Zelfstandigen zonder personeel en sociaal-economische voorzieningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zelfstandigen zonder personeel en sociaal-economische voorzieningen"

Transcriptie

1 Zelfstandigen zonder personeel en sociaal-economische voorzieningen Onderzoek onder zzp-ers in vijf sectoren Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Marieke Vossen Jaap Bouwmeester B2550 Leiden, 22 maart 2002

2

3 Voorwoord De laatste jaren neemt het aantal startende ondernemers gestaag toe. Deze toename concentreert in specifieke sectoren (bouw, zakelijke dienstverlening, overige dienstverlening). Daarbij ontstaan nieuwe vormen van ondernemerschap waarbij met name veel aandacht wordt gegeven aan de zogenaamde zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers). De trends van het toenemende ondernemerschap en de economische effecten hiervan zijn onderwerp geweest van veel onderzoek. Veel minder is tot nu toe bekend over de nadelen en risico s van zelfstandigen, zowel op individueel niveau als in breder maatschappelijk perspectief. In het bijzonder zijn er vragen over de mate waarin zelfstandigen gebruik (kunnen) maken van sociaal-economische voorzieningen, de invloed die dit heeft op hun (keuze voor) ondernemerschap en hun onderlinge concurrentieverhoudingen. Op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Research voor Beleid onderzoek gedaan naar zelfstandigen zonder personeel en sociaal-economische voorzieningen. In dit rapport vindt u de bevindingen van dit onderzoek. Het onderzoeksteam bedankt Gerjo van Genderen en Rutger Boot voor hun plezierige begeleiding. Het onderzoek is uitgevoerd door Marieke Vossen. Jaap Bouwmeester Projectleider arbeidsmarkt 3

4 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie 7 1 Probleemstelling en onderzoeksverantwoording Aanleiding Doel- en vraagstelling Onderzoeksverantwoording Leeswijzer 19 2 Definities en aantallen Zelfstandige of werknemer? Kwantificering Afbakening doelgroep onderzoek 26 3 Profiel van zzp-ers in vijf sectoren Persoonlijke kenmerken Bedrijfskenmerken Motivatie zelfstandigheid Samenvatting 40 4 Inkomensrisico s zelfstandigen Zonder werk Ziekte Arbeidsongeschiktheid Arbeidsomstandigheden Oudedagsvoorziening Verzekeringspremie Bijhouden vakkennis Omvang van de risico s 55 5 Maatschappelijke consequenties Microniveau Macroniveau 60 Literatuur 63 Bijlage 1 Vragenlijst 65 Bijlage 2 Steekproefomvang en responsoverzicht 79 Bijlage 3 Lijst van vrije beroepen 83 Bijlage 4 Cijfers 87 5

6 6

7 Samenvatting en conclusie Inleiding Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) is de laatste jaren gestaag toegenomen. De groei van het aantal zzp-ers ten opzichte van het aantal werkenden kan gevolgen hebben voor het draagvlak en het gebruik van onze sociale zekerheid. Daarom is het van belang een (kwantitatief) beeld te krijgen van de kenmerken van zzp-ers en de wijze waarop zij omgaan met inkomensrisico s als gevolg van werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het bijhouden van vakkennis en het naleven van de richtlijnen van de Arbowet. Onderhavig onderzoek heeft een drieledige doelstelling: 1. Inzicht krijgen in het aantal zelfstandigen zonder personeel in Nederland en hun belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen; 2. Inzicht krijgen in de wijze waarop zelfstandigen zonder personeel omgaan met diverse inkomensrisico s; 3. Inzicht krijgen in de consequenties hiervan voor collectieve en private arrangementen en het beleid daaromtrent. Het onderzoek is van start gegaan met een deskresearch. In deze fase is de reeds beschikbare informatie over zelfstandigen zonder personeel uitgediept om, in nauwe afstemming met de opdrachtgever, te komen tot een duidelijke afbakening van de doelgroep en de te bestuderen problematiek. Dit onderzoek hanteert de volgende definitie van een zzp-er: Een zzp-er is een natuurlijke persoon die volgens de belastingdienst winst uit onderneming geniet en geen personeel in dienst heeft. Voor dit onderzoek wordt de directeurgrootaandeelhouder die enig personeelslid is, ook als zzp-er beschouwd. Binnen de aldus bepaalde doelgroep is vervolgens gefocust op die sectoren waar momenteel veel toetreders zijn: de bouw, de zakelijke dienstverlening en de zorg. Voor een volledig beeld zijn (controle-)groepen van zelfstandigen in de industrie en detailhandel meegenomen in het o n- derzoek. Centraal in de onderzoeksopzet van Research voor Beleid stond een uitgebreide enquête onder zelfstandigen zonder personeel. De vragenlijst van de enquête is opgenomen in bijlage 1. In totaal hebben zelfstandigen de enquête teruggestuurd, waarvan binnen de doelgroep van het onderzoek vielen. De omvang en samenstelling van de bruto steekproef en de respons is weergegeven in bijlage 2. Definities en aantallen De term zzp-er is geen duidelijk afgebakend begrip; de literatuur omschrijft een zeer diverse groep. Duidelijk is dat het gaat om ondernemers die geen personeel in dienst hebben. Daarmee is echter niet meteen duidelijk of het in al deze gevallen om zzp-ers gaat. Daarvoor moet namelijk helder zijn of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap of werknemerschap. Een zelfstandige werkt voor één of enkele opdrachtgevers op basis van een commercieel contract, regelt zijn eigen contracten, loopt zelf de risico s, kan gebruik maken van de fiscale ondernemersvoordelen en is zelf verantwoordelijk voor het indekken tegen ziekte en 7

8 arbeidsongeschiktheid. Een werknemer is degene die in een (fictieve) dienstbetrekking 1 werkzaam is. Het aantal zelfstandige ondernemers zonder werknemers in loondienst is in Nederland de afgelopen jaren in absolute zin gestaag toegenomen. Het absoluut aantal zzp-ers is toegenomen van halverwege de jaren negentig tot meer dan in Het aandeel in de totale beroepsbevolking bleef in dezelfde tijd stabiel rond de 5%. Wanneer we de ontwikkeling van het aantal eenmansbedrijven per sector bekijken, komt er een gedifferentieerder beeld naar voren. In figuur S.1 is te zien dat de groei zich voordoet in een aantal specifieke sectoren, terwijl in andere sectoren het aantal juist is gedaald. De snelst groeiende sectoren van de afgelopen jaren zijn de bouwsector, de zakelijke dienstverlening en de non-profit sector. De landbouw met van oudsher veel kleine zelfstandigen kent een afname van het aantal ondernemers zonder werknemers. 2 Figuur S.1 Groei aantal bedrijven zonder werknemers in loondienst naar sector (1993=100) 200% 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% landbouw, jacht en bosbouw, visserij en delfstoffen industrie en openbare voorzieningsbedrijven bouwnijverheid reparatie consumenten handel, horeca, vervoer etc financiele instellingen, verhuur; zakelijke dienstverlening openbaar bestuur; soc verzekering, onderwijs, zorg en overig Totaal zzp Bron: CBS, statline 2002 Profiel van zzp-ers in vijf sectoren In tabel S.1 zijn de persoonlijke en de bedrijfskenmerken van de zzp-ers in de vijf sectoren van dit onderzoek opgenomen. Hierin is te zien dat op een aantal kenmerken duidelijke verschillen tussen sectoren bestaan. 1 De groep werkenden met arbeidsverhoudingen die maatschappelijk gezien te beschouwen zijn als dienstbetrekking en door het Uwv ook als zodanig voor de sociale verzekeringen worden behandeld. 2 In bijlage 4 zijn cijfers opgenomen uitgesplitst naar alle deelsectoren. 8

