VOLWASSENENONDERWIJS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOLWASSENENONDERWIJS"

Transcriptie

1 VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: modulair Studiegebied: Talen Opleiding: ENGELS Richtgraad: RG 3.2 Nummer GO 2004/602M (nieuw) Nummer Inspectie: 03-04/1208/N

2

3

4

5 Voor de aanmaak van dit leerplan Engels richtgraad 3.2 werd een netoverschrijdende commissie samengesteld. Deze bestond uit de volgende leden: Mevr. Andrea Michiels (Pedagogisch inspecteur/beleidscoördinator) Mevr. Hilde Dewaelheyns (CVO-Deurne) Mevr. Hilde Theuns (SCVO-Berchem) Mevr. Saskia Vangheluwe (CVO-ACE-Groep T) Mevr. Kristien Van Hoegaerden (CVO-ACE-Groep T) Mevr. Nele Vanholder (HITEK-Kortrijk) Mevr. Sylvie Vanrenterghem (CVO-Kortrijk-Menen-Tielt) Voorzitter Commissielid Commissielid Commissielid Commissielid Commissielid Commissielid Richtgraad 3.2 1

6 Richtgraad Situering Beginsituatie Doelstellingen Algemene doelstellingen Leerplandoelstellingen Lezen Schrijven Leerinhouden Contexten Taalhandelingen Algemene taalhandelingen Contextspecifieke taalhandelingen Taalsysteem Algemene principes Kenmerken van het schriftelijke taalgebruik Aanpak van de ondersteunende kennis Inhouden Taalregisters Progressie Soorten registers Socioculturele aspecten Socioculturele conventies Socioculturele aspecten per context Methodologische wenken Oriënteer de lesactiviteiten op de training van de vier vaardigheden Besteed voldoende aandacht aan de verwerving van ondersteunende kennis Bereid de cursisten geleidelijk voor op zelfstandig leren Werk taakgericht binnen een krachtige leeromgeving Wees bereid om van je collega s te leren Evaluatie Visie Functie van de evaluatie De evaluatie van communicatieve vaardigheden Evaluatiemethoden Collegiaal overleg...34 Richtgraad 3.2 2

7 6.2 Criteria Validiteit Betrouwbaarheid Transparantie en voorspelbaarheid Authenticiteit Didactische relevantie Haalbaarheid Bibliografie Algemene didactische werken Taalspecifieke werken Algemene taalspecifieke werken Woordenschat Grammatica Uitspraak en intonatie Socioculturele aspecten De vier vaardigheden Evaluatie Handboeken Elektronische leer- en hulpmiddelen...47 Bijlage 1: Nuttige info...49 Bijlage 2: Trefwoordenlijst...50 Richtgraad 3.2 3

8 1. Situering Dit leerplan is de concrete vertaling van de publicatie Volwassenenonderwijs, Opleidingsprofielen Moderne Talen die de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) heeft ontwikkeld in het kader van zijn decretale opdracht. Die opdracht bestond erin een structuur voor de taalopleidingen in het volwassenenonderwijs uit te werken, specifieke eindtermen 1 voor elk niveau te formuleren en een modulair leertraject vast te leggen. De opleidingsprofielen beantwoorden aan de noodzaak om verschillende beheersingsniveaus eenduidig van elkaar te onderscheiden en te beschrijven. Een modulaire structuur wil bovendien inspelen op de behoefte aan een flexibele organisatie van levenslang leren. Voor de opleidingenstructuur is uitgegaan van het Europese referentiekader voor het leren, onderwijzen en evalueren van moderne talen van de Raad van Europa. Dat kader is stilaan het ijkpunt aan het worden voor het talenaanbod in alle ons omringende landen. De oriëntering daarop biedt bovendien het voordeel van de transnationale vergelijkbaarheid van de Vlaamse taalopleidingen. De indeling van de opleidingen in richtgraden De taalopleidingen in het volwassenenonderwijs zijn verdeeld in vier taalbeheersingsniveaus, richtgraden genoemd. Het mastery-niveau, dat vergelijkbaar is met het taalbeheersingsniveau van een moedertaalspreker met een gemiddelde opleiding, wordt in het volwassenenonderwijs niet haalbaar geacht. Europees referentiekader Nieuwe benamingen volwassenenonderwijs Oude benamingen (lineair) volwassenenonderwijs Breakthrough A1 Richtgraad 1.1 Elementaire kennis 1 Waystage A2 Richtgraad 1.2 Elementaire kennis 2 Threshold B1 Richtgraad 2 Praktische kennis Vantage B2 Richtgraad 3 Gevorderde kennis 1 Effectiveness C1 Richtgraad 4 Gevorderde kennis 2 Mastery C De concretisering van de richtgraden in specifieke eindtermen Voor elk van de vier richtgraden is beschreven waartoe de cursist 2 in staat moet zijn als hij receptief (luisterend en lezend) of productief (sprekend en schrijvend) met taal omgaat. De beschrijvingen zijn geconcretiseerd in specifieke eindtermen: dat zijn doelstellingen met betrekking tot de vier vaardigheden, kennisgegevens en attitudes. In de specifieke eindtermen voor de vaardigheden is een aantal bouwstenen verwerkt: de taaltaak (bijv. zich een mening over iets vormen), de tekst (bijv. een nieuwsuitzending, een dialoog), het publiek (de bekende of onbekende taalgebruiker), het verwerkingsniveau (bijv. het kopiëren van een zin, het beoordelen van een reclameboodschap), de tekstkenmerken (bijv. een doorzichtige tekststructuur) en de context (bijv. communicatie op het werk). Ook de componenten die de taalvaardigheid ondersteunen, zijn geëxpliciteerd. Het gaat daarbij om de functionele kennis van woordenschat en taalsysteem (grammatica), uitspraak, ritme en intonatie, kennis van de socioculturele context, om leer- en communicatiestrategieën en om attitudes. Hoe belangrijk die ondersteunende componenten ook zijn, centraal staat de praktische taalvaardigheid van de cursist: wat hij met taal kan doen, is belangrijker dan wat hij erover weet. 1 2 Voor toelichting bij de vetgedrukte trefwoorden, zie de verklarende woordenlijst in bijlage 2. Termen zoals 'cursist', leraar, 'taalgebruiker', gesprekspartner, enz. verwijzen zowel naar een mannelijke als naar een vrouwelijke persoon, ook al wordt het persoonlijk voornaamwoord hij gebruikt. Dubbele genderaanduidingen zouden de leesbaarheid schaden. Richtgraad 3.2 4

9 De clustering van specifieke eindtermen tot modules De specifieke eindtermen worden - op basis van een toenemende graad van complexiteit - geclusterd tot modules, die samen een leertraject vormen. Elke module bevat een set van specifieke eindtermen die een samenhangend geheel vormen en markeert een afgeronde stap in de taalopleiding die tot certificering leidt. Een modulair leertraject met bijbehorende specifieke eindtermen voor een bepaalde richtgraad wordt een opleidingsprofiel genoemd. Voor Arabisch, Chinees, Japans, Grieks, Pools, Russisch en Turks eindigt het leertraject met richtgraad 2. De specifieke eindtermen voor de hogere richtgraden worden voor die talen niet haalbaar geacht. Grafisch voorgesteld zien de respectieve leertrajecten er als volgt uit: Richtgraad 3.2 5

10 Arabisch, Chinees, Japans Richtgraad 1 Richtgraad 2 Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Richtgraad 3.2 6

11 Grieks, Pools, Russisch, Turks Richtgraad 1 Richtgraad 2 Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Richtgraad 3.2 7

12 Andere talen Richtgraad 1 Richtgraad 2 Richtgraad 3 Richtgraad 4 Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Module Richtgraad 3.2 8

13 Aangezien de specifieke eindtermen voor alle talen dezelfde zijn, is het leertraject voor een aantal talen verlengd. Dat was onvermijdelijk, onder meer wegens de noodzakelijke alfabetisering in het schrift, de grote verschillen in grammaticale structuren en de complexiteit van de vervoegingen. Het vastgelegde studievolume voor de taalopleidingen ziet er als volgt uit: TALEN AANTAL LESTIJDEN RG 1 RG 2 RG 3 RG 4 Totaal Arabisch, Chinees, Japans Grieks, Pools, Russisch, Turks Alle andere talen Richtgraad 3.2 9

