Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Transcriptie

1 Correctievoorschrift eamen VMBO-KB 2003 tijdvak 2 ZORG EN WELZIJN-BREED CSE KB c

2 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 REGELS VOOR DE BEOORDELING Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindeamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal eamen vastgesteld (CEVO van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindeamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een eemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het eamen toekomen aan de eaminator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De eaminator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de eaminator ontvangen stukken met een eemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De eaminator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal eamen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 ALGEMENE REGELS Voor de beoordeling van het eamenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVO-regeling van toepassing: 1 De eaminator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de eaminator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2,.., n, waarbij n het maimaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maimaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maimaal het gevraagde aantal; c 2

3 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan een antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. 5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 7 Indien de eaminator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het eamen rekening gehouden. 8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 9 Het cijfer voor het centraal eamen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal eamen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Voor de beroepsgerichte programma s in de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte en de gemengde leerweg en voor de algemene vakken in de basisberoepsgerichte leerweg in het jaar 2003 en mogelijk latere jaren: De directeur stelt het cijfer voor het centraal eamen vast op basis van de door het bevoegd gezag gegeven regels. 3 VAKSPECIFIEKE REGELS Voor dit centraal schriftelijk eamen Zorg en Welzijn-Breed KB kunnen maimaal 77 scorepunten worden behaald c 3

4 4 BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. Vraag Antwoord Scores ZORG EN WELZIJN 1 maimumscore 2 Levensfase de baby de peuter de kleuter het schoolkind de puber de volwassene de oudere Leeftijd 0 tot 1 jaar 1 tot 4 jaar 4 tot 6 jaar 6 tot 12 jaar levensfasen in de juiste volgorde 1 leeftijden juist ingevuld 1 2 maimumscore 3 doelgroep beroep opvang/woonvorm hulpverlenende instantie ouders met jonge kraamverzorgende crèche consultatiebureau kinderen ouderen bejaardenverzorgende aanleunwoning tafeltje-dek-je zieken die thuis ziekenverzorgende eigen woning thuiszorg verblijven allochtonen facilitair medewerker AZC (asielzoekerscentrum) bureau meldpunt discriminatie vier doelgroepen juist ingevuld 3 drie doelgroepen juist ingevuld 2 twee doelgroepen juist ingevuld 1 één of minder doelgroepen juist ingevuld 0 3 maimumscore 2 Twee van de volgende kenmerkende verschillen: het aantal te verzorgen mensen de manier waarop het werk wordt georganiseerd en uitgevoerd de beschikbare apparatuur per correct kenmerkend verschil 1 4 maimumscore 1 Het betekent dat Nadia met mensen uit verschillende culturen te maken krijgt. Als verzorgende moet zij met wensen en gewoontes uit deze verschillende culturen rekening houden. * c 4

5 5 maimumscore 2 Drie van de volgende voorbeelden: wijkverpleging kraamzorg gezinsverzorging uitleen van materiaal bij ziekte en/of handicap drie voorbeelden juist 2 twee voorbeelden juist 1 minder dan twee voorbeelden juist 0 6 maimumscore 1 Vier van de volgende activiteiten vier activiteiten juist 1 minder dan vier activiteiten juist 0 STAGE OP EEN KINDERDAGVERBLIJF 7 A 8 B 9 A 10 maimumscore 1 Het haar vasthouden tussen de hoofdhuid en de kam of borstel. 11 maimumscore 1 Eén antwoord, bijvoorbeeld: door het haar in een staartje doen door het vastzetten van het haar 12 maimumscore 2 bewegingsspel: Het kind oefent met zijn lichaam en leert zijn lichaam beheersen. Dit kan met en zonder speelgoed, bijvoorbeeld huppelen of steppen. 13 B 14 C fantasiespel: Het kind doet handelingen na van mensen uit zijn omgeving, deze handelingen gebruikt hij op zijn eigen manier in zijn spel. Bijvoorbeeld doktertje spelen, koken op een speelgoedfornuis, een poppenkastspel. voorbeeld bewegingsspel juist 1 voorbeeld fantasiespel juist c 5

