INFO. Nieuws. De keuze voor de militairen. Politiehervorming N 203. Federale Politie STATUUT CALOG: Nummer maart 2001

Transcriptie

1 Nummer maart 2001 N 203 Politiehervorming INFO Nieuws Dit infoblaadje werd op 29 maart 2001 naar alle eenheden doorgefaxt STATUUT CALOG: De keuze voor de militairen Wij bereiken weldra de beslissende datum voor de keuze van het statuut. Doel van dit Infonieuws is voor een laatste keer de militairen in dienst of de overgeplaatste militair te informeren, alvorens hen de keuze te laten tussen het oude en het nieuwe statuut. Op 14 maart 2001 heeft een vergadering met de verschillende, voor het militaire personeel representatieve vakorganisaties plaatsgehad. Hieronder geven wij een samenvatting van de voornaamste en essentiële elementen terzake: 1. De overgang naar het nieuwe statuut Federale Politie Directie interne relaties Verantwoordelijk uitgever: Eric Cobut Realisatie: Philippe Stratsaert Jocelyn Balcaen Drukkerij van de politie Meerdere gevallen kunnen zich voordoen: 1.1 Niets doen vóór 01 april 2001, waarna de overgang naar het nieuwe statuut automatisch gebeurt. 1.2 Na 01 april 2001 zullen enkel de overgeplaatste militairen die overgeplaatst gebleven zijn (en dus hun statuut hebben behouden) nog naar het nieuwe statuut kunnen overgaan (zie nota DGP/DPS-156). 1.3 De mobiliteit heeft automatisch de overgang naar het nieuwe statuut tot gevolg. Wettelijk depot N /D/2001/6901/000 1

2 Onder mobiliteit dient te worden verstaan iedere verandering van dienst en van overheid en dit in volgende gevallen: - Van een lokale zone naar het federaal niveau; - Van het federaal niveau naar een lokale zone; - Van een lokale zone naar een andere lokale zone. DGP is beslissingsoverheid voor de federale politie, zodat een mutatie binnen eenzelfde directie geen mobiliteit uitmaakt. Een verandering binnen éénzelfde lokale zone (interne mutatie) wordt ook niet beschouwd als mobiliteit. 1.4 De bevordering buiten de vlakke loopbaan (naar aanleiding van het slagen in een examen of het bekomen van een brevet) heeft als gevolg dat de militair van ambtswege onder het nieuwe statuut valt. 2. De inschaling De inschalingmechanismen werden in Infonieuws nr 186 van 22 januari 2001 uitvoerig toegelicht. Twee belangrijke veranderingen hebben zich evenwel voorgedaan: Ten eerste zal de inschalingsregel van de niveaus A en B ook van toepassing zijn voor de niveaus C en D, zodat het militair personeel ook volgens de Max/Max regel zal worden ingeschaald. 1. Binnen het niveau wordt de schaal gezocht waarvan het maximumbedrag net boven die ligt van de loonschaal van de betrokkene op Eens de schaal bepaald, wordt binnen deze nieuwe schaal het bedrag gezocht dat gelijk is aan of onmiddellijk hoger is dan het laatste loon van het oud statuut. Dit zal vanaf het nieuwe loon zijn. 3. Nochtans zal voor de statutairen de niveauanciënniteit moeten worden bepaald die de nieuwe schaalanciënniteit zal bepalen, waarin het tijdstip van de overgang naar de hogere schaal (in principe na 6 jaar) ook kan worden vastgelegd. Voor de vrijwilligers is de niveauanciënniteit gelijk aan de dienstanciënniteit vanaf 18-jarige leeftijd. De loonschaalanciënniteit stemt dus overeen met de niveauanciënniteit MIN 6 jaar voor de CLC's omdat deze worden ingeschaald in de tweede schaal - D2A en MIN 12 jaar voor de 1CC's gezien zij worden ingeschaald in de derde schaal - D3A. Na naargelang het geval, 6 of 12 jaar van hun anciënniteit te hebben ingeleverd, behouden de CLC en de CC nochtans voldoende anciënniteit om METEEN over te gaan naar de hogere schaal. Voorbeeld: een CC met 23 jaar anciënniteit wordt ingeschaald in D3A, met 23-12= 11 jaar anciënniteit. Omdat 11 hoger is dan 6 komt hij in D4A terecht. Voor de onderofficieren niet-b1 is de redenering identiek voor hun inschaling in het niveau C. Tweede aanpassing: de onderofficieren B1 niet bekleed met de graad van adjudant zullen worden ingeschaald in B1C en 10 jaar min het aantal dienstjaren sinds hun benoeming tot 1Sgt in deze schaal blijven. De adjudanten worden in B2C ingeschaald (geen aanpassing). De officieren worden in het niveau A ingeschaald zoals uiteengezet in het Infonieuws 186 (geen aanpassing). Teneinde elke militair de mogelijkheid te geven het vervolg van zijn baremische loopbaan te kennen, vindt u als bijlage per niveau de verschillende schalen. Deze beschrijven per jaar de financiële evolutie binnen de verschillende loonschalen. Het volstaat om zijn inschaling te berekenen, deze op de gepaste schaal over te zetten en, in functie van de anciënniteit, de evolutie van zijn loon te volgen tot het maximum op het einde van de loopbaan. Dit laat ook toe het bedrag van het pensioen 'nieuw statuut' te berekenen dat in punt 3 nader wordt toegelicht. 3. Berekening van het pensioen binnen het nieuwe statuut Voor de militairen houdt de keuze van het nieuwe statuut in dat de berekeningswijze van het pensioen verandert. Er moet aangestipt worden dat er een vrijwaringsclausule is die de militair die voor het nieuwe statuut kiest de mogelijkheid biedt op aanvraag met pensioen te gaan op de leeftijd die overeenstemt met deze van zijn militair pensioen en, indien hij het wenst, zijn loopbaan verder te zetten tot op het wettelijk bepaald maximum, d.w.z. 65 jaar. Met een belangrijk verschil moet nochtans rekening worden gehouden. Indien de militair op aanvraag 2

