Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Griffiersnummer: B69 Onderwerp: Aanpassing APV i.v.m. verplichtingen uit nieuwe Drank- en Horecawet Datum B&W-vergadering: 8/15 oktober en 26 november 2013 Datum raadsvergadering: 19 december 2013 Datum carrousel: 19 december 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester H.W.C.G. Keereweer Ambtenaar: F.J.M. Thijssen adres: Telefoonnummer: Zaaknummer: Z Documentnummer: Bestandspath: JZ/Z APV aanpassing ivm DHW rv def G Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groesbeek (APV) te wijzigen door aan hoofdstuk 2 een nieuwe afdeling 8a toe te voegen (conform bijlage), ter voldoening aan de gemeentelijke verplichtingen en bevoegdheden uit de gewijzigde Drank- en Horecawet. 2. Deze wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening na bekendmaking in werking te laten treden op 1 januari In te stemmen met het opgestelde verslag van de inspraakprocedure. 1. Inleiding De Drank- en Horecawet (DHW) is per 1 januari 2013 gewijzigd. Met onder meer als gevolg: 1. De gemeente is naast de vergunningverlening nu ook verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW (i.p.v. de VWA). 2. De burgemeester is het bevoegd gezag voor vergunningverlening én toezicht op de naleving van de DHW in de gemeente. 3. De gemeente is op grond van artikel 4 DHW verplicht om ter voorkoming van oneerlijke mededinging met een verordening regels vast te stellen voor de drankverstrekking binnen de paracommercie (sportverenigingen, sociaal-culturele instellingen, wijkcentra). Deze regels moeten per 1 januari 2014 van kracht zijn en dienen in elk geval betrekking te hebben op: de schenktijden, de bijeenkomsten van persoonlijke aard (bruiloften en partijen) en de bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de instelling betrokken zijn. 4. De gemeente heeft op grond van artikel 25a tot en met 25d DHW een verordenende bevoegdheid gericht op alcoholmatiging, vooral bij jongeren. Het gaat dan om de mogelijkheid om de alcoholverstrekking te beperken in bepaalde soorten inrichtingen, delen van de gemeente of tijden, en daarnaast de mogelijkheid om toegangsleeftijden in te voeren en/of een verbod op prijsacties.

2 5. Jongeren onder de 16 jaar (per onder de 18 jaar) die alcoholhoudende drank bij zich hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen zijn nu ook zelf strafbaar. 6. De burgemeester heeft een sanctiebevoegdheid om tijdelijk alcoholverkoopverbod aan winkels op te leggen, als die zich niet houden aan leeftijdsgrenzen (three strikes out). De gewijzigde DHW heeft daarmee vooral consequenties voor de gemeentelijke regelgeving en voor de handhaving. Aan gemeenten is dus de verplichting opgelegd om uiterlijk 1 januari 2014 bij verordening regels vast te stellen voor het schenken van alcohol binnen de paracommercie, daarnaast heeft de gemeente verordenende bevoegdheden in het kader van alcoholmatiging. Verder is van belang dat met de gewijzigde DHW de operationele bevoegdheid voor vergunningverlening, controle, toezicht en handhaving bij het bestuursorgaan burgemeester ligt. Overigens zal de DHW per 1 januari 2014 weer worden gewijzigd. De leeftijd om alcohol te mogen kopen c.q. om alcohol aan te mogen verstrekken gaat dan van 16 naar 18 jaar. In de regio Nijmegen werd al nauw samengewerkt in het alcoholmatigingsproject Durf nu! Deze samenwerkingsstructuur is door de regiogemeenten nu ook benut om te komen tot een afgestemde set verordenende bepalingen (met gebruikmaking van VNG-model) en het opzetten van een regionale pool van gekwalificeerde DHW-toezichthouders (gediplomeerde BOA s). Met deze regionale samenwerking wordt zorggedragen voor afstemming tussen preventie, regelgeving en toezicht/handhaving en voor een efficiënte en effectieve taakuitvoering. 2. Beoogd effect De gemeentelijke verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de gewijzigde DHW invullen door duidelijke regels te stellen voor paracommerciële inrichtingen en voor alcoholmatiging en tevens zorg te dragen voor een doelmatige controle op de naleving hiervan, zonder afbreuk te willen doen aan de primaire verantwoordelijkheid van de horecasector zelf. 3. Argumenten Paracommerciële verordening Van belang is dat de wetgever ons de verplichting oplegt om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. De achtergrond hiervan is dat het bij reguliere horeca restaurants, cafés, feestzalen en cateraars gaat om een commercieel verdienmodel, terwijl bij de paracommercie (instellingen voor bijvoorbeeld sport, sociaal-culturele instellingen en instellingen voor recreatie, educatie en levensbeschouwing) de maatschappelijke betekenis van de activiteiten voorop staat zonder dat er sprake is van een commercieel karakter. Dan is het niet de bedoeling dat er vanuit de paracommercie oneigenlijke concurrentie ontstaat vanwege het feit dat er alcoholische drank kan worden geschonken op tijden en voor activiteiten die geen relatie hebben met het maatschappelijke doel van zo n instelling. Horeca-activiteiten bij maatschappelijke instellingen mogen primair slechts ondersteunend zijn, dat wil zeggen: gericht op het schenken van drank bij die gelegenheden die ook het maatschappelijke doel van de instelling betreffen. Overigens in geval de instellingen werken met een commerciële horeca-uitbater (bijv. een BV voor wie dus niet de soepele eisen gelden als voor paracommerciële stichtingen en verenigingen, zoals barvrijwilligers en fiscale voordelen), is de paracommerciële verordening niet van toepassing. In dat geval is er namelijk geen sprake van concurrentievervalsing. Pagina 2 van 9

3 In samenwerking met de regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen is er voor gekozen om gebruik te maken van de modelverordening van de VNG. Voor de paracommerciële verordening bestaan daarbij de volgende keuzemogelijkheden: 1. Wel of geen onderscheid naar aard van de inrichting. 2. Vaste schenktijden of schenktijden gekoppeld aan reguliere activiteiten. 3. Het al dan niet toestaan van bijeenkomsten van persoonlijke aard, gekoppeld aan een meldingsplicht. Regionaal is gekozen voor de minst ingrijpende variant. Daarmee behandelen we niet alleen alle instellingen gelijk, maar het zorgt ook voor een voor de controle en handhaving overzichtelijke situatie. Effectiviteit van regelgeving houdt immers ook sterk verband met de handhaafbaarheid daarvan. Deze variant houdt in: 1. Geen onderscheid naar aard van de inrichting. We behandelen dus alle paracommerciële instellingen gelijk. 2. Vaste schenktijden voor alcoholverstrekking in paracommerciële instellingen. 3. Geen bijeenkomsten van persoonlijke aard toestaan. Bij de vaste schenktijden houden we zoveel mogelijk rekening met de tijdsspanne waarbinnen de betrokken instellingen hun activiteiten door de bank genomen laten plaatsvinden. Bovendien heeft de wetgever in de Memorie van Toelichting ook aangegeven dat gemeenten geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Maar om per instelling de schenktijden exact te koppelen aan het activiteitenprogramma is onwenselijk en onwerkbaar. In dat geval zouden we namelijk een streng handhavingsregime, inclusief de bijbehorende (dure) toezichtcapaciteit, moeten implementeren om naleefgedrag te monitoren. Immers, zonder een dergelijke monitoring zou het signaal aan de paracommercie zijn dat we de concurrentieverhoudingen ten opzichte van de commerciële horeca niet serieus nemen en dat is, gelet op de verantwoordelijkheid die de wet ons geeft, geen optie. Daarentegen kunnen we bij vaste schenktijden in de handhaving juist kiezen voor een lichter handhavingsregime, omdat we overtredingen sneller in het vizier krijgen en we dus gerichter kunnen controleren en handhaven. Bovendien geeft deze optie de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid ook meer bij de instellingen neer te leggen, zonder dat dit ten koste gaat van een geloofwaardig niveau van controle en handhaving. Overigens gaat het bij de vaste schenktijden alleen om de tijdstippen waarop het schenken van alcohol is toegestaan. Buiten de schenktijden mogen niet-alcoholische dranken, broodjes, snoep e.d. gewoon verkocht worden. Doorslaggevend argument voor ons college is de doelstelling om tot vermindering van alcoholgebruik te komen. Bijeenkomsten van persoonlijke aard willen we niet toestaan. Hiermee zetten we de huidige lijn voort, waarbij in de tot op heden geldende paracommerciële vergunningen een verbod was opgenomen voor het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard. Bovendien sluit dit verbod ook goed aan bij overige regelgeving (o.a. milieu, bestemmingsplannen etc.) die dergelijke bijeenkomsten veelal ook uitsluiten. Dit verbod houdt dus in, dat er alleen alcohol mag worden geschonken bij activiteiten die gerelateerd zijn aan het maatschappelijke doel van de Pagina 3 van 9

