Mechanismes en accessoires

Transcriptie

1 Mechanismes en accessoires ORGANEN IN PORTIEREN ORGANEN IN MOTORKAP ACHTERKLEP - OPEN DAK RUITEN BESCHERMING BUITENKANT ACCESSOIRES BUITENKANT ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER ACCESSOIRES INTERIEUR BOVEN VEILIGHEIDSORGANEN INTERIEUR BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG0G NOVEMBER 2000 EDITION NÉERLANDAISE De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. RENAULT 2000 Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.

2 Mechanismes en accessoires Inhoud Blz. Blz. 51 ORGANEN IN PORTIEREN 56 ACCESSOIRES BUITENKANT A B C D E 52 Slotcilinder voorportier 51-1 Portierhandgreep buitenkant 51-2 Portierslot 51-3 Ruithefmechanisme voorportier 51-5 Ruithefmechanisme achterportier 51-5 ORGANEN IN MOTORKAP ACHTERKLEP - OPEN DAK A B C D E F G H Achterspoiler 56-1 Achterspoiler break 56-2 Buitenspiegel 56-3 Buitenspiegelglas 56-4 Buitenste sierlijst portierstijl voor 56-5 Buitenste sierlijst portierstijl achter 56-6 Sierlijst regengoot break 56-7 Dakrails 56-8 A B C D E Ontgrendelmechanisme achterklep 52-1 Open dak 52-3 Motor open dak 52-6 Paneel open dak 52-8 Zonnescherm open dak A B ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER Middenconsole 57-1 Dashboard A B C D E F RUITEN Voorruit 54-1 Voorportierruit 54-3 Achterportierruiten 54-4 Achterruit 54-5 Ruit zijpaneel break 54-7 Uitzetbare achterruit break A 59 A B C ACCESSOIRES INTERIEUR BOVEN Handgreep en brilhouder 58-1 VEILIGHEIDSORGANEN INTERIEUR Autogordel voor 59-1 Autogordel achter 59-2 Autogordel achterstoel 2/ BESCHERMING BUITENKANT A B C D E F G Schildbumper voor 55-1 Schildbumper achter 55-4 Schildbumper achter break 55-6 Flankbeschermstrips 55-9 Radiateurgrille Roosters onder voorruit Sierlijst onder achterklep break 55-14

3 151 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Slotcilinder voorportier A UITBOUWEN Bouw uit: de afdekkapje van de slotcilinder (A), de dop en draai de schroef (1) los (Torx T 20) zonder hem uit te bouwen. Maak de slotcilinder (2) vrij N.B.: het afdekkapje van de slotcilinder kan bij (A) worden verwijderd zonder uitbouwen van de slotcilinder. 51-1

4 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Buitenste portiergreep B UITBOUWEN Maak de handgreep vrij (3), daarna (4). Verwijder de dop. Draai de schroef (1) (Torx T 20) los zonder hem te verwijderen zodat de slotcilinder (2) vrijkomt. INBOUWEN Controleer de aanwezigheid van de afdichting van de portierhandgreep (A). 51-2

5 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Portiersloten C UITBOUWEN slot voorportier Na verwijderen van het bekledingspaneel (hoofdstuk 72 A) en de handgreep aan de buitenkant (hoofdstuk 51 B), BIJZONDERHEDEN voor het uitbouwen van de portiersloten achter Verwijder eerst: de schuifruit, de vaste ruitstijl. Maak het slot vrij met de module. UITBOUWEN VAN HET PRISMA (tekening hieronder) verwijder de drie bevestigingsschroeven (A)(TorxT 30). Druk lichtjes op de twee borgingen van de module (B). Maak het slot en de module vrij van het portierframe. Maak de stekkers los. INBOUWEN 51-3 Klik het prisma vast vanaf de buitenkant van het portier.

6 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Portiersloten C INBOUWEN van de sloten Plaats het slot op de bevestigingshaak van het portierframe (C), en ga verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. 51-4

7 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Ruithefmechanisme voor D UITBOUWEN Na uitbouwen van de portierbekleding (hoofdstuk 72.A), Maak de voedingsstekkers los. Maak de ruitbediening vrij via de onderste opening in het portierframe. INBOUWEN Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen INITIALISATIE VAN DE RUITHEFMOTOR Contact aan. Sluit de ruit tot de bovenste aanslag (de ruit sluit stapsgewijs). Houd de schakelaar ongeveer twee secondes vast. Laat de ruit zakken tot de onderste aanslag, houd de schakelaar vast. De motor is geinitialiseerd. verwijder de twee bevestigingsklemmetjes van de ruit (A), maak de ruit vrij van de pennen van de wagen van de ruitbediening. Breng de ruit met de hand omhoog, zet hem in deze stand vast met afplaktape. Verwijder de vijf bevestigingsbouten van het ruithefmechanisme (B) (M6, kop 10). 51-5