9 Tabel S.1 Typering zzp-er naar sector, ten opzichte van het gemiddelde in vijf sectoren Industrie Bouw Detailhandel Zorg Zakelijke dienstverlening Geslacht man veel mannen man/vrouw man/vrouw man Leeftijd spreiding Opleiding laag laag laag hoog hoog Kostwinner spreiding veel weinig weinig veel Inkomen spreiding laag laag hoog hoog Werkduur per week spreiding fulltime spreiding parttime spreiding Tijd zelfstandige lang kort lang kort spreiding Concurrentie met anderen redelijk matig matig matig zeer sterk Concurrentie op tarief matig matig nvt matig sterk In de bouw blijken zzp-ers vooral jonge mannen met een laag opleidingsniveau. Zij zijn in verhouding met andere sectoren vaak kostwinner en fulltime werkzaam. Tot slot hebben zij verho u- dingsgewijs een laag inkomen en zijn relatief kort als zelfstandige werkzaam. Concurrentie is naar eigen zeggen van ondergeschikt belang in hun bedrijfsvoering. De zakelijke dienstverlening blijkt ook veel mannelijke zzp-ers te kennen. Hier zijn het echter, in tegenstelling tot de bouw, ondernemers met een hoog opleidingsniveau en een hoog huishoudinkomen. In deze sector dragen zzp-ers relatief veel bij aan het huishoudinkomen. Het aantal fulltimers en parttimers is gespreid, evenals de tijd dat zij als zelfstandige werkzaam zijn. Concurrentie speelt het meest in deze sector. In de zorg ligt het opleidingsniveau en het huishoudinkomen fors hoger dan in de andere sectoren. Opvallend is het grote aandeel vrouwen en parttimers in deze sector. Een logisch gevolg van deze kenmerken is dat er ook weinig kostwinners zijn in deze sector. Concurrentie met anderen in de branche of op tarief is matig van toepassing. De industrie kenmerkt zich door weinig extremen wat betreft de typering van de zzp-ers in deze sector. Het enige opvallende kenmerk is het grote aandeel jonge zzp-ers. Verder zijn zzp-ers relatief lang zelfstandig werkzaam in de sector en is het opleidingsniveau laag. De groep zzp-ers in de detailhandel is meer gedifferentieerd. Verhoudingsgewijs werken er meer vrouwen dan in de andere sectoren. Er zijn meer parttimers werkzaam en er is een grote spreiding over leeftijd. Opvallend is het lage inkomen in deze sector en de relatief lange tijd dat mensen als zelfstandige werkzaam zijn. Motivatie Het zzp-er zijn blijkt meestal een positieve keuze voor het ondernemerschap. De zzp-ers geven te kennen dat het vooral gaat om de mogelijkheid zelf beslissingen te kunnen nemen, bijvoorbeeld over de manier van werken, de tijdsindeling en het uitoefenen van hun vakmanschap. Ook het werken zonder personeel blijkt voor een meerderheid van zzp-ers in de vijf sectoren bewust gekozen. In de literatuur over zzp-ers komt het beeld naar voren dat de keuze voor het zzp-schap niet altijd uit de zelfstandige zelf komt. De overstap naar het zzp-er zijn zou een gevolg zijn van dreigend ontslag, het niet in staat zijn om een baan in loondienst te vinden of dreigend faillissement van de werkgever. Dit beeld volgt echter niet uit dit onderzoek. 9

10 Concurrentie Een meerderheid van de zzp-ers in de onderzochte sectoren geeft aan niet of enigszins in concurrentie te zijn met anderen. Voor diegene die wel met elkaar in concurrentie zijn geeft de grootste groep aan hoofdzakelijk in wedijver te zijn met bedrijven in de branche die wel personeel in dienst hebben. Concurrentie tussen zzp-ers onderling komt op de tweede plaats. De huidige of oude werkgever blijkt zelden een belangrijke concurrent te zijn van de zzp-ers. Concurrentie blijkt verder sectorgebonden. In de zakelijke dienstverlening zegt bijna de helft van de zzp-ers in (zeer) sterke mate in concurrentie met anderen te zijn. In de bouw en de zorg geven zzp-ers aan niet of nauwelijks met elkaar in concurrentie te zijn. Het merendeel van de ondervraagde zzp-ers vraagt ongeveer hetzelfde tarief als het gemiddelde tarief in de branche. Uit het onderzoek blijkt dat eenderde deel van de zzp-ers (fors) onder het marktconforme tarief werken. Het lijkt er echter op dat niet deze gehele groep hun lagere tarief bewust inzet als concurrentiemiddel. Eenvijfde van de zzp-ers zegt dat prijs c.q. tarief een belangrijk concurrentievoordeel is. Hierbij is nauwelijks onderscheid tussen de vier sectoren. Inkomensrisico s Het onderzoek schetst een beeld van hoe zzp-ers omgaan met inkomensrisico s op het gebied van werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en vakkennis. Per onderwerp is aangegeven of zij maatregelen nemen om zich te verzekeren. Ook is gekeken naar de motieven voor hun gedrag en de mogelijke verklaringen voor dit gedrag. Werkloosheid Zzp-ers zien werkloosheid niet als een groot inkomensrisico. Over het algemeen achten zij de kans klein dat zij de komende twee jaar ongewild langere tijd zonder werk komen te zitten. Dat geldt voor alle sectoren ongeveer in gelijke mate. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de beperkte financiële consequenties die een periode zonder werk heeft. Voor ruim een vijfde van de zzp-ers in de onderzochte sectoren is het financieel geen probleem wanneer zij langere tijd niet voldoende werk binnenhalen. Dit zijn voor een belangrijk deel zzp-ers die een partner hebben met een inkomen of zelf deels in loondienst werken. Echter, aan de andere kant zegt eveneens een vijfde van de ondervraagden wel in grote financiële problemen te komen wanneer zij enige tijd niet voldoende werk zou hebben. De meeste zzp-ers blijken reserves achter de hand te hebben om van te kunnen leven wanneer zij een periode met onvoldoende werk moeten overbruggen. In de meeste gevallen gaat het om zzp-ers die meer dan de helft van het huishoudinkomen inbrengen. Ook het terugvallen op partner of familie is veel genoemd. Het zijn voornamelijk zzp-ers die geen kostwinnaar zijn die dit antwoord geven. Tot slot is het aanpassen van het uitgavenpatroon een relatief vaak gehoorde oplossing voor de overbrugging van een periode met onvoldoende werk. Opvallend is dat weinig gedacht wordt aan geheel ander werk zoeken. Ook het gebruik maken van inkomensondersteuning van de gemeente wordt zelden als een optie genoemd. Ziekte Een minderheid van de zzp-ers is aanvullend verzekerd tegen inkomensverlies door ziekte. Zzpers in de bouw zijn relatief vaker verzekerd dan zzp-ers in andere sectoren; zzp-ers in de detailhandel en de zorg zijn relatief minder vaak verzekerd. Vrouwen blijken vaker niet verzekerd voor 10