4 betrokken instelling. Daarbij is niet uitgesloten dat er wel alcohol kan worden geschonken bij feestelijke bijeenkomsten die te maken hebben met de aard van de instelling, zoals een bestuursjubileum, een lustrumviering, een kampioenschap e.d. Tevens heeft de burgemeester op grond van de DHW nog de bevoegdheid om bij bepaalde bijzondere gelegenheden ontheffing van de gestelde regels te verlenen. Regionaal is afgesproken geen onderscheid te maken naar de aard van de inrichting, alle paracommerciële instellingen worden met zo eenvoudig mogelijke regelgeving gelijk behandeld. Dus ook een multifunctionele accommodatie (niet zijnde een vennootschap want dan geen paracommercie) dient zich te houden aan de vaste schenktijden. Verder mag er enkel alcohol worden geschonken bij activiteiten die gerelateerd zijn aan het maatschappelijke doel van de betrokken instelling(en). Het is dan dus zaak de maatschappelijke doelstelling van (instellingen in) een multifunctionele accommodatie ruim te omschrijven, zodat verschillende activiteiten waarbij alcoholverstrekking gewenst is daaraan te relateren zijn. Daarnaast heeft de burgemeester op grond van artikel 4 lid 4 DHW nog de bevoegdheid ontheffing te verlenen van de gestelde regels bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. We hebben nu eenmaal de verplichting op basis van de landelijke DHW om met het oog op oneerlijke concurrentie t.o.v. de reguliere horeca bij verordening regels te stellen voor de paracommercie op bepaalde onderwerpen. Binnen die (te handhaven) wettelijke kaders kunnen in de praktijk de grenzen worden opgezocht, maar echte privéfeesten zijn op basis van de regelgeving niet toegestaan. Het artikel komt dan als volgt te luiden: Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen 1. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken dagelijks van tot uur. 2. Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Alcoholmatigingsverordening De op alcoholmatiging gerichte verordenende bevoegdheid uit de nieuwe artikelen 25a tot en met 25d DHW is een meer uitgewerkte versie van de voorheen in artikel 23 DHW opgenomen bevoegdheid om een horecaverordening vast te stellen. Die bevoegdheid is nu opgesplitst in afzonderlijke artikelen, gericht op horecabedrijven en slijtersbedrijven enerzijds en andere detailhandel anderzijds. Deze verordenende bevoegdheid kent 4 onderdelen, die al dan niet in combinatie met elkaar mogelijk zijn: 1. Verbod op verstrekken van sterke of alcoholhoudende drank door horecabedrijven en slijterijen in gebieden, eventueel naar aangewezen aard van het bedrijf of in een bepaalde tijdsruimte of deel van de gemeente. De gemeenteraad kan de burgemeester tevens de bevoegdheid geven om voorschriften aan de horecavergunning ex artikel 3 DHW te verbinden. Pagina 4 van 9

5 2. Verbod op het toelaten van bezoekers beneden een bepaalde leeftijdsgrens (maximaal 21 jaar) in horecabedrijven en op terrassen. Net als in onderdeel 1 kan ook hier gekeken worden naar aard van het horecabedrijf, naar gebiedsdelen in de gemeente en/of een bepaalde tijdsruimte. 3. Beperkingen voor detailhandel anders dan slijterijen, waarbij een verbod of een beperking betrekking heeft op een bepaalde tijdsruimte. Bij een verbod bestaat de mogelijkheid om dit te beperken tot bepaalde gebiedsdelen. 4. Verbod op happy hours en prijsacties, waarbij kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt voor aanbiedingen en verstrekkingen van bepaalde aard of in aangewezen delen van de gemeente. In regionale afstemming is gekozen voor een combinatie van de onderdelen 1 en 4 van de verordenende bevoegdheid. Met onderdeel 1 willen we de burgemeester de mogelijkheid geven om, bijvoorbeeld na geconstateerde overtredingen of bij vrees daarvoor, voorschriften aan de horecavergunning te verbinden. Dat is dan een eerste stap in een handhavingstraject, waarna de burgemeester bij een tweede en zelfs bij een derde overtreding vervolgens de vergunning voor 12 weken kan schorsen, respectievelijk de vergunning kan intrekken. De mogelijkheid om na een eerste overtreding aanvullend voorschriften aan de vergunning te verbinden, voorkomt dat meteen ingrijpende maatregelen nodig zijn en tegelijkertijd krijgt de ondernemer daarmee de mogelijkheid om te laten zien dat hij in staat is tot goed naleefgedrag. De burgemeester zal een en ander gaan vastleggen in een nieuw handhavingsprotocol voor de horeca, dat uiteraard ook binnen de regio Nijmegen wordt afgestemd De zogenoemde happy hours willen we categoraal verbieden. Daarbij moeten we ons wel houden aan de bepalingen van artikel 25d DHW, waarin de periodes en de