6 15 maimumscore 2 Twee manieren, bijvoorbeeld: Door direct contact, en door indirect contact via jassen, sjaals, mutsen en kammen. Eventueel andere door de corrector als juist te beoordelen antwoorden. per correct antwoord 1 16 maimumscore 1 Iemand krijgt geen luizen omdat hij vies is. Luizen hebben zelfs een voorkeur voor schoon haar. 17 maimumscore 2 Twee activiteiten: het haar met een speciale lotion behandelen het haar met een stof- of luizenkam kammen per juiste activiteit 1 18 maimumscore 2 Drie van de volgende punten: de versheid van de producten de hoeveelheid / klopt dat met bestelling de houdbaarheidsdatum zijn er producten beschadigd klopt de rekening drie punten juist 2 twee punten juist 1 minder dan twee punten juist 0 19 maimumscore 1 De fifo-methode (first in first out) STAGE IN DE THUISZORG 20 B 21 maimumscore 2 Vier van de volgende voordelen: bevat antistoffen tegen ziektes het is kosteloos temperatuur is altijd juist altijd bij de hand de baby krijgt nooit te veel er is lichamelijk contact de zuigbehoefte wordt beter bevredigd, het kind moet namelijk harder zuigen 22 C vier voordelen juist 2 drie voordelen juist 1 minder dan drie voordelen juist c 6

7 23 maimumscore 1 De baby heeft de zuigrefle nodig om te kunnen drinken. 24 maimumscore 2 Drie van de volgende refleen: zoekrefle grijprefle schrikrefle looprefle 25 A drie refleen juist 2 twee refleen juist 1 minder dan twee refleen juist 0 26 maimumscore 1 Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen of Activiteiten van het Dagelijks Leven 27 maimumscore 1 Een van de volgende taken: het geven van inentingen het volgen van de groei en ontwikkeling van het kind HET VERZORGINGSHUIS 28 maimumscore 1 non-profit organisatie 29 maimumscore 2 Sandra Moniek autoritair democratisch laisser-faire X X per juist ingevulde opvoedingsmethode 1 30 maimumscore 1 beschrijving Gebruik op gladde vloer die tegen water bestand is. Alleen te gebruiken als de vloer erg vuil is. Brede zwabber die alle kanten op kan zwenken. Na gebruik wordt de doek om de zwabber verwijderd. Handig om mee te zuigen in ruimten waar veel spullen staan of in een trappenhuis. Wordt gebruikt voor het dweilen van vloeren, dit wordt moppen genoemd. materiaal schrobmachine stofwisser rugstofzuiger rolemmercombinatie van vier materialen het juiste gebruik aangegeven 1 van minder dan vier materialen het juiste gebruik aangegeven c 7

8 31 maimumscore 1 irriterend 32 maimumscore 1 Wordt gebruikt bij het wassen van de handen op de ziekenafdeling het aanbrengen van een beschermende laag op de vloer het losmaken van aangekoekt vuil schoonmaakmiddel ontsmettingsmiddel onderhoudsmiddel reinigingsmiddel van drie schoonmaakmiddelen juist aangegeven waarvoor het wordt gebruikt 1 van minder dan drie schoonmaakmiddelen juist aangegeven waarvoor het wordt gebruikt 0 33 maimumscore 1 Vier materialen, bijvoorbeeld: reinigingsmiddelen, emmers, vuilniszak, stoffer en blik, werkdoeken, stofwisapparaat, stofdoek, trekker, spons en zeem vier juiste materialen genoemd 1 minder dan vier juiste materialen genoemd 0 34 maimumscore 1 Een steamer is een oven waarin gerechten zoals groenten en rijst onder druk gestoomd en gaar gemaakt worden. 35 maimumscore 1 arbeidsomstandigheden 36 B 37 maimumscore 1 aanleunwoningen PRAKTIJKOPDRACHT VOEDING 38 maimumscore 2 Vijf van de volgende punten: het jaargetijde de versheid van de producten de gelegenheid dieet, geloof, levensovertuiging het budget beschikbare keukenapparatuur hun eigen vaardigheden de beschikbare tijd resten van eerdere maaltijden 39 A vijf punten juist 2 vier punten juist 1 minder dan vier punten juist c 8

