RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL HET KRUISPUNT

Transcriptie

1 RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL HET KRUISPUNT School : Basisschool Het Kruispunt Plaats : Amsterdam Zuidoost BRIN-nummer : 13HX Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 2 april 2009 Datum vaststelling rapport : 15 juni 2009

2 2

3 INHOUDSOPGAVE 1 ONDERZOEK BEVINDINGEN CONCLUSIE...11 BIJLAGE

4

5 1 ONDERZOEK Op 2 april 2009 heeft de inspectie Basisschool Het Kruispunt bezocht in het kader van het vierjaarlijks bezoek. Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren. In het kader van haar verplichting om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken, beoordeelt de inspectie scholen met een beperkte, vaste set van indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben in ieder geval betrekking op de kwaliteitszorg, de zorg en begeleiding, de resultaten, de ontwikkeling van leerlingen en enkele aspecten betreffende de naleving van de wet- en regelgeving, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt bij de eerstvolgende risicoanalyse. Deze analyse gaat vooraf aan de beslissing of het toezichtarrangement van de school eventueel aangepast dient te worden. In hoofdstuk 2 van dit rapport vermeldt de inspectie in algemene zin de sterke en minder sterke kanten van het onderwijs op Basisschool het kruispunt. Bij de aangeduide verbeterpunten is tevens een onderbouwing van deze constatering opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie over het vierjaarlijks onderzoek. Onderzoeksmethode vierjaarlijks bezoek Deze rapportage is gebaseerd op: De indicatoren uit het bestaande waarderingskader primair onderwijs van de inspectie. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; gesprekken met de directie en de intern begeleider(s)/zorgcoördinator(en) zijn gevoerd. 5

6

7 2 BEVINDINGEN 2.1 Vierjaarlijks bezoek In de bijlage van dit rapport treft u een overzicht van de bij dit onderzoek betrokken indicatoren aan, en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op Basisschool het Kruispunt de kwaliteit van het onderwijs voor een aantal onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier met name de onderdelen opbrengsten en kwaliteitszorg. Op een aantal belangrijke onderdelen echter, heeft de inspectie tekortkomingen geconstateerd. Het betreft hier met name de zorg en begeleiding. Positieve punten Sinds 2005 treden het Kruispunt en de nevenvestiging de Santenkraam als één school naar buiten. De directie en het team hebben zich ingespannen om dit in de dagelijkse praktijk echt gerealiseerd te krijgen. Dat de school hierin is geslaagd is onder meer te danken aan de wijze waarop de directie het ontwikkelproces heeft aangestuurd. De directie heeft zich ingespannen om de betrokkenheid van het team bij de ontwikkeltrajecten zo groot mogelijk te krijgen. Daarbij heeft ze de leraren duidelijkheid verschaft door prioriteiten te stellen en deze prioriteiten te vertalen in heldere jaarplannen, zodat iedereen wist waar hij aan toe was. Hierdoor is de school in staat geweest om de afgelopen periode een aantal verbeteringen door te voeren, waarvan de belangrijkste de invoering van het taalbeleidsplan is. Daarnaast heeft de school meer oog gekregen voor de kwaliteit van haar leerresultaten. Zij houdt deze nauwgezet in de gaten en onderneemt actie als resultaten tegenvallen. Een voorbeeld hiervan is de gerichte aanpak voor technisch lezen bij de huidige groep 4 en het verminderen van het aantal uitstapjes en activiteiten in de groepen 7 en 8 om meer effectieve leertijd over te houden voor de basisvaardigheden. Verbeterpunten Naast deze positief beoordeelde onderdelen, vraagt de inspectie aandacht voor een aantal onderdelen waarvan de kwaliteit verbetering behoeft. Deze worden hieronder toegelicht. 7

