I. BASIC FIVE DRIBBEL

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "I. BASIC FIVE DRIBBEL"

Gerda Christiaens
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Artikel 39 Overzicht dribbelen op de plaats Het met de bal pielen of zoals Jan Janbroers het vroeger noemde vrij fröbelen heeft een enorme meerwaarde. Onder het motto één worden met de bal kan hier de basis voor grote technische vooruitgang worden gecreëerd. Dribbelen is een onlosmakelijk onderdeel van al het gepingel met de bal en bovendien een bijzonder geschikt element om een (jeugd)training mee te starten. Het einddoel van dat gestuiter is uiteraard balvaardigheid om te zetten in openingen kunnen creëren in de wedstrijd. In een warming up zijn er legio dribbelvormen denkbaar. Binnen de (eenmaal gekozen) organisatie kan er worden gevarieerd middels: het hanteren van materiaal, door bijvoorbeeld elke speler met één of meerdere ballen te laten werken, maar ook met een basketball en een tennisbal om maar wat geks te noemen (fantastisch middel voor verbeterde vision skills); verschillende houdingen waarin wordt gedribbeld te leren aannemen en aanpassen; van oppervlak waarop of waartegen wordt gedribbeld te wisselen, bijvoorbeeld ook tegen de muur; de aard van beweging te wijzigen, zoals van statisch naar meer dynamisch, of door gelijktijdig met stutter steps te dribbelen; technische aspecten te variëren, zoals de hoogte, hardheid en snelheid per stuit en ook met open of gesloten ogen te stuiteren. Twee van de meest gebruikte basale oefenvormen zijn: Cirkel dribbel, dat wil zeggen elke speler in bezit van een bal; opstelling in wijde cirkel met één speler als model in het midden. De andere spelers volgen zijn voorbeeld. Dribbel van de plaats, dat wil zeggen nu wordt er in lijn of colonne vanaf de ene achterlijn naar de overzijde van het veld gedribbeld. In een vijftal stappen zal onderstaand dieper op het dribbelen worden ingegaan, zonder hierbij de aandacht te vestigen op de inzet van de actie of de dribbelstart. (Die komt apart aan de orde.) In de praktijk is het handig te beginnen met een logische en basale dribbelserie voor beginners die ook wel Basic Five wordt genoemd. I. BASIC FIVE DRIBBEL FINGERTIPS SIDE-TO- SIDE PUSH-AND- PULL HAND-TO- HAND VERBINDINGEN De onderdelen zijn: 1. Fingertips 2. Side-to-side 3. Push-and-pull 4. Hand-to-hand 5. Verbindingen onderdelen 1 t/m 4.

2 Bij het eerste onderdeel van de Basic Five - fingertips - wordt met een hele lage stuit of roffel de bal op één plek louter met de kussentjes van de vingertoppen (en het buitenste kwart van de duim) beroerd. De krachtsimpuls en sturing liggen héél subtiel. Fingertips ontwikkelt balgevoel. Bij de side-to-side dribbel wordt met het stuitpunt vlak voor de voet en de handzetting aan de zijkanten van de bal het speeltuig in een v-traject zijwaarts heen en weer gespeeld. Weer krachtsimpuls en sturing vanuit de vingers met inzet van de snel kantelende pols van binnen naar buitenzijde van de bal en vice versa.. Het derde onderdeel (push-and-pull) lijkt op het tweede, slechts het stuitpunt en de hoek van de handzetting op de bal verschillen. Het stuitpunt is buiten en naast de voet en de handzetting nu voor en achter de bal, waardoor de bal voor en achterwaarts heen en weer wordt gestuurd. Hand-to-hand spreekt voor zich. De bal wordt ook weer in een v-traject met het stuitpunt vlak voor de voeten van de ene hand naar de andere gespeeld. Kern is snelle controle met de ontvangende hand. De (kei)harde (wijd uitgevoerde) hand to hand dribbel wordt ook wel power dribbel genoemd. II. ROFFELEN Vast stuitpunt Wisselend stuitpunt Één hand Twee handen Om één been Om twee benen Om twee gesloten benen Staand figure eight Op één knie figure eight Het zogenaamde roffelen betreft een stuitertechniek met een bijzonder korte lage lage stuit (vluchtfase) en een extreem snelle beroering van de bal met de vingertoppen (contactfase), waarbij de grotere pols en ellebooggewrichten wel spanning leveren, maar de vingertoppen het tempo van de roffel bepalen. Balgevoel wordt sterk door roffelen gestimuleerd. In de balans tussen de bal noch te hard, noch te zacht tegemoet treden ligt de mogelijkheid snelheid en spanning bij het roffelen op te voeren. Houterigheid is hier uit den boze!