11 loonderving als gevolg van ziekte dan mannen, ook na correctie voor werken in deeltijd en kostwinnerschap. Als een zzp-er zich verzekert doet hij dit in verreweg de meeste gevallen bij een particuliere verzekeraar. Het afsluiten van een vrijwillige ziektewetverzekering komt in alle onderzochte sectoren nauwelijks voor. Een klein deel van de zzp-ers ziet loondoorbetaling van hun werkgever als de oplossing voor loonderving door ziekte. De belangrijkste motivatie van zzp-ers in vijf sectoren voor het niet verzekerd zijn tegen inkomensverlies door ziekte is dat een dergelijke verzekering te duur is. Andere veel genoemde redenen zijn dat de zelfstandige niet afhankelijk is van zijn inkomsten als zzp-er. Zij hebben bijvoorbeeld eigen reserves opgebouwd, kunnen terugvallen op familie en partners of zijn verzekerd via loondienst. De meest genoemde reden om wél een verzekering af te sluiten is dat de zelfstandige hoofdkostwinner is. Arbeidsongeschiktheid Ruim eenderde van de zzp-ers in de vijf sectoren is aanvullend op de Waz verzekerd tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Opvallend is dat in de bouw zzp-ers vaker dan gemiddeld extra zijn verzekerd tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid. Vrouwen zijn meer dan mannen niet aanvullend verzekerd voor loonderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid dan mannen, ook na correctie voor werken in deeltijd en kostwinnerschap. De manier van aanvullend verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid verschilt nauwelijks tussen de sectoren. Dat gebeurt meestal via een particuliere verzekering. Het meest gehoorde argument voor het niet afsluiten van een aanvullende verzekering voor inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid is dat het te duur is. De meest genoemde reden om wél een aanvullende verzekering naast de Waz af te sluiten is dat zzp-er hoofdkostwinner is. Ook zijn het algemene risico en de lage Waz-uitkering veel genoemde redenen om extra maatregelen te nemen ingeval van arbeidsongeschiktheid. Oudedagsvoorziening Meer dan de helft van de zzp-ers blijkt pensioen uit loondienst te hebben opgebouwd. Vooral in de zorg en de bouw hebben zzp-ers een oudedagsvoorziening van hun oude baas. Door het grote aantal deeltijders in de zorg zijn daar ook veel zelfstandigen die op dit moment nog pensioen uit loondienst opbouwen. Gemiddeld genomen heeft meer dan de helft van de onderzoekspopulatie een private aanvulling als oudedagsvoorziening. Dit blijkt meestal te bestaan uit een verzekering, belegging of spaarregeling. Kostwinners hebben vaker een private aanvulling als oudedagsvoorziening, dan degene die een klein deel in het huishoudinkomen inbrengen. Net als bij voorgaande motieven is ook hier de meeste gehoorde motivatie dat het afsluiten van een aanvullend inkomen op de oude dag te duur is. Verzekeringspremie Eenvijfde van de zzp-ers weet niet hoeveel verzekeringspremie hij of zij in totaal betaalt aan private verzekeringen voor inkomensverlies door ziekte en/ of arbeidsongeschiktheid of als aanvulling op hun oude dag. Van degenen die wel op hoogte zijn, betaalt ruim een kwart meer dan 700 gulden per maand aan verzekeringspremies. 11

12 Arbeidsomstandigheden en het bijhouden van vakkennis Een meerderheid van de zzp-ers is van mening dat zij de regelgeving wat betreft arbeidsomstandigheden normaal naleven. Een klein deel van de zzp-ers in de vijf sectoren zegt echter de Arbowet (zeer) beperkt na te leven. In alle sectoren, behalve in de bouw, zegt een klein deel van de respondenten niet te weten of ze de arbeidsomstandigheden bij hun werkzaamheden voldoende in acht nemen. Deze onbekendheid met de wet blijkt ook uit de motieven waarom de regels niet (voldoende) worden nageleefd. De meest gehoorde reden is namelijk dat zzp-ers niet op de hoogte zijn van de regels op het gebied van arbeidsomstandigheden. Dit blijkt vooral in de detailhandel het geval te zijn. Er is reden om aan te nemen dat de zelfstandigen zonder personeel in de vijf onderzochte branches hun vakkennis voldoende bijhouden. Het is niet mogelijk uitspraken te doen in hoeverre dit afwijkt voor andere zelfstandigen met personeel of voor werknemers in loondienst. Omvang van de inkomensrisico s Het is de vraag wat de gevolgen voor de zzp-er zijn van het niet of onvolledig verzekeren van i n- komensrisico s. Als een zelfstandige niet verzekerd is voor inkomensrisico s, valt het deel van het inkomen dat een zelfstandige via zijn onderneming verdient volledig weg. Indien de zelfstandige zijn werk als ondernemer nog elders in loondienst is, ontvangt hij bij ziekte of arbeidsongeschiktheid loon of ziekengeld over het deel dat hij in loondienst is. Risicogroep In onderstaande tabel is een indeling naar vier groepen zzp-ers opgenomen: Tabel S.2 Zzp-ers (niet) verzekerd en (niet) in loondienst 1, totaal vijf sectoren 1 Verzekerd, in loondienst 4% 2 Niet verzekerd, in loondienst 13% 3 Verzekerd, niet in loondienst 30% 4 Niet verzekerd, niet in loondienst 53% Totaal 100% % Te zien is dat een klein deel van de zelfstandigen zonder personeel in loondienst is, naast hun werkzaamheden als ondernemer (17%). Voor hen kun je er vanuit gaan dat zij (deels) terug kunnen vallen op de arrangementen die vanuit die dienstbetrekking geboden worden. Het merendeel van de zzp-ers (83%) werkt echter niet voor een baas. Een deel van deze groep heeft private voorzieningen getroffen voor tenminste twee van de drie inkomensrisico s (ziekte, arbeidsongeschiktheid en oudedagsvoorziening). Meer dan de helft van de niet in loondienst zijnde zzp-ers is echter ook niet aanvullend verzekerd voor inkomensrisico s. Van deze groep zzp-ers heeft hun gedrag mogelijk grote gevolgen voor hun inkomen in geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid of ouderdom. 1 De categorie verzekerd is gebaseerd op de inkomensrisico s ziekte, arbeidsongeschiktheid en oudedagsvoorziening. Wanneer een zzp-er zich voor twee van de drie risico heeft verzekerd, wordt hij als verzekerd beschouwd. 12

13 Omvang risico Deze groep die mogelijk risico loopt is nader onder de loep genomen. Gekeken is naar het aandeel dat zij inbrengen in het huishoudinkomen. In figuur S.2 is het totaal van de vijf sectoren weergegeven. Hieruit blijkt dat 40% van de risicogroep kostwinner is. Dat betekent dat wanneer deze zzp-ers wegvallen vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid, het huishoudinkomen direct in gevaar kan zijn. Nog eens 11% van de risicogroep brengt 60% tot 80% van het huishoudinkomen in. Figuur S.2 Inbreng in het huishoudinkomen van niet-verzekerde en niet in loondienst zijnde zzp-ers, totaal vijf sectoren 7% 15% 11% 40% Meer dan 80% 60% t/m 80% Minder dan 60% weet niet/geen mening In onderstaande figuur is een uitsplitsing gemaakt naar de vijf onderzochte sectoren. Met name in de zakelijke dienstverlening, de bouw en de detailhandel zijn de risicogroepen die een groot aandeel in het huishoudinkomen inbrengen omvangrijk. In de zakelijke dienstverlening is bijna de helft van de niet-verzekerden en niet in loondienstzijnde zzp-ers kostwinner. Figuur S.3 Inbreng in het huishoudinkomen van niet-verzekerde en niet in loondienst zijnde zzp-ers, naar vijf sectoren zorg 26% 7% 46% 7% industrie 30% 6% 42% 8% detailhandel 35% 9% 39% 9% bouw 41% 16% 18% 8% zakelijke dienstverlening 48% 13% 18% 4% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Meer dan 80% 60% t/m 80% Minder dan 60% weet niet/geen mening 13