8 Opbrengsten De vele ontwikkelingen van de afgelopen jaren, hebben nog niet helemaal het gewenste effect op de leerresultaten op schoolniveau. Hoewel deze zowel op tussenmomenten als aan het eind van de schoolperiode voldoende zijn, kan tegelijkertijd opgemerkt worden dat de leerresultaten niet sterk zijn. De leerresultaten aan het eind van de schoolperiode liggen in het huidige en vorige schooljaar namelijk onder de ondergrens die de inspectie hanteert. De resultaten op tussenmomenten laten een wisselend beeld zien, maar ze zijn over het geheel genomen voldoende omdat de resultaten op drie van de vijf meetmomenten boven de ondergrens van de inspectie liggen. De aanpak voor technisch lezen resulteert in resultaten in de groepen 3 en 4 die op of boven de norm van de inspectie liggen. Dit geldt ook voor de opbrengsten voor begrijpend lezen in groep 6. De opbrengsten voor rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 liggen echter onder de ondergrens van de inspectie. Bovendien geldt dat de resultaten voor rekenen en wiskunde schoolbreed zwak. Leerlingenzorg De school maakt in het systeem van leerlingenzorg momenteel de omslag om de verantwoordelijkheid voor alle fasen in de zorg bij de leraar te leggen en om de intern begeleiders een ondersteunende en coachende rol toe te bedelen. Uit het onderzoek dat de inspectie heeft uitgevoerd, blijkt dat deze omslag wellicht te snel wordt doorgevoerd, hetgeen een aantal negatieve gevolgen heeft voor de zorg voor leerlingen. De signalering van leerproblemen is overeind gebleven, maar de overige stappen in de zorgcyclus (analyse, remediëring en evaluatie) zijn niet bij alle leraren in dezelfde mate terug te vinden. In groepsbesprekingen tussen leraar en intern begeleider wordt gezamenlijk bepaald voor welke leerling een handelingsplan nodig is. De kwaliteit van die handelingsplannen verschilt per leraar. Waar de ene leraar probeert het doel van het handelingsplan te koppelen aan een degelijke toetsanalyse, schrijft de ander slechts zeer globale doelen op. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop de school kan meten of de extra zorg voor de leerling het gewenste resultaat oplevert. Op veel afgeronde handelingsplannen ontbreekt dan ook een concrete evaluatie met eventuele vervolgstappen. Bovendien kunnen de leraren niet goed inzichtelijk maken wanneer zij de handelingsplannen uitvoeren. De kwaliteit, effectiviteit en uitvoering van de planmatige zorg staan daardoor onder druk. Opbrengsten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De school kent een fors aantal leerlingen dat maximaal de einddoelen van groep 7 behaalt voor tenminste één leergebied. De school signaleert mogelijke leerproblemen vroegtijdig en laat ook een extern onderzoek uitvoeren als zij meent dat een leerling de einddoelen van groep 8 niet kan halen. De school heeft voor deze leerlingen echter nog geen ontwikkelingsperspectief vastgesteld aan de hand waarvan zij de leerinhouden plant (op basis van afgeleide tussendoelen) en de ontwikkeling van de leerling volgt (in relatie tot het gestelde perspectief). De intern begeleiders hebben de eerste stappen gezet om een ontwikkelingsperspectief op te stellen maar de school kan op dit moment niet aantonen dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden. 8

9 Kwaliteitszorg Hoewel de school planmatig aan verbeteringen werkt aan de hand van concrete jaarplannen, leveren deze verbetertrajecten nog niet altijd het gewenste resultaat. Mogelijk is een aanscherping nodig van de wijze waarop de school haar onderwijs evalueert en borgt. De school heeft namelijk in haar kwaliteitsbeleid niet opgenomen hoe zij periodiek alle aspecten van haar onderwijs evalueert op een zo objectief mogelijke wijze. De directie vormt zich een mening over de kwaliteit van de doorgevoerde verbeteringen aan de hand van klassenbezoeken met vastgestelde kijkwijzers. De leraren worden bij deze evaluaties echter nog niet betrokken. Zij worden niet uitgenodigd om te reflecteren op hun eigen handelen aan de hand van een vooraf vastgestelde normering (wanneer vindt de school iets voldoende). Hierdoor mist de school waardevolle informatie om verbetertrajecten bij te sturen of aan te scherpen. Daarnaast is het systeem van borging zoals de school dat nu kent, niet voldoende om te garanderen dat de leraren werken volgens afspraak. De directie geeft aan zeer regelmatig klassenbezoeken uit te voeren waarna de resultaten in de bouwen worden besproken, maar deze klassenbezoeken dragen nog te weinig bij aan het borgen van gestelde afspraken. De verschillende wijze waarop de leraren de afspraken rondom zorg en begeleiding in de praktijk brengen, is hier een voorbeeld van. 9

10

11 3 CONCLUSIE De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op Kruispunt/Santenkraam op een aantal van de onderzochte onderdelen op orde is. Tegelijkertijd laat het onderzoek een aantal risico's en tekortkomingen zien. De risico's liggen bij de kwaliteit van de opbrengsten, zowel aan het eind van de schoolperiode als op tussenmomenten. Belangrijke tekortkomingen ziet de inspectie bij de zorg voor leerlingen, die niet van de grond is gekomen zoals de school dat voor ogen heeft. Door het ontbreken van periodieke evaluaties van de zorg en de borging van de afspraken op dit gebied, heeft de school deze tekortkomingen zelf te laat opgemerkt. Deze conclusie zal worden betrokken bij de eerstvolgende jaarlijkse risicoanalyse die voorafgaat aan de beslissing of het toezichtarrangement eventueel aangepast dient te worden. 11

12

13 BIJLAGE Overzicht indicatoren en bevindingen In de bevindingen wordt tot uitdrukking gebracht of de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij; 5. geen waardering. Dit oordeel wordt alleen toegekend indien de school zich niet kan verantwoorden met behulp van betrouwbare en valide opbrengstgegevens of, bij 13.2, geen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool Het Kruispunt Kwaliteitszorg De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Zorg en begeleiding, inclusief toetsinstrumenten De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat de effecten van de zorg na. Opbrengsten: resultaten van leerlingen en hun voortgang in de ontwikkeling De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13

14 Wet- en regelgeving W1 De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd. W2 De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd. W3 Het bestuur heeft het vastgestelde zorgplan aan de inspectie toegestuurd. W4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. ja nee 14