WERKBOEK TRILLINGEN EN GOLVEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WERKBOEK TRILLINGEN EN GOLVEN"

Transcriptie

1 WERKBOEK TRILLINGEN EN GOLVEN Cursusjaar 2015 / 2016 Tom Hijmans, Ben van Linden van den Heuvell en Marcel Vreeswijk

2 2

3 Hoofdstuk 2 Opgaven Taylor en Complexe getallen Opgave 2.1 Laat met behulp van Taylor-ontwikkeling zien dat voor kleine x: 1 x x Opgave 2.2 Laat met behulp van Taylor-ontwikkeling zien dat voor kleine x: Opgave 2.3 Laat zien dat 1 1 x 1 + x + x sin(sin θ) θ 1 3 θ θ5. Hint: vervang de binnenste sin door zijn Taylor-ontwikkeling. Substitueer dit resultaat dan in de Taylor-expansie van de buitenste sinus en werk uit. Opgave 2.4 Bewijs de Euler formule: e iφ = cos φ + i sin φ, door de Taylor-reeks van de e-macht te vergelijken met die van de cosinus en de sinus. Opgave 2.5 Laat met behulp van de complexe rekenwijze zien dat sin(α β) = sin α cos β cos α sin β 3

4 4 HOOFDSTUK 2. OPGAVEN TAYLOR EN COMPLEXE GETALLEN Opgave 2.6 Laat met behulp van de complexe rekenwijze zien dat cos α + cos β = 2 cos( α + β 2 Opgave 2.7 Laat met behulp van de complexe rekenwijze zien dat ) cos( α β ) 2 cos(3φ) = cos 3 φ 3 cos φ sin 2 φ Hint: bekijk eventueel de afleiding van (2.12) uit de syllabus.

5 Hoofdstuk 3 Opgaven vrije trillingen Opgave 3.1 (oplossingen van de harmonische oscillator, lineariteit) De differentiaalvergelijking voor een massa aan een veer is mẍ(t) + Kx(t) = 0 (a) Laat door invullen zien dat x(t) = cos(ωt + φ) een oplossing is. Aan welke voorwaarde moet ω voldoen? (b) Laat door invullen zien dat x(t) = sin(ωt + φ) een oplossing is. (c) De bovenstaande differentiaalvergelijking is lineair, d.w.z. dat dat als x 1 (t) en x 2 (t) allebei aan de differentiaalvergelijking voldoen, dat x 3 (t) = c 1 x 1 (t) + c 2 x 2 (t) dat ook doet voor willekeurige constanten c 1 en c 2. Dit betekent dat x(t) = A exp(iωt) ook een oplossing is. Laat dit zien door direct invullen. (d) Waarom is de oplossing x(t) = A cos(ωt + φ) + B sin(ωt + φ) niet algemener dan x(t) = A cos(ωt + φ)? Opgave 3.2 (voorbeeld randvoorwaarden met getallen) Voor een bepaald massa-veersysteem geldt: massa m = 1 kg, veerconstante K = 4 N/m, beginuitwijking x(0) = 4 m, en beginsnelheid v(0) = 6 m/s. (a) Leidt uit het bovenstaande een formule af voor de precieze plaats als functie van de tijd, x(t). (b) Wat is de periode van de beweging? (c) Teken in een grafiek de uitwijking, de snelheid en de versnelling als functie van de tijd, voor een hele periode, beginnend bij t = 0. Opgave 3.3 Maak uit Giancoli opgaven 14.11, 14.47, en Vervang bij deze laatste opgave de getalswaarden door symbolen, d.w.z. noem de massa van het stuk klei b.v. m, die van de tafel M en de snelheid van het stuk klei V. Druk de antwoorden dus 9

6 10 HOOFDSTUK 3. OPGAVEN VRIJE TRILLINGEN uit in de gegeven grootheden. Desgewenst kun je aan het eind de getalswaarden in je eindantwoorden invullen en zo je resultaat vergelijken met de antwoordenlijst achter in het boek. Opgave 3.4 (oplossingen van de harmonische oscillator, complexe getallen) De differentiaalvergelijking voor een LC circuit is (a) Laat door invullen zien dat L q(t) + q(t) C = 0 q(t) = q 0 e iωt, met een complexe q 0 een oplossing is van de differentiaalvergelijking. (b) Laat zien dat voor een complexe oplossing q(t), de complex geconjugeerde q(t) ook een oplossing is. (c) Gebruik het bovenstaande samen met het resultaat van 3.1(c) om te laten zien dat zowel Req(t) als Imq(t) oplossingen zijn. Opgave 3.5 (onderweg veranderende massa) Een mechanische harmonische oscillator met massa m en veerconstante K begint op t = 0 zonder snelheid maar met een zekere uitwijking aan zijn oscillaties. Deze oscillator heeft als bijzonderheid dat elke keer als de uitwijking maximaal is (en de oscillator dus stilstaat), dat er aan de bestaande massa een even grote hoeveelheid wordt toegevoegd. (a) Wat gebeurt er met de maximale uitwijking? (b) Wat gebeurt er met de maximale snelheid? (c) Wat gebeurt er met de frequentie? (d) Wat gebeurt er met de kinetische energie? (e) Wat gebeurt er met de potentiële energie? (f) Mocht de energie in de vorige twee antwoorden groter of kleiner worden, waar komt deze energie dan vandaan c.q. waar blijft de energie? Opgave 3.6 (atoom in een gradiënt-magneetval; een anharmonische oscillator (voor de liefhebbers)) De potentiële energie van een atoom gevangen in een magneetval wordt gegeven door E p = µ B B, met µ B het zogenaamde Bohr magneton van het elektron: µ B = e h/2m e, en B het magneetveld. (we laten hier de preciezere eisen aan het atoom en het experiment even in het midden). We nemen voor de magneetval in de x richting: B(x) = f x x. Hierbij is f x een constante waarvan we de precieze waarde later zullen geven. (a) Maak een grafiek van de potentiële energie als functie van x, (neem in de grafiek ook het gebied x < 0 op!).

7 11 (b) Leidt een formule af voor de kracht als functie van plaats. (c) Stel de differentiaalvergelijking op voor x(t). (d) Is deze differentiaalvergelijking lineair? Motiveer je antwoord! (e) Leidt door integreren een formule af voor de oscillatieperiode als functie van de beginsnelheid v 0 ; neem x 0 = 0. Hint: beperk het rekenwerk altijd tot een halve oscillatie, en gebruik het resultaat voor de volgende (halve) oscillaties. (f) Teken de uitwijking, de snelheid en de versnelling als functie van de tijd, en vergelijk de gevonden curves met die van de harmonische oscillator. (g) Bij de harmonische oscillator hangt de frequentie niet van de randvoorwaarden af, maar amplitude en fase wel. Hoe is dat hier? (h) Bij een harmonische oscillator is de totale energie (de som van potentiële en kinetische energie) constant. Is dat ook zo bij deze anharmonische oscillator? Wat is de energie die in de oscillator zit, als functie van de tijd? (i) Reken de sterkte van de kracht uit voor f x = 1 T/m. (j) Reken de oscillatieamplitude en oscillatiefrequentie uit voor een koud Rubidium atoom (m = 87 u, mv 2 0/2 = k B T met T = 100 µk). (k) In de z richting geldt B(z) = f z z (met f z weer een constante). Bovendien is er de zwaartekracht. Teken de potentiële energie als functie van z voor een rubidium atoom en f z = 1 T/m. Wat is de minimale f z die nodig is om het rubidium atoom gevangen te houden? Opgave 3.7 (opgehangen veer) Een ongedempte schroefveer (veerconstante K) is opgehangen aan een plafond. Onderaan de veer is een massa m bevestigd. Als de veer niet is uitgerekt of ingedrukt bevindt de massa zich in de verticale positie y = 0. De valversnelling is g. (a) Hoe groot is de versnelling in de positie y = 0? (b) Laat zien dat de bewegingsvergelijking geschreven kan worden als m η(t) + Kη(t) = 0 (c) Druk de coördinaat η uit in de gegeven grootheden. Wat is de betekenis van η = 0? (d) Hoe ziet y(t) er uit? Opgave 3.8 (gedempte trilling) De algemene oplossing voor de gedempte mechanische oscillator laat zich op twee manieren schrijven. In complexe notatie vinden we x(t) = e γt (c 1 e iω1t + c 2 e iω1t ),