14 Maatschappelijke consequenties De ontwikkelingen in het aantal zzp-ers in Nederland, hun kenmerken en de manier waar zij met hun inkomensrisico s omgaan blijken maatschappelijk effecten te hebben. Microniveau Meer dan de helft van de zzp-ers in de vijf sectoren loopt door hun gedrag op het gebied van verzekeringen voor loonderving inkomensrisico. Zij zijn niet aanvullend verzekerd voor inkomensrisico s, kunnen geen aanspraak maken op werknemersverzekeringen omdat zij niet in loondienst zijn en hebben aangegeven kostwinner te zijn. Hun inkomen loopt direct gevaar in het geval zij bijvoorbeeld door arbeidsongeschiktheid niet langer kunnen werken. Voor degene met een gezin, geldt dit gevaar ook voor de gezinsleden. Wel blijkt dat eigen reserve en terugvallen op familieleden ten dele de last kan verlichten. Macroniveau De laatste jaren ligt het relatieve aandeel zzp-ers ten opzichte van de totale beroepsbevolking op een stabiel niveau. Het stabiele aandeel zzp-ers betekent dat het draagvlak van de werknemersverzekeringen niet wordt aangetast. Daarbij hebben de zzp-ers in de vijf sectoren van dit onderzoek gemiddeld een hogere leeftijd: in alle sectoren vormen de 45- tot 54-jarigen de grootste groep. Gezien de hoge gemiddelde leeftijd van zzp-ers in de vijf sectoren van dit onderzoek, is er geen reden aan te nemen dat het draagvlak van sociale voorzieningen wordt uitgehold door risicoselectie. Ongeveer eenderde van de zzp-ers geeft aan een lager tarief te rekenen dan gemiddeld in de branche 1. Daarnaast geeft een kwart van de zzp-ers aan zich niet aan regelgeving rond arbeidsomstandigheden te houden of niet op de hoogte te zijn van deze regelgeving. Er is echter geen aanleiding te denken dat zzp-ers bewust kiezen hierop te concurreren. Ten eerste blijkt er geen significant verband te bestaan tussen het niet verzekerd zijn en de hoogte van het tarief van zzp-ers. De constatering dat de helft van de zzp-ers in de onderzochte sectoren niet verzekerd is tegen inkomensrisico s, wil met andere woorden niet zeggen dat zij op basis hiervan concurreren. Ook blijkt concurrentie geen onderwerp dat zeer prominent leeft onder de ondervraagden. Tot slot geven meer indirecte vragen over bijvoorbeeld de motieven om als zelfstandige te gaan werken, een indicatie dat zzp-ers niet gericht zijn op het bewust inzetten van lage tarieven en of het niet naleven van regelgeving als concurrentievoordelen. Het zzp-ers zijn blijkt meestal een positieve keuze voor het ondernemerschap. Het niet voldoen aan de regels in verband met de concurrentiepositie is vrijwel geen gehoord argument. Een laatste consequentie op geaggregeerd niveau is dat het aannemelijk is dat zzp-ers meer gebruik gaan maken van de bestaande collectieve arrangementen voor zzp-ers: de Waz en de Bbz. Door het beperkt naleven van de Arbowet, bestaat het gevaar dat meer zzp-ers in de Waz terecht komen. Voor degenen die zich niet voldoende hebben bijverzekerd, bestaat het risico dat zij uiteindelijk aanspraak moeten maken op de Bbz. 1 Cijfers over de detailhandel zijn hierin niet meegenomen, gezien het kleine aantal zzp-ers dat op basis van tarieven werkt in deze sector. 14

15 1 Probleemstelling en onderzoeksverantwoording 1.1 Aanleiding Het aantal zelfstandige ondernemers in Nederland is de afgelopen jaren gestaag toegenomen. Het absolute aantal starters is verdubbeld van eind jaren tachtig tot meer dan in In dezelfde tijd groeide het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking van 8% tot 10%. De groei van het aantal zelfstandigen is niet evenredig verdeeld over de hele bedrijfspopulatie. Zij doet zich in het bijzonder voor in de bouwnijverheid, de zakelijke dienstverlening en in de overige dienstverlening. Bovendien is er een groot deel van deze starters waarvan verwacht mag worden dat zij ook op termijn geen personeel in dienst zullen nemen en dus actief blijven als zogenaamde zelfstandige zonder personeel (zzp-er). Het groeiende aantal zzp ers ten opzichte van het aantal werkenden kan gevolgen hebben voor het draagvlak en het gebruik van de sociale zekerheid. Daarom is het van belang een (kwantitatief) beeld te krijgen van de kenmerken van zzp ers en de wijze waarop zij omgaan met inkomensrisico s als gevolg van werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het bijhouden van vakkennis en het naleven van de richtlijnen van de Arbowet. Het ministerie van Economische Zaken en ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben Research voor Beleid gevraagd een onderzoek te doen dat een systematisch overzicht geeft van de feitelijke ontwikkelingen in het zelfstandig ondernemerschap zonder personeel en een beeld geeft van de sociaal-economische consequenties die daaruit volgen. 1.2 Doel- en vraagstelling Doelstelling Het onderzoek heeft een drieledige doelstelling. Inzicht krijgen in het aantal zelfstandigen zonder personeel in Nederland en hun belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen Inzicht krijgen in de wijze waarop zelfstandigen zonder personeel omgaan met diverse inkomensrisico s Inzicht krijgen in de consequenties hiervan voor collectieve en private arrangementen en het beleid daaromtrent. De studie levert informatie op over de keuzes die zelfstandigen zonder personeel maken ter indekking van diverse inkomensrisico s, welke knelpunten zij daarbij ondervinden, welke consequenties hun keuzes hebben voor arrangementen ter indekking van deze risico s en welke beleidsissues daaruit voortvloeien. 15

16 Deze doelstelling valt uiteen in drie subvragen die ieder verder zijn uitgewerkt aan de hand van een aantal aandachtspunten: Definities en aantallen Wie zijn de zelfstandigen zonder personeel in Nederland en waarom zijn zij dat geworden? Verschillende definities van zelfstandigen zonder personeel Onderverdelingen van zelfstandigen zonder personeel naar sector, bedrijfsouderdom en personeelsomvang Aantallen zelfstandigen zonder personeel uitgesplitst naar onderverdelingen Generieke informatie (leeftijd, man-vrouwverdeling etc.) Sociaal-economische achtergronden (opleidingsgraad, arbeidsverleden) Motivaties voor zelfstandigheid Bepalende factoren voor het aantal zelfstandigen zonder personeel ( pull en push ) Gedrag Hoe gaan zelfstandigen zonder personeel om met risico s, voortkomend uit het ondernemerschap? In het bijzonder werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en het bijhouden van vakkennis? Mate van belang en invloed op de keuze voor zelfstandigheid Eigen verantwoordelijkheid Omgang met (afwezige) sociaal-economische voorzieningen Mate en vormen van (zelf-)organisatie Motieven voor gekozen gedrag Consequenties Welke gevolgen hebben de geïdentificeerde ontwikkelingen? Maatschappelijke gevolgen Voor private arrangementen en marktaanbod Voor collectieve arrangementen Draagvlak voor sociale voorzieningen en concurrentie De te analyseren arrangementen hebben betrekking op: werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en het bijhouden van vakkennis. Uitgaande van deze aspecten zijn eerst het individuele (micro-)gedrag in beeld gebracht en vervolgens de geaggregeerde, maatschappelijke (macro-)consequenties. Figuur 1 Opbouw van het analysekader Arrangementen Individueel gedrag Maatschappelijke consequenties - Werkloosheid - Ziekte - Arbeidsongeschiktheid - Ouderdom - Bijhouden van vakkennis - Risicoperceptie - Toegangsdrempels - Getroffen voorzieningen - Deelname aan coll. Voorzieningen - Nieuwe arrangementen - Draagvlak werknemersarr. - Beleidsconsequenties In figuur 1 staan naast de relevante arrangementen de verschillende individuele gedragsaspecten genoemd. Voor ieder arrangement kunnen deze aspecten anders uitpakken. De toegangsdrempels tot arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen kunnen bijvoorbeeld als veel hoger worden ervaren dan die tot ouderdomsvoorzieningen. Bovendien kan niet verondersteld worden dat de individuele 16

17 perceptie en gedrag homogeen is voor alle zelfstandigen. Het gedrag kan verschillen voor uiteenlopende profielen van zelfstandigen die afhankelijk kunnen zijn van de sector, achtergrond, marktsituatie etc. Vervolgens is bekeken in hoeverre het totaal van individuele percepties en gedragingen ook leidt tot relevante collectieve consequenties. Meer specifiek is het de vraag in hoeverre er aanpassingen nodig zijn in bestaande voorzieningen dan wel dat nieuwe arrangementen nodig zijn. Een relevante vraag is verder in hoeverre de ontwikkeling van voorzieningen voor zelfstandigen het draagvlak voor bestaande (werknemers-)arrangementen ondermijnt. Ten slotte is het de vraag of dergelijke maatschappelijke consequenties ook specifieke beleidsacties van de overheid vereisen. 1.3 Onderzoeksverantwoording Dit onderzoek is gehouden onder zelfstandigen zonder personeel. In paragraaf 2.3 is de afbakening van de doelgroep opgenomen. Binnen de doelgroep is gefocust op die sectoren waar momenteel de meeste toetreders zijn; de bouw, de zakelijke dienstverlening en de zorg. Voor een volledig beeld zijn (controle-)groepen van zelfstandigen in de industrie en detailhandel mee genomen in het onderzoek. In overleg met de opdrachtgever is besloten zelfstandigen in de landbouw helemaal buiten het onderzoek te houden. Verloop van het onderzoek Het onderzoek is van start gegaan met een deskresearch. In deze fase is de reeds beschikbare informatie over zelfstandigen zonder personeel uitgediept om, in nauwe afstemming met de opdrachtgever, te komen tot een duidelijke afbakening van de doelgroep en de te bestuderen problematiek. Centraal in de onderzoeksopzet van Research voor Beleid stond een uitgebreide enquête onder zelfstandigen zonder personeel. Deze enquête geeft systematische informatie over de groep zzpers, zowel over haar samenstelling als over de motivaties en het gedrag van deze groep omtrent inkomensrisico s. Desk research In de voorbereidingsfase zijn de relevante achtergronden bij het thema en de belangrijkste missing links geïdentificeerd. Van bijzonder belang was de te gebruiken begrippen en de bijbehorende groepen duidelijk te definiëren en af te bakenen. Hiertoe heeft een deskresearch van beschikbare literatuur plaatsgevonden. De bevindingen van de deskresearch zijn meteen benut ter voorbereiding op de enquête, meer specifiek voor: het opstellen van de vragenlijst en de items die daarin aan de orde komen; het bepalen van het steekproefkader (populatie) en de steekproef. De uitkomsten van de deskresearch zijn later geïntegreerd in de eindrapportage. 17

