot afstanden genoemd in bovenstaande richtlijn. geluid Het feit dat de kinderopvang kleinschalig zijn en uitsluitend inpandig plaatsvinden draagt bij aan beperking van de geluidsproductie. Het dichtstbijzijnde geluidsgevoelige object, ligt op een afstand van ca. 180 meter vanaf deze geluidsbron c.q. de ruimte die in gebruik zal worden genomen voor de nietagrarische nevenactiviteit. Vanuit milieukundig oogpunt is er daarom geen bezwaar tegen dit plan. Omliggende bedrijven worden niet gehinderd door de kinderopvang. De Wet geluidhinder is verder binnen het verzoek niet van toepassing omdat het hier geen nieuwe geluidgevoelige bestemming betreft. De op het perceel aanwezige bedrijfswoning blijft de bedrijfswoning bij het agrarisch bedrijf. Gezien de activiteiten, de ligging van het kinderdagverblijf en de aan- en afvoerroute ten opzichte van geluidgevoelige objecten is er geen geluidsoverlast naar de omgeving te verwachten. Luchtkwaliteit In Europees verband zijn diverse normen vastgelegd voor de maximale concentraties van een aantal stoffen in de buitenlucht. De normen zijn voor de Nederlandse situatie vastgelegd in de Wet milieubeheer. In Nederland, zo ook in de gemeente Barneveld zijn er twee stoffen die problemen kunnen opleveren met betrekking tot de overschrijding van de grenswaarden: stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) Een luchtkwaliteitonderzoek is niet noodzakelijk. De nieuwe nevenactiviteit op het perceel Renswoudsestraatweg 16 genereert naar verwachting twintig motorvoertuigen per dag. Dit impliceert veertig (extra) vervoersbewegingen per dag. De verwachting is dat dit aantal (extra) verkeersbewegingen geen waarneembare toename in de ter plaatse heersende concentraties van stifstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) tot gevolg heeft, zodat er geen sprake zal zijn van een substantiële verslechtering van 5