8 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Ruitbediening achterportier E UITBOUWEN (elektrische ruitbediening) Na uitbouwen van de portierbekleding (hoofdstuk 72.B), Maak de voedingsstekkers los. Maak de ruitbediening vrij via de onderste opening links in het portierframe. INBOUWEN Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen INITIALISATIE VAN DE RUITHEFMOTOR B Contact aan. Sluit de ruit tot de bovenste aanslag (de ruit sluit stapsgewijs). Houd de schakelaar ongeveer twee secondes vast. Laat de ruit zakken tot de onderste aanslag, houd de schakelaar vast. De motor is geinitialiseerd. verwijder het bevestigingsklemmetje van de ruit (A). Maak de ruit vrij van de pen van de wagen van het ruithefmechanisme. Breng de ruit met de hand omhoog. Zet de ruit vast met afplaktape. Verwijder de drie bevestigingsbouten van het ruithefmechanisme (B) (M6, kop 10). 51-6

9 ORGANEN IN PORTIEREN 51 Ruitbediening achterportier E BIJZONDERHEDEN UITBOUWEN HANDBEDIEND RUITHEFMECHANISME Breng een bescherming aan (doek of karton) aan bij het bovenste tapeind (D) tussen de wagen en de ruit. Maak de onderste bevestigingstapeinden vrij. Kantel het onderste deel van het mechanisme. Maak vrij: het bovenste tapeind (D), het complete mechanisme. Maak de ruit vrij van de pen van de wagen van het ruithefmechanisme. Zet de ruit vast in de gesloten stand. Verwijder de drie bevestigingsmoeren van het mechanisme (C). 51-7

10 252 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Ontgrendelmechanisme achterklep A N.B.: bij een storing, kan de achterklep met de hand worden geopend. Druk van binnenuit met een schroevendraaiertje tegen de nok (A). UITBOUWEN Na verwijderen van de achterklepbekleding, verwijder de beschermkap van het slot. Maak de stekker (B) los. Verwijder de twee moeren van de bevestigingssteun van het openingsmechanisme (C). 52-1

11 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Ontgrendelmechanisme achterklep A Maak het richtklemmetje (C) los. Bouw uit: het openingsmechanisme en zijn steun, de bevestigingsbouten van het slot. Maak de stekker los en bouw het slot uit. 52-2

12 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Open dak B UITBOUWEN: Na uitbouwen van de hemelbekleding (hoofdstuk 71 N) en neerklappen van alle rugleuningen Verwijder de twaalf bevestigingsschroeven (A) Maak de vier waterafvoerslangen (B) los Met twee personen: verwijder de vier bevestigingsbouten op de middelste dwarsbalk, maak het open dak vrij via de achterkant van de auto. 52-3

13 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Open dak B INBOUWEN Draai, voor het inbouwen van het dak, de bevestigingen van het beweegbare paneel los Breng met twee personen het geheel op zijn plaats en monteer de bouten (A) (M5 zeskant 8), daarna (D) (bout M8) aan elke kant zonder ze vast te zetten. Centreer het dak met de twee stiften ( 10) in de gaten (E) in het einde van de dwarsbalk. 52-4

14 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Open dak B Begin met het vastzetten van de vier bouten (D) (M8) van de middelste dwarsbalk, zet daarna de bevestigingen (E) van het dak (bout M5 zeskant 8) diagonaalsgewijs vast. BELANGRIJK: controleer de montage van de waterafvoerslangen op de cassette. OPMERKING: als een bout (E) (M5 zeskant 8) niet goed kan worden vastgezet, kan een ander gat worden gebruikt. Neem het hiervoor bestemde dichtstbijzijnde gat. AANTREKKOPPELS (in dan.m) bout (D) van de poot op de cassette (M8) 21 bout (E) van de cassette (M5 zeskant 8) bout (F) van de poot op de daklangsdrager (M6) 4 ± 20% 8 Na montage van de cassette: stel het beweegbare paneel af (hoofdstuk 52 D), controleer de werking en de waterdichtheid van het dak, monteer de bekleding. 52-5

15 152 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Motor van open dak C PL UITBOUWEN de binnenverlichting. Bouw uit: de bedieningseenheid van het open dak, 52-6