18 Schriftelijke enquête Voor het kwantitatieve gedeelte van de studie is gekozen voor het uitzetten van een schriftelijke enquête onder zelfstandigen. De schriftelijke enquête levert enerzijds generieke informatie over zelfstandigen op. Anderzijds heeft de enquête met name inzicht verschaft in de meer individuele overwegingen en situaties waarin zelfstandigen zonder personeel zich bevinden. Ook levert het informatie op over de perceptie door de zelfstandige van bepaalde risico s, eigen verantwoordelijkheden, CAO-voorzieningen voor niet-zelfstandige collega s enzovoort. Door een zorgvuldige steekproefopbouw zijn de verschillen tussen de relevante bedrijfssectoren en de verschillende soorten zelfstandigen in beeld gebracht. Inhoud van de vragenlijst De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. In de vragenlijst waren enkele screeningsvragen opgenomen om zeker te stellen dat we te maken hadden met een zelfstandige die relevant is in het kader van het onderzoek. Vervolgens kwamen de volgende onderdelen aan de orde: Persoonlijke achtergrondkenmerken zelfstandigen (leeftijd, geslacht, opleidingsgraad, arbeidsverleden) Kenmerken economische activiteit (sector, startdatum, opdrachtgevers, omzet) Motivaties voor zelfstandigheid Keuzes en ervaringen voorzieningen (werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en bijhouden van vakkennis) Ervaringen en knelpunten. Steekproef en repons De steekproef is gestratificeerd getrokken naar sector 1, omdat de toename van het aantal zelfstandigen en de daarbij behorende problematiek zich met name concentreert in specifieke sectoren 2. Om ook op het niveau van specifieke subpopulaties voldoende betrouwbare uitspraken te kunnen doen, zijn zelfstandigen benaderd. In totaal hebben zelfstandigen de enquête teruggestuurd. De respons komt daarmee op 33%. Na analyse bleken 551 respondenten niet binnen de doelgroep van het onderzoek te vallen. 378 respondenten bleek (inmiddels) personeel in dienst te hebben. 182 respondenten gaven aan geen winst uit onderneming maken. Deze groep kan als freelancers beschouwd worden. Het aandeel van de respondenten dat de vragenlijst retourneerde dat wel binnen de doelgroep valt komt hiermee op 67%. Tabel 1.1 bevat de opbouw van het bestand en de steekproef. De omvang en samenstelling van de bruto steekproef en de respons is weergegeven in bijlage 2. Tabel 1.1 Opbouw steekproef en respons Sector Benaderingen Vragenlijsten retour Brutorespons Behoort tot doelgroep Behoort tot doelgroep % Bouw % % Zakelijke dienstverlening % % Zorg % % Industrie % % Detailhandel % % Totaal % % 1 Uit het bestand van VNU Direct View. 2 SZW, Eindrapport Zelfstandigen Zonder Personeel,

19 Vrije beroepen Niet alle zelfstandigen zijn verplicht zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. In veel onderzoeken en bestanden zijn deze vrij gevestigden niet opgenomen, omdat deze zijn gebaseerd op inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel 1. Deze vrije beroepen zijn nadrukkelijk wel opgenomen in de steekproef van dit onderzoek naar zzp-ers in vijf sectoren. 8% van de respondenten in de steekproef blijkt een vrij gevestigde. In de responsverantwoording in bijlage 2 is te zien hoe de verdeling van vrije beroepen over de sectoren is. Karakter van dit rapport Deze studie schetst de ontwikkeling in het aantal zzp-ers, het gedrag van zzp-ers op het gebied van hun inkomensrisico s en de gevolgen van dit gedrag voor maatschappij en beleid. De verzamelde informatie in dit onderzoek (studie van bestaande bronnen en een schriftelijke enquête onder zzp-ers) biedt inzicht in de (maatschappelijke) gevo lgen van de ontwikkeling in het aantal zzpers en hun gedrag. Onderhavig onderzoek spitst zich toe op zelfstandigen zonder personeel. Het verschil tussen zelfstandig ondernemers met en zonder personeel is in dit onderzoek niet onderzocht. De typeringen en gedragingen die in deze studie naar voor komen, zijn mogelijk ook van toepassing op andere (kleine) zelfstandigen. Waar in het rapport melding wordt gemaakt van verschillen in cijfers tussen sectoren, is dat verschil significant. Data waar het verschil tussen sectoren niet significant of niet relevant was, zijn niet in het rapport opgenomen. 1.4 Leeswijzer Het rapport bevat naast deze inleiding vier hoofdstukken: In hoofdstuk twee komen definitie en aantallen aan de orde. Naast de verschillende definities, worden in dit hoofdstuk de trends in zowel absolute cijfers, groeicijfers als het aandeel zzp-ers van de beroepsbevolking besproken. Hoofdstuk drie behandelt de achtergrondkenmerken van zzp-ers in vijf sectoren. Het gaat om zowel persoonlijk als bedrijfsmatige achtergrondkenmerken. Specifiek komen de verschillende tussen de sectoren aan de orde. Het vierde hoofdstuk gaat in op de manier waarop zzp-ers in de vijf onderzochte sectoren omgaan met hun inkomensrisico s. Aan de orde komt wat hun gedrag is, wat de motivatie is voor hun gedrag en wat de mogelijk oorzaken zijn. Hoofdstuk vijf beschrijft de maatschappelijke consequenties van de manier waarom zzp-ers omgaan met hun inkomensrisico s voor beleid en arrangementen voor sociale voorzieningen. Specifiek wordt ingegaan op mogelijke risicoselectie en uitholling van het draagvlak van sociale voorzieningen. 1 Een lijst van vrije beroepen is opgenomen in bijlage 3. 19