3 met pensioen gaat (tussen de leeftijd van zijn militair pensioen en 65 jaar), heeft dit tot gevolg dat hij zijn pensioen niet meer zal mogen cumuleren met andere onkosten, op straffe van opschorting van de uitkering van het pensioen zolang de op aanvraag gepensioneerde andere inkomsten boven een bepaald maximum ontvangt. De berekening van de pensioenen voor de militairen die naar het nieuwe statuut zijn overgegaan gebeurt als volgt: Het pensioen wordt berekend op basis van het gemiddelde van de vijf laatste jaren van de loopbaan. Het aantal werkjaren, uitgedrukt in zestigsten, moet worden bepaald. Eerst moet het aantal dienstjaren vanaf de leeftijd van 16 jaar worden opgeteld (desgevallend verminderd met eventuele dienstonderbrekingen). Het cijfer, uitgedrukt in 50sten, moet in 60sten worden uitgedrukt. Vervolgens moet het aantal jaren (nieuw statuut) uitgedrukt in 60sten worden bijgeteld, te beginnen vanaf Opgelet, want als de militair NA naar het nieuwe statuut overstapt, telt de periode tussen en het moment van de overstap naar het nieuwe statuut als jaren in het nieuwe statuut, t.t.z. in 60sten en NIET als jaren als militair. De formule voor de berekening van het brutobedrag van het pensioen wordt dus: Gemiddelde van de laatste 5 jaren X (aantal jaren als militair (60sten) + aantal jaren Nieuwe Statuut 60 Opmerking: het totaal van de jaren als Militair en de jaren in het nieuwe statuut mag niet hoger liggen dan 45 (Geen enkel staatspensioen mag 3/4 en dus 45/60ste overschrijden). Het personeelslid dat binnen de vijf jaar op pensioen gaat (dus ten laatste op ) MOET op voor het nieuwe statuut kiezen als hij of zij wil genieten van een bonus voor de berekening van het gemiddelde van de laatste vijf jaar (20% voor de vrijwilligers en de onderofficieren, 10% voor de officieren). Immers, in een dergelijk geval houdt het gemiddelde van de laatste 5 jaren gedeeltelijk rekening met een kleiner militair bedrag en gedeeltelijk met een hoger NS bedrag. Daar ligt de reden voor de bonus. 4.1 Algemene regel 4. De medische zorgen De militair die de overstap maakt naar het nieuwe statuut verliest het voordeel van de gratis medische verzorging zoals die is voorzien in het MAM- MOET-KB. Toch wordt er in het KB wel voorzien dat bepaalde leden van het CALOG die directe steun verlenen aan de operaties nog van dit systeem kunnen genieten. Over de notie directe steun bij operaties voor het CALOGpersoneel wordt momenteel met de vakbondsafvaardigingen onderhandeld. Het staat vast dat niet alle militairen kunnen worden opgenomen in de lijst van functies met een permanente operationele steun. We herinneren er ook aan dat de militairen in dienst EN de overgeplaatste militairen de gratis medische verzorging behouden De berekening van het ziektekrediet Het MAMMOET-KB werd via een technische correctie aanpast om deze regel inzake ziektekrediet ook op de militairen van toepassing te maken. Ingevolge de nota DGP/DPS van , wordt gevraagd om een keuze te maken tussen een van de volgende berekeningswijzen: Een krediet van 30 dagen per dienstjaar wordt voor iedereen voorzien (Voor de militairen gaat het hier wel degelijk om het aantal dienstjaren sinds ze militair zijn). Van dit totaal moet een aantal dagen worden afgetrokken, te weten: a) een forfait van 6 dagen per dienstjaar (met uitzondering van 1999 en 2000: effectief de dagen die werden genomen) b) het werkelijke aantal ziektedagen. Dit systeem geldt niet voor de militairen in dienst die voor het behoud van hun statuut als militair in dienst kiezen. 4.3 De hospitalisatieverzekering Een systeem van groepshospitalisatieverzekering zal worden voorzien om het verlies van de gratis medische verzorging ten dele op te vangen. Deze verzekering is toegankelijk voor alle leden van het CALOG. De toepassingsregels van deze zijn nog niet gekend, en worden pas later bepaald. Wat wel al vaststaat is dat de groepsverzekering niet verplicht zal zijn. Info Nieuws - N maart