16 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Motor van open dak C INBOUWEN Na het losmaken van de accukabels, een elektrische storing of werkzaamheden aan het open dak, werkt het systeem handbediend en schoksgewijs. INITIALISATIEPROCEDURE Zet de schakelaar in de stand maximaal kantelen. Houd de schakelaar langer dan twee secondes ingedrukt. De motor kantelt het dak stapsgewijs, waarna dit enkele centimeters zakt Laat de schakelaar los. Maak de twee stekkers los van de motor. Houd de schakelaar opnieuw ingedrukt, (loslaten tijdens de cyclus betekent dat de motor stopt, waarna de eerdere correcties opnieuw moeten worden uitgevoerd) Het dak voert een complete cyclus uit van open en dicht schuiven. OPMERKING: wacht niet langer dan vijf secondes tussen de stappen van de initialisatieprocedure, anders begint het systeem een nieuwe initialisatiecyclus. Sluit het beweegbare paneel (als dit open staat) handmatig met een inbussleutel 4 in de schroef (A). Verwijder de drie bevestigingsschroeven (B) (Torx T 20), en maak de motor vrij via het gat van de binnenverlichting. 52-7

17 152 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Beweegbaar paneel D VOOR-AANTREKKOPPEL: (A) 1,5 Nm AANTREKKOPPEL: (A) 4 Nm ± 20% UITBOUWEN Na uitbouwen van de twee kappen van het mechanisme, Let op de vulplaatjes (B). Na inbouwen van het dak, het paneel afstellen. verwijder de vier bevestigingsbouten (A) (M5 BTR kop 4). 52-8

18 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Beweegbaar paneel D De spelingen tussen het paneel en de randen van het dakpaneel moeten gelijkelijk verdeeld zijn tussen voor en achter en rechts en links. Controleer met een liniaal de verdeling van de spelingen op drie punten. Meet tussen de randen van het dakpaneel en de bovenkant van de aangegoten rand (A): Lijn AV: 14 Lijn D: 15 ± 0,5 Lijn AR: 14 Lijn G: 15 ± 0,5 52-9

19 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Beweegbaar paneel D AFSTELLEN VAN DE SPELINGEN AAN ACHTER-, VOOR- EN ZIJKANT Dit moet worden gedaan als het beweegbare paneel of het complete open dak uitgebouwd zijn geweest. Voor de afstelling in Y-richting, moeten de bevestigingen van het dak lichtjes zijn losgedraaid. Plaats twee stiften 10 in het hiervoor bestemde gat om de cassette in X-richting te blokkeren en zet het paneel in de juiste stand in Y-richting. 1 - Afstellen van de spelingen aan achter-, voor- en zijkant: Bij deze afstelling moet het paneel zijn gesloten en de vier bevestigingsbouten ervan lichtjes zijn losgedraaid zodat afstelling in X-richting mogelijk is

20 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Afstellen van het beweegbare paneel D 2 - Afstellen van de spelingen in hoogterichting bij (Z): Sluit het dak. Zoals voor het afstellen van de voor/achter speling, de bouten en het paneel afstellen zoals hierboven. Houd de liniaal bij de rand van het dakpaneel en controleer of het beweegbare paneel even hoog ligt. Hoogte-afstelling: Tolerantie lijn achter: 1 mm paneel hoger dan dak. Tolerantie lijn voor: 1 mm paneel lager dan dak

21 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Zonnescherm E UITBOUWEN Bouw uit: de sierrand van het open dak, de handgrepen aan de zijkanten (gereedschap Car. 1597), de bekledingen aan de bovenkant van de middenstijl, de bekledingen van de zijwand achter, de twee achterste klemmetjes van de hemelbekleding

22 ORGANEN IN OPEN DAK 52 Zonnescherm E INBOUWEN Plaats het nieuwe zonnescherm, let op dat de zes schuivers (B) niet loslaten. kantel het beweegbare paneel open. Wip met een lange schroevendraaier de waterafvoerdwarsbalk (A) los. Maak deze voorzichtig vrij. Monteer de waterafvoerdwarsbalk door op de klemmetjes (A) te drukken. Controleer het schuiven van het zonnescherm, voor het monteren van de bekledingen. Druk de hemelbekleding aan de achterkant voorzichtig opzij. Maak het zonnescherm vrij door het naar de achterkant van de cassette te schuiven

23 154 RUITEN 54 Voorruit A BENODIGD GEREEDSCHAP VOOR HET UITBOUWEN bescherming dashboard: (Car. 1583) steungereedschap (voor het doorsnijden van de lijmstrook): ( ) UITBOUWEN: Na uitbouwen van: de ruitenwisserarmen (Elé. 1552) de twee roosters onder de voorruit (hoofdstuk 55 F), uitbouwen: de sierlijsten van de stijl (A), de bovenste sierlijst (B), de steunplaatjes (C). 54-1