8 12 HOOFDSTUK 3. OPGAVEN VRIJE TRILLINGEN en met gonio: x(t) = Ae γt cos(ω 1 t β). Zie ook formules (3.48) en (3.50) uit de sylabus. (a) Laat zien door invullen in de differentiaalvergelijking (formule (3.42) uit de sylabus) dat beide vormen een oplossing zijn en dat ω 1 wordt gegeven door formule (3.47). (b) Laat zien door invullen dat als γ > ω 0 de oplossing x(t) = c 1 e γ1t + c 2 e γ2t, met γ 1 = γ + γ 2 ω0 2 en γ 2 = γ γ 2 ω0 2 voldoet aan de differentiaalvergelijking. Opgave 3.9 (schokdemper) Een motorfiets voorzien van vering en schokdemper passeert een hobbel op de weg, en heeft op t = 0 een verticale beginsnelheid. De verticale uitwijking als functie van de tijd is geplot in de figuur. De massa van de motorfiets bedraagt 200 kg. y(t) (mm) t (s) (a) Bepaal uit de figuur de krachtsconstante K van de vering, in de veronderstelling dat de demping nul is. (b) Bepaal uit de figuur de dempingsconstante γ. (c) Ga na of het systeem voldoet aan de voorwaarde voor zwakke demping, en leg uit of de aanname van afwezige demping tot een grote fout in de bepaling van de krachtsconstante heeft geleid. Opgave 3.10 (deze opgave is vervallen) Vergeet de opgave die in sommige edities van het werkboek te vinden is. Opgave 3.11 (LCR-kring) Gegeven is een LCR-kring zonder voeding, waarvan de spoel een ohmse weerstand R heeft. Op het tijdstip t = 0 s bevat de condensator een zekere lading, terwijl de

9 13 stroom dan nul is. In de figuur is een deel van het verloop van de spanning V over de condensator als functie van de tijd t getekend. De zelfinductiecoëfficiënt L van de spoel bedraagt 1.5 H. (a) Bepaal uit de figuur de capaciteit C van de condensator in de veronderstelling dat R = 0 Ω. (b) Druk het dempingsgetal γ van het systeem uit in R en L, en bepaal met behulp daarvan uit de figuur de ohmse weerstand R van de spoel. (c) Ga na of het systeem voldoet aan de voorwaarde voor zwakke demping, en leg uit of de veronderstelling R = 0 Ω tot een grote fout in het antwoord voor C heeft geleid. Opgave 3.12 (kwaliteitsfactor van een oscillator) In deze opgave lopen we vast vooruit op het volgende hoofdstuk. Daar wordt de z.g. kwaliteitsfactor Q ingevoerd voor een zwak gedempte aangedreven oscillator. Deze Q- factor heeft ook voor een vrije gedempte oscillator betekenis. Deze factor is een maat voor het aantal trillingsperiodes dat is uitgevoerd door de oscillator voordat de oorspronklijke energie met een factor 1/e is afgenomen. Intuitief is duidelijk dat hoe meer oscillaties er kunnen plaatsvinden voordat de trilling uitdempt, hoe hoger de kwaliteit van de oscillator. De definitie van de kwaliteitsfactor is: Q ω 0 /(2γ). (a) Laat zien dat met bovenstaande definitie geldt: Q = 2πt 1/e /T. Hier is t 1/e de tijd die nodig is om de energie van de oscillator met een factor 1/e te laten afnemen. T is de trillingstijd. (b) Bepaal zo goed mogelijk de Q-factor van de oscillator die correspondeert met de figuur uit opgave 3.9 (de schokdemper)en de figuur bij opgave 3.11.

10 Hoofdstuk 4 Opgaven gedwongen trillingen Opgave 4.1 (gedrag amplitude in verschillende regimes) De differentiaalvergelijking van de aangedreven harmonische oscillator kan geschreven worden als: ẍ + 2γẋ + ω 2 0x = D 0 cos ωt In deze vergelijking kan x zowel de plaats van een massa (bij een mechanische oscillator) als de lading q op een condensator (bij een elektrische oscillator) voorstellen. Vul nu onderstaande tabel verder in. Voor de tweede en derde kolom heb je alleen fysische kennis van deze twee voorbeelden nodig. De inslingerverschijnselen laten we buiten beschouwing. fysische betekenis oscillatieamplitude mechanisch elektrisch ω ω 0 ω ω 0 γ ω ω 0 x plaats lading D 0 ω 2 0 ẋ ẍ Opgave 4.2 Laat zien dat bij de aangedreven gedempte mechanische oscillator, voor ω = ω 0 de snelheid precies in fase is met de aandrijvende kracht. Opgave 4.3 (waarde fase in verschillende regimes) Dezelfde vraag als in Opgave 4.1, maar nu voor de fase in plaats van de amplitude. Om het teken van de fase eenduidig te definieren: gebruik de differentiaalvergelijking zoals in Opgave 4.1 en schrijf x(t), ẋ(t) of ẍ(t) als A cos(ωt β), met A > 0. Gevraagd wordt in de volgende tabel de waarden van β in te vullen (in radialen, modulo 2π). 15

11 16 HOOFDSTUK 4. OPGAVEN GEDWONGEN TRILLINGEN fase achterstand β ω ω 0 ω ω 0 γ ω ω 0 x 0 ẋ ẍ Opgave 4.4 (resonantiecurves) Een harmonische oscillator met massa m en eigenhoekfrequentie ω 0 = 10 rad/s wordt gedempt met dempingsconstante λ en tevens aangedreven met een kracht F 0 cos(ωt). Het blijkt dat bij ω = 0 de maximale uitwijking even groot is als bij ω = ω 0. (a) Bereken uit deze gegevens het dempingsgetal γ = λ met behulp van de uit- 2m drukking voor de maximale uitwijking : A = D 0 1 (2γω)2 + (ω 2 0 ω2 ) 2 (4.1) In de figuur is A voor deze waarde van γ uitgezet tegen ω (gekozen zijn F 0 = 1 N en m = 1 kg). (b) Neem de figuur over en schets hierin een tweede curve behorend bij een iets kleinere waarde van γ. Geef duidelijk de ligging van het maximum aan. Opgave 4.5 Maak opgaven 30.37, en uit Giancoli. Opgave 4.6 (spanningsresonantie) Wanneer bij de LCR-kring de spanning V C als output wordt genomen blijkt dat de maximale waarde van G(ω) niet precies bij ω 0 ligt. De hoekfrequentie ω r waarbij het maximum wél optreedt, volgt uit