20 20

21 2 Definities en aantallen Zelfstandigen zonder personeel in dienst, kortweg zzp-ers, blijkt een zeer diverse groep te zijn. Om inzicht te krijgen in het aantal zelfstandigen in Nederland dat zonder personeel werkt, is het van belang de groep af te bakenen. In dit hoofdstuk beantwoorden wij de vraag wie als zelfstandigen zonder personeel kan worden aangemerkt, en welke verschillende criteria daarbij worden gehanteerd. Paragraaf 2.2 beschrijft de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen van het aantal zzp-ers in Nederland. Als afsluiting van dit hoofdstuk komt de afbakening van de doelgroep zoals die in het verdere onderzoek is gehanteerd aan de orde. 2.1 Zelfstandige of werknemer? Het is belangrijk om te weten dat een zzp-er (zelfstandige zonder personeel) geen duidelijk afgebakend begrip is. Er bestaan verschillende invullingen van deze term. Duidelijk is dat het gaat om ondernemers die geen personeel in dienst hebben. Het is vrij eenvoudig te achterhalen hoeveel bedrijven in Nederland onder de quotatie zonder personeel vallen. Daarmee is echter niet meteen duidelijk of het in al deze gevallen om zzp-ers gaat. Daarvoor moet namelijk helder zijn of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap of werknemersschap. Een zelfstandige werkt voor één of enkele opdrachtgevers op basis van een commercieel contract, regelt zijn eigen contracten, loopt zelf de risico s, kan gebruik maken van de fiscale ondernemersvoordelen en is zelf verantwoordelijk voor het indekken tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Hoewel dit duidelijke criteria zijn, wordt de vraag of iemand zelfstandige of werknemers is, zowel in de wetgeving als door instanties verschillend beoordeeld. Hier volgt een korte samenvatting van de gehanteerde definities en/ of criteria van het ondernemersbegrip zoals gehanteerd in de wetgeving en door instanties in Nederland. Wetgeving Het fiscaal recht hanteert als definitie van een ondernemer: een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal waarmee wordt beoogd om, door deelneming aan het maatschappelijke productieproces winst te behalen. Deze winst moet vooraf redelijkerwijs te verwachten zijn. Of er sprake is van een onderneming hangt niet af van de wil van de belanghebbende maar van de relevante feiten en omstandigheden. In de socialezekerheidswetgeving is geen definitie van ondernemer, onderneming of zelfstandige terug te vinden 1. De rechten en verplichtingen die uit deze wetten voortvloeien zijn gekoppeld aan de definitie van een werknemer. De werknemer is degene die in een (fictieve) dienstbetrekking 2 werkzaam is. Het civiel recht en de socialezekerheidswetgeving gaan beide uit van het bestaan van een dienstverband indien de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende 1 EIM, ING en RZO, Zzp-er: ondernemer of werknemer, discussienota over het ondernemerschap. 2 Onder een fictieve dienstbetrekking verstaan wij de groep werkenden met arbeidsverhoudingen die maatschappelijk gezien te beschouwen zijn als dienstbetrekking en door het Uwv ook als zodanig voor de sociale verzekeringen worden behandeld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan musici, artiesten en thuiswerkers. 21

22 zekere tijd arbeid te verrichten 1. Opvallend is dat voor de sociale verzekeringsraad de voorwaarden voor een dienstbetrekking zeer ruim zijn. Veel rechtsverhoudingen kwalificeren zich als dienstbetrekking. Volgens hun voorwaarden is het dan ook moeilijk om als ondernemer aangemerkt te worden. Instanties Zzp-ers hebben bij de beoordeling van de zelfstandigheid te maken met twee instanties: het Uitvoering Werknemersverzekeringen ofwel UWV (voorheen de uitvoeringsinstellingen) en de Belastingdienst. Het UWV bepaalt uiteindelijk of iemand als werknemer moet worden aangemerkt. De Belastingdienst bepaalt of iemand ondernemer is voor de inkomstenbelasting en voor de BTW. Is iemand volgens de Belastingdienst ondernemer, dan mag hij zijn inkomsten opgeven als 'Winst uit onderneming'. Hij komt dan in beginsel in aanmerking voor aftrekposten voor ondernemers. Wanneer een zelfstandige gebruik wil maken van ondernemersfaciliteiten moet hij in principe voldoen aan het zogenoemde urencriterium. Twee belangrijke aspecten die hierbij aan bod komen zijn: de zelfstandige moet in principe minimaal 1225 uur per jaar besteden aan het feitelijk drijven van de onderneming en moet in principe meer dan 50% van de gewerkte tijd aan zijn onderneming besteden. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. In het verleden kwam het nog wel eens voor dat de Belastingdienst en de uitvoeringsinstellingen een verschillende oordeel vormden over of iemand als zelfstandig ondernemer moest worden aangemerkt. Er is nu een oplossing gekomen. De zelfstandigenverklaring die de Belastingdienst mede namens het UWV afgeeft voorziet in het wegnemen van de onzekerheden die een gevolg waren van uiteenlopende oordelen van deze instanties. De nieuwe zelfstandigenverklaring Om de status van de zzp-er zekerder te maken, heeft de Belastingdienst per 1 januari 2001 de zogenoemde Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) ofwel de zzp-beschikking gepresenteerd. Wie per jaar drie of meer opdrachtgevers heeft, aan de andere voorwaarden voldoet en deze verklaring invult, weet voor zichzelf en zijn opdrachtgevers voor een periode van twee jaar hoe de Belastingdienst behandelt: als zelfstandige of als werknemer. Per 1 januari 2002 is de zelfstandigheidverklaring ook geldig voor de sociale verzekeringen. Ook kunnen met ingang van deze datum dga s een verklaring aanvragen waarin staat of de inkomsten uit een opdracht aan hem persoonlijk of aan zijn vennootschap worden toegerekend. In het laatste geval hoeft de opdrachtgever geen loonheffing in te houden of premies werknemersverzekeringen af te dragen. De verklaring ontslaat de opdrachtgever in beginsel van aansprakelijkheid. Eventuele naheffingen komen in beginsel op de schouders van de zelfstandige terecht. Voorheen moest een opdrachtgever, voordat hij met een zzp-er in zee ging, zich er eerst van overtuigen dat deze ook inderdaad een ondernemer was. Bleek later dat dit niet het geval was, dan was er gewoon sprake van een werkgevers-werknemers-situatie en draaide de opdrachtgever op voor allerlei onvoorziene werkgeverspremies. Dit had voor de zzp-er mogelijk tot gevolg dat hij niet nog een keer ingehuurd werd door de desbetreffende opdrachtgever. Echter, vanaf 1 januari 2002 is deze onduidelijkheid door middel van de VAR weggenomen. 1 MKB Nederland, de zelfstandige zonder personeel, juni

23 2.2 Kwantificering In de media zijn veelvuldig geluiden te horen over de sterke groei van het aantal mensen dat voor zichzelf begint. Met de hoogconjunctuur in de economie waren de voorzichten zeer positief te noemen. Om inzicht te krijgen in het aantal zzp-ers in Nederland, gaan we uit van de cijfers van het CBS. Er bestaan verschillende bronnen die uitgaan van verschillende methode om het aantal zzp-ers vast te stellen. Het CBS geeft echter de enige zekerheid dat vrijgevestigden in het bestand zijn opgenomen. De in deze paragraaf gepresenteerde CBS-cijfers betreft bedrijven zonder werknemers in loondienst 1. Het aantal zelfstandige ondernemers in Nederland is de afgelopen jaren in absolute zin inderdaad gestaag toegenomen. Het absoluut aantal starters is bijna verdubbeld van in 1994 tot bijna in Deze toename is te zien in figuur 2.1. In dezelfde tijd groeide het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking van 8% tot 10%. In de figuur is echter ook te zien dat halverwege de jaren 90 een duidelijk stabilisatie was van het aantal startende ondernemers. Van een groot deel van deze starters mag worden verwacht dat zij op termijn geen personeel in dienst zullen nemen en dus actief blijven als zelfstandige zonder personeel. Figuur 2.1 Aantal startende ondernemers, startende ondernemers Bron: CBS, statline 2002 In onderstaande figuur geeft het aantal bedrijven zonder werknemers in loondienst weer. Te zien is dat, na een daling in de jaren , het aantal bedrijven zonder werknemers in loondienst ook sinds 1997 gestaag is toegenomen. Deze groei heeft geresulteerd in een aantal van in Onder bedrijven worden verstaan: bedrijven, instellingen (inclusief vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen en stichtingen), die in het Algemeen Bedrijven Register (ABR) van het CBS zijn opgenomen. Het ABR is een registratie van in beginsel alle bedrijven en instellingen in Nederland. Op basis van een steekproefonderzoek onder kleine bedrijven wordt gecorrigeerd voor de onvolkomenheden (bijvoorbeeld registratie van niet-actieven en niet zelfstandige bedrijven). De grootte, uitgedrukt in aantal werknemers, is hoofdzakelijk gebaseerd op informatie van de bedrijfsverenigingen. 23