24 RUITEN 54 Voorruit A INBOUWEN Raadpleeg voor de voorbereiding en het lijmen Service Mededeling 560 A. Bouw uit: de zonnekleppen en hun steun, de bekleding van de voorruitstijl, de binnenspiegel, maak de stekkers los. Druk de sierlijst op zijn plaats aan de bovenkant van de ruit (D). Plak de aanslag (E) vast (in het midden aan de onderkant van de sponning op de te lijmen zone). Plaats de steunplaatjes (F). Let op de afmeting van de lijmstrook. Lijm de ruit vast (twee personen). verdeel de spelingen aan de zijkanten. Bescherm de omgeving van de ruit met afplaktape. Plaats e bescherming op het dashboard en snijd de lijmstrook door. 54-2

25 RUITEN 54 Ruit voorportier B UITBOUWEN Na uitbouwen van de portierbekleding (hoofdstuk 72.A), Verwijder de ruit. INBOUWEN Controleer of de klemmetjes waarin de ruit komt en hun schuimplastic verbindingen (C) op hun plaats zitten. Ga te werk in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. uitbouwen: de binnenste ruitlikker (A), de twee bevestigingsklemmetje van de ruit (B). Maak de ruit vrij van de pennen van de wagen van het mechanisme. 54-3

26 RUITEN 54 Achterportierruiten C UITBOUWEN Na uitbouwen van de portierbekleding (hoofdstuk 72.B), Bouw uit: gedeeltelijk: de geleider in het portier, de bovenste bevestigingsschroef van de vaste ruitstijl (D) (Torx T 20) draai deze (1/4 slag) om het te verwijderen uit het portierframe. Maak vrij: de beweegbare ruit, de vaste ruit zonder de buitenste ruitlikker te beschadigen. INBOUWEN Controleer, voor het monteren van de vaste ruit, de aanwezigheid van de twee klemmetjes (E) van de portierbekleding. Ga te werk in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. N.B.: de vaste ruit kan pas worden gemonteerd na het monteren van de beweegbare ruit. verwijder de binnenste ruitlikker (A) en het bevestigingsklemmetje van de ruit (B). Maak de ruit vrij van de pen van de wagen van het ruithefmechanisme. Laat de ruit rusten op de bodem van het portierframe Verwijder de twee onderste bevestigingsschroeven van de vaste ruitstijl (C), 54-4

27 RUITEN 54 Achterruit D UITBOUWEN Na uitbouwen van: de achterspoiler (hoofdstuk 56 A), de ruitenwisserarm (Elé. 1552) de achterklepbekleding (hoofdstuk 73 B), Maak los: de stekker van de satellietantenne (A) en verwijder deze vervolgens (B), verwijder de sierlijst van de bekleding aan de zijkant. de stekkers van de achterruitverwarming (C), de stekker van de antenne (D). 54-5

28 RUITEN 54 Achterruit D DOORSNIJDEN VAN DE LIJMSTROOK Bescherm de omgeving van de ruit met afplaktape. Let op de afmeting van de lijmstrook. Lijm de ruit vast (twee personen). Doorsteek de lijmstrook bij (1). Verdeel de spelingen aan de zijkanten. Steek de snijdraad (E) onder de aangegoten lip aan de onderkant. Snijd de ruit los aan de onderkant (van 1 naar 2). doe hetzelfde bij de aangegoten rand aan de bovenkant (van 3 naar 4). INBOUWEN Raadpleeg voor de voorbereiding en het lijmen Service Mededeling 560 A. 54-6

29 RUITEN 54 Ruit zijpaneel break E LET OP: de zijruit heeft een aangegoten rand. Deze lijst wordt niet afzonderlijk geleverd. Bij het uitbouwen-inbouwen, gaat u als volgt te werk, zodat dat aangegoten rand bij het lossnijden niet beschadigt. UITBOUWEN Na uitbouwen van: het zijstuk van de hoedenplank (hoofdstuk 71 G), de bekleding van de zijwand (hoofdstuk 71 I), het achterlicht, DOORSNIJDEN VAN DE LIJMSTROOK Steek de snijdraad (A) onder de aangegoten lip aan de onderkant. Doorsnijd de lijmstrook van (B) tot (C). bescherm de omgeving van de ruit met afplaktape. doorsteek de lijmstrook aan de onderkant achter met een gevlochten draad. BELANGRIJK: het steekgereedschap moet zo diep mogelijk vlak tegen de plaat naar binnen steken. Plaats het steungereedschap aan de binnenkant, en de trekhandgreep aan de buitenkant (twee personen). Voer de snijdraad onder de aangegoten lip van (C) naar (D), en doorsnijd daarna de lijmstrook. Houd de ruit aan de buitenkant tegen, en eindig het lossnijden van (D) naar (B). 54-7

30 RUITEN 54 Ruit zijpaneel break E INBOUWEN Let op de afmeting van de lijmstrook. Raadpleeg voor de voorbereiding en het lijmen Service Mededeling 560 A. 54-8