12 17 ( ) d G(ω) dω ω=ω r = 0 Bij deze hoekfrequentie treedt spanningsresonantie op. (a) Leid af dat ω r = ω 2 0 (1 1 2Q 2 ) (b) Hoe groot is ω r voor grote waarden van Q? Opgave 4.7 (asymptotisch gedrag bij tweede-orde laagafsnijdend filter) (a) Leid de overdrachtsfunctie af voor een LCR-serieschakeling waarbij het ingangssignaal de spanning over de hele schakeling is, en het uitgangssignaal de spanning over de spoel. (b) Laat zien dat de schakeling een laagafsnijdend filter is. (c) Leid af dat het gedrag van de overdrachtsfunctie bij lage frequenties (ω ω 0 ) beschreven kan worden met de functie G(ω) = ω2 ω0 2. Opgave 4.8 (superpositie van stationaire toestanden) Gegeven een gedwongen mechanisch systeem dat voldoet aan de differentiaalvergelijking mẍ(t) + 2mγẋ(t) + mω 2 0x(t) = F 1 cos(ω 1 t) + F 2 cos(ω 2 t) (a) Wat stelt het rechterlid van deze differentiaalvergelijking voor? (b) Geef een uitdrukking voor de stationaire oplossing. (c) Kies zelf getalwaarden voor alle parameters en maak een grafiek van de oplossing als functie van de tijd. (d) Is de resulterende beweging periodiek? Kunnen van deze beweging amplitude en fase uitgezet worden als functies van de frequentie? Opgave 4.9 (inslingeren) Een harmonische oscillator met massa m en eigenhoekfrequentie ω 0 is vrij tot het tijdstip t = 0; op t = 0 is de uitwijking x 0 en de snelheid v 0. Op dat moment wordt een uitwendige kracht F 0 cos(ωt + φ) met een vaste hoekfrequentie ω ingeschakeld. Neem eerst aan dat de oscillator gedempt is. (a) Beschrijf kwalitatief het algemene gedrag van de oscillator na t = 0. Neem nu aan dat de oscillator ongedempt is.

13 18 HOOFDSTUK 4. OPGAVEN GEDWONGEN TRILLINGEN (b) Beschrijf opnieuw kwalitatief het algemene gedrag van de oscillator na t = 0. Terwijl de oscillator ongedempt blijft, worden de waarden van F 0 en φ zo gekozen dat na t = 0 uitsluitend een harmonische beweging met hoekfrequentie ω overblijft. (c) Druk deze waarden uit in m, ω 0, x 0, v 0 en ω. Opgave 4.10 (bijzondere frequenties) We zijn al een groot aantal bijzondere frequenties tegengekomen. In deze opgave zetten we de belangrijkste nog eens op een rijtje. Overal waar in deze opgave over frequentie wordt gesproken, wordt hoekfrequentie bedoeld. (a) Wat is de frequentie van een harmonische oscillator als er geen aandrijving is en geen demping, dus als D 0 = 0 en γ = 0? (b) Wat is de frequentie van een harmonische oscillator als er geen aandrijving is (dus D 0 = 0), maar wel demping? (c) Bij een gedwongen harmonische oscillatie pieken zowel de uitwijking, als de snelheid, als de versnelling, als het extern geleverde vermogen in de buurt van de eigenfrequentie van de harmonische oscillator. Laat zien dat de snelheid en het extern geleverde vermogen precies bij ω = ω 0 piekt. (d) De amplitude is niet maximaal is bij ω = ω 0. Laat zien dat de amplitude maximaal is bij de aandrijffrequentie ω = ω 2 0 2γ2.) (e) In de syllabus wordt de faseachterstand van de oscillatie, β, gegeven in vergelijking (3.8b). Ten opzichte waarvan is deze faseachterstand? (f) Geef, in analogie met de faseachterstand van de uitwijking, ook die van de snelheid en de versnelling. (g) Bij welke aandrijffrequenties is er sprake van faseachterstand en bij elke van fasevoorsprong, voor de uitwijking, de snelheid en de versnelling? Als het goed is, is deze informatie op basis van het antwoord op de vorige vraag beschikbaar. Opgave 4.11 (stationaire oplossing voor de snelheid) Gegeven een gedwongen mechanisch systeem dat voldoet aan de differentiaalvergelijking (in complexe notatie ẍ(t) + 2γẋ(t) + ω 2 0x(t) = D 0 e iωt met als stationaire oplossing voor de snelheid v(t) = ẋ(t): v(t) = v 0 e iωt+ψ (a) Druk v 0 en ψ uit in m, γ, ω 0, D 0 en ω. loopt v(t) vóór op D 0 exp(iωt), voor welke waar- (b) Voor welke waarden van ω ω 0 den achter?

14 19 (c) Laat zien dat v 0 (ω) onafhankelijk van de waarde van γ een maximum heeft bij ω = ω 0. (d) Zet v 0 uit tegen 10 log( ω ω 0 ) voor ω 0 = 1 en D 0 = 1 op het interval van -1 tot 1 voor enkele waarden van γ. (e) Toon aan dat de grafieken van v 0 symmetrisch zijn, en die van ψ anti-symmetrisch.

15 Hoofdstuk 5 Opgaven gekoppelde trillingen Opgave 5.1 (normaaltrillingen en begincondities) Twee gelijke glijdende massa s a en b (massa m) zijn met behulp van drie veren (veerconstantes K en K ) tussen twee muren gespannen en kunnen longitudinaal bewegen. De bewegingsvergelijkingen voor de massa s zijn mẍ a (t) = Kx a (t) K (x a (t) x b (t)) mẍ b (t) = Kx b (t) K (x b (t) x a (t)) Hierin zijn x a en x b de uitwijkingen van de massa s a en b ten opzichte van hun evenwichtsposities. (a) Laat zien dat de variabelen x 1 = 1 2 (x a + x b ) en x 2 = 1 2 (x a x b ) ieder voldoen aan de vergelijking voor een vrije ongedempte harmonische oscillator. (b) Beschrijf de twee normaaltrillingen 1 en 2 van het systeem die met deze variabelen corresponderen en bepaal de eigenhoekfrequenties. Aan het systeem kunnen vier begincondities worden opgelegd: de uitwijkingen x a en x b en de snelheden v a en v b op het tijdstip t = 0. (c) Geef achtereenvolgens (met toelichting) voorbeelden van telkens vier begincondities waarbij (a) alleen normaaltrilling 1 wordt geactiveerd; (b) alleen normaaltrilling 2 wordt geactiveerd; (c) beide normaaltrillingen met even grote amplitude worden geactiveerd. (d) Leg uit of in het laatste geval de bewegingen van de massa s a en b nog periodiek zijn. 19

16 20 HOOFDSTUK 5. OPGAVEN GEKOPPELDE TRILLINGEN Opgave 5.2 (demping bij een gekoppeld systeem) Beschouw de differentiaalvergelijkingen mẍ a (t) = Kx a (t) λẋ a (t) K (x a (t) x b (t)) mẍ b (t) = Kx b (t) λẋ b (t) K (x b (t) x a (t)) (a) Wat stellen deze vergelijkingen voor? (b) Vul in: x a (t) = x 1 (t) + x 2 (t) en x b (t) = x 1 (t) x 2 (t); wat stellen x 1 (t) en x 2 (t) voor? (c) Neem van de differentiaalvergelijkingen de halve som en het halve verschil; wat is het resultaat? Stel nu dat gegeven zijn m = 1, K = 5, λ = x 1 (0) = 1, x 2 (0) = 1, ẋ 1 (0) = 0 en ẋ 2 (0) = en K = 1 en de beginwaarden (d) Geef de oplossingen x 1 (t) en x 2 (t) van het nieuwe stelsel voor deze getalwaarden en bepaal hieruit de oplossingen x a (t) en x b (t). (e) Maak grafieken van beide oplossingen en verklaar wat er te zien is. Opgave 5.3 (een asymetrisch gekoppeld systeem) Beschouw een asymmetrisch systeem van twee massa s en drie veren tussen twee muren (zie figuur). Neem m a = 2, m b = 10, K a = 10, K b = 48, K = 2. (a) Verwacht je zwevingen in dit systeem? Geef argumenten voor deze verwachting. (b) Stel de differentiaalvergelijkingen voor de uitwijkingen x a (t) en x b (t) van de massa s a en b op. (c) Bepaal de eigenhoekfrequenties van het systeem en de bijbehorende verhoudingen van de twee uitwijkingen. Geef ook antwoorden in twee decimalen. (d) Geef uitdrukkingen voor de normaaltrillingen en voor de algemene oplossingen x a (t) en x b (t) van de bewegingsvergelijkingen.