prijspercentages zijn vastgelegd waarmee kan worden bepaald of er sprake is van een happy hour. De DHW definieert een happy hour als het verstrekken van alcoholhoudende drank tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd. In het licht van de alcoholmatigingsdoelstellingen van de gewijzigde DHW vinden we het belangrijk om in dit verband een krachtig signaal af te geven. Doorslaggevend argument voor ons college is de doelstelling om tot vermindering van alcoholgebruik te komen. Voor een verbod op prijsacties kiezen we mede op advies van de VNG niet, omdat de tijdsinvestering die nodig is om het verbod te handhaven niet meer opweegt tegen het daarmee te behalen maatschappelijke voordeel. Immers, de bewijslast om aan te tonen wat de reguliere prijs van een product in een supermarkt of slijterij is, vergt structureel en zeer intensief onderzoek en daarmee disproportioneel veel handhavingscapaciteit die we beter kunnen inzetten voor de leeftijdscontroles. De artikelen komen dan als volgt te luiden: Artikel 2:34c Voorwaarden en beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- Pagina 5 van 9

6 en Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank. Artikel 2:34d Verbod happy hours Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd. De overige verboden en beperkingen in de onderdelen 1-3 zijn feitelijk alleen maar gericht en proportioneel in te zetten, indien de gemeenteraad de feitelijke uitwerking van deze verboden aan de burgemeester kan delegeren. Met die bevoegdheid zou de burgemeester op basis van concrete signalen en aanwijzingen bij risicogelegenheden (bijvoorbeeld bepaalde evenementen of activiteiten in de horeca) van de aan hem gedelegeerde bevoegdheid gebruik kunnen maken door gebieden en tijden voor een dergelijk verbod aan te wijzen. Met name ook om te voorkomen dat jeugdigen te gemakkelijk toegang zouden kunnen krijgen tot alcoholconsumptie. Echter de landelijke wetgever geeft de gemeenteraad uitdrukkelijk geen bevoegdheid tot subdelegatie. De gemeenteraad mag zijn regelgevende bevoegdheid dus niet (deels) bij de burgemeester neerleggen. Dit blijkt uit het gebruik van de woorden: "bij gemeentelijke verordening kan worden verboden", in plaats van: "bij of krachtens gemeentelijke verordening". Hierdoor zouden we verplicht zijn om de in onderdelen 1-3 bedoelde verboden en beperkingen al in de verordening zelf vast te leggen. Wij achten dat noch functioneel noch proportioneel, omdat de bedoelde verboden en beperkingen naar onze mening alleen te rechtvaardigen zijn op basis van concrete signalen en niet op grond van een categorale inschatting vooraf. Dat betekent dat we ervoor kiezen om daar waar sprake blijkt van risicogelegenheden vooral in te zetten op gerichte controle en handhaving teneinde overtredingen te voorkomen dan wel om in geval van overtredingen gepaste maatregelen te kunnen nemen. 4. Kanttekening De verordenende bepalingen zien primair op de verantwoordelijkheden van instellingen en ondernemers ten aanzien van de Drank- en Horecawet. Gemeenten kunnen echter wel worden aangesproken op een adequaat niveau van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Afgelopen periode is op basis van het een inspraaktraject doorlopen. Uiteindelijk zijn 4 schriftelijke inspraakreacties ontvangen, allen van een paracommerciële inrichting. De ingediende zienswijzen en gemeentelijke reactie daarop zijn u digitaal beschikbaar gesteld. Hoofdlijn van de ingediende zienswijzen is dat men gelet op de bestaande activiteiten en praktijk moeite heeft met een vaste schenktijd alcohol die eindigt om uur, een schenktijd alcohol tot uur wordt realistischer geacht voor een gezonde (financiële) bedrijfsvoering. Wij hebben vooralsnog echter vastgehouden aan het oorspronkelijke ontwerpbesluit, met als doorslaggevend argument de doelstelling om te komen tot vermindering van alcoholgebruik. Voor meer inhoudelijke details verwijzen we u graag naar het Verslag van inspraakprocedure. 5. Financiële onderbouwing De gewijzigde DHW en de nieuwe verordenende bevoegdheden brengen voor ons ook verantwoordelijkheden met zich mee op het terrein van toezicht en handhaving. Ook op dit terrein zijn we, in aansluiting op preventie en regelgeving, bezig met een intergemeentelijke Pagina 6 van 9