3 III. VOEREN Sec Insteken Fake crossover Pullback of fake reverse Om één been Om twee benen Voor in één hand Achter in één hand Voor in twee handen Achter in Het vermogen de bal in de contactfase te kunnen sturen naar of in een gewenste positie wordt in dit derde kader benadrukt. In het bovenstaand schema wordt gebruik gemaakt van de eigen onderste extremiteiten als natuurlijke obstakels. De speleregels verbieden het dragen of ook wel meenemen van de bal. Zaak is het gedurende de contactfase de handzetting snel en doeltreffend de beoogde aansturing te doen plaatsvinden. Insteken relateert aan de vaardigheid de bal om en langs de eigen extremiteiten te manoeuvreren. IV. ONGEBRUIKELIJK DRIBBELS Eén bal Twee ballen Andere lichaamshouding dan staand Spider Maravich slam Tennisbal en gewone bal Muur dribbel Twee basketballen Voor in Achter in Veel vormen: 1. gelijk op; 2. pistons; 3. twee keer s.t.s.; 4. twee keer p.a.p.; 5. wisselen van hand; 6. voeren; 7. een hoog, een laag; 8. bal wisselen om lijf;

4 Met een andere lichaamshouding dan staand wordt bijvoorbeeld liggend of zittend bedoeld. Spider dribbel en Maravich slam (vernoemd naar Pistol Pete Maravich) vereisen hoogwaardig balgevoel en skills. Met twee ballen stuiteren is een hoofdstuk apart, net als met één tennisbal en één basketball werken. Het opwerpen van de tennisbal maakt het onmogelijk ook gelijktijdig naar de basketball te kijken. V. PICK UP CONTROLE UIT DRIBBEL PLUS Fake shot + bevries in triple threat Fake pass + bevries in triple threat De bal vastpakken beëindigt het dribbelen. Da s logisch! Maar er is vastpakken en vastpakken. Een dribbel wordt volgens artikel van de Fiba spelregels beëindigd zodra de speler gelijktijdig met beide handen de bal raakt, of de bal in een van beide handen tot stilstand laat komen. Het laatste aspect plus het op verschillende manieren (leren) vastpakken van de bal uit de stuit zijn belangrijke technische aspecten. Vooral de vaardigheid in het uitgesteld vastpakken (volgens de regel is dit het beslissend moment voor inzet van het stap-stap) De benodigde tijd in relatie tot de mate van aansturing door één hand om de bal vervolgens met de andere vast te pakken en verder te controleren is bepalend voor het vermogen tempoverlies in te dammen. Snelle controle is altijd te prefereren boven langzame of trage controle. Juist in deze pick-up fase kan nog de nodige winst geboekt worden. Controle is cruciaal. Op de bal leren slaan met de dribbelhand en op de bal slaan met de niet-dribbelhand zijn voorbereidende vormen Er zijn legio spelletjes, waarin het dribbelen goed uit de verf komt. Zo zijn tikspelletjes uiterst geschikt om de skills in aanvallend en verdedigend opzicht te beoefenen. In dit overzicht kan verdere balvaardigheid op de plaats niet ontbreken. De technische stuit is altijd een voordeel! Dus..ten eerste: hard, én ten tweede: gecontroleerd. Fake crossover/ crossbetween the legs, vice versa. Fake- crossover/ cross between/ en twee keer behind the back, v.v. Cross between/ twee keer behind the back, v.v. Cross over/ cross between/ crossover/ cross behind Petrovic dribbel Winkelhaak (verbinding push-and-pull en side-to-side met één hand) Drie keer hand-to-hand/ cross betweren/ cross behind, v.v.

5 X aantal (kei) harde stuiten met de hand on top of the ball Waist circles/ ankle wraps (reverses) Rhytm drill (om 1 of 2 benen/ drop en 2 handen voor en switch.all the way around (voorlangs) buitenom en.drop. (Luister naar het ritme) Twee keer rechts/ twee keer links (cross between + bounce) JWJ

Vergelijkbare documenten

Belangrijke aandachtspunten: Steeds aandacht voor het zgn stap-stap in balans en wel binnenvoet-buitenvoet.

Belangrijke aandachtspunten: Steeds aandacht voor het zgn stap-stap in balans en wel binnenvoet-buitenvoet. Artikel 8 Fundamentals Thema s of fundamentals Wat zijn fundamentals? We onderscheiden een aantal basistechnieken in het basketball. Ze zijn doorgaans aan elkaar gerelateerd. In het onderwijzen van de