31 RUITEN 54 Uitzetbare achterruit break F UITBOUWEN Bouw uit: de beschermkap van de bevestiging van het derde remlicht (B), de sierlijst van de slotpen (C) Wip het toegangsluik los (A). Maak de stekker los van de achterruitverwarming. de twee bevestigingsschroeven van het derde remlicht (D). Wip deze los bij (E). Maak de kabelbundel los. 54-9

32 RUITEN 54 Uitzetbare achterruit break F Bouw uit: de twee bevestigingsschroeven op de spoiler (F), Met een schroevendraaiertje drukt u de pootjes van het bevestigingsklemmetje opzij, zonder dat dit geheel naar buiten komt. de ruitenwisserarm achter. Maak de gasveren van de achterklep los (bij de ruit). (Met twee personen) Maak de bedrading vrij van het mistlicht (G). Bouw uit: de vier bevestigingsschroeven van de uitzetbare achterruit (H), de ruit

33 155 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper voor A UITBOUWEN Bouw uit: de drie schroeven en het onderste bevestigingklemmetje (A) van de bescherming in het voorscherm, de bouten van de beschermplaat (B) (M6 kop 10) de schroeven (C) (Torx T20), de klemmetjes (D) en maak de bescherming in het scherm gedeeltelijk vrij. 55-1

34 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper voor A Sluit de voeding van de koplampsproeiers (G) aan (indien aanwezig). Breng de schildbumper voor de dwarsbalk, en laat de geleideplaten samenvallen met de richtdelen (H). Maak de stekkers (E) los van de mistlichten voor (indien aanwezig). Verwijder de twee bevestigingsbouten aan de zijkant (F). Maak de schildbumper gedeeltelijk vrij, maak de voeding van de koplampsproeiers (G) los (indien aanwezig). Bouw de schildbumper uit (twee personen). INBOUWEN (TWEE PERSONEN) Controleer het vastklemmen tussen het richtklemmetje van het scherm en de schildbumper. AANPASSEN VAN HET NIEUWE ONDERDEEL VOOR DE MONTAGE VAN DE KOPLAMPSPROEIERS N.B.: als de auto koplampsproeiers heeft moeten gaten worden geboord in de schildbumper Maak de gaten die voorgemarkeerd zijn (aan de binnenkant van de schildbumper). 55-2

35 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper voor A UITBOUWEN van het afdekplaatje van de koplampsproeier Loswippen bij (I). UITBOUWEN van de koplampsproeier Druk de sproeier met de hand omhoog, en wip de sierlijst los bij (J). Verwijder de twee bevestigingsschroeven (K) Maak de slang los, en maak het onderdeel vrij. 55-3

36 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper achter B UITBOUWEN Na uitbouwen van de achterlichten, de drie bevestigingsklemmetjes aan de onderkant (B) (plastirivet), de schroeven (C) (Torx T 20), uitbouwen: de bovenste bevestigingsschroeven (A) (Torx T 20), 55-4

37 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper achter B INBOUWEN (TWEE PERSONEN) Breng vullende kit (bestelnummer ) aan rondom de bovenste bevestigingen (F). de twee schroeven aan de zijkant (D) (Torx T 20), Controleer het vastzitten van het stootblok. de bevestigingsklemmetjes aan de zijkant (E) (plastirivet). Maak de schildbumper vrij van de bescherming in het zijscherm. Maak de voedingsstekker los van de kentekenplaatverlichting en van de parkeerhulp (indien aanwezig). Trek de schildbumper naar achter om hem uit te bouwen (twee personen). 55-5

38 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper achter break C UITBOUWEN Verwijder de drie bevestigingsschroeven van de achterlichten (A). Bouw uit: de twee bevestigingsschroeven (B), Maak de stekkers los, en verwijder de lichten. 55-6

39 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper achter break C de twee bevestigingsklemmetjes (C) (plastirivet), de bevestigingsschroef van de bescherming van het zijscherm (F) (Torx T 20), de bevestigingsklemmetjes aan de zijkant (G) (plastirivet). Maak de schildbumper vrij van de bescherming in het zijscherm. Maak de voedingsstekker los van de kentekenplaatverlichting en van de parkeerhulp (indien aanwezig). Trek de schildbumper naar achter om hem uit te bouwen (twee personen). de drie onderste bevestigingen (D) (plastirivet), de schroeven (E) (Torx T 20), 55-7

40 BESCHERMING BUITENKANT 55 Schildbumper achter break C INBOUWEN (twee personen) Breng vullende kit (bestelnummer ) aan rondom de bovenste bevestigingen (H). BELANGRIJK: begin het vastzetten van het achterlicht met de schroef aan de binnenkant (A). 55-8