24 Figuur 2.2 Aantal bedrijven zonder werknemers in loondienst, bedrijven zonder werknemers Bron: CBS, statline 2002 Wanneer we de ontwikkeling van het aantal eenmansbedrijven per sector bekijken, komt er een gedifferentieerder beeld naar voren. In figuur 2.3 is te zien dat de groei zich voordoet in een aantal specifieke sectoren, terwijl in andere sectoren het aantal juist is gedaald. De snelst groeiende sectoren van de afgelopen jaren zijn de bouwsector, de zakelijke dienstverlening en de non-profit sector. De landbouw met van oudsher veel kleine zelfstandigen kent een afname van het aantal ondernemers zonder werknemers. 1 Figuur % 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% Groei aantal bedrijven zonder werknemers in loondienst naar sector (1993=100) landbouw, jacht en bosbouw, visserij en delfstoffen industrie en openbare voorzieningsbedrijven bouwnijverheid reparatie consumenten handel, horeca, vervoer etc financiele instellingen, verhuur; zakelijke dienstverlening openbaar bestuur; soc verzekering, onderwijs, zorg en overig Totaal zzp Bron: CBS, statline In bijlage 4 zijn cijfers opgenomen uitgesplitst naar alle deelsectoren. 24

25 In figuur 2.4 is de verdeling van de eenmansbedrijven over de verschillende sectoren te zien. Een kwart is actief in de agrarische sector. Ook in de zakelijke dienstverlening en de sector handel,horeca en vervoer kent een groot aandeel eenmansbedrijven (respectievelijk 24% en 26%). Figuur 2.4 Totaal bedrijven zonder werknemers in loondienst naar sector, 2000 landbouw, jacht en bosbouw, visserij en delfstoffen 12% 24% fndustrie en openbare voorzieningsbedrijven bouwnijverheid 24% 9% 5% reparatie consumenten handel, horeca, vervoer etc financiele instellingen, verhuur; zakelijke dienstverlening 26% openbaar bestuur; soc verzekering, onderwijs, zorg en overig Bron: CBS, statline 2002 Aandeel in de werkgelegenheid In 2000 bestond de helft van alle bedrijven in Nederland uit bedrijven zonder werknemers in loondienst. Het aantal eenmansbedrijven ten opzichte van het totaal aantal bedrijven is in de detailhandel en de zakelijke dienstverlening het grootst. In bijlage 4 is het aandeel eenmansbedrijven ten opzichte van het totaal aantal bedrijven in Nederland opgenomen. Een ander beeld geeft echter het aantal ondernemingen met maximaal één werkende persoon als aandeel van de werkzame beroepsbevolking. Uit tabel 2.1 blijkt dat het aandeel in de totale werkzame beroepsbevolking vanaf 1994 ongeveer stabiel is rond de 5-6%. De landbouw kent het hoogste percentage werkenden dat actief is in een eenmansbedrijf. Wel is dit aandeel sinds 1994 licht afgenomen. In de bouw, een van de sectoren met de sterkste groei van het aantal eenmansbedrijven, blijkt ook het aandeel werkenden in dit type ondernemingen in de werkzame beroepsbevolking toegenomen. Voor de andere sector met sterke groei van het aantal eenmansbedrijven, de zakelijke en financiële dienstverlening, geldt dit niet. Het aandeel werkende personen werkzaam in een eenmanszaak is stabiel gebleven. 25

26 Tabel 2.1 Aandeel werkenden in eenmansbedrijven als percentage van de werkzame beroepsbevolking naar sector, Bouwnijverheid 4% 5% 6% 7% Financiële instellingen, verhuur; zak. dienstverlening 8% 7% 7% 7% Openb. bestuur; soc verz., onderwijs, zorg en overig 2% 2% 2% 2% Industrie en openbare voorzieningsbedrijven 1% 1% 1% 1% Reparatie consumenten handel, horeca, vervoer 6% 5% 5% 5% Landbouw, jacht en bosbouw, visserij en delfstoffen 41% 39% 40% 38% Totaal 6% 6% 5% 5% Bron: CBS, statline Afbakening doelgroep onderzoek In paragraaf 2.1 is gebleken dat er verschillenden definities van het begrip zzp-er bestaan. Dit onderzoek onder zelfstandigen zonder personeel in vijf sectoren hanteert de volgende definitie van een zzp-er: Een zzp-er is een natuurlijke persoon die volgens de belastingdienst winst uit onderneming geniet en geen personeel in dienst heeft. Voor dit onderzoek wordt de directeur-grootaandeelhouder die enig personeelslid is, ook als zzp-er beschouwd. Binnen de aldus bepaalde doelgroep is vervolgens gefocust op die sectoren waar momenteel veel toetreders zijn: de bouw, de zakelijke dienstverlening en de zorg. Voor een volledig beeld zijn (controle-)groepen van zelfstandigen in de industrie en detailhandel meegenomen in het onderzoek. In overleg met de opdrachtgever is besloten zelfstandigen in de landbouw helemaal buiten het onderzoek te houden. Hoewel het een sector is met van oudsher veel zzp-ers, is het aantal de laatste jaren afgenomen. Op basis van deze definitie komen we tot de volgende aantallen zzp-ers per sector: Tabel 2.2 Zelfstandigen zonder personeel in Nederland in de vijf sectoren van het onderzoek, 2000 Aantal zzp-ers Bouw Zakelijke dienstverlening Zorg Detailhandel Industrie Totaal vijf sectoren Totaal alle sectoren Bron: CBS, statline, 2002 In de sectoren waarop dit onderzoek betrekking heeft, is ruim 40 procent van de zzp-ers werkzaam. Waar in het vervolg van het rapport wordt gesproken over de zzp-ers, betreft het alleen zelfstandigen zonder personeel volgens bovenstaande definitie en in de aangeduide vijf sectoren. 26

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Ondernemerschapsmonitor. herfst 2002

Ondernemerschapsmonitor. herfst 2002 Ondernemerschapsmonitor herfst 2002 Ondernemerschapsmonitor Herfst 2002 Themaspecial over zelfstandigen zonder personeel Ministerie van Economische Zaken Colofon Uitgave van het ministerie van Economische

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt M200919 Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt Zoetermeer, december 2009 Nieuwe werkgevers Boodschap Nederland kent over de

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Zzp ers en financiële risico s. Presentatie: Marloes van den Heijkant

Zzp ers en financiële risico s. Presentatie: Marloes van den Heijkant Zzp ers en financiële risico s Presentatie: Marloes van den Heijkant Opbouw presentatie Werkzaamheid Inkomen Informatie over en ondersteuning bij financiële zaken in het verleden Informatie over en ondersteuning

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Inhoud. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5. 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6

Inhoud. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5. 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6 Inhoud 1 Waarom deze brochure? 4 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie? 7 4.1 De inkomsten behoren tot

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

PENSIOEN ZZP-ERS. Een kwantitatief onderzoek onder ZZP-ers in opdracht van Indexus JORIS DE JONGH MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, DECEMBER 2018

PENSIOEN ZZP-ERS. Een kwantitatief onderzoek onder ZZP-ers in opdracht van Indexus JORIS DE JONGH MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, DECEMBER 2018 PENSIOEN ZZP-ERS Een kwantitatief onderzoek onder ZZP-ers in opdracht van Indexus JORIS DE JONGH MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, DECEMBER 2018 VOORAF AWARENESS ONDER ZZP-ERS CREËREN Aanleiding en doel

Nadere informatie

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Noord-Holland heeft hoogste startersquote Vooruitzicht Starters Noord-Holland heeft hoogste startersquote Ontwikkeling aantal starters onzeker door nieuwe wetgeving Fors meer taxichauffeurs door nieuwe taxiwet en Uber Ontwikkeling aantal starters

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Freelancen

Praktische opdracht Economie Freelancen Praktische opdracht Economie Freelancen Praktische-opdracht door een scholier 1738 woorden 19 januari 2003 6,6 7 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Mijn onderwerp is freelancen. Ik heb dit onderwerp

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Marieke Vossen

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2042 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Stichting ZZP Nederland bijeenkomst PGGM 30-10-14 ZZP-er worden in de Zorg?

Stichting ZZP Nederland bijeenkomst PGGM 30-10-14 ZZP-er worden in de Zorg? Stichting ZZP Nederland bijeenkomst PGGM 30-10-14 ZZP-er worden in de Zorg? Leo Vollebregt Bestuurder Zorg Stichting ZZP Nederland» Opgericht in februari 2006» 35.000 ZZPers, grootste van het land» Samenwerkingsvorm

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Inhoud. 10326-bro-AL93 29-11-2001 09:34 Pagina 3. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5

Inhoud. 10326-bro-AL93 29-11-2001 09:34 Pagina 3. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5 10326-bro-AL93 29-11-2001 09:34 Pagina 3 Inhoud 1 Waarom deze brochure? 4 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie?