14 2. Beginsituatie De leerder heeft de leerplandoelstellingen van richtgraad 2.4 verworven. Met andere woorden, hij moet ofwel een deelcertificaat van richtgraad 2.4 behaald hebben ofwel via een oriënteringsproef aantonen dat hij richtgraad 2.4 verworven heeft. 3. Doelstellingen 3.1 Algemene doelstellingen Vantage of richtgraad 3 is het niveau van de echte talige zelfstandigheid. De taalgebruiker kan zowel adequaat als vlot communiceren. Zijn taalgebruik is voldoende rijk en genuanceerd. Hij kan een breed gamma onderwerpen aan, ook abstracte. Deze taalgebruiker kan de hoofdzaken begrijpen van complexe, zowel concrete als abstracte teksten, met inbegrip van technische materies in zijn eigen vakgebied. Hij kan vlot en spontaan communiceren en wel zo, dat een gesprek met een moedertaalspreker voor beide partners zonder inspanning verloopt. Hij kan gedetailleerd en helder communiceren over een breed gamma onderwerpen en kan een standpunt ten aanzien van een thema verdedigen door de voor- en nadelen van diverse opties weer te geven. 3.2 Leerplandoelstellingen Richtgraad 3 bestaat uit twee modules, die parallel kunnen worden aangeboden. Module 3.2 is een module schriftelijke taalvaardigheid; ze bevat enkel de leerplandoelstellingen voor lezen en schrijven. Uiteraard zal men een beroep moeten doen op de ondersteunende vaardigheden spreken en luisteren maar die worden in module 3.2 als zodanig niet geëvalueerd. Er is bovendien een sequentieel verband tussen module 3.2 (schriftelijke taalvaardigheid Vantage ) en module 4.2 (schriftelijke taalvaardigheid Effectiveness ). Module 3.2 wordt gecertificeerd met een deelcertificaat. Voor de volledige opleiding richtgraad 3 krijgt de cursist een certificaat. Hieronder volgen, genummerd voor elk van de twee vaardigheden, de leerplandoelstellingen die gerealiseerd moeten worden Lezen Vaardigheden De cursist kan op structurerend niveau: 1. de hoofdgedachte achterhalen, de gedachtegang volgen en specifieke informatie zoeken in informatieve teksten zoals voorlichtingsmateriaal, een folder, een zakelijke brief, een polis en een contract prescriptieve teksten zoals een handleiding fragmenten van narratieve of literaire teksten zoals een relaas, een reportage en een roman. 2. alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een werkinstructie. De cursist kan op beoordelend niveau: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een persoonlijke brief persuasieve teksten zoals een eenvoudige column en een hoofdartikel. Richtgraad

15 Ondersteunende kennis 4. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de schrijftaak uit te voeren: woordenschat en grammatica/noties en functies spelling/interpunctie taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond van de spreker) socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van land en volk, sociale conventies en gebruiken). Strategieën 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vlot de nodige (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst relevante voorkennis oproepen en gebruiken het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen, scannen en intensief lezen) de structuuraanduiders interpreteren gebruik maken van redundantie. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vlot volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) toepassen: het leesgedrag differentiëren volgens verschillende leesstrategieën proberen de betekenis van ongekende woorden af te leiden uit de context gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal hulpbronnen raadplegen (traditionele en elektronische). Attitudes 7. Bij de voorbereiding en uitvoering van de leestaak kan de cursist reflecteren over de eigenheid van schrijftaal. Dat betekent dat hij inzicht heeft in de eigenheid van geschreven taal het onderscheid kan maken tussen verschillende tekstsoorten. 8. Bij de uitvoering van de leestaak is de cursist bereid om: zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) te reflecteren over zijn leesgedrag andere teksten in de doeltaal te lezen autonoom de eigen taalbeheersing volgens eigen behoeften te verruimen. Tekstkenmerken De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken: - ze zijn authentiek - de onderwerpen vallen in de ervaringswereld en de interessesfeer van personen met een gemiddeld opleidingsniveau - ze hebben betrekking op persoonlijk leven en werk, met inbegrip van abstracte en culturele onderwerpen en met mogelijke aandacht voor het eigen competentiedomein - ze zijn gevarieerd wat het tekstaanbod betreft - ze kunnen op een zeker abstractieniveau geformuleerd zijn - ze kunnen in duidelijke gevallen impliciete informatie bevatten - ze kunnen een complexe tekststructuur hebben - ze vormen een samenhangend geheel waarbij de lengte geen rol speelt - ze getuigen van een rijk en genuanceerd taalgebruik. Richtgraad

16 3.2.2 Schrijven Vaardigheden De cursist kan op structurerend niveau: 1. informatie vragen en geven in informatieve geschreven teksten zoals een document, een beschrijving, een persoonlijke brief (uitnodiging, excuus), een zakelijke brief (convocaat, afspraak, verzoek, klachtenbrief en voorstel) 2. schriftelijk een instructie geven 3. een informatieve tekst schrijven zoals een verslag of notulen 4. voor zichzelf notities nemen ter voorbereiding van een verslag. De cursist kan op beoordelend niveau: 5. een mening en een standpunt neerschrijven in persuasieve teksten zoals een adviesnota en een lezersbrief. Ondersteunende kennis 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot: woordenschat en grammatica/noties en functies taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond) socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van land en volk, sociale conventies en gebruiken). Strategieën 7. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist vlot volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie uitwerken relevante voorkennis oproepen en gebruiken informatie verzamelen (ook via de informatie- en communicatietechnologie) een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. 8. Bij de uitvoering van de schrijfopdracht kan de cursist vlot de nodige communicatiestrategieën toepassen: onmiddellijk in de doeltaal formuleren door een duidelijke structuur de leesbaarheid van de tekst bevorderen (verbindingswoorden gebruiken en hoofdzaken benadrukken) compenserende strategieën gebruiken om zich bij ontoereikende taalbeheersing uit de slag te trekken. Attitudes 9. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en formulering te reviseren. 10. De cursist is bereid om: bronnen in de doeltaal te raadplegen correctheid in formulering en vormgeving na te streven flexibel, open en verdraagzaam te reageren op de socioculturele realiteit autonoom de eigen taalbeheersing volgens eigen behoeften te verruimen. Richtgraad

17 Tekstkenmerken De te produceren teksten vertonen de volgende kenmerken: de onderwerpen vallen inde ervaringswereld en de interessesfeer van personen met een gemiddeld opleidingsniveau ze hebben betrekking op het persoonlijk leven en werk, met inbegrip van abstracte en culturele onderwerpen en met mogelijke aandacht voor het eigen competentiedomein ze hebben een duidelijke structuur en samenhang de formuleringen zijn genuanceerd en in toenemende mate complex; ze getuigen van variatie fouten zijn eerder zeldzaam en niet storend de formulering is adequaat, d.w.z. in toenemende mate gericht op de ontvanger er wordt een gepast gebruik gemaakt van registers er is nog occasioneel interferentie van de moedertaal. 4. Leerinhouden De explicitering van de ondersteunende kennis die nodig is om de volgende leerplandoelstellingen te realiseren, is: - Lezen: nummer 4 - Schrijven: nummer Contexten Met context wordt de situatie bedoeld waarin men de taal gebruikt. In het volledige leertraject zijn er vijftien contexten voorzien. Elke context dekt een ruim semantisch veld van woordfamilies, dat als vertrekpunt kan dienen voor het aanleren van de woordenschat in de vreemde taal. Dezelfde contexten komen in verschillende richtgraden voor. In dat geval wordt er een stijgende complexiteit verondersteld. Voor Module 3.2 geldt dat alle vijftien contexten kunnen worden aangeboden. De leraar maakt zelf een keuze en motiveert die ten aanzien van de specifieke behoeften van zijn doelpubliek. Richtgraad

18 Richtgraad 1 Richtgraad 2 Richtgraad 3 Richtgraad 4 1. Contacten met officiële instanties 1. Contacten met officiële instanties 1. Contacten met officiële instanties 1. Contacten met officiële instanties 2. Leefomstandigheden 2. Leefomstandigheden 2. Leefomstandigheden 2. Leefomstandigheden 3. Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) 3. Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) 3. Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) 3. Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) 4. Consumptie 4. Consumptie 4. Consumptie 4. Consumptie 5. Openbaar en privévervoer 5. Openbaar en privévervoer 5. Openbaar en privévervoer 5. Openbaar en privévervoer 6. Voorlichtingsdiensten 6. Voorlichtingsdiensten 6. Voorlichtingsdiensten 6. Voorlichtingsdiensten 7. Vrije tijd 7. Vrije tijd 7. Vrije tijd 7. Vrije tijd 8. Nutsvoorzieningen 8. Nutsvoorzieningen 8. Nutsvoorzieningen 8. Nutsvoorzieningen 9. Ruimtelijke oriëntering 9. Ruimtelijke oriëntering 9. Ruimtelijke oriëntering 10. Onthaal 10. Onthaal 10. Onthaal 10. Onthaal 11. Gezondheidsvoorzieningen 11. Gezondheidsvoorzieningen 11. Gezondheidsvoorzieningen 9. Ruimtelijke oriëntering 11. Gezondheidsvoorzieningen 12. Klimaat 12. Klimaat 12. Klimaat 12. Klimaat 13. Sociale communicatie op het werk 13. Sociale communicatie op het werk 14. Opleidingsvoorzieningen 15. Communicatie op het werk 13. Sociale communicatie op het werk 14. Opleidingsvoorzieningen 15. Communicatie op het werk Wat het onderverdelen van contexten in subcontexten betreft, moet men voor ogen houden dat de opsomming van subcontexten per context steeds het woordje zoals vooronderstelt. De opsomming hieronder is dus limitatief noch dwingend. De volgorde van de subcontexten ligt niet vast en heeft dus ook geen nummering. CONTACTEN MET OFFICIËLE INSTANTIES (NR. 1) de gelijkvormigheid van diploma s en attesten inschrijving op het arbeidsbureau en het uitzendbureau LEEFOMSTANDIGHEDEN (NR. 2) overbevolking de woningproblematiek natuur en ecologie de economische crisis de milieuproblematiek de afvalproblematiek alternatieve energie geweld, oorlog, leger AFSPRAKEN EN REGELINGEN (LOGIES EN MAALTIJDEN) (NR. 3) eetgewoonten Richtgraad