9 40 A 41 maimumscore A 43 maimumscore 1 Recept voor 20 personen omgerekend: - 25 deciliter melk - 10 stukjes citroenschil gram griesmeel gram suiker 44 B 45 maimumscore 2 voedingsmiddel wel niet eieren schnitzel melk spek kaas tahoe zes kruisjes juist geplaatst 2 vijf of vier kruisjes juist geplaatst 1 minder dan vier kruisjes juist geplaatst 0 46 maimumscore 2 47 A activiteiten 1 groenten zo kort mogelijk voor de bereiding snijden X 2 groenten lang voor de bereiding snijden 3 groenten niet te klein snijden X 4 groenten zo klein mogelijk snijden 5 groenten zo kort mogelijk laten koken X 6 groenten zo lang mogelijk laten koken 7 heel veel water gebruiken tijdens het koken 8 net voldoende water gebruiken X 9 koken op gas in plaats van elektra 10 koken op elektra in plaats van gas 11 na het koken het kookwater snel afgieten X 12 na het koken de groenten in het kookwater laten staan 13 groenten na het koken meteen opdienen X zes kruisjes juist geplaatst 2 vijf kruisjes juist geplaatst 1 minder dan vijf kruisjes juist geplaatst c 9

10 DE FACILITAIRE DIENST 48 maimumscore 2 Vier van de volgende vragen: Wat zijn de werktijden? In welke dienst(en) ga ik stage lopen? Wat worden mijn werkzaamheden? Wat mag ik wel / niet doen? Wat wordt er van mij verwacht? Wie is mijn stagebegeleider? Wanneer heb ik stagebegeleidingsgesprekken? Hoeveel mensen werken er in de facilitaire dienst? Wat is de dagindeling? Eventueel andere door de corrector als juist te beoordelen vragen die redelijkerwijs geschikt zijn voor een kennismakingsgesprek. vier geschikte vragen 2 drie geschikte vragen 1 minder dan drie geschikte vragen 0 49 maimumscore 1 Juiste volgorde: stappen volgorde het afwassen 7 de opslag van de producten 3 het bereiden van de producten 4 het opstellen van het menuplan 1 het portioneren 5 het schoonmaken van de materialen in de keuken 8 het serveren 6 de inkoop van de producten 2 50 maimumscore 1 Om te voorkomen dat mensen ziek worden door voedselvergiftiging of voedselinfectie. 51 C 52 maimumscore 2 Drie van de volgende diensten: de linnendienst de bewaking en beveiliging de technische dienst de receptie de logistiek het magazijnbeheer de voedingsdienst Eventueel andere door de corrector als juist te beoordelen dienst. drie diensten juist genoemd 2 twee diensten juist genoemd 1 minder dan twee diensten juist genoemd 0 53 A c 10

11 STAGE IN DE KAPSALON 54 maimumscore 1 Links- en rechtshandig föhnen is van belang om naast de klant te kunnen werken. 55 maimumscore 1 in de rechterhand 56 A 57 maimumscore 1 Eén antwoord, bijvoorbeeld: om overzicht te krijgen om overzichtelijk te kunnen werken 58 maimumscore 1 De passée moet even groot zijn als de wikkel. 59 maimumscore 1 Om verschil in krulvorming te voorkomen. 60 maimumscore 1 vloeistof contrastvloeistof ontwikkelvloeistof permanentvloeistof stabilisatievloeistof X X c* 11