41 BESCHERMING BUITENKANT 55 Flankbeschermstrips D UITBOUWEN beschermstrip voorportier Verwijder de dop, druk daarna met een schroevendraaier (Torx T 30) op de nok (A). Schuif de strip naar de achterkant van de auto. UITBOUWEN BESCHERMSTRIP ACHTERPORTIER De dop en de toegangsgaten (naar nok A) zijn aan de voorzijde van het achterportier. Schuif de strip naar de voorkant van de auto. Verwijder het lampje op het portier met een schroevendraaiertje. Maak de stekker los. 55-9

42 BESCHERMING BUITENKANT 55 Grille E UITBOUWEN Verwijder de vier bevestigingsklemmetjes (A) (plastirivets). Gebruik een ringsleutel (van 17) als hefboom op het middelste klemmetje zodat de radiateurgrille naar boven vrijkomt

43 BESCHERMING BUITENKANT 55 Roosters onder de voorruit F UITBOUWEN van het rooster links Na uitbouwen van de ruitenwisserarmen (gereedschap Elé. 1552), uitbouwen: de afdichting van de schutbordkast (A), de drie klemmetjes (B) (plasti-rivets). Maak het rooster vrij bij 1, daarna bij 2. Doe hetzelfde bij het rooster rechts

44 BESCHERMING BUITENKANT 55 Roosters onder de voorruit F INBOUWEN Controleer de juiste stand van de luchtgeleider van het rooster (C). Schuif het rooster op de pen van het zijscherm (D), en plaats het vervolgens terug, tegengesteld aan de beweging bij het uitbouwen Doe hetzelfde bij het rooster links. N.B.: plaats de ruitenwisserarmen op de merktekens van de voorruit (E). Aantrekkoppel van de armen (12 Nm ± 15%) 55-12

45 BESCHERMING BUITENKANT 55 Sierlijst onder achterklep break G UITBOUWEN Verwijder de middelste bevestigingsschroef (A) (Torx T 20). Steek het gereedschap voor het uitbouwen van spiegels (Car. 1363) tussen de achterklep en de sierlijst. Gebruik dit als hefboom bij (1). Verwijder de sierlijst bij (2)

46 156 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Achterspoiler A INBOUWEN UITBOUWEN Breng vullende kit (bestelnummer ) aan rondom het gat van het bevestigingsklemmetje (B). BIJZONDERHEDEN VAN HET ONDERDEEL UIT HET MAGAZIJN De achterklep uit het magazijn heeft merktekens (A) met een centerpunt in het midden van de merktekens, en moeten worden ingeboord 9.2 (via de binnenkant van de achterklep). Na het boren, fosfaterende primer aanbrengen (bestelnummer ) met reactieve verdunner (bestelnummer ) Bij het vervangen van de achterklep, moet het bevestigingsklemmetje (B) op de spoiler worden doorgeknipt. Bouw uit: de vier bevestigingsbouten (A) (M6 kop 10), het element. 56-1

47 156 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Achterspoiler B UITBOUWEN Na uitbouwen van de uitzetbare achterruit (hoofdstuk 54E), B A bouw uit: de ruitensproeierslang (A), de twee bevestigingsbouten (B). Maak het element vrij. 56-2

48 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Buitenspiegel C UITBOUWEN (MET HET GEREEDSCHAP CAR. 1363) Verwijder de binnenste kap (A), vastgezet bij (B). Maak de stekker los (C). Bouw de drie schroeven (D) uit. Maak de spiegel vrij met zijn afdichtschuimplastic. INBOUWEN Controleer, voor het monteren, de aanwezigheid van de stekker op de spiegel. 56-3

49 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Buitenspiegelglas D UITBOUWEN VAN ANTIVERBLINDINGSSPIEGELS UITBOUWEN Met het gereedschap voor het uitbouwen van de handgrepen Car met een dwarse beweging de pen losdrukken (A). INBOUWEN Sluit de verschillende stekkers aan. Breng het glas op zijn plaats bij (B). Druk het glas met de hand vast, en vergrendel het bij (A). Schuif het gereedschap Car.1363 tussen de spiegel en het glas. Steun op de rand van de kap van de buitenspiegel om het glas los te drukken zoals hierboven is aangegeven. 56-4

50 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Buitenste sierlijst portierstijl voor E UITBOUWEN Steek een plamuurmes (stomp) tussen de portierstijl en de sierlijst. Maak met een föhn de lijm los van de sierlijst bij (1). 56-5

51 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Buitenste sierlijst portierstijl achter F UITBOUWEN Verwijder het bevestigingsklemmetje van de lijst (A) van de voorste portierstijl. Steek een plamuurmes (stomp) tussen de portierstijlen en de sierlijsten (1). Maak met een föhn de lijm los van de sierlijst bij (1) en maak hem vrij bij (2). 56-6