19 CONSUMPTIE (NR. 4) de invloed van de reclame op de consumptie voor- en nadelen van de reclame geschenken OPENBAAR EN PRIVE -VERVOER (NR. 5) het ontstaan van transport stakingen bij het openbaar vervoer en hun invloed de relatieve veiligheid van vervoersmiddelen rijgedrag en de gevolgen ervan VOORLICHTINGSDIENSTEN (NR. 6) voor- en nadelen van communicatietechnieken gedragsregels bij het gebruik van communicatiemiddelen de totstandkoming van nieuwsberichten studievoorlichting consumentenvoorlichting gezinsvoorlichting VRIJE TIJD (NR.7) computerspelletjes vakantievoorbereidingen types vakantienemers de ideale vakantie de fysieke en mentale invloed van lichaamsbeweging NUTSVOORZIENINGEN (NR. 8) techniek en technologie RUIMTELIJKE ORIËNTERING (NR. 9) historische mijlpalen sociale, politieke en economische achtergronden begin en einde, (dis)continuïteit in tijd en ruimte ONTHAAL (NR. 10) personalia oud(er) worden de generatiekloof rolpatronen opvoeding karakterbeschrijvingen de sociale integratie van het individu GEZONDHEIDSVOORZIENINGEN (NR. 11) taken van het medisch personeel palliatieve zorgverstrekking geneesmiddelen genetische manipulatie Richtgraad

20 KLIMAAT (NR. 12) de relatie mens/klimaat de weersgevoeligheid van de mens de onderlinge invloed van klimaat en milieu SOCIALE COMMUNICATIE OP HET WERK (NR. 13) pesterijen op het werk discriminatie op het werk stakingen OPLEIDINGSVOORZIENINGEN (NR. 14) de rol van het onderwijs de situatie van het onderwijs de problematiek van de ongeschoolde werknemers wetenschap en onderzoek COMMUNICATIE OP HET WERK (NR. 15) de sollicitatie soorten beroepen arbeidsomstandigheden arbeidsvoorwaarden de loopbaan salariëring toekomstperspectieven formele brieven functioneringsgesprekken technische begrippen 4.2 Taalhandelingen De basis van dit leerplan is een communicatieve benadering van de taal. Vaardigheden hebben voorrang op kennis. De aandacht gaat in de eerste plaats naar wat de taalgebruiker moet kunnen doen met de taal. Dat wordt uitgedrukt in taalhandelingen, die algemeen of contextspecifiek zijn. Deze taalhandelingen vertonen een stijgende complexiteit over de modules en richtgraden heen. Die slaat niet enkel op wat precies moet of kan uitgedrukt worden, maar ook op de wijze waarop dat gebeurt. Het is immers de bedoeling dat de cursist zich steeds genuanceerder gaat uitdrukken. De onderstaande voorbeelden kun je uiteraard ook receptief aanbrengen Algemene taalhandelingen Informatie uitwisselen Feiten in een chronologische context plaatsen Feiten in een oorzakelijk verband plaatsen Gevoelens en attitudes uitdrukken Blijk geven van vertrouwen Blijk geven van ongeloof Blijk geven van wantrouwen Modaliteit uitdrukken Er geen doekjes om winden Iemand aan het lijntje houden Richtgraad

21 Actie en reactie uitlokken Iemand testen op gevoelens of kennis Blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Communicatie structureren en controleren Een boodschap reviseren Argumenteren Het standpunt van anderen bijtreden Het standpunt van tegenpartij evalueren Sociaal functioneren Een verkennend gesprek voeren Iemand gelijk en/of ongelijk geven Contextspecifieke taalhandelingen Op basis van de 15 contexten kan de cursist contextspecifieke taalhandelingen stellen zoals: Contacten met officiële instanties (nr. 1) informatie opvragen over officiële diensten en hun werking adequaat reageren op vragen en opmerkingen geijkte formules gebruiken in de communicatie klachten formuleren een dossier verdedigen een communicatiestoring verhelpen een functionaris diplomatisch benaderen Leefomstandigheden (nr. 2) leefomstandigheden evalueren zijn persoonlijke visie over bepaalde leefomstandigheden verdedigen uitvindingen en hun invloed evalueren teksten over de problematiek begrijpen en samenvatten ingewikkelde inlichtingen begrijpen en verklaren aan een andere persoon Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) (nr. 3) voorstellen vergelijken en evalueren iemand overhalen iets te doen of ergens te gaan gevoelens (verveeld, gevleid ) i.v.m. een uitnodiging uitdrukken een uitnodiging beleefd afwijzen bezwaren afwimpelen i.v.m. een geweigerde vraag op het allerlaatste ogenblik iets annuleren of verplaatsen klachten formuleren gevoelens over bepaalde zaken of gebeurtenissen beschrijven Consumptie (nr. 4) zaken vergelijken voor een aankoop en proberen de gesprekspartner te overtuigen bezwaren van de gesprekspartner i.v.m. een aankoop afwimpelen het belang van bepaalde zaken of producten onderstrepen gedetailleerde uitleg vragen of geven over. een product klachten formuleren met aandrang iets vragen een bepaalde service eisen een gedetailleerde uitleg begrijpen en samenvatten Richtgraad

22 Openbaar en privé vervoer (nr. 5) ingewikkelde informatie begrijpen en geven de gesprekspartner tot het gebruik van een bepaald vervoermiddel proberen te overhalen iemand overtuigen mee te gaan eventuele bezwaren van de uitgenodigde afwimpelen een uitnodiging om mee te gaan kordaat afwijzen een uitgebreide stand van zaken geven klachten verwoorden Voorlichtingsdiensten (nr. 6) de voor- en nadelen van communicatiemiddelen vergelijken en evalueren communicatiemiddelen op de juiste manier gebruiken (soorten) programma s uit de media evalueren berichten uit de media begrijpen en evalueren eenzelfde nieuwsfeit in verschillende media begrijpen en evalueren informatie uit een website beschrijven en evalueren Vrije tijd (nr. 7) vrijetijdsbesteding evalueren en hierover een standpunt innemen een voorstel of suggestie doen met betrekking tot vrijetijdsbesteding een uitnodiging kordaat afwijzen culturele informatie begrijpen en meedelen aan anderen zijn voorkeur voor een bepaalde activiteit uitdrukken eensgezindheid rond een bepaalde keuze uitdrukken vaststellen dat men niet tot een vergelijk kan komen Nutsvoorzieningen (nr. 8) technische inlichtingen vragen en geven complexe informatie uitleggen aan anderen klachten melden bij de bevoegde diensten protesteren tegen een beslissing zeggen dat men twijfelt aan een bepaalde oplossing opdrachten op een rijtje zetten het effect van een aanvraag nagaan Ruimtelijke oriëntering (nr. 9) de culturele achtergronden van een volk beschrijven en verklaren de eigen volksgewoonten beschrijven en evalueren waarden vergelijken in tijd en ruimte en een mening geven de bedoeling van een gebeurtenis verwoorden ingewikkelde informatie vragen en geven zijn afkeer over een bepaalde gewoonte uitdrukken Onthaal (nr. 10) gedetailleerde personalia meedelen en naar die van anderen vragen rolpatronen beschrijven en daar een persoonlijk standpunt over innemen verschillende vormen van samenwonen toelichten en daar een voorkeur over meedelen zijn zelfbeeld schetsen iemand verwelkomen wensen formuleren complimentjes maken Richtgraad