4 Er wordt een deelname van de staat voorzien tot een bedrag van 50% van de premie als het lid van het CALOG de verzekering neemt. Er zal geen enkele premie worden uitbetaald aan het personeelslid dat elders een hospitalisatieverzekering neemt. 5. De nacht- en weekendtoelage en de uitbetaling van de overuren Volgende toelageregeling wordt voorzien voor alle CALOGpersoneel, met uitzondering van de militairen die ervoor kiezen in dienst te blijven: a) voor de overuren en de weekenduren: 1/1850ste van het jaarlijks geïndexeerd brutoloon = belastbaar bedrag b) voor de nachturen 1/1850ste van het geïndexeerd brutoloon X 26% = belastbaar bedrag Deze twee toelagen kunnen eventueel worden gecumuleerd als de nachturen tijdens het weekend worden gepresteerd. Als algemeen principe bij de overuren geldt dat ze moeten worden gerecupereerd. Toch kan de overheid beslissen om ze uit te betalen als ze van oordeel is dat het onmogelijk is om ze te laten recupereren. 6. De kledijpunten Vanaf zal elke militair die opteert voor het nieuwe statuut kunnen genieten van een jaarlijks brutoweddecomplement van BEF. De militair in dienst en de overgeplaatste militair die het oude statuut behoudt, bewaart het militair puntensysteem (dat een geldelijke vergoeding bij de Krijgsmacht zal worden). Voor wat betreft het saldo en de punten van begin dit jaar wordt momenteel met de Krijgsmacht een protocolakkoord voorbereid. 7. De overuren De periode voor de berekening van de uren voor de Ops eindigt op , waaronder de betaling van de niet-gerecupereerde uren. De referentiefax bevat geen richtlijnen voor de andere categorieën. De uren voor de militairen zullen niet worden betaald op Het is dus noodzakelijk dat de uren maximaal worden gerecupereerd of, indien dit niet mogelijk is, worden overgedragen. Men moet dus rekening houden met het feit dat enkel de uren, gepresteerd vanaf , aan de militairen worden betaald. 8. De bevordering Zoals beloofd zal de procedure voor bevordering zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Een aanvraag voor opening van plaatsen werd ingediend bij de IF. Vanaf het akkoord wordt de procedure gestart. Voor alle duidelijkheid : de procedure moet worden gestart vóór Dat betekent dat eenmaal de oproep aan de kandidaten is gelanceerd, de procedure als begonnen wordt beschouwd, zelfs als de studieperiode zich later afspeelt. Dit impliceert dat de Mil die slaagt voor zijn proeven en bevorderd wordt niet automatisch het nieuw statuut bekomt gezien het begin van de procedure vóór Besluit De keuze voor de overgang naar het nieuwe statuut of het behoud van het oude statuut is geen keuze zonder gevolgen. We willen er bij de militair de aandacht op vestigen dat hij de ENIGE is die kan kiezen voor zijn toekomst. De persoonlijke toestand van elke militair is UNIEK. Elke militair moet zijn persoonlijke toestand overwegen, de voor- en de nadelen afwegen en een balans opmaken die hem zal helpen bij zijn keuze voor de overgang naar het nieuwe statuut of het behoud van het oude statuut. De info over het pensioen werd u verstuurd in december Door middel van Infonieuwtjes werd u regelmatig op de hoogte gehouden van het nieuwe statuut. Gezien de officialisering van de nieuwe invoeging (Max Max voor de C en D en de B1C voor de B1 niet-adjudant) op , is het onmogelijk aan ieder afzonderlijk een simulatie van de invoeging te geven. In elk geval moet iedereen zich met de gegeven inlichtingen kunnen terugvinden in de hiernavermelde schalen.

5 A Info Nieuws - N maart

6 6 A

7 B Info Nieuws - N maart

8 8CD