17 21 (e) Kies zelf getalwaarden voor de constanten A en φ in beide normaaltrillingen en maak grafieken van x a (t) en x b (t). Onderzoek het effect als de verhouding van A 1 en A 2 wordt gevarieerd, en leg uit dat de zwevingen voor de massa s a en b in het algemeen niet gelijkvormig zijn. Opgave 5.4 (uitwendige kracht bij een gedempt gekoppeld systeem) Beschouw de differentiaalvergelijkingen mẍ a (t) = Kx a (t) λẋ a (t) K (x a (t) x b (t)) + 2F 0 cos ωt mẍ b (t) = Kx b (t) λẋ b (t) K (x b (t) x a (t)) (a) Wat stellen deze vergelijkingen voor? (b) Vul in: x a (t) = x 1 (t) + x 2 (t) en x b (t) = x 1 (t) x 2 (t), en neem van de differentiaalvergelijkingen de halve som en het halve verschil. (c) Leid uit het resultaat kwalitatief af hoe bij voldoend kleine λ amplitudes en faseachterstanden van de stationaire oplossingen x a (t) en x b (t) er uit zien als functies van ω. (d) Probeer ook aan te geven hoe amplitudes en fase-achterstanden van de stationaire oplossingen x 1 (t) en x 2 (t) er uit zien als functies van ω.

18 Hoofdstuk 6 Opgaven Fourieranalyse Opgave 6.1 (Fourierreeks van een driehoek) Gegeven is een periodieke functie f(x) met driehoekvorm ; in de figuur is één periode (grootte 2π) getekend. (a) Leg langs grafische weg uit dat voor de Fouriercoëfficiënten a 0, a n en b n van f(x) geldt: a 0 = 0; a n = 0 (voor n > 0); b n = 0 (voor even n). (b) Leg eveneens langs grafische weg uit dat b n = 4 π π 2 (c) Geef de Fourierreeks van f(x). 0 x sin nx dx (voor oneven n) Aanwijzing: gebruik de integraal y sin y dy = sin y y cos y. Opgave 6.2 (Fourierreeks van een gelijkgericht signaal ) Gegeven de periodieke functie f(t) = sin 1 2 t. 23

19 24 HOOFDSTUK 6. OPGAVEN FOURIERANALYSE (a) Bepaal de periode van f(t). (b) Bepaal de Fourrierreeks van f(t). (c) Beschouw de benaderingen N f N (t) = a 0 + (a n cos nt + b n sin nt). n=1 Teken in één figuur van f(t), f 1 (t) en f 2 (t) over enkele perioden. Opgave 6.3 (Fourierreeks van een zweving) Gegeven het signaal f(t) = sin 17t sin 20t. (a) Geef alle Fouriercoëfficiënten van f(t). (b) Bepaal de hoekfrequentie ω van: de zwevingen van f(t); de modulaties van f(t); het gemoduleerde signaal; f(t). (c) Maak een grafiek van f(t) over één periode, en geef hierin de andere drie periodes aan. Opgave 6.4 (een orthogonaal stelsel) Laat zien dat bij gebruik van het inproduct < f(x), g(x) >= 1 π de oneindige verzameling functies π π f(x)g(x) dx {v 0, v 1, w 1, v 2, w 2,...} = { 1 2 2, cos x, sin x, cos 2x, sin 2x,...} orthonormaal is, d.w.z. < v i, w j >= 0 en < v i, v j >=< w i, w j >= δ ij. Toelichting: per definitie geldt δ ij = 0 als i j en δ ij = 1 als i = j.

20 Opgave 6.5 (even en oneven functies) Gegeven is een periodieke functie F (t); in de figuur zijn twee perioden T 1 = 4 getekend. 25 (a) Leg uit dat de functie f(x) uit de substitutie een periode 2π heeft. F (t) = f( 2πt T 1 ) = f(ω 1 t) = f(x) (b) Laat langs grafische weg zien dat voor de Fouriercoëfficiënten moet gelden: a n = 0 voor oneven n en b n = 0 voor even n. (c) Laat, uitgaande van de algemene formules voor de Fouriercoëfficiënten a 0, a n en b n van f(x), langs grafische weg zien dat in dit geval a 0 = 2 π/2 π 2 x dx, 0 a n = 4 π/2 π 2 x cos(nx) dx (even n 1), 0 b n = 4 π/2 π 2 x sin(nx) dx (oneven n). (d) Bepaal alle van 0 verschillende a n en b n, inclusief a 0. 0 (e) Ga na dat F (t) te schrijven is als de som van een even en een oneven deel: F (t) = F even (t) + F oneven (t) = 1 2 [F (t) + F ( t)] + 1 [F (t) F ( t)] 2 en teken grafieken van F (t), F even (t) en F oneven (t) in één figuur. (f) Schrijf de Fourierreeksen voor F (t), F even (t) en F oneven (t) op.

21 Hoofdstuk 7 Opgaven golven in 1D Opgave 7.1 (energiestroom in een lopende golf in een snaar) In een half-oneindig lange snaar zonder dispersie of demping wordt door een harmonische oscillator in het punt z = 0 een transversale sinusvormige golf y(z, t) opgewekt die in de positieve z-richting loopt met fasesnelheid v. De oscillator heeft een hoekfrequentie ω en voert een transversale beweging uit met een amplitude A. De massa per lengte-eenheid van de snaaris µ; de spankracht in de snaar is F. (a) Leg uit dat de golf voldoet aan y(z, t) z = 1 v y(z, t). t (b) Laat zien dat de door de oscillator op de snaar uitgeoefende kracht steeds dezelfde richting heeft als de transversale snelheid van de snaar in het punt z = 0, en gelijk is aan ( y(z, t) ) F osc = F = ( y(z, t) ) µf. z z=0 t z=0 (c) Bereken de maximale waarde van F osc met de getalwaarden uit de opgave lopende golf in oneindig lange snaar, en verklaar waarom het antwoord veel groter uitvalt dan de maximale resulterende kracht op het stukje snaar met lengte z = 1 mm. (d) Laat zien dat het door de oscillator aan de snaar geleverde vermogen gelijk is aan P in = ( y(z, t) ) 2 µf. t z=0 (e) Leg uit dat in een willekeurig vast punt z 0 de energie per lengte-eenheid en het passerende vermogen als functies van de tijd wordt gegeven door ( y(z, t) ) 2 ɛ = µ t z=z 0 P = ( y(z, t) ) 2 µf. t z=z 0 29