23 Gezondheidsvoorzieningen (nr. 11) een afspraak bevestigen, verplaatsen of annuleren ongerustheid over iets uiten een discussie over een problematiek aangaan bepaalde medische informatie vergelijken en evalueren argumenten weerleggen of afwimpelen klachten formuleren beleefd een bepaalde behandeling weigeren gevoelens beschrijven Klimaat (nr. 12) ingewikkelde zaken beschrijven een mening geven over het weer en zijn invloed de invloed van het klimaat op de natuur verwoorden natuurrampen en hun gevolgen beschrijven gevoelens uiten in verband met natuurrampen en hun gevolgen Sociale communicatie op het werk (nr. 13) een afspraak maken, weigeren of afzeggen regels en instructies formuleren zijn waardering uiten over een bepaalde prestatie een protestactie voorbereiden mensen tot een standpunt of tot actie overhalen gevoelens t.o.v. een persoon beschrijven partij kiezen voor iets of iemand omgaan met roddels Opleidingsvoorzieningen (nr. 14) tewerkstellingsmogelijkheden evalueren enthousiasme verwoorden verschillende opleidingen met elkaar vergelijken en een standpunt innemen proberen iemand te overtuigen een opleiding te volgen een loopbaan beschrijven en bepaalde keuzes expliciteren iemand overhalen in te schrijven, ook al zijn er praktische problemen de rol van opleidingen in een samenleving evalueren het nut van wetenschap en onderzoek evalueren specialisaties uitleggen aan een leek Communicatie op het werk (nr. 15) solliciteren een klant afwimpelen zijn twijfel over iets uitdrukken bij een nieuwe werkverdeling hun visie verdedigen verschillende beroepen beschrijven en vergelijken arbeidsomstandigheden evalueren iemand een moeilijke of delicate opdracht geven toekomstperspectieven evalueren technische begrippen verklaren zich verantwoorden voor een slecht uitgevoerde opdracht een communicatiestoring verhelpen Richtgraad

24 4.3 Taalsysteem Algemene principes Een communicatief - functionele benadering van het vreemdetalenonderwijs heeft tot doel de leerder te helpen bij het verwerven van taalkennis en vaardigheden die hem in staat stellen in een reële communicatiesituatie zijn communicatieve intentie te realiseren. Je leest of schrijft immers steeds met een bepaalde doelstelling. Centraal hierbij is dat de boodschap begrepen moet worden (lezen) en/of moet overkomen (schrijven). Bijgevolg staan de leeractiviteiten die het verwerven van het taalsysteem tot doel hebben ten dienste van de communicatie. In richtgraad 3 en 4 moet de cursist het taalsysteem steeds beter beheersen om efficiënt te communiceren. Zo kan men stellen dat bij het lezen gangbare zinswendingen, morfosyntactische en lexicale elementen die systematisch werden aangebracht in richtgraad 1 en 2 het globale tekstbegrip zeker niet meer in de weg mogen staan. De interpretatie van leesteksten gebeurt dus steeds accurater en sneller. Wat de schrijfvaardigheid betreft, kan je stellen dat grammaticale correctheid (morfosyntaxis), accurate spelling en correct gebruik van woordenschat in richtgraad 3 en 4 steeds belangrijker worden bij het realiseren van een communicatieve intentie. Deze taalelementen worden correct gebruikt en de cursist kan zich aanpassen aan de talige en niet-talige context. Met andere woorden, waar in richtgraad 1 en 2 systematisch en cyclisch gewerkt werd aan het aanbrengen van het taalsysteem bij de cursist, wordt in richtgraad 3 en 4 aan de verfijning van de taalvaardigheid gewerkt: spelling, interpunctie, morfosyntaxis en woordenschat worden geoefend aan de hand van communicatieve, taakgerichte activiteiten. Zo verplicht men de cursist, zoals reeds vroeger het geval was in richtgraad 1 en 2, om, vertrekkend van de betekenis, naar de vorm te gaan. De vraag die hij zich zal stellen bij het schrijven is: "Welke vorm(en) kan ik gebruiken om deze betekenis uit te drukken? ", zoals ook in taalgebruikssituaties in de moedertaal het geval is (b.v. Hoe druk ik een doel uit? ). Op die manier werkt men in de hand dat de kennis van het taalsysteem een ondersteunende rol vervult en bijdraagt tot het construeren van betekenis door de cursist Kenmerken van het schriftelijke taalgebruik Schrijftaal geniet in onze Westerse beschaving en onderwijscultuur een bevoorrechte positie: aan de geschreven tekst wordt de functie toegewezen om informatie te bestendigen. Goed leren lezen en schrijven is een voorwaarde tot maatschappelijke en professionele integratie. Als variant van de taal beantwoordt schrijftaal aan een code of geheel van regels die er de specificiteit van bepalen. Zoals ook bij het mondelinge taalgebruik hebben die betrekking op linguïstische (grammatica, spelling, interpunctie, woordenschat), discursieve, sociolinguïstische en strategische componenten. Waar mondelinge communicatie meestal in real time plaatsvindt en er directe interactie mogelijk is tussen spreker en gesprekspartner, verlopen bij schriftelijke communicatie de productiefase en receptiefase niet op hetzelfde moment (tenzij bij een aantal specifieke communicatiesituaties zoals online chatten). De context is minder duidelijk gedefinieerd en de lezer is afwezig, zodat hij niet om verduidelijking kan vragen of door informatie van non-verbale aard kan aangeven of hij de boodschap begrijpt. De schrijver zal daarom veel explicieter en preciezer te werk moeten gaan. Er worden hogere eisen gesteld aan grammaticale correctheid, die nauwer aansluit bij wat gangbaar de norm wordt genoemd. Grammaticale referenties door middel van verwijswoorden moeten bijvoorbeeld ondubbelzinnig zijn. Dat geldt ook voor het gebruikte vocabularium. De zinnen zullen doorgaans langer zijn dan in mondelinge boodschappen. Relaties tussen zinnen moeten eenduidig zijn en door de noodzaak tot explicitering maakt de schrijver veel meer gebruik van voegwoorden en van allerlei formules om de overgangen tussen de zinnen en alinea s te realiseren en de tekststructuur duidelijk aan te geven. Interpunctie, indeling in paragrafen, alinea s en hoofdstukken, gebruik van koppen en onderkoppen maken het mogelijk een grotere hoeveelheid informatie te structureren. Zoals de prosodie voor het mondeling taalgebruik, heeft de interpunctie voor het schriftelijk taalgebruik een pragmatische functie, denken we maar aan de waarde van het uitroepteken en het vraagteken. Zelfs indien er een gradatie bestaat van minder formele naar meer formele teksten (b.v. versus verslag) zal het schriftelijk taalgebruik dus algemeen gesproken formeler zijn dan het mondelinge taalgebruik. Richtgraad

25 Doordat bij schriftelijke teksten de boodschap niet simultaan gebracht en geïnterpreteerd moet worden, is er bij het schrijven en het lezen ook meer tijd voor reflectie. De schrijver kan zichzelf makkelijker corrigeren en ontbrekende informatie aanvullen. De lezer kan dan weer autonoom zijn eigen leesritme bepalen en eventueel naar de gelezen tekst teruggrijpen als dat voor het construeren van de betekenis noodzakelijk blijkt. Bij twijfel kunnen zowel schrijver als lezer traditionele en elektronische hulpbronnen raadplegen om bijvoorbeeld een onbekend woord op te zoeken Aanpak van de ondersteunende kennis Het lezen van teksten draagt in belangrijke mate bij tot het uitbreiden van woordenschatkennis. Woordenschat wordt zoveel mogelijk in relevante contexten aangeboden, systematisch ingeoefend en waar nodig uitgebreid. De essentiële elementen van spelling en grammatica werden reeds behandeld in richtgraad 1 en 2. In richtgraad 3 en 4 maakt men systematisch gebruik van communicatieve schrijfoefeningen (bijv. informatie vragen in een brief) die het mogelijk maakt indien nodig op aspecten van de grammatica en de spelling in te gaan. Hierbij geven frequent voorkomende fouten aanleiding tot het herhalen en uitdiepen van bepaalde grammaticale aspecten, het herhalen van essentiële spellingregels enz. De tekst hieronder bevat een aantal mogelijke aspecten. Accuraat woordgebruik, spelling, interpunctie, vervoeging en zinsstructuren zijn echter onvoldoende om goede teksten te produceren. De cursist moet hiervoor immers ook inzicht verwerven in de kenmerken van tekstsoorten (genreconventies, bijv. een informatieve tegenover een prescriptieve tekst) en in tekstgrammatica (logische opbouw van de teksten, coherentie). Bovendien moet de cursist ook het juiste taalregister (zie punt 4.4) en de juiste toon gebruiken, overeenkomstig zijn schrijfdoel en het beoogde publiek. In richtgraad 3 en 4 besteedt men dus speciaal aandacht aan de talige en niet-talige aspecten (b.v layout, lettertype) die bijdragen tot een actieve beleving van deze elementen van schrijfvaardigheid. Op receptief vlak strekt het tot aanbeveling de cursist herhaaldelijk leesactiviteiten aan te bieden. Deze activiteiten geven, uiteraard naast het voordeel van de interculturele component, de cursist de kans zijn leesstrategieën steeds beter te gebruiken. Lezen en tekstanalyse gaan dus vooraf aan het schrijven van teksten. Men confronteert de cursist bovendien met een rijke, gevarieerde input, met het oog op taalverwerving maar ook op taalbeschouwing. Op productief vlak wendt de cursist bij het uitvoeren van een concrete opdracht linguïstische, discursieve en sociolinguïstische componenten van schrijfvaardigheid aan. Fouten in de taalproductie van de cursist zijn een noodzakelijk gegeven tijdens het leerproces en bij het verwerven van vaardigheden. Ten slotte is het ook belangrijk communicatiestrategieën te trainen. Het is bijvoorbeeld van groot belang dat een cursist tijdig een communicatiestoring kan detecteren, om de communicatie bij te sturen waar nodig Inhouden In wat volgt geven we een overzicht van de fenomenen die aan bod kunnen komen in Richtgraad 3 en 4, volgens de behoeften van de cursist. Omdat de lijst nogal uitgebreid is, kan men best zelf een selectie maken en/of bepaalde fenomenen enkel receptief of via zelfstandig leren aanbrengen. Interne differentiatie is ook hier een mogelijke benadering. Interpunctie: hyphen semi-colon colon brackets comma apostrophe Spelling: same sound, different spelling capital letters in titles Richtgraad