7 samenwerking op de schaal van regio Nijmegen, waarbij wordt ingezet op het samenstellen van een kleine regionale pool met voor de DHW-handhaving gecertificeerde Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA s). De regiogemeenten stellen hiervoor capaciteit beschikbaar uit de eigen formatie dan wel vergoeden ze de kosten van inhuur voor de door hen op jaarbasis benodigde handhavingscapaciteit. Deze pool wordt ondergebracht bij de gemeente Nijmegen, zie ook de notitie over de regionale pool DHW Rijk van Nijmegen. Voor onze gemeente betekent deze inhuur een kostenpost van ± ,-. Dit benodigde budget is reeds opgenomen in de gemeentelijke begroting (controle DHW ). In geval handhaving gaat leiden tot juridische procedures van bezwaar en beroep zal dit vooralsnog binnen de eigen personele capaciteit moeten worden opgevangen. 6. Communicatie Voorafgaand aan de raadsbehandeling is een inspraaktraject gevolgd, zie hiervoor bijgevoegde publicatie en het opgestelde Verslag inspraakprocedure (3 ingediende zienswijzen en gemeentelijke reactie daarop), dat ter instemming wordt voorgelegd. Nadat deze wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt deze bekendgemaakt in huis-aan-huis blad, gemeentelijke website en op Daarnaast vindt een regionaal afgestemd communicatietraject plaats richting jongeren en hun ouders en richting alcoholverstrekkers. 7. Aanpak/uitvoering De verordeningsbepalingen met betrekking tot paracommercie en alcoholmatiging worden opgenomen als nieuwe onderdelen van de Algemene Plaatselijke Verordening. Daartoe wordt aan hoofdstuk 2 een nieuwe afdeling 8a toegevoegd, conform bijgaand raadsbesluit. Over de wijze van controle en handhaving van de DHW worden momenteel binnen de regio Nijmegen nadere afspraken gemaakt. Denk hierbij aan invulling en inzet van gezamenlijke BOApool en opstellen van handhavingsstrategie en handhavingsprotocol. Burgemeester en wethouders van Groesbeek De secretaris, J.W. Looijen De burgemeester, H.W.C.G. Keereweer Bijlagen digitaal ter inzage Publicatie/bekendmaking over inhoud van ontwerpbesluit en inspraakprocedure Verslag van inspraakprocedure: overzicht van ingediende zienswijzen met gemeentelijke reactie Notitie DHW 2013 Modelverordening gemeenten Rijk van Nijmegen Notitie Regionale controle- en handhavingspool DHW Rijk van Nijmegen Pagina 7 van 9

8 Raadsbesluit De raad van de gemeente Groesbeek; gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de artikelen 4, 25a en 25d van de Drank- en Horecawet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2013; overwegende dat alcoholmatiging al enige jaren een gemeentelijk beleidsuitgangspunt is; overwegende dat de gemeentelijke verplichtingen en bevoegdheden uit de Drank- en Horecawet door samenwerking binnen de regio Nijmegen effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd; b e s l u i t : 1. De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groesbeek (APV) te wijzigen door aan hoofdstuk 2 een nieuwe afdeling 8a toe te voegen (conform bijlage), ter voldoening aan de gemeentelijke verplichtingen en bevoegdheden uit de gewijzigde Drank- en Horecawet. 2. Deze wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening na bekendmaking in werking te laten treden op 1 januari In te stemmen met het opgestelde verslag van de inspraakprocedure. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Groesbeek op 19 december De raadsgriffier, J.A.M. van Workum De voorzitter, H.W.C.G. Keereweer Pagina 8 van 9

9 Algemene plaatselijke verordening gemeente Groesbeek Hoofdstuk 2 Openbare orde Afdeling 8a Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank en Horecawet Artikel 2:34a Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a: - alcoholhoudende drank, - horecabedrijf, - horecalokaliteit, - inrichting, - paracommerciële rechtspersoon, - sterke drank, - slijtersbedrijf en - zwak-alcoholhoudende drank, dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet; b: bijeenkomst van persoonlijke aard: een bijeenkomst, waarbij alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houdt met de statutaire activiteiten van de paracommerciële instelling. Voorbeelden van bijeenkomsten van persoonlijke aard zijn bruiloften, verjaardagsfeesten, bedrijfsfeesten, koffietafels en dergelijke. Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen 1. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken dagelijks van tot uur. 2. Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Artikel 2:34c Voorwaarden en beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Dranken Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank. Artikel 2:34d Verbod happy hours Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd. Pagina 9 van 9