22 30 HOOFDSTUK 7. OPGAVEN GOLVEN IN 1D (f) Toon aan dat voor de tijdsgemiddelden over een periode 2π ω < P in >=< P >. geldt: Opgave 7.2 (reflectie en transmissie van een transversale golf in een touw) We bekijken in deze opgave het touw dat wordt beschreven in sectie 7.4 van de syllabus. Een half-oneindig stuk touw met massa per lengte-eenheid µ 1 is op plaats z = 0 verbonden met een ander touw met µ 2 (zie ook fig 7.5 in de syllabus). De spankracht is F. Een golf die van links binnenkomt refecteert aan de verbinding en wordt gedeeltelijk doorgeven in het tweede touw. (a) Leg uit waarom de hoekfrequentie ω dezelfde moet zijn voor de inkomende, gereflecteerde en doorgegeven golf. (b) In uitdrukkingen (7.30) - (7.32) is gekozen voor een cosinus. We hadden ook een sinus kunnen kiezen of b.v. een cosinus met een fase. Waarom is de gekozen vorm toch de meest algemene oplossing? (c) In de syllabus wordt gesteld dat er bij dit probleem twee randvoorwaarden zijn: continuiteit van de uitwijking en continuiteit van de afgeleide naar z van de oplossingen links en rechts van de verbinding. De eerste eis is duidelijk, het betekent gewoon dat de touwen aan elkaar vast zitten. Wat is de fysiche reden voor de tweede eis die zegt dat er geen knik is? (d) Laat zien dat de amplitudes voldoen aan (7.33) en (7.34). Hint gebruik de twee randcondities. (e) Laat met behulp van de resultaten van sectie 7.5 uit de syllabus en met (7.33) en (7.34) zien dat de energie die per eenheid van tijd wordt aangevoerd via de inkomende golf in het punt z = 0, gelijk is aan de totale energie die per tijdseenheid wordt afgevoerd uit dit punt door de gereflecteerde en de doorgelaten golf. Opgave 7.3 (pianosnaar) Men wil een pianosnaar maken van staal met een dichtheid van kg m. De 3 spankracht moet 1000 N bedragen; het trillende snaardeel moet 513 mm lang zijn en een grondtoon met een frequentie van 523 Hz (toonhoogte: c ) voortbrengen. Neem eerst aan dat de trillingen van de snaar voldoen aan de klassieke golfvergelijking: 2 y(z, t) t 2 = F 2 y(z, t) µ z 2 met y de uitwijking, t de tijd, z de coördinaat langs de voortplantingsrichting, F de spankracht en µ de massa per lengte-eenheid van de snaar. (a) Bereken de diameter d die men de snaar moet geven. De snaar heeft in werkelijkheid een zekere stijfheid tegen buiging (bovenstaande golfvergelijking geldt niet exact). De hoekfrequenties van de mogelijke trillingen blijken te voldoen aan de niet-lineaire dispersierelatie F ω = µ k + αk3,

23 31 waarin F en µ de hierboven gekozen waarden hebben; we houden ook de lengte van de snaar hetzelfde. De correctieterm voor de stijfheid bevat een constante α = m/s. Een tweede snaar op de piano heeft een één octaaf hogere grondtoon, d.w.z. met de dubbele frequentie (toonhoogte: c ). (b) Hoeveel zwevingen per seconde zijn er tussen de tweede harmonische van de c -snaar en de grondtoon (= de eerste harmonische) van de c -snaar? Beargumenteer je antwoord! Opgave 7.4 (watergolven) De dispersierelatie voor diepwatergolven is ω 2 = gk + σ ρ k3. Hierin is g de versnelling van de zwaartekracht (9.8 m s 2 ), ρ de dichtheid van water ( kg m 3 ) en σ de oppervlaktespanning van water ( N m ). (a) Maak in één figuur grafieken van de fasesnelheid en van de groepssnelheid als functies van de golflengte. (b) Leg uit dat er dispersie optreedt. (c) Bepaal de minimale waarde van de fasesnelheid. Hoe groot zijn bij deze fasesnelheid de golflengte, de frequentie en de groepssnelheid? Opgave 7.5 (snaar versus kralensnoer) Gegeven een snaar en een kralensnoer, beide van lengte L, tweezijdig ingeklemd en gespannen met een kracht F. De snaar is homogeen met massa per lengte-eenheid µ. Het kralensnoer is massaloos, maar gelijkmatig bezet met 5 kralen van massa µl 6. (a) Schrijf de dispersierelatie van de homogene snaar op. (b) Leid af dat de dispersierelatie van het kralensnoer gegeven wordt door ω = 12 F kl sin L µ 12. (c) Hoe onderscheidt een transversale normaaltrilling zich van een willekeurige transversale bewegingstoestand? (d) De hoekfrequenties van de normaaltrillingen in het kralensnoer zijn uit te drukken in de hoekfrequentie ω 1 van de traagste normaaltrilling volgens de opsomming ω 1, 1.93ω 1, 2.73ω 1, 3.35ω 1, 3.73ω 1 Laat zien hoe de 4 gegeven verhoudingsgetallen met behulp van de gegeven dispersierelatie zijn af te leiden.

24 32 HOOFDSTUK 7. OPGAVEN GOLVEN IN 1D (e) Geef de 4 verhoudingsgetallen voor de overeenkomstige opsomming van de hoekfrequenties van de eerste 4 normaaltrillingen van de tweezijdig ingeklemde homogene snaar. (f) Zet de dispersierelaties van snaar en snoer uit in één diagram en geef daarin voor beide de normaaltrillingen aan. Opgave 7.6 (lopende golf in oneindig lange snaar) In een oneindig lange snaar zonder dispersie of demping wordt een transversale sinusvormige lopende golf y(z, t) opgewekt door een harmonische oscillator die in het punt z = 0 geplaatst is. De oscillator heeft een frequentie van 4.0 Hz en voert een transversale beweging uit met een amplitude van 2.0 cm. De massa per lengte-eenheid van de snaar is 70 g m ; de spankracht in de snaar is 10 N. (a) Bepaal de fasesnelheid en de golflengte van de lopende golf. (b) Geef uitdrukking(en) voor y(z, t) voor het geval dat op het tijdstip t = 0 de uitwijking van de oscillator maximaal is. (c) Bereken de maximale snelheid en de maximale impuls van een stukje van de snaar ter lengte van 1.0 mm. (d) Bereken de maximale waarde van de resulterende kracht op het stukje snaar met lengte 1.0 mm op twee manieren: via differentiëren van y(z, t) naar t, maar ook via differentiëren van y(z, t) naar z. (e) Hoe groot is het vermogen dat gemiddeld per periode door deze resulterende kracht aan het stukje snaar wordt geleverd? Opgave 7.7 (vormverandering van periodieke lopende golven) Van zeker ééndimensionaal medium is de (numerieke) dispersierelatie gegeven door ω = k 0.9. (a) Maak een grafiek en vergelijk met ω = k. Gegeven zijn twee periodieke signalen, die in het medium worden opgewekt in z = 0: een driehoekvorm met Fourierreeks F (0, t) = π 2 n=1 en een rechthoekige pulsvorm met Fourierreeks G(0, t) = n=1 cos(2n 1)t (2n 1) 2 2 sin 1 6 nπ nπ cos nt. (b) Bepaal van beide signalen de amplitudes van de termen met cos t, cos 2t, cos 3t, cos 4t en cos 5t.