26 Syntaxis: subjunctive use of the tenses use of prepositions use of adverbs and conjunctions relative clauses Tekstgrammatica, genreconventies en stijl: text markers logical connectors macro-structure of the text (kinds of text and specific structural build-up) text structure (e.g. sections, paragraphs, chapters, titles, subtitles, letters,lay-out) zie onder (registers) zie onder 3.2 (tekstkenmerken) Woordenschat: De leerder zal over een woordenschat moeten beschikken die hem toelaat zich nauwkeurig en genuanceerd uit te drukken. Hij moet gevoelig zijn voor betekenisnuances, impliciet taalgebruik en bijbetekenissen en die ook in het taalgebruik van anderen kunnen onderkennen. Dat betekent dat ze een bepaalde kennis hebben van: synonyms idioms collocations euphemisms homophones and homonyms onomatopoeic words interjections rhymes loan words metonymia abbreviations derivations truncations acronyms 4.4 Taalregisters Communicatie vindt nooit plaats in een vacuüm. Een aantal parameters bepaalt de omstandigheden waarin de communicatie gebeurt: tijd, ruimte en wat we de sociale context in de brede zin kunnen noemen. Elk van die parameters beïnvloedt de communicatie en interageert met de andere. Het volstaat dus niet een taal te beheersen als een geheel van vormen, het is ook van wezenlijk belang zich de regels voor het gebruik van die taal eigen te maken. Het is de context die de keuze van het register bepaalt. Dat brengt ons meteen bij het begrip correct taalgebruik : taalgebruik kan enkel als correct beschouwd worden als het aan de context is aangepast. Je schrijft immers niet op dezelfde manier naar je baas, je partner, je moeder of je kind 3. En nog: je praat wellicht niet op dezelfde manier tegen je chef tijdens een formeel overleg met de top van het bedrijf als tijdens een gezellig etentje met de respectieve partners. Dat is zo in de moedertaal en het is niet anders in de vreemde taal. 3 Ook tijdens de evaluatie moet men hiermee rekening houden: een grammaticaal correcte zin kan toch zijn doel missen als hij niet aan de communicatieve situatie is aangepast. Richtgraad

27 4.4.1 Progressie In richtgraad 1 behandelt men de standaardtaal. Slechts sporadisch is er aandacht voor het formeel en/of informeel register, en enkel wanneer de omstandigheden het vereisen. Dat verandert in richtgraad 2: de cursist is zich niet alleen bewust van het bestaan van registervarianten (receptief) maar hij kan ze ook in toenemende mate correct hanteren (productief). In richtgraad 2.1 en 2.2 gaat men er redelijkerwijze van uit dat dit laatste nog niet probleemloos gebeurt, maar vanaf richtgraad 2.3 en zeker in richtgraad 2.4 zijn spreek- en schrijfstijl steeds meer aan de context aangepast, dat wil zeggen aan de situatie en aan de gesprekspartner, zowel in informele als formele zin. Bovendien kan men geleidelijk steeds meer plaats maken voor stijl-, accent- en/of registervariaties, op voorwaarde dat die niet te veel van de standaardtaal afwijken. In richtgraad 3 en 4 kan de cursist zich op een steeds verfijnder en genuanceerder wijze uitdrukken. Hij beschikt dus niet alleen over een arsenaal aan uitdrukkingsvormen om zijn boodschap aan zijn gesprekspartner(s) mee te delen, hij weet bovendien ook welke uitdrukkingsvorm hij kan inzetten in welke situatie en waarom, want enkel dan kan de communicatie efficiënt zijn. Immers, wanneer de cursist een te formeel taalgebruik hanteert voor de gegeven situatie, zal hij snel als pedant overkomen. Doet hij het omgekeerde, dan bestaat het gevaar dat hij, zeker in bepaalde culturen, als volstrekt stijlloos wordt beschouwd, met alle gevolgen daarvan Soorten registers De verschillende registers afbakenen is geen simpele zaak, maar er bestaat toch een zekere consensus wat de courante Westerse talen betreft. Allereerst is er het verschil in mondeling en schriftelijk taalgebruik, dat in bijna alle culturen voorkomt. Verder bestaan er ook verschillende registers afhankelijk van een aantal parameters die interageren, zoals het teksttype (een bericht via de elektronische post is anders geformuleerd dan in een brief), het formele of informele karakter van de communicatie (twee goede vriendinnen communiceren anders op een belangrijke vergadering in een formele context dan samen in een bruine kroeg) en ook de socioprofessionele categorie waartoe de gesprekspartners behoren (een bedrijfsleider zal de kaderleden van zijn bedrijf anders toespreken dan de schoonmaakploeg). Met andere woorden, bij de keuze van de taaluitingen houdt de spreker rekening met factoren als medium, leeftijd, bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond van de gesprekspartner en het moment van de communicatie. Anderzijds hebben zijn eigen socioculturele achtergrond, zijn relatie met zijn gesprekspartner, zijn communicatiedoelen, zijn karakter en de aard van de situatie invloed op de manier waarop hij de boodschap brengt. De boodschap mag dus nog identiek zijn in de verschillende communicatieve situaties die zojuist zijn beschreven, de vorm zal zeker verschillen. Dat ligt vaak aan de keuze van de woordenschat maar er kunnen ook verschillen van grammaticale en fonetische aard optreden. Zelfs de non-verbale communicatie wordt aan de context aangepast. De cursist leert al die nuances kennen in richtgraad 3 en 4, en hij wordt steeds vaardiger in het gebruik ervan. Hier volgt een overzicht van de verschillende soorten registers in grote types, met hun belangrijkste karakteristieken. Wat de specifieke kenmerken van spreektaal en geschreven taal betreft, verwijzen we naar het hoofdstuk Taalsysteem (4.3). Standaard taalgebruik is het referentieniveau waarop de andere worden geijkt. Deze niet gemarkeerde vorm is doorgaans de taal die als norm geldt voor de schriftelijke en mondelinge communicatie in de media en in het onderwijs. In de vier modules van richtgraad 3 en 4 komt dit taalgebruik bijgevolg aan bod. Formeel taalgebruik bestaat zowel in een mondelinge als in een schriftelijke variant. Je gebruikt het in situaties waarbij hiërarchie, respect, afstandelijkheid enz. een rol spelen, zoals bij communicatie met een onbekende gesprekspartner of met een hiërarchisch hogergeplaatste. We treffen het aan tijdens vergaderingen bijvoorbeeld, maar ook in de verslaggeving van die vergadering. Beleefdheidsvormen staan hier op de voorgrond, zoals aanspreektitels, specifiek gebruik van voornaamwoorden enz. Dit taalgebruik komt aan bod in de vier modules van richtgraad 3 en 4. Informeel taalgebruik hanteer je in situaties waarin zaken zoals vriendschapsbanden en familiariteit een rol spelen. De omgang tussen verwanten en goede vrienden is daar een voorbeeld van. Korte zinnen, weinig scharnierwoorden, een vereenvoudigde uitspraak en/of zinsbouw zijn er de kenmerken van, die vaak worden versterkt door non-verbale signalen (mondeling) respectievelijk emoticons (schriftelijk). Dat komt vooral voor in de spreektaal en is dus een onderwerp voor de modules 3.1 en 4.1. Het kan occasioneel ook gebruikt worden in een schriftelijke variant, denken we maar aan de huidige vormen Richtgraad