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

Freelancers en zzp'ers

Freelancers en zzp'ers Freelancers en zzp'ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Maart 2011 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Freelancers en zzp's E-0444 03-2011 1 In deze brochure: 1. Zelfstandig

Nadere informatie

Zzp er Blijven samenwerken met je opdrachtgever

Zzp er Blijven samenwerken met je opdrachtgever Zzp er Blijven samenwerken met je opdrachtgever CHECKLIST ARBEIDSOVEREENKOMST / ONDERNEMERSCHAP BLIJVEN SAMENWERKEN MET JE OPDRACHTGEVER Zekerheid in Flex. Succesvol blijven samenwerken met je opdrachtgever.

Nadere informatie

MODELOVEREENKOMST MODELOVEREENKOMST

MODELOVEREENKOMST MODELOVEREENKOMST MODELOVEREENKOMST MODELOVEREENKOMST Zzp ers en hun opdrachten Colofon Door: Dian Smetsers (KvK) Februari 2017 Kamer van Koophandel, Utrecht, februari 2017. Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Fact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

Fact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010 Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel is het kloppende hart van. Het is een dynamisch stadsdeel met veel kleine bedrijven. In veel opzichten is het in het klein. Ondernemerschap in In deze

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

2.1 Het werknemersbegrip

2.1 Het werknemersbegrip Hoofdstuk 2 Verzekerden voor de WW mr. Nico Ridder 2.1 Het werknemersbegrip In de Werkloosheidwet is niet, zoals in de andere werknemersverzekeringen, de ZW, WAO en WIA, het begrip verzekerde rechtstreeks

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011 Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel telt veel kleine bedrijven die zich voornamelijk bevinden in de en in de explosief groeiende cultuur en recreatie sector. Het hoge aantal starters zorgt

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden

Nationale-Nederlanden Nationale-Nederlanden DGA Onderzoek Risicobeheersing en mogelijkheden voor pensioenopbouw Juli 2011 Judith de Roij van Zuijdewijn 27555 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Managementsamenvatting 3 Resultaten Pensioen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-118 21 december 2006 9.30 uur Banengroei loopt op tot 110 duizend In het derde kwartaal van 2006 waren er 110 duizend banen van werknemers meer dan in

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Datum 22 september 2017 Betreft Kamervragen van het lid Van Kent (SP) over maaltijdbezorger Deliveroo

Datum 22 september 2017 Betreft Kamervragen van het lid Van Kent (SP) over maaltijdbezorger Deliveroo > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren Persbericht PB14-033 15 mei 9:30 uur Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren - Werkloosheid in april licht gestegen - Arbeidsdeelname afgenomen bij jongeren - Aantal WW-uitkeringen in

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld Fact sheet november 11 Ondernemerschap in telt veel kleine bedrijven. Daarnaast heeft dit stadsdeel het hoogste aantal zzp ers. Ook kent geen ander stadsdeel jaarlijks meer starters dan. Het is een stadsdeel

Nadere informatie

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3.1 Inleiding Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een werknemer niet deelneemt aan de pensioenregeling van zijn werkgever.

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-064 24 september 2009 9.30 uur www.cbs.nl Flink banenverlies In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder Ook kwartaal op kwartaal

Nadere informatie

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Wijziging Gebruikelijkloonregeling Notitie Wijziging Gebruikelijkloonregeling datum 5 november 2015 Aan Van StartupDelta N. Rosenboom en T. Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2015-78 Conclusie SEO Economisch Onderzoek heeft de

Nadere informatie

Freelancers en zzp ers

Freelancers en zzp ers Freelancers en zzp ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Juli 2013 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Hoewel aan deze tekst veel zorg is besteed, wordt voor de inhoud geen

Nadere informatie

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel is van oudsher een woongebied (voor arbeiders) met aan de oevers grote industriële bedrijven. Na de de-industrialisatie in de jaren zeventig en tachtig

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk Persbericht PB14-024 17 april 09.30 uur Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk - Meer mensen trokken zich terug van de arbeidsmarkt - Werkloosheid bij vrouwen toegenomen - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003 Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid O&S december 1 1. Inleiding In voorliggende notitie wordt de stand van zaken ten aanzien van de werkgelegenheid (1 april ) en werkloosheid (1-10-) in s-hertogenbosch

Nadere informatie

Inkomenspositie van startende ondernemers

Inkomenspositie van startende ondernemers M201112 Inkomenspositie van startende ondernemers drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2011 Inkomenspositie van startende ondernemers Enkele jaren na de start met een bedrijf is slechts een kwart van de ondernemers

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Leiden

Werkgelegenheid in Leiden maart 2010 Werkgelegenheid in Leiden Jaarlijks publiceert de eenheid Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) de meest actuele cijfers over het aantal bedrijven en werkzame personen in Leiden gebaseerd op het

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Bent u al DBA proof?

Bent u al DBA proof? Bent u al DBA proof? Per 1 mei 2016 is de VAR afgeschaft, zoals wellicht u al bekend. Vanaf voornoemde datum kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer een overeenkomst sluiten, waaruit moet blijken dat de

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek provincie Groningen 2004

Werkgelegenheidsonderzoek provincie Groningen 2004 Werkgelegenheidsonderzoek provincie Groningen 2004 EEN ANALYSE VAN DE ONTWIKKELINGEN IN DE WERKGELEGENHEID IN DE PROVINCIE GRONINGEN Uitgevoerd door het CAB in opdracht van de provincie Groningen Inhoud

Nadere informatie

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010 Fact sheet november 11 Ondernemerschap in In is relatief veel werkgelegenheid maar er zijn wat minder bedrijven. Dit komt door de aanwezigheid van meerdere grote bedrijven op en rond het bedrijven terrein

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes Hogestraat 17b, 6651 BG Druten Postbus 47, 6650 AA Druten +31 (0) 487 51 02 89 www.zekerfiscaal.nl Wet DBA Echte dienstbetrekking

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van de leden Ulenbelt en van Gesthuizen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van de leden Ulenbelt en van Gesthuizen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV. 17 maart 2011 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks in een gezamenlijk

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in mei verder opgelopen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in mei verder opgelopen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-044 20 juni 9.30 uur Werkloosheid in mei verder opgelopen Toename van de werkloosheid iets afgevlakt Meer werklozen van 25 jaar en ouder Lichte daling

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarapportage 2008 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen Mei 2009 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

NVJ FAQ - VAR en modelovereenkomsten

NVJ FAQ - VAR en modelovereenkomsten NVJ FAQ - VAR en modelovereenkomsten Vragen over het verdwijnen van de VAR 1. Tot wanneer is mijn VAR geldig? Per 1 mei 2016 komt de VAR te vervallen en verliest zijn geldigheid. Op die datum gaat de wet

Nadere informatie

FNV Vrouwennetwerk 27 mei 2016 ZZP in coöperatie: samen sterk. Dr.mr. Petra Oden, lector Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt

FNV Vrouwennetwerk 27 mei 2016 ZZP in coöperatie: samen sterk. Dr.mr. Petra Oden, lector Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt FNV Vrouwennetwerk 27 mei 2016 ZZP in coöperatie: samen sterk Dr.mr. Petra Oden, lector Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt Introductie 1. Ontwikkelingen op arbeidsmarkt 2. ZZP 3. ZZP in coöperatie

Nadere informatie

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld?

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld? Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld? Dainadira Eustatius-Martis Inleiding Het Centraal Bureau voor Statistiek van Curaçao (CBS) heeft in de tweede

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011 Zorgen over het pensioeninkomen 6 oktober 2011 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. De pensioensituatie van Nederlanders 3. De situatie van gepensioneerden 4. Kennis en informatievoorziening 5. Kennis van

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2016 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 WAT TE DOEN MET ÉÉN MILJOEN 4 BEDRIJVEN SPELEN IN OP WET DBA 5 VEEL STARTENDE FREELANCERS OP LEEFTIJD 6

Nadere informatie