25 33 (c) Maak grafieken van F (0, t) en G(0, t) voor 10 < t < 10. Beide signalen planten zich in het medium voort als in de positieve z-richting lopende golven F (z, t) en G(z, t). (d) Schrijf somformules op voor F (z, t) en G(z, t). (e) Wat verwacht je op grond van de amplitudespectra over de vervorming van deze golven, d.w.z. welk van de twee signalen F (z 0, t) en G(z 0, t) in een vast punt z 0 > 0 zal het meest veranderd zijn ten opzichte van F (0, t), respectievelijk G(0, t)? (f) Staaf je verwachting met grafieken van F (z 0, t) en G(z 0, t) voor verschillende waarden van z 0 (neem bijvoorbeeld z 0 = 1 en ook z 0 = 5). (g) Bekijk tenslotte het effect op de vervorming als de dispersierelatie verandert in ω = k. Opgave 7.8 (samenstellen van pulsen) Gegeven zijn de volgende vier periodieke signalen: x 1 (t) = 17 x 2 (t) = 17 x 3 (t) = 5 14 n=10 cos 4nt 5 cos 16nt n=1 56 n=40 cos nt 20 x 4 (t) = 5 cos 4nt n=4 (a) Teken op schaal onder elkaar de amplitudespectra van deze signalen. (b) Teken op schaal onder elkaar duidelijke grafieken van de signalen voor 0 < t < 8. (c) Controleer grafisch dat de signalen ook te schrijven zijn als met x i (t) = A mod,1 (t) cos 48t (i = 1, 2, 3, 4) sin 10t A mod,1 (t) = 17 sin 2t A mod,2 (t) = sin 40t 17 sin 8t A mod,3 (t) = 17 sin 2 5 sin 1 2 t sin 34t A mod,4 (t) = 5 sin 2t

26 34 HOOFDSTUK 7. OPGAVEN GOLVEN IN 1D (d) Teken de grafieken van A mod,i (t) bij die van x i (t). (e) Formuleer enkele vuistregels over het verband tussen de amplitudespectra en de grafieken van de signalen, en ga na of deze overeenstemmen met de theorie. Opgave 7.9 (tsunami) Op tweede kerstdag 2004 was er een zware aardbeving voor de kust van Sumatra. Dit veroorzaakte een golf met bescheiden amplitude, die over de Indische oceaan propageerde en op veel plaatsen aan de kust tot een verwoestende golf leidde. Voor het begrip van dit fenomeen is de dispersierelatie cruciaal. De dispersie van watergolven is ( ) ω = gk + σk3 tanh (kd). ρ Hierin zijn ω en k de gebruikelijke hoekfrequentie en k-vector van de golf. Verder zijn g de versnelling door de zwaartekracht, ρ de dichtheid van water, σ de oppervlaktespanning van het water en d de diepte van het water. Voor de tangens hyperbolicus geldt tanh (x) = ex e x e x + e x (a) Laat zien dat voor grote diepte de dispersierelatie overgaat in de uitdrukking bij opgave 7.4 in dit hoofdstuk. Geef aan ten opzichte van wat de diepte groot moet zijn, en geef deze voorwaarde weer in termen van symbolen, die in de dispersievergelijking zijn gebruikt. (b) Wat wordt de dispersievergelijking als de rol van de oppervlaktespanning verwaarloosd kan worden? In het vervolg kan inderdaad de oppervlaktespanning σ steeds verwaarloosd worden. (c) Laat zien dat het hierboven gevonden resultaat overgaat in ω = gd k voor het geval dat kd 1. Hint: gebruik de reeksontwikkeling van e x voor kleine x. (d) Wat betekent de eis kd 1 in termen van de golflengte van de golven? De diepte van de Indische oceaan is gemiddeld zo n 3800 m. Uit satellietwaarnemingen weten we dat de amplitude van de tsunami op open water zo n 80 cm was. De golflengte was ongeveer 360 kilometer. (e) Bereken de snelheid en de trillingstijd van de tsunami. (f) Laat aan de hand van de dispersievergelijking zien dat op open water de vorm van een tsunami behouden blijft en die van een normale golf (met een normale golflengte) niet.

27 35 (g) Bereken de snelheid van de golf als de diepte verminderd is tot 1m. Omdat er tijdens de propagatie geen energie kan verdwijnen of tevoorschijn kan komen, neemt de energiedichtheid van de golf met dezelfde factor toe als waarmee de snelheid is afgenomen. We hebben gezien dat de energie van een golf evenredig is met het kwadraat van de amplitude. Als de tsunami een kust nadert, wordt de diepte van de oceaan minder. Onze lineaire beschrijving gaat fout als de diepte van het water niet meer groot is ten opzichte van de amplitude van de golf. (h) Bereken, binnen onze lineaire benadering, de amplitude van de golf als de waterdiepte tot 1 m is afgenomen.

28 36

29 VERANTWOORDING Dit werkboek is gebaseerd op eerdere versies van de opgavenverzameling bij Trillingen en Golven door Jan Dekker met tekstbijdragen van Cor Tuijn, bewerkt door Klaasjan van Druten en Ben van Linden van den Heuvell. Verdere tekstbijdragen en eindredactie: Tom Hijmans, Ben van Linden van den Heuvell en Marcel Vreeswijk. 37

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES

Nadere informatie

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN. 1.1.1 het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN. 1.1.1 het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen 1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING Veel fysische systemen, van groot tot klein, mechanisch en elektrisch, kunnen trillingen uitvoeren. Daarom is in de natuurkunde het bestuderen van trillingen van groot

Nadere informatie

Trillingen en Golven

Trillingen en Golven College-aantekeningen Trillingen en Golven vijfde kwartaal Natuur- en Sterrenkunde, Natuurwetenschappen najaar 008 F. Filthaut Experimentele Hoge-Energie Fysica Institute for Mathematics, Astrophysics,

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D020. Datum: Vrijdag 26 maart 2004. Tijd: 14.00 17.00 uur. Plaats: MA 1.41 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf

Nadere informatie

2 GEDWONGEN TRILLINGEN

2 GEDWONGEN TRILLINGEN GEDWONGEN TRILLINGEN.0 INLEIDING Onder de titel gedwongen trillingen bekijken we de trillingen van een zwak gedempte harmonische oscillator die ontstaan als deze niet zelfstandig trilt, maar wor aangedreven

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

PRACTICUM TRILLINGSKRINGEN onderdeel van het vak Trillingen en Golven

PRACTICUM TRILLINGSKRINGEN onderdeel van het vak Trillingen en Golven PRACTICUM TRILLINGSKRINGEN onderdeel van het vak Trillingen en Golven Inleiding In dit practicum worden experimenten gedaan aan elektrische trillingskringen, bestaande uit weerstanden, condensatoren en

Nadere informatie

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom 8. Fouriertheorie Periodieke functies. Veel verschijnselen en processen hebben een periodiek karakter. Na een zekere tijd, de periode, komt hetzelfde patroon terug. Denk maar aan draaiende of heen en weer

Nadere informatie

2.1 Twee gekoppelde oscillatoren zonder aandrijving

2.1 Twee gekoppelde oscillatoren zonder aandrijving Hoofdstuk Twee gekoppelde oscillatoren.1 Twee gekoppelde oscillatoren zonder aandrijving We beschouwen als voorbeeld van een systeem van puntmassa s die gekoppeld zijn aan elkaar en aan twee vaste wanden

Nadere informatie

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan. TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Hoofdstuk : Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Partiële differentiaalvergelijkingen zijn vergelijkingen waarin een onbekende functie van twee of meer variabelen en z n partiële afgeleide(n)

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan. Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C1 7 april 1, 9. - 1. uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken, geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing Vraag 1 (6 ptn) De deeltjes m 1 en m 2 bewegen zich op eenzelfde rechte zoals in de figuur. Ze zitten op ramkoers want v 1 > v 2. v w m n Figuur 1: Twee puntmassa

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we. Definitie Een differentiaalvergelijking is een vergelijking van de vorm

Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we. Definitie Een differentiaalvergelijking is een vergelijking van de vorm college 3: differentiaalvergelijkingen Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we y = y (t) of y (1) = y (1) (t) voor de afgeleide dy dt, en y = y (t) of y (2) = y (2) (t) voor de tweede afgeleide

Nadere informatie

Tentamen Fysische Systemen voor TBK

Tentamen Fysische Systemen voor TBK Tentamen Fysische Systemen voor TBK 5 - april - 01, 9.00-1.00 uur AANWIJZINGEN 1. Maak de vijf opgaven op vijf losse bladen. Vermeld naam en studentnummer duidelijk rechts bovenaan ieder ingeleverd blad,

Nadere informatie

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft

Nadere informatie

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem Examen Wiskundige Analyse I ste bach ir wet dinsdag 5 januari 206 Vraag.. Waar of vals (pt) Het beginvoorwaardenprobleem 32x 3 y = (y ) 3, y() = 2, y () = 4 bezit een unieke oplossing, die geldig is in

Nadere informatie

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003 Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en

Nadere informatie

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR 2de bach HIR Optica Smvt - Peremans Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 231 3.00 EUR Trillingen 1. Eenparige harmonische beweging Trilling =een ladingsdeeltje beweegt herhaaldelijk

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle. De n-de term van de numerieke rij (t n ) (met n = 0,, 2,...) is het rekenkundig gemiddelde van zijn twee voorgangers. (a) Bepaal het Z-beeld F van deze numerieke rij en het bijhorende convergentiegebied.