28 van elektronische briefwisseling (elektronische post, SMS-berichten), zodat het desgewenst ook een plaatsje in de schriftelijke modules kan krijgen. Mondeling taalgebruik kent bepaalde specifieke karakteristieken die rechtstreeks voortvloeien uit de aard van de communicatie: korte(re) zinnen, grotere redundantie enz. Ook komt vaak een vereenvoudigde, vervormde uitspraak en syntaxis voor, zeker in het informele register. Deze kenmerken hebben tot gevolg dat deze variant vaak als een slordige versie van het schriftelijke taalgebruik wordt beschouwd. Ten onrechte, want het betreft hier een (levendige) variant van de taal, met eigen kenmerken. De modules 3.1 en 4.1 zijn volledig aan dit type taalgebruik gewijd. Schriftelijk taalgebruik wordt vaak gezien als een superieure variant van de spreektaal en wordt in onze Westerse samenlevingen nog vaak beschouwd als de norm waarvan men niet mag afwijken. Het is nochtans maar één van de vele varianten van de taal. Deze houding is aan het veranderen en schriftelijk taalgebruik wordt steeds meer beschouwd als een registervariant van de taal, zonder normatieve connotatie. Dit register wordt toegelicht in de modules 3.2 en 4.2. Literaire taal is een poëtische vorm, waarbij niet zozeer de boodschap van belang is maar wel de manier waarop die boodschap wordt gebracht. De auteur streeft daarbij naar een zeker esthetisch genot. De zinsbouw is meestal vrij complex en de woordenschat wordt als zeer moeilijk gepercipieerd door de modale taalgebruiker. Dit taalgebruik komt vooral voor in schriftelijke vorm, zodat het eerder geschikt is voor een behandeling in de modules 3.2 en 4.2, maar dan vooral met het accent op de receptieve vaardigheid lezen : het kan niet de bedoeling zijn de cursist literaire teksten te laten produceren in de vreemde taal. Vaktechnisch jargon, eigen aan bepaalde beroepscategorieën, tref je aan in wetenschappelijke literatuur en in technische handleidingen, vooral in schriftelijke versie. Dit taalgebruik is vrij eenduidig: de woordenschat is zelden ambigu en men streeft naar een zekere accuraatheid in de formulering. Aangezien er leertrajecten bestaan voor specifieke doelgroepen en er voor die doelgroepen aparte leerplannen zijn voorzien, gaan we hier verder niet op in. Het is belangrijk de cursist erop te wijzen dat hij zijn keuze voor een bepaald register consequent moet toepassen. Anders gezegd, in normale omstandigheden mag hij in één en dezelfde communicatiesituatie niet van register veranderen. Beslist hij om dat wel te doen, dan doet hij dat met een bepaald doel: de levendigheid van de communicatie verhogen, shockeren of iets in de verf zetten. In de spreektaal zal hij dat laatste ondersteunen door non-verbale communicatie (stemhoogte, en timbre, mimiek) of zal hij zijn uitspraak laten voorafgaan door een mededeling die aangeeft dat hij zich ervan bewust is een regel te overtreden ( Vergeef me deze uitdrukking, maar ). In de schrijftaal daarentegen zal de schrijver gebruik maken van paratextuele hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld de aanhalingstekens in de klassieke briefwisseling, of nog de zogenaamde emoticons in de elektronische post. Verder traint men de cursist in zelfredzaamheid: wanneer hij twijfels heeft over een bepaalde vorm en geen raad kan of wil vragen, dan moet hij in staat zijn een goed naslagwerk te raadplegen. In de cursus biedt men hem een overzicht van goed referentiemateriaal in de vreemde taal. Ten slotte mag men de functionaliteit nooit uit het oog verliezen. Verschillende soorten registers aanbrengen in de cursus kan zeer interessant zijn maar men moet steeds het doelpubliek en zijn behoeften voor ogen houden. Regionale varianten en andere vormen van taalgebruik die geen standaard taalgebruik zijn, zijn enkel interessant als de cursist ook werkelijk met die varianten in contact zal komen in de vreemde taal. Die soorten taalgebruik moet de cursist uiteraard niet productief beheersen. Het zou trouwens ook onbegonnen werk zijn al die varianten te bestuderen maar men kan ze eventueel wel receptief aanbrengen als er behoefte aan bestaat. 4.5 Socioculturele aspecten Taal is communicatie, en taal en cultuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Communicatief taalonderwijs neemt dat als vertrekpunt en erkent dus dat er naast een linguïstische competentie (kennis van de taal als zodanig, los van een bepaalde context) ook een socioculturele competentie bestaat. We bedoelen hiermee niet (alleen) wat vroeger kennis van land en volk werd genoemd, maar vooral het doorgronden van het geheel van omgangsrituelen, normen, houdingen en waarden die aan de basis liggen van de communicatie in een gemeenschap en bepalen hoe de leden van die gemeenschap zich gedragen. Richtgraad

29 Met andere woorden, een taaluiting is per definitie nooit neutraal, maar vertolkt altijd een boodschap, op een expliciete of een impliciete manier. Socioculturele vaardigheid is dus de vaardigheid om (non- )verbale communicatie zowel receptief als productief op de socioculturele leefwereld van de gesprekspartner in de doeltaal af te stemmen. Aangezien de cursist van richtgraad 3 en 4 de doeltaal steeds beter moet beheersen, wordt dat aspect bijzonder belangrijk en krijgt het in de cursus de nodige aandacht. In richtgraad 3 en 4 wordt de cursist zich ten volle bewust van de verschillen tussen zijn eigen cultuur en die van de gesprekspartner. Hij ontwikkelt de vaardigheid om met die verschillen om te gaan, zonder daarbij te vervallen in beschouwingen van normatieve aard. De cursus zal er dus ook op gericht zijn de cursist tot zelfredzaamheid te brengen in een vreemde cultuur. Dat betekent dat hij niet alleen in staat is de communicatie uit de doeltaalcultuur te decoderen, waarbij ook het interpreteren van de feedback van de gesprekspartner zeer belangrijk is, maar dat hij ook zelfstandig zijn boodschappen kan coderen. Dat daarvoor heel wat ondersteunende kennis nodig is, spreekt voor zichzelf: woordenschat, grammatica, het correct hanteren van de taalhandelingen, en, vooral, kennis van de culturele gebruiken. De zelfredzame, sociocultureel vaardige taalgebruiker is dus een alerte taalgebruiker, die bij een eventuele communicatiestoring op zoek gaat naar het ontstaan van die storing, met als doel dergelijke problemen in de toekomst te vermijden. De communicatie is namelijk niet per definitie tot mislukken gedoemd als de spreker adekwaat reageert op de (non-)verbale feedback van zijn gesprekspartner. In dat geval kan hij overschakelen op communicatiestrategieën: hij kan herformuleren wat hij gezegd heeft, correcties en nuanceringen aanbrengen op zijn eigen uitspraken, zijn boodschap milderen enz. Deze taalgebruiker legt dus empathie aan de dag en getuigt van een grote openheid tegenover de andere cultuur en haar gemeenschap. Het gevolg is dat vooroordelen uit de weg worden geruimd en plaats maken voor een meer genuanceerd beeld van het land of de regio in kwestie en zijn bewoners. Bovendien leert de vreemde-taalgebruiker, precies door de confrontatie met andere gewoontes en gebruiken en de reflectie die erop volgt, ook zijn eigen cultuur en zijn eigen functioneren beter doorgronden Socioculturele conventies In de hoogste richtgraden besteedt men zoals gezegd zeer veel aandacht aan verschillen in culturele gebruiken. Uiteraard overstijgt men daarbij het niveau van het cliché. Het is dus de vraag welke kennis de cursist nodig zal hebben om zich in de wereld van zijn gesprekspartner(s) te kunnen inleven. De waarden, gewoontes en normen van de gesprekspartner(s) in de doeltaal komen bijgevolg uitgebreid aan bod. Aangezien veel cursisten in richtgraad 3 en 4 al in contact gekomen zijn met moedertaalsprekers van de doeltaal in een recreatieve of in een professionele context, kan het ook nuttig zijn hen aan het woord te laten: hun ervaringen betekenen dikwijls een ware verrijking voor de cursus. Maar dat volstaat niet: de cursist zal dankzij de opleiding inzien over welke middelen hij in de doeltaal beschikt om precies uit te drukken wat hij wil meedelen, op een in de doeltaalgemeenschap aanvaardbare manier. De woordenschat zal daarbij voldoende aandacht krijgen: welke associaties roepen bepaalde concepten op in de doeltaal (b.v. huwelijk, grootouders ) en wat zegt dat dus over de gemeenschap in kwestie? Welke mogelijkheden biedt het taalsysteem van de doeltaal verder om een bepaalde taalhandeling uit te drukken, en welke zijn de precieze nuances tussen die verschillende mogelijkheden (bijvoorbeeld het formuleren van een vraag). Zijn er wat betreft de uitspraak enerzijds of de spelling anderzijds elementen die gevolgen hebben voor de betekenis van een taaluiting in de brede zin (b.v.een aangepaste uitspraak voor informele spreektaal). Het is belangrijk de cursist hierin goed te trainen. Efficiënt communicatief taalonderwijs zet de creativiteit van de taal in de verf en brengt de cursist ertoe alle talige mogelijkheden optimaal in te zetten voor een efficiënte communicatie (b.v.: hoe wimpel je een voorstel af zonder neen te zeggen?). Hieronder volgt een overzicht van thema s die aan bod kunnen komen. Deze lijst is opgevat als een checklist, waarop elke taal volgens de behoeften kan voortbouwen. Omwille van de gebruiksvriendelijkheid werden de verschillende thema s ondergebracht in de meest voor de hand liggende van de vijftien contexten die aan bod kunnen komen in richtgraad 3 en 4. Het is de bedoeling deze lijst naar eigen goeddunken aan te vullen of in te korten. Richtgraad