7 de luchtkwaliteit. De verwachting is dat de bestemmingsplanwijziging geen waarneembare gevolgen heeft voor de ter plaatse heersende luchtkwaliteit. Een luchtkwaliteitonderzoek is daarom niet noodzakelijk. archeologie Het plan maakt geen nieuwe bouwactiviteiten mogelijk, maar voorziet in wijziging van het gebruik van een deel van de bestaande agrarische bebouwing. Deze bebouwing is binnen het bouwperceel geprojecteerd. De trefkans voor het vinden van waardevolle archeologische vondsten wordt hierdoor dermate geminimaliseerd, dat het uitvoeren van een archeologisch onderzoek in dit geval niet noodzakelijk wordt geacht. Flora en fauna Het (plan)gebied ligt niet in, of zodanig nabij, gebieden met bijzondere gebiedsbescherming. De relevante natuurbeschermingswetgeiving beperkt zich daarom tot soortbescherming via de Flora- en faunawet (Ffw). Er wordt aangeraden de eventuele verbouwwerkzaamheden te laten plaatsvinden buiten het broedseizoen dat loopt vanaf medio maart tot en met medio juli om te voorkomen dat toch eventuele aanwezige broedlokaties verstoord zouden kunnen raken. Gezien de aard en omvang van de ingreep is het niet aannemelijk dat ecologische waarden worden aangetast in de zin van de Flora- en faunawet. Daarnaast zullen de werkzaamheden zich afspelen binnen een bestaand bouwperceel. De verwachting is dat de bepalingen uit de FFW niet worden overtreden. Mochten er tijdens de sloop/bouwactiviteiten ecologische waarden welke nu niet voorzien zijn, alsnog verstoord dreigen te raken, dan dient onverwijld de sloop/bouw(planning) te worden gestaakt en dient nader onderzoek te worden uitgevoerd. Water Gezien de geringe omvang en impact van het plan is niet te verwachten dat realisatie enig gevolg zal hebben voor de bestaande waterhuishouding en waterstructuren. Het Waterschap Vallei & Eem hanteert uitgangspunten ter bescherming en verbetering van de waterkwaliteit. Concrete maatregelen zijn het afkoppelen van regenwater, het beperken van verhard oppervlak en het tegengaan van gebruik van uitlogend bouwmateriaal. Het voorliggende plan betreft geen toevoeging van extra bebouwing. Het verhard oppervlak neemt daardoor niet toe. Externe veiligheid Op basis van de Risicokaart provincie Gelderland van de provincie Gelderland, uit 2006 kan worden geconcludeerd dat er in de omgeving van het perceel Renswoudsestraatweg 16 geen risicovolle bedrijven zijn gevestigd. Zodoende zijn er geen risico s aanwezig in het kader van de externe veiligheid waar bij deze planwijziging rekening mee gehouden moet worden. 6. Juridische planopzet Deze bestemmingswijziging betreft een binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied De bestemming van het perceel blijft hetzelfde, te weten 'agrarisch gebied I' met agrarisch bouwperceel. Op de nieuwe plankaart is de aanduiding 'Nki' toegevoegd. De voorschriften voor 'agrarisch gebied I' (zie bijlage I van dit wijzigingsplan), zoals deze zijn vastgesteld in het moederplan "Buitengebied 2000", blijven, net als de overige voorschriften, eveneens van toepassing. Gewijzigde onderdelen, als de toevoeging aan bijlage 1 "lijst bestaande niet-agrarische nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven" van het moederplan en de plankaart zijn opgenomen en vloeien voort uit dit wijzigingsplan. De meest relevante voorschriften en bijlagen waarin dit plan aan wordt gerefereerd zijn in de bijlagen opgenomen. Voor de overige voorschriften en bepalingen wordt verwezen naar het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied 2000, wat is vastgesteld op 30 oktober 2001 en goedgekeurd op 11 juni 2002 en tevens het "Reparatieplan Buitengebied 2004", wat is vastgesteld op 28 juni 2005 en gedeeltelijk goedgekeurd op 24 januari

8 7

9 HOOFDSTUK II ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID De verzoeker heeft het perceel in eigendom, zodat de economische uitvoerbaarheid afdoende verzekerd kan worden geacht. Teneinde eventuele planschadeclaims niet voor kosten van de gemeente te laten komen is er met de verzoeker overeengekomen dat toegekende planschadeclaims conform de standaardregeling door de verzoeker zullen worden uitgekeerd. 8

10 HOOFDSTUK III GEVOERD OVERLEG Vooroverleg Gelet op de aard en omvang van de wijziging is afgezien van overleg met verschillende instanties in het kader van artikel van het Besluit op de ruimtelijke ordening (dan wel artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985). Ontwerpplan Het ontwerp voor het wijzigingsplan heeft van.. oktober 2009 tot en met ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. 9

11 BIJLAGEN 10

12 Bijlage I Gedeelte voorschriften in verband met de bestemmingen, bestemmingsplan Buitengebied

13 Bijlage II Gedeelte beschrijving en wijzigingenbepalingen bestemmingsplan Buitengebied

14 Bijlage III Bestemmingsplan Buitengebied 2000, bijlage 1 lijst bestaande niet-agrarische nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven en bijlage 3 lijst nieuwvestiging niet-agrarische bedrijven 13

15 Bijlage IV (Beoordeling van) het verkennend bodemonderzoek, uitgevoerd volgens de NEN

16 VOORSCHRIFTEN, deel uitmakende van de wijziging Renswoudsestraatweg II van het bestemmingsplan Buitengebied

17 Artikel 1 In bijlage 1 lijst bestaande niet-agrarische nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 worden de volgende gegevens opgenomen: ADRES KAART AARD TOEGESTANE CODE OPPERVLAKTE Renswoudsestraatweg 16 Kinderopvang 300 N(ki) 16

18 PLANKAART, deel uitmakende van de wijziging Renswoudsestraatweg II van het bestemmingsplan Buitengebied