Nadere informatie

4051CALC1Y Calculus 1

4051CALC1Y Calculus 1 4051CALC1Y Calculus 1 College 23 23 oktober 2014 1 Programma Vanmiddag Trillingen (8.7) 2 Herhaling 2 e orde homogene lineaire differentiaal vergelijking De algemene oplossing voor ay + by + cy = 0 wordt

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op.. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

Tentamen Fysische Systemen, , 9-12 uur

Tentamen Fysische Systemen, , 9-12 uur Tentamen Fysische Systemen voor TBK 3-8-010, bladzijde 1 van 4 Tentamen Fysische Systemen, 3-8-010, 9-1 uur Vermeld (duidelijk!) naam, geboortedatum, studie en studienummer op het 1 e vel papier; op ieder

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D. Datum: Donderdag 8 juli 4. Tijd: 14. 17. uur. Plaats: MA 1.44/1.46 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je

Nadere informatie

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Uitwerkingen worden beschikbaar gesteld op de dinsdagavond voorafgaande aan het volgende college

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren 8C120-2011 6 april 2011, 09:00-12:00

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren 8C120-2011 6 april 2011, 09:00-12:00 Tentamen Inleiding Meten en Modelleren 8C20-20 6 april 20 09:00-2:00 Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een deel

Nadere informatie

Buiging van een belaste balk

Buiging van een belaste balk Buiging van een belaste balk (Modelbouw III) G. van Delft Studienummer: 0480 E-mail: gerardvandelft@email.com Tel.: 06-49608704 4 juli 005 Doorbuigen van een balk Wanneer een men een balk op het uiteinde

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tentamen Golven en Optica 5 juni 008, uitwerking 1 Lopende golven en interferentie op een snaar a In[1]:= y 0 1; y 1 x, t : y x, t : y 0 x 300 t 4 y 0 x 300 t 4 4 In[4]:= Ploty 1 x, 0, y x, 0, x, 10, 10,

Nadere informatie

15.1 Oppervlakten en afstanden bij grafieken [1]

15.1 Oppervlakten en afstanden bij grafieken [1] 15.1 Oppervlakten en afstanden bij grafieken [1] Bereken: Bereken algebraisch: Bereken exact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte

Nadere informatie

Aanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen

Aanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen de Bachelor EIT 2de en de Bachelor Wiskunde Academiejaar 215-216 1ste semester 26 januari 216 Aanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen 1. Gegeven een homogene lineaire partiële

Nadere informatie

Verstrooiing aan potentialen

Verstrooiing aan potentialen Verstrooiing aan potentialen In deze notitie zullen we verstrooiing beschouwen aan model potentialen, d.w.z. potentiaal stappen, potentiaal bergen en potentiaal putten. In de gebieden van de potentiaal,

Nadere informatie

10.6. Andere warmteproblemen. We hebben warmteproblemen bekeken van de vorm. 0 < x < L, t > 0. w(0, t) = 0, w(l, t) = 0, t 0. u(x, 0) = f(x), 0 x L,

10.6. Andere warmteproblemen. We hebben warmteproblemen bekeken van de vorm. 0 < x < L, t > 0. w(0, t) = 0, w(l, t) = 0, t 0. u(x, 0) = f(x), 0 x L, .6. Andere warmteproblem. We hebb warmteproblem bekek van de vorm α 2 u xx = u t, < x u(, t) =, u(, t) =, t u(x, ) = f(x), x, waarbij de temperatuur aan de beide uiteind constant bovdi gelijk is.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting

Nadere informatie

Essential University Physics Richard Wolfson 2 nd Edition

Essential University Physics Richard Wolfson 2 nd Edition Chapter Hoofdstuk 13 13 Lecture Essential University Physics Richard Wolfson nd Edition Trillingen Slide 13-1 13.1 Trillingen Een systeem voert een trilling uit (of oscilleert) als het een periodieke beweging

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Golven 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen en stabiliteit

Hoofdstuk 9: Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen en stabiliteit Hoofdstuk 9: Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen en stabiliteit Hoewel we reeds vele methoden gezien hebben om allerlei typen differentiaalvergelijkingen op te lossen, zijn er toch nog veel differentiaalvergelijkingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN 1ste Kandidatuur ARTS of TANDARTS Academiejaar 2002-2003 Oefening 11 (p29) BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN Bereken de stromen in de verschillende takken van het netwerk

Nadere informatie

Antwoorden Tentamen Fysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, uur

Antwoorden Tentamen Fysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, uur Antwoorden Tentamen ysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, 14.00 17.00 uur 1. ermigassen in astrofysica (3 + 4 +3 = 10) a. Gegeven dat de massa van de zon M z = 2 x 10 30 kg is (voornamelijk waterstof),

Nadere informatie

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen 1. Rekenen met complexe getallen 1.1 a. 9 b. 9 c. 16 d. i e. 1 1. a. 1 b. 3 c. 1 d. 4 3 e. 3 4 1.3 a. 3 i b. 3 i c. i d. 5 i e. 15 i 1.4 a. 33 i b. 7 i c. 4 3 i d. 3 5 i e. 5 3 i 1.5 a. 1 ± i b. ± i c.

Nadere informatie

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D00. Datum: vrijdag 3 juni 008. Tijd: 09:00-:00. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fsica: Golven 25 juli 2015 dr. Brenda Castelen Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fsica/wiskunde/wiskunde.htm), Leen

Nadere informatie

Tentamen Functies en Reeksen

Tentamen Functies en Reeksen Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy

Nadere informatie

FYSICA-BIOFYSICA : FORMULARIUM (oktober 2004)

FYSICA-BIOFYSICA : FORMULARIUM (oktober 2004) ste bachelor GENEESKUNDE ste bachelor TANDHEELKUNDE ste bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN FYSICA-BIOFYSICA : FORMULARIUM (oktober 004) Kinematica Eenparige rechtlijnige beweging : x(t) = v x (t t 0 )

Nadere informatie

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5 ECHNISCHE UNIVERSIEI EINDHOVEN Faculteit Biomedische echnologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica entamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5 vrijdag 3 februari 2012, 9.00-12.00

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, sectie Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, sectie Cardiovasculaire Biomechanica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, sectie Cardiovasculaire Biomechanica Tussentijdse Toets Metingen en Modellen in de Kliniek (8VB10) pagina 1/4 Maximum score is 24 punten.