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl12 STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding NT2 Verkort R3 AO NT 017 Versie

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R3 AO TA 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R3 AO TA 011 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Hebreeuws R3 AO TA 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 31 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules... 3 1.1.3 Niveau

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R3 AO TA 021

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R3 AO TA 021 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R3 AO TA 021 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 33 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules... 3 1.1.3

Nadere informatie

ENGELS VOLWASSENENONDERWIJS. modulair. Talen. (nieuw) 03-04/1210/N. Organisatie: Studiegebied: Opleiding: Richtgraad: RG 4.2. Nummer GO 2004/604M

ENGELS VOLWASSENENONDERWIJS. modulair. Talen. (nieuw) 03-04/1210/N. Organisatie: Studiegebied: Opleiding: Richtgraad: RG 4.2. Nummer GO 2004/604M VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: modulair Studiegebied: Talen Opleiding: ENGELS Richtgraad: RG 4.2 Nummer GO 2004/604M (nieuw) Nummer Inspectie: 03-04/1210/N Voor de aanmaak van dit leerplan Engels

Nadere informatie

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl14 STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 2 AO TA 008

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 2 AO TA 008 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 2 AO TA 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 61 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

Europese talen groep 2 * R 2. Algemene opleiding Studiegebieden Europese neventalen R1 en R2, Oosterse talen en Slavische talen

Europese talen groep 2 * R 2. Algemene opleiding Studiegebieden Europese neventalen R1 en R2, Oosterse talen en Slavische talen Bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de puntenenveloppe voor de centra voor basiseducatie en de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R2 AO TA 010

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R2 AO TA 010 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Hebreeuws R2 AO TA 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules... 3 1.1.3 Niveau

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl15 STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding NT2 Professioneel Juridisch

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT DUITS

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT DUITS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Talen Afdeling: LEERTRAJECT DUITS Richtgraad: 3.2 Nummer GO 2003/760M (nieuw) Nummer Inspectie: 02-03/997/G/O/P/V/V LEERPLAN DUITS Richtgraad

Nadere informatie

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/EXT/ADV/005bijl18 STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Opleiding Grieks Pools Russisch Turks

Nadere informatie

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl13 STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding NT2 Verkort R4 AO NT 018 Bijlage

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS

VOLWASSENENONDERWIJS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: modulair Studiegebied: Talen Opleiding: ENGELS Richtgraad: RG 3.1 Nummer GO 2004/601M (nieuw) Nummer Inspectie: 03-04/1207/N Voor de aanmaak van dit leerplan Engels

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese talen groep 1* R 1 AO TA 001 *Europese talen groep 1: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens,

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R4 AO TA 012

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R4 AO TA 012 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Hebreeuws R4 AO TA 012 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 23 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules... 3 1.1.3 Niveau

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese Talen groep 2* R 1 AO TA 005 *Europese talen groep 2: Bulgaars, Fins, Grieks, Hongaars, Pools, Russisch, Servisch-Kroatisch,

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS

VOLWASSENENONDERWIJS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: modulair Studiegebied: Talen Opleiding: ENGELS Richtgraad: RG 4.1 Nummer GO 2004/603M (nieuw) Nummer Inspectie: 03-04/1209/N Voor de aanmaak van dit leerplan Engels

Nadere informatie

VSKO. Leerplan OPLEIDING DUITS. Richtgraad 3 Lineair. Studiegebied Talen

VSKO. Leerplan OPLEIDING DUITS. Richtgraad 3 Lineair. Studiegebied Talen VSKO Leerplan OPLEIDING DUITS Richtgraad 3 Lineair Studiegebied Talen Goedkeuringscode: 06-07/1671/N/V (gunstig t./m. 2008-2009) 1 maart 2007 Meewerkende centra voor volwassenenonderwijs Leerplancommissie

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS

VOLWASSENENONDERWIJS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Nederlands tweede taal Afdeling: NT2 Richtgraad: 3.1 Nummer GO 2003/755M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/970/G/O/P/V/V Leerplan NT2 Richtgraad

Nadere informatie

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016.

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016. Opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal Code + officiële benaming van de module Module Vlaamse Gebarentaal B Academiejaar 2015-2016 Semester 2 Studieomvang 9 studiepunten Totale studietijd 180 Aantal lestijden

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R3 AO NT 006

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R3 AO NT 006 STUDIEGEBIED NT2 Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R3 AO NT 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS

VOLWASSENENONDERWIJS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Nederlands tweede taal Afdeling: NT2 Richtgraad: 4.2 Nummer GO 2003/758M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/973/G/O/P/V/V Leerplan NT2 Richtgraad

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Andere Talen* Professioneel Bedrijfsgericht R 3 AO TA 014 *Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds Versie 1.0 BVR Pagina 1

Nadere informatie

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl16 STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Opleiding Andere Talen* Verkort R1

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS

VOLWASSENENONDERWIJS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Nederlands tweede taal Afdeling: NT2 Richtgraad: 4.1 Nummer GO 2003/757M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/972/G/O/P/V/V Leerplan NT2 Richtgraad

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

Eindtermen Nederlands lager onderwijs Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen

Nadere informatie

Leertraject Engels richtgraad 2.4

Leertraject Engels richtgraad 2.4 1/23 Docent : Dirk Dufour Cursusjaar 2008-2009 SPLAN Lestijden/week: 4 Leerplannummer: 2003/654M Engels Cursusmateriaal: Innovations, upper interlmediate (second edition) by Hugh Dellar and Darryl Hocking

Nadere informatie

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 LEERGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Frans Opstap talen AO BE 011

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 LEERGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Frans Opstap talen AO BE 011 LEERGEBIED TALEN Modulaire opleiding Frans Opstap talen AO BE 011 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 9 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 1 Opleiding... 3 1.1 Relatie opleiding

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding Nederlands tweede taal Richtgraad 3 AO NT 018 taal Richtgraad 3 - BVR Pagina 1 van 18 Inhoud 1 Opleiding... 3 1.1 Relatie opleiding

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Juridisch R4 AO NT 008

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Juridisch R4 AO NT 008 STUDIEGEBIED NT2 Modulaire opleiding NT2 Professioneel Juridisch R4 AO NT 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 12 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding Nederlands tweede taal Richtgraad 2 AO NT 017 taal Richtgraad 2 - BVR Pagina 1 van 33 Inhoud 1 Opleiding... 4 1.1 Relatie opleiding

Nadere informatie

Leertraject Engels richtgraad 3.2.1 1/1

Leertraject Engels richtgraad 3.2.1 1/1 Leertraject Engels richtgraad 3.2.1 1/1 Docent(en): Basil Vassilicos Cursusjaar 2007-2008 Lestijden/week: om de twee weken 2 contacturen, 2 uren afstandsonderwijs in de weken ertussen 27.10.07 Leerplannummer:

Nadere informatie

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden: Werken aan leerlijnen De nieuwe leerplannen zijn nu van kracht in het basisonderwijs, in de eerste en de tweede graad. Dit is een geschikt moment om leerlijnen opnieuw te bekijken of uit te werken. Wat

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 10. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (derde leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vrij concreet

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding Nederlands tweede taal Richtgraad 1 AO NT 016 taal Richtgraad 1 - BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Opleiding... 4 1.1 Relatie opleiding

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 7. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vertrouwd

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 3

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 3 VSKO De eerstvolgende maanden kan de lay-out van dit leerplan centraal nog op punt gesteld worden Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 3 Goedkeuringscode:

Nadere informatie

LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE

LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl3 Bijlage bij het Vlor-advies LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE Opleiding

Nadere informatie

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Profiel Professionele Taalvaardigheid Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 3 EN 4

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 3 EN 4 STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 3 EN 4 Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Andere Talen* Professioneel AO TA 023 *Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds

Nadere informatie

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 2

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 2 VSKO De eerstvolgende maanden kan de lay-out van dit leerplan centraal nog op punt gesteld worden Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 2 Goedkeuringscode:

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Andere Talen* R 3 AO TA 003

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Andere Talen* R 3 AO TA 003 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Andere Talen* R 3 AO TA 003 *Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 29 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Overzicht modules Algemene vorming TSO3

Overzicht modules Algemene vorming TSO3 Overzicht modules Algemene vorming TSO3 Inhoud TSO3 Aardrijkskunde 1... 2 TSO3 Aardrijkskunde 2... 3 TSO3 Aardrijkskunde 3... 4 TSO3 Engels 1... 5 Engels 2... 6 TSO3 Nederlands 1... 7 TSO3 Nederlands 2...