52 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Sierlijst regengoot break G UITBOUWEN Met het gereedschap voor het uitbouwen van de handgrepen (Car. 1597), aan het eind beschermd met afplaktape, de sierlijst (A) loswippen, te beginnen aan de achterkant. 56-7

53 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Dakrails H UITBOUWEN de bevestigingsbouten (A), daarna (B), de dakrails. Met het gereedschap Car (aan het eind beschermd met afplaktape), uitbouwen: de afdekkapjes van de bevestiging voor en achter, Draai de achterste bevestigingen van de hemelbekleding achter los. Verwijder: (hoofdstuk 71) de bekledingen van de zijwand achter, de handgrepen achter en voor, de bekledingen aan de bovenkant van de middenstijl. 56-8

54 ACCESSOIRES BUITENKANT 56 Dakrails H Druk de hemelbekleding zover mogelijk weg zonder deze te beschadigen. Verwijder de bevestigingsmoer van de middelste steun. 56-9

55 157 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Middenconsole A UITBOUWEN N.B.: de selecteurhendel van de automatische transmissie kan worden verplaatst door te drukken op de ervoor geplaatste knop (C). Maak los: de stofhoezen van de versnellingshendel en van de handremhendel, de plaat aan de bovenkant van de console (1) en (2) (gereedschap Car aan het eind beschermd met afplaktape). Maak de stekkers los (aansteker, alarmknipperlicht, portiervergrendeling afhankelijk van de uitrusting). Zet de voorstoelen zo ver mogelijk naar voren. Verwijder de twee bevestigingsschroeven (B) (Torx T 20). Maak de middenconsole vrij (1), daarna (2). Verwijder de twee bevestigingsschroeven (A) (Torx T 20). 57-1

56 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B BELANGRIJK: Werkzaamheden aan de systemen van de airbags en de gordelspanners mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel. LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar. Met het gereedschap Car (aan het eind beschermd met afplaktape), Bouw uit: de RENAULT-kaartlezer bij (1), N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbags worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld. Zet de voorstoelen naar voren zodat u de bevestigingsschroeven van de middenconsole kunt verwijderen. de schroeven van de console aan het dashboard (2), Zet de stoelen zo ver mogelijk naar achteren. Maak de massakabel van de accu los. de console (hoofdstuk 57 A). 57-2

57 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Verwijder (afhankelijk van de uitvoering) (gereedschap Ms 1373): de autoradio, de centrale communicatie eenheid, Maak het bedieningspaneel vrij. Wip de kabels los. Maak de stekkers los. Verwijder de bevestigingsschroef van het dashboard (B). het bedieningspaneel van de airconditioning. Met het gereedschap Car (aan het eind beschermd met afplaktape), de twee kappen verwijderen aan weerskanten van het scherm, daarna de twee bevestigingsschroeven (C). BIJZONDERHEDEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE ONGEREGELDE AIRCONDITIONING Bouw uit: de sierlijst van het bedieningspaneel, de bevestigingsbouten (A). 57-3

58 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Wip het carminatscherm los bij (D). Voor de uitvoering (apart display van de autoradio) (geen bevestigingsschroeven): Wip het display los bij (D) Maak de stekkers los. Bouw uit: de bevestigingsschroef van de binnenste afdekplaat van het dashboardkastje, de verlichting van het dashboardkastje en let daarbij op de de contactvingers (F), de verlichting onder het dashboard. Met een kleine schroevendraaier: Verwijder de zonnesensor (E). Maak de stekker los. Gebruik een ringsleutel van 13 mm om het bevestigingsklemmetje van de airbag op de balk te vergrendelen of verwijder de bevestigingsschroef (afhankelijk van de uitvoering). 57-4

59 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Maak de stekker los van de dashboardairbag. Maak de stekkers van de airbag in het stuurwiel (G), en de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar (H) los (afhankelijk van de uitvoering). Bouw uit: de stuurwielbout, het stuurwiel in de rechtuit stand, de onderste kap van de stuurkolom twee schroeven (Torx T20). Wip de airbag in het stuurwiel los. 57-5

60 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B LET OP: de bekleding van de kap van het instrumentenpaneel en de bovenste kap van de stuurkolom zijn verbonden met elkaar via een strook leer die met lijm en klemmetjes vastzit. Voor het uitbouwen van het geheel kunnen de delen aan elkaar vast blijven. Met het gereedschap Car (aan het eind beschermd met afplaktape), Verwijder het schakelaarhuis. Maak de stekkers los (afhankelijk van de uitvoering). Maak de stekkers van de stuurkolomschakelaars (ruitenwisser, radiobediening en verlichting) los en de stekkers van de draaibare doorvoer (airbag en snelheidsregelaar). Wip de bekleding los van de kap van het instrumentenpaneel met de bovenste kap van de stuurkolom. 57-6