Nadere informatie

SYLLABUS TRILLINGEN EN GOLVEN

SYLLABUS TRILLINGEN EN GOLVEN SYLLABUS TRILLINGEN EN GOLVEN Cursusjaar 2015 / 2016 Tom Hijmans, Ben van Linden van den Heuvell en Marcel Vreeswijk 2 Ik kan het niet helpen dat je doof bent voor het ultrageluid waarin ik spreek W.F.

Nadere informatie

Naam : F. Outloos Nummer : 1302

Naam : F. Outloos Nummer : 1302 1 ste bach. burg.ir.-arch. EXAMEN FYSICA 1 2011-2012, 1 ste zittijd 13 januari 2012 Naam : F. Outloos Nummer : 1302 Wie wat vindt heeft slecht gezocht. Rutger Kopland 1.1 1.2 1.3 A B C D A B C D A B C

Nadere informatie

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 2 nov :30 16:30

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 2 nov :30 16:30 Tentamen WISN Wiskundige Technieken Ma nov 5 3:3 6:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes. 3pt Grote

Nadere informatie

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht Examentraining Natuurkunde havo 2015 Subdomein B1. Informatieoverdracht Een trilling is een periodieke beweging rond een evenwichtsstand Kenmerkende grootheden: trillingstijd T (in s). Uit T is de frequentie

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf. Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 1 Een stemvork trilt met een trillingstijd van 2,27 ms. Bereken de bijbehorende frequentie. Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale

Nadere informatie

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012 - Biologie Schriftelijk examen 2e Ba Biologie 2011-2012 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgaven niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NAUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSUK 15: RILLINGEN 9/1/010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1 (3p+ 5p) Een

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

Beschouw allereerst het eenvoudig geval van een superpositie van twee harmonische golven die samen een amplitude gemoduleerde golf vormen:

Beschouw allereerst het eenvoudig geval van een superpositie van twee harmonische golven die samen een amplitude gemoduleerde golf vormen: 60 Hoofdstuk 8 Modulaties en golfpakketten Met een lopende harmonische golf kan geen informatie overgebracht worden. Teneinde toch een boodschap te versturen met behulp van een harmonische golf dient deze

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden 10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Opgave 1 Fata Morgana (3p) We hebben een planparallelle plaat met een brekingsindex n(z), die met de afstand z varieert. Zie ook de figuur. a. Toon

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA ( )

TENTAMEN DYNAMICA ( ) TENTAMEN DYNAMICA (1914001) 8 januari 011, 08:45 1:15 Verzoek: Begin de beantwoording van een nieuwe opgave op een nieuwe pagina. Alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden beoordeeld. Opgave 1 (norm:

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde boventoon; 4. De zevende boventoon. Een snaar vertoont

Nadere informatie

5 Lineaire differentiaalvergelijkingen

5 Lineaire differentiaalvergelijkingen 5 Lineaire differentiaalvergelijkingen In veel toepassingen in de techniek en de exacte wetenschappen wordt gewerkt met differentiaalvergelijkingen om continue processen te modelleren. Het gaat dan meestal

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

, met ω de hoekfrequentie en

, met ω de hoekfrequentie en Opgave 1. a) De brekingsindex van een stof, n, wordt gegeven door: A n = 1 +, ω ω, met ω de hoekfrequentie en ( ω ω) + γ ω, A en γ zijn constantes. Geef uitdrukkingen voor de fasesnelheid en de groepssnelheid

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Opgave: Golf in koord... 3 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Staande golven... 5 Snaarinstrumenten... 6 Blaasinstrumenten... 7 Opgaven... 8 Opgave: Gitaar... 8 Opgave: Kerkorgel... 9 1/10

Nadere informatie

Naam:... Studentnummer:...

Naam:... Studentnummer:... AFDELING DER BEWEGINGSWETENSCHAPPEN, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig

Nadere informatie

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een

Nadere informatie

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 6 juli 2012, uur

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 6 juli 2012, uur Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65 6 juli 2012, 14.00-17.00 uur Het tentamen bestaat uit drie, de hele stof omvattende opgaven, onderverdeeld in 15 deelopgaven die bij

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Inleiding

Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Richtingsvelden. Zie Stewart, 9.2. 1.2. Oplossingen van enkele differentiaalvergelijkingen. Zelf doorlezen. 1.3. Classificatie van differentiaalvergelijkingen. Differentiaalvergelijkingen

Nadere informatie

Formuleblad Wisselstromen

Formuleblad Wisselstromen Formuleblad Wisselstromen Algemeen Ueff = U max (bij harmonisch variërende spanning) Ieff = I max (bij harmonisch variërende stroom) P = U I cos(φ) gem eff eff U Z = I Z V = Z + Z + (serieschakeling) Z3

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I Gelijke oppervlakten De parabool met vergelijking y = 4x x2 en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong O en in punt. Zie. y 4 3 2 1-1 O 1 2 3

Nadere informatie

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen? Inhoud... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer... 5 Resonantie... 6 Opgave: in een vrachtauto... 7 Energiebehoud... 9 Energiebehoud in een massaveersysteem... 9 Energiebehoud in de slinger...

Nadere informatie

Tentamen Quantum Mechanica 2

Tentamen Quantum Mechanica 2 Tentamen Quantum Mechanica 9 juni 5 Het tentamen bestaat uit 4 opgaven, waarmee in totaal 9 punten zijn te verdienen. Schrijf op elk vel dat je inlevert je naam, voorletters en studentnummer.. (a) (5 punten)

Nadere informatie

7. Hamiltoniaanse systemen

7. Hamiltoniaanse systemen 7. Hamiltoniaanse systemen In de moleculaire dynamica, maar ook in andere gebieden zoals de hemelmechanica of klassieke mechanica, worden oplossingen gezocht van het Hamiltoniaanse systeem van differentiaalvergelijkingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie

Hoofdstuk 11: Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie Hoofdstuk : Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie.. Tweepunts randwaardeproblemen. Bij het oplossen van partiële differentiaalvergelijkingen met behulp van de methode van scheiden van variabelen

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 2 Juli, 2010, 14:00 17:00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. 2. Werk nauwkeurig en netjes. Als ik het antwoord niet kan

Nadere informatie

Examenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode

Examenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode Examenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode 2008-2009 Een vloeistoftank met een capaciteit van 500 liter bevat aanvankelijk 100 liter water, waarin 30 kilogram zout is opgelost.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen Hoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen De inhoud van hoofdstuk 3 zou grotendeels bekende stof moeten zijn. Deze stof is terug te vinden in Stewart, hoofdstuk 17. Daar staat alles

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad /5 woensdag 23 januari 2008, 9.00-2.00

Nadere informatie

Practicum complexe stromen

Practicum complexe stromen Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het

Nadere informatie

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11) Maandag 3 oktober 2016, 9.00 11.00 uur; DW-TZ 2 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek Aanwijzingen: Er zijn 2 opgaven in dit tentamen.

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1 WIS6 1 6 Complexe getallen 6.1 Definitie Rekenen met paren De vergelijking x 2 + 1 = 0 heeft geen oplossing in de verzameling R der reële getallen (vierkantsvergelijking met negatieve discriminant). We

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 9, 9. -. uur Dit tentamen bestaat uit opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken, geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een deel van de punten opleveren.

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2 natuurkunde vwo 05-II Opgave Indoor Skydive maximumscore 3 uitkomst: h =,7 0 m voorbeelden van een berekening: methode Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. Invullen levert: 40

Nadere informatie

Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen (homogeen)

Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen (homogeen) Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen (homogeen) Voorbeeld Voorbeeld ( 7., Opgave 22) Op t = 0 bevatten de vaten respectievelijk 25 en 5 oz (ounces) zout. 3 september 206 Onderzoeken we hoeveel

Nadere informatie

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen? Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen

Nadere informatie