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding AT * Professioneel Juridisch R4 AO TA 017

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding AT * Professioneel Juridisch R4 AO TA 017 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding AT * Professioneel Juridisch R4 AO TA 017 * AT: Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 14 Inhoud

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

BASISEDUCATIE LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE

BASISEDUCATIE LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE BASISEDUCATIE LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE Opleiding MO - Voortraject Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting AO BE 016 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 11 Inhoud Vlaams Ministerie van

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 3. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de tweede graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN met

Nadere informatie

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2 Bereik van de Heeft een zeer die bestaat uit geïsoleerde woorden en uitdrukkingen met betrekking tot persoonlijke gegevens en bepaalde concrete situaties

Nadere informatie

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 1

Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 1 VSKO De eerstvolgende maanden kan de lay-out van dit leerplan centraal nog op punt gesteld worden Leerplan Engels Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 (Vantage) Pb 1 Goedkeuringscode:

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R2 AO TA 005

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R2 AO TA 005 STUDIEGEBIED NT2 Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R2 AO TA 005 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 25 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT identificatie opleiding Talen modulenaam Spaans Richtgraad 3: niveau 7 en 8 (ERK = Vantage) code module 6014/6015 en 6016/6017 goedkeuring door aantal lestijden 120/jaar studiepunten datum goedkeuring

Nadere informatie

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 3

Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 3 VSKO De eerstvolgende maanden kan de lay-out van dit leerplan centraal nog op punt gesteld worden Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 3 STUDIEGEBIED

Nadere informatie

LEERGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

LEERGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL LEERGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding Nederlands tweede taal (NT 2) R 1 AO BE 003 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 33 Inhoud 1 Opleiding... 4 1.1 Relatie opleiding referentiekader... 4 1.2 Inhoud... 4

Nadere informatie

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet

Nadere informatie

MODULAIRE OPLEIDING. Talen. Engels. RG 2 Treshold 3 bis. Volwassenenonderwijs

MODULAIRE OPLEIDING. Talen. Engels. RG 2 Treshold 3 bis. Volwassenenonderwijs Volwassenenonderwijs Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap v.z.w. Leerplan Studiegebied MODULAIRE OPLEIDING Talen Leergang Engels Onderwijsvorm RG 2 Treshold 3 bis

Nadere informatie

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN: LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27) ~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV REGIO LIMBURG Tulpinstraat 75 3500 HASSELT +32 11 26 44 00 http://limburg.katholiekonderwijs.vlaanderen LEERMATERIAAL SO PAV 2017/07 Opmaakdatum: 06.11.2017 Vak: Begeleider: E-mail: PAV Jean-Marie Ramakers

Nadere informatie

Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 1

Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 1 VSKO De eerstvolgende maanden kan de lay-out van dit leerplan centraal nog op punt gesteld worden Leerplan NT2 Modulaire Talenopleidingen Professioneel Bedrijfsgericht Richtgraad 3 Module 3 Pb 1 STUDIEGEBIED

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) 1. Mondelinge Taalvaardigheid Niveau 4F 1.1 Gesprekken Algemene omschrijving Kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R1 AO TA 009

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R1 AO TA 009 STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Hebreeuws R1 AO TA 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 16 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Inhoud... 3 1.1.2 Modules... 3 1.1.3 Niveau

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT FRANS

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT FRANS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Talen Afdeling: LEERTRAJECT FRANS Richtgraad: 3.2 Nummer GO 2003/660M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/718/G/O/P/V/V Deeltijds volwassenenonderwijs

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Protocol Datum: 25 juli 2006 Versie 2.0 Pagina 1 van 116 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 2 Deel 2 Modules... 6 1.1 Module ASO2-B

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN STUDIEGEBIED TALEN Modulaire opleiding Andere Talen* Professioneel Bedrijfsgericht R 2 AO TA 013 *Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds Versie 1.0 BVR Pagina 1

Nadere informatie

ECTS-fiche Vantage A

ECTS-fiche Vantage A ECTS-fiche Vantage A Titel van het opleidingsonderdeel/vak B2 Vantage A Duur en aantal contacturen Start- en einddata: zie website Trajectopties: Jaaropleiding 120 lestijden Jaaropleiding combi 120 lestijden

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT FRANS

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT FRANS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Talen Afdeling: LEERTRAJECT FRANS Richtgraad: 4.1 Nummer GO 2003/661M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/943/G/O/P/V/V Deeltijds volwassenenonderwijs

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën:

3 LEERPLANDOELEN. In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën: 3 LEERPLANDOELEN In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën: Een leerling wil, durft en kan op zijn niveau nadenken over zijn manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven en past zijn

Nadere informatie

3. De CNaVT-profielen

3. De CNaVT-profielen 3. De CNaVT-profielen 3.1. Welke profielen zijn er? In een eerste fase werd bij studenten Nederlands als Vreemde Taal en hun docenten via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de behoeften en motieven

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT identificatie opleiding modulenaam code module Talen Engels Richtgraad 2: niveau 3, 4, 5 en 6 (ERK = Threshold) 5906/5907 en 5908/5909 en 5910/5911 en 5912/5913 goedkeuring door aantal lestijden 120/jaar

Nadere informatie

ECTS-fiche Vantage B

ECTS-fiche Vantage B ECTS-fiche Vantage B Titel van het opleidingsonderdeel/vak B2 Vantage B Duur en aantal contacturen Start- en einddata: zie website Trajectopties: Jaaropleiding 120 lestijden Jaaropleiding combi 120 lestijden

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau het Nederlands te functioneren en is de eerste plaats gericht op formele communicatie. Dit profiel

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT SPAANS

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT SPAANS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Talen Afdeling: LEERTRAJECT SPAANS Richtgraad: 2.4 Nummer GO 2003/683M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/699/G/O/P/V/V richtgraad 2.4 1 Richtgraad

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS. Modulair. Talen CHINEES. nieuw 04-05/1337/N. Organisatie: Studiegebied: Opleiding: Richtgraad: RG 2.2. Nummer GO 2005/061M

VOLWASSENENONDERWIJS. Modulair. Talen CHINEES. nieuw 04-05/1337/N. Organisatie: Studiegebied: Opleiding: Richtgraad: RG 2.2. Nummer GO 2005/061M VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulair Studiegebied: Talen Opleiding: CHINEES Richtgraad: RG 2.2 Nummer GO 2005/061M nieuw Nummer Inspectie: 04-05/1337/N Voor de aanmaak van dit leerplan Chinees

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT identificatie opleiding Talen modulenaam Spaans Richtgraad 4: niveaus 9 en 10 (ERK = Effectiveness) code module 6046/6047 en 6048/6049 goedkeuring door aantal lestijden 120/jaar studiepunten datum goedkeuring

Nadere informatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

Nadere informatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet? 1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar 5 e Leerjaar 6 e Leerjaar EINDTERMENTABEL OVERZICHT Flos en Bros werkboekjes Tandenmuzeum De mondgazt Dagboek v/e tandenborstel Gezonde start in de mond - Suiker Verzin een supersmoes Tanden de wereld

Nadere informatie

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT ITALIAANS

VOLWASSENENONDERWIJS LEERTRAJECT ITALIAANS VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie: Modulaire opleiding Studiegebied: Talen Afdeling: LEERTRAJECT ITALIAANS Richtgraad: 4.1 Nummer GO 2003/724M Nieuw Nummer Inspectie: 02-03/985/G/O/P/V/V Voor de aanmaak

Nadere informatie