61 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Verwijder de bevestigingsschroef van het instrumentenpaneel (K). Maak de twee pennen vrij aan de bovenkant (L). Voordat u de draaiende doorvoer uitbouwt, noteert u de stand: met de wielen rechtuit staand, controleer of het merkteken "O" van de draaibare doorvoer bij het merkteken staat. Maak de stekkers los. Maak het instrumentenpaneel vrij. Verwijder de bevestigingsschroef van het dashboard. druk tegen de draaibare doorvoer (I). Draai de bevestigingsschroef los (J). Maak het bedieningspaneel vrij. 57-7

62 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Schuif de bekleding (2) en houdt daarbij de bevestigingsklemmetjes tegen. Wip de kappen aan de zijkant van het dashboard los. Bouw uit: de bouten aan de zijkant (M), de zonnekleppen (hoofdstuk 71 N). Verwijder het dashboard, door het los te maken van de klemmetjes aan de bovenkant aan de zijkant. INBOUWEN Verwijder gedeeltelijk de voorportierrubbers. Wip de bekleding los aan de bovenkant (1). 57-8

63 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B Voor het monteren van het dashboard, plaatst u de bedrading van de tweeters, van het display en van de zonnesensor. Voor het monteren: Controleer of de wielen nog rechtuit staan. Controleer de stand van de draaibare doorvoer door te controleren of het merkteken "O" van de draaibare doorvoer bij het merkteken staat. BIJZONDERHEDEN VAN HET STUURWIEL BELANGRIJK: het stuurwiel past maar op een manier op de spiebanen. Het stuurwiel moet vrij over de spiebanen kunnen bewegen. Let op dat ze niet beschadigen Sluit de kabel aan van de dashboardairbag. Bijzonderheden van de draaibare doorvoer BELANGRIJK: Vervang na iedere demontage de stuurwielbout en zet hem vast met een aantrekkoppel van 4,4 dan.m. 57-9

64 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Dashboard B BIJZONDERHEDEN VAN DE AIRBAG BELANGRIJK: Voordat u de airbag aansluit moet u de werking van het systeem controleren: controleer of het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt bij het aanzetten van het contact (rekeneenheid ontgrendeld) sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de iedere airbag en controleer of het lampje dooft zet het contact af, sluit de airbag aan in plaats van de loze ontstekers en monteer het in het stuurwiel zet het contact aan, controleer of het lampje 3 secondes oplicht en vervolgens uit gaat en uit blijft. Als het lampje niet dooft, raadpleeg dan hoofdstuk "storing zoeken". LET OP: als u zich niet houdt aan deze voorschriften bestaat het gevaar dat de systemen niet goed werken en dat de airbag voortijdig afgaat. Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag

65 ACCESSOIRES INTERIEUR ONDER 57 Opbergruimte onder voorstoel B UITBOUWEN Na uitbouwen van de stoel (hoofdstuk 75 A), wip de twee borgingen los. Maak de opbergruimte vrij

66 158 ACCESSOIRES INTERIEUR BOVEN 58 Handgreep en brilhouder A UITBOUWEN Uitbouwgereedschap (Car. 1597). Wip met het speciale gereedschap de twee bevestigingspennen (A) los, (zij steken een centimeter uit), en bouw het onderdeel uit door het met de hand omhoog te trekken. 58-1

67 259 VEILIGHEIDSORGANEN INTERIEUR 59 Autogordel voor A AANTREKKOPPELS (in dan.m) Bovenste bevestiging (A) 21 Hoogte-afstelling (B) 21 Onderste bevestiging (C) 21 Bevestiging gordelspanner (D)

68 VEILIGHEIDSORGANEN INTERIEUR 59 Autogordel achter B AANTREKKOPPELS (in dan.m) Bovenste bevestiging (A) 21 Hoogte-afstelling (B) 21 Onderste bevestiging oprolmechanisme (C) 21 Onderste bevestiging (D) 44 Onderste bevestiging (E)

69 VEILIGHEIDSORGANEN INTERIEUR 59 Autogordel achterstoel 2/3 C UITBOUWEN Bouw de rugleuning van de stoel uit (hoofdstuk 76 A). AANTREKKOPPEL (in dan.m) Maak de ritssluiting open. Bevestigingsschroef (A) 44 Bouw uit: de bevestigingsschroef van de gordel (A) (Torx T 50), de twee sierlijsten (B). Maak de gordel vrij van de bovenste geleider, via de hiervoor bestemde gleuf. Maak de gordel geheel vrij door hem tussen het frame en het schuimplastic te voeren. 59-3