RAPPORTERINGSMODEL NIET-EXOGENE KOSTEN

Transcriptie

1 RAPPORTERINGSMODEL NIET-EXOGENE KOSTEN DISTRIBUTIENETBEHEERDER : ONDERNEMINGSNUMMER: BTW-REGIME: WERKMAATSCHAPPIJ: ACTIVITEIT : In het kader van volgende reguleringsperiode: van 2015 tot en met 2016 Rapportering over boekjaren: RICHTLIJNEN BIJ HET INVULLEN EN DE INTERPRETATIE VAN HET RAPPORTERINGSMODEL VOOR NIET-EXOGENE KOSTEN Het rapporteringsmodel heeft als doel om via een standaardformaat tegemoet te komen aan de informatiebehoeften van de VREG teneinde een toegestaan inkomen uit de distributienettarieven voor elke distributienetbeheerder te bepalen. In dit rapporteringsmodel worden de tabellen en bijkomend aan te leveren informatie opgenomen die moeten worden gebruikt in het kader van de bepaling van het inkomen op basis van de niet-exogene kosten van de distributienetbeheerder. Desalniettemin behoudt de VREG zich de mogelijkheid om, indien nodig, nog bijkomende inlichtingen buiten dit rapporteringsmodel op te vragen. Dit rapporteringsmodel maakt integraal deel uit van de methoden voor het berekenen en vastleggen van de tarifaire voorwaarden inzake de aansluiting op en toegang tot de distributienetten. Het tariefvoorstel en het rapporteringsmodel dient in 3 exemplaren te worden opgeleverd, alsook onder elektronische vorm (Excel-formaat). Het ingevulde rapporteringsmodel dient te zijn gewaarmerkt door een controleverklaring van de commissaris van de distributienetbeheerder. Legenda celkleuren Input vereist door distributienetbeheerder Berekende of overgenomen waarde waarvoor dus geen manuele input vereist is Input vereist door VREG Cel waarvoor op dit moment nog geen waarde kan gerapporteerd worden, maar die onder 1/5

2 toepassing van de huidige tariefmethodologie wel relevant zal worden Tabellen Het rapporteringsmodel is opgebouwd uit de volgende drie delen: 1- Titelblad Bij het voorblad (de identificatie) dient de distributienetbeheerder de velden: distributienetbeheerder, ondernemingsnummer, BTW-regime, werkmaatschappij en activiteit in te vullen. In de verdere tabellen van het rapporteringsmodel zijn deze velden gelinkt aan het titelblad. Deze velden worden dus automatisch aangevuld. 2- Assumpties Hierbij worden de gebruikte assumpties opgelijst die onderdeel uitmaken van de methodologie, ter bepaling van een toegestaan inkomen uit de niet-exogene kosten van elke distributienetbeheerder. 3- Tabellen TABEL 1: Balans (algemene boekhouding) over boekjaren In tabel 1 dient de DNB de balanswaarden te rapporteren voor de periode Hierbij wordt een opsplitsing gemaakt over de verschillende activiteiten ('gereguleerde activiteiten' en 'niet-gereguleerde activiteiten'; waarbij voor de 'gereguleerde activiteiten' een verder onderscheid wordt gemaakt tussen de activiteiten 'netbeheer elektriciteit' en 'netbeheer gas'). Het totaal van de balans geeft dus een overzicht van alle activiteiten van de DNB en deze moet aansluiten met de gepubliceerde jaarrekening. TABEL 2: Resultatenrekening (algemene boekhouding) over boekjaren In tabel 2 rapporteert de DNB de resultatenrekening voor de periode Hierbij wordt eveneens een opsplitsing gemaakt over de verschillende activiteiten en vervolgens ook over de verschillende kosten- en opbrengstensoorten onder de huidige tariefmethodologie. Het totaal van de resultatenrekening geeft dus een overzicht van alle activiteiten van de DNB en deze moet aansluiten met de gepubliceerde jaarrekening. TABEL 3: Algemeen overzicht Tabel 3 geeft een algemeen overzicht van de in dit bestand gerapporteerde gegevens. Hierbij dient voor de gewestgrensoverschrijdende distributienetbeheerders ook het relatief aandeel van het Vlaams Gewest worden opgegeven in het totaal van de respectievelijke kosten van de gewestgrensoverschrijdende distributienetbeheerders. TABEL 4: Afschrijvingen immateriële vaste activa Tabel 4 geeft de evolutie van de immateriële vaste activa weer door middel van een duidelijke opbouw van de nettoboekwaarde per jaar. Hierbij dient te worden opgemerkt dat goodwill, in analogie met de tariefmethodologie, niet in rekening genomen wordt. De evolutie van de immateriële vaste activa wordt duidelijk opgebouwd door rapportering van volgende elementen: - Aanschaffingswaarde en gecumuleerde afschrijvingen (en waardeverminderingen) op de respectievelijke activa per einde boekjaar Aanschaffingswaarde van de investeringen over boekjaren Tussenkomsten derden m.b.t. deze activa over boekjaren Subsidies m.b.t. deze activa over boekjaren Aanschaffingswaarde en gecumuleerde afschrijvingen (en waardeverminderingen) van de desinvesteringen over boekjaren Afschrijvingen (en waardeverminderingen) m.b.t. deze activa over boekjaren TABEL 5A: Afschrijvingen van de historische aanschaffingswaarde (materiële vaste activa) Tabel 5A geeft de evolutie van de historische aanschaffingswaarde van de materiële vaste activa weer door middel van een duidelijke opbouw van de nettoboekwaarde per jaar. De evolutie van de historische aanschaffingswaarde van de materiële vaste activa wordt duidelijk opgebouwd door rapportering van volgende elementen: - Aanschaffingswaarde en gecumuleerde afschrijvingen (en waardeverminderingen) op de respectievelijke activa per einde boekjaar Aanschaffingswaarde van de investeringen over boekjaren Tussenkomsten derden m.b.t. deze activa over boekjaren Subsidies m.b.t. deze activa over boekjaren Aanschaffingswaarde en gecumuleerde afschrijvingen (en waardeverminderingen) van de desinvesteringen over boekjaren Afschrijvingen (en waardeverminderingen) m.b.t. deze activa over boekjaren TABEL 5B: Afschrijvingen van de meerwaarde op basis van de historische indexatie (materiële vaste activa) Tabel 5B geeft de evolutie van de meerwaarde op basis van de historische indexatie van de materiële vaste activa weer, door middel van een duidelijke opbouw van de nettoboekwaarde per jaar. In de praktijk kan deze evolutie enkel afschrijvingen omvatten. 2/5

3 TABEL 5C: Afschrijvingen van de meerwaarde op basis van de irab (materiële vaste activa) Tabel 5C geeft de evolutie van de meerwaarde op basis van de initiële RAB weer door middel van de duidelijke opbouw van de nettoboekwaarde per jaar. In de praktijk kan deze evolutie enkel afschrijvingen omvatten. TABEL 5D: Nettoboekwaarde van de totale materiële vaste activa Deze tabel geeft de evolutie van de nettoboekwaarde van de totale materiële vaste activa weer en is bijgevolg de som van de tabellen 5A, 5B en 5C. Tabel 5D fungeert daarom ook voornamelijk ter controle van de overeenstemming tussen de boekhouding (tabel 1) en de waarden zoals ingevuld in de tabellen 5A tot en met 5C. TABEL 6: Evolutie Nettobedrijfskapitaal In tabel 6 dienen de waarden ter bepaling van het nettobedrijfskapitaal te worden gerapporteerd. Hierbij dient het nettobedrijfskapitaal te worden gecorrigeerd met de waarde aan groenestroom- en warmtekrachtcertificaten, de waarde van het regulatoir actief (cfr vorige tariefmethodologie), alsook de regulatoire saldi die voortvloeien uit de nieuwe tariefmethodologie (nl. de saldi m.b.t. de exogene kosten en de saldi t.g.v. volumeverschillen uit tariefdrager kwh inzake inkomsten voor niet-exogene kosten). Hiernaast legt de tariefmethodologie ook op dat de hoogte van het nettobedrijfskapitaal (> 0) wordt begrensd tot 1/14de van de jaarlijkse omzet voor die activiteit, gecorrigeerd met de opbrengsten uit de verkoop van de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten. Verder wordt in deze tabel ook de eenmalige impact van eventuele wijzigingen in de waarderingsregels, gespreid over de verschillende boekjaren en dit zoals beschreven in de tariefmethodologie en op basis van de verleende informatie in de bijlage 6. De spreiding van de eenmalige kost of opbrengst over de verschillende boekjaren zal dus door de VREG worden aangevuld op basis van de verleende informatie in de bijlage 6 uit de tariefmethodologie. TABEL 7: Opvolging van het regulatoir actief (-passief) en saldi voor beheersbare kosten m.b.t. vorige tariefmethodologie(ën) Tabel 7 laat een jaarlijkse opvolging toe van enerzijds de saldi m.b.t. het regulatoir actief (-passief), door de regulator goedgekeurd, en anderzijds de saldi, die door de distributienetbeheerder jaar na jaar worden ingeboekt op het niveau van de resultatenrekening en de overlopende rekeningen. Bovendien blijkt uit deze tabel eveneens de inbaarheid van de vastgestelde verschillen tussen de door de regulator goedgekeurde en de door de distributienetbeheerder ingeboekte bedragen. Tenslotte laat de tabel ook een opvolging toe van de hoogte van de saldi voor beheersbare kosten m.b.t. vorige tariefmethodologie(ën). TABEL 8: Evolutie van de RAB-waarde Deze tabel geeft de evolutie weer van de RAB. Deze evolutie wordt automatisch berekend op basis van de gegevens die gerapporteerd werden in de voorgaande tabellen. Evolutie van de operationele kosten: TABEL 9A: Operationele kosten gereguleerde activiteiten (niet-exogene kosten) TABEL 9B: Overboeking, onder voorgaande tariefmethodologie, van niet-beheersbare operationele kosten en volumeverschillen, die geen exogene kosten zijn, van resultatenrekening naar balans TABEL 9C: Terugname, onder voorgaande tariefmethodologie, van niet-beheersbare operationele kosten en volumeverschillen, die geen exogene kosten zijn, van balans naar resultatenrekening TABEL 9D: Operationele kosten gereguleerde activiteiten incl overboekingen/terugnames tussen resultatenrekening en balans Deze tabellen geven een overzicht van de evolutie van de operationele kosten. Hierbij dienen, in analogie met de door de VREG opgestelde tariefmethodologie, een aantal correcties in rekening te worden genomen ter afbakening van de kosten met een niet-exogeen karakter. Voor een detaillering van de specifieke kostensoorten die gecorrigeerd worden, verwijzen we naar de respectievelijke tabellen in dit rapporteringsmodel. Toch geven we de correctie m.b.t. transactiekosten een verdere duiding. Deze omvat in de definitie van de VREG namelijk volgende boekhoudkundige elementen (voor zover deze kosten niet onder boekhoudkundige klasse 65 worden geboekt, dienen deze dus als correctie in het rapporteringsmodel te worden opgenomen): a. Kosten gemaakt in het kader van emissies van effecten, zoals - kosten voor opmaak van prospectus en advies (o.a. advocaten, consulting, ) - vergoedingen te betalen aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten voor de goedkeuringsprocedure van het prospectus - vergoeding van de financiële tussenpersonen die voor de plaatsing van de effecten bij de investeerders en/of het publiek zorgen en die de betalingen verwikkelen (o.a. dealers, arrangers, underwriters, ) - eventuele kosten indien de effecten een notering krijgen, bv. aan Euronext Brussels b. Kosten gemaakt m.b.t. schulden - jaarlijkse fees voor kredietfaciliteiten - jaarlijkse kosten voor eventuele beursnotering - overhead kosten: zoals externe administratieve-, treasury en juridische kosten om de vreemd vermogen portefeuille te beheren c. Kosten m.b.t. een kredietrating - kosten van ratingbureaus (eenmalige en jaarlijkse) Ook de correctie omschreven als 'de door de CREG aan de distributienetbeheerder opgelegde correctie in het kader van de billijke vergoeding' wensen we verder te detailleren. Hieronder worden alle kosten verstaan die het gevolg zijn van een correctie die door de CREG werd opgelegd aan de distributienetbeheerder en betrekking had op een correctie van de billijke vergoeding. Eventuele correcties m.b.t. slopingen of overige dienen hierbij niet te worden gecorrigeerd. Hierbij dienen in tabel 9A de waarden te worden gerapporteerd zoals deze eenzijdig uit de boekhouding van de respectievelijke distributienetbeheerders voortvloeien. Correcties m.b.t. de saldi worden in tabellen 9B (overboeking van resultatenrekening naar overlopende rekening) en 9C (terugname van overlopende rekening in resultatenrekening) in rekening gebracht, waarbij tabel 9D de finale waarden m.b.t. de operationele kosten omvat (waarden uit tabel 9A vermeerderd met de waarden uit tabel 9B, maar gecorrigeerd met de waarden uit tabel 9C). De waarden uit tabel 9D vormen dan ook de operationele kosten die in rekening worden genomen ter bepaling van het toegestaan inkomen op basis van de niet-exogene kosten. Evolutie van de operationele opbrengsten: TABEL 10A: Operationele opbrengsten gereguleerde activiteiten (niet-exogene kosten) TABEL 10B: Overboeking, onder voorgaande tariefmethodologie, van niet-beheersbare operationele opbrengsten en volumeverschillen, die geen exogene kosten zijn, van resultatenrekening naar balans 3/5

4 TABEL 10C: Terugname, onder voorgaande tariefmethodologie, van niet-beheersbare operationele opbrengsten en volumeverschillen, die geen exogene kosten zijn, van balans naar resultatenrekening TABEL 10D: Operationele opbrengsten gereguleerde activiteiten incl overboekingen/terugnames tussen resultatenrekening en balans Deze tabellen geven een overzicht van de evolutie van de operationele opbrengsten. Hierbij dienen, in analogie met de door de VREG opgestelde tariefmethodologie, een aantal correcties in rekening te worden genomen. Voor een detaillering van de specifieke opbrengstensoorten die gecorrigeerd worden, verwijzen we naar de respectievelijke tabellen in dit rapporteringsmodel. Ook de correctie omschreven als 'de door de CREG aan de distributienetbeheerder opgelegde correctie in het kader van de billijke vergoeding' wensen we verder te detailleren. Hieronder worden alle opbrengsten verstaan die het gevolg zijn van een correctie die door de CREG werd opgelegd aan de distributienetbeheerder en betrekking had op een correctie van de billijke vergoeding. Eventuele correcties m.b.t. slopingen of overige dienen hierbij niet te worden gecorrigeerd. Hierbij dienen in tabel 10A de waarden te worden gerapporteerd zoals deze eenduidig uit de boekhouding van de respectievelijke distributienetbeheerders voortvloeien. Correcties m.b.t. de saldi worden in tabellen 10B (overboeking van resultatenrekening naar overlopende rekening) en 10C (terugname van overlopende rekening in resultatenrekening) in rekening gebracht, waarbij tabel 10D de finale waarden m.b.t. de operationele opbrengsten omvat (waarden uit tabel 10A vermeerderd met de waarden uit tabel 10B, maar gecorrigeerd met de waarden uit tabel 10C). De waarden uit tabel 10D vormen dan ook de operationele opbrengsten die in rekening genomen worden ter bepaling van het toegestaan inkomen op basis van de niet-exogene kosten. TABEL 11: De consumptieprijsindex Deze tabel geeft meer informatie betreffende de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand augustus, zoal gepubliceerd door de FOD Economie m.b.t. de jaren Deze indexcijfers worden gebruikt teneinde de geactualiseerde waarde van de niet-exogene kosten, die zich in de periode hebben voorgedaan, in 'tabel 3' te bepalen. Hiervoor worden dus de consumptieprijsindices van de maand augustus gehanteerd waarbij het referentiejaar 2013 als basisjaar voor de berekening van de CPI worden genomen. Bron FOD Economie: Evolutie volumes m.b.t. afname (elektriciteit) TABEL 12A: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2010 (Elektriciteit) TABEL 12B: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2011 (Elektriciteit) TABEL 12C: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2012 (Elektriciteit) TABEL 12D: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2013 (Elektriciteit) In deze tabellen wordt een overzicht gegeven van de volumes m.b.t. afname voor elektriciteit (kw, kwh, EAN's en kvarh) die over de facturatieperiodes zijn waargenomen. De volumes op laagspanning zijn bruto, d.w.z. zonder aftrek van de hoeveelheid gratis kwh. Evolutie volumes m.b.t. injectie (elektriciteit) TABEL 13A: Totale volumes m.b.t. injectie voor boekjaar 2010 (Elektriciteit) TABEL 13B: Totale volumes m.b.t. injectie voor boekjaar 2011 (Elektriciteit) TABEL 13C: Totale volumes m.b.t. injectie voor boekjaar 2012 (Elektriciteit) TABEL 13D: Totale volumes m.b.t. injectie voor boekjaar 2013 (Elektriciteit) In deze tabellen wordt een overzicht gegeven van de volumes m.b.t. injectie voor elektriciteit (kwh en EAN's) die over de facturatieperiodes zijn waargenomen. Evolutie volumes m.b.t. afname (gas) TABEL 14A: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2010 (Gas) TABEL 14B: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2011 (Gas) TABEL 14C: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2012 (Gas) TABEL 14D: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2013 (Gas) In deze tabellen wordt een overzicht gegeven van de volumes m.b.t. afname voor gas (kw, kwh en EAN's) die over de facturatieperiodes zijn waargenomen. Evolutie volumes m.b.t. afname (gas) en na correctie voor het aantal equivalente graaddagen TABEL 15A: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2010 (Gas), na correctie voor het aantal equivalente graaddagen TABEL 15B: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2011 (Gas), na correctie voor het aantal equivalente graaddagen TABEL 15C: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2012 (Gas), na correctie voor het aantal equivalente graaddagen TABEL 15D: Totale volumes m.b.t. afname voor boekjaar 2013 (Gas), na correctie voor het aantal equivalente graaddagen Teneinde de impact van het aantal 'equivalente graaddagen' op het totale kwh-verbruik voor de activiteit 'gas' in rekening te brengen, worden in deze tabellen het kwh-verbruik voor elk boekjaar gecorrigeerd voor het aantal 'equivalente graaddagen'. Hierbij dienen ook het aantal 'normale equivalente graaddagen' in rekening worden genomen. Voor een definiëring van de termen 'graaddagen', 'equivalente graaddagen' en 'normale equivalente graaddagen' verwijzen we naar volgende bron: Vervolgens werden de gegevens m.b.t. 'equivalente graaddagen' voor de periode en 'normale equivalente graaddagen' afgeleid uit volgende bronnen: Voor de 'equivalente graaddagen' m.b.t. periode : Voor de 'normale equivalente graaddagen': 